Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Afstudeeropdracht
Marloe Boon Marloe Boon blijft volgens de Auteurswet 1912 te allen tijde eigenaar van de publicatie. Hieronder valt ook de verzameling opgenomen werken, gegevens of andere elementen in de publicatie. Niets mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van Marloe Boon.
400502 Hogeschool INHOLLAND Alkmaar Commerciële Economie Bergerweg 200 1817 MN Alkmaar Sp!ts, onderdeel van BasisMedia B.V. Basisweg 30 1043 AP AMSTERDAM www.spitsnieuws.nl
Begeleider INHOLLAND: Begeleider Sp!ts:
Marten Coerts Bart Mouter
Amsterdam, juni 2009
Marloe Boon
Pagina 2 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
We are of course a nation of differences. Those differences don’t make us weak. They’re the source of our strength." (Jimmy Carter, 39e president VS)
"Het woord allochtoon zelf is niet slecht, het is de media die er een slechte betekenis aan heeft gegeven.“ (Respondent van niet-Nederlandse afkomst over het woord allochtoon)
"Mevrouw, ik moet helaas constateren dat u op grond van enerzijds een aantal slechte persoonlijke ervaringen, en anderzijds vanwege het heersende vooroordeel tegen met name de mannelijke kanker-Marokkanen, niet meer in staat bent de individuele gevallen op hun waarde te schatten..." (Uit de Nederlandse dramaserie Najib & Julia)
"Vreselijk, die man was dood, gewoon vermoord. En het enige wat wij waren was opgelucht (...), opgelucht dat de moordenaar geen buitenlander was, maar een Nederlander." (Respondent van niet-Nederlandse afkomst over de moord op Pim Fortuyn)
"Het heeft alles te maken met bekrompenheid." (Respondent van niet-Nederlandse afkomst over het reageren van personen van niet-Nederlandse afkomst op bepaalde onderwerpen)
"Als jij een baby krijgt is het toch net zo goed een nieuwe Nederlander? En wat is mijn kind dan? Een nieuwe nieuwe Nederlander?" (Respondent van niet-Nederlandse afkomst over de definitie 'Nieuwe Nederlander')
"Kent u Goede Tijden Slechte Tijden, juf, zit altijd een excuus-neger in, knuffelturk, alibiali is net zoiets…" (Uit de Nederlandse dramaserie Najib & Julia)
"Wat mij betreft kunnen ze een ander discussiepunt kiezen dan vervanging van het woord allochtoon. Want ik, als allochtoon, voel me gewoon Nederlander." (Respondent van nietNederlandse afkomst over het de definities ' allochtoon' en' Nieuwe Nederlander')
"Ze missen niets aan de Nederlandse media, ze missen het land van herkomst." (Expert over hoe Nederlandse media meer Nederlanders van buitenlandse afkomst kan bereiken)
Marloe Boon
Pagina 3 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Samenvatting In de eerste helft van 2009 is onderzoek gedaan naar Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de media. Het onderzoek vond plaats onder personen van Nederlandse, Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Arubaanse, Antilliaanse en Indische afkomst in de leeftijd 15 t/m 35 jaar. Fieldresearch is uitgevoerd door middel van interviews met experts, interviews met jongeren en een enquête onder 280 jongeren en jongvolwassenen uit bovenstaande herkomstgroepen. Dit geeft een betrouwbaarheid van 90 procent. Het aantal personen van niet-Nederlandse afkomst blijft groeien in Nederland. In 2050 zijn er 4,8 miljoen personen van niet-Nederlandse afkomst in Nederland, waarvan 2,7 miljoen van niet-westerse afkomst. Dat is drie op de tien inwoners in 2050 tegenover twee op de tien inwoners nu. De meerderheid woont in de vier grote steden; Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De grootste niet-westerse groep is afkomstig uit Turkije. Vanaf de tweede generatie oriënteert men zich steeds meer op de Nederlandse samenleving in plaats van het land van afkomst. Beheersing van de Nederlandse taal en deelname aan het onderwijs spelen daarin een belangrijke rol. In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep etnische minderheden in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De ouders spelen een grote rol in het leven van deze groep. De moeder houdt zich het meest bezig met de dagelijkse opvoeding. Zij zorgt dat de cultuur uit het land van herkomst wordt meegegeven. De jongere of jongvolwassene maakt een mix van de Nederlandse normen en waarden, en de normen en waarden die thuis heersen. Ouders, school en media helpen mee aan het vormen van de identiteit. De media worden gebruikt om een middenweg te vinden door de normen en waarden die ze vanuit de cultuur thuis meekrijgen en de normen en waarden uit de zogenaamde Nederlandse cultuur. De jongeren en jongvolwassen van niet-Nederlandse afkomst vinden bijna unaniem dat zij overwegend negatief in beeld worden gebracht. Uit onderzoek blijkt dat minderheiden vooral in het nieuws komen naar aanleiding van incidenten en in relatie tot problemen als criminaliteit en werkloosheid. Hun afkomst wordt expliciet vermeld. Media en onderzoekers doen er goed aan het woord allochtoon nader te verklaren, en de specifieke afkomst te gebruiken. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp, anders is man, vrouw, kind of groep personen voldoende. De jongeren en jongvolwassenen denken dat dit ook bij zal dragen aan een positievere beeldvorming over hen. Toch moet er niet vergeten worden dat de meeste van hen de Nederlandse nationaliteit hebben, en in dat geval zijn het Nederlandse personen. Televisie, internet en dagbladen zijn de meest populaire middelen om op de hoogte te blijven van zaken die jongeren en jongvolwassenen interesseren. Het meest gebruikte Nederlandse medium is internet, gevolgd door televisie. Dit is respectievelijk 97,4 procent en 97 procent. Het gebruik van internet is de laatste jaren gestegen, de ondervraagden maken zes tot zeven keer per week gebruik van internet. Het lezen van tijdschriften en dagbladen en het kijken van televisie is de laatste jaren constant gebleven. Hiermee kan gezegd worden dat gedrukte media minimaal leiden onder de verschuiving van gedrukte media naar bewegende media. Onder jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst leest 88,7 procent een dagblad, waarvan 58,1 procent de gratis dagbladen Metro, Sp!ts en de Pers leest. Radio dient als achtergrondmedium en het gebruik hiervan is de laatste jaren constant gebleven. Het merendeel van de jongeren staat negatief tegenover reclame waarvan zij hinder ondervinden, zoals bij een programma dat onderbroken wordt. Reclame in gedrukte media wordt het best gewaardeerd. Nederlandse jongeren en jongvolwassenen gebruiken net iets meer Nederlandse media. Dit verschil is gemiddeld 3,2 procent. Het meeste verschil vindt plaats in het lezen van Nederlandse tijdschriften, het kijken van Nederlandse televisie is bijna gelijk. Het gemiddelde verschil is zo laag dat er geen rekening Marloe Boon
Pagina 4 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media mee gehouden hoeft te worden. De jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst gebruiken ook media uit eigen land. Het populairste medium uit land van herkomst is televisie (60,1 procent), gevolgd door internet (59,9 procent), radio (31 procent) en dagbladen (25,7). Tijdschriften zijn het minst populair (24,6 procent). De Turkse gemeenschap gebruikt meer eigen media dan welke andere herkomstgroep. De reden hiervoor is dat het aanbod uit Turkije verreweg het grootst is en er wordt ook vaak de Turkse taal onderling gesproken, waardoor ze Turkse media begrijpen. Uit de enquête blijkt dat 96,4 procent Sp!ts kent. De jongeren en jongvolwassenen staan neutraal tot positief tegenover Sp!ts ten opzichte van andere gratis dagbladen. Sp!ts wordt door de lezers veelal voldoende beoordeeld, wat in rapportcijfers het cijfers zeven betekent. De jongeren vinden Sp!ts vaak te Nederlands georiënteerd, er ontbreekt buitenlands nieuws, vooral uit de landen van herkomst van de ondervraagden. Er zijn verschillende mediakanalen en bedrijven die zich alleen richten op personen van buitenlandse afkomst. Het moet niet te dik er boven op liggen dat de bedrijven zich op personen van buitenlandse afkomst richten. De communicatie moet dus niet (merkbaar) zijn aangepast. Dit om niemand uit te sluiten of verkeerde associaties op te roepen. Het is beter om in te spelen op de interesses en behoeftes in plaats van de afkomst van de persoon. Het moet een juiste afspiegeling zijn van de samenleving. Als er alleen producten en/of diensten worden aangeboden aan personen van buitenlandse afkomst, is het wel toegestaan om dit ook in reclame uitingen kenbaar te maken. De reclame uitingen kunnen in dat geval het best worden geplaatst in de omgeving van de personen van niet-Nederlandse afkomst. Er moeten meer journalisten, columnisten, programmamakers en andere werknemers in de media van niet-Nederlandse afkomst aanwezig zijn. Dit vergroot het referentiekader om zo meer aan te sluiten aan bij jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. Er moet een realistischer beeld van de samenleving worden gegeven, met aandacht voor individuen en niet te generaliserend naar hele bevolkingsgroepen toe. Behalve negatieve verhalen over jongeren en jongvolwassenen van nietNederlandse afkomst en hun herkomstlanden, moeten er ook positieve verhalen worden weergegeven. Personen van niet-Nederlandse afkomst moeten worden opgenomen als vanzelfsprekend. Om dit weer te kunnen geven in de media, moet iedereen een plek worden gegund in de Nederlandse samenleving.
Marloe Boon
Pagina 5 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Executive summary In this paper consumer behaviour of young, ages 15 to 35, people from Dutch and other origins is examined. The study was conducted from January to April 2009. It concerns young people and youngadults of Dutch, Turkish, Moroccan, Surinamese, Arabian, Antillean and Indian origin. Field research has been carried out through interviews with experts and young people and an inquiry was held under 280 young people from origins mentioned above. The number of persons of non Dutch origin grows in the Netherlands. In 2050, 4.8 million persons of non Dutch origin will live in the Netherlands, of which 2.7 million from non west European origin. That is three out of every ten inhabitants in 2050, compared with two out of ten inhabitants now. These persons live mainly in the four large cities; Amsterdam, the Hague, Rotterdam and Utrecht. The largest non west European group comes from Turkey. The second generation is much more oriented on the Dutch society instead of the country of origin. This is a result of being able to speak the Dutch language and participation in Dutch education. There are 1.076.688 persons in the group ethnic minorities in the ages of 15 to 35 years. In this group the parents play an important role in the lives of their children. The mother occupies herself with the daily education. The culture of the country of origin is passed on by the mother. The youngster or young adult himself makes a mix of the Dutch norms and values and the norms and values which dominate at home. The parents, school and media help to form the identity. For this objectivity is necessary. To find a middle course in the norms and values which they get from the origin culture and the so-called Dutch culture media are used. The young people and young-adults of non Dutch origin almost unanimously agree that they are depicted negatively in the media. Research shows that minorities, especially in the media, are connected to such problems as crime and unemployment. The media and researchers should give more information about the word immigrant („allochtoon‟) like the country of origin. But, only if it is necessary to use the word immigrant, otherwise the media should use man, woman, child or group. This will contribute to a positive representation with regard to young people and young-adults from foreign origin. But, most of these young people and young-adults have the Dutch nationality, so they are Dutch persons. Television, internet and newspapers are the most popular means to keep informed. The most used Dutch communicator is internet, followed by television, respectively 97.4 percent and 97 percent. The last years the use of internet has increased, the respondents use the internet six to seven times a week. The reading of magazines and newspapers and watching television has remained stable the last years. Amongst young people and young-adult of foreign origin 88.7 percent reads a newspaper, of which 58.1 percent reads the free newspapers Metro, Sp!ts and de Pers. Radio is a background medium and the last years the use has remained stable. The majority is against advertisements, commercials which they feel as an inconvenience, because a program is interrupted. They appreciate advertisements in printed media more. Dutch young people and young-adults use more Dutch media. The difference is about 3.2 percent. The average difference is so low; this should not be taken into account. Young people and young-adults also use media from their origin country. Television is the most popular communicator of the country of origin (60.1 percent), followed by internet (59.9 percent), radio (31 percent) and newspapers (25.7 percent). Magazines are the least popular (24.6 percent) medium. Turkish society uses media from the country of origin more frequently than any other ethnic group. This is because the largest offer of media is from Turkey and mostly the Turkish language is spoken by the young people and young-adults of Turkish origin.
Marloe Boon
Pagina 6 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media The inquiry shows that 96.4 percent knows Sp!ts. Young people and young-adults are neutral to positive about Sp!ts compared with other free newspapers. The readers are satisfied about Sp!ts, they judge the newspaper as sufficient. Young people think Sp!ts is too Dutch oriented, foreign news is missing, especially news about the countries of origin of the respondents. There are different media and companies, which focus on people and young-adults of foreign countries. They should not only focus on this group. The communication must not be adapted, so as not to exclude groups or bring wrong kinds of associations to mind. It is better to respond to their interest and needs in stead of their origin. If the company has no other products or services, it is allowed to show in their communication. The advertisement could be placed for example in the neighborhood of the persons of non Dutch origin. There should be more journalists, columnists and other employees which represent the media of foreign source. So as to increase the frame of reference and to join the young people and young-adults from foreign origins. A realistic representation of the society must be given, with attention to individuals. Apart from negative stories, one must also publish positive stories about people from different foreign origin and their countries should be published. Including, and accepting, persons from non Dutch origin in the news must be self-evident.
Marloe Boon
Pagina 7 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Inhoudsopgave SAMENVATTING EXECUTIVE SUMMARY WOORD VOORAF ..................................................................................................................................... 11 1.
INLEIDING ........................................................................................................................................ 13 1.1 PROBLEEMSTELLING..........................................................................................................................................13 1.2 ACHTERGRONDINFORMATIE ..............................................................................................................................13 1.3 OPDRACHTGEVER.............................................................................................................................................13 1.4 ONDERZOEKSVERANTWOORDING ......................................................................................................................13
2.
SP!TS ................................................................................................................................................ 14 2.1 SP!TS ..............................................................................................................................................................14 2.2 MISSIE ............................................................................................................................................................16 2.3 PRODUCT ........................................................................................................................................................16 2.4 FINANCIËLE CIJFERS ..........................................................................................................................................17
3. OMGEVINGSANALYSE ......................................................................................................................... 19 3.1 NAOORLOGSE IMMIGRANTEN ............................................................................................................................19 3.2 DEMOGRAFISCHE KENMERKEN ...........................................................................................................................19 3.3 SCHOLING, WERK EN INKOMSTEN ......................................................................................................................20 3.4 MATE VAN INTEGRATIE .....................................................................................................................................21 3.5 MEDIA ............................................................................................................................................................22 3.6 DAGBLADEN ....................................................................................................................................................23 3.7 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................24 4.
MEDIA, BEDRIJVEN EN JONGEREN EN JONGVOLWASSEN .......................................................... 25 4.1 GERICHT OP BUITENLANDSE JONGEREN EN JONGVOLWASSENEN............................................................................25 4.2 BUITENLANDSE JONGEREN EN JONGVOLWASSENEN IN DE MEDIA ...........................................................................27 4.3 HET WOORD ALLOCHTOON ...............................................................................................................................30 4.4 DE DOELGROEP IN DE MEDIA. FEITEN OF ONZIN? .................................................................................................31 4.4.1 Radicalisering .......................................................................................................................................31 4.5 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................32
5.
DOELGROEP ..................................................................................................................................... 33 5.1 DEMOGRAFISCHE KENMERKEN ...........................................................................................................................33 5.2 GEBOORTELAND ..............................................................................................................................................33 5.3 VERBLIJFSDUUR................................................................................................................................................34 5.4 SCHOLING EN WERK .........................................................................................................................................34 5.5 GELOOF ..........................................................................................................................................................34 5.6 TAALVAARDIGHEID ...........................................................................................................................................35 5.7 IDENTITEIT .......................................................................................................................................................35 5.8 SOCIALE ASPECTEN ...........................................................................................................................................35 5.9 MATE VAN INTEGRATIE .....................................................................................................................................36
Marloe Boon
Pagina 8 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media 5.10 ACTIVITEITEN EN INTERESSES ...........................................................................................................................36 5.12 MEDIA ..........................................................................................................................................................36 5.13 ROL VAN MEDIA.............................................................................................................................................37 5.14 CONCLUSIE ...................................................................................................................................................37 6.
TELEVISIE ......................................................................................................................................... 38 6.1 TOEGANG TOT TELEVISIE ...................................................................................................................................38 6.2 NEDERLANDSE TELEVISIE ...................................................................................................................................38 6.3 TELEVISIE UIT LAND VAN HERKOMST ...................................................................................................................39 6.4 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................40
7.
RADIO .............................................................................................................................................. 41 7.1 TOEGANG TOT RADIO .......................................................................................................................................41 7.2 NEDERLANDSE RADIOZENDERS ..........................................................................................................................41 7.3 RADIOZENDERS UIT LAND VAN HERKOMST ..........................................................................................................41 7.4 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................41 8.1 TOEGANG TOT INTERNET ...................................................................................................................................43 8.2 BEZOEK NEDERLANDSE INTERNETSITES ...............................................................................................................43 8.3 BEZOEK INTERNETSITES LAND VAN HERKOMST .....................................................................................................44 8.4 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................44
9.
GEDRUKTE MEDIA ........................................................................................................................... 45 9.1 TIJDSCHRIFTEN ................................................................................................................................................45 9.1.1 Nederlandse tijdschriften .....................................................................................................................45 9.1.2 Tijdschriften uit land van herkomst.....................................................................................................45 9.2 DAGBLADEN ....................................................................................................................................................45 9.2.1 Nederlandse dagbladen .......................................................................................................................45 9.2.2 Dagbladen uit land van herkomst.......................................................................................................46 9.3 CONCLUSIE .....................................................................................................................................................46
10.
SP!TS ............................................................................................................................................ 48
10.1 MERKATTITUDE ..............................................................................................................................................48 10.2 MERKASSOCIATIES .........................................................................................................................................48 10.3 MERKTROUW ................................................................................................................................................48 10.4 BEREIKCIJFERS SP!TS IN DE GROEP ETNISCHE MINDERHEDEN VANAF 13 JAAR ........................................................48 10.5 CONCLUSIE ...................................................................................................................................................49 11.
INFORMATIE EN RECLAME......................................................................................................... 50
11.1 INFORMATIE ..................................................................................................................................................50 11.2 RECLAME ......................................................................................................................................................50 11.3 CONCLUSIE ...................................................................................................................................................51 12.
VERSCHIL NEDERLANDSE EN NIET-NEDERLANDSE JONGEREN EN JONGVOLWASSENEN ... 52
12.1 VERSCHILLEN .................................................................................................................................................52 12.2 CONCLUSIE ...................................................................................................................................................53 13.
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN .............................................................................................. 54
13.1 CONCLUSIE ...................................................................................................................................................54 13.2 AANBEVELINGEN ALGEMEEN............................................................................................................................55 Marloe Boon
Pagina 9 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media 13.3 AANBEVELINGEN MEDIA..................................................................................................................................55 13.4 AANBEVELINGEN ADVERTEERDERS/MEDIABUREAUS ............................................................................................56 13.5 AANBEVELINGEN SP!TS ...................................................................................................................................56 13.5.1 Aanbevelingen Sp!ts marketing en sales ..........................................................................................56 13.5.2. Aanbevelingen Sp!ts redactie ...........................................................................................................56 15.
LITERATUURLIJST ....................................................................................................................... 58
WOORDENLIJST ....................................................................................................................................... 61 BIJLAGEN.................................................................................................................................................. 63 BIJLAGE 1 TABEL LEEFTIJD EN GESLACHT ...................................................................................................................64 BIJLAGE 2 TABEL LEEFTIJD, GESLACHT EN PROVINCIE ..................................................................................................65 BIJLAGE 3 TABEL BEHAALD ONDERWIJS.....................................................................................................................66 BIJLAGE 4 TABEL WERK EN UITKERING ......................................................................................................................67 BIJLAGE 5 TABEL BEROEPSBEVOLKING .......................................................................................................................68 BIJLAGE 6 MODEL AGENDA SETTING ........................................................................................................................69 BIJLAGE 7 ETNOMENTALITY ....................................................................................................................................70 BIJLAGE 8 ENQUÊTE ...............................................................................................................................................71
Marloe Boon
Pagina 10 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Woord vooraf Geachte lezer, Dit onderzoek was vijftig jaar geleden niet nodig geweest. Er heerste verzuiling en elke groep vormde een wereldje op zich. Anno nu is sprake van een zogenaamde integratiesamenleving. Er leven verschillende culturen in één Nederland, die vaak in groepen zijn verdeeld. Om nieuwe verzuiling te voorkomen, is het nodig dat men van de verschillende culturen in Nederland afweet. Waar kijken ze naar? Waar luisteren ze naar? Wat lezen ze? Ze betekent hier allochtone jongeren en jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 15 t/m 24 jaar en 25 t/m 35 jaar. Het was moeilijk een passende benaming te vinden voor deze groep. Het woord allochtoon geef ik zelf niet de voorkeur, maar het moet wel duidelijk zijn dat de wortels van deze personen liggen in Turkije, Suriname, Aruba, Bonaire, Curaçao, Marokko of Indonesië. 'Etnische minderheden' leek mij een juiste benaming, waar iedereen zich in kon vinden. Totdat ik drie weken later een stapel ingevulde – althans, dat dacht ik – enquêtes op ging halen op een afdeling waar voornamelijk personen uit bovengenoemde landen werken. De enquêtes waren oningevuld, de respondenten waren na het lezen van de titel afgehaakt. Ik zou discrimineren met de definitie 'Etnische minderheden'. Ik zou de groep als minder zien, en dus niet als een groep mensen die een klein deel van de bevolking vormt. Verontwaardigd als ik was, bij het invullen van de enquête zou juist snel het tegendeel blijken, zette dit me wel tot nadenken. Ik kon niet iedereen tevreden stellen, maar ik wilde het nog één keer proberen. Uiteindelijk heb ik gekozen als titel 'Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de media'. Het gaat hier om jongeren en jongvolwassenen van 15 t/m 35 jaar. In het rapport gebruik ik de benaming personen van buitenlandse of nietNederlandse afkomst. De definitie allochtoon wordt alleen gebruikt als een bron de groep heeft gedefinieerd als allochtonen. Ne·der·lan·der de; m, v -s iem uit Nederland bui·ten·lands bn (als) van, uit, in, voor het buitenland: minister van Buitenlandse Zaken af·komst de; v komaf, afstamming (Bron: Van Dale) Dit onderzoek naar het mediagedrag wordt in het kader van mijn afstuderen van de opleiding Commerciële Economie te INHOLLAND Alkmaar geschreven. Ik wilde iets afleveren waar ik na voltooiing trots op kon zijn. Mijn afstudeerscriptie werd mijn ideaal. Ik heb alle respondenten en geïnterviewden zelf benaderd en opgezocht, of dit nou in Amsterdam of in Groningen was. Behalve onderzoek naar het mediagebruik van jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst, heb ik onderzoek gedaan naar berichtgeving over hen, werknemers in de media van buitenlandse afkomst, en wat zij zelf denken over de media. Tussentijds is aan mij gevraagd of minder inzet, 'meer student', niet aantrekkelijker klonk. 'Of het het allemaal wel waard was'. Ik denk van wel. Het is me al genoeg waard dat deze zin wordt gelezen door iemand anders dan ikzelf. Al zorgt dit onderzoek er voor dat één persoon de beeldvorming over personen van buitenlandse afkomst aanpast, ben ik tevreden. Dan is het onderzoek in staat wat het moet doen. Het onderzoek is tot stand gekomen dankzij de medewerking van vele personen. Ik bedank de experts Frank Huysmans, Bart Römer, Yolanda Schothorst en Mylène van Koeveringe dat ik langs mocht komen voor een interview. Ik bedank Susan Bink, Ardi Bouwers en Cindy van Summeren voor het beantwoorden van mijn vragen. Al deze personen hebben het mogelijk gemaakt het onderzoek van een niet-wetenschapper toch wetenschappelijk te ondersteunen. Ik bedank de jongeren Ibrahim Akyol en Marloe Boon
Pagina 11 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Marjolyn Maduro voor hun tijd, die ze beschikbaar stelden voor het interview. Ik bedank alle jongeren en jongvolwassenen, die de enquête hebben ingevuld. Ik bedank de jongeren op straat, die even de tijd namen om met mij te praten. Ik bedank Initiative, en in het bijzonder Héloïse van den Berg, en Universdal Media dat ik mijn onderzoek mocht presenteren. Ik bedank de docenten van INHOLLAND Alkmaar, en in het bijzonder Edith Mak en Richard Geerts, voor hun hulp. Ik bedank Wim Kemna van Sp!ts voor het meedenken bij het laatste deel van mijn onderzoek. Ik bedank Bart Mouter van Sp!ts voor het meedenken en de inhoudelijke begeleiding. Ik bedank Marten Coerts van INHOLLAND voor het allround begeleiden. Ik bedank iedereen die zijn medewerking heeft verleend aan mijn onderzoek. Amsterdam, juni 2009 Marloe Boon
Marloe Boon
Pagina 12 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
1.
Inleiding
1.1 Probleemstelling Het onderzoek betreft het in kaart brengen in mediagedrag van personen van niet-Nederlandse afkomst in Nederland. Het gaat om het gebruik van televisie, radio, internet en gedrukte media, met de focus op dagbladen en Sp!ts specifiek. Het betreft de jongeren en jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 15 t/m 24 jaar en 25 t/m 35 jaar. De meerderheid in deze leeftijdsgroep is van de zogenaamde tweede generatie, wat inhoudt dat hij of zij is geboren in Nederland, maar minstens één ouder in het buitenland. Het aantal personen van niet-westerse afkomst groeit in Nederland. De grootste westerse herkomstgroepen zijn Indonesiërs en Duitsers. Personen uit Turkije, Suriname, Marokko, Aruba en de Nederlandse Antillen vormen de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen. Er is daarom gekozen om personen uit deze vier groepen en personen uit Indonesië te onderzoeken. De rol van Sp!ts is de interesse in de media die door deze doelgroep gebruikt wordt, dit voor (potentiële) adverteerders en de redactie. Zo kan er uiteindelijk aan hen verteld worden in welke mate deze doelgroep wordt bereikt en hoe zij dat het beste kunnen doen. De focus moet voornamelijk komen te liggen op de advertentiemarkt. Voor de redactie is het belangrijk om te weten wat hen interesseert en hoe de groep denkt over de berichtgeving over etnische minderheden. De hoofdvraag is: Wat is het mediagedrag van Nederlandse jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst (1) en hoe kunnen de media en advertentiemarkt daar op in spelen (2)?
1.2 Achtergrondinformatie Het onderzoek is geschreven in het kader van mijn afstuderen van de opleiding Commerciële Economie te INHOLLAND Alkmaar geschreven. De afstudeerperiode betrof februari 2009 t/m juni 2009.
1.3 Opdrachtgever De opdracht tot afstuderen komt van INHOLLAND. Het onderzoek is geschreven in samenwerking met het dagblad Sp!ts, onderdeel van BasisMedia B. V., afdeling Marketing Advertenties. Sp!ts is een compacte, multimediale nieuwsbrenger en inspiratiebron voor de leeftijdscategorie 18 tot en met 35 jaar.
1.4 Onderzoeksverantwoording Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van desk- en fieldresearch. Deskresearch: Cijfers van Centraal Bureau voor Statistiek. Er is gebruik gemaakt van de meest recente cijfers; Bestaande onderzoeksrapporten; Boeken. Fieldresearch: Enquête met een steekproefomvang van 280 respondenten, met een betrouwbaarheid van 90 procent; Interviews met experts; Interviews met jongeren en jongvolwassenen; Aanspreken van niet-Nederlandse personen. Marloe Boon
Pagina 13 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
2.
Sp!ts
In dit hoofdstuk wordt het dagblad Sp!ts beschreven.
2.1 Sp!ts Sp!ts is een onderdeel van BasisMedia B.V., een dochteronderneming van de Telegraaf Media Groep N.V. (hierna TMG). TMG is de grootste krantenuitgever van Nederland en heeft ongeveer 3.600 medewerkers. Binnen de organisatie BasisMedia B.V. is globaal een drietal disciplines actief; redactie, sales en marketing. Deze drie disciplines zijn onderling afhankelijk en gezamenlijk verantwoordelijk voor alle activiteiten die onder de merknaam Sp!ts worden georganiseerd en/of uitgegeven. Redactie De redactie van Sp!ts bestaat uit een zestal redactionele sectoren. Iedere sector heeft zijn eigen aandachtsgebied. De redacteuren/verslaggevers binnen een sector verzorgen de redactionele inhoud binnen de verschillende mediumtypes. De afdeling !mage binnen de redactie verzorgt de totale vormgeving van de verschillende mediumtypes. Marketing De marketing afdeling is opgesplitst in marketing lezersmarkt (Consumer Marketing & Channel Development) en marketing advertentiemarkt. Marketing lezersmarkt richt zich op lezers en de distributie. Zij streven zij naar een hoog bereik binnen de doelgroep. Marketing advertentiemarkt ondersteunt de afdeling sales en richt zich op new business. Het initiëren en begeleiden van projecten, doen van marktonderzoek, bedenken van nieuwe proposities en het bewaken van de merknaam Sp!ts is hun verantwoordelijkheid. Sales De afdeling sales bestaat uit account management buitendienst, account management binnendienst en sales support. De buitendienst en binnendienst hebben het commerciële contact met de grote nationale adverteerders. Dit contact bestaat zowel uit relatiebeheer als het verder uitbouwen van het klantenbestand. De afdeling sales support verzorgt het traject dat volgt na de verkoop en eindigt bij de afdeling Image, waar de krant uiteindelijk wordt opgemaakt. Overig Naast de drie belangrijkste disciplines is er een afdeling controlling, verantwoordelijk voor de volledige financiële administratie van BasisMedia B.V. Tot slot zijn de informatiemanager (verantwoordelijk voor totale informatievoorziening) en de HR afdeling (verantwoordelijk voor het totale personeelsbeleid) werkzaam binnen Sp!ts. In figuur 1 het organogram van BasisMedia.
Marloe Boon
Pagina 14 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Directeur BasisMedia 1 fte
Consumer Marketing & Channel Develoment 3 fte
HR 1,8 fte
Secretariaat 0,89 fte
Controlling 3,88 fte
Informatie-management 1 fte
Commercieel Directeur 1 fte
Hoofdredacteur 1 fte
Secretariaat 1,48 fte
Communicatie-manager 1 fte
Sales Support 7,1 fte
Binnendienst 10,76 fte
Secretariaat 0,89 fte
Account Management Non Spot 0,65 fte
Marktanalist 1 fte
(Senior) Account Management 7 fte
Marketing NMD 3 fte
Figuur 1 Organogram BasisMedia 2009
Marloe Boon
Marketing Advertentiemarkt 1 fte
Buitendienst
Pagina 15 van 113
Adjunct-Hoofdredacteur 1 fte
Sport 3fte
Nieuws 5,53 fte
Vormgeving & Corrector 8,8 fte
Entertainment & Features 12,1 fte
Internet 1,86 fte
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
2.2 Missie In het Business Plan BasisMedia 2008-2010 is het volgende opgenomen; Sp!ts wil uitblinken in het brengen van actueel infotainment naar de doelgroep 18-34, op momenten en plekken met een hoge doorgeeffactor, die een hoog bereik of zichtbaarheid opleveren en wil dat bereik vervolgens exploiteren. Om bovenstaand doel te versterken en om te anticiperen op ontwikkelingen in techniek en mediagebruik door de doelgroep, wil Sp!ts omgevingen creëren, al dan niet met partners, die de doelgroep 18-34 ertoe aanzetten infotainment te 'halen', mits deze omgevingen (op termijn) ook exploitabel zijn. De mensen van Sp!ts maken het verschil door hun betrokkenheid, lenigheid in verandering en hun kracht om op eigen terrein verantwoordelijkheid te nemen.
2.3 Product Sp!ts Sp!ts is een compacte, multimediale nieuwsbrenger en inspiratiebron voor de leeftijdscategorie 18 tot en met 35 jaar. Sp!ts bestaat sinds 21 juni 1999 en heeft een bereik van bijna 1,7 miljoen lezers en heeft een oplage van gemiddeld 440.000 exemplaren per dag. 1 Sp!ts voorziet de lezer van actueel nieuws uit binnen- en buitenland en de sport- en showwereld. Ook zijn er interviews, reviews, recensies en reportages te vinden. Naast het actuele nieuws, verschijnen er op bepaalde momenten specials in Sp!ts, zoals een festivalkrant in mei 2009. Distributie Promotieteams delen de krant elke doordeweekse dag uit voor stations en bij metro- en bushaltes. Dit varieert van ongeveer 2.000 tot ongeveer 18.000 kranten per dag per locatie. In een aantal bussen ligt Sp!ts bij de chauffeur in een display. Ook op hogescholen, universiteiten, ziekenhuizen, Bakker Bart, PLUS supermarkten en 90 vestigingen van McDonald‟s is Sp!ts te vinden. Doelgroep Primair zijn de lezers van Sp!ts reizigers in het openbaar vervoer die 's ochtends van huis naar werk of studie reizen. De Sp!tslezers zijn jong van geest, carrièregericht, koopkrachtig en staan open voor de nieuwste ontwikkelingen. Zij nemen Sp!ts mee om te lezen op een moment dat hen uitkomt. Sp!ts definieert deze lezers als de nieuwe mediaconsument en heeft de volgende kenmerken: Zoekt actief naar informatie en gebruikt daarvoor meerder bronnen; Is intuïtief met nieuwe technologie en heeft een sterke voorkeur voor PC en mobiel; Consumeert meerdere media tegelijk (multi-tasking); Audiovisueel ingesteld; Gebruikt en leest een krant wanneer hem of haar dat uitkomt. Vooral gratis kranten zijn populair; Voert meer mobiele telefoongesprekken en stuurt meer e-mail, SMS en MMS dan de gemiddelde Nederlander; Heeft een groot sociaal netwerk waarmee hij of zij in verbinding staat, zowel online als offline; Is kritisch maar staat open voor contact met merken of media. 2
1 Advertentiemogelijkheden & Tarieven 2009 2 Business Plan BasisMedia 2008-2010 Marloe Boon
Pagina 16 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media De lezers zijn onderverdeeld naar herkomstlanden. De verdeling is als volgt: 92,9 procent van de lezer komt uit Nederland; 0,7 procent uit Turkije, 0,6 procent uit Marokko; 1,1 procent uit Suriname; 0,7 procent van de Antillen; 0,6 procent uit Indonesië; 0,5 procent uit Duitsland; 0,1 procent uit België; 0,1 procent komt uit een Noord Amerikaans land; 0,2 procent uit ander Zuid en Midden Amerikaans land; 1 procent uit een ander Europees land; 0,5 procent uit een ander Amerikaans land; 0,9 procent uit een ander Aziatisch land; 0,1 procent uit Australië en Nieuw Zeeland. De lezers zijn onderverdeeld in welstandsklassen. De verdeling is als volgt: 20 procent komt uit Welstandklasse 1; 20,1 procent uit Welstandklasse 2; 25,9 procent uit Welstandklasse 3; 27,3 procent uit Welstandklasse 4; 6,6 procent uit Welstandklasse 5. Multimediaal Spitsnieuws.nl is de mobiele site van Sp!ts die 24 uur per dag de lezer van actualiteit en entertainment voorziet. Spitnieuws.nl is op 1 april 2008 gelanceerd. Het is een fusie van NieuwNieuws.nl en Spitsnet.nl. Spitsnieuws.nl heeft 1,1 miljoen unieke bezoekers en ruim 15 miljoen pageviews. Ook doet Sp!ts aan narrowcastingactiviteiten. In alle trams van GVB Amsterdam en bussen van Veolia Limburg, de drie grootste metrostations van Amsterdam en vestigingen van McDonald‟s wordt een actueel infotainmentkanaal aangeboden waar het laatste landelijke en regionale nieuws op zal verschijnen.
2.4 Financiële cijfers TMG Het bedrijfsresultaat van TMG is exclusief bijzondere lasten en aflossing bij een fractioneel lagere omzet gedaald van 31,8 miljoen euro in 2007 naar 26,2 miljoen euro in 2008. De EBITA-marge over het eerste halfjaar van 2008 bedroeg 7,3 procent. Over het eerste halfjaar 2007 bedroeg deze marge 8,7 procent, daarna was er sprake van een daling in de tweede helft van 2007 tot 5,8 procent waarmee de gemiddelde operationele marge over 2007 uitkwam op 7,2 procent. De omzet daalde met 5,1 miljoen euro van 365,1 miljoen euro in 2007 tot 360,0 miljoen euro in 2008. De omzet van gedrukte media daalde van 292,5 tot 287,4 miljoen euro, daartegenover stond een omzetstijging van 21 procent van niet-gedrukte media van 42,5 tot 51,5 miljoen euro. De omzet van overige activiteiten daalde van 30,1 tot 21,2 miljoen euro. 2007 kende een omzet van 738,8 miljoen euro. Gedrukte Media De gezamenlijke omzet van gedrukte media daalde fractioneel van 292,5 miljoen tot 287,4 miljoen euro. Sp!ts Marloe Boon
Pagina 17 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Sp!ts heeft te maken met een felle concurrentie onder de gratis dagbladen, waardoor volume en prijs onder druk kwamen te staan; de omzet daalde in 2007 met 1,2 miljoen euro.3
3 TMG Halfjaarbericht 2008 Marloe Boon
Pagina 18 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
3. Omgevingsanalyse In dit hoofdstuk wordt ingegaan op kenmerken en ontwikkelingen uit de omgeving, uit zogenaamd deskresearch. Deze informatie is afkomstig uit gegevens van het Centraal Bureau voor statistiek (hierna CBS). Deze factoren zijn niet te beïnvloeden, maar zijn wel iets waar rekening mee gehouden moet worden.
3.1 Naoorlogse immigranten Na de Tweede Wereldoorlog is het immigratieaantal sterk gestegen. Er zijn hier vier groepen te onderscheiden. Als eerste de groep arbeidsmigranten en hun gezinsleden uit het Middellandse Zeegebied. Het betrof als eerste voornamelijk mensen uit Zuid-Europa (Spanje, Italië, Portugal en Griekenland), en later personen uit Turkije en Marokko. Deze groep is door de Nederlandse overheid en ondernemers aangetrokken; De tweede groep bestaat uit buitenlanders uit de landen van de Europese Unie; Een derde groepering is afkomstig uit de voormalige koloniën van Nederland: uit Indonesië (Nederlands-Indië), uit Suriname en uit Aruba en de Nederlandse Antillen. Aruba heeft een zogeheten 'status aparte' en wordt daarom apart genoemd; Als laatste de groep asielzoekers en erkende vluchtelingen. Het onderzoek richt zich op de groep arbeidsmigranten en hun gezinsleden en de groep die afkomstig is uit de voormalige koloniën.4
3.2 Demografische kenmerken Op 1 januari 2008 woonden er in totaal 1,8 miljoen niet-westerse en 1,4 miljoen westerse allochtonen in Nederland. Veertig tot vijftig procent van deze groepen zijn in Nederland geboren en behoort daarom tot de tweede generatie. In 2050 zullen er 4,8 miljoen allochtonen in Nederland zijn, waarvan 2,7 miljoen van niet-westerse afkomst. Dat is drie op de tien inwoners in 2050 tegenover twee op de tien inwoners nu. Een positief migratiesaldo heeft een dempend effect op de vergrijzing in Nederland. 5 In figuur 2 is de leeftijd en afkomst te zien. In Nederland zijn volgens het CBS de meest voorkomende nationaliteiten Turks, Marokkaans, Surinaams en Antilliaans. De meerderheid woont in de vier grote steden; Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep personen van buitenlandse afkomst in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De cijfers moeten x1000 gelezen worden.
4 Vooroordelen vertekenen 5 CBS, Jaarrapport Integratie 2008 Marloe Boon
Pagina 19 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Autochtoon
Allochtoon
Totaal westers (exclusief allochtoon)
15 jaar 198 939 16 jaar 201 713
155 474
43 465
12 825
30 640
7 097
6 208
5 334
2 295
9 706
157 191
44 522
13 143
31 379
7 223
6 341
5 400
2 453
9 962
17 jaar 205 017 18 jaar 205 397
159 686
45 331
13 681
31 650
7 291
6 258
5 711
2 484
9 906
159 220
46 177
13 882
32 295
7 141
6 266
5 924
2 782
10 182
19 jaar 199 364 20 jaar 198 606
152 554
46 810
14 914
31 896
7 037
6 089
5 823
2 783
10 164
150 739
47 867
16 441
31 426
6 585
5 809
5 845
2 825
10 362
21 jaar 201 275 22 jaar 201 203
152 687
48 588
17 579
31 009
6 132
5 656
5 919
2 919
10 383
150 834
50 369
18 603
31 766
6 018
5 454
6 044
2 972
11 278
23 jaar 197 568 24 jaar 197 685
145 215
52 353
18 896
33 457
6 284
5 759
6 083
3 039
12 292
142 818
54 867
19 917
34 950
6 519
5 818
5 953
3 024
13 636
25 jaar 192 829 26 jaar 195 430
137 852
54 977
20 134
34 843
6 529
5 891
5 885
2 937
13 601
139 853
55 577
20 858
34 719
6 742
6 065
5 639
2 875
13 398
27 jaar 201 412 28 jaar 202 995
145 143
56 269
21 631
34 638
7 584
6 170
5 398
2 794
12 692
147 050
55 945
22 099
33 846
7 426
6 201
5 220
2 655
12 344
29 jaar 198 205 30 jaar 198 898
143 567
54 638
21 821
32 817
7 366
6 385
5 101
2 488
11 477
144 683
54 215
21 948
32 267
7 400
6 123
4 997
2 323
11 424
31 jaar 196 909 32 jaar 199 561
143 852
53 057
21 509
31 548
7 157
6 425
5 012
2 241
10 713
147 994
51 567
21 719
29 848
6 462
5 962
4 900
2 094
10 430
33 jaar 202 158 34 jaar 211 640
149 859
52 299
21 755
30 544
6 812
5 969
4 974
2 038
10 751
157 753
53 887
21 993
31 894
7 720
6 249
5 181
1 971
10 773
35 jaar 220 692 Totaal 4 227 496
166 784
53 908
22 252
31 656
7 697
5 874
5 427
2 014
10 644
3 150 808
1 076 688
397 600
679 088
146 222
126 972
115 829
54 006
236 118
Totaal
Figuur 2 Tabel leeftijd en afkomst
Totaal niet westers
Turkije
Marokko
Suriname
Ned. Overig Antillen niet en Aruba westers
6
In bijlage 1 is de verdeling naar leeftijd en geslacht te zien. Tot 20 jaar zijn er meer allochtone mannen dan allochtone vrouwen, na deze leeftijd haalt het aantal allochtone vrouwen de allochtone mannen in. Er is een totaal verschil van 20 044 meer allochtone vrouwen. In bijlage 2 is de leeftijd, geslacht en provincie waar de jongeren en jongvolwassen wonen te zien. Alleen de gegevens van de jongeren en jongvolwassenen zijn te zijn van wie minimaal één van de ouders in het buitenland geboren is. In de provincie Zuid-Holland wonen de meeste jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant.
3.3 Scholing, werk en inkomsten Meer niet-westers allochtone jongens verlaten het onderwijs voortijdig dan meisjes en autochtone jongens. In bijlage 3 is het behaalde onderwijs te zien. Het meest voorkomende behaalde onderwijs onder beide geslachten in de leeftijd 15 tot 25 jaar van buitenlandse afkomst is vmbo, mbo1 en avo onderbouw (eerste drie jaren van havo en vwo); Het meest voorkomende behaalde onderwijs onder beide geslachten in de leeftijd 25 tot 35 jaar van buitenlandse afkomst is havo, vwo en mbo; Het behaalde onderwijs is lager en de schooluitval is hoger dan bij autochtone leerlingen. Er zijn verschillende oorzaken hier voor te noemen, onder andere toelatingseisen, financiering en de 6 CBS Statline – december 2008 Marloe Boon
Pagina 20 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media sociale uitgangspositie. Diploma‟s uit Turkije en Marokko worden niet van gelijke waarde gezien als diploma‟s uit Nederland. Een andere reden is dat middelbare scholen zich te weinig inzetten voor de vordering van personen van buitenlandse afkomst. Personen van buitenlandse afkomst moeten vaak ook meer moeite doen om de studie te bekostigen. In vergelijking met Nederlandse jongeren, beginnen jongeren van buitenlandse afkomst sneller aan een zelfstandig leven. Vooral personen van Turkse en Marokkaanse afkomst gaan sneller samenwonen en trouwen en krijgen eerder kinderen. Personen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst wonen vaker ongehuwd samen.7 De laatste jaren is de positie van niet-westerse personen op de arbeidsmarkt verbeterd. De arbeidsparticipatie is in deze periode relatief sterker gestegen dan onder autochtonen en hun werkloosheid is sneller gedaald. Sociale integratie staat in Nederland gelijk met opnemen in de arbeidsmarkt. In bijlage 4 is de het aantal werkzame personen en personen met een uitkering te zien. Er zijn minder jongeren en jonvolwassenen van buitenlandse afkomst die werkzaam zijn dan jongeren en jonvolwassenen van Nederlandse afkomst; In de groep jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst is het aantal werkzame personen het hoogst met de afkomst Suriname; Jongvolwassen (25 tot 35 jaar) van buitenlandse afkomst hebben vaker een uitkering dan jongeren (15 tot 25 jaar) van buitenlandse afkomst; In de groep jongeren is het aantal personen met een uitkering het hoogst met de afkomst Nederlandse Antillen en Aruba; In de groep jongvolwassenen is het aantal personen met een uitkering het hoogst met de afkomst Marokko. In bijlage 5 is de het aantal werkzame personen te zien. In de groep allochtonen werken de meeste personen meer dan 12 uur per week. Het overgrote deel van de zelfstandigen is man, dit is niet anders bij personen van Nederlandse afkomst. De welvaartspositie van niet-westerse allochtonen loopt achter op die van autochtonen. De tweede generatie niet-westerse allochtonen slaagt er in geleidelijk een betere inkomenspositie te verwerven dan hun ouders, hoewel hun kansen daarop minder gunstig liggen dan bij autochtonen. Het inkomen van westerse allochtonen is vergelijkbaar met dat van autochtonen. Niet-westerse allochtonen moeten echter met een aanzienlijk lager inkomen rondkomen: zij hadden in 2005 per jaar gemiddeld 6 duizend euro minder te besteden per huishouden dan de autochtone bevolking.8
3.4 Mate van integratie In deze paragraaf wordt ingegaan op integratie aan het economische, sociale, culturele en politieke leven. Bij het sociale aspect moeten de jongeren en jongvolwassenen etnisch, cultureel en levensbeschouwelijk zijn geïntegreerd. De mate van integratie verschilt per groep van afkomst. Er is een verschil tussen westerse en nietwesterse afkomst, en eerste en tweede generatie. Personen van niet-westerse afkomst hebben een achterstand ten opzichte van personen van westerse afkomst, en de eerste generatie heeft een achterstand ten opzichte van de tweede generatie. Deze verschillen zijn merkbaar op de gebieden arbeid, inkomen en scholing. De tweede generatie oriënteert zich steeds meer op de Nederlandse samenleving in plaats van het land van afkomst. Beheersing van de Nederlandse taal en deelname aan het onderwijs spelen daarin 7 Allochtonen in Nederland 8 CBS, Jaarrapport Integratie 2008 Marloe Boon
Pagina 21 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media een belangrijke rol. Turkse en Marokkaanse mannen en vrouwen trouwen meestal met iemand van dezelfde herkomstgroep en in één op de tien gevallen met een autochtoon. Huwelijken in dezelfde herkomstgroep is steeds minder een migratiehuwelijk, dit houdt in dat de partner uit het buitenland komt. Surinamers, Arubanen en Antillianen trouwen in één op de tien gevallen met een autochtoon. Er is vastgesteld dat het hebben van ouders die in verschillende landen zijn geboren (vooral wanneer daaronder westerse landen zijn) gunstig lijkt uit te werken voor de maatschappelijke participatie. Van het aantal deelnemende personen van buitenlandse afkomst die kort in Nederland wonen, rondt 90 procent een inburgeringstraject af. Van de personen van buitenlandse afkomst die al voor langere tijd in Nederland wonen, neemt acht procent deel aan een inburgeringstraject. Binnen de volwasseneneducatie is sprake van een hoge deelname van niet-westerse allochtonen. Gegevens over de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw zijn niet beschikbaar. Wel is duidelijk dat vrouwen tot het niet-werkzame deel van de beroepsbevolking behoren met als één van de oorzaken de traditionele rolverdeling.9 Men kan dus zeggen dat de mate van integratie de laatste jaren sterk verbeterd is. De tweede generatie zorgt voor minder verschillen destijds tussen autochtonen en de eerste generatie.
3.5 Media Het Nederlandse publiek kan zich het beste identificeren met de televisie en tijdschriften. Magazines hebben het internet ingehaald als het gaat om praktische bruikbaarheid. Achtergrond informatie zoekt men meer in magazines dan op het internet. Internet wordt gebruikt om lege momenten mee te vullen. Daarnaast geeft internet steeds meer gesprekstof met vrienden en familie. Dit komt door de steeds meer toepassingen van het medium. Mensen wisselen informatie uit, zoals filmpjes op internet. Een voorbeeld hiervan is YouTube. Nederlanders maken veel gebruik van sociale netwerken, zoals Hyves. Stichting KijkOnderzoek (SKO) neemt aan dat een deel van het kijken naar televisie verschuift naar het online aanbod, vooral personen tot 35 jaar. Deze groep personen is minder televisie gaan kijken dan voorgaande jaren. Inmiddels is bekend dat ruim 28 procent van de Nederlandse bevolking wel eens programma‟s bekijkt via internet. Ook het opnemen van programma‟s en bekijken op een tijdstip wat beter uitkomt, gebeurt steeds vaker. Nederland 1 heeft het grootste marktaandeel met 21 procent, gevolgd door RTL4 met 12,7 procent. 42 procent van de Nederlandse bevolking had eind 2008 digitale televisie.10 Het lezen van dagbladen is voor de meeste mensen een vast ritueel en zit diep in het systeem van miljoenen Nederlanders. Het lezen geeft een moment van ontspanning. Door de komst van gratis kranten tien jaar geleden, is het lezen van dagbladen toegenomen, zeker onder de jongeren en jongvolwassenen. Hierdoor wordt de krant behalve aan de keukentafel bijvoorbeeld ook in het openbaar vervoer gelezen. Het lezen van dagbladen valt moeilijk te combineren met een andere activiteit. Dagbladen leveren bovengemiddeld veel informatie, weten mensen te 'raken' en relatief veel gespreksstof te bieden. Samen met de bioscoop scoort het dagblad hoog op de sociale factor. De lezer laat zich informeren door zijn krant, raakt erdoor bewogen en bespreekt het met zijn omgeving. Dagbladreclame irriteert bijna niet, omdat lezers van de krant zelf kunnen bepalen of ze reclame bekijken. Reclame op audiovisuele media wordt wel als opdringerig ervaren. 11 9 CBS, Jaarrapport Integratie 2008 10 Metro 11 Mediabelevingsonderzoek TNS NIPO/Veldkamp 2007 Marloe Boon
Pagina 22 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Binnen het overheidsbeleid is multiculturele samenleving in de media sinds 1989 vaak besproken. Belangrijke punten zijn: Een meer evenwichtige afspiegeling van de multiculturele samenleving; Vaker personen van etnische minderheden het woord geven; Het meer bereiken van personen van buitenlandse afkomst; Simpelweg meer kleur op televisie. Dit leidde tot een interculturaliseringsbeleid gericht op de landelijke publieke omroep en de erkenning van de wensen die al jaren door minderhedenorganisaties naar voren werden gebracht. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) heeft in het jaar 2005 Stichting Mediadebat opgericht, in samenwerking met het NOS journaal en de Nederlandse Dagbladpers. Deze stichting houdt zich bezig met het de discussie over kwaliteit, betrouwbaarheid en diversiteit van journalistieke media, zowel binnen als buiten de beroepsgroep. Ook houden ze zich bezig met het op gang brengen en vergemakkelijken van discussies over werkwijze, vakinhoud en ethiek in het journalistieke veld.12
3.6 Dagbladen Nederland kende per 1 maart 2008 33 titels van dagbladen. Hieronder volgt een overzicht.13 Het aantal dagbladtitels per 1 maart 2008 AD NRC Handelsblad Barneveldse Krant nrc.next BN/De Stem Het parool Brabants Dagblad Provinciale Zeeuwse Courant Dagblad van het Noorden Reformatorisch Dagblad Eindhovens Dagblad de Stentor Het Financiële Dagblad De Telegraaf Friesch Dagblad Trouw De Gelderlander De Twentsche Courant De Gooi- en Eemlander Tubantia Haarlems Dagblad de Volkskrant Leeuwarder Courant Ijmuider Courant Leidsch Dagblad Dagblad De Limburger Gratis dagbladen: Limburgs Dagblad DAG* Nederlands Dagblad De Pers Nederlandse Staatscourant Metro Noordhollands Dagblad Sp!ts * DAG is per 1 oktober 2008 gestopt met de papieren krant. Het nieuws is per die datum alleen nog via digitale kanalen te bekijken. Bereik Dagelijks bereiken de betaalde dagbladen in Nederland 8,5 miljoen lezers. Dit is 63 procent van de Nederlandse bevolking van 13 jaar of ouder. De betaalde dagbladen en gratis dagbladen (De Pers, Metro en Sp!ts) bereiken samen dagelijks 9,7 miljoen mensen, met andere woorden 71 procent van de Nederlanders van 13 jaar of ouder. Het bereik van alle betaalde dagbladen onder mannen is 65 procent en onder vrouwen 60 procent. Inclusief de gratis dagbladen komt het bereik onder mannen uit op 74 procent en onder vrouwen op 68 procent. Het bereik van dagbladen neemt toe met de leeftijd. Van de jongeren leest 65 procent dagelijks een krant. Onder jongeren zijn de gratis dagbladen 12 Mediadebat 13 de Nederlandse dagbladpers jaarverslag 2007 Marloe Boon
Pagina 23 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media zeer populair. Ook is er een verband tussen het lezen van dagbladen en welstandklasse. Totaal leest 56 procent van Welstandklasse 5-laag een dagblad, tegen 79 procent van de Welstandklasse 1-hoog. In welstandklasse 4 leest 68 procent een dagblad, in welstandklasse 3 leest 70 procent een dagblad en welstandklasse 2 leest 76 procent een dagblad.14 Dagbladen Dagbladen zijn volgens Mediabeleving 2007 vergeleken met andere mediatypen de belangrijkste informatiebron. Lezers ervaren het mediumtype als het meest geloofwaardige. 15 Uit betaalde dagbladen wordt meer informatie, gespreksstof en identificatie gehaald dan uit gratis dagbladen. De gratis dagbladen scoren hoger op tijdverdrijf: ze worden relatief veel gelezen om een leeg moment mee te vullen. De online krant wordt bekeken voor actualiteit, de papieren krant als leesbaar en betrouwbaar medium. 16 Gratis dagbladen In totaal werden in het laatste kwartaal van 2008 4.904.029 dagbladen verspreid. Daarvan waren 3.606.701 betaalde kranten en 1.297.328 gratis dagbladen. Metro heeft een oplage van 538.00 exemplaren. De oplage van Sp!ts telde in het vierde kwartaal van 2008 452.000 exemplaren. Op 23 januari 2007 werd dagblad De Pers geïntroduceerd. Deze titel realiseerde in het laatste kwartaal van 2008 306.000 exemplaren.17 Formaat In 2007 verschenen dertien betaalde dagbladtitels op tabloidformaat. Het oplageaandeel van tabloids binnen de betaalde kranten bedroeg in het vierde kwartaal van 2007 44 procent. Inclusief de gratis kranten ligt het aandeel van tabloids in Nederland op 63 procent. 18
3.7 Conclusie De meeste jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst wonen in de provincies ZuidHolland, Noord-Holland en Noord-Brabant. De hoogst genoten opleiding is vaak middelbare school en mbo. De groep is minder vaak werkzaam in vergelijking met Nederlandse jongeren en jongvolwassenen en heeft een groter uitkeringsaantal, vooral in de leeftijd 25 tot 35 jaar. Er vinden steeds meer gemengde huwelijken plaats onder personen die in verschillende landen zijn geboren, wat een gunstig effect heeft op de maatschappelijke participatie. Het Nederlandse publiek kan zich het beste identificeren met de televisie en tijdschriften. Internet wordt gebruikt om lege momenten mee op te vullen en dient als vermaak. Het lezen van dagbladen is een vast ritueel en zit diep in het systeem van miljoenen mensen. Door de komst van gratis kranten is het lezen van dagbladen toegenomen, zeker onder de jongeren en jongvolwassenen.
14 Nationaal Onderzoek Multimedia Print Monitor 2007 15 Mediabelevingsonderzoek TNS NIPO/Veldkamp 2007 16 De kwaliteit en beleving van Dagbladmerken, Cebuco 17 http://www.z24.nl/bedrijven/media_reclame/artikel_65079.z24/Forse_oplagedip_NRC_in_laatste_maand en_2008.html 18 de Nederlandse dagbladpers jaarverslag 2007 Marloe Boon
Pagina 24 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
4.
Media, bedrijven en jongeren en jongvolwassen
In dit hoofdstuk worden enkele media en bedrijven beschreven die zich richten op jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. Ook wordt besproken hoe buitenlandse jongeren en jongvolwassenen in de media worden weergegeven.
4.1 Gericht op buitenlandse jongeren en jongvolwassenen In deze paragraaf wordt door middel van deskresearch enkele media en bedrijven weergegeven die zich specifiek richten op jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. Een deel van deze media en bedrijven zijn opgenomen. Er zijn zorginstellingen en afdelingen van zorginstellingen die zich richten op personen van nietNederlandse afkomst. Deze instellingen zijn buiten beschouwingen gelaten, omdat ze zich voornamelijk richten op taboes en taalbarrières binnen deze groep. Ook zijn er gemeenten die zich met bepaalde projecten richten op personen van niet-Nederlandse afkomst maar vanwege het hoge aantal en het voornamelijk gericht is op ouderen, zijn deze ook buiten beschouwing gelaten. Ook de aanbieders van Nederlands als tweede taal zijn niet in dit hoofdstuk opgenomen omdat deze niet of minimaal gebruik maken van Nederlandse media. Mediakanalen Er zijn verschillende mediakanalen gericht op jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. Het initiatief hiervoor komt veelal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en is veelal gericht op de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Voorbeelden zijn Stichting Multiculturele Televisie Nederland (hierna MTNL) en FunX Radio. Lokale en regionale omroepen zenden multiculturele televisie van MTNL uit. Behalve multicultureel zijn, komen ook de thema‟s politiek, maatschappij, cultuur en human interest aan bod. Er is geen onderzoek naar de kijkcijfers van MTNL beschikbaar.19 Landelijk kent Nederlandse programma Stichting (hierna NPS) een diversiteitsbeleid. Dit beleid is nog in ontwikkeling; medewerkers van NPS met verschillende culturele achtergronden krijgen een opleiding voor het maken van multiculturele programma‟s. NPS zet ook verschillende internetsites in, zoals lijn5.com, om een jong multicultureel publiek te bereiken. Het doel van deze mediakanalen is een programma-aanbod maken waarin alle inwoners zich kunnen vinden en aan deel kunnen nemen. Commercieel De grootste groep adverteerders die zich richt op personen van niet-Nederlandse zijn telecomaanbieders. De doelgroep is Nederlanders van buitenlandse afkomst en buitenlanders die hier tijdelijk verblijven. Voorbeelden hiervan zijn Ortel Mobile, Lebara Mobile, Lycamobile en Chippie. De telecomaanbieders Ay Yildiz en Hürriyet Mobil richten zich alleen op personen van Turkse afkomst. De telecomaanbieders zijn Mobile Virtual Network Operators (hierna MVNO), wat betekent dