£|o.o2oZ
Speelruimtebeheerplan Gemeente Nieuwkoop 2010-2020
Rase Lü.faZ:/o^M(^nr.?é?Ê&tS )2009 Beheer Openbare Ruimte gemeente Nieuwkoop//y
ly
pagina3
Inhoudsopgave 1
2
INLEIDING 1.1
WAAROMEEN SPEELRUIMTEBEHEERPLAN?
1.2
DOELENREIKWIJDTEVAN HETSPEELRUIMTEBEHEERPLAN
WARENWETBESLUIT VAN ATTRACTIE- ENSPEELTOESTELLEN(WAS)
2.1.1 2.12 2.2
2.3
6 6
Inspectie Logboek Besluitbouwvergunningvrijeenlichtbouwvergunningplichtigebouwwerken HetBouwbesluit
PROGRAMMA VAN EISEN GEMEENTE NIEUWKOOP
BEHEER METHODIEK 3.1
6 7 7
7 7 7
9
BEHEERMAATREGELEN
3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.7.5
5
5
WONINGWET
2.2.1 2.2.2
4
5
WETTELIJK KADER 2.1
3
5
Inspectievanspeelvoorzieningen Vaststellenvanonderhoudsmaatregelen Uitvoerenvanonderhoud Logboek Opleidingen
9
9 9 9 9 10
3.2
GEWENSTE KWALITEITSNIVEAU
3.3
VERVANGING VAN SPEELTOESTELLEN
11
10
3.4
HERINRICHTING VAN EEN SPEELPLAATS
11
3.5
VEILIGHEIDSONDERGRONDEN
3.6
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
11 12
3.7
MELDINGEN
13
3.8
VANDALISME
13
HUIDIGESITUATIE 4.1
AREAAL AAN SPEELPLAATSEN EN SPEELTOESTELLEN
4.2
ACHTERSTALLIG ONDERHOUD
FINANCIERING BEHEER SPEELVOORZIENINGEN 5.1
HUIDIGE SITUATIE
5.2
FINANCIËLE CONSEQUENTIES BEGROTING 2010-2020 INZETVAN UREN
5.3
Bijlagen A Kostenoverzicht beheerplan2010-2020 B Overzichtspeelvoorzieningen per locatie C Aantal en kostenspeelvoorzieningen D Vervangingsschema speeltoestellen E Kostenvergelijkingondergronden F Programmavaneisen voor speelvoorzieningen
14 14 15
17 17
17 18
pagina5
1 Inleiding 1.1 Waarom een speelruimtebeheerplan? Degemeente Nieuwkoop beschikt voor dejeugd inde openbare ruimteover 100 speelplekkenmet intotaal meer dan300speeltoestellenvoorzieningen. Kwalitatief goede speelvoorzieningen, bieden dejeugd veel speelplezier. Tevens blijkt uit reactiesvande Nieuwkoopse inwoners encontacten met inwoners, datzijveelwaarde hechten aangoede speelvoorzieningen indewoonomgeving. Degemeente isverantwoordelijk voor eengoed beheer vandie voorzieningen. Omeenefficienteneffectief beheer van deopenbare ruimte zogoed mogelijk tewaarborgen, kiestde gemeente Nieuwkoop ervoor het beheer uittevoeren op basisvan beheerplannen. Hetspeelruimtebeheerplan geeft inzicht indeaard en deomvang vandete beheren speelvoorzieningen, dewijzewaarop het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd en de kosten die hiermeezijngemoeid. 1.2 Doel en reikwijdte van het speelruimtebeheerplan Hetspeelruimtebeheerplan iseen plan van aanpak voor het langdurig instand houden van in degemeente aanwezige speelvoorzieningen. Het plan beschrijft maatregelen die noodzakelijk zijnom de instandhouding van despeelvoorzieningen opeen kwalitatief goed niveau te waarborgen. Het beheerplan omvat alle speelvoorzieningen voor kinderen van 0tot en met 18jaar, die door degemeente zijnaangelegd inde openbare ruimte. Speelvoorzieningen van particulieren, scholen of instellingen vallen buiten de reikwijdte van hetspeelruimtebeheerplan. Het beheer van gras-en speelvelden isondergebracht inhet groenbeheerplan. Hetspeelruimtebeheerplan isgeen beleidsplan. Datwilzeggen datdit plan niet ingaat opde gemeentelijke visie m.b.t.voorzieningen voor dejeugd enwelke speelvoorzieningen degemeente biedt aan dejongeren indediverse leeftijdscategorieën inde gemeente. Het speelruimtebeleidzalals uitwerking van hetjeugdbeleid worden opgesteld in2010. Hetspeelruimtebeheerplan richtzichop het beheer, onderhoud en vervanging van bestaande speelvoorzieningen. Uitbreiding van en deaanleg van nieuwe speelvoorzieningen indeopenbare ruimte maken geen onderdeel uitvan het speelruimtebeheerplan. Nieuwe speelvoorzieningen worden pasnadeaanleg bijjaarlijkse bijstellingals areaaluitbreiding in het beheerplan opgenomen. Indit planwordt het beheer geregeld met eendoorkijk tot2020, maar hetwordt voor een periode vanvijfjaar vastgesteld. Elke vijfjaarwordt het beheerplan volledig geactualiseerd enweer opnieuw voor een periodevanvijfjaar vastgesteld.
