Specifieke lerarenopleiding Structuurschema specifieke lerarenopleiding
DC: Didactische Competentie MBC: Maatschappelijke en Beroepsgerichte Competentie POC: Pedagogisch-Organisatorische Competentie PPC: Psycho-Pedagogische Competentie
Modeltraject Specifieke lerarenopleiding CVO TNA
Individueel traject?
Contacteer Els Gansemans
[email protected]
LIO traject?
Contacteer Karel Vermeulen
[email protected]
1
Specifieke lerarenopleiding OPSTAP TAALVAARDIGHEID Korte omschrijving In het vak Taalvaardigheid van het Nederlands, wordt de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van de cursisten bijgeschaafd. Eerst en vooral bekwamen de cursisten zich in de nieuwe spelling (Spelling 05). Een gevarieerd aanbod van oefeningen vergroot hun inzicht in de nieuwe spellinghervorming en beoogt de uitbreiding van hun bekwaamheid deze correct toe te passen in de alledaagse schrijfpraktijk. Daarnaast verruimen de cursisten – via een aaneenschakeling van gerichte spreekopdrachten – hun mondelinge taalvaardigheid. Spreek- en voordrachttechnieken komen uitvoerig aan bod om de leerkracht in spe (zowel verbaal als non-verbaal) klaar te stomen voor zijn communicatieve taak. Uiteraard is het vooropgestelde doel, dat de aspirant-leerkracht zijn beheersing van het Standaardnederlands in deze lessen op een functionele wijze intensifieert. Hij verwerft tijdens de lessen Taalvaardigheid de talige humus, die aan de basis ligt van het optimaal functioneren als lesgever. Competentie gerichte leerdoelen • aan het einde van de module moeten de cursisten in dergelijke mate vertrouwd zijn met de Standaardtaal dat zij zich zowel mondeling als schriftelijk (gebruik makend van de nieuwe spelling (spelling 05) op een adequate en correcte wijze kunnen uitdrukken; • de cursisten ontwikkelen een verruimd taalbewustzijn, verkrijgen het besef dat het Standaardnederlands als standaardtaal de sociale en geografische begrenzingen van dialecten en sociolecten overstijgt en begrijpen ten volle dat het Standaardnederlands. de noodzakelijke voertaal is van de leerkracht. • de klemtoon binnen de lessen ligt minder op theoretische, dan wel op praktische vaardigheden (waarover de kandidaten tijdens hun verdere onderwijsloopbaan dienen te beschikken). De theorie staat dan ook volledig in functie van de praktijk, het “kennen” in functie van het “kunnen”. • het zwaartepunt van de praktische vaardigheden ligt op de actieve vaardigheden, i.c. op het schrijven en het spreken. Alle vier de basisvaardigheden van het Nederlands komen binnen de lessen echter ruimschoots aan bod, inz. schrijven, spreken, lezen en luisteren. Vereiste begincompetenties geen
2
Specifieke lerarenopleiding OPSTAP TAALVAARDIGHEID Leerinhouden • Het vak Opstap Taalvaardigheid bestaat uit twee delen. In een eerste, uitgebreid deel, wordt de nieuwe spelling van het Nederlands (Spelling 06) behandeld. De cursisten krijgen een systematische en bovenal functionele herhaling van de voornaamste regels van de spelling, wat werd behouden en wat in de nieuwe spelling is gewijzigd. Aan bod komen onder meer het werkwoord, de schrijfwijze van klinkers, medeklinkers en tweeklanken, het aaneenschrijven van woorden, tussenklanken, meervouden en verkleinwoorden, hoofdletters, woord- en leestekens. De vergaarde kennis wordt ingeoefend en geëvalueerd aan de hand van een diversiteit aan oefeningen met feedback, waardoor de studenten de mogelijkheid wordt geboden uiteindelijk zelf hun fouten te ontdekken en te remediëren. • Een tweede deel van de cursus focust de aandacht op de stilistiek van het Nederlands, de stijlleer. Gerichte oefeningen tegen stijlfouten verbeteren de stilistische kwaliteiten van het spreken en schrijven van de kandidaten. In dit deel wordt speciale aandacht geschonken aan de zakelijke schrijfvaardigheid van de cursisten. Centraal staat het schrijven van syntheses. Deze schrijfvorm stelt de kandidaten in staat op een deugdelijke wijze de essentie uit teksten te distilleren en deze in een eigen, stilistisch verantwoorde en helder gestructureerde vorm weer te geven. • Opstap taalvaardigheid schenkt aandacht aan de vier basisvaardigheden van het Nederlands: het spreken, lezen, schrijven en luisteren. Hoewel alle vaardigheden worden toegelicht, zijn het voornamelijk de actieve vaardigheden (spreken en schrijven) die worden ingeoefend. De passievere vaardigheden dienen onder meer om de studenten gericht te leren luisteren en op een degelijke wijze te leren leren. Studiemateriaal Eigen cursus Taalvaardigheid. Evaluatie Het examen voor het vak Opstap Taalbeheersing bestaat uit twee onderdelen: 1. Een spelling- en stillistisch examen (op 40 van 60 punten) 2. Het schrijven van een examensynthese (op 20 van 60 punten) De studenten worden tijdens de lessen geëvalueerd op spreek-, schrijf-, lees- en luisteroefeningen, maar deze evaluatie heeft geen impact op de examenpunten.
