Speel-o-theek De Rinkelbel vzw Voor kinderen met een handicap
Voorwoord Deze brochure wil een samenvatting zijn van alle reeds door ons samengestelde en verspreide informatie. Het doel blijft om “het gegeven speel-o-theek en snoezelen” in een overzichtelijke vorm toe te lichten. De redactie dankt alle medewerkers die gedurende de voorbije jaren hebben meegewerkt aan de verschillende publicaties. Deze brochure biedt aan scholen, studenten en andere bezoekers een voorbereiding en/of een aanvulling op een bezoek aan de speel-o-theek. Deze informatie kan ook gebruikt worden als hulpmiddel ter voorbereiding van een spreekbeurt of eindwerk. Met deze publicatie hoopt de speel-o-theek ook nieuwe en gemotiveerde medewerkers te vinden om dit boeiende project mee verder uit te bouwen. Deze brochure wordt enkel digitaal uitgegeven. Het biedt ons de mogelijkheid om steeds in te spelen op nieuwe evoluties en deze hierin te verwerken.
Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw 2008
Samensteller Jeff Verschaeken Coördinator snoezelen
Inhoud
Wat is het belang van spelen? Wat doet een speel-o-theek? Kinderen met een handicap? Waarom voor kinderen met een handicap? Waarom voor het langdurig zieke kinderen? Waarom de keuze voor kinderen met een handicap en langdurig zieke kinderen? Wie werkt er in de speel-o-theek? Met welke financiën werkt de speel-o-theek? Wie kan zich inschrijven als ontlener? Wat is de geschiedenis van de speel-o-theken? Welk spelmateriaal kan men ontlenen? Hoe wordt het spelmateriaal ingedeeld? Waarom snoezelen in de speel-o-theek? Wat is snoezelen? Wat verstaan we onder een snoezelruimte? Hoe snoezelen in de speel-o-theek? Hoe snoezelen in de dagelijkse zorg? Curriculum Vitae Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw? Reglement van Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Werking van 1979 tot 2004 Werking vanaf 2004 Info en contact
Wat is het belang van spelen? Spelen! Is voor de ontwikkeling van een kind even belangrijk als ademen, eten en slapen.
Spelen! Is een typische, persoonlijke manier van zijn, waarmee een kind in relatie treedt met zijn omgeving.
Spelen! Is voor een kind zijn eigen wereld stap voor stap verkennen, in zijn eigen tempo en binnen zijn eigen mogelijkheden.
Spelen! Leert een kind zijn zintuigen, voelen, zien, horen, ruiken, proeven, kennen en gebruiken.
Spelen! Heeft voor een kind op het eerste gezichtgeen enkel direct nut, het is een spontane, vanuit het eigen innerlijke, opborrelende bezigheid.
Spelen! Geeft een kind de vrijheid zichzelf te zijn en er zich aan over te geven, zonder besef van uur of tijd.
Wat doet de speel-o-theek? De speel-o-theek! Leent spelmateriaal uit, zoals een bibliotheek boeken. Hierdoor krijgen kinderen geregeld nieuw spelmateriaal ter beschikking. Het uitgangspunt is dat goed spelmateriaal een belangrijke functie heeft in de ontwikkeling van het kind.
De speel-o-theek! Biedt de mogelijkheid het spelmateriaal uit te proberen. De functie, het gebruik en de eigenschappen van het spelmateriaal kan samen met de kinderen uitgeprobeerd worden, spelmogelijkheden kunnen toegelicht worden. Nieuwe spelmogelijkheden, in functie van deze kinderen, kunnen gevonden worden.
De speel-o-theek! Biedt een ruime keuze aan informatie. Zij stelt informatie en lectuur ter beschikking in verband met handicaps, spelmateriaal en spelmogelijkheden. Zij ontvangt ook verenigingen, zelfhulpgroepen, scholen met een sociaal gerichte opleiding, e.a. Hen wordt een overzicht van de geschiedenis en de werking van de speel-o-theek gegeven, evenals een korte initiatie over het snoezelen.
De speel-o-theek! Is ook een ontmoetingsplaats voor ouders. Ze biedt ouders de mogelijkheid elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. Niet alleen emotionele ervaringen, maar ook praktische zaken komen aan bod. In een ongedwongen sfeer ontstaan contacten, die praten en uitpraten op een spontanere manier mogelijk maken.
De speel-o-theek! Biedt ook snoezelfaciliteiten aan. In twee sfeervol ingerichte ruimten, kunnen kinderen samen met hun ouders kennismaken met het snoezelen. Deze snoezelruimten staan ook ter beschikking van leefgroepen en klasjes, zij kunnen onder begeleiding van de eigen opvoeders snoezelen. Ook de individuele ontlener kan met zijn ouders en na reservatie gebruik maken van deze faciliteit.
Kinderen met een handicap? Kinderen kunnen gehandicapt zijn indien zij fysische, verstandelijke of zintuiglijke lange termijn stoornissen hebben, die in interactie met verschillende barrières hun volledige en effectieve participatie in de maatschappij op gelijke voet met anderen kunnen belemmeren. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de groep kinderen met een handicap en kinderen met een langdurige ziekte.
Waarom voor kinderen met een handicap? Bij deze kinderen verloopt het proces, om via het spelen ervaringen op te doen en zijn omgeving te ontdekken, niet zo vanzelfsprekend. Door een tekort aan ontwikkelingsmogelijkheden, ten gevolge van hun handicap, komen zij dikwijls minder of helemaal niet tot spelen. Het aanbieden van een grote variatie aan spelmateriaal geeft hierbij een extra stimulans. Bestaande spelmaterialen kunnen ook veranderd, verstevigd of vereenvoudigd worden. Slechts enkele fabrikanten spelen hierop in en dan nog in een beperkte oplage. Hierdoor is dit spelmateriaal dan ook erg duur en niet altijd te vinden in de gewone speelgoedwinkel. Om deze reden is het zoeken naar geschikt spelmateriaal een moeizame en soms hopeloze speurtocht. Dit alles maakt de oprichting van een speel-o-theek, met bijzondere aandacht voor kinderen met een handicap, haast noodzakelijk. Het zeldzame, geschikte en/of aangepaste spelmateriaal kan op één plaats verzameld en aangeboden worden.
Waarom ook voor langdurig zieke kinderen? Kinderen die langdurig het bed moeten houden, hetzij thuis, hetzij in het ziekenhuis, zijn in hun spelmogelijkheden sterk beperkt. Ze kunnen of mogen zich dikwijls weinig bewegen. Het leven wordt hierdoor monotoon, passief en eenzaam. Juist tijdens deze periode kan het aanbieden van aangepast spelmateriaal de verveling, de angsten, de twijfels helpen opvangen. Men kan kiezen voor spelmateriaal dat boven of opzij van het bed kan worden opgehangen, zodat de kinderen het zelf kunnen bedienen, ook tijdens de talrijke momenten dat ze alleen zijn.
Woordeloos wezen Alleen gebaren Alleen kreten van droevig en blij
Woordeloos wezen Als bomen en toch een eigen taal Als bloemen en toch een eigen kleur Als vogels en toch een eigen lied
Woordeloos Zo is hij Zo is zij Geheel zichzelf en Even enig als jij
Ad Goos Uit Vissen Blaffen niet 1981
Waarom de keuze voor deze doelgroep? Uit hun vraag naar! Specifiek en aangepast spelmateriaal.
Uit de ervaringen! die verschillende speel-o-theken in het verleden hebben opgedaan met integratieprojecten. Hieruit is gebleken dat na openstelling voor alle kinderen, de groep van gezonde kinderen de bovenhand haalt en de kinderen met een handicap afhaken.
Het gegeven “integratie” gaan we zeker niet uit de weg. Wij stimuleren het onder de vorm van de verwelkoming van broers, zussen en vriendjes. De ouders worden warm gemaakt om naast het specifieke spelmateriaal, voor hun kind met een handicap, ook een stuk mee te nemen waar het samen met broer, zus of vriendjes kan mee spelen.
Wie werkt er in de speel-o-theek? Om de speel-o-theek optimaal te laten functioneren is een goed uitgebouwde begeleidingsgroep noodzakelijk.
