Specifieke lerarenopleiding
2012
Inhoud De specifieke lerarenopleiding
3
Uitgangspunten 4 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden
6
Loopbaanperspectieven 6 Studieprogramma 7 Vakdidactiek 12 Praktijkcomponent 13 Inservicetraining – leraar in opleiding of liobaan
15
Hoe begin je eraan?
16
Infomomenten 17 Nuttige websites
18
Nuttige contactgegevens
19
De specifieke lerarenopleiding De specifieke lerarenopleiding (SLO) wordt ingericht door het Instituut voor Onderwijsen Informatiewetenschappen (IOIW) van de Universiteit Antwerpen. Informatie over deze opleiding kan je vinden via www.ua.ac.be/lerarenopleiding. Het IOIW biedt, naast de specifieke lerarenopleiding, de opleidingen opleidings- en onderwijswetenschappen, informatie- en bibliotheekwetenschap, didactiek Nederlands aan anderstaligen, remedial teaching talen secundair onderwijs, socio-emotionele begeleiding secundair onderwijs, socio-emotionele begeleiding basisonderwijs en schoolbeleid voor directeurs secundair onderwijs aan. De specifieke lerarenopleiding bereidt voor op een baan als leraar secundair onderwijs. Referentiekader voor de opleiding is het decretaal vastgelegde functieprofiel en de hieruit afgeleide basiscompetenties van de leraar (zie verder). De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten (sp.) – een theoretische component van 30 sp. en een praktijkcomponent van 30 sp. – en leidt tot het diploma leraar. De specifieke lerarenopleiding kan getypeerd worden aan de hand van twee begrippenparen: vakdidactisch en onderwijskundig, praktijkgericht en academisch. Vakdidactisch Het unieke van de lerarenopleiding aan de universiteit is dat deze je de kans biedt vakdidactiek te volgen. Samen met medestudenten die dezelfde studieachtergrond hebben, verrijk je je vakinhoudelijke expertise en leer je hoe je deze kan inzetten in het onderwijs. Je wordt begeleid door vakexperten met onderwijservaring. Onderwijskundig De vakdidactische opleidingsonderdelen staan in wisselwerking met de onderwijskundige theorie en praktijk. De onderwijskundige opleidingsonderdelen reiken complementaire kennis en inzichten aan. Hoe houd ik mijn klas in de hand? Hoe ziet de onderwijsstructuur in Vlaanderen eruit? Wat houdt een onderwijsopdracht nu concreet in? Met welk type leerproblemen kan ik geconfronteerd worden en hoe ga ik ermee om? Praktijkgericht De opleiding bereidt je maximaal voor op je taak als leraar. In de theoretische opleidingsonderdelen linken we de theorie steeds aan de praktijk en oefenen we op deelcompetenties. Verder krijg je de kans om ervaring op te doen in diverse klas- en schoolcontexten en maak je kennis met het brede takenpakket van de leraar. Je observeert en geeft les, werkt mee aan projecten en leert verscheidene scholen van binnenuit beter kennen. Door deze ervaringen op de werkplek, intensief begeleid door stagebegeleiders en vakmentoren op school, krijg je een realistische kijk op het lerarenberoep.
3|
Academisch De specifieke lerarenopleiding leert je een constructief-kritische houding aan te nemen ten aanzien van het onderwijs en het eigen functioneren. Je neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek en gaat ook zelf als leraar-onderzoeker aan de slag.
