inhoud
1Somalische jongeren in VO 3Visie op integratie 4Mentorprojecten in Brabant 5Kleurrijk Huispitaal 6Diversiteit in vrijwilligerswerk 7Jongerenorganisatie ID 8Korte berichten, publicaties en agenda 2
Somalische afkomst Nederlandse toekomst Onderzoek Somalische jongeren in het voortgezet onderwijs Somaliërs zijn slecht geïntegreerd. Ze werken niet, ze zijn lui, ze kauwen qat en ze veroorzaken overlast. Somaliërs spreken geen Nederlands, ze willen terug naar Somalië of vluchten naar Engeland. Kortom, Somaliërs zijn een probleem. Uit het onderzoek ‘Somalische afkomst Nederlandse toekomst’ onder Somalische scholieren, blijken al deze vooroordelen onterecht.
foto: Ingrid van Rooij
PERIODIEK VAN
PALET, STEUNPUNT VOOR MULTICULTURELE ONTWIKKELING IN
Somalische kinderen leren ijverig.
Somalische jongeren steeds meer versterken.
NOORD-BRABANT
Verhaal “Ik woon al zeven jaar in Tilburg en als het aan mij ligt wil ik hier mijn hele leven blijven wonen. Dit is mijn thuis en ik zou hier niet meer weg willen. Ik kan geen betere stad bedenken waar ik zou willen wonen en leven dan Tilburg.” Dit is een uitspraak van een vijftienjarige Somalische vmbo-leerlinge. Het is een van de vele positieve ervaringen die tijdens de achttien interviews met Somalische jongeren, op een vmbo-, havo- of vwo-opleiding, zijn genoemd. Palet kreeg regelmatig klachten van Somalische ouders over het onderwijs van hun kinderen. Dat was aanleiding om nu
nr.
8e JAARGANG
De beeldvorming over Somaliërs is niet bepaald positief te noemen. De doelgroep kampt met een imagoprobleem. Niet alleen in de media, maar ook in de literatuur worden zij beschreven als een moeilijke groep in Nederland. Het onderzoek naar Somalische jongeren in het voortgezet onderwijs dat Rosa Eversteijn, stagiaire bij Palet en studente Culturele Antropologie aan de Universiteit Utrecht in opdracht van Palet uitvoerde, laat een ander beeld zien. Zij concludeert dat het met de integratie van Somalische jongeren juist goed gesteld is. Jongeren hebben een positieve instelling, ze zijn over het algemeen positief over het voortgezet onderwijs, ze voelen zich thuis op school en zijn bezig met hun toekomst in Nederland. Deze factoren kunnen de positie van
3
ok to be r 20 05
P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Het voortgezet onderwijs levert een positieve bijdrage aan de integratie van jongeren. Door het onderwijs worden Somalische jongeren zich bewust van hun positie in de samenleving en leren zij een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Op school werken jongeren aan hun toekomst en nemen ze deel aan het maatschappelijke verkeer. Maar zijn er ook problemen, die volledige integratie in de weg staan. Ouders spelen tijdens de middelbare school periode van hun kinderen een grote rol. Zij geven aan dat zij het onderwijssysteem in Nederland moeilijk begrijpen. In het kader van het integratieproces is dit een slechte ontwikkeling. Als ouders het onderwijssysteem niet begrijpen, kunnen zij hun kinderen niet steunen tijdens hun schoolloopbaan. Een hiermee samenhangend probleem is de lage ouderbetrokkenheid van Somalische ouders. Deze twee problemen zien docenten als een groot knelpunt in de schoolloopbanen van Somalische leerlingen. Een ander probleem is dat ouders en leerlingen hoge verwachtingen hebben van het onderwijs in Nederland. Deze hoge verwachtingen kunnen op teleurstellingen uitlopen, als het niet zo loopt als een leerling zou willen. Ook blijkt de juiste keuze voor een vervolgopleiding vaak een probleem voor Somalische jongeren. Daarom is het belangrijk dat jongeren en hun ouders goed geïnformeerd
Mix De maatschappelijke positie van jongeren wordt met name bepaald door de gezinssituatie, het onderwijsniveau, de mate waarin jongeren het Nederlands beheersen en de sociale contacten die zij hebben. De meeste jongeren komen uit grote gezinnen. De grootte van het gezin blijkt een belangrijke factor als het gaat om de schoolprestaties van leerlingen. Uit de interviews blijkt dat hulp en motivatie van oudere broers en zussen positief uitpakken voor Somalische jongeren. Opvallend is ook dat alle jongeren thuis Nederlands praten, of in ieder geval een mix van Nederlands en Somalisch. Zij spreken wel Somalisch met hun ouders, maar met hun broers en zussen spreken zij Nederlands, waardoor hun spreekvaardigheid goed is. Het Nederlands wordt steeds meer de belangrijkste taal. De meeste Somalische jongeren volgen een vmbo-opleiding, maar zij vormen hiermee geen uitzondering. Het landelijke percentage van vmboleerlingen ligt namelijk op zestig procent. En Somalische jongeren blijken veel sociale contacten buiten hun eigen etnische groep te hebben.
Achtergrond en religie De etnisch-culturele positie is de mate waarin de groep als aparte groep wordt gedefinieerd, of zichzelf definieert. Religie en cultuur zijn voor Somaliërs altijd belangrijk geweest. Somalische jongeren zijn er echter in geslaagd hun cultuur en achtergrond een plek te geven in hun leven, zonder dat dit het integratieproces belemmert. Dit blijkt onder andere uit het feit dat de clanverbanden, verwantschapsrelaties, nauwelijks meer betekenis hebben voor Somalische jongeren. Dat betekent niet dat zij hun achtergrond vergeten zijn. Zij vinden het belangrijk om te weten waar zij vandaan komen, maar richten zich verder op hun toekomst in Nederland. Achtergrond en religie kunnen ook integratiebevorderende effecten hebben. Zo vertelt een vijftienjarige vwo-leerlinge: “De islam geeft mij steun in mijn leven. Ik geloof dat God mij kracht geeft om goed te functioneren. Het geeft mij meer zelfvertrouwen, waardoor ik beter kan presteren op school.”
foto: Ingrid van Rooij
2
Ouderbetrokkenheid
eens het verhaal van Somalische jongeren zelf te horen. Rosa Eversteijn heeft gekeken hoe het staat met de integratie van deze doelgroep. Ze heeft gekeken naar hun maatschappelijke en etnisch-culturele positie. De specifieke onderzoeksvraag was: op welke wijze draagt het voortgezet onderwijs bij aan de integratie van Somalische jongeren? Daarom zijn ook docenten van middelbare scholen en ouders geïnterviewd.
worden over de mogelijkheden in het onderwijs in Nederland.
Individuele benadering “Ik vind de Cito-toets een slecht systeem, omdat alles afhangt van een toets. Stel mijn dochter heeft een slechte dag, of ze is zenuwachtig en ze scoort minder dan normaal. Dan gaat het dus mis. Ik vind dat er gekeken moet worden naar de rapportcijfers van het hele jaar.” Net als deze vader hebben veel Somalische leerlingen en hun ouders grote moeite met de Citotoets. Het is in Somalië normaal dat ouders zelf bepalen naar welke school hun kinderen gaan. Veel ouders zijn daarom bereid te gaan praten met de leerkracht van de basisschool. Sommige leerkrachten hebben negatieve ervaringen met allochtone leerlingen. Dit kan leiden tot negatieve beeldvorming van de hele groep, waardoor de kans bestaat dat bij de beoordeling van leerlingen vooroordelen in de weg staan. Docenten zouden er meer bij stil moeten staan dat zij iedere leerling individueel beoordelen, ongeacht hun afkomst. De bevindingen uit dit onderzoek heeft Palet op 24 september jl. gepresenteerd tijdens een conferentie voor Somalische jongeren, hun ouders en betrokkenen bij het onderwijs. Het onderzoek levert voldoende suggesties en aanknopingspunten voor Palet om samen met betrokkenen in het onderwijsveld te werken aan verbetering van de positie en toekomst van Somalische jongeren in Brabant. Voor Somalische ouders zouden cursussen opgezet kunnen worden over het onderwijssysteem in Nederland. Ook kunnen actieve Somalische ouders ingezet worden als vrijwilliger. Somalische leerlingen zouden meer ondersteund moeten worden bij hun studiekeuze, zodat zij een realistisch beeld krijgen van hun toekomst en zich breder gaan oriënteren op een vervolgopleiding. Nadere informatie over het onderzoek ‘Somalische afkomst Nederlandse toekomst’ is te krijgen bij Rosa Eversteijn of Silverio Romanillos, (073) 615 47 37.
Somalische stagiaire in Computerhuis Den Bosch
Aanpassing laat zich niet forceren De doelstellingen van het Nederlandse inburgerings- en integratiebeleid lijken duidelijk. Het is erop gericht nieuwe migranten en allochtonen die al langer in ons land zijn maar zich in een geïsoleerde positie bevinden, te helpen een volwaardige plaats in de samenleving in te nemen. Maar hoe adequaat zijn de uitgangspunten van dat beleid en wat mogen we verwachten van de effecten ervan? Op 17 juni jl. gaf professor Fons van de Vijver, hoogleraar Psychologie & Maatschappij aan de Universiteit van Tilburg, hier een interessante visie op tijdens het eerste Palet-Babylon seminar. foto: Ingrid van Rooij
De uitkomsten van beleidsevaluaties laten zien dat overheidsingrijpen doorgaans geen grote effecten heeft op de integratie van allochtonen. Toch zijn de verwachtingen ten aanzien van dat beleid hooggespannen. Het lijkt daarom zinvol eens te kijken wat we nu echt weten over integratie.
opinie
Kebab of eenheidsworst?
Integratie niet hetzelfde als assimilatie We moeten ons in de eerste plaats afvragen wat we precies verstaan onder het begrip ‘integratie’. In maatschappelijke discussies wordt integratie vaak gelijkgesteld aan ‘assimilatie’, aan een volledige aanpassing aan de meerderheidscultuur. In principe is er bij integratie maar ten dele sprake van aanpassing. Integratie impliceert namelijk ook het behoud van de eigen cultuur. Allochtonen zelf lijken daarbij een duidelijk onderscheid te maken tussen het publieke en het private domein. ‘Buitenshuis’ zijn ze bereid tot bijstelling van culturele normen en gebruiken, ‘binnenshuis’ geven ze juist de voorkeur aan het behoud daarvan. Op basis van onderzoek kunnen we stellen dat allochtonen die scheiding ook echt nodig hebben. Internationale studies laten bijvoorbeeld zien dat minderheidsgroepen die zich het meeste thuis voelen in de ontvangende samenleving, juist die groepen zijn die voldoende ruimte krijgen hun eigen cultuur te bewaren.
Relativering beleidseffecten
cultuur is nodig voor integratie.
gaan dat initiatieven gericht op het ‘promoten’ van multiculturalisme grote effecten hebben op de attitudes van autochtonen. Onderzoek naar de ideeën van autochtonen over de multiculturele samenleving wijst bijvoorbeeld uit dat ingrijpende gebeurtenissen als de 11 september-aanslagen, die ideeën niet of nauwelijks hebben veranderd.
Verarming of verrijking In de derde plaats moeten we kritisch kijken naar de verdedigbaarheid van het perspectief dat we kiezen bij het formuleren van beleid. Sommigen beschouwen culturele diversiteit als een verarming van de samenleving. Het inburgeringsbeleid is daar in feite een uitvloeisel van. Het hebben van een andere taal of cultuur wordt gezien als een probleem, dat - via taalonderwijs en maatschappijeducatie - weggewerkt moet worden. Zo’n perspectief is niet alleen ethisch, maar ook wetenschappelijk weinig verantwoord. De taalwetenschap laat bijvoorbeeld duidelijk zien dat er wel verschillen zijn tussen talen, maar dat de ene taal zeker niet minder is dan de andere. Anderen zien diversiteit als een verrijking: het feit dat de samenleving is uitgebreid met een variëteit aan etnische groepen moet worden gezien als een culturele (of zelfs economische) waardenvermeerdering. De vraag is echter hoe realistisch zo’n perspectief is: het beschouwen van diversiteit als verrijking vertrekt vanuit
het idee dat alle culturele groepen een gelijkwaardige plaats innemen. We mogen echter niet voorbij gaan aan het feit dat er duidelijke machtsverschillen tussen die groepen bestaan.
Bescheidenheid Bovenstaande beschouwing maakt het volgende duidelijk. Allereerst moeten we ons er van bewust zijn wat integratie nu feitelijk inhoudt. Aanpassing aan de meerderheidscultuur is slechts één aspect. Integratie impliceert daarnaast, en dat is minstens even belangrijk, ruimte voor beleving van de eigen cultuur. Daarnaast moeten we oog hebben voor de beperkte maakbaarheid van culturele aanpassing. We moeten dan ook bescheiden zijn in onze verwachtingen ten aanzien van beleid dat beoogt die culturele aanpassing te versnellen. Ten slotte moeten we bescheiden zijn in onze visie op diversiteit. Als we de normen en gebruiken van andere culturele groepen als een probleem beschouwen (‘anders zijn’ gelijk stellen met ‘achterstand’), dan wordt het voor die groepen moeilijk echt deel te worden van de samenleving. Roel van Steensel medeorganisator Palet-Babylon seminar Het tweede Palet-Babylon seminar vindt plaats op 18 november 2005. Zie agenda.
3 P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
In de tweede plaats weten we uit onderzoek dat veranderingen in gedrag, attitudes en ideeën moeilijk te forceren zijn. We mogen er daarom niet zomaar van uitgaan dat beleidsinitiatieven gericht op integratie (of liever: assimilatie) grote effecten zullen hebben. We kunnen wel degelijk activiteiten opzetten waarbinnen migranten met succes aspecten van de autochtone cultuur leren kennen. Maar de mate waarin beleid van invloed is op culturele aanpassing zal vrijwel zeker beperkt zijn; acculturatie is een langdurig proces dat onmogelijk op korte termijn te ‘plannen’ is. We mogen er evenmin van uit-
Behoud van eigen
Betere schoolresultaten met steun van een mentor 4
Al sinds 2001 werkt Palet met allochtone mentoren om scholieren te begeleiden om hun schoolresultaten te verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om leerlingen die gedemotiveerd raken door slechte cijfers en dreigen af te haken. Maar ook om jongeren die onderpresteren en gezien hun capaciteiten een hoger onderwijsniveau aan zouden moeten kunnen. De mentoren zijn geen professionals, maar doen dit werk vrijwillig naast hun baan of opleiding. Een mentor: “Ik vind dat je best wat tijd mag vrijmaken om onze jeugd te helpen aan een betere toekomst”. Vaak hebben zij zelf ervaren hoe belangrijk het is om een vertrouwd figuur in je omgeving te hebben die je begrijpt en steun kan geven. Daarmee is het mentorschap geen vervanging, maar een aanvulling op de zorg vanuit school en andere voorzieningen.
De projectcoördinator van Palet begeleidt de mentoren. Inmiddels zijn ook andere scholen in Roosendaal betrokken geraakt bij het project. Een nieuwe ontwikkeling is dat nu ook autochtone leerlingen geholpen worden. Verder gaat de begeleiding ook plaatsvinden in de hoogste klassen van de basisschool. Aanleiding daarvoor is het signaal dat de meeste allochtone leerlingen doorstromen naar de laagste vormen van het voortgezet onderwijs. Allochtonen zijn daardoor in havo en vwo ondervertegenwoordigd.