Hetbeheer vantrapveldenis opgenomeninhet groenbeheerplan
pagina6
2 Wettelijk kader 2.1 Warenwetbesluit van attractie - en speeltoestellen (WAS) Inmaart 1997 is het Besluitveiligheid attractie-enspeeltoestellen inwerking getreden.Vanaf 1 september 2003 heet dit besluit hetWarenwetbesluit attractie-en speeltoestellen. Hetbesluit regelt deveiligheid van allespeeltoestellen die niet bestemdzijn voor particulier gebruik, maar vooropenbare speelgelegenheden. Beheerders van speeltoestellen moeten voldoen aan deeisen die in het Besluit staan,namelijk: speeltoestellen die na26 maart 1997 gebouwd zijn moeten zijn goedgekeurd enzijn voorzien vaneentypekeurcertificaat. Tevens moet de goedkeuring zichtbaar zijn op hetspeeltoestel door eentypeplaatje of -sticker; voortoestellen vanvóór maart 1997geldt dat de beheerder alles moet doen om deze toestellen veilig te houden ofveilig temaken; per speeltoestel moet een logboek worden bijgehouden. Hierin staan naastdetoestelgegevens ook datawaarop inspecties en reparaties zijn uitgevoerd en wanneer zich eventuele ongelukken hebben voorgedaan; speeltoestellen moeten ineenzodanige conditieworden gehouden dat het gebruik geen gevaar voor degezondheid en veiligheid oplevert; speeltoestellen moeten regelmatig worden geïnspecteerd. 2.1.1 Inspectie Volgens hetWAS is hetvereist allespeeltoestellen endeveiligheidsondergronden regelmatig te inspecteren. Erwordt onderscheid gemaakt inverschillende soorten inspecties, namelijk: Jaarinspectie Bijdejaarinspectie wordt dealgehele veiligheid vande speelgelegenheid gecontroleerd. Bovendien moeten n.a.v. de inspectie direct stappen worden ondernomen om allesweer inordete brengen. Speciaal wordt ergelet opdeaanwezigheid vancorrosie, houtrot en andere negatieve effecten vanweersinvloeden. Deze inspectie moet één keer perjaar uitgevoerdworden engebeurt meestal door een onafhankelijk deskundig adviseur. Technischeinspectie Tijdens deze inspectiewordt hetfunctioneren, de stabiliteit endesterkte van deinrichting (toestellen, overige constructies, bodemafwerking) gecontroleerd. Dezeinspectie moet tenminste 4 keer perjaar worden uitgevoerd,afhankelijk van gebruik. Visueleinspectie Metvisuele inspectie wordt nagegaan ofer gevaarlijke situaties zijn ontstaan alsgevolg van gebruik, vandalisme,weersomstandigheden, enz. 'Visueel inspecteren' moet worden beschouwd alseen rondgang overdespeelplek waarbij dealgehele situatie wordt beoordeeld. De inspectie isvrij snel uittevoeren. Echter, deze inspectie moet regelmatig gebeuren,dagelijks totwekelijks. Hierdoor iser gedurende hetjaar relatief veeltijd meegemoeid.
pagina 7
2.1.2 Logboek Per speeltoestel (welke nä26 maart 1997zijn gebouwd) moeten detechnische gegevens in een logboek aanwezig zijn. Alle resultaten vande inspecties moeten perspeeltoestel in het logboek worden opgenomen. Ook uitgevoerde reparaties en onderhoudswerkzaamheden moeten inhet logboek worden vastgelegd. Eventuele voorvallen,zoals ongelukken met kinderen, moeten in het logboek wordenvastgelegd. 2.2
Woningwet
2.2.1 Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken Het plaatsen van speeltoestellen kan in bepaalde situaties bouwvergunningplichting zijn. In het kadervan dit beheerplan kan dat relevant zijn bijvervanging van speeltoestellen ofherinrichtingvan speelplekken. Hetoprichten van speeltoestellen isopgrond van het Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) vergunningsvrij, indienwordtvoldaan aande voorwaarden opgenomen inartikel 3lid2onderdeel avandit besluit. Erwordt voldaan wanneerde hoogte van een speeltoestel,als bedoeld inartikel 1, onderdeel c, van hetWarenwetbesluit attractie en speeltoestellen, gemeten vanaf devoet, minder is dan 3m; Het betreffende artikel van hetWarenwetbesluit stelt: "speeltoestel: een inrichting bestemd voor vermaak ofontspanning waarbijuitsluitend vanzwaartekracht ofvanfysiekekracht van de mens gebruik wordt gemaakt;" Inhet Bblbwordt geen limiet gesteld aan hetaantal speelvoorzieningen Speelvoorzieningen hoger dan 3m.zijn bouwvergunningplichtig danwel degezamenlijke oppervlakte van deze voorzieningen. 2.2.2 Het Bouwbesluit Het Bouwbesluit ziet een speeltoestel alseen"bouwwerk zijnde geen gebouw". Omdat de maatvoering van speeltoestellen veelal afwijkt van standaard maten,eist het Bouwbesluit dat aangetoond moetworden datersprake isvan "gelijkwaardige veiligheid". Hiertoe is speciaal voor speeltoestellen een Europese ontwerpnorm (NEN-EN 1176-1) ontwikkeld diedeveiligheidvan speeltoestellen moet waarborgen Het Bouwbesluit stelt hetvoldoen aan deze normen verplicht. Voor een overzicht van alle beschikbare normen iseen handboek ontwikkeld. 2.3 Programma van eisen gemeente Nieuwkoop Gemeente Nieuwkoop heeft voor het beheer van haar openbare ruimte een programma van eisen opgesteld. Dit programma van eisen isvastgesteld in maart 2009 enwordt regelmatig geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. Inoverleg metde gemeente kanalleenwordenafgeweken van het Programma van eisenwanneer ditgoedwordt gemotiveerd en onderbouwd
pagina 8
wordt. Afwijken van het Programma van eisen kanzowel positieve als negatieve consequenties hebben voor het beheer. Inhet programma van eisen isonder 'technische eisen en randvoorwaarden' een hoofdstuk voor speelvoorzieningen opgenomen. Hierin zijn bepalingen en ontwerpeisen opgenomen en technische eisen voor onder meer deveiligheidsondergronden, deopbouw van hetcunet en deafwerking van hetterrein. Inbijlage Fzijnde beschrijvingen voor speelvoorzieningen uit het programma vaneisen opgenomen.
pagina 9
3 Beheer methodiek 3.1
Beheermaatregelen
3.1.1 Inspectie van speelvoorzieningen Alle speeltoestellen worden eenmaal perjaar individueel technisch beoordeeld opveiligheid. Bijde beoordeling wordt getoetst aan deeisen van hetWarenwetbesluit attractie-enspeeltoestellen. De inspectiewordt uitgevoerd door eenonafhankelijk adviesbureau. Hetadviesbureau rapporteert per speeltoestel over debevindingen. Viermaal perjaar worden ineigen beheer allespeeltoestellen technisch gecontroleerd op constructie,functionaliteit enveiligheid. Naast de periodieke inspecties worden alle speelvoorzieningen regelmatig (wekelijks) geschouwd door dewijkteams van deafdeling Beheer Openbare Ruimte. Bijdeschouw wordt gekeken naar dealgemene onderhoudstoestand van despeelplekken,verontreiniging,eventuele gevolgen vanoneigenlijk gebruik, vandalisme, etc. 3.1.2 Vaststellen van onderhoudsmaatregelen Op basis van de uitgevoerde inspecties worden herstelwerkzaamheden vastgesteld, die noodzakelijk zijnom de speeltoestellen veilig enfunctioneel te maken. Daarnaast worden per type speeltoestellen reguliere onderhoudsmaatregelen opgesteld die meteen vastgestelde frequentie worden uitgevoerd. Ditonderhoud omvat herstelwerkzaamheden dieverband houden metveroudering en slijtage (speelschade). Deuitkomsten van inspecties enwaarnemingen kunnen redenzijn bijtesturen. 3.1.3 Uitvoeren van onderhoud Hetonderhoud vandetoestellen gebeurt inrelatie met hetvervangingsschema. Inverband metveiligheidseisen en de garantiebepalingen vande leveranciers, mogenvoor vervanging vanonderdelen alleen originele onderdelen gebruiktworden. Herstelreparaties dievoortkomen uitde inspecties worden binnen een maand uitgevoerd.Wanneer deveiligheid inhet geding isworden reparaties direct uitgevoerd. Voor het uitvoeren vanonderhoud in eigen beheer zijntwee medewerkers van de buitendienst aangewezen als aanspreekpunt. Zijvoeren regelmatig overleg metdebeheerders vande binnendienst over deonderhoudstoestand vande speelvoorzieninditsoort schade moetdirect wordenhersteld gen ende uitvoering van onderhoudsmaatregelen. 3.1.4 Logboek Alle bevindingen die voortkomen uitdejaarlijkse inspectie ende kwartaalinspecties, worden verwerkt ineen logboek. Bijzonderheden die blijken bijde schouw van speelplekken,eventuelevoorvallen en bijzonderheden n.a.v. meldingen worden eveneens opgenomen inhetlog-
pagina 10
boek. Correctieve herstelwerkzaamheden en andere reguliere onderhoudswerkzaamheden, vervangingen,etc.worden vastgelegd in het logboek. Hetactueel houden van de registraties ineen logboek isarbeidsintensief. Omdie reden is het wenselijk hiervoor eengeautomatiseerd systeem tegebruiken. Een dergelijk systeem isopdit moment nog niet beschikbaar enzal in2010worden aangeschaft.. 3.1.5 Opleidingen Debeheermedewerkervan de binnendienst ende medewerkers vande buitendienst diebelastzijn met het beheer van despeelvoorzieningen hebben inelk geval deopleiding"Veiligheid Speelgelegenheden" gevolgd. De beheermedewerker van de binnendienst heeft bovendiende opleiding "Gemeentelijke Speelruimtebeleid"afgerond. 3.2 Gewenste kwaliteitsniveau Hetgewenste kwaliteitsniveau datwordt vastgesteld,geeft de minimale eisen aan waaraan despeeltoestellen moeten voldoen. Hoe hoger het kwaliteitsniveau, hoe hoger de frequentie zalzijndatcorrigerende maatregelen moetenworden genomen en speelschade en slijtage moetenworden hersteld. Een hoger kwaliteitsniveau leidt uiteraard tot eengrotere inzet van urenen hogerekosten. Uitgangspunt isdat alle speelvoorzieningen veilig zijn en voldoen aan deeisen zoals diezijn gesteld inhetWarenwetbesluit attractie-en speeltoestellen. Speelvoorzieningen moeten verder heelzijn en ineenzodanige staatvanonderhoud verkeren datzeook uitnodigen omte spelen voor de leeftijdscategorie waarvoor zezijn aangebracht. Voor speelvoorzieningen zijn geen kwaliteitscriteria vande CROW (Centrum voor RegelgevingenOnderzoek inde Grond-,Water- enWegenbouw) beschikbaar. Wel ishet mogelijk een relatiete leggen met het kwaliteitsniveau datvoor het beheerwordt gehanteerd voor andere inrichtingselementen indeopenbare ruimte.Speelvoorzieningen zijngelegen inde directer woonomgeving van de burger en dragen sterk bijaande uitstraling van diewoonomgeving. De inwoners hechten grotewaarde aan kwalitatief goede speelvoorzieningen. Bijeen uitgangspunt datspeelvoorzieningen naast veilig,voldoende functioneel en aantrekkelijk moeten zijn, behoort eenonderhoudsniveau dat ligtboven het basisniveau. Beheer op basisniveau betekent datspeeltoestellen technisch enfunctioneel zodanig wordenonderhouden datze netaan de veiligheidseisen voldoen en kwalitatief niet achteruit gaan. Het reguliere onderhoud is daarbij minimaal. Eenonderhoudsniveau datdaar net boven ligt, betekent onder andere dat speelvoorzieningen erqua beeldcomfortabel en schoon uitzien en qua technische kwaliteit goed inorde zijn. Hetonderhoudsniveau sluit aan bij bijvoorbeeld kwaliteitsniveau A dat wordt gehanteerd voor het openbaar groen indewoonomgeving.