Uitgangspunten 1. Geleidelijke kennismaking met de praktijk Een goede leraar word je vooral via praktijkervaring! De kennismaking met de praktijk verloopt in verschillende stappen, met telkens nuttige feedback en reflectie: • je oefent deelvaardigheden en je geeft enkele lessen aan medestudenten binnen de vertrouwde omgeving van het instituut (oefenlessen); • je exploreert de context van scholen (inleefstage); • je zet je eerste stappen als lesgever (instapstage); • je ervaart de intensiteit van de opdracht van leraar, in al zijn aspecten (groeistages 1 en 2, vakdidactische en vakoverschrijdende opdrachtenstage). Je doet praktijkervaring op in diverse onderwijscontexten: • in verschillende onderwijsvormen (aso, bso, kso, tso); • in verschillende onderwijsniveaus (secundair, hoger, volwassenenonderwijs); • in verschillende onderwijsnetten (gemeenschapsonderwijs, officieel gesubsidieerd onderwijs, vrij gesubsidieerd onderwijs); • in een multiculturele en grootstedelijke omgeving en daarbuiten. 2. Integratie van theorie en praktijk De integratie van theorie en praktijk komt tot uiting in de afstemming tussen de algemeen onderwijskundige en de vakdidactische opleidingsonderdelen. De wisselwerking tussen theorie en praktijk wordt beoogd door praktijkgerichte opdrachten, supervisie en leeronderzoek. 3. Mogelijkheid tot profilering Je basisdiploma bepaalt bij welke vakdidactiek je kan aansluiten. Je kan dit opzoeken in een tabel op de website van de SLO (www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsstructuur). Daarnaast krijg je de kans om je eigen studieprofiel uit te bouwen. De opleiding omvat een uitgebreide keuzeruimte van 12 studiepunten. Je kan opteren voor een uitbreiding in de vakdidactiek (enkel voor Nederlands, Engels, Frans en wiskunde), een tweede vakdidactiek en/of algemeen onderwijskundige verdieping. Sommige keuzeopleidingsonderdelen staan open voor iedereen, andere voor bepaalde studentengroepen.
|4
4. Flexibel programma In de uitbouw van het programma van de SLO gaat veel aandacht naar flexibiliteit. Verderop in de brochure lichten we deze punten toe. • Je kan de opleiding volgen in één jaar (voltijds) of spreiden over anderhalf, twee of meerdere jaren (deeltijds). • Je kan de lerarenopleiding reeds tijdens je master aanvatten. • In bepaalde studierichtingen maken opleidingsonderdelen van de lerarenopleiding deel uit van de master. • Sommige betaalde onderwijsopdrachten (bijvoorbeeld interims) kunnen als liobaan gehonoreerd worden binnen de opleiding. 5. Aandacht voor alle basiscompetenties De eindtermen van de specifieke lerarenopleiding zijn afgeleid uit het decretaal vastgelegde beroepsprofiel van de leraren en de hierbij aansluitende basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs. De basiscompetenties omschrijven de kennis, vaardigheden en attitudes waarover je moet beschikken als beginnend leraar. Ze zijn geordend volgens tien rollen die je als leraar vervult: 1. begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 2. opvoeder 3. inhoudelijk expert 4. organisator 5. innovator/onderzoeker 6. partner van de ouders/verzorgers 7. lid van een schoolteam 8. partner van externen 9. lid van de onderwijsgemeenschap 10. cultuurparticipant. De acht attitudes die van beginnende leraren verwacht worden, zijn: 1. beslissingsvermogen 2. relationele gerichtheid 3. kritische ingesteldheid 4. leergierigheid 5. organisatievermogen 6. zin voor samenwerking 7. verantwoordelijkheidszin 8. flexibiliteit. Van elke beginnende leraar wordt een adequate taalvaardigheid in het Algemeen Nederlands verwacht, zowel mondeling als schriftelijk. 5|
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Doelgroep Het diploma leraar is nodig om als leraar in het secundair onderwijs vast aangesteld en volledig verloond te worden. Het is aanbevolen voor wie lector of docent wil worden in het hoger onderwijs of in het volwassenenonderwijs (onder meer anderstaligen en basiseducatie), maar ook voor wie geïnteresseerd is in bedrijfsopleidingen en -trainingen. Toelatingsvoorwaarden Er zijn twee organisatorische varianten van de SLO: • de aansluitende SLO (aSLO) sluit aan op de vakinhoudelijke masteropleiding; • de indalende SLO (iSLO) biedt de student de kans om als deel van een masteropleiding van 120 sp. (i.c. biologie, chemie, fysica, wiskunde, informatica, biomedische wetenschappen, biochemie) al voor 30 sp. opleidingsonderdelen te volgen uit de lerarenopleiding; het diploma leraar wordt pas verleend na het behalen van de resterende 30 sp. Ook als je de indalende lerarenopleiding niet volgt, kan je tijdens je master al aan de SLO beginnen. Tijdens één academiejaar mag je tot 66 sp. opnemen zonder speciale aanvraag. Je kan dan met een apart diplomacontract enkele opleidingsonderdelen van de SLO volgen. Boven de 66 sp. (tot maximum 78 sp.) moet je eerst toestemming krijgen van de faculteit van je masteropleiding en de SLO. Richt je gemotiveerde aanvraag aan de studietrajectbegeleiders van de betrokken faculteit én van de SLO. Zij gaan dan na of en hoeveel opleidingsonderdelen van de SLO je mag volgen. Studenten met een academisch bachelordiploma kunnen zich inschrijven voor de SLO, samen met een inschrijving voor een masteropleiding. Ook studenten die op grond van de bepalingen van het flexibiliseringsdecreet gelijktijdig mogen inschrijven voor een bacheloropleiding en een masteropleiding, kunnen zich inschrijven voor de SLO. Studenten met een professioneel bachelordiploma kunnen zich tegelijkertijd inschrijven voor de SLO en voor een schakelprogramma en/of een masteropleiding. In alle gevallen kan het diploma leraar pas worden uitgereikt nadat het masterdiploma is behaald.
Loopbaanperspectieven Een vraag die kandidaat-studenten SLO vaak stellen, is: welke vakken mag ik geven in het secundair onderwijs? Dit is bepaald door de bekwaamheidsbewijzen. Informatie en regelgeving hierover vind je op de website van het Ministerie van Onderwijs en Vorming: www.ond.vlaanderen.be/infolijn/faq/bekwaamheidsbewijzen. |6
Komt je diploma nog niet voor in de databank van het Ministerie van Onderwijs en Vorming, dan heb je wellicht een diploma van een recente masteropleiding. Momenteel is de regeling voor deze ‘nieuwe’ masters nog in ontwikkeling. In dat geval moet je ervan uitgaan dat je voor alle vakken in het secundair onderwijs een voldoende geachte bekwaamheid hebt en voor geen enkel vak een vereiste bekwaamheid. Dat blijft zo tot de overheid de regelgeving aanpast. Je onderwijsbevoegdheid is bepaald door je masteropleiding. Welke vakdidactiek je volgt, en of je één of twee vakdidactieken volgt, heeft geen directe invloed op je onderwijs bevoegdheid. Het Ministerie van Onderwijs en Vorming stelt informatie ter beschikking voor al wie leraar wil worden en zich vragen stelt zoals: ‘hoeveel ga ik verdienen?’ en ‘heb ik recht op loopbaanonderbreking?’ Surf naar www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorleraren voor een antwoord op je vragen.
Studieprogramma Structuur van de SLO Onderstaand schema geeft een beeld van de structuur van de SLO. Theoretische component (30 sp.)
Praktijkcomponent (30 sp.)
Verplichte opleidingsonderdelen Inleiding in de didactiek (3 sp.) Onderwijsorganisatie en -beleid (3 sp.) Leerlingenbegeleiding (3 sp.) Vakdidactiek (3 sp.) Leeronderzoek (3 sp.) Keuzeopleidingsonderdelen (12 sp.)
In het opleidingsinstituut Oefenlessen (3 sp.) Supervisie (3 sp.) In samenwerking met het werkveld Inleefstage (3 sp.) Instapstage (3 sp.) Groeistage 1 (6 sp.) Groeistage 2 (6 sp.) Vakdidactische opdrachtenstage (3 sp.) Vakoverschrijdende opdrachtenstage (3 sp.)
7|
Het SLO-programma in één academiejaar In onderstaande tabel vind je een globaal overzicht van het studieprogramma van de SLO. Als je de aSLO op één jaar doet, volg je dit traject. aSLO op 1 jaar
sp.
Theoretische component Verplichte opleidingsonderdelen Inleiding in de didactiek Onderwijsorganisatie en -beleid Leerlingenbegeleiding Leeronderzoek Vakdidactiek Keuzeopleidingsonderdelen Begeleid zelfstandig leren Beleidsvoerend vermogen van scholen Filosoferen met jongeren en volwassenen Klasmanagement Leer- en denkprocessen Leeronderzoek: verdieping Onderwijs aan achtergestelden Ontwerpen van multimediale leeromgevingen Vakoverschrijdende educaties Volwasseneneducatie Didactiek Engels: verdieping Didactiek Frans: verdieping Didactiek Nederlands: verdieping Didactiek wiskunde 2 * Didactiek wiskunde: verdieping ICT in taalonderwijs Taal en leren Tweede vakdidactiek (mits aanvraag)
30 18 3 3 3 3 6 12 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 6
* Didactiek wiskunde 2 is verplicht voor studenten met vakdidactiek wiskunde.
|8
Praktijkcomponent Oefenlessen Inleefstage Instapstage Groeistage 1 Groeistage 2 Vakdidactische opdrachtenstage Vakoverschrijdende opdrachtenstage Supervisie
30 3 3 3 6 6 3 3 3
De inhoudsbeschrijvingen van de opleidingsonderdelen kan je terugvinden op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsonderdelen. Daar vind je onder meer in welk semester het opleidingsonderdeel wordt gegeven, wat de inhoud is, de gebruikte werken evaluatievormen, het studiemateriaal enzovoort. Verkorte beschrijvingen van de opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent vind je verderop in deze brochure. Spreiding van het SLO-programma over meerdere academiejaren Je kan ervoor kiezen de SLO op één jaar af te ronden, maar je kan de opleiding ook over anderhalf jaar (met einddeliberatie in januari) of over twee of meerdere jaren spreiden. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je minstens 10 op 20 behaalt, krijg je een credit. Een credit blijft onbeperkt geldig. Na vijf jaar kan de opleiding echter een actualisering vragen. Als je de SLO spreidt over meer dan 1 jaar, hou dan rekening met volgende voorwaarden. • Inleiding in de didactiek volg je in het eerste jaar. • Vakdidactiek en oefenlessen volg je verplicht samen in hetzelfde jaar. Aanwezigheid in deze lessen is verplicht. • Wil je aan de instapstage, groeistage 1 of 2, vakdidactische of vakoverschrijdende opdrachtenstage beginnen, dan moet je de vakdidactiek reeds hebben gevolgd of moet je de vakdidactiek hebben aangevat. • De instapstage doe je vóór de groeistages. • Het leeronderzoek en de supervisie volg je verplicht in het jaar dat je minstens één groeistage of een liobaan doet. Op de volgende bladzijden volgen modeltrajecten voor SLO-studenten volgens de twee organisatorische varianten (aSLO en iSLO) en bij spreiding van het opleidingsprogramma over verschillende jaren. Varianten op de modeltrajecten zijn mogelijk. Contacteer de studietrajectbegeleider voor een bespreking van je voorstel. Hou rekening met de hierboven vermelde voorwaarden.
9|
aSLO op 2 jaar – modeltraject
sp.
Eerste jaar Inleiding in de didactiek Onderwijsorganisatie- en beleid Leerlingenbegeleiding Vakdidactiek Oefenlessen Inleefstage Instapstage Twee keuzeopleidingsonderdelen
30 3 3 3 6 3 3 3 2x3
Tweede jaar Groeistage 1 Groeistage 2 Vakdidactische opdrachtenstage Vakoverschrijdende opdrachtenstage Leeronderzoek Supervisie Twee keuzeopleidingsonderdelen of tweede vakdidactiek
30 6 6 3 3 3 3 2 x 3 of 6
aSLO op 1,5 jaar – modeltraject
sp.