3
Specifieke lerarenopleiding OPSTAP ALGEMENE VORMING Korte omschrijving Het vak Algemene Vorming is opgebouwd uit twee delen. In een eerste deel staat het begrip “actualiteit” centraal in de breedst mogelijke betekenis van het woord. Een diversiteit aan onderwerpen uit verschillende domeinen (politiek, economie, cultuur, …) wordt behandeld, waarbij de cursist ook zelf wordt gevraagd materiaal aan te brengen. Hierbij wordt steeds ruimte gelaten voor een eigen, kritische mening over de behandelde topics. In een tweede, meer praktisch gedeelte, leren de cursisten waar zij informatie over algemene onderwerpen vinden (hermeneutiek). Het kunnen vinden van deze informatie is onontbeerlijk voor de uiteenzetting welke de studenten over een actueel onderwerp van hun keuze dienen te geven. Competentie gerichte leerdoelen -de cursisten verdiepen en verruimen hun algemene kennis betreffende een zo ruim mogelijk aanbod van actuele thema’s en ideeën en leren hun kritische visie op deze thema’s en ideeën op een adequate en argumentatief-verantwoorde wijze te verwoorden. -de cursisten leren gebruik te maken van de moderne media om materiaal en documentatie te verwerven over maatschappelijke, sociale en levensbeschouwelijke topics. -de cursisten leren open te staan voor de opinies van anderen aangaande relevante actuele thema’s waarbij hete hangijzers niet worden vermeden) en hun eigen opvattingen te stofferen en te verdedigen. -de cursisten weten individueel en in groep standpunten te confronteren. -de cursisten leren leren. Analyse, synthese, veraanschouwelijking en planning worden aangeleerd. Vereiste begincompetenties geen Leerinhouden Zie “Korte omschrijving” en “Competentiegerichte leerdoelen”. Studiemateriaal Eigen cursus Algemene Vorming. Evaluatie De evaluatie van het vak Opstap Algemene Vorming berust op volgende onderdelen: Examen: schriftelijk waarin de theoretische kennis welke de studenten hebben verworven wordt getoetst. Dit onderdeel staat op 50% van de totale puntenscore. Mondelinge nieuwsanalyse: waarmee de studenten hun kritische visie op het begrip “actualiteit” demonstreren. Dit onderdeel staat op 25% van de totaalscore. Opzoekingstaak: waarmee de studenten aantonen dat ze op een doordachte manier kunnen gebruik maken van de moderne media. Dit onderdeel staat op 15% van de totaalscore. Uitdiepingsopdracht: waarmee de studenten aan de hand van de cursus, een gerichte vragenlijst en aangeboden internetsites zelf tot de uitdieping komen van een thematisch met de in de cursus behandelde leerstof verwante topic. Dit onderdeel staat op 10% van de totaalscore.
4
Specifieke lerarenopleiding
5
Specifieke lerarenopleiding Onderwijs en maatschappij Korte omschrijving De cursist leert vanuit de eigen leerinhouden inzicht verwerven in het beleid, de structuur en de organisatie van het onderwijs. Hij/zij bouwt een referentiekader op en kan dit gebruiken met betrekking tot onderwijskundige thema’s en ontwikkelingen, gesitueerd binnen de maatschappelijke context. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.11 het leer- en ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands. De leraar kan als opvoeder 2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context; 2.7 communiceren met lerenden met diverse achtergronden. De leraar kan als inhoudelijk expert 3.3 de verworven kennis en vaardigheid aanwenden; 3.4 het eigen vormingsaanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod. De leraar kan als organisator 4.3 op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 kennis nemen van de resultaten van onderwijsonderzoek; 5.2 vernieuwende elementen aanbrengen. De leraar kan als partner van externen 8.1 contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken intiatieven aanbieden. De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s; 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving. De leraar kan als cultuurparticipant 10.1 actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: het sociaal-politieke, het sociaaleconomische, het levensbeschouwelijke, het cultureel-esthetische en het cultureel-wetenschappelijke domein. Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden: competenties gerealiseerd in het diploma secundair onderwijs Leerinhouden 1. Belgische staatsstructuur en onderwijs: algemene achtergrond 2. Ministerie van Onderwijs en Vorming 3. Onderwijslandschap en kwalificatiestructuur: organisatie van het onderwijs in Vlaanderen 4. Onderwijsorganisatie: onderwijsnetten, GOK decreet, schoolstrijd, kostenbeheersing, kosteloosheid, vrijheid van onderwijs in de grondwet 5. Agentschap voor kwaliteitszorg in onderwijs en vorming 6. Personeel: personeelsstatuur, nodige documenten en loonbrieven 7. Actuele thema’s in het onderwijs
6
Specifieke lerarenopleiding Onderwijs en maatschappij Studiemateriaal Eigen cursus “Onderwijs en maatschappij” aangevuld met teksten en zelfstudiemateriaal. Een aantal van de documenten die gebruikt worden tijdens deze module worden ter beschikking gesteld op het elektronisch leerplatform, eloV. Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 60% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Schriftelijk examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee voor 40% van het totaal. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
7
Specifieke lerarenopleiding Leerkracht en verantwoordelijkheden Korte omschrijving Het kerndoel van deze module is je te leren reflecteren – vanuit een breed maatschappelijk kader – over het beroep van leraar. Je leert hoe je je kan informeren over jouw rechtspositie in dit beroep en de rechtspositie van je leerlingen en wat de wettelijke en reglementaire verantwoordelijkheden en verplichtingen zijn. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.12 omgaan met de diversiteit van de groep. De leraar kan als opvoeder 2.1 samen met het team een positief leerklimaat creëren voor de lerenden in klasverband en op de school; 2.2 de emancipatie van de lerenden bevorderen; 2.3 door attitudevorming de lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden; 2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. De leraar kan als inhoudelijk expert 3.4 met het oog op de begeleiding en oriëntering van lerenden, het eigen vormingsaanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met name de aangrenzende niveaus en het buitengewoon onderwijs en de leerkracht is op de hoogte van de bestaande vormen van integratie tussen gewoon en buitengewoon onderwijs De leraar kan als organisator 4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen; 4.3 op correcte wijze administratieve taken uitvoeren; 4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de lerenden. De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 kennis nemen van de resultaten van onderwijsonderzoek; 5.2 vernieuwende elementen aanbrengen door de eigen schoolcultuur en vormingsconcepten constructief te bevragen, door reflectie over nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en over resultaten van onderwijs onderzoek; 5.4 het eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen. De leraar kan als partner van de ouders/verzorgers 6.1 zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met de gegevens van de lerende. De leraar kan als lid van een schoolteam 7.1participeren in de ontwikkeling van het schoolwerkplan; 7.2 participeren in samenwerkingsstructuren; 7.5 zich documenteren over de eigen rechtszekerheid en die van de lerende. De leraar kan als partner van externen 8.1 contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokkenen initiatieven aanbieden. De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s; 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving.
8
Specifieke lerarenopleiding De leraar kan als cultuurparticipant 10.1 actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: 10.1.1 het sociaal-politiek domein; 10.1.3 het levensbeschouwelijk domein; 10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke domein. Beroepshoudingen B1 Beslissingsvermogen B2 Relationele gerichtheid B3 Kritische ingesteldheid B4 Leergierigheid B5 Organisatievermogen B6 Zin voor samenwerking B7 Verantwoordelijkheidszin B8 Flexibiliteit Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden: competenties gerealiseerd in het diploma secundair onderwijs. Leerinhouden 1.Onderwijsdeontologie 2.Zorgvuldig bestuur 3.Het pedagogisch project 4.Onderwijsloopbaan 5.Plichten van de leraar 6.Onderwijsinspectie 7.Aansprakelijkheid van de leerkracht 8.Rechten en plichten van de leerling 9.Leerplicht – schoolplicht 10.Spijbelen 11.Deliberatiereglement 12.Auteursrechten in het onderwijs Studiemateriaal Eigen cursus “Leerkracht en verantwoordelijkheden” aangevuld met teksten en zelfstudiemateriaal. Een aantal van de documenten die gebruikt worden tijdens deze module worden ter beschikking gesteld op het elektronisch leerplatform, eloV. Werkvormen Contactonderwijs Mogelijke werkvormen tijdens de les: doceren, klassengesprek, onderwijsleergesprek, probleemgerichte discussie, stellingenspel, groepswerk, taken en opdrachten.