pagina 11
Het minimale kwaliteitsniveau waaraan speelvoorzieningen op grond van het Warenwetbesluit moeten voldoen isalvan eenzodanig niveau,dat hetverschil tussen het basisniveau en het kwaliteitsniveau daar net bovenzeer beperkt is. Hetgaatervooral om dat bijvoorbeeld speelschade snelwordt hersteld,datspeelplekken schoonworden gehouden,graffiti wordtverwijderdenwaar nodigspeeltoestellen worden bijgeschilderd. 3.3 Vervanging van speeltoestellen Veel speeltoestellen hebben,zoals blijkt uitervaringscijfers, eentechnische levensduur die ligttussen tienentwintigjaar. De levensduur hangt afvan hettype speeltoestel. Bij het bepalenvande levensduur isgeen rekening gehouden metvandalisme, wel met slijtage doorintensief gebruik eneventuele speelschade. Om een goedvervangingsbeleid te kunnen voeren iseen flexibel vervangingsschema noodzakelijk. Inprincipewordt eentoestel vervangen nadat deafschrijvingstermijn isverstreken. Het momentvandedaadwerkelijke vervanging van eentoestelwordt mede bepaald door de staat van hettoestel endefunctionaliteit. Wanneer blijkt dateentoestel nadegestelde afschrijvingstermijn nogéén of meerjaren veilig kanfunctioneren, kan devervanging worden uitgesteld. Indien blijkt dateentoestel voor degestelde afschrijvingstermijn niet meer veilig isofde onderhoudskosten te hoogworden, bijvoorbeeld door vandalisme, dan moet de vervanging vervroegd worden uitgevoerd. Bijde keuze van hettype toestelwordt uitgegaan van de leeftijdscategorie waarvoor de betreffende speelplek isaangelegd,waarbij dewenselijke speelmogelijkheden, de benodigde speelfuncties en deactuele bevolkingssamenstelling vande buurt inogenschouw worden genomen. 3.4 Herinrichting van een speelplaats Indien een speelplaats inzijn geheel aanvervanging toe is, meestalwanneer meerdere speeltoestellen aanvervanging toezijn, dan kan ervoorworden gekozen om degehelespeelplaats opnieuw inte richten. Daarbijwordt ook gekeken naar deveiligheidsondergrond ende omgeving vandespeelplaats zoals hekwerken, banken,afvalbak enopenbaar groen. Bij hetontwerp en de inrichting vande speelplaats wordt rekening gehouden met de leeftijdsopbouw van dejeugd op dat moment indewijk. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van dedemografische gegevens uitdeGemeentelijke Basisadministratie. 3.5 Veiligheidsondergronden Onder speeltoestellen moeteen veiligheidsondergrond worden aangelegd. Dieeis isvastgelegd in hetWarenwetbesluit. Dedikte van deondergrond isafhankelijk van de valhoogte van hettoestel. Hetoppervlakte van de ondergrond verschilt pertoestel. De leverancier van het speeltoestel moetdit aangeven en het gegeven maakt onderdeel uitvan certificering van het toestel. Erzijnverschillende soorten veiligheidsondergronden. Indegemeente Nieuwkoop zijn ondergronden toegepast met houtschors, zand, kunstgras of rubbertegels. Enkeletoestellen hebben nog betontegels als ondergrond. Hetgaat daarbij omtoestellen meteen lagevalhoogte, zoalswipkippen. Bijde plaatsing vandezetoestellen was dit nogtoegestaan. In2009 iser eenwetswijziging geweest, waarin o.a. wordtgesteld dateen harde ondergrond van betontegels bijvervanging gewijzigd wordt ineenveilige valondergrond.
pagina 12
Ondergronden vanzand of houtschors zijn aanmerkelijk minder duurzaam dan ondergronden van kunstgras of rubbertegels. Zandondergronden moetenjaarlijks worden vervangen ofgereinigd en schorsondergronden moeten regelmatig worden aangevuld en.Op langere termijn zijnondergronden van kunstgras en rubbertegels voordeliger. InBijlage Eiseentabel opgenomen waarin de kosten voor aanleg enonderhoud vande diverse ondergronden worden vergeleken.
Speelplekop eenondergrond vanrubbertegels
Zandondergronden zijn ook uit oogpuntvan milieuhygiëne onwenselijk. Omdat honden en katten hun behoefte doen in hetzand, kunnen kinderen in aanraking komen met ziekteverwekkers (bijvoorbeeld toxoplasmose). Schorsondergronden worden door de burger als minder comfortabel ervaren o.a. vanwege deaanwezigheid van splinters.
Bijvervanging of herinrichting van een speelplaats worden ondergronden in principe vervangendoor kunstgras of rubbertegels. Datgeldt ook voor zandondergronden waarin eenspeeltoestel isgeplaatst en diedoor burgers nogaleensworden geschouwd als eenzandbak. Volgens het programma van eisen worden bijde aanleg van een speelplaats alleen nog kunstgras of rubbertegels alsondergrond toegepast. 3.6 Communicatie en inspraak De Nieuwkoopse burger hechtveelwaarde aangoede speelvoorzieningen indewoonomgeving. Het isdan ook zaak de burger goedte informeren over plannen en maatregelen en daar waar dat kan burgers te betrekken bijaanpassingen. Bijde uitvoering vanonderhoudsmaatregelen en vervanging van speeltoestellen n.a.v.de jaarlijkse inspectie, worden bewoners geïnformeerd via een publicatie inhetWitte Weekblad enopde gemeentelijke website. Bijde herinrichting worden bewoners betroken bij hetontwerp enwordt rekening gehouden metwensen van de bewoners. Het betrekken van bewoners gebeurt door middel van inloopbijeenkomsten. Wensen en initiatieven van burgers kunnen soms inhet kader van het beheer worden gehonoreerd. Uitbreiding van speelvoorzieningen en nieuwe speelvoorzieningen, kunnen niet binnen destrekking van hetspeelruimtebeheerplan worden gerealiseerd. Inbudgetten die nodig zijn voor het beheer van de speelvoorzieningen zijn de middelen daarvoor ook niet meegenomen.