Andere invulling In verschillende gemeenten in Brabant
maken naast mentoren ook gebruik van zogenaamde ‘tutors’: leerlingen uit hogere klassen die de jongere helpen met schoolvakken. Ook in andere gemeenten lopen gesprekken of zijn reeds vergevorderde plannen. We verwachten zeer binnenkort ook in Breda te starten.
Uitvoering overgedragen Nieuwste loot aan de mentorenstam is Oosterhout, waar op 1 september een mentorenproject is gestart volgens het concept van Roosendaal. Met het verschil dat de plaatselijke welzijnsorganisatie Merites de coördinatie heeft. Palet ondersteunt Merites intensief bij de opstartfase en adviseert over de methodiek. Maar
foto: Zakia Aadmi
P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Mentorprojecten zijn een geschikt instrument gebleken om schooluitval tegen te gaan. De afgelopen jaren is Palet de boer opgegaan om andere scholen te interesseren voor deze in Roosendaal ontwikkelde toepassing van mentoren in het onderwijs. Dit resulteerde in een grote diversiteit aan mentorprojecten.
Vertrouwen Op het Norbertuscollege in Roosendaal werd in 2001 voor het eerst gestart met schoolgebonden mentoren. Tijdens de huiswerkbegeleiding bleken leerlingen met problemen te kampen die daar niet opgelost konden worden. In samenwerking met de school, het lokaal welzijnswerk en de Marokkaanse organisatie Bades, startte Palet hier een mentorproject. Kern van de aanpak is individuele begeleiding van een leerling door een mentor, volgens een door school geformuleerde opdracht en met instemming van de leerling en de ouders. Palet draagt de zorg voor de werving en scholing van de mentoren. De school benoemt een contactpersoon, selecteert de leerlingen en biedt ruimte voor de begeleiding. De mentoren zien de leerling wekelijks minimaal een uur en onderhouden contact met school en zonodig de ouders. Meestal hebben de mentoren eenzelfde achtergrond als de leerling. Door hun kennis van cultuur, taal en omgangsvormen is er sneller vertrouwen en verloopt de communicatie beter. Bovendien vervult de mentor een voorbeeldfunctie. Een leerling zegt daarover: “Met mijn vriendinnen kan ik best veel bespreken, maar met mijn mentor is dat anders. We kennen elkaar niet, dus ik kon gewoon alles zeggen, zonder dat ze iets zou doorvertellen”.
Betrokkenen bij mentorproject Oosterhout
zijn inmiddels vergelijkbare projecten gestart. Zo zijn in Bergen op Zoom personen uit het bedrijfsleven mentor voor mbo-leerlingen. Dit project wordt uitgevoerd door de lokale welzijnsorganisatie Traverse. Palet is slechts betrokken als adviseur. Dat is anders in Tilburg waar Palet de afgelopen jaren het project coaches uitvoerde. Dit project onderscheidde zich door een andere opzet. Hier werden vanuit een stedelijke pool mentoren beschikbaar gesteld voor de begeleiding van leerlingen bij hun schoolloopbaan. Scholen konden hiervan gebruik maken, maar bijvoorbeeld ook ouders of een jongerenorganisatie. Den Bosch kent weer een andere variant die uitgevoerd wordt door de Stichting Marokkaanse Jongeren (SMJH). Zij
liefst drie scholen nemen deel: de vmboscholen Florijncollege, het Hanze college en het Mgr. Frenckencollege voor havo/vwo. Palet zit in de stuurgroep en is verantwoordelijk voor de scholing van de mentoren en de tussentijdse intervisie. Merites zorgt voor de werving van de mentoren, zodat na de herfstvakantie met de begeleiding van leerlingen kan worden begonnen. Met de groei van mentorprojecten krijgen jongeren de benodigde ondersteuning om schooluitval tegen te gaan. Ook dringen steeds meer allochtonen door tot de hogere vormen van het voortgezet onderwijs. Meer informatie over mentorenprojecten bij Majid Ben Ali, coördinator programma onderwijs (076) 522 30 50.
Kleurrijke zorg
Met ondersteuning van Palet en Radar startte Huispitaal, een thuiszorgorganisatie met als werkgebied Midden- en WestBrabant en Eindhoven/De Kempen, een proces van interculturalisering. Daarmee beoogde Huispitaal in te spelen op toekomstige groepen zorgvragers, zoals allochtonen. Tegelijk sloot het ook aan op haar visie op zorg. “Iedereen moet iedereen kunnen verplegen of verzorgen”, zo verwoordt Anne-Marie van den Ouweland, verpleegkundig functionaris innovatie bij Huispitaal, deze visie. Er werden plannen gemaakt voor het beter afstemmen van het aanbod op allochtonen, het opnemen van allochtone medewerkers en het werven van nieuwe klanten. Een Marokkaanse en een Turkse intermediair gingen aan de slag om contacten te leggen en knelpunten en behoeften van ouderen te verzamelen. Voor het eigen personeel hielden een nieuwsbrief, teamoverleg en een speciaal ingestelde werkgroep ‘Kleurrijk Huispitaal’ het onderwerp warm. Maar vooral pleegde men veel inzet om contacten te leggen met de doelgroep allochtonen en hen te informeren over het aanbod en de mogelijkheden van de thuiszorgorganisatie.