De speel-o-theek werkt uitsluitend met vrijwilligers. Hun inzet gebeurt volledig gratis. De groep bestaat uit ouders van een kind met een handicap, personen die werken in de sector gehandicaptenzorg, verpleging, maar ook andere vrijwilligers. Hun taak is de praktische uitbouw van de speel-o-theek te verzorgen. In de eerste plaats zijn er de uitleenactiviteiten (permanentie), de uitleenadministratie, de opvang van kinderen en hun ouders. Verder zijn er de verschillende werkgroepen die zich bezig houden met o.a.: de aankoop en het beheer van het spelmateriaal, het aanpassen en vernieuwen van de snoezelruimten, de coördinatie van de bezoeken, het ICT gebeuren (aanpassen programma ontleningen, de spelcomputers), e.a. Daarnaast wordt er ook gezorgd voor het onderhoud van de speelruimte en het spelmateriaal, het herstellen van materiaal, de administratie van de vzw en de contacten met officiële instanties en sponsors. Ook wordt er inhoud gegeven aan de werking door besprekingen, evaluaties, uitzoeken en verantwoord aankopen van nieuw spelmateriaal en boeken.
De medewerkers geven ook informatienamiddagen en –avonden, aan scholen met sociaal gerichte opleiding, aan verenigingen en zelfhulpgroepen. Jaarlijks verschijnt het “Rinkelnieuws”. Naast nieuwtjes uit de speel-o-theek en informatie over onze doelgroep worden ook nieuwe boeken en nieuw spelmateriaal besproken. Naast het verslag over de gebeurtenissen van het voorbije jaar worden ook de komende activiteiten nader toegelicht. Er is ook steeds plaats voor een vleugje poëzie. De medewerkers nemen ook deel aan studiedagen en vormingssessies in verband met onze doelgroep.
Met welke financiën wordt er gewerkt? Via een convenant met de stad Antwerpen ontvangen wij een bescheiden jaarlijkse basissubsidie.
95% van de werking gebeurt dankzij giften en sponsoring. Verschillende serviceclubs en verenigingen steunen ons voor een éénmalig project. Andere steunen ons voor een langere periode wat ons de mogelijkheid biedt om de vaste kosten, voor huur en administratie te betalen. De speel-o-theek tracht zich ook in te schrijven binnen subsidieprojecten vanuit de Provincie Antwerpen, de stad Antwerpen, de Koning Boudewijnstichting, e.a. Het blijft echter een voordurend zoeken naar inkomsten om de werking en verdere uitbouw van de speel-o-theek te blijven garanderen.
Wie kan zich inschrijven als ontlener? Elk kind met een handicap, elk langdurig zieke kind. Wij vertrekken hier van de individuele benadering van het kind in zijn thuissituatie.
Leefgroepen en klasjes. Hun bezoeken gebeuren buiten de openingsuren en na reservatie.
Wat is de geschiedenis van de speel-o-theken? Bewust van de nood aan informatie en spelmateriaal voor kinderen met een handicap, richtte men in 1967 in Engeland een eerste speel-o-theek voor kinderen met een geestelijke handicap op. In 1972 kwamen er zoveel verzoeken om inlichtingen binnen dat er een centrale organisatie werd opgericht, de Toy Librairies Assocation, later de National Assocation for Toy Librairies. In de jaren zeventig steeg het aantal speel-o-theken in Engeland van 20 naar 800. Bob Van Zijderveld, een Nederlandse auteur die schrijft over kinderen met een handicap, brengt het Engelse idee naar Nederland en start “ Leentje Beer “ in Haarlem. Na een succesvolle tentoonstelling over aangepast spelmateriaal, voor kinderen met een handicap, in de gebouwen van Solival te Mechelen, vond de initiatiefnemer Koen Kuylen dat het niet bij dit éénmalig project mocht blijven. Samen met enkele ouders van kinderen met een handicap, aangevuld met andere geïnteresseerden startte hij in 1978 een werkgroep op om in Mechelen en Antwerpen een specifieke speel-otheek, voor kinderen met een handicap, op te starten. Na een jaar voorbereiding, en na bezoeken aan speel-o-theken in Nederland, starten eind 1979 in Vlaanderen de volgende speel-o-theken: Speel-O-Theek De Rinkelbel in Borgerhout (Antwerpen), Speel-O-Theek Mechelen en Speel-O-Theek De Piepbal in Brugge. Rond dezelfde periode startte in Kortrijk een gelijkaardig initiatief vanuit de vroegbegeleiding. Om contacten met de overheid uit te bouwen en elkaar materieel en inhoudelijk te steunen werd een overkoepelend orgaan opgericht, het Vlaams Overleg Speel-OTheken (VOS). Zij helpt en stimuleert ook nieuwe startende speel-o-theken. Het is typerend voor deze, meestal op vrijwilligers steunende organisaties, dat er vertrokken wordt vanuit een reële nood. Niet alle speel-o-theken zijn specifiek voor kinderen met een handicap. Zo zijn er ook die toegankelijk zijn voor alle kinderen, of andere die een meer typische buurtwerking als achtergrond hebben. In de Scandinavische landen heeft men een totaal andere visie op de speel-o-theek. Terwijl ze in Engeland en bij ons voor het overgrote deel steunen op vrijwilligers, wordt hier enkel met beroepsmensen gewerkt. Voor het gebruik van de diensten van de speel-o-theek hebben de ouders een attest van een arts nodig. In Denemarken zijn de speel-o-theken dan weer ondergebracht in de bibliotheken. Men kan er geen spelmateriaal ontlenen maar er wel ter plaatse mee spelen. In Brussel en het Franstalige landsgedeelte zijn er verschillende ludothèques, waarvan enkelen specifiek voor kinderen met een handicap bedoeld zijn. Zij zijn meestal verbonden aan een bibliotheek.
Welk spelmateriaal kan men ontlenen? In de speel-o-theek vindt men “het gewone, het gekende” spelmateriaal. Dit helpt de drempel te overwinnen. Het aanbod is zo groot en gevarieerd dat het herkenbare spelmateriaal de basis kan zijn om het nieuwe, “het onbekende” te ontdekken. Daarnaast is er aangepast en specifiek spelmateriaal voorhanden. Sommige van deze stukken worden in de gespecialiseerde handel gevonden, andere werden voorzien van kleine aanpassingen. Zo krijgen puzzels groter grijpknoppen, wordt ander spelmateriaal voorzien van antislip, nog ander worden dikker en steviger gemaakt, enz. Om in te gaan op zeer specifieke noden is het soms nodig zelf spelmateriaal te vervaardigen. Het probleem is om tot eenzelfde graad van afwerking te komen als bij industriële producten. Spelmateriaal moet ook voldoen aan de normen van veiligheid en hygiëne. Ook duurzaamheid speelt mee en dit niet alleen omdat het materiaal ontleend wordt, maar ook omdat de (be)handeling, door kinderen met een handicap, wel eens anders kan zijn dan verwacht. Men vindt er ook boeken over en voor kinderen met een handicap, evenals geluidscassettes en cd’s met sprookjes en verhaaltjes en cd-rom’s met eenvoudige computerspellen.
Indeling van het spelmateriaal. Om zowel administratief als inhoudelijk te kunnen werken, was het noodzakelijk het spelmateriaal in te delen en te nummeren. Een algemene normering is niet voorhanden, zowel pedagogen als handelaars komen met verschillende mogelijkheden aandraven. Sommige stukken kunnen ook thuishoren in verschillende categorieën. In de nummering van het spelmateriaal komen deze categorieën terug, bijv. A082 wil zeggen dat het stuk geklasseerd is onder “ A functiespeelgoed “. Een overzicht, van het in de speel-o-theek voorhanden spelmateriaal, vind u in onze overzichtelijke catalogi. Elk stuk staat er beschreven, aangevuld met een afbeelding.
A Functiespeelgoed Spelmateriaal dat het kind plezier laat beleven bij het ontdekken van zijn eigen mogelijkheden (van zijn functioneren). Hierin vind je kijk-, luister- en tastspelletjes, speeldingen die het kind stimuleren om te grijpen en te bewegen. Spelmateriaal voor kinderen die nog volop bezig zijn om zichzelf en hun eigen mogelijkheden te ontdekken.
B Fantasiespel Spelmateriaal dat het kind uitnodigt fantaseren, auto’s, huisjes, minidorpjes, hijskranen en andere spellen waarmee zichzelf tot hoofdacteur van een verhaaltje tot regisseur van een film of Tv-feuilleton.
om te poppen, het kind maakt of
C Waarnemingsspel Ideaal spelmateriaal voor kinderen die nog niet zo actief zijn. Het gaat hier om kijk-, tast-, reuk- en luistermateriaal, maar ditmaal nodigt het meer uit tot het be-kijken, het be-luisteren, het be-tasten en het be-snuffelen. Het is materiaal dat de kinderen op een plezierige manier de omgeving en de dingen beter leert (ver)kennen.