pagina 13
Voor wensen en initiatieven worden devolgende regelsgehanteerd: 1. Verzoeken voor aanpassing vaneen speelplek ofvervanging vaneen speeltoestel, worden beoordeeld aan de handvan hetvervangingsschema van speeltoestellen in het speelruimtebeheerplan. 2. Wanneer eenverzoek nietaansluit op hetvervangingsschema (omdateen speeltoestel nog niet isafgeschreven), wordt bezien ofeen speeltoestel toch kanworden vervangen bijvoorbeeld door het bestaande toestel eldersteplaatsen. 3. Bijverzoeken voor aanpassing die niet kunnen worden gerealiseerd binnen het beheerplanen verzoeken tot realisatie van nieuwe of uitbreiding van bestaande speelplaatsen, wordt beoordeeld ofdie verzoeken passen binnen het speelruimtebeleid vandegemeente. 4. Realisatie vanverzoeken die passen binnen hetspeelruimtebeleid worden gefinancierd uit middelen die beschikbaar zijnvoor de uitvoering van het speelruimtebeleid. 5. Voordat wensen van bewoners worden gehonoreerd, moet duidelijk zijndat een meerderheidvan de bewoners achter hetverzoek of initiatiefstaan. 3.7 Meldingen Ongeveer 2%van hettotale aantal meldingen over de openbare ruimte heeft betrekking op speelvoorzieningen. Jaarlijks gaat hetomcirca 40 meldingen. De meldingen houden in het merendeel van degevallen verband metspeelschade envandalisme. Een beperkt deel van de meldingen zijnfeitelijk te beschouwen alsverzoeken enwensen. Meldingen worden behandeld volgens het meldingenprotocol. Dat betekent dat meldingen altijd binnen tweeweken worden afgehandeld.Wanneer deveiligheid in hetgeding is,wordt zosnelals mogelijk gehandeld,d.w.z. binnen één oftweedagen. Ingevallen waarin reparatie nietdirect mogelijk is,bijvoorbeeld omdat onderdelen niet leverbaar zijn, wordt de melder hiervan inkennisgesteld. 3.8 Vandalisme Het iseengegeven datspeelvoorzieningen ook worden gebruikt doorjeugd in leeftijdscategorieënwaarvoor devoorzieningen nietzijn bedoeld.Zo maken hangjongeren nu eenmaal graag gebruik van speelhuisjes omte"chillen". Deproblematiek van hangjongeren inde openbare ruimte lijkteen groeiend maatschappelijk probleem teworden.Vandalisme aan speelvoorzieningen, bijvoorbeeld door hangjongeren, is echter zeer beperkt, enwordt m.b.t. het beheer niet als probleem ervaren. Indatopzicht zijn ergeen maatregelen noodzakelijk, anders dantezorgen datdespeelvoorzieningen er verzorgd uitzien. Regel isdatvandeomvangrijkere schades aangifte wordtgedaan. Echter, deschade is slechts zelden te verhalen opeen dader.
pagina 14
4 Huidige situatie 4.1 Areaal aan speelplaatsen en speeltoestellen Degemeente Nieuwkoop heeft 321speeltoestellen in beheer, verdeeld over 100 speelplaatsen. Degenoemde hoeveelheden speeltoestellen omvatten ook 17zandbakken. Gemiddeld staan er opeen speelplaats 3speeltoestellen. Inde kernen Korteraar, Noordsebuurt en Vrouwenakker heeftdegemeente geenspeelvoorzieningen. Indeze kernen ontbreekt veelal de ruimte om speelvoorzieningen teplaatsen. Indeonderstaande tabel isaangegeven hoede speelplaatsen en-toestellen over de verschillende kernen zijn verdeeld. Ballenvangers diedegemeente optrapvelden in beheer heeft zijn apart aangegeven. Het beheer van speel-entrapvelden maakt onderdeel uitvan het groenbeheerplan. Ook is indetabel vermeldwelke oppervlakten van deverschillende type ondergronden aanwezig zijn. Eentotaaloverzicht van alle speelplaatsen en-toestellen is opgenomen in bijlage B. ondergronden in m 2 c a>
ro ro m o.
Langeraar Nieuwkoop Nieuwveen Noordeinde Noorden Papenveer Ter Aar Woerdense Verlaat Zevenhoven
c
co
^
co O
2 %
ra o < co
C O) CD O. (0 CO
7 30 12 3 8 2 29 1 8
35 79 40 11 23 6 97 4 26
100
321
c ro > Jï .— "rö^c co o-
ui
ra t_ o>
(O
ro
O
.c
"E o
"O
"S J3
ro N
c
o x:
co
ro ro "55 c3
^
co a>
ro -Q 3
1_
7
130 768 330
100
2299
450
703
48
564
363
725
3660
820
2656
863 54
3 28
10 54
ü
"3 326
35 6
18 27 36
216 217
244
38 43
15 160
ai
<X> O)
28
84
151
1161
Binnen hetareaal aan speelplaatsen bestaan deondergronden voor 42%nog uitboomschorsondergronden en voor 13%uitzandondergronden. Een beperkter deel, 1,7%, bestaat uit betontegels. Uitoogpunt vanveiligheid (betontegels) en uitoogpunt van beheerkosten (schorst enzand), is beleid iserop gericht deze ondergronden optermijn tevervangen door ondergronden van kunstgras en rubber tegels. Deasfaltondergronden die indetabel zijn vermeld maken onderdeel uitvanverharde speelterreintjes, waaronder basketbalvelden. Binnen de reikwijdte van dit beheerplan is hetde bedoeling ineen periode van driejaren de zandondergronden tevervangen,vanwege de hoge beheerkosten enerzijds en vanwege het milieuhygiënische belang anderzijds. Deondergronden van betontegels en de schorsondergronden worden vervangen bij herinrichting van de betreffende speelplek.
pagina 15
4.2 Achterstallig onderhoud In2008 iseen uitvoerige inspectie uitgevoerd vanalle speeltoestellen binnen degemeente. Naar aanleiding vandie inspectie zijn in2008 alle noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden en aanpassingen uit het inspectierapport uitgevoerd. Erzijn 17speeltoestellen verwijderd die niet meer aan deeisen konden voldoen. In2009zijn 12vervangende speeltoestellen geplaatst. In2010 zullen de laatste 5toestellen worden teruggeplaatst. Dejaarinspectie 2009 heeft opnieuw een hoog aantalgebreken opgeleverd. Hetgrote aantal gebreken wordt vooral veroorzaakt door oudere speeltoestellenwaarvan detechnische levensduur isverstreken. Met betrekking tot de vervanging vanspeeltoestellen iser eenachterstand. Het betreft Zandondergrondenworden vervangen hierspeeltoestellen die op basis vande normale levensduur technisch zijn afgeschreven. Het betekent niet perse datdeze speeltoestellen niet aan dewettelijke eisen m.b.t.veiligheid voldoen. Hetwordtwel steeds moeilijker om detoestellen aandieeisen te laten voldoen. Het onderhoud van deze toestellen isdan ook relatief duur ende kosten drukken zwaar op het budget voor regulier onderhoud.Omdie reden is hetaante bevelen detoestellen binnen enkelejaren tevervangen. Indit beheerplan wordt ervan uitgegaan datdeachterstallige vervangingen van66 speeltoestellen binnen driejaren wordt uitgevoerd. De urgentie van de vervanging zalworden bepaald aande hand van deactuele onderhoudstoestand endeinspectierapportages van 2008 en2009. Hetonderstaande overzicht metdeachterstallige engeplande vervangingen iseensamenvatting van hetoverzicht in bijlage D.
CO C O )
=to .E ro u5 ro ir. C
Langeraar Nieuwkoop Nieuwveen Noordeinde Noorden Papenveer Ter Aar Woerdense Verlaat Zevenhoven
0)
< >
o
TT—
CM
CO
T—
T—
T—
• * T—
T—
o CM
O CM
O CM
O CM
o
o
1 11
2 5 3
4 4 4
4 9 4
3
5
2 3 6 2 3
17
33
11 18 5
3 3
5
1
23
4
2
8
4 1 8
4
6
2
2
3
66
17
8
25
26
2 2
CM
in CM
pagina16
pagina 17
5 Financiering beheer speelvoorzieningen 5.1 Huidige situatie Inde huidige begroting iseen budget opgenomen voor het reguliere onderhoud vandespeelplaatsen. Dit reguliere budgetomvatde kosten voor hetonderhoud van deondergronden, reparaties en de uitvoering van dejaarinspectie. Tevens isvoor hetvervangen van despeelplaatsen (speeltoestellen enondergronden) een storting indevoorziening opgenomen van €70.088,-. Eenmeerjarig overzicht vande budgetten isopgenomen inbijlage A 'Kostenoverzicht speelvoorzieningen 2010-2020'.
4160302 Onderhoud speelvoorzieningen
Overig onderhoud
69.362
Overige diensten 4160303 Speelruimteplan 4160399 Speelvoorzieningen,ov lasten
2.738
Storting in voorziening
70.088
Kapitaallasten
24.589
Doorber. kpltractie
5.618
totaal lasten 5160301 Batenov.goederen en diensten
172.395
Baten ov.goederen en diensten
-3.632
totaal baten
-3.632 168.763
totaal
Begroting 2010excl.kosten vaninterneuren
5.2 Financiële consequenties begroting 2010-2020 Inde nieuwe situatie is naast het reguliere onderhoud rekening gehouden met het vervangen van dezandondergronden en hetwegwerken van achterstallige vervangingen inde eerste driejaren. Voor de normale vervangingen van de speelwerktuigenenondergronden iseen vervangingschema opgesteld op basisvandetheoretische levensduur (zie bijlage D). Definanciële consequenties zijn ineen meerjarenoverzicht voor de periode 2010-2020 vertaald (zie bijlage A).Vanwege hetvervangen vanondergronden en speelvoorzieningen volgens het vervangingschema, zijn vooral indeeerste driejaren hogere investeringen noodzakelijk. Hetvervangen van dezandondergronden zullen vanaf 2011 leiden tot een verlaging van de kosten voor het reguliere onderhoud. Inde planperiode zijnde kosten voor regulier onderhoud vanaf 2010 perjaar gemiddeld€21.000 lager dan de gemiddelde kosten inde huidige meerjarenraming. Volgens de huidige beleidslijn m.b.t.de beheerplannen worden vervangingsinvesteringen niet geactiveerd, maar inéén keer afgeschreven. Dekostenworden gedekt uitde voorziening speelvoorzieningen. Destand van devoorziening bedraagt volgens de huidige begroting per 1januari 1010€ 79.322 (saldo€ 9.234 +storting€ 70.088).
pagina 18
De boekwaarden vanvoormalige investeringen, worden inéén keer afgeboekt. Devrijval van de kapitaallasten én hetvoordeel van de lagere kosten voor regulier onderhoud worden benut voor hetdekken vande kosten voor groot onderhoud, door destorting inde voorziening structureel teverhogen van€ 70.088 naar€ 104.000.Verhoging vandejaarlijkse storting isessentieel om de noodzakelijke vervangingen van speeltoestellen volgens het vervangingsschema te kunnen uitvoeren. Indeeerste driejaren worden invergelijking metdedaaropvolgendejaren hogere onttrekkingengedaan aandevoorziening, vanwege de noodzakelijke investeringen voor deachterstalligevervangingen van speeltoestellen en ondergronden. Definanciële buffer inde voorziening iste beperkt om deonttrekkingen te kunnen opvangen. Daarom iseenmalig eenextra storting nodig van€ 85.000,-. 5.3 Inzet van uren Inde huidige begroting is rekening gehouden meteen inzet van eigen uren die nodig isvoor het normale beheer en onderhoud van despeelvoorzieningen. Daarbij wordt er van uitgegaan datdejaarinspectie en een deelvan reparaties naar aanleiding vandejaarinspectie wordt uitbesteed. Indetabel hieronder isde huidige urenraming voor 2010weergegeven.
to
c
73 C CD C
c
speelruimteplan beheer enonderhoud speelplaatsen onderhoud zandbakken Inspectie en rapportage renovatie speelplaatsen
CD 0
70 130 25 40 140
640 90 200 265
70 770 115 240 405
405
1.195
1.600
Inde afgelopenjaren isgebleken dat binnen de beschikbare formatie inde binnendienst te weinig uren konden worden ingezet voor een goede coördinatie van het beheer. Dit leidto.a. tot een onvoldoende afstemming metenaansturing vande buitendienst. Tevens blijkt het wenselijk meer uren beschikbaar te hebben voor inspraak enoverleg met bewoners. Degeraamde urenvoor de buitendienst blijkenwel voldoende voor het uitvoeren van het reguliere beheer. Omadequaat uitvoering te kunnen geven aan hetspeelruimtebeheerplan, is het noodzakelijk om vooral de komende driejaren zowel inde binnendienst als inde buitendienst meer urente reserveren voor de uitvoering vanvervangingen. Inde binnendienst zal bijde inzet van uren een hogere prioriteitworden gegeven aan het reguliere beheer vande speelvoorzieningen. Die benodigde urenzullen binnen de bestaande formatie worden vrijgemaakt. Indeonderstaande tabelzijn isde urenraming weergegeven voor de planperiode.