Eerste jaar Inleiding in de didactiek Onderwijsorganisatie- en beleid Leerlingenbegeleiding Vakdidactiek Oefenlessen Inleefstage Instapstage Groeistage 1 Vakoverschrijdende opdrachtenstage
42 3 3 3 6 3 3 3 6 3
Drie keuzeopleidingsonderdelen of één keuzeopleidingsonderdeel en een tweede vakdidactiek
| 10
3 x 3 of 3 +6
Tweede jaar (enkel eerste semester) Groeistage 2 Vakdidactische opdrachtenstage Leeronderzoek Supervisie Eén keuzeopleidingsonderdeel
18 6 3 3 3 3
iSLO – modeltraject voor masters informatica, fysica en biologie
sp.
Master eerste jaar Eerste semester Inleiding in de didactiek Didactiek informatica of didactiek natuurwetenschappen + didactiek fysica of didactiek biologie
3 6 of 3+3
Oefenlessen Tweede semester Leerlingenbegeleiding Inleefstage
3 3 3
Master tweede jaar Eerste semester Onderwijsorganisatie en -beleid Instapstage Twee keuzeopleidingsonderdelen
3 3 2x3
Na de master Aanvullen met resterende 30 sp. van de SLO: mogelijk op één semester of één jaar.
11 |
iSLO – modeltraject voor masters wiskunde en chemie
sp.
Master eerste jaar Eerste semester Inleiding in de didactiek Didactiek wiskunde of didactiek natuurwetenschappen + didactiek chemie
3 6 of 3+3
Oefenlessen Tweede semester
3
Didactiek wiskunde 2 (voor master wiskunde) of keuzeopleidingsonderdeel (voor master chemie)
3
Leerlingenbegeleiding Inleefstage
3 3
Master tweede jaar Eerste semester Onderwijsorganisatie en -beleid Instapstage Eén keuzeopleidingsonderdeel
3 3 3
Na de master Aanvullen met resterende 30 sp. van de SLO: mogelijk op één semester of één jaar.
Vakdidactiek In de vakdidactiek verwerf je een grondig inzicht in het curriculum van je vakgebied in het secundair onderwijs. Je ontwikkelt de nodige vakdidactische kennis, vaardigheden en attitudes om leersituaties uit te werken en te realiseren voor de verschillende deelvakken van je vakgebied en aanverwante vakgebieden. Aanwezigheid in de lessen vakdidactiek én in de oefenlessen is een vereiste. Je volgt één vakdidactiek Je volgt verplicht de vakdidactiek die aansluit bij je masterdiploma. Je kijkt hiervoor in de tabel op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsstructuur.
| 12
In de volgende gevallen moet je bij het onderwijssecretariaat een aanvraagformulier (te downloaden op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsstructuur) indienen voor de toelating tot een vakdidactiek: • als je een masterdiploma hebt dat niet in de tabel vermeld staat; • als je wil aansluiten bij een andere vakdidactiek dan die waartoe je masterdiploma toegang geeft. Je volgt twee vakdidactieken Je moet bij het onderwijssecretariaat een formulier (te downloaden op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsstructuur) indienen als je een tweede vakdidactiek wil volgen. Wanneer je twee vakdidactieken volgt, heeft dat als consequentie dat je de opleidingsonderdelen van de praktijk spreidt over de gevolgde vakdidactieken. Bijvoorbeeld, je volgt enkel didactiek biologie: je geeft 20 lessen biologie in groeistage 1 en 20 lessen biologie in groeistage 2. Je volgt didactiek biologie en didactiek chemie: je geeft 20 lessen biologie in groeistage 1 en 20 lessen chemie in groeistage 2. Een verdeling over de didactieken geldt ook voor de oefenlessen en de vakdidactische opdrachtenstage.