9
Specifieke lerarenopleiding Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 37,5% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Schriftelijk examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee voor 62,5% van het totaal. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
10
Specifieke lerarenopleiding Psycho-pedagogische competentie Korte omschrijving De cursus Psycho-Pedagogische Competentie geeft cursisten vanuit een wetenschappelijk psychologische invalshoek inzicht in verschillende onderwerpen, zoals leerpsychologie, ontwikkelingspsychologische kennis met speciale aandacht voor de adolescentie, motivatie van leerlingen en leerkrachten, de werking van het geheugen, leerstoornissen en de eindtermen leren leren. Telkens wordt de link gelegd met de concrete school- en klaspraktijk en het eigen pedagogische handelen van de leerkracht. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1de beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen; 1.7een adequate leeromgeving realiseren; 1.12omgaan met de diversiteit van de leergroep; 1.13leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek opzetten. De leraar kan als opvoeder 2.1samen met het schoolteam een positief leerklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school; 2.2 de emancipatie van de leerlingen bevorderen; 2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlignen met gedragsmoeilijkheden; 2.6 het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen. De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1 domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen. De leraar kan als organisator 4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen. De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.3 het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. De leraar kan als lid van een schoolteam 7.4 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aan pak in het team bespreekbaar maken. De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.2 dialogieren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. De leraar kan als cultuurparticipant 10.1.5 Actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op het cultureel wetenschappelijk domein. Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden voor de SLO.
11
Specifieke lerarenopleiding Leerinhouden Inleiding hoofdstuk: het werk van een leerkracht werkt! • Wat werkt op een school? • Psychologie als gedragswetenschap Deel 1: Leren • Wat is leren? • Leertheorieën - Behavioristische leertheorieën - Cognitieve leertheorie en constructivisme - Positieve psychologie • Leervoorwaarden - Intelligentie - Motivatie - Geheugen - Krachtige leeromgeving • Leren leren - Vakoverschrijdende eindtermen leren leren - Kolb - Probleemoplossend leren - Informatieverwerking - Regulering van het leerproces Deel 2: Ontwikkeling • Ontwikkelingspsychologie - Piaget - Adolescentiepsychologie • Leer- en ontwikkelingsstoornissen - Dyslexie - AD(H)D - Autismespectrumstoornis Studiemateriaal Cursus PPC. Het gebruik van het elektronisch leerplatform eloV is onontbeerlijk. Werkvormen Contactonderwijs: doceren, onderwijsleergesprek, debat, oefeningen, discussie, beeldfragmenten, … Afstandsonderwijs: opdrachten rond metacognitie, bronnenstudie, interview, … Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 50% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Schriftelijk examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee voor 50% van het totaal. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de SLO CVO TNA.
12
Specifieke lerarenopleiding Communicatie en overleg Korte omschrijving Het doel van deze module is cursisten goed te leren communiceren in een onderwijsomgeving (met leerlingen, collega’s, directie, ouders). Dit betekent inzicht krijgen in de manier waarop mensen communiceren en de eigen manier van communiceren analyseren: waar komen storingen, conflicten of ‘ruis’ vandaan en hoe kunnen we dit oplossen of voorkomen? Verder bekijken we welke communicatievaardigheden een leerkracht moet beheersen en werken we aan de spreekvaardigheid. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.3 leerinhouden of leerervaringen selecteren 1.4 leerinhouden of leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod 1.6 leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen 1.7 een adequate leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep 1.8 observatie of evaluatie voorbereiden 1.9 observeren of het proces en product evalueren 1.11 het leer- en ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands De leraar kan als opvoeder 2.1 samen met het team een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen klasverband en op school 2.2 de emancipatie van de leerlingen bevorderen 2.3 door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden 2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context 2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden 2.6 het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen 2.7 strategieën inzetten om te communiceren met andertalige leerlingen De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1 de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, verbreden en verdiepen; 3.2 recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden of vakgebieden volgen en onderzoeken; 3.3 de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot vakgebieden aanwenden De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen 5.2 kennisnemen van de resultaten van onderwijsonderzoek 5.3 het eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen De leraar kan als partner van de ouders/verzorgers 6.1 zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met de gegevens over de leerling 6.2 op basis van overleg met ouders of verzorgers hen informatie en advies verschaffen over hun kind in de school
13
Specifieke lerarenopleiding 6.3 in overleg met het team de ouders of verzorgers informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders 6.4 met ouders of verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijs 6.5 strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders De leraar kan als lid van een schoolteam 7.1participeren in de ontwikkeling van het schoolwerkplan 7.2participeren in samenwerkingsstructuren 7.3binnen het team over een taakverdeling overleggen en die naleven 7.4 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken De leraar kan als partner van externen 8.1 contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving De leraar kan als cultuurparticipant 10.1 actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: 10.1.1 het sociaal-politieke domein; 10.1.2 het sociaaleconomische domein; 10.1.3 het levensbeschouwelijke domein; 10.1.4 het cultureel-esthetische domein; 10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke domein. Vereiste begincompetenties Algemene taalvaardigheid en kennis van het Nederlands zijn noodzakelijk. Leerinhouden -theoretisch kader van communicatie: het communicatiemodel en de functies van communicatie -functies en dragers van non-verbale communicatie (uiterlijk, lichaamshouding en lichaamsbewegingen, stemtechnieken, nabijheidsgedrag en territorium, de taal van tijd en ruimte, …) -interculturele communicatie -assertiviteit -monoloog: presenteren voor een groep -dialoog: actief luisteren, gestuurde gesprekken; slechtnieuwsgesprek, feedback geven, evaluatie- en functioneringsgesprek enz. -polyloog: conflicthantering en vergaderen (groepsdynamische en inhoudelijke aspecten, rollen, notuleren, …) -het gebruik en het nut van Standaardnederlands Studiemateriaal Er wordt gebruik gemaakt van de cursus ‘Communicatie en overleg’. Het elektronisch leerplatform wordt gebruik voor evaluatie van taken.
14
Specifieke lerarenopleiding Werkvormen Contactonderwijs Onderwijsleergesprek, groepswerk, discussie, rollenspelen, .. Afstandonderwijs Indien taken, zelfstudie taal en spelling Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 75% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Schriftelijk examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee voor 25% van het totaal. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
15
Specifieke lerarenopleiding Begeleiding Korte omschrijving Begeleiding is een vak dat bij de studenten de nodige competenties ontwikkelt ivm de ondersteuning van het welzijn van leerlingen, en dat in de meest brede zin van het woord. Het brengt de studenten een ruimere kennis bij van adolescenten als specifieke leeftijdsgroep (hoe werkt het puberbrein?), geeft meer inzicht in bijvoorbeeld leerlinggericht werken en het zelfbeeld en ontwikkelt de nodige competenties om signaalgedrag van leerlingen (i.v.m. bijvoorbeeld drugs, faalangst, pesten, geweld en agressie,…) op te vangen en daar adequaat op te reageren, zowel individueel als leerkracht, teamlid binnen een lerarenteam, gesprekspartner met ouders/verzorgers, alsook met externen. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.10 De leerkracht kan in overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school. 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep. De leraar kan als opvoeder 2.1 De leerkracht kan samen met het schoolteam een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen. 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. 2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. 2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden. 2.6 De leerkracht kan het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen. 2.7 De leerkracht kan strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige leerlingen. De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen. De leraar kan als partner van de ouders/verzorgers 6.1 De leerkracht kan zich informeren en discreet omgaan met gegevens over de leerling. 6.2 De leerkracht kan met ouders/verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s/externen. 6.3 De leerkracht kan in overleg met het team, communiceren met ouders/verzorgers over het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders. 6.4 De leerkracht kan met ouders/verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijs. 6.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met ouders/verzorgers. 6.6 De leerkracht strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige
16
Specifieke lerarenopleiding ouders. De leraar kan als lid van een schoolteam 7.1De leerkracht kan overleggen en samenwerken in een schoolteam 7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en afspraken naleven. De leraar kan als partners van externen 8.1De leerkracht kan met hulp van collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe diensten die onderwijs betrokken initiatieven aanbieden. 8.2 De leerkrachten kan met hulp van organisaties de nodige relaties met organisaties initiëren, uitbouwen en onderzoeken. 8.3 De leerkrachten kan met het oog op gelijke onderwijskansen en in overleg met collega’s, contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaalculturele sector. De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.2 De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden: competenties gerealiseerd in het diploma secundair onderwijs. Leerinhouden 1. Globale persoonlijkheidsvorming 2. Leerlinggericht werken 3. Het zelfbeeld 4. Faalangst 5. Geweld en agressie 6. Drugs 7. Nieuwe gezinsvormen 8. CLB 9. Pesten 10. Holebi-problematiek 11. Kansarmoede 12. Rouw en verdriet 13. Zelfmutilatie 14. Zelfdoding Studiemateriaal Cursus wordt ter beschikking gesteld via het elektronisch leerplatform EloV Werkvormen Contactonderwijs Groepswerk, discussie, doceren, onderwijsleergesprek, audiovisuele fragmenten, artikels, oefeningen, rollenspel, cases, … Afstandonderwijs Het schrijven van papers over specifieke onderwerpen die werden onderzocht en uitgediept, het onderzoeken van een instantie, het terugblikken op zichzelf als leerkracht-begeleider.
17
Specifieke lerarenopleiding Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 10% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Geen examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
18
Specifieke lerarenopleiding Groepsmanagement Korte omschrijving In deze module gaan we op zoek naar het reilen en zeilen van een klas als groep, zowel in het dagelijks klasgebeuren als in moeilijkere en probleemsituaties. We gaan kijken welke de beste basishouding is als leerkracht en in hoeverre we daar als leerkracht aan voldoen. Zelfkennis is hierbij belangrijk. Er worden voldoende tips gegeven om het verloop van je lessen zo vlot mogelijk te organiseren. Er wordt ook gekeken hoe je moet omgaan met probleemsituaties en conflicten. Via oefeningen in beeldmateriaal worden deze inzichten ook omgezet in praktische vaardigheden. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.7 een adequate leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep 1.9 observeren of het proces en product evalueren 1.12 de leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep De leraar kan als opvoeder 2.1 in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband op de school 2.2 de emancipatie van de leerling bevorderen 2.3 door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en participatie voorbereiden 2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context 2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en leerlingen met gedragsmoeilijkheden De leraar kan als organisator 4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen 4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen 5.2 kennismaken van de resultaten van onderwijsonderzoek 5.3 het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen De leraar kan als lid van een schoolteam 7.3 binnen het team over een taakverdeling overleggen en die naleven 7.4 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden: competenties gerealiseerd in het diploma secundair onderwijs .
19
Specifieke lerarenopleiding Leerinhouden -Inzicht krijgen in groepsprocessen, groepsdynamiek en groepsstructuur -Inzicht verwerven in de verschillende leiderschapsstijlen en hun invloed op de groep -Ordeverstorend gedrag kunnen voorkomen, preventief te werk gaan bij normoverschrijdend gedrag -Inzicht krijgen in remediëringstechnieken -In staat zijn een veilige en gestructureerde leeromgeving te vormen -Een efficiënt werksysteem ontwikkelen -De invloed van de schoolstructuur kunnen inschatten -Beheersen van efficiënt klasmanagement -Vermijden van pedagogische valkuilen -Doeltreffend klasbeheer Studiemateriaal Er wordt gebruik gemaakt van de cursus Groepsmanagement. Het elektronisch leerplatform eloV wordt gehanteerd voor de evaluatie van de taken en opdrachten. Werkvormen Contactonderwijs Groepswerk, discussie, doceren, onderwijsleergesprek, audiovisuele fragmenten, artikels, oefeningen, cases, … Afstandonderwijs Indienen van taken en zelfstandig verwerken van leerstof Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 70% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen mondeling examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee voor 30% van het totaal. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
20
Specifieke lerarenopleiding Didactische Competentie algemeen Korte omschrijving De cursus Didactische Competentie Algemeen bevat een inleiding in de wetenschappelijke studie van het onderwijsleerproces in het algemeen en vormt zo de basis voor het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn bij het uitvoeren van onderwijsleerprocessen. De lectoren helpen de cursisten om hun didactisch handelen doelgericht voor te bereiden. Zodoende bieden zij een kader waarbinnen op een zinvolle manier het eigen didactisch handelen kan worden gestuurd en geëvalueerd. De cursisten bestuderen de verschillende componenten van het didactisch proces. Aan de hand van het model van Van Gelder verwerven de cursisten inzicht in de verschillende aspecten van het lesgeven zoals het bestuderen van de leerplannen, inschatten van de beginsituatie, het formuleren en classificeren van doelstellingen, het doelgericht hanteren van didactische werkvormen, het gepast evalueren van het leerproces en het beschouwen van het mens- en maatschappijbeeld dat het didactisch handelen mee bepaalt. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1De beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen 1.2 doelstellingen kiezen en formuleren 1.3 de leerinhouden selecteren/leerervaringen selecteren 1.4 de leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten 1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen 1.7 een adequate leeromgeving realiseren 1.8 observatie/evaluatie voorbereiden 1.9 proces en product evalueren 1.12 omgaan met diversiteit van de leergroep De leraar kan als opvoeder 2.1 samen met het team een positief leefklimaat creëren voor de lerenden in klasverband en op school 2.2 de emancipatie van de lerenden bevorderen De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1 domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen 3.3 de verworven kennis en vaardigheden met betrekking tot leergebeden en vakgebieden aanwenden 3.4 het eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod aanwenden 3.4 het eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod De leraar kan als organisator 4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 een soepel en efficiënt les- of dagverloop creëren, rekening houdend met de veiligheid van de lerenden
21
Specifieke lerarenopleiding De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 kennis nemen van de resultaten van onderwijsonderzoek 5.2 vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen 5.4 het eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving Vereiste begincompetenties Algemene toelatingsvoorwaarden: competenties gerealiseerd in het diploma secundair onderwijs. Leerinhouden De volgende leerinhouden worden behandeld. Zij vormen de verschillende hoofdstukken van de cursus. In de lespraktijk worden deze onderdelen van het onderwijsproces met elkaar gelinkt zodat de studenten een stevig basisbegrip krijgen van de dynamiek van het onderwijsproces, en dat bekeken vanuit verschillende invalshoeken. 1.Inleiding: Wat is DCA? Historisch, etymologisch, situering van het vak 2.Analyse van het doelstellingenprobleem 3.Formuleren van doelstellingen 4.Classificeren van doelstellingen 5.Didactische werkvormen 6.Didactische beginsituatie 7.Mens- en maatschappijbeeld Studiemateriaal Eigen cursus “Didactische Competentie Algemeen” aangevuld met teksten, presentaties, doelstellingen en feedback bij taken en opdrachten. Een aantal van de documenten die gebruikt worden tijdens deze module worden ter beschikking gesteld op het elektronisch leerplatform, eloV. Werkvormen Contactonderwijs Mogelijke werkvormen tijdens de les: doceren, demonstreren, klassegesprek, onderwijsleergesprek, leergesprek of besprekingsmethode, probleemgericht discussie, debat, didactisch groepswerk, zelfontdekkingsmethode, dramatische werkvormen, zelfstudiepakket, taken en opdrachten, portfolio, observaties, peer evaluaties en feedback, individuele besprekingen, zelfreflecties en activerende werkvormen. Afstandonderwijs OP en PP opdrachten, leesopdrachten
22
Specifieke lerarenopleiding Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 50 van de 80 punten of 62,5% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist om aan het examen te mogen deelnemen. Examen Schriftelijk examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. Dit examen telt mee 30 van de 80 punten of 37,5% van het totaal. Je moet geslaagd zijn voor elk onderdeel van de module om het credit voor deze module te kunnen verwerven. Je levert de opdrachten in op het afgesproken moment en via de afgesproken media: op het leerplatform en/of op papier. Alle taken moeten ingediend zijn om te kunnen deelnemen aan het examen. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
23
Specifieke lerarenopleiding Didactische Competentie praktijkinitiatie Korte omschrijving Op een ervaringsgerichte manier leren de cursisten naast de klassieke ook nieuwe media efficiënt en doelgericht gebruiken. Een aantal oefenmomenten zorgen ervoor dat bij de cursisten leer- en ontwikkelingsprocessen op gang worden gebracht met betrekking tot het didactisch handelen. Via het verwerken van de verschillende didactische principes (ASA, GAS, motivatie, integratie, geleidelijkheid en beperking) in het structuurschema voor lesvoorbereidingen, komen de cursisten tot hun eerste volledige lesvoorbereiding die ze voor hun medecursisten uitvoeren. Daarnaast wordt geleerd om zichzelf (selfassessment) en medecursisten (peer-assessment) te evalueren aan de hand van vooropgestelde criteria. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen 1.2 doelstellingen kiezen en formuleren 1.3 de leerinhouden en leerervaringen selecteren 1.4 de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten 1.5 aangepaste werkvormen en groeperingsnormen bepalen 1.6 individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen 1.7 een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep 1.8 individueel observatie en evaluatie voorbereiden 1.9 proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie 1.11 het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met een gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen 1.12 omgaan met de diversiteit van de leergroep De leraar kan als opvoeder 2.5adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden 2.6 de fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1de leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, kan die verbreden en verdiepen 3.2 de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden 3.3 het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen De leraar kan als organisator 4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 een soepel en efficiënt lesverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkrachten en de leerlingen 4.3 op correcte wijze administratieve taken uitvoeren 4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen
24
Specifieke lerarenopleiding De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1 vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk aanwenden en aanbrengen 5.3 het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen De leraar kan als lid van een schoolteam 7.3 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken 7.5 in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam Vereiste begincompetenties De cursisten dienen geslaagd te zijn voor het vak Didactische Competentie Algemeen (DC1) Leerinhouden Methodisch didactische principes De theoretische les: lesverloop en structuurschema Media in het lesgebeuren Het schoolbord De overheadprojector Didactische kaarten en platen Het schoolboek Audiovisuele media De powerpointpresentatie Het uitvoeren van een lesfragment van 10 minuten met gebruik van de OHP of een Powerpointpresentatie Het uitvoeren van een lesfragment van 20 minuten met gebruik van een bordschema Het uitvoeren van een lesfragment van 40 minuten Het ontwerpen van een cursus Het uitvoeren van een observatieopdracht (twee lesmomenten) in een stageschool. Attitudebeoordeling Studiemateriaal Er wordt gebruik gemaakt van de cursus Didactische Competentie Praktijkinitiatie. Het elektronisch leerplatform eloV wordt gehanteerd als communicatie-, informatie- en evaluatieplatform. Werkvormen Contactonderwijs Observatiestage, doceren, demonstreren, vertellen, klassengesprek, onderwijsleergesprek, leergesprek, probleemgericht discussie, didactisch groepswerk, microteaching, zelfstudiepakket, taken en opdrachten, brainstorm, zelfreflectie Afstandonderwijs Voorbereiding van de lesfragmenten, gedetailleerde analyse van de gehanteerde methodisch-didactische principes die aan bod komen in de les van 40 minuten, het maken van een cursus, observatie van twee lesmomenten in een school secundair onderwijs, attitudebeoordeling, …
25
Specifieke lerarenopleiding Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 100% van het totaal. Het indienen van alle opdrachten is vereist. Puntenverdeling • Oefenles van 40 minuten: 35 punten • Lesfragment bordschema/bordschrift: 20 punten • Lesfragment transparant/Powerpointpresentatie: 15 punten • Het maken van een cursus: 25 punten • Observaties in een stageschool: 25 punten Examen Geen examen op het einde van het semester over de leerinhouden van de module. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
26
Specifieke lerarenopleiding Didactische Competentie oefenlessen Korte omschrijving De eenheid Didactische Competentie Oefenlessen biedt de cursisten de mogelijkheid om de leerinhouden van Didactische Competentie Algemeen concreet op het eigen vakgebied toe te passen en de praktijkervaring opgedaan bij Didactische Competentie Praktijkinitiatie verder uit te diepe en te verfijnen. De lessen worden volledig opgevat als praktijklessen, voorafgaand aan de stage. Tijdens deze oefenlessen wordt voorbereid op het daadwerkelijk lesgeven, het ontwerpen, realiseren en evalueren van krachtige leeromgevingen. Centraal staat dus het maken van een lesvoorbereiding, het uitvoeren van een les en het reflecteren hierover. Cursisten krijgen de kans om de verschillende aspecten van de taak van de leraar te toetsen in drie zelf gegeven lessen (zowel een theorie- als een praktijkes). Het formuleren van doelstellingen, opstellen van lesvoorbereidingen, kiezen van werkvormen en het toepassen van methodisch-didactische principes op een zelfgekozen leerinhoud worden met een kritisch oog bekeken. Ook effectieve gedragingen als helderheid van presentatie, taakgerichtheid, interactie en ondermeer enthousiasme worden geobserveerd en achteraf besproken. Na elke gegeven les worden de collegacursisten op een constructieve wijze betrokken in een feedbackgesprek. Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1de beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen 1.2 doelstellingen kiezen en formuleren 1.3 leerinhouden en leerervaringen selecteren 1.4 leerinhouden structureren en vertalen in opdrachten 1.5 methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen 1.6 in teamverband leermiddelen kiezen 1.7 adequate leeromgeving realiseren 1.8 observatie en evaluatie voorbereiden 1.9 proces en product evalueren 1.11 leer- en ontwikkelingsprocessen begeleiden in algemeen Nederlands 1.12 omgaan met de diversiteit van de leergroep De leraar kan als opvoeder 2.2 de emancipatie van de leerlingen bevorderen 2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden 2.6 het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1 domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen 3.2 verworven domeinspecifiek kennis aanwenden 3.3 eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in geheel van onderwijsaanbod De leraar kan als organisator 4.1een gestructureerd werkklimaat creëren en bevorderen 4.2een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning 4.3op correcte wijze administratieve taken uitvoeren
27
Specifieke lerarenopleiding 4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen 5.2 kennisnemen van resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk 5.3 eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen De leraar kan als lid van een schoolteam 7.1overleggen en samenwerken in schoolteam 7.2 binnen het team over een taakverdeling overleggen en afspraken naleven 7.3 de eigen pedagogisch-didactische opdracht en aanpak in teamverband bespreekbaar maken 7.5 in algemeen Nederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam De leraar kan als cultuurparticipant 10.1 Actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen rond de volgende domeinen: - sociaal politiek - sociaal-economisch - levensbeschouwelijk - cultureel-wetenschappelijk Vereiste begincompetenties De cursisten dienen geslaagd te zijn voor het vak Didactische Competentie Algemeen (DC1) en praktijkinitiatie (DC2). Leerinhouden 1. 2. 3.
Herhaling leerinhoud DCA en DCP Theorie in praktijk omzette Kritisch reflecteren over eigen functioneren
Studiemateriaal Er wordt gebruik gemaakt van de cursus Didactische Competentie Oefenlessen. Het elektronisch leerplatform eloV wordt gehanteerd voor evaluatie van taken en lessen. Cursisten maken gebruik van zelf gevonden didactisch materiaal m.b.t. hun vakgebied voor hun oefenlessen. Werkvormen Contactonderwijs Doceren, onderwijsleergesprek, oefenlessen, discussie, audiovisuele fragmenten, oefeningen, … Afstandonderwijs Leerplanstudie, voorbereiden van oefenlessen, zelfreflectie, …
28