Huiskamerbijeenkomsten
De leden van de werkgroep Kleurrijk Huispitaal/ZZN
Marij van den Nouweland van Palet hierover: “De ouderen hebben vooral behoefte aan huishoudelijke hulp, maar zien daar door de hoogte van de eigen bijdrage vaak vanaf. De familie verleent zo lang mogelijk de nodige zorg.”
Drempels De huiskamergesprekken leverden veel informatie op over hoe tegen thuiszorg wordt aangekeken, waar de prioriteiten liggen en wat de knelpunten zijn. Naast de eigen bijdrage bleek ook de ingewikkelde regelgeving een belemmering voor het inschakelen van thuiszorg. Bovendien weten velen niet hoe de thuiszorg functioneert, of ze hebben in het verleden negatieve ervaringen opgedaan. Inmiddels is Huispitaal gefuseerd met de Zorggroep Zuid-Nederland (ZZN), een organisatie die vooral kraamzorg aanbiedt. Dit dienstenaanbod bleek goed aan te sluiten bij de behoeften van veel jonge allochtonen. In de voorlichting is hierop aangesloten en zo raakte ook ZZN nauw betrokken bij het interculturaliseringsproces. De deelneemsters gaven in de gesprekken ook aan behoefte te hebben aan specialistische zorg, bijvoorbeeld bij diabetes, gehandicapten, hulp bij depressies, eenzaamheid en ondersteuning van mantelzorgers. Bij mogelijke zorgvragen zijn daarna huisbezoeken afgelegd om in individuele gesprekken de vraag helder te krijgen. Deze werkwijze was erg arbeidsintensief,
maar de medewerkers van Huispitaal leerden daardoor wel veel over de leefsituatie en waarden en normen van de zorgvrager. Behalve deze individuele contacten bouwde Huispitaal ook een netwerk op met (allochtone) sleutelfiguren en organisaties. Hiervoor introduceerde Palet Huispitaal bij een aantal organisaties in vooral West-Brabant.
Inzicht Door de verschillende activiteiten is veel geleerd en zijn directe contacten ontstaan. Medewerkers hebben hierdoor meer inzicht in de wensen en behoeften van allochtone doelgroepen en culturele aspecten in de zorgverlening. Betrokkenen hebben veel ervaring en expertise opgebouwd die ze overdragen aan andere medewerkers. De werkgroep Kleurrijk Huispitaal/ZZN waarborgt de aandacht voor interculturalisering binnen de instelling. Mede doordat in de werkgroep behalve Anne-Marie van den Ouweland ook leidinggevenden van Huispitaal en ZZN participeren. De organisatie wil daarnaast voor alle teams aandachtsfunctionarissen benoemen. Van den Ouweland: “Het proces is in gang gezet, dat is niet meer te stoppen”. Meer informatie over het project is verkrijgbaar bij Latifa Lazaar van Palet (076) 522 30 50 of Anne-Marie van den Ouweland, projectcoördinator vanuit Huispitaal, (0162) 44 72 44.
5 P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Voor de voorlichting aan allochtone ouderen werd gebruik gemaakt van een onorthodoxe methode: huiskamerbijeenkomsten. In de informele en vertrouwde sfeer van een huiskamer gaven de projectleidster van Huispitaal en een Paletmedewerkster voorlichting en informatie over de thuiszorg. Voor de organisatie gebruikte Palet een soort tupperware methode: een contactpersoon werd gevraagd een bijeenkomst te houden in haar huis en daarvoor ouderen en familieleden uit haar omgeving uit te nodigen. De gastvrouw verzorgde ook de drankjes en hapjes. In 29 bijeenkomsten in Bergen op Zoom en Roosendaal werden daarmee ruim 320 vrouwen bereikt. Dat leverde een schat aan informatie en inzichten op. Van den Ouweland: “Op basis van landelijk onderzoek en prognoses verwachtten we meer gezondheidsproblemen bij oudere allochtonen. Door het zware en vieze werk dat zij deden zouden zij eerder oud zijn. In de gesprekken bleek daar echter geen sprake van, er kwamen ook weinig concrete zorgvragen.”
foto: Marij van den Nouweland
Sinds 2002 verricht Huispitaal thuiszorg extra inspanningen om hun zorg klaar te stomen voor de doelgroep allochtonen. Inmiddels is veel geleerd van en over deze groep, Huispitaal is er klaar voor. Toch vragen nog maar weinig allochtone ouderen om hulp, jongeren weten de organisatie beter te vinden.
Allochtonen meer betrekken bij vrijwilligerswerk 6
Breda-Actief is het steunpunt voor sport en vrijwilligerswerk in Breda. Mede op uitnodiging van de gemeente Breda heeft het steunpunt een plan opgesteld om de participatie van allochtonen aan vrijwilligerswerk te vergroten, organisaties met allochtone vrijwilligers te ondersteunen en de eigen organisatie te interculturaliseren. Om vanuit de Bredase praktijk naar de dynamiek tussen allochtonen en vrijwilligersorganisaties te kunnen kijken zijn in samenwerking met Palet drie panelgesprekken georganiseerd. De gesprekken hebben in mei 2005 plaatsgevonden. Centrale doelstelling van deze panelgesprekken was om de ervaringen en verwachtingen van vrijwilligers en vertegenwoordigers van organisaties in beeld te krijgen. Het ging er hierbij om zicht te krijgen op de thema’s die van belang zijn bij de werving, instroom en behoud van allochtone vrijwilligers binnen algemene vrijwilligersorganisaties. Aan de panelgesprekken deden vertegenwoordigers van Bredase organisaties en individuele allochtone vrijwilligers mee. foto: Zakia Aadmi
P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Waarom werken maar zo weinig allochtone vrijwilligers bij algemene vrijwilligersorganisaties? Hoe zouden wij hen beter kunnen bereiken? Om op deze vragen antwoord te vinden organiseerde Breda-Actief in samenwerking met Palet panelgesprekken met allochtone en autochtone betrokkenen. Dit leverde nieuwe gezichtspunten en bruikbare tips voor zowel de eigen organisatie als de gemeente.
Dilemma’s van diversiteit Een thema dat sterk naar voren kwam in de panelgesprekken waren ‘de dilemma’s’ van diversiteit in het vrijwilligerswerk. Want hoe ver moet je gaan om de ander te bereiken? Hoe tolerant moet je naar elkaar zijn? Deelnemers gaven aan dat het van twee kanten moet komen. Zelfs wanneer allochtone vrijwilligers de weg weten te vinden naar ‘witte’ organisaties, moet niet vergeten worden dat ontmoeting van verschillende culturen verschillende omgangsvormen en verschillende talen met zich mee brengt! Een van de deelnemers aan de gesprekken verwoordde dit als volgt: “Zowel allochtonen als autochtonen moeten hun best
doen om de ander te begrijpen.” “Autochtonen (organisaties) mogen best wel wat meer hun best doen, en niet altijd dezelfde allochtone vrijwilliger voor iets op laten draven” was een aanvulling van een andere deelnemer. “Je moet zorgen dat je elkaar kunt bereiken, dus allochtonen moeten autochtonen bereiken en andersom ook!”, werd ook gezegd. Respect is hier volgens de deelnemers van groot belang. “Je moet elkaar leren kennen, elkaars normen en waarden respecteren.”
- Vrijwilligersorganisaties en organisaties van allochtonen moeten samenwerken en elkaar ondersteunen. In een derde panelgesprek is met de deelnemers gekeken naar positieve ervaringen met de inzet van allochtone vrijwilligers in Breda. En er is gezocht naar mogelijke verbeterpunten en (nieuwe) samenwerkingspartners. Op basis van de resultaten van de drie gesprekken heeft Palet de volgende aanbevelingen gedaan: Zorg dat er informatie-uitwisseling op gang komt tussen organisaties van allochtonen, vrijwilligersorganisaties en (potentiële) vrijwilligers. Mogelijkheden hiervoor: het ‘slapende’ vrijwilligersplatform in Breda weer actief maken, een informatiemarkt voor vrijwilligers opzetten en een sociale kaart maken. Zet actief in op deskundigheidsbevordering op het gebied van interculturele communicatie. In september is Palet al gestart met workshops voor de medewerkers van Breda-Actief. Voer discussie met allochtone vrijwilligers over de vraag ‘wat wordt nu precies bedoeld met Breda: actief! vrijwilligerswerk?’ Stimuleer bilateraal contact tussen de organisaties van allochtonen en vrijwilligersorganisaties. Ook de rol van de media was een hot Palet heeft de resultaten en aanbevelinitem tijdens de gesprekken. De media gen van de panelgesprekken tijdens een hebben een zekere plicht om iets aan feestelijke bijeenkomst op 8 september jl. diversiteit in de samenleving te doen. gepresenteerd. Han Rijersberg, directeur “Maar ook allochtonen zélf moeten Palet, benadrukte het belang van vooral ervoor zorgen dat er ook positief nieuws dingen samen doen. Hij overhandigde te melden valt. Daarom moeten ‘wij, het rapport ‘Diversiteit in vrijwilligersallochtonen’ in dialoog gaan met de werk’ aan mevr. Heerkens, wethouder media! Samenwerken is juist belangrijk”, van de gemeente Breda en Henk aldus een van de allochtone vrijwilligers. Haarhuis, een van de coördinatoren van Breda-Actief. De vrijwilligersorganisaties Bruikbare suggesties kunnen ermee aan de slag! Uit de eerste twee panelgesprekken werden vier hoofdlijnen zichtbaar: Meer informatie bij Corrie Marijnissen, - Diversiteit is er wel, maar het leeft niet! Breda-Actief, (076) 52 33 555 of - Voor diversiteit zijn heldere, haalbare Mustapha Soussi, adviseur Palet, doelen nodig. (073) 615 47 37. - Diversiteit is een proces van lange adem.
in
Ambitieus, resultaat- en doelgericht, enthousiast, creatief, realistisch, besluitvaardig en gemotiveerd. Zo omschrijft het bestuur van ID2 zichzelf in haar plan van aanpak. Dit is niet te veel gezegd; deze Marokkaanse jongerenorganisatie uit Veghel bruist van energie en activiteiten. “We zijn met een groep van vijf vriendinnen begonnen, drie jaar geleden”, vertelt Sanaa Benyamina, de voorzitter van ID2 (spreek uit: ID Kwadraat). “Het viel ons op dat alleen in de grote steden activiteiten voor Marokkaanse jongeren werden georganiseerd. We wilden dat ook in Veghel eens iets leuks zou gebeuren.” Layla El Hiri, PR-bestuurslid, vult aan: “We dachten: dat kunnen wij in Veghel ook. We zijn toen op zoek gegaan naar jongens die met ons mee wilden werken.” Zo ontstond een groep van tien actieve jongeren, die als ID2 aan de slag ging. Hoe komen ze aan die bijzondere naam ID2? Sanaa: “De letters ID zijn de afkorting van Identititeit. Iedereen heeft een identiteit; Marokkaan, Turk, Nederlander of Chinees. De I is van informatie, interesse, intercultureel, informatief, interactie. De D staat voor doen, denken, durven. Dit zijn de doelen die wij willen bereiken. Alles komt in het kwadraat terug.”
Tamtam
Gemengd bestuur Momenteel telt het bestuur van ID2 zes actieve leden: drie meiden en drie jongens, in de leeftijd tussen 24 en 27 jaar. Een deel studeert, een deel heeft een (fulltime) baan. Een bestuur met net zoveel jongens als meiden; dat is vrij uniek. “We hebben hier bewust voor gekozen. Jongens hebben vaak een andere kijk dan meisjes. En ze hebben ook andere ingangen, bijvoorbeeld bij het bestuur van een moskeevereniging. Zo bereik je samen meer.” Het bestuur gaat de komende tijd wat efficiënter werken. Younes Biyadat: “We stellen voor elke activiteit een werkgroepje in, dat verantwoordelijk is voor de organisatie en uitvoering. Hiermee proberen we ook nieuwe jongeren te betrekken en enthousiast te maken.” Waarom steek je zoveel tijd en energie in deze activiteiten? Sanaa: “Het kost veel, maar het geeft je ook heel veel voldoening. Je voelt dat je mensen wat te bieden hebt. Als je al die blije gezichten ziet, bijvoorbeeld tijdens een multicultureel feest, dan doet je dat ontzettend goed.” Vragen of interesse? Mail naar:
[email protected]
foto: Zakia El Hiri
7 P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Per jaar staan drie terugkerende activiteiten op het programma van ID2: activiteiten tijdens de Ramadan, een sporttoernooi en een multicultureel feest. Sanaa: “Veel jongeren weten niet veel over de achtergronden van de islam. Wij bieden ze gelegenheid om bij elkaar te komen en meer te leren over hun geloof.” “Onze activiteiten zijn niet alleen voor jongeren”, vertelt Layla, “maar voor de hele Veghelse gemeenschap, van jong tot oud.” Voor hun sporttoernooien nodigt ID2 teams uit heel Nederland uit. Er doen ook jongeren van andere nationaliteiten mee. Met het multiculturele feest bereiken ze een brede laag van de Veghelse bevolking. Jong en oud, Marokkaans, Nederlands, Turks; iedereen is welkom om te proeven van de Marokkaanse cultuur. “We proberen ons ieder jaar te overtreffen met wat we de gasten bieden op dit feest. We geven er steeds een extra tintje aan. Layla: “We zetten met onze activiteiten Veghel in de schijnwerpers. Als een tamtam gaat het nieuws rond; mensen komen vanuit heel Nederland.”
“Met behulp van sponsors kregen we alle benodigde middelen bij elkaar. We gingen gewoon alle winkels langs in Veghel om een bijdrage in natura te vragen. We hebben die eerste jaren eigenlijk alles bij elkaar geschooid”, lacht Sanaa. Met de ambitieuzere plannen rees de vraag om ook subsidie van de gemeente aan te vragen. “In februari 2004 zijn we een officiële stichting geworden. We hebben een plan van aanpak opgesteld en subsidie gekregen. Maar we proberen toch om zo weinig mogelijk afhankelijk te zijn van subsidie. Want stel dat we volgend jaar niets of minder krijgen, dan moeten we toch weer met sponsordonaties onze activiteiten bekostigen.” Naast de geplande activiteiten reageert ID2 ook op actuele ontwikkelingen. Sanaa: “Vlak na de moord op van Gogh zijn we met flap-overs in het centrum van Veghel gaan staan. We vroegen de voorbijgangers om hun gevoel, hun eerste gedachte op deze flap te zetten. Dat was soms negatief en soms positief. In ieder geval raakten we met de mensen in gesprek en de mensen ook met elkaar. Wij wilden hiermee uitstralen: blijf respect houden voor elkaar. Ook in deze moeilijke tijden.”
beeld
ID2 enthousiaste jongerenorganisatie Veghel
Reageren op actualiteit
Bestuur ID2 (vlnr): Firdaous Azzabi, Hisham
De eerste twee jaar heeft ID2 de activiteiten helemaal op eigen kracht bekostigd.