pagina 19
periode 2010-2013 CO
periode 2014-2019
co c
c
CU
c
CU
c CU c c
4—'
(O CU
co
2
C CU
c c
'D
*•*
X)
speelruimteplan beheer enonderhoud speelplaatsen onderhoud zandbakken Inspectie en rapportage renovatie speelplaatsen
co co o
CU T3 C CU
C CU
o
'3 -O
40 280 30 60 250
680 60 200 400
40 960 90 260 650
40 280 30 60 160
680 60 200 265
40 960 90 260 425
660
1340
2000
570
1205
1775
pagina20
BijlageA Kostenoverzicht beheerplan 2010-2020
BijlageB Overzichtspeelvoorzieningenperlocatie
BijlageC Aantal enkosten speelvoorzieningen
kostenaanschafenonderhoudspeeltoestellenenveiligheidsondergronden Indeze bijlage iseen overzicht gegeven van detypen speelvoorzieningen waarin detoestellenzijnverdeeld metdaarbij horende normcijfers. Gekozen isvoortypen toestellen om de ramingen overzichtelijk te maken. Degebruikte normenzijn gemiddelden voor alletoestellen die binnen dittype vallen. Devoornaamste redenen voor deonderscheiding van detypen zijn gebruik (speelmogelijkheid), leeftijd enaanschafwaarde. Pertype isindeeerste kolommenweergegeven: • Deleeftijdscategorie dieover hetalgemeen van hettoesteltype gebruik maakt; • Degemiddelde vervangingstermijn (levensduur) van hettoesteltype; • Degeraamde aanschafwaarde van hettoesteltype (nieuwwaarde inclusief btw, maar exclusief kosten voor ontwerp envoorbereiding ondergrond); • Degemiddelde onderhoudskosten perjaar voor het toestel Indevolgende kolommen wordt hetaantal toestellen binnen dittype doorgerekend met de genoemde normen. Hierdoorwordt inzicht verkregen inde totale aanschafwaarde en de bijbehorende onderhouds-en vervangingsbudgetten.
BijlageD Vervangingsschemaspeeltoestellen
BijlageE Kostenvergelijkingondergronden
BijlageF Programma van eisen voorspeelvoorzieningen
Programmavaneisenvoordeinrichtingvanhet openbaargebied Eisenm.b.t.speelvoorzieningen Algemeen Attractie-en speeltoestellen vallen onder het"Besluit Veiligheid vanAttractieen Speelvoorzieningen" (kortweg Attractiebesluit). Bepalingen - Speeltoestellen moeten zijnvoorzien vaneentypekeuring eneentechnisch constructie dossier. Ditdossier inleveren bijdeafdeling BOR; - Despeeltoestellen dienen tezijnvoorzien vande volgende onlosmakendeop of in het toestel aangebrachte, onuitwisbare opschrift: de naam en adres vanfabrikant en/of importeur, het bouwjaar, deserie-oftypeaanduiding en hetserienummer; - Notitie Speelruimtebeleid Nieuwkoop; - Handboek veiligheid van speelgelegenheden (richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer), uitgegeven door de Stichting Consument enVeiligheid (september 2003); - NEN-EN 1176, deel 1t/m 7:speeltoestellen; - NEN-EN 1177:schokabsorberende bodemoppen/lakken van speelplaatsen. Ontwerpeisen - Bijspeelvoorzieningen dient gekeken teworden naar de demografische gegevens van de omliggende woningen. De leeftijd en hetaantal kinderen wordt meegenomen bijdebepalingvan hetspeeltoestel. Inverband metdesociale controle moeten speelvoorzieningen zoveel mogelijk inhetzichtliggen. - Speeltoestellen enveiligheidsondergronden worden geleverd door devolgende speeltoestellenleveranciers: - Kompan B.V. uit Zaltbommel - Boer Speeltoestellen uit Nieuwendijk -Velopa Omniplay uit Leiderdorp. - Typetoestelwordt bepaald inoverleg metClaudia Roubos van de afdeling BOR. Technische eisen Valdempende ondergrond - Bijeen valhoogte vanaf 60 cmwordt er inde NEN-EN Normen gesteld dat een veilige ondergrond moetworden aangebracht. Voor dejuiste opvangzones rondom speeltoestellen, evenals correcte valhoogtes, kun ucontact opnemen met de betreffende speeltoestellenleverancier. - Devaldempende ondergronden dienen tevoldoen aan de NEN-normen. Als valdempende ondergrond worden devolgende materialen gebruikt: Rubbertegels indeverharding. Dedikte vandetegels isafhankelijk vandevalhoogte. Bijde leverancier kunt uhettypeopvragen bij het betreffende speeltoestel.
Veiligheidsgras (kunstgras).Wordt geleverd inde kleur groen. Hettype grasmat is afhankelijk van devalhoogte. Bijde leverancier kunt uhettype opvragen bij het betreffende speeltoestel. - Drainage aanbrengen indiennodig. Opbouwcunet voorvaldempendeondergrond Opbouw cunetvoor rubbertegels inverharding: Rubbertegels van4,5 tot 9cm lijmenopverdiepte betontegels. Detegels dienen in halfsteens verband tewordengelegd. Betontegels4,5 cm opeen zandcunet van 20cm. Devloer opsluiten meteen betonnenopsluitband. Opbouwcunetvoor veiligheidsgras(kunstgras) Cunetvan20cmzand aanbrengen Verende valbrekende onderlaag aanbrengen Kunstgrasmat leggen opverende valbrekende onderlaag Kunstgrasmataanbrengen endeze invegen metzand Kunstgrasmat wordt vastgelegd op hardhouten opsluitband Afwerking terrein Naaanleg van devaldempende ondergrond dient hetterrein rondom afgewerkt teworden. Dit betekent bijeenvaldempende vloer in bestrating datde bestrating aangelegd wordt. Bijeen valdempende vloer ingras dient rondom grondteworden aangevuld en gras ingezaaid. Vandeopbouwondergronden zijn detailtekeningengemaakt. Deze zijnte verkrijgenopde afdelingBeheer OpenbareRuimte.
W TÖ" K ro rsi TT
o
LO
co
i-H
rM
co
r>-
r».
rM
r-» m co o rsi 0 0
i n
i n
00
,—i
rsl
o o
r*v
r-N
^TT rM
K ro 775 Tr? a rs on ^r LO 0 0 o co r-i rs f rv. r». r s i
en K ro CN i n
cc o
T H
rs
P».
rv
r o rs
LO
cc o
,-1
rM
r>-
r».
r-. ro rs
»H
co o CN rv.
r*.
r v i n
CO f N
or vn
r-*
i n
£
t f 00
f rsi
^r
rsi
$
i-H
r-.
r».
rM
rs o co o co i n rs r-» r-«. f M LO
*-H
(T)
77? 77Ï ro rM
ro r». o n\ r M o
r-v
iD
73
co ï—i
77> 7K
on on m r-. o L T l rM
r».