Specifieke lerarenopleiding Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie Schriftelijke en/of mondelinge opdrachten doorheen de module over de leerinhouden van de module. Dit telt mee voor 100% van het totaal. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
29
Specifieke lerarenopleiding Didactische Competentie stagen Korte omschrijving De Didactische Competentie Stage, als laatste module in de didactische leerlijn, betekent een eindpunt en een gelegenheid om de geleerde didactische vaardigheden en ongedane inzichten toe te passen in de praktijk. De cursist: -voert op een stageschool 20 uren effectieve stagelessen uit; -neemt 10u deel aan observatielessen; -werkt een evaluatieopdracht uit: de cursisten dienen een evaluatie af te nemen en volledig te verwerken (gemiddelde, mediaan, interpretatie van de resultaten en het opmaken van een foutenanalyse) -werkt een jaarplanstudie uit: de cursisten maken een jaarplan gebaseerd op een leerplan waarvoor zij lesgevende bevoegdheid hebben en waaruit zij ook een gedeelte of hun hele stage geven. De uitwerking van het jaarplan moet getuigen van een persoonlijke visie op het vak. -onderneemt buitenschoolse activiteiten: de cursisten nemen deel aan een buitenklasactiviteit (uitstap, voorlichting, clb-onderzoek,…) en maken hiervan uitgebreid verslag (doelstellingen, pedagogisch nut, organisatie, taakverdeling, persoonlijke ervaring, leerpunten, aandachtspunten). Ze brengen onder woorden hoe zij dit hebben ervaren: welke opvoedingkundige strategieën hebben zij hierbij dienen aan te wenden, welke communicatieve vaardigheden… -bewijst deelname aan de toolshopweek -is aanwezig op de stagebijeenkomst -stelt een kritische en uitgebreide zelfevaluatie op adhv de attitudeschool Competentie gerichte leerdoelen Deze module draagt bij tot het realiseren van onderstaande competenties. De leraar kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1de beginsituatie van de leerlingen de leerlingengroep achterhalen 1.2 doelstellingen kiezen 1.3 leerinhouden of leerervaringen selecteren 1.4 leerinhouden of leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod 1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingsnormen bepalen 1.6 leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen 1.7 een adequate leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep 1.8 observatie of evaluatie voorbereiden 1.9 observeren of het proces en product evalueren 1.10 in overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school 1.11 het leer- en ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands De leraar kan als opvoeder 2.1samen met het team een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school 2.2 de emancipatie van de leerlingen bevorderen
30
Specifieke lerarenopleiding 2.3 door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden 2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context 2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden 2.6 het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen 2.7 strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige leerlingen De leraar kan als inhoudelijk expert 3.1de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, verbreden en verdiepen; 3.2 recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden of vakgebieden volgen en onderzoeken; 3.3 de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot vakgebieden aanwenden De leraar kan als innovator en onderzoeker 5.1vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen 5.2 kennisnemen van de resultaten van onderwijsonderzoek 5.3 het eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen De leraar kan als partner van de ouders/verzorgers 6.1zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met de gegevens over de leerling 6.2op basis van overleg met ouders of verzorgers hen informatie en advies verschaffen over hun kind in de school 6.3 in overleg met het team de ouders of verzorgers informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders 6.4 met ouders of verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijs 6.5 in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met ouders/verzorgers 6.6 stragegieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders De leraar kan als lid van een schoolteam 7.1overleggen en samenwerken in schoolteam 7.2 participeren in de ontwikkeling van het schoolwerkplan 7.3 participeren in samenwerkingsstructuren 7.4 binnen het team over een taakverdeling overleggen en die nalevn 7.5 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken De leraar kan als partner van externen 8.1met behulp van collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden 8.2met het oog op gelijke onderwijskansen en in overleg met collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele sector 8.3 in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- en tewerkstellingsinitiatieven De leraar kan als lid van de onderwijsgemeenschap 9.1deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s 9.2 reflecteren over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving De leraar kan als cultuurparticipant 10.1actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: 10.1.1het sociaal-politieke domein;
31
Specifieke lerarenopleiding 10.1.2 het sociaaleconomische domein; 10.1.3het levensbeschouwelijke domein; 10.1.4het cultureel-esthetische domein; 10.1.5het cultureel-wetenschappelijke domein Vereiste begincompetenties De cursisten die de stage aanvatten, moeten reeds geslaagd zijn voor de leereenheden DCA, DCP en DCO. Voor DCS kan slechts ingeschreven worden tot en met de derde lesweek van het semester. Zowel in het opleidingsinstituut als in de stagescholen verwachten we een respectvolle omgang: beleefdheid, correctheid, vriendelijkheid, dienstvaardigheid, stipt naleven van afspreken, een correcte omgangstaal en zin voor orde komen een goede verhouding met medecursisten en personeel van opleidingsinstituut en stagescholen ten goede. We verwachten een open en respectvolle houding tegenover alle actoren van het stagegebeuren. Dit wil zeggen dat de stagiair o.a.: - met de mentor duidelijke afspraken maakt i.v.m. de stageopdracht in het algemeen, de beginsituatie van de klassen, de lessenrooster, de gebruikte handboeken, de aanwezige media; - het schoolreglement eerbiedigt van de stageschool; - enkel een hoofddoek draagt als het schoolreglement dit toelaat; - zich als een gast gedraagt. Dit impliceert een onberispelijk gedrag, fatsoenlijke kledij en taalgebruik en een aangepaste omgang met alle personeelsleden en leerlingen van de stageschool; - tijdig dient aanwezig te zijn, zodat de lessen of stageactiviteiten op de vastgestelde tijd kunnen beginnen. Ongewettigde afwezigheid zal gesanctioneerd worden met het afbreken van de stage; - aan het einde van de stage afscheid neemt en de directie en de mentor(en) dankt. De cursisten worden verwacht aanwezig te zijn op alle stagebijeenkomsten, de contracten en reglementen na te leven, de inhoud van de stagebundel grondig te kennen. Ook dienen zij geregeld eloV te raadplegen voor eventuele wijzigingen van stagebijeenkomsten of informatie betreffende stage. De stagelessen dienen uitgevoerd te worden op het afgesproken tijdstip. Wijzigingen in het uurrooster moeten tijdig gemeld worden. De cursist verbindt zich ertoe alle opdrachten en taken te bundelen in een portfolio en deze gedurende de periode van 2 jaar te bewaren.