Kasmi, Layla El Hiri, Younes Biyadat, Sanaa Benyamina (afwezig: Mounir Benabdillah)
korte berichten Nieuwe gezichten bij Palet 8
Onderzoek externe communicatiemiddelen In de eerste helft van dit jaar heeft Palet haar externe communicatiemiddelen onder de loep laten nemen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Nohmi Bollebakker, student aan de Universiteit van Tilburg, faculteit Bedrijfseconomie. Doel van dit onderzoek was zicht te krijgen op de sterke en zwakke kanten in de communicatiemix van externe media van Palet. Naar 1318 klanten is een vragenlijst gestuurd; 194 formulieren zijn ingevuld terug gekomen. We zijn erg blij met deze respons en danken iedereen die de moeite heeft genomen om mee te doen aan dit onderzoek. De aanbevelingen en suggesties die uit het onderzoek naar voren komen zullen we benutten om ons communicatieaanbod aan te scherpen. Wij hopen dat hierdoor onze communicatie met u zal verbeteren.
n colofo
P a l e t s t re k e n 3 o k t o b e r 2 0 0 5
Sinds 1 juli jl. heeft Palet een nieuwe programmamanager als opvolger van Jan Veneman. Zijn naam is Roel de Krijger. Roel heeft in Nijmegen Mediterrane Studies gevolgd en is afgestudeerd op het Nederlandse minderhedenbeleid en organisatievorming van migranten. Voor hij in dienst trad bij Palet was hij werkzaam in een soortgelijke organisatie, namelijk het Multicultureel Instituut Utrecht. Hier had hij de functie van adviseur zelforganisaties en lokaal beleid en later werd hij afdelingshoofd. Bij Palet is hij nu programmamanager van de programma’s zorg & welzijn en samenleven. Voor de samenwerking tussen Palet en Babylon (UvT) is per 16 augustus jl. Eefje Vonken uit Tilburg gestart als opvolgster van Nadia Eversteijn. Danielle van Ormondt is per 1 september in dienst als personeelsfunctionaris.
Paletstreken is de periodiek van Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant. Het wordt verspreid onder haar relaties en overige belangstellenden. Paletstreken informeert over activiteiten en projecten van Palet. Het verschijnt vier maal per jaar. Voor reacties en informatie kunt u contact opnemen met het hoofdkantoor van Palet te Eindhoven, (040) 235 99 99. Overname van artikelen is toegestaan, mits Paletstreken als bron wordt vermeld. Palet is onderdeel van het netwerk van steunfunctieorganisaties in Brabant. Deze uitgave is mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Noord-Brabant. Redactie Ingrid van Rooij Willie Vissers Met bijdrage van: Rosa Eversteijn (Somalische jongeren) Basisontwerp Lauría Grafisch Ontwerp BNO, Utrecht Layout en drukwerk Drukkerij Gianotten, Tilburg Oplage 2.000 exemplaren
publicaties Op naar een rijk bereik - Handvatten voor intercultureel publieksbereikHet Brabantse publiek verkleurt en vormt een (commercieel) interessante doelgroep. Maar weten de podia dit nieuwe multiculturele publiek ook te bereiken en te interesseren? Dit boekje geeft concrete methoden hiervoor. Uitgave: Kosmose, expertisecentrum voor culturele diversiteit, juni 2005 Auteur: Tynke Hiemstra Prijs: € 5,-
Kleurrijk Eindhoven in dialoog - een artikelenreeks over positieve voorbeelden in de Eindhovense multiculturele samenleving Uitgave: Gemeente Eindhoven in samenwerking met Palet en Loket W, september 2005
agenda Zaterdag 12 november 2005 PSOB themadag ‘Generaties in dialoog’ De jaarlijkse ontmoetings- en themadag van het Platform Surinaamse Ouderen in Brabant gaat over het bevorderen van contacten tussen de verschillende generaties. Fos’ten, de landelijke organisatie voor Surinaamse 50+ vrouwen, zal het thema inleiden. Plaats: Philharmonie, Oude Goirleseweg 167 in Tilburg Tijd: 13.00 – 17.00 uur Informatie: Sherida Karamat Ali, (013) 532 14 36 Vrijdag 18 november 2005 Tweede Palet-Babylon seminar Thema: Islam en beeldvorming Met o.a. een lezing van prof.
dr. Herman Beck, hoogleraar fenomenologie van de godsdiensten Tijd: 13.00 – 16.00 uur Plaats: Universiteit van Tilburg, zaal SZ17 Meer informatie bij Mohamed Elmir, (013) 532 14 36 Vrijdag 25 november 2005 Conferentie over de arbeidspositie van Somaliërs in Brabant SomZoB, het provinciaal platform Somalische zelforganisaties in Brabant, organiseert deze conferentie in samenwerking met Palet. Tijd: 12.00 – 16.00 uur Plaats: nog niet bekend Nadere informatie bij Farimos Maalim (voorzitter SomZob) of Silverio Romanillos (adviseur Palet), (073) 615 47 37
adres
Diversiteit in vrijwilligerswerk - rapportage panelgesprekken Breda-Actief Suggesties en tips voor het betrekken van allochtonen bij vrijwilligerswerk, op basis van gesprekken met vertegenwoordigers van Bredase organisaties en allochtone vrijwilligers. Uitgave: Palet, september 2005 Het rapport is aan te vragen bij Breda-Actief, (076) 52 33 555
Het boekje ‘Kleurrijk Eindhoven in dialoog’ is gratis aan te vragen bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, (040) 238 28 83 (zolang de voorraad strekt).
hoofdkantoor Willemstraat 59 5611 HC Eindhoven tel: (040) 235 99 99 fax: (040) 244 57 12 e-mail:
[email protected] internet: www.palet.nl