D Samenspel Spelmateriaal dat uitnodigt tot samen spelen met anderen. Uiteraard vind je hier heel wat gekende gezelschapsspellen. Het gaat vaak over sterk vereenvoudigde vormen van bestaande spellen, groter en vaak in hout uitgewerkt, zodat ook kinderen met minder soepele vingers er toch mee kunnen spelen. Ook totaal andersoortige dingen zijn ter beschikking.
E Constructiespel Allerlei soorten blokken, staafjes, touwen en kralen in verschillende vormen die uitnodigen tot het samenleggen, stapelen, bouwen en omver gooien, in elkaar steken en uit elkaar halen. Zo ontdek je hoe de dingen in elkaar zitten en hoe je met kleine dingen veel grote zaken kan maken. Dit spelmateriaal is er in alle maten en gewichten, voor kleine vingertjes en handen, voor stramme vingertjes en handen die enkel globaal grijpen, voor eenvoudige stapelaars en vindingrijke mini-ingenieurs.
F Puzzels Van inlegplanken om figuurtjes in uitsparingen te leggen tot puzzels van 120 stuks en meer. Dit is eigenlijk een zeer verfijnde en voortgezette vorm van constructiespel, want niet alle puzzels zijn in vlak karton. Er zijn bijv ook staafpuzzels, om figuren in de hoogte op te bouwen. Voor de snuggere en handige onder ons zijn er ook de driedimensionale puzzels, een moeilijk woord om te zeggen dat je met deze puzzels in alle richtingen kunt gaan.
G Cassettes/cd’s Niet alleen de menselijke stem kan geluiden voortbrengen, maar ook de techniek kan hierbij helpen. Deze cassettes/cd’s bevatten verhaaltjes, sprookjes, geluiden om rustig naar te luisteren.
H Boeken met informatie Een aanbod van boeken met informatie over spel en spelmateriaal, kinderen met een handicap, relaties met kinderen met een handicap, voor en over broers en zusters van kinderen met een handicap.
K Boeken voor kinderen Op zijn ontdekkingstocht zal het kind steeds verder gaan en ook het boek ontdekken. Naast boekjes specifiek voor blinde kinderen vindt men ook boeken met eenvoudige verhalen.
P Cd-rom’s Ook de computer mag geen geheimen meer hebben voor het kind met een handicap. Naast de gekende cd-rom’s met spellen, zoals Freddy Fisch, Nijntje, e.a. vind je ook cd-roms met eenvoudige spellen, waar bij het verschijnen van een drukknop op het scherm, men het verhaaltje laat verdergaan door een eenvoudige druk op de linker muisknop.
Daar het voor kinderen met een handicap niet altijd vanzelfsprekend is dat zij het verband zien tussen een druk op de muisknop en de actie op het scherm, biedt de speel-otheek ook de mogelijkheid om spellen te spelen via een aanraakscherm.
Wanneer kinderen problemen hebben met de fijne motoriek biedt de speel-o-theek ook de mogelijkheid om de muisknop te vervangen door een grote drukknop. Deze beide mogelijkheden zijn echter enkel te gebruiken in de speel-o-theek zelf. Verder kan men ook gebruik maken van een grote muis.
IK ZAG ik zag zoveel dingen die jij niet kon, maar jij leerde me kijken naar de dingen die jij beter kon dan ik.
IK HOORDE ik hoorde misschien veel meer en beter dan jij maar jij liet me luisteren naar dat wat jij echt belangrijk vond.
IK PROEFDE Ik proefde samen met jou van je eten en drinken en jij leerde me smaken wat lekker was voor jou en niet.
IK SNOOF Ik snoof samen met jou aan de zeep op het washandje en jij leerde me weer ruiken en genieten van iets heel gewoons.
IK VOELDE Ik voelde alles zoveel meer intens, een innige band met jou dank je dat ik met je mee mocht voelen!!
Waarom snoezelen in de speel-o-theek? In 1991 stelde de speel-o-theek zich de vraag, hoe kunnen wij als speel-o-theek, als uitleendienst van spelmateriaal inspelen op het gegeven snoezelen, dat toen in volle opgang was binnen de gehandicaptenzorg. Wij wilden bewust niet therapeutisch werken, daar dit de taak is van diegenen die hiervoor een specifieke opleiding genoten. Toch vonden wij het gegeven boeiend genoeg om de uitdaging aan te gaan en het snoezelen te introduceren in de speel-o-theek. Het voldoet aan bepaalde doelstellingen van de speel-o-theek. Namelijk het scheppen van een speelruimte die bijdraagt tot een gezonde spelontwikkeling, het laten opdoen van spelervaring en het geven van informatie naar ouders en opvoeders over spelmateriaal en spelmogelijkheden. Het basisidee was in de eerste plaats onze ontleners, hun ouders, hun begeleiders en de permanentieleden kennis te laten maken met het snoezelen en zijn mogelijkheden. Het snoezelen is een gebeuren dat zich niet beperkt tot de snoezelruimte maar ook kan geschieden in de dagdagelijkse bezigheden en bij het begeleiden van een kind met een handicap. Wanneer de speel-o-theek er in slaagt deze boodschap via zijn snoezelruimten door te geven aan de ouders en de begeleiders dan wordt deze doelstelling waargemaakt.
Wat is snoezelen? Het woord snoezelen is een samentrekking van de woorden snuffelen en doezelen.
Snuffelen! Verwijst naar primaire activering. Het is vooral gericht op basale zintuiglijke waarnemingen als beleving van licht (zien), geluid (horen), geur (ruiken), smaak (proeven) en alles wat tastbaar is (voelen). Een eerder actief gebeuren met een verkennend karakter. Het trefwoord is verwondering.
Doezelen! Staat voor overgave aan een warm en behaaglijk gevoel van rust en ontspannen zijn. Het trefwoord is veiligheid. Toen in 1967 snoezelen ingang vond, lag de nadruk op de activiteit, op de actieve stimulering van de zintuigen en op het gebruik van daartoe aangepaste materialen. Langzamerhand werd de klemtoon verschoven naar belevingsgericht snoezelen, dat primair een ontmoeting is van mens tot mens. We spreken nu meer over een instelling, een houding in de toenadering tot de persoon en minder over technieken en materialen.
Een meer belevingsgerichte invulling van snoezelen heeft als voordeel dat er expliciet wordt gekozen voor de innerlijke ervaring en de betekenis, die de aangeboden activiteit heeft voor het basale veiligheidsgevoel van kinderen met een handicap. Het is niet meer voldoende om te weten hoe er gesnoezeld moet worden of hoe een aangename snoezelruimte moet ingericht worden, wat meer en meer telt is de persoon van de ouder, van de begeleider. Hun houding zal bepalen of het kind kan snoezelen en zich kan openen voor contact. Goed observeren en rekening houden met de wensen van het kind is de boodschap. Want wat voor het ene kind leuk is, is dat niet noodzakelijk voor het andere kind. Snoezelen kan ook een uitnodiging zijn tot communicatie tussen het kind met een handicap en de ouder. Het geeft de kans aan de ouder om de belevingswereld van het kind beter te leren kennen en te communiceren op niveau van het kind met een handicap.
Ik snoezel!
De ouder of begeleider snoezelt zelf als hij/zij durft vertrouwen op de taal van zijn/haar eigen lichaam, als hijzelf/zijzelf de zintuiglijke prikkels en het contact met een kind met een handicap kan beleven.
Jij snoezelt!
Een kind met een handicap ligt soms opgesloten in een eigen innerlijke wereld. Dankzij het snoezelen wordt hem/haar de mogelijkheid geboden om contact te maken met zichzelf/haarzelf en met zijn/haar omgeving.
Wij snoezelen!
Zintuiglijke prikkels aanbieden is noodzakelijk maar niet voldoende. Beleven is immers wezenlijk een relationeel gebeuren. Een kind met een handicap kan de zintuiglijke prikkels en het lichamelijke contact maar toelaten in zijn/haar wereld, als hij/zij de nabijheid voelt van de ouder of de begeleider. De ouder of de begeleider zoekt contact om de signalen op te vangen die aangeven wat deugd doet en wat niet, om een kind met een handicap uit zijn/haar isolement te halen. Zo ontstaat een samen beleven en een samenzijn in nabijheid.
