2010-2011
www.UGent.be
Specifieke lerarenopleiding
1
3
Intro
5
Wanneer kan de SLO worden aangevat?
7 11
Programma
12
Leraar in opleiding (LIO)
15
Internationalisering in de SLO
16
Wat na de SLO?
17
Afspraken voor een vlotte start…
19
Contact
Praktische organisatie
Intro Start je binnenkort met een masteropleiding of behaal je binnenkort je master diploma en heb je ambities om leraar te worden? Wil je van job veranderen? Geef je al les, maar wil je het diploma van leraar behalen? Dan is de Specifieke Lerarenopleiding wellicht iets voor jou.
Specifieke Lerarenopleiding (SLO) Een academische lerarenopleiding van 60 studiepunten met aandacht voor de vakdidactische eigenheid van de verschillende afstudeerrichtingen. De SLO kan in één of meerdere jaren worden afgewerkt.
De Specifieke Lerarenopleiding (SLO) is een opleiding die in eerste instantie gericht is op de vorming van toekomstige leraren secundair onderwijs. Er is evenwel ook aandacht voor een bredere educatieve vorming met oog op onderwijsopdrachten in het hoger onderwijs, het sociaal-cultureel vormingswerk, musea enz. De SLO kent een studieomvang van 60 studiepunten. De opleiding leidt tot het diploma van leraar. Dit bewijs van pedagogische bekwaamheid is vereist om aangesteld en benoemd te kunnen worden als leraar met een salaris op masterniveau. De doelstellingen en inhouden van de opleiding zijn gebaseerd op de basis competenties voor de leraar secundair onderwijs die bij decreet zijn vastgelegd. De basiscompetenties beschrijven de kennis, vaardigheden en attitudes die een beginnende leraar moet bezitten. In de lerarenopleiding leer je, de in de basis opleiding verworven vakkennis, omzetten in zinvolle leerinhouden voor leerlingen, leer je leerprocessen te begeleiden en ontwikkel je een pedagogische bekwaamheid om jonge mensen te ondersteunen in hun ontwikkeling. Je verantwoordelijkheden als leraar overstijgen echter het niveau van de lerende. Je bent ook lid van een schoolteam, werkt samen met externen en overlegt met de ouders. Als leraar bouw je mee aan de samenleving van morgen.
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be Fotografie: Edelweiss Opmaak: www.johnnybekaert.be
2
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Specifieke Lerarenopleiding Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent www.fppw.UGent.be www.lerarenopleiding.UGent.be
Durf Denken: dat is het credo van de Universiteit Gent. Kritische en onafhan kelijke breinen studeren, onderzoeken, werken aan de Universiteit Gent. Ieder jaar dragen we deze boodschap uit via een creatieve en onderscheidende campagne. Ieder jaar roepen we onszelf en de buitenwereld op om mee te durven denken.
3
De lerarenopleiding aan de Universiteit Gent telt 20 afstudeerrichtingen* die aansluiten bij de masteropleiding. Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
Biologie
Taal- en letterkunde
Geografie
Geschiedenis
Gezondheidswetenschappen
Kunstwetenschappen en archeologie
Lichamelijke opvoeding en bewegings-wetenschappen
Talen en culturen
Informatica
Rechten
Economische en toegepaste economische wetenschappen
Criminologische wetenschappen
Psychologie
Wiskunde
Pedagogische wetenschappen
Fysica
Bio-ingenieurswetenschappen
Chemie
Politieke en sociale wetenschappen
* Welke SLO door wie wordt gevolgd, is terug te vinden op www.lerarenopleiding.UGent.be (programma / wie volgt welke SLO)
Wanneer kan de SLO worden aangevat? >> Na de masteropleiding Studenten die reeds een masterdiploma (of gelijkwaardig) op zak hebben en een job als leraar ambiëren kunnen zich inschrijven voor de SLO.
>> Gelijktijdig met de basisopleiding Academische bachelors die ook ingeschreven zijn in een aansluitende master opleiding kunnen zich reeds bijkomend inschrijven voor de SLO. Professionele bachelors die ingeschreven zijn in het schakelprogramma en de aansluitende masteropleiding, kunnen eveneens starten met de lerarenopleiding. Het diploma van leraar wordt echter pas uitgereikt als het masterdiploma wordt behaald.
>> Als deel van de masteropleiding In sommige masteropleidingen kunnen 30 studiepunten van de SLO worden ingebouwd als afstudeervariant in een meerjarige master: ×× de faculteit wetenschappen heeft in alle masteropleidingen een minor lerarenopleiding ×× de master psychologie heeft een afstudeerrichting onderwijs ×× de master pedagogische wetenschappen heeft in de twee afstudeerrichtingen een major lerarenopleiding ×× de master revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft een afstudeer richting onderwijs en vorming ×× de master biomedische wetenschappen heeft een major educatie en vorming De student verwerft het diploma van leraar nadat ook de bijkomende 30 studiepunten met succes werden gevolgd. De student kan tijdens de masteropleiding nog bijkomende studiepunten opnemen van de SLO, zodat de studieduur na de masteropleiding kan worden beperkt. 4
5
Programma De SLO kent een studieomvang van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk. Beide componenten zijn in alle opleidings onderdelen vervat met als doel de theorie en de praktijk te integreren. Er is veel aandacht voor actieve werkvormen en casusbesprekingen. Vaardigheidstraining en oefeningen gebeuren in kleine groepen. Om de reële onderwijspraktijk in de opleiding te brengen, worden vaak gastsprekers uitgenodigd. De SLO bestaat uit algemene opleidingsonderdelen (22 studiepunten), opleidingsonderdelen specifiek voor de afstudeerrichting (16 studiepunten), stage (18 studiepunten) en een keuzevak (4 studiepunten).
Algemene opleidingsonderdelen
Afstudeerrichtingsopleidingsonderdelen
Leren en instructie (6 SP)
Vakdidactiek I (6 SP)*
Onderwijsorganisatie en -beleid (4 SP)
Vakdidactiek II (6 SP)*
Algemene en historische pedagogiek (4 SP)
Vakdidactische uitdieping/verbreding (4 SP)*
Psychologie van de adolescentie (4 SP) Pedagogische componenten van het leraarschap (4 SP)
Stage (18 SP)
Keuzevak (4 studiepunten)
* Afhankelijk van de afstudeerrichting kan de benaming van deze opleidingsonderdelen verschillen.
6
7
>> Algemene Opleidingsonderdelen
>> Afstudeerrichtingsopleidingsonderdelen
De algemene opleidingsonderdelen worden gevolgd door de studenten uit alle SLO afstudeerrichtingen samen. Hierin worden de algemene referentiekaders betreffende het pedagogisch en didactisch handelen van de leraar behandeld.
Dit gedeelte betreft de specifieke accenten van het didactisch handelen binnen een bepaald vak en het bredere vakgebied. Deze vakdidactische vakken worden gegeven aan kleinere groepen studenten met dezelfde vooropleiding. De verantwoordelijk lesgevers worden bijgestaan door praktijkassistenten. Dit zijn leraren die zelf in het secundair of hoger onderwijs actief zijn en op die manier hun praktijkervaringen kunnen inbrengen. Tijdens deze lessen wordt er heel concreet gewerkt. De student maakt kennis met o.a. eindtermen, leerplannen, handboeken en andere leermaterialen, verschillende didactische werkvormen met bijzondere aandacht voor nieuwe (elektronische) leeromgevingen en evaluatie- en toetsvormen. Binnen de vakdidactiek hebben de instituutspractica plaats die de student voorbereiden op de stage. De studenten leren lesvoorbereidingen analyseren en opmaken, leermateriaal ontwikkelen, een eerste les geven aan de medestudenten (micro-teaching), enz.
Leren en Instructie De studenten ontwikkelen hier een brede kijk op leer- en instructiesituaties. Hierbij wordt het microniveau (de klas) overstegen. Men leert ook kijken naar het mesoniveau (het schoolniveau) dat het didactisch handelen richt en beïnvloedt. Onderwijsorganisatie en -beleid De structuur en organisatie, het beleid en de regelgeving van het onderwijs in Vlaanderen worden hier toegelicht. Het beroepsprofiel, het statuut en de rechtspositie van leraren en de rechtspositie van leerlingen zijn thema’s die eveneens aan bod komen. Ook het beleid op schoolniveau wordt van naderbij bekeken met aandacht voor kwaliteitszorg in het onderwijs, schoolculturen enz. Algemene en historische pedagogiek In dit opleidingsonderdeel wordt een historisch overzicht geschetst van heersende pedagogische en onderwijskundige opvattingen. Een aantal actuele fenomenen m.b.t. opvoeding en onderwijs (zoals medicalisering en commercialisering) worden nader bekeken. Psychologie van de adolescentie De belangrijkste veranderingen op biologisch, cognitief en sociaal vlak, die zich voordoen tijdens de adolescentie (12-22 jaar) komen in dit opleidingsonderdeel aan bod, evenals de psychosociale ontwikkeling van jongeren, met bijzondere aandacht voor de veranderingen in de relaties met de ouders en leeftijdgenoten. Daarnaast worden thema’s uitgediept die verband houden met aspecten van de leefwereld en de eigen cultuur van jongeren (bv. normen en waarden of populaire muziek). Problemen bij jongeren, voor zover de leraar daarmee geconfronteerd wordt, worden eveneens besproken (bv. druggebruik en delinquentie). Pedagogische componenten van het leraarschap Hier staat “de leraar als opvoeder” centraal, de leraar die het sociaal, emotioneel en psychisch welbevinden van de leerlingen wil bevorderen. Er wordt gewerkt met concrete pedagogische thema’s, zoals gelijke onderwijskansen en leerzorg in het onderwijs, omgaan met diversiteit, omgaan met jongeren met leerproblemen en socio-emotionele problemen, klassenmanagement, waarde-opvoeding en ethiek van het leraarschap.
8
De studenten volgen ook een aantal seminaries om hun taalvaardigheden en communicatieve vaardigheden te verhogen. Er zijn ook oefeningen m.b.t. het verlenen van dringende hulp en stemtechniek. Deelname aan de oefeningen is verplicht!
>> Stage Na de voorbereiding tijdens de vakdidactische oefeningen is de student klaar voor het echte werk. De stage houdt in dat studenten: ×× 25 lesuren observeren bij een vakmentor ×× 60 uur zelfstandig onderwijsactiviteiten realiseren (lesgeven) ×× Deelnemen aan 15 activiteiten op schoolniveau De student doet hierbij ervaring op in minimaal twee verschillende onderwijsvormen van het secundair onderwijs (bijv. ASO en TSO). Daarnaast kan er (afhankelijk van de studierichting) ook stage gedaan worden in het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs of de basiseducatie. Het is ook mogelijk om een deel van de stage in een educatieve setting buiten de school te doen. (bijv. musea, socioculturele organisaties, VDAB, Syntra …)
>> Keuzevak Om de toekomstige leraren de kans te geven eigen accenten in de opleiding te leggen, kunnen zij één keuzevak kiezen uit de standaardlijst (educatieve interactie en communicatie; bewegen en sport, nu en later; cultuur media en educatie; pedagogische vraagstukken: filosofie als oefening in levenskunst; een vakdidactiek uit een andere dan de eigen discipline) of een onderwijsgerelateerd opleidingsonderdeel uit een andere masteropleiding of uit de hogeschool.
Een gedetailleerd overzicht van het programma per SLO is te vinden in de studiegids op www.UGent.be/studiegids of via de www.lerarenopleiding.UGent.be (programma – studiegids)
9
Praktische organisatie De opleiding is een combinatie van dag- en avondonderwijs. De algemene opleidingsonderdelen worden in de regel op maandag-, dinsdag- en donderdag avond gegeven, gespreid over beide semesters. De vakdidactiek wordt geprogrammeerd op woensdagnamiddag en –avond. Soms worden oefeningen in overleg met de studenten op een ander moment ingepland. Het is voor iedereen mogelijk om de volledige specifieke lerarenopleiding te volgen in één academiejaar of gespreid over meerdere academiejaren.
10
11
>> Portfoliotraject
Leraar in opleiding (LIO) Wie reeds een baan heeft in het onderwijs en het diploma van leraar wil behalen, vindt in het LIO-portfoliotraject de ideale combinatie van werken en studeren. We speken dan van een inservice-stage.
>> Voorwaarden
De LIO volgt het programma van de SLO via een eigen leertraject dat vorm krijgt van een e-portfolio. De LIO wordt vrijgesteld van de reguliere lessen en examens. De theorie uit de algemene opleidingsonderdelen wordt op zelfstandige wijze verwerkt en gerelateerd aan de eigen onderwijspraktijk. Er wordt echter voorzien in diverse begeleidingsmomenten. De lesgevers van de lerarenopleiding hebben in overleg vakspecifieke en vakoverschrijdende opdrachten uitgewerkt, die door de LIO’s uitgevoerd en verzameld worden in één integraal e-portfolio. De vakdidactiek kan wel aanwezigheid vragen voor een aantal lessen en oefeningen. Het onderdeel stage wordt geheel of gedeeltelijk ingevuld d.m.v. werkplekleren (inservice-stage) op de school van tewerkstelling. Op de werkvloer wordt de LIO begeleid door een vakmentor, aangesteld door de school waarin men lesgeeft en door een stagebegeleider van de lerarenopleiding. Om in een LIO-baan te kunnen stappen dient er bijgevolg een overeenkomst afgesloten te worden tussen de lerarenopleiding en de school van tewerkstelling. Het keuzevak wordt niet standaard opgenomen in het portfolio en en zal eventueel als regulier student moeten gevolgd worden.
Voor meer info i.v.m. het LIOtraject: consulteer de website www.lerarenopleiding.UGent.be/ LIO of contacteer de stage coördinator.
De onderwijsopdracht van de LIO moet gerelateerd zijn aan een niveau waarin de leraar van de specifieke lerarenopleiding onderwijsbevoegdheid heeft. Dit is de 2de of 3de graad Secundair Onderwijs (en 1ste graad voor leraren Latijn en Grieks), het deeltijds kunstonderwijs of een Centrum voor Volwassenen Onderwijs (CVO). Een student met een masterdiploma lichamelijke opvoeding kan een LIO-baan ook vervullen in het basisonderwijs. De UGent laat ook studenten die een baan hebben in een professionele bacheloropleiding toe tot een inservice-stage. Een volwaardige LIO heeft een onderwijsopdracht van minimaal 500 uren op jaarbasis, wat neerkomt op twee derden van een fulltime opdracht of bij benadering 12 uur onderwijsopdracht per lesweek in het secundair onderwijs. Studenten die evenwel geen 500 uren hebben op jaarbasis komen tot minimaal 200 uren op jaarbasis, in aanmerking voor een gedeeltelijk LIO-statuut. Zij doen bijkomend een stage. Een kandidaat met een LIO-baan van minder dan 200 uren (lesopdracht van minder dan 5 uur per lesweek) wordt niet toegelaten tot het portfoliotraject. Voor de stage kan vermindering van het aantal te geven lessen worden verkregen, a rato van de omvang en inhoud van de lesopdracht. Een gepersonaliseerd traject wordt dan op initiatief van de vakdidacticus uitgetekend.
12
13
Internationalisering in de SLO Via een aantal internationale uitwisselingsprojecten (Erasmus) kunnen SLOstudenten hun kennis van vreemde talen verdiepen en buitenlandse onderwijsstelsels beter leren kennen. Mogelijke Erasmus-bestemmingen voor de lerarenopleiding zijn: Granada, Amsterdam, Lille, Sofia, Anadolou (Turkije) en Cordoba. Algemene informatie over Erasmus in de FPPW is terug te vinden op: www.fsappw.UGent.be (programma - Erasmus) Contact:
[email protected] [email protected]
14
15
Wat na de SLO? Het masterdiploma bepaalt welke vakken een student mag onderwijzen na het voltooien van de SLO.
Afspraken voor een vlotte start…
Meer info is te vinden op de website van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap: ×× Welke vakken mag ik geven: www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen ×× Solliciteren in het onderwijs: www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorleraren ×× Voor wie werkt of wil werken in het onderwijs: www.ond.vlaanderen.be/werken
Een inschrijving is pas officieel in orde na inschrijving als student SLO op de rol. Studenten die een ingedaalde lerarenopleiding volgen in hun masteropleiding, moeten zich niet apart inschrijven voor de SLO, tenzij ze naast hun masteropleiding nog extra vakken uit de SLO willen opnemen.
Tijdens de opleiding verwerft de student communicatie- en presentatievaardigheden die ook buiten de onderwijssector naar waarde worden geschat. Educatieve diensten en bedrijven beschouwen een lerarenopleiding eveneens als een meerwaarde.
LIO’s melden zich bij de stagecoördinator én de vakdidactiek voor 1 oktober.
Studenten kunnen inschrijven tot 15 oktober, maar aanmelden bij de vakdidactiek in de eerste lesweek is verplicht voor alle studenten die de vakdidactische opleidingsonderdelen en/of stage willen volgen!
LIO’s die laattijdig inschrijven (vanaf midden oktober, tot bij aanvang van het tweede semester) wordt de mogelijkheid geboden de algemene opleidings onderdelen (met uitzondering van Leren en Instructie) en het keuzevak op te nemen. Studenten (regulier of LIO) die het keuzevak willen opnemen in hun curriculum moeten het formulier keuzevakken tijdig indienen op de FSA. Bij een onvolledig programma moet een beperkte GIT worden aangevraagd. Alle praktische info omtrent inschrijven, keuzevakken en GIT-aanvragen is terug te vinden op www.fsappw.UGent.be
16
17
Contact De Specifieke Lerarenopleiding wordt ingericht door de Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen, Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent. Decaan
Prof. Geert De Soete
Voorzitter Opleidingscommissie Lerarenopleiding Prof. Antonia Aelterman
18
Voor meer info
www.lerarenopleiding.UGent.be
Stagecoördinator
[email protected] of
[email protected] 09 264 94 44
Facultaire Studentenadministratie
[email protected] 09 264 62 66
19
Voor alle verdere inlichtingen kan u zich wenden tot:
Adviescentrum voor Studenten Directie Onderwijsaangelegenheden afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersnieuwstraat 33 (Ufo), 9000 Gent T 09 331 00 31
[email protected] www.UGent.be/Adviescentrum Deze brochure kwam tot stand i.s.m. de Specifieke Lerarenopleiding.
20