Praktijkcomponent De praktijkcomponent van de specifieke lerarenopleiding volgt een leerlijn gekoppeld aan een reflectielijn. Tegelijk met of na praktijkgerichte oefeningen op de universiteit (oefenlessen) maak je kennis met het brede spectrum aan activiteiten van het leraarsberoep (inleefstage) en met het eigenlijke lesgeven (instapstage). Het zwaartepunt ligt in de groeistages waar je het leraarsberoep steeds intensiever ervaart en je gericht werkt aan vakdidactische en vakoverschrijdende opdrachten. Gedurende heel dit proces word je begeleid bij het leren uit je ervaringen. Via de stages in de scholen leer je diverse onderwijscontexten kennen. Een deel van deze diversiteit leggen we op: zo moet elke student verplicht een stage doen in het aso, bso, kso of tso en bij voorkeur in één school gesitueerd in één van de Vlaamse centrumsteden. Verder kan je ervoor kiezen om een andere onderwijscontext te verkennen, bijvoorbeeld door stage te lopen in het hoger of volwassenenonderwijs. De figuur op de volgende bladzijde visualiseert de opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent (30 sp.) bij een aSLO-traject in één jaar. De figuur verduidelijkt de spreiding van de opleidingsonderdelen over het eerste en het tweede semester.
13 |
Praktijkcomponent: 30 sp. Eerste semester Oefenlessen Inleefstage Instapstage 2
Tweede semester Supervisie Groeistage 1 + Groeistage 2 Vakdidactische opdrachtenstage Vakoverschrijdende opdrachtenstage 2 2 Theoretische component
2
Programmering van de opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent bij aSLO-traject in één jaar
Oefenlessen (3 sp.) Tijdens het eerste semester van het academiejaar oefen je binnen dit opleidingsonderdeel deelvaardigheden van het lesgeven. Je neemt deel aan praktijkgerichte onderwijsactiviteiten binnen de vertrouwde omgeving van het opleidingsinstituut. Je leert lesvoorbereidings-, observatie- en evaluatieformulieren gebruiken. Volg je twee vakdidactieken dan worden je oefenlessen verdeeld over deze didactieken. Inleefstage (3 sp.) De inleefstage doe je bij het begin van je lerarenopleiding. Tijdens de inleefstage maak je kennis met het brede spectrum van activiteiten inherent aan het leraarsberoep. Naast observatie van lessen gaat aandacht naar activiteiten op schoolniveau en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid. Tijdens deze stage voer je een breed gamma aan opdrachten uit. Instapstage (3 sp.) Tijdens de instapstage maak je kennis met het functioneren als vakleraar. Je observeert lessen uit je eigen vakdiscipline en staat zelf voor de klas. Het zelf lesgeven evolueert van activiteiten als onderwijsassistent (kleine delen van de les overnemen, begeleiden bij groepswerk en oefeningen, enzovoort) tot het zelfstandig voorbereiden en geven van volledige lessen. De concrete organisatie kan verschillen volgens de vakdidactiek. Op de stageschool gebeurt de begeleiding door een vakmentor. Vanuit de universiteit word je begeleid en opgevolgd door je vakdidacticus en praktijkassistent(en). De nadruk ligt op het vakdidactische aspect. Groeistages (2 x 6 sp.) De groeistages vormen het zwaartepunt van de praktijkcomponent. Tijdens de twee groeistages (elk 6 sp.) geef je hoofdzakelijk les; ter voorbereiding doe je enkele observaties. Er wordt zowel aandacht besteed aan het functioneren als vakleraar als aan de andere facetten van het beroep van leraar. Alle rollen van de leraar secundair onderwijs | 14
en alle te ontwikkelen attitudes komen aan bod. De principes uit de theoretische component van de opleiding worden in dit opleidingsonderdeel aan de praktijk afgetoetst. Na het lopen van de groeistages zou je klaar moeten zijn om in het onderwijs te stappen. Dat betekent natuurlijk niet dat je dan volleerd bent als leraar. Integendeel, je hele loopbaan lang zal je verder moeten groeien in je professionaliteit. Vakdidactische opdrachtenstage (3 sp.) In de vakdidactische opdrachtenstage besteed je aandacht aan opdrachten die belangrijk zijn in de marge van het lesgeven. In deze hoedanigheid vormt de vakdidactische opdrachtenstage een aanvulling op de instapstage en de groeistages, waar de nadruk ligt op het lesgeven zelf. Door hun specifieke karakter kunnen de opdrachten variëren naargelang de vakdidactiek die je gekozen hebt. Vakoverschrijdende opdrachtenstage (3 sp.) Voor de invulling van de vakoverschrijdende opdrachtenstage voorzien we twee mogelijkheden: je tekent in op één van de door de secundaire scholen of door andere organisaties aangeboden projecten of je vult de vakoverschrijdende opdrachtenstage zelf in, in overleg met de stagescholen van de groeistage(s). Supervisie (3 sp.) Je hele loopbaan lang zal je verder moeten groeien in je professionaliteit. Ook daarvoor willen we je wapenen. In het supervisietraject word je begeleid bij het leren uit je ervaringen.