32
Specifieke lerarenopleiding Leerinhouden - functionele lesvoorbereidingen op de modelformulieren plannen , uitwerken en gefaseerd in praktijk omzetten; - doelstellingen formuleren en leerinhouden selecteren, rekening houdend met de vooropgestelde beginsituatie en leerplandoelen; - media en werkvormen voorbereiden, technisch beheersen en functioneel aanwenden rekening houdend met de didactisch principes; - toegankelijke leerpakketten en leerteksten ontwikkelen die het ‘leren leren’ ondersteunen; - een (product- en proces)evaluatie als onderdeel van een krachtige leeromgeving uitvoeren; - goede toetsen en beoordelingsschalen opmaken en verwerken: - een verantwoorde psycho-pedagogische attitude t.a.v. leerlingen (met de nodige betrokkenheid op de leerlingen en het bevorderen van hun kunnen en willen leren); - vakspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden, verdiepen en aanwenden; - een goed klasmanagement en een aangenaam leefklimaat; - aandacht voor een vlotte klasorganisatie en gestructureerd werkklimaat; - op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren (zowel op de stageplaats, als naar de opleidingsinstelling toe); - presentatievaardigheden aanwenden die de psycho-pedagogische en didactische handelingen zinvol ondersteunen; - kritiek van mentoren en stagebegeleiders op zijn didactisch handelen en zijn leraarspersoonlijkheid gepast kunnen omzetten in daden; - het eigen didactisch handelen bijsturen naargelang de situatie; - concrete, positief kritische reflecties durven en kunnen uiten ten aanzien van de eigen en de geobserveerde lespraktijk; - het eigen leerproces op een efficiënte manier in handen nemen en er ook verantwoordelijkheid voor nemen; - attitudes vertonen die een beginnende leerkracht dient te hebben om op een vlotte wijze te kunnen instappen in het beroep; - via het bijwonen van vakwerkgroepen, klassenraden of formeel overleg, … zich bewust worden van het verruimde takenpakket van de leraar; - bijschaven van meningen over traditie en vernieuwing in het werkveld; - in schatten van eigen bijscholingsnoden na kennismaking met het werkveld. Studiemateriaal Er wordt gebruik gemaakt van een stagebundel die uitgedeeld wordt tijdens de eerste stagebijeenkomst, maar ook digitaal op eloV te vinden is. Via het elektronisch leerplatform eloV verspreidt men alle nodige lesdocumenten, contracten, reglementen, lessenroosters etc…
33
Specifieke lerarenopleiding Werkvormen De cursisten worden geacht een gevarieerde aanpak in hun stagelessen tentoon te spreiden en zoveel mogelijk werkvormen die ze tijdens de theorie gezien hebben, in de praktijk toe te passen. Afhankelijk van de doelstellingen, de beginsituaties en eigen voorkeur kunnen ze kiezen uit doceren, demonstreren, vertellen, klassengesprek, onderwijsleergesprek, leergesprek, probleemgerichte discussie, didactisch groepswerk, microteaching, zelfstudiepakket, taken en opdrachten, brainstorm, zelfreflectie,… Evaluatie Vereiste aanwezigheid 80% van de contacturen Permanente evaluatie De stageactiviteiten worden geëvalueerd onder de vorm van permanente evaluatie. Er is dus geen contactexamen. De beoordeling is afhankelijk van de kwaliteit van het portfolio, de beoordeling van de stagelessen door de mentoren, de beoordeling van de stagelessen door de stagebegeleider, de competentiegerichte- en attitudebeoordeling. Competenties en attitudes die deel uitmaken van permanente evaluatie Op basis van de decretale basiscompetenties – opgelegd door de overheid – werd door de opleiding een competentiematrix gedestilleerd voor de leraar secundair onderwijs. In deze competentiematrix worden een aantal competenties omschreven die specifiek in stages bereikt moeten worden. Per opleidingsjaar worden deze competenties omschreven die specifiek in stages bereikt moeten worden. Een leerlijn binnen de didactische vakken wordt zichtbaar op tussentijdse en globale beoordelingsverslagen van de verschillende opleidingsjaren. De competenties dienen hierbij als leidraad voor begeleiding en evaluatie. Wanneer deze kerncompetenties niet bereikt zijn, of er ernstige tekorten worden opgetekend, kan men niet slagen voor de Didactische Competentie Stage. De evaluatie gebeurt dus competentiegericht. In het beoordelingsformulier kan men de voornaamste (gedrags)indicatoren vinden die tijdens een stage dienen gerealiseerd te worden door een stagiair. Tenslotte wordt, zoals voorheen, verder onderzocht of de cursist in een concrete praktijkcontext over de nodige attitudes beschikt eigen aan een leerkracht (A1-A8). Hierbij wordt ook gekeken of de stagiair, tijdens de stageperiode, bewezen heeft geschikt te zijn om als toekomstig leerkracht te kunnen functioneren in een schoolgemeenschap. Er wordt nagegaan of de toekomstige leerkracht stipt is in het nakomen van afspraken en correct is in de sociale omgang met de leerlingen, de leerkrachten en de directie van de stageschool alsook met de stagebegeleider van het CVO. De beoordeling van dit onderdeel is gebaseerd op: - de atttitudescholen ingevuld door de stagiair, door de mentor en door de stagebegeleider - de eindbeoordeling ingevuld door de mentor - gesprekken tussen de stagebegeleider en de mentor en tussen de stagebeleider en de stagiair.
34
Specifieke lerarenopleiding Pas als het portfolio ontvankelijk verklaard is, wordt overgegaan tot de volgende stap in de eindbeoordeling. Als het portfolio niet ontvankelijk is, volgt een uitstel van beslissing. Het portfolio kan, bij herinschrijven voor stage, in een volgend semester opnieuw worden ingediend. Op basis van de inhoud van het portfolio bewijst de stagiair dat de basiscompetenties bereikt zijn. Hier wordt gekeken naar de kwaliteit van de bewijslast (lesvoorbereidingen, opdrachten) en de feedback van stagementoren en stagebegeleider. De stage wordt beoordeeld op 100 punten, herleid naar 80. De stagiair slaagt als het portfolio ontvankelijk is en ook voldoende behaalt voor de stage, attitudes en reflectievaardigheden. Volgende onderwijsactiviteiten worden gequoteerd: - het geven van 20 stagelessen: 20 punten (beoordeling door de stagementor op de stageschool + 40 punten (beoordeling door de stagebegeleider van de opleidingsschool). De student mag enkel lesgeven wanneer hij vooraf een lesvoorbereiding afgeeft. - het observeren van 10 lessen: 15 punten - het volgen van een buitenklasactiviteit: 5 punten - het voorbereiden en uitvoeren van een evaluatieopdracht in de klas: 5 punten - het maken van een jaarplanstudie: 15 punten Alle deelpunten worden gewogen aan de hand van de attitudescore. Bij maximale punten op de attitudeschaal is de eindscore gelijk aan de som van de deelpunten. Bij werkpunten op vlak van de attitude worden de deelpunten pro rata aangepast. De eindbeoordeling is dus géén rekenkundig gemiddelde van alle afzonderlijke lesbeoordelingen, maar wel een waardeschatting op grond van alle beschikbare informatie over de activiteiten van de stagiair. De stagiair slaagt als het portfolio ontvankelijk is en ook voldoende behaalt voor de actieve stage, attitudes en reflectievaardigheden. Bij zwakke evolutie is het totaalbeeld belangrijk. Hierbij wordt stilgestaan bij de vraag in hoeverre de stagiair de basiscompetenties beheerst. Indien belangrijke aandachtspunten (basiscompetenties) op het einde van de stage onvoldoende bereikt worden, wegen deze in de eindscore zwaarder door, wat kan leiden tot een niet-slagen voor de stage. Wanneer men niet slaagt op het praktijkgedeelte (de stagelessen) kan men niet slagen voor Didactische Competentie Stage. Voor stages wordt geen herkansing verleend binnen hetzelfde academiejaar. De cursist moet het portfolio gedurende twee jaar in zijn/haar bezit houden en op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de specifieke lerarenopleiding van CVO TNA.
35
Specifieke lerarenopleiding
36