Samengevat betekent snoezelen het aanbieden van rustgevende activiteiten in een sfeervolle omgeving waarbij personen kunnen genieten van tal van sensorische waarnemingen. De omgeving nodigt uit tot ontdekking en verwondering. Wie snoezelt moet niets, maar kan en mag ingaan op de uitdagende experimenteerkansen. De filosofie hierachter is dat een dergelijke ontspanningsgerichte activiteit los moet staan van allerlei structuren en tijdslimieten.
Snoezelen is een proces! De eerste stap in het snoezelen is het creëren van een sfeer, waarin de voorwaarden geschapen worden voor het opbouwen van geborgenheid en intimiteit. Deze sfeer wordt opgebouwd met zintuiglijke prikkels, vooral sfeerprikkels, het licht is warm en gedempt, het geluid of de muziek is zacht en rustig, de geur is rustgevend en het kind zit of ligt comfortabel. Bij het praten, gaat het niet om de inhoud van de woorden. Een zachte, warme en koesterende stem werkt rustgevend en uitnodigend. Ook zachtjes neuriën of zingen kan sfeervol overkomen. De zintuiglijke prikkels zijn nog niet bedoeld om te stimuleren maar scheppen voorwaarden voor de volgende stap in het snoezelproces. De primaire relationele voorwaarde is dat de ouder of begeleider zich goed voelt bij wat zij doen. Zij moeten zich ontspannen voelen en niet te veel bezig zijn met de juiste technieken. Niet hun technische vaardigheden, maar hun nabijheid in het contact tellen op dat moment. De relatie en het wederzijdse vertrouwen zijn heel belangrijk. Doorheen het contact ontstaat de mogelijkheid om een relatie op te bouwen, niet van de ouder of de begeleider tot een kind met een handicap, maar wel van mens tot mens, in respect voor elkaars anders zijn. Dit veronderstelt dat de ouder of de begeleider een grondig inzicht heeft in de persoon achter de handicap. Hij moet die individuele mens goed kennen in zijn noden en behoeften, in zijn persoonlijkheid en in zijn levensloop. Hij moet vertrouwd zijn met de lichaamstaal van de andere, immers langs die weg uit de ander zijn noden en wensen. De ouder of de begeleider moet weten hoe bijvoorbeeld angst zich uitdrukt of hoe ontspanning zich manifesteert. Als iemand het contact als fijn ervaart, dan is dat te merken aan zijn lichaam. Zijn ledematen of gezicht ontspannen zich, of hij gaat zich meer toewenden naar de ouder of de begeleider, door hem bijvoorbeeld vast te nemen of hem met zijn blik te volgen. De ouder of de begeleider gaat selectief prikkels aanbieden om een kind met een handicap meer naar buiten te richten. De intensiteit van de prikkels moet van dien aard zijn dat iemand geprikkeld, uitgedaagd wordt om te exploreren, maar niet overprikkeld geraakt.
Bij het snoezelen is het belangrijk dat een evenwicht gezocht wordt tussen stimuleren en relaxen, tussen prikkelen en rust bieden. Het stimuleren van de zintuigen moet op een zodanige manier gebeuren, dat dit niet tot overbelasting leidt. Als het snoezelen ontaardt in een te groot en te sterk aanbod aan prikkels, dan creëert deze angst. Deze angst versterkt juist het isolement, in plaats van het te doorbreken. Hoeveel prikkels en hoe snel deze elkaar moeten opvolgen, wordt bij een goed contact meestal voelbaar aangegeven door een kind met een handicap. Het zal signalen geven dat het hem deugd doet, dat het hem raakt, dat het binnenkomt, m.a.w. hij/zij zal de ander in zijn wereld toelaten. Tijdens het uitbreiden van het waarnemingsveld blijft de ouder of de begeleider steeds in voortdurend contact met het snoezelend kind, hetzij via direct lichamelijk contact, hetzij via oogcontact.
Wat verstaan we onder een snoezelruimte? In een snoezelruimte staat een uitgebreid arsenaal van zintuiglijke prikkels ter beschikking die gelijktijdig of afzonderlijk in te schakelen zijn. De gekozen onderverdeling van de materialen is deze van de zintuiglijke prikkel waarmee ze geassocieerd worden. Er zijn ook prikkels vermeld die moeilijker aan te bieden zijn in een snoezelruimte, wij denken hierbij aan het ruiken, het proeven.
Het zien! Het daglicht kan bijvoorbeeld verkleurd worden via aangepaste gordijnen of lichtdoorlatend gekleurd papier. Sfeervolle verlichting, die bekomen wordt door indirecte verlichting, kerstverlichting, gekleurde spots, e.a. Bediend via een dimmer laten ze de overgangen van licht naar donker geleidelijk gebeuren. Black lights hebben hun effect op witte materialen. Men moet wel rekening houden dat sommige kinderen de reflexie op overwegende witte materialen als beangstigend ervaren. Een vloeistofprojector is een projector uitgerust met een schijf met dubbel glas waartussen verschillende gekleurde vloeistoffen zijn aangebracht. Zij hebben de eigenschap zich onderling niet te vermengen, waardoor de kleur helder blijft. De schijf wordt door een motortje aangedreven en deze beweging veroorzaakt het langs elkaar lopen van de verschillende vloeistoffen zodat een steeds wisselend patroon op de muur verkregen wordt.
Een spiegelbol kan het licht van een puntspot weerkaatsen waardoor niet alleen een sfeervolle bewegende sterrenhemel de ruimte vult, maar er ook een reflectie is op het eigen lichaam, zodat veelal grijpbewegingen worden uitgelokt. De spiegelbol kan in snelheid variëren, maar snel draaien stimuleert te veel en maakt onrustig. Fluoline, zijn flexibele slangen die in combinatie met black lights opgloeien in fluoriderende kleuren.
De waterbellenkolom is een doorzichtige waterzuil met onderaan een lichtbron. Een draaiende kleurschijf en toevoer van lucht geeft een sprankelende stroom van kleurrijke luchtbellen. Het nodigt uit om ernaar te graaien of er dromerig bij weg te doezelen. Wanneer meerdere waterbellenkolommen in groep geplaatst en omringd worden door spiegels, krijgt men het uitzicht van een eilandje. Het plaatsnemen tussen de zuilen versterkt het rustgevende nog meer.
Een licht- en geluidenwand bestaat uit aan elkaar gekoppelde elementen van 50 op 50cm. De wand reageert op geluiden die hetzij door het kind, hetzij ergens in de omgeving gemaakt wordt. De kleuren veranderen door het verschil in frequentie van het geluid. Door de ingebouwde digitale stuurelektronica ontstaat een niet voorspelbaar kleurenpatroon tussen de elementen.
Een diepte of spiegeltunnel is een kast met achteraan een spiegel met rondom kleine lichtjes, vooraan afgesloten met een doorzichtige plaat. Deze tunnel levert een verrassend kijkspel, een oneindige tunnel met lichtpuntjes die veranderen naargelang de hoek waaruit gekeken wordt.
Een looplichtslang is een leuk sfeervol lichtobject, de bewegende stroom van lichtjes zorgen voor een boeiend en stimulerend visueel effect. De snelheid van de voortschrijdende lichtpunten kan geregeld worden.
Binnen het zien heeft men ook aandacht voor kleuren. Deze kunnen voortvloeien uit de kleur van licht dat men gebruikt, maar ook de kleur van muren, vloer en plafond van de ruimte. Kleuren hebben een invloed op onze beleving. Er zijn koude (blauw, violet), warme (rood, oranje), rustgevende (blauw) en activerende (oranje, rood) kleuren. Wanneer men een gekleurde muur belicht met een gekleurde spot moet men ook rekening houden met de interactie tussen beiden. De kleurervaring kan ook sterk verschillend zijn van persoon tot persoon. Men zal dan ook rekening moeten houden met de individuele reactie van een kind met een handicap op een bepaalde kleur. Een kleur kan als aangenaam, maar ook als bedreigend ervaren worden.