Inservicetraining – leraar in opleiding of liobaan De praktijkcomponent van de lerarenopleiding kan je geheel of gedeeltelijk via een liobaan volbrengen. Een liobaan is een onderwijsopdracht in een school of scholengemeenschap waarmee je een arbeidsovereenkomst hebt gesloten en waarvoor je een loon ontvangt, terwijl je tegelijkertijd de lerarenopleiding volgt. Een liobaan vervul je in één of meerdere instellingen van het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs of het volwassenenonderwijs (in navolging van het decreet betreffende de lerarenopleidingen, 2006). In sommige gevallen kan een liobaan in het hoger onderwijs gedeeltelijk worden gevaloriseerd. Het overgrote deel van de praktijkcomponent kan worden uitgevoerd aan de hand van een liobaan en wel indien je op jaarbasis minstens 500 uren-leraar volbrengt. Bij benadering is dit een onderwijsopdracht van 13 lesuren per lesweek gedurende een heel schooljaar in het secundair onderwijs. Indien de liobaan minder dan 500 uren-leraar 15 |
omvat, kan je de ontbrekende studiepunten aanvullen met de reguliere onderdelen van de praktijkcomponent. Bij de lio wordt de praktijkcomponent opgevat als inservicetraining (leren op de werkplek). Een lio wordt begeleid door zowel mentoren in de school als stagebegeleiders van de universiteit. Indien je interesse hebt om (een deel van) de praktijkcomponent te volbrengen via een liobaan, moet je hiervoor tijdig solliciteren bij de betrokken school/ scholen. Je gaat dus zelf op zoek naar een liobaan. Indien je al in het onderwijs staat, informeer dan bij je directeur. Een liobaan biedt geen automatische opening tot aansluiting bij een vakdidactiek. De instroomvereisten zoals bepaald voor je vakdidactiek blijven onverminderd gelden. Wens je een deel van de praktijkcomponent uit te voeren via een liobaan, vul dan het aanvraagformulier in op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > opleidingsstructuur (scrollen naar ‘leraar in opleiding (lio) – inservicetraining’).