KO
c5 75 75 75 o o o LO o rM o fM od ró
&
• R
i n
rr
CD O O
TH
O LO rsi
o
O fN
K
rsi
m ro ro ro fM ro
rM
CT» o> a
O o o in o o o o in
o rs o O oó ró * r o CM •w-t
i n
ro
rM
O fN
O O rs
ró
TT
o o o
O o PI o o O o 1H o f M o O oó ró •*r o IN
i n
•
T-H
K
<•:
m
i n
rsl
r o r o
fN
rsi
^!rsl
IN eo i O o iH o rM O oó ró IN
f
r*N
*H
ijr\
r^.
(T
rM
r-i rsi
LO
CT»
r o r o
r^. « O m ro
O l IS
IN
rsi
fN
rsi
r^.
O
m rs
r*»
CTi
O i n rsl
i n
rr
r o rsl
CT»
i H
to in
o
CTÏ
rv.
i n rsi
LO
4 cb O cb o o o
fN
rsi
K r-. P^.
rsl f-i
i n
ro CT» ro
O r i ro
t r
O ró co IN o •I-I i-H
CT»
fN
rsl
ro ^r
rsl
,_i
LO
LO
rsl
vo co
fN
rs
CT»
f i
T_,
rsi r o
o
rsl
s
rsl r*i
rN
LO i-H
o
r v
co o rM o f N
rN
\n ro ro
rsl
s CT»
^, ro oo
rb r^ n O ro L O *
rsl
m o *r ro on
*"^r
00
^r ro
o o ^_, ^ on o r^ o ^~
r--
Lfl rsi
00
T-H
•^r ^H
r*-
i n fN
CT» r^. CT» CT»
rsl
IN
i n i n i n
rsl fz
CT»
LÓ
LT r s
r o r o
rsl
o o p
p
U3
cn
O
^T
r o r o
r>.
eb A eb cb o O o in o fM o rM O oó ró o IN
rsl
N
Ol Ol
rM
"f
y>
cn
^r
on o r». rN ro
rs"
rsi TH
rsi
eb cb o LO o rsl
i n
*—i
CTi i n
CT» ^r r o r o
*r ^r ro
rsl
TH
iH
T H o on rs o f T ^r o
r-s.
rsi ir.
CT> at
s
CT»
i-H
f N
rsi
r-s.
CO LT rM
, CT» ^ -
ro
m
LO
rsl
i - i
rsl
rv a»
i n rsi
i n rr O rM ro rM
rsi
O
fN
to rv rv r v i H
to in in
^o o o oó
r*» rr en ro ro
CTi
rsl
i n
rn
rsj
K K rs •i—i
eb cb o in o rst
T^
rsi
CT> ^
fM
O oó ró o IN
To-
CT> ^r
oS
É
i > cb o in o fM o rsi oó ró ^1o
10 ä> o
rsl
ro ro
r o rsl
& ö o o «N
• R
rsi
s
00 o o H o fN O oó ro IN
o
7JT
•I—1
K n- ort r r
Cs!
o
$ co
on rs on cc a co f
t-i
s
(J)
rsl rsl
r v
r n LO
r o rsl
\.n
•I-I
rsi
O
m r-< m
G\ r-v
LO
hs, rsl
O
ro
m o o
r-s. r s l h«.
LO i n
er» co co
rsl r o r o
LO
z ë o IN O
3
£
(N O
CU • o
c o. 1_
O) O
(9
ó6
O
fN
P
e
> o c
o
*
2
p CT» o o a o ro o o UI P Ut
0J
m
z
m
u
>1
CU
*- * ^r
-1
o. X UI UI
8 n X
>
CT»
Q. CU
2 o ca
•E c TJ
r3
C
c
\£>
CL
^r
KT.
to ro
O
ro O \D
HH
t~
_ro > ro
'5
p o c: r:
Ul
3
-F
cu
a x ui ui (9
c: ti in o
c O a; o g cü QJ ' t
CT»
ro
a. CU
^ c -£ c a3 .£ C
c
a
fM
O
\£> ^
CL C
O '5
o c ro > o a
| CU CU CL l/) r o O r o
s
O •
o 00
O O
ro o TT ro ro ro
3 X
> d
ro ro o ro ^J- ^T •^1-
^ '~
• « -
r tri
V
LU
i
cu ä
(A Ul
Ï 3 rUl
U Q 3 10
c ro CL
cu
^ <= •f a
£
cu c
~ (>o
ro ro r r ^3ro ro
*•
f
Ort OS
r^ o r^- o o > (N r v . ^r _l ' r ro Ul Ul 00
ai m
On
S3
LO O
m
rsl
r^
CT» CT» ro i n
LO
*-'
a. (A
o ro
O
r-- r^ L O r^ r v
m i—'
Ul
LO
^1-
i—i
uiS;
z hH
1-4
CC
Ul
O o
> z
> UI O z
< > 0.
to rM c ro o c O ro O vo a U D
O o a
^r IT
>
O '£
IA 00 IO
»
O
rsi
r*s. oo rsl
LU
u E
O
n LO o on o ^o L O ^1- cn ro ro r-t rsl r-v
Z fl ° CT» Z
C
ro 3 6 5 to 9,>
tH
•o
Hi^< U7 *-i
CT
a
c
T3 Q.
o5 rsl
1
ES
^
I
t/l
o o rM r o ro o
c ro
M
O
c CU E ö a) o oo -E trc oo ö o» ro TD CU C c V T3 O LU o o CU c g cü • c tz
I5
_
(9 ui «0
rc
O
8
c
o ro c rz o 'c
"O
ti
o 0) n n n c cu cu o
iH
O rs
c r cu
Z
g
c
UI
ir_l ^i n
T—I
'r
'r
fO
n ai
CU
R
> 'ct
•o
cS : Ö K
o c
8
JU - o c c: O
(9 19 Z
1
ff> > ffi
o Ol
ui