Het voelen! Tastmateriaal is zeer functioneel voor het aanbieden van stimulerende prikkels. Verschillend aanvoelend materiaal kan overal worden aangebracht. Het materiaal kan hard of zacht, ruw of glad, koud of warm zijn. Het samenbrengen van verschillend aanvoelende lappen stof nodigen uit tot betasten en strelen. Het naast elkaar plaatsen van (schuur)papier, karton, borstelharen, laten tastbare contrasten beleven. Hout, plastic of metaal maakt de warmtebeleving meer bewust. Ook kralengordijnen nodigen uit tot tasten en voelen. Luchtstromen is een totaal andere tastbelevingen. Warme en/of koude luchtstromen, maken ons meer bewust van onze huid. De trilvloer laat ons intense trillingen door het totale lichaam voelen. Het moet gaan om laagfrequente trillingen. Geplaatst onder een los en verwarmd waterbed heeft het een rustgevend en ontspannend effect op kinderen met een handicap. Vibratorische prikkels of trilervaringen zijn zeer belangrijk. Zij leiden tot een zeer diepe vorm van ontspanning, omdat trillingen zeer nabij, aan het lichaam zelf waar genomen worden. Een waterbed met trilvloer brengt ons terug naar de eerste zintuiglijke stimuli die ervaren worden in het moederlichaam. Het water heeft een behaaglijke temperatuur (ongeveer 30°) en evenaart de temperatuur van het moederlichaam. Liggend op een waterbed wiegt men bij de geringste beweging, zoals een kind de buitenwereld ervaart in het vruchtwater. Via het waterbed met trilvloer wordt de muziek op een gelijke manier ervaren als de hartslaggeluiden tijdens het prenatale bestaan. Ook zonder specifieke hulpmiddelen kan men gelijkaardige belevingen oproepen. Trommelen met de vingers, geeft analoge ervaringen als met trilapparaatjes.
Klankschalen. Je kunt ook met muziekinstrumenten en Tibetaanse schalen trillingen overbrengen op het lichaam. Met handen of wang kan je het natrillen van een trommel, taboerijn of cimbaal voelen. Tibetaanse schalen zijn koperen ronde schalen van verschillende grootte die door hun speciale samenstelling, zoals een gong, langdurig intens trillen bij het aanslaan. Door deze op het lichaam te plaatsen beroeren wij niet alleen het gehoor, maar ook andere zintuigen. Door hun grote inpakt dienen zij wel met de nodige omzichtigheid aangeboden te worden.
Het horen! Dagelijks worden we geprikkeld door vele geluiden die op ons afkomen. Hiervoor doen we veelal beroep op onze stem, maar daarnaast kennen wij ook het medium muziek. Muziek is meer dan een auditieve zintuiglijke prikkel, iedereen van jong tot oud reageert op muziek. Muziek kan emoties en gevoelens losmaken. Muziek kan ons verwarren of beangstigen, maar ook verblijden en opbeuren. De zintuiglijke waarneming van muziek brengt in ons een proces op gang dat leidt tot het mee beleven van en het reageren op het muzikale klankspel. Hoe sterker de waarneming, hoe dieper de inwerking. Het bewegingsspel van de muziek roept beweging op bij een kind met een handicap. Muziek maakt iets wakker en leidt tot lichamelijk reageren. Denk maar aan ritmische dansmuziek. Bij het snoezelen wordt muziek op twee manieren gebruikt, namelijk als middel om een sfeer te scheppen én als middel om contact te maken. Muziek als sfeerschepper wordt vooral gebruikt om rust en ontspanning te creëren. De muziek die daartoe bruikbaar is, zijn de meer meditatieve muziekstukken uit de new age muziek, maar ook instrumentale klassieke muziek. Ook de zogenaamde Gaiamuziek die bestaat uit vertrouwde natuurgeluiden werkt zeer rustgevend. Hierbij hanteert men geluiden zoals het gezang van vogels, de muziek van de wind, het ritme van de kletterende regen, het ruisen van een waterval. Echte snoezelmuziek bestaat niet, wel muziekstukken en geluiden die meer geschikt zijn voor het snoezelen. In vakliteratuur vindt je vaak overzichten van muziekstukken, geordend in drie categorieën, rustgevende muziek, vrolijke opgewekte muziek en ontroerende of droevige muziek. Het is belangrijk dat men de muziekkeuze telkens afstemt op de belevingswereld van een kind met een handicap. De ouder of begeleider zal een keuze maken tussen, ofwel de aanwezige stemming verder uit te lokken, ofwel de stemming te veranderen vanuit het aanvoelen van datgene waaraan het kind op dat ogenblik behoefte heeft.
Het is ten slotte belangrijk dat bij het snoezelen muziek kan afgewisseld worden met
Stilte! Men hoeft niet overspoeld te worden met allerlei zintuiglijke prikkels, ook niet met muziek. Een overdaad aan muziek neemt het verrassingseffect weg en zwakt de behoefte tot luisteren af. Het ervaren van stilte werkt ook zeer bevrijdend.
Het ruiken! Een snoezelruimte kan ook een geurige ruimte zijn, want geuren zijn ook belangrijk voor het creëren van een sfeer van rust en warmte. Hierbij gebruikt men vooral kalmerende oliën, zoals lavendel, kaneel, marjolein, jeneverbes. Men kan ook kiezen voor oliën die de ruimte fris en zuiver maken, bijvoorbeeld oliën van citroenschil, van dennen en sparren. Het is van groot belang dat alleen pure, onversneden etherische oliën gebruikt worden en bij voorkeur van biologische teelt. Ze krijgen het certificaat van EKO of BIO en zijn in donker gekleurde flesjes verpakt. Wanneer er synthetische chemische etherische oliën gebruikt worden zijn ongewenst neveneffecten vaak het onvermijdelijke gevolg. Om deze geuren door de ruimte te verspreiden kan men gebruik maken van een aromalampje. Ook kunnen oliën gedruppeld worden op een verwarmingstoestel. Belangrijk is steeds dat de geur zacht aanwezig is. Een te sterk aroma heeft een averechts effect. Bovendien kan een ruimte ook niet zo snel weer reukvrij gemaakt worden, als het kind met een handicap signalen geeft dat de geur hem niet aanstaat. In vergelijking met muziek kan een geur zo maar niet afgezet of stilgelegd worden. Geuren hoeven niet uitsluitend via etherische oliën tot stand te komen. Ook het gebruik van alledaagse prikkels zoals bloemen, de geur van koffie zetten of iets bakken zijn aan te bevelen. Aromatische massage vindt hoe langer hoe meer toegang bij de snoezelactiviteiten. Het zacht strelen van het hoofd, een hand of voet, is een affectief contact, dat een kind met een handicap veiligheid of geborgenheid kan geven. Binnen deze context heeft een geurige massage zeker zijn plaats.
Het proeven! Een andere vorm van snoezelen is de smaakbeleving, smaken kunnen zoet, zout, bitter en zuur zijn. Men kan deze aanbieden onder de vorm van koekjes, drankjes en snoepgoed. Om hygiënische redenen is het moeilijker om de smaak te stimuleren in een snoezelruimte. Deze vorm van snoezelen is dan ook meer iets binnen het dagelijkse gebeuren.
Het actief snoezelen! Snoezelen wordt meestal geassocieerd met een eerder passief gebeuren (het doezelen), een warm en behaaglijk gevoel van rust en ontspanning. Actief snoezelen in de zin van snuffelen, is een primaire activering die gericht is op zintuiglijke waarneming van ervaringen van licht, geluid, reuk, smaak, en al wat voelbaar is. Actief is niet letterlijk te interpreteren als actieve inspanning. Het hangt er een beetje af of je de prikkel gericht en bewust ervaart of je het eerder op de achtergrond en als sfeerelement ervaart. Bijvoorbeeld: een balletje uit een ballenbad betasten, er aan ruiken,…is actief snoezelen, maar kan gepaard gaan met het rustig liggen in een ballenbad. Lustig springen in een ballenbad is niet per definitie actief snoezelen . Indien het kind springt in het ballenbad en zo bewust de (on)stabiliteit ervaart van een ballenbad dan is het actief snoezelen, maar wanneer een kind zich eens goed afreageert en laat gaan in het ballenbad kan dit ook passief snoezelen zijn (doezelen). Het is moeilijk om hier een strikte scheiding te trekken, wat voor het ene kind ervaren wordt als snuffelen, kan voor een ander kind eerder ervaren worden als doezelen. Naast de beschreven elementen die men vindt in een snoezelruimte, maakt men hier ook gebruik van actiereactie platen, Wanneer men een handeling, zoals drukken, trekken, draaien, uitvoert volgt er een reactie. Deze reactie kan visueel, geluid of muziek zijn. Ook hangelementen die geluid maken bij een aanraking komen in aanmerking.
Het relaxeren door streling en aanraking! Doorheen vele van de vorige snoezelmogelijkheden zoekt de ouder of begeleider uiteraard contact via het lichaam. Op het ritme van de muziek kan de ouder of begeleider wiegen samen met een kind met een handicap dat in zijn schoot zit of ligt. Maar evenzeer kan men een kind niet alleen zacht strelen maar ook echt masseren op de golven van de muziek. De snelheid en rust waarmee de handelingen uitgevoerd worden bepalen in grote mate het resultaat. Door tegelijk en symmetrisch de twee handen te gebruiken voelt het contact voller en warmer aan.
Hoe snoezelen in de speel-o-theek? Tijdens de openingsuren van de speel-o-theek moet men rekening houden dat door het in- en uitlopen van de snoezelruimten, een opbouw en afbouw van een snoezelmoment niet te realiseren is. De ervaring leert dat tijdens deze uren de snoezelruimte gebruikt wordt als: Een vluchtplaats! Bij grote drukte in de speel-o-theek trekt men zich er met het gekozen stuk speelgoed terug, om rustig te kunnen verder spelen. Een uitwijkplaats! Voor een rustmoment, als pauze na een drukke spelfase elders in de speel-o-theek. Ouders kunnen samen met hun kind en na reservering, individueel een half of een uurtje komen snoezelen iedere eerste woensdag van de maand tussen 18 en 20 uur. Ook leefgroepen en klasjes dienen steeds te reserveren voor een snoezelbezoek onder begeleiding van hun opvoeders. Binnen de speel-o-theek wordt er gewerkt op het zien, het horen en het voelen. Naast “het proeven” wegens hygiënische redenen, wordt ook “het ruiken” niet toegepast daar een bepaalde geur voor een bepaald kind aangenaam kan zijn en voor een ander kind juist niet. Ook het snel weer reukvrij maken van de ruimte kan niet gerealiseerd worden. Binnen de speel-o-theek kan men het snoezelen beleven in één van de hieronder beschreven snoezelhoeken. De Wapperhoek, staat voor overgave aan een warm en behaaglijk gevoel van rust en ontspannen zijn en bevat een waterbed op een trilvloer, een eiland van luchtbellenkolommen, een vloeistofprojector en een spiegelbol met puntspot.
De Reuskenshoek, staat voor een actief gebeuren met een verkennend karakter en bevat een muziekmat en actie - reactie platen op basis van geluiden, trillingen en muziek. Verder staan er ook snoezelmaterialen verspreid geplaats in de speel-o-theek, zoals een lichtwand, een dieptespiegel, tast en voelwanden, e.a.
Hoe snoezelen in de dagelijkse zorg? Een afzonderlijke ruimte om te snoezelen is uitermate geschikt om het snoezelen te leren. Als je snoezelen opneemt in je visie op omgaan met kinderen met een handicap, dan kunnen heel wat elementen van het snoezelen toegepast worden in de gewone dagelijkse activiteiten. Snoezelen mag dus niet als een losstaande gebeurtenis gezien worden, die af en toe maar eens aan bod komt. Je kunt het snoezelen integreren in het alledaagse leven door aandacht te hebben voor zintuiglijke prikkels in de omgeving en deze ook bewust te beleven. Gedurende de ganse dag geven vele situaties aanleiding tot affectief lichamelijk contact. Het snoezelen met de andere gezinsleden biedt tevens de mogelijkheid om samen met een kind met een handicap op een andere en positieve wijze te communiceren. Het is een gezamenlijke activiteit die uitnodigend werkt op de positieve communicatie tussen de gezinsleden onderling. Het snoezelen zal hier tot doel hebben het interactieproces tussen snoezelaars (broers en zussen, vrienden, familieleden, enz.) uit te breiden. Voor kinderen die erg onzeker en angstig zijn, is het van groot belang om een vast schema (en dus veiligheid) te gebruiken tijdens de snoezelactiviteit.
Neem “tijd” voor deze dagelijkse momenten. Zorgsituaties Worden kansen om samen te snoezelen.
Het opstaan! Gebruik een dimmer om het licht zachtjes aan te steken in de slaapkamer. Schuif de overgordijnen zachtjes open. Zorg dat het binnenkomende licht verkleurd wordt door aangepaste gordijnen. Gebruik soms zachte achtergrondmuziek die het ontwaken aangenamer maakt. Luister naar het tsjilpen van de vogels bij het ochtendgloren.
Het wassen! Maak tijd in de badkamer. Beluister het klaterende water en het ruisen van de sproeier. Geniet van de zachte sproeistralen over heel het lichaam. Gebruik geurige badoliën en zepen, liefst op natuurlijke basis, deze voeden je huid in plaats van ze te belasten. Speur naar de vele kleurschakeringen in de zeepbellen. Kijk hoe de badparels oplossen in het water. Na het bad wikkel je kind in een handdoek en droog het al masserend af. Pas de verlichting aan door gebruik van een warme kleur van lampen.
Het eten! Sta open voor geurprikkels, zoals versgezette koffie, een lekkere bakgeur, e.a. Laat je smaakpapillen werken en ga op zoek naar bittere, zure en zoete smaken. Betrek de kinderen bij de voorbereiding en het bereiden van de maaltijden of het maken van de drankjes. Zij kunnen niet alleen de verschillende wijzigende geuren opsnuiven maar zullen ook de maaltijd op een andere manier beleven.
De tuin! Voel aan het gras. Kijk naar de vele kleurrijke bloemen en ontdek vele geurende bloemen en kruiden. Kijk naar de spelende, wegglijdende wolken en bekijk hun vormen. Laat zand door je handen glijden, bekijk en voel de korrels. Luisteren naar de geluiden in de natuur, naar het gezang van de vogels. Leer genieten van de zonnestralen, regen of sneeuw op je lichaam. Geniet van de wind, die ons steeds kan verrassen; de ene keer zo aangenaam en tijdens de herfst zo spelend met vele bladeren. Beleef dit ook eens zacht wiegend in een hangmat. Maak telkens een eigen boeiend tuinverhaal, aangepast aan de vraag en de emoties van uw kind. De natuur, is telkens weer een nieuwe ontdekking. Maak leuke wandelingen, niet in een pretpark maar maak er uw eigen verhaal van, aangepast aan je kind.
De kinderkamer! Verkleur het binnenkomende licht door middel van aangepaste gordijnen of licht doorlatend papier. Breng een sfeervolle verlichting aan door middel van indirecte verlichting, gekleurde spots, nachtlampje. Kleed de kamer aan met tastobjecten, knuffels. Gebruik eventueel zijden lakens en hoofdkussens met verschillende hoezen. Verfris deze kamer en breng ook eens een etherisch geurtje aan.
Een eigen snoezelhoekje! Voor kinderen met een handicap is het ook belangrijk dat ze hun eigen stekje hebben. Een eigen snoezelhoekje spreekt hen dan ook erg aan. Richt een plaats in om tot rust te komen, in een hoek van de kinderkamer, een hoek van de woonkamer, liefst in je eigen nabijheid. Maak het niet te groot zodat als je niet snoezelt het hoekje gewoon kan blijven staan en het geen storende effect heeft in de kamer. Richt deze rusthoek in met een matras of luchtbed en veel kussens om samen liggend of wiegend wat zachte muziek te beluisteren. Een rusthoek in huis kan uitgroeien tot een echt snoezelhoekje, voor bijvoorbeeld een zachte handmassage, een voetmassage. Elimineer zo veel mogelijk de overtollige prikkels. Biedt materiaal aan, maar overdonder het kind niet met je materiaal, houdt iets achter de hand, zodat je af en toe eens kan afwisselen. Wanneer u een snoezelhoekje maakt in de kinderkamer, denk er dan even over om de gehele kamer zo in te richten dat zij ook als geheel kan gebruikt worden als snoezelruimte. Het snoezelhoekje, van de rest van de kamer afgescheiden door een gordijn wordt een plekje waar je in een intiemere sfeer met het kind kan snoezelen.
Nogmaals dient te worden benadrukt dat een rustige sfeer met een rustige afwisseling in zintuiglijke gewaarwordingen een voorwaarde is om contact te maken met zwak functionerende kinderen. Meer informatie over een eigen snoezelhoekje vindt u in het boekje “Snoezelen, niet alleen in de speel-o-theek, maar ook thuis”.
Reglement Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Artikel 1. Toegankelijkheid Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw staat open voor kinderen met een handicap en langdurig zieke kinderen. Artikel 2. Openingsuren Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw is geopend elke zaterdag van 10.30 tot 12.30 uur, behalve wanneer deze op een wettelijke feestdag valt. Iedere eerste woensdag van de maand, tussen 18 en 20 uur, kunnen de ontleners en hun ouders of begeleiders individueel komen snoezelen, mits voorafgaande reservering. Hiervoor wordt een vergoeding aangerekend. Het bedrag wordt jaarlijks bepaald door de raad van bestuur en uitgehangen in de speel-o-theek. Artikel 3. Inschrijving Het kind met een handicap of het langdurig zieke kind wordt als ontlener ingeschreven, doch de ouder of voogd tekent de ontleenovereenkomst en draagt de verantwoordelijkheid voor het ontleende spelmateriaal. Ook klasjes en leefgroepen kunnen als ontlener ingeschreven worden. De verantwoordelijke van de groep tekent hier de ontleenovereenkomst en draagt de verantwoordelijkheid voor het ontleende spelmateriaal. Bij wissel van de verantwoordelijke wordt een nieuwe overeenkomst opgemaakt. Bij de inschrijving ontvangt de ontlener een individuele ontlenerskaart en het reglement. Deze ontlenerskaart is nodig om spelmateriaal te kunnen ontlenen en dient steeds voorgelegd te worden. Er is een jaarlijkse inschrijvingsvergoeding verschuldigd, deze is verschillend of het een individuele ontlener als wel een klasje of leefgroep betreft. De inning van de jaarlijkse inschrijvingsvergoeding zal steeds in het begin van een nieuw jaar gebeuren. Bij een eerste inschrijving voor 30 juni wordt de volledige jaarlijkse inschrijvingsvergoeding aangerekend, bij inschrijving in de tweede jaarheft de helft. Het bedrag wordt jaarlijks bepaald door de raad van bestuur en wordt uitgehangen in de speel-o-theek. Het regelmatig bezoeken van de speel-o-theek zonder te ontlenen, vereist een inschrijving en de jaarlijkse inschrijvingsvergoeding. Artikel 4. Persoonsgegevens Adresveranderingen moeten door de ouder of opvoeder van de ontlener onmiddellijk worden meegedeeld. De gegevens van de ontlener worden opgenomen in een computerbestand. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de goede werking van de speel-o-theek.
Speel-O-theek De Rinkelbel vzw is gebonden door de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en zal in overeenstemming hiermee deze gegevens beheren. De ontlener, zijn ouder of begeleider, kan steeds zijn gegevens, in de speel-o-theek en tijdens de openingsuren, raadplegen. Artikel 5 Ontlenen van materialen Elke ontlener laat de materialen die hij wil ontlenen registreren aan de ontleenbalie, op vertoon van zijn ontlenerskaart. De ontlener ontvangt een ticket met vermelding van de ontleende materialen, en de uiterste datum waarop zij weer ingeleverd moeten worden. Per ontleenbeurt kunnen maximaal 3 stukken spelmateriaal per ontlener ontleend worden. Alle stukken worden ontleend zonder batterijen. De ontleenperiode bedraagt 4 opeenvolgende weken. Per stuk wordt een ontleenvergoeding gevraagd ongeacht de waarde van het spelmateriaal. Het bedrag wordt jaarlijks bepaald door de raad van bestuur en uitgehangen in de speel-o-theek. De uitleningen zijn persoonlijk. Het ontleende mag niet verder doorgegeven worden. De speel-o-theek kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele ongevallen of andere schadegevallen, die voortvloeien uit het gebruik van de ontleende spelmaterialen. De wet op de auteursrechten dient gerespecteerd te worden. Het is verboden om zonder toestemming ontleende materialen, zoals boeken en cd-roms geheel of gedeeltelijk te kopiëren of in het openbaar te gebruiken. Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw wijst elke verantwoordelijkheid voor eventuele misbruiken hiertegen van de hand, zij vallen volledig ten laste van de ontlener, zijn ouders of begeleider. Artikel 6 Inleveren van materialen Het spelmateriaal zal op de vervaldag terug binnengebracht worden in de speel-otheek. Een eenmalige verlenging van 4 weken is mogelijk maar de stukken dienen wel terug aangeboden te worden. Het laattijdig binnenbrengen van het ontleende spelmateriaal heeft een boete tot gevolg. Deze is vastgelegd op het bedrag van de ontleenvergoeding, per stuk en per week dat het spelmateriaal te laat wordt teruggebracht. Wanneer de ontlener de stukken langer houdt dan 2 uitleenbeurten (8 weken), zal hij een aanmaning ontvangen. De kosten voor verzending vallen ten laste van de ontlener. Bij nog langere periode houdt de Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw, zich het recht voor de ontleende stukken via gerechtelijke weg terug te vorderen.
De hieruit vloeiende kosten vallen ten laste van de ontlener en de inschrijving wordt automatisch opgezegd. De ontlener dient zorg te dragen voor het ontleende spelmateriaal en zal deze uiteraard zoveel mogelijk ongeschonden, compleet en natuurlijk schoon terug binnenbrengen. Bij beschadigingen, of verlies van een onderdeel van het ontleende spelmateriaal, zal de ontlener de permanentie hiervan in kennis stellen, zodat deze de nodige schikkingen kunnen treffen. Bij totaal verlies of ernstige beschadigingen, houdt de Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw zich het recht voor om een vergoeding te vragen, in functie van de waarde van het stuk. Artikel 7 Gebruik van het internet. Raadpleging van het internet is gratis. Bieden zich meerdere kandidaten tegelijk aan, dan is de duur beperkt tot 15 minuten. Het is niet toegelaten een eigen diskette te gebruiken voor het opslaan van elektronische informatie. Artikel 8 Huisregels In de speel-o-theek mag met het aanwezige spelmateriaal gespeeld worden. Dit spelen gebeurd onder de verantwoordelijkheid van de ouder of opvoeder. De speel-o-theek is niet verantwoordelijk voor eventuele ongevallen die gebeuren ten gevolge van een tekort aan toezicht van de ouder of opvoeder. De speel-o-theek kan niet aansprakelijk gesteld worden voor beschadiging of diefstal van persoonlijke voorwerpen. In de speel-o-theek is een volledig rookverbod. Om hygiënische redenen zijn huisdieren niet toegelaten, met uitzondering van geleide honden. Het reglement van de speel-o-theek mag of kan tussentijds door de raad van bestuur aangepast en/of aangevuld worden. Alle onvoorziene gevallen worden door de raad van bestuur van de Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw behandeld. Door zich in te schrijven en het ondertekenen van de ontleenovereenkomst verklaart de ouder of opvoeder van de ontlener, zich akkoord met het reglement van de speelo-theek en verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.
Werking van 1979 tot 2004 Generaal Eisenhowerlei 47 te 2140 Borgerhout
Opening Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw. Op 17 november 1979 werd de Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw officieel geopend in de Generaal Eisenhouwerlei 47 in Borgerhout. Kleinschalig begonnen, vooraan op het gelijkvloers, verhuisde de speel-o-theek op 14 november 1988 naar een lokaal, driemaal zo groot, achteraan gelegen in hetzelfde gebouw.
Bewust van onze taak om ouders te informeren, organiseerde wij op 3 oktober 1980 onze eerste infoavond, in het O.L.Vrouwcollege Antwerpen, met als gastspreker Drs. De Groot van de vakgroep orthopedagogiek Groningen.Hij sprak over het thema: Waarom kinderen (met een handicap) moeten spelen.
Naar aanleiding van de aankoop van het boek “Je kind kan het zelf” organiseerde de speel-o-theek op 21 september 1982 een causerie met de schrijfster Marijke Bisschops, in het Sint-Vincentiusziekenhuis.
Bij de deelname van enkele medewerkers aan een congres over spelmateriaal in Zweden, maakten zij kennis met een Zweeds boekje over broers en zussen van een kind mat handicap. Er werd besloten om vanuit de speel-o-theek een Nederlandstalige vertaling op de markt te brengen. Als voorbereiding had op 27 april 1983 een gespreksavond met broers en zussen van kinderen met een handicap plaats met als moderator Karel Casaer, zelf broer van, onder het thema: “Wat zijn jullie ervaringen als broer en zus van een kind met een handicap”. Na een lange lijdensweg konden wij in December 1984, het boekje “Leven met een gehandicapte broer of zus” voorstellen aan de pers. Op 11 oktober 1985 organiseerde de speel-o-theek nog een forumavond over het thema in het TPC in Wilrijk.
5 jaar Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Op 9 november 1984 was er een receptie voor sponors, medewerkers en ouders van onze ontleners. Op 10 november 1984 was er een opendeurdag in alle jarige speel-o-theken in het Vlaamse landsgedeelte. In de namiddag was er een optreden van een poppentheater.
Op 26 september 1986 nodigden wij de ouders van onze ontleners, onze medewerkers en sympathisanten uit op de vertoning van het theaterstuk “Mijne wissel ligt goed, maar hij komt niet door”. in de gebouwen van ANHYP in Berchem. Ugo Prinsen vertolkte hier op een meesterlijke en directe wijze een persoon met een mentale handicap, dit tot diepe ontroering van alle aanwezigen.
Op 26 oktober 1988 organiseerde de speel-o-theek een panelgesprek met Dr. Dumon, geneticus en EH Vincken, ethicus, in de gebouwen van ANHYP in Berchem, over het thema “Spelen met genen, Kan dat? Moet dat? Mag dat?”
10 jaar Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw. Werd gevierd met een geslaagde kinderdag op 16 september 1989 in de Olmense Zoo, een drukbijgewoonde persconferentie op 13 november 1989 in het Pershuis in Antwerpen. Als slot werd op 17 november 1989, juist 10 jaar na de officiële opening, een officiële receptie aangeboden in het Provinciehuis van Antwerpen. Naast een geslaagde diamontage van Swa Van Roosendael, een virtuoos pianospel van Vera Lefever, spraken 10 mensen, van officiële instantie over sponsor, over lid van de vereniging tot ontlener over hoe zij de speel-o-theek ervaren. Het geheel werd vakkundig aan elkaar gepraat door Nick Fruru. Gastspreker Ad Ghoos, dichteropvoeder, bracht verhalen van zijn dagelijkse ervaringen met kinderen met een handicap. Het geheel werd afgesloten met een geslaagde receptie. Ter gelegenheid van haar bezoek aan Antwerpen op 11 januari 1990, stond Koningin Fabiola erop om ook de jarige speel-o-theek een bezoek te brengen. Zij luisterde met grote interesse naar de aanwezige kinderen en hun ouders. Er was ook grote persbelangstelling, wat ten goede komt om onze boodschap te verkondigen.
In samenwerking met het Centrum voor Gezondheidskunde, werd in April 1990 een causerie georganiseerd in de U.I.A te wilrijk, met als gastspreker J.P. Goetghebeur. Het thema was: “Handicap onverklaarbare bondgenoot”
Als eerste speel-o-theek in het Vlaamse landsgedeelte opende wij op 21 februari 1992 een snoezelruimte, die de naam De Wapperhoek meekreeg. Voorafgaand werd op 6 juni 1991 voor de ouders van onze ontleners en voor onze medewerkers een bezoek georganiseerd aan de modelsnoezelruimte van de firma Alimpo. Begonnen met een minimale inrichting werd al na één jaar de aankleding van de snoezelruimte aangepast en uitgebreid.
De speel-o-theek barst uit zijn voegen. Op de bestuursvergadering van 12 september 1994 werd het startsein gegeven voor het zoeken naar een grotere (250 m2) en betaalbare ruimte.
20 jaar Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Daar er nog geen geschikte nieuwe vestiging gevonden werd, werd de viering beperkt tot enkele publicaties in de lokale kranten.
In Januari 2002 heet de speel-o-theek Johny Voners en Janine Bischops welkom. Zij aanvaarden het peter en meterschap van de speel-o-theek en scharen zich volledig achter onze doelstellingen en zetten zich in om onze vereniging te ondersteunen.
Op de bestuursvergadering van 6 mei 2002 werd de eerste aanzet gegeven voor het opstarten van een website. Deze is van September 2002 te bekijken op:
www.rinkelbel.be.
Ondanks de veel te kleine behuizing werd beslist op 3 juni 2002 om te starten met het project “Spelen op de computer, ook voor het kind met een handicap”. Na een studiebezoek aan vzw Modem werd op de opendeurdag van 23 november 2002 gestart met het ontlenen van cd-rom’s met eenvoudige spellen evenals aangepaste randapparatuur.
Werking vanaf 2004 Prins Leopoldstaat 65 te 2140 Borgerhout In juni 2003 is het de speel-o-theek gelukt om een nieuwe veel grotere ruimte te vinden. Tussen juni en de stille opening op 15 november 2003 waren onze medewerkers bezig met het plannen, uittekenen en inrichten van de nieuwe ruimte. Men nam de optie om van een speel-otheek “met” een snoezelruimte over te stappen naar een speel-o-theek “als” snoezelruimte. M.a.w. het snoezelen wordt niet alleen beperkt tot een afgesloten ruimte, maar bepaalde snoezelmaterialen staan verspreid opgesteld in de gehele speel-o-theek. Op 26 maart 2004 was de officiële opening van de Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw op het adres Prins Leopoldstraat 65 te 2140 Borgerhout.
25 jaar Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Als aanzet naar 25 jaar speel-o-theek had op 13 november 2004 het kinderfeest plaats. Wij verwelkomden verschillende leden van FC De Kampioenen evenals HEC, Hector Leemans, tekenaar van de strip. De kinderen konden genieten van volksspelen en werden welkom geheten door een echte lakei. Gedurende heel de namiddag toonde clown Tyno zijn kunsten.
Op 22 april 2005 werd de tweede snoezelruimte “De Reuskenshoek” officieel geopend. Naast onze ontleners en hun ouders werden ook de verantwoordelijken van scholen en verenigingen die zich bezighouden met kinderen met een handicap uitgenodigd. Het accent ligt hier op het snuffelen, een actief gebeuren met een verkennend karakter.
Op 21 februari 2007 was de speel-o-theek 15 jaar bezig met snoezelen. Dit werd gevierd met een receptie en een opendeurdag op 17 november 2007. Tevens werd de uitgave van de nieuwe brochure “ Snoezelen niet alleen in de speel-o-theek. Maar ook thuis!” voorgesteld. Tijdens de opendeurdag gaf Fons Bertels van de firma Alimpo enkele sessies over het snoezelen aan de aanwezige bezoekers.
Bibliografie Informatie vzw Modem, Communicatie- en Computercentrum voor personen met een handicap, van de Kinsbergenstichting Doornstraat 331 te 2610 Wilrijk, www.modemadvies.be Alimpo Alfons Bertels Steenweg op ’t Fort 7, 2520 Broechem Tel.: 03 411 28 50 E-mail:
[email protected]
Boeken Snoezelen, Een andere wereld, Jan Hulsegge en Ad Verheul Contact in nabijheid, Rien Verdult ACCO Leuven 1997
Snoezelmateriaal Barry Emons Belgium bvba Adriaan Sanderslei 32, 2630 Aartselaar Tel.: 03 685 19 44 Fax : 03 685 18 95 E-mail:
[email protected] Website: www.barryemons.nl Nenko bvba Groenstraat 47, 2440 Geel Tel;: 014 58 38 20 Fax : 014 58 38 57 E-mail :
[email protected] Website : www.nenko.info
Poëzie Ad Goos, Tejo Dirkx Vissen Blaffen niet, verhalen van en over gehandicapten, Edelweis pers, Lokeren 1981
Curriculum Vitae Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw Naam
Speel-O-Theek De Rinkelbel
Rechtsvorm Maatschappelijke zetel Ondernemingsnummer Bankrekening Website E-mailadres
Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Prins Leopoldstraat 65 te 2140 Borgerhout 421.361.961 645-1011834-62 www.rinkelbel.be speelotheekderinkelbel@
Doelgroep
Kinderen met een handicap en langdurig zieke kinderen.
Voorzitter:
Bambi de Ceuninck-Leunckens Tel. 03 440 42 78 - GSM 0495 20 72 12 E-mail
[email protected]
Secretaris:
Jeff Verschaeken Hoeve ter Bekelaan 15 te 2550 Kontich Tel. 03 288 87 26 - GSM 0478 41 38 51 E-mail
[email protected]
Beschermcomité: Philip Heylen
Schepen van Cultuur van de Stad Antwerpen
Karel Casaer
Secretaris Generaal Vlaams Verbond van het Katholiek Buitengewoon Onderwijs. Acteur, peter van de speel-o-theek Actrice, meter van de speel-o-theek
Johny Voners Janine Bischops Koen Kuylen
Initiatiefnemer en medeoprichter Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw
Vlaams Overleg Speel-O-Theken vzw Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw is lid van het Vlaams Overleg Speel-O-Theken, een overkoepelende vzw waarin alle speel-o-theken voor het kind met een handicap, gelegen in het Vlaamse landsgedeelte, vertegenwoordigd zijn.
Speel-O-Theek De Rinkelbel vzw is erkend door de Stad Antwerpen