Hoe begin je eraan? Inschrijven Praktische informatie in verband met inschrijvingen (zoals wanneer, waar, prijs) vind je op www.ua.ac.be/inschrijven. Inschrijven in het tweede semester Inschrijven in het tweede semester kan enkel voor bepaalde opleidingsonderdelen: • leerlingenbegeleiding (3 sp.) • keuzeopleidingsonderdelen (maximum 4 x 3 sp.) • inleefstage (3 sp.) De andere opleidingsonderdelen worden in het eerste semester gegeven of sluiten aan bij opleidingsonderdelen van het eerste semester. Vrijstellingen In sommige gevallen kan je studievermindering (vrijstelling) bekomen. Hiervoor bestaan twee verschillende procedures. De EVC-procedure (= eerder verworven competenties) De EVC-procedure verloopt via een aanvraag op associatieniveau (AUHA). Indien de AUHA de EVC’s aanvaardt, reikt ze een ‘bewijs van bekwaamheid’ uit en kan de Onderwijscommissie SLO overgaan tot het toestaan van vrijstellingen voor één of meerdere opleidingsonderdelen. Informatie vind je op www.ua.ac.be/evc. | 16
Contacteer tijdig de studietrajectbegeleider voor meer informatie, want deze vrij complexe procedure is gebonden aan strikte termijnen. De EVK-procedure (= elders verworven kwalificaties) Een EVK kan een creditbewijs zijn dat je hebt behaald aan een andere instelling en/ of via een andere opleiding. De procedure loopt via een aanvraag aan de Onderwijscommissie SLO. Een aanvraagformulier vind je op www.ua.ac.be/lerarenopleiding > vrijstellingen aanvragen. De deadline vind je op het formulier. En nadat je bent ingeschreven? Na inschrijving ontvang je van de Centrale Studentenadministratie een login. Die heb je nodig om een aantal administratieve procedures te kunnen doorlopen. Via de elektronische leeromgeving Blackboard kan je inloggen op SISA om je studieprogramma aan te vragen. Je geeft door welke opleidingsonderdelen je tijdens het academiejaar wilt volgen. Om het stageaanvraagformulier in te vullen surf je naar de website van de praktijkcomponent: https://www.uaslo.ua.ac.be. Zo weet de stagecoördinator of ze voor jou stageplaatsen moet zoeken. Dit doe je zo snel mogelijk, en zeker voor de deadline die je op de website vindt. Op Blackboard vind je bij ‘mijn cursussen’ informatie en studiemateriaal voor alle opleidingsonderdelen. Onder ‘mijn organisaties’ vind je onder andere de examenrooster en belangrijke mededelingen. Bij het begin van het academiejaar is er een informatiesessie voor alle SLO-studenten. De sessie wordt aangekondigd op de website. Ga er zeker naartoe. Het ‘Vademecum Praktijkcomponent’ kan je vanaf het begin van het academiejaar kopen bij Universitas (Prinsesstraat 16, 2000 Antwerpen). Je vindt er noodzakelijke informatie over de opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent.
Infomomenten Open campusdagen Op 17 maart en 28 april 2012 organiseert de Universiteit Antwerpen open campusdagen. Naast een algemene en een opleidingsspecifieke infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid om vragen te stellen en ook een persoonlijk gesprek is mogelijk. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/opencampusdagen. 17 |
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze, of wil je graag bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt op 5 september 2012. Bachelor-, schakel-, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook flexibel studeren en avondonderwijs. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en de studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/infodagen.
Nuttige websites Opleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle opleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Blackboard Op het studentenportaal https://blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, informatie over financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, beschikbare cursussen, eet- en drinkgelegenheden op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sportactiviteiten, doctoreren, enzovoort. Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer informatie op http://lib.ua.ac.be. Wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden: Campus Middelheim, Campus Groenenborger, Campus Drie Eiken en de Stadscampus.
| 18
Nuttige contactgegevens Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW) Stadscampus Venusstraat 35 2000 Antwerpen
[email protected] Onderwijssecretariaat Lerarenopleiding Britt Van Ham T+32 3 265 44 86 Lieve Billion T +32 3 265 44 13 www.ua.ac.be/lerarenopleiding Studietrajectbegeleider Ingrid Imbrecht T+32 3 265 49 67
[email protected] Stagecoördinator Vicky Beliën T +32 3 265 48 51
[email protected] Centrum WeST Centrum WeST staat voor Centrum voor Werken en Studeren. Wanneer je je bij inschrijving registreert als werkstudent, kan je beroep doen op ondersteuning. Zij helpen je om je weg te vinden doorheen de verschillende universitaire diensten. Zij organiseren een permanentie voor vragen. Bovendien organiseren zij workshops voor en op maat van werkende studenten (zoals bibliotheektraining, studievaardigheden enzovoort). Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/west.
19 |
| 20
21 |
| 22
23 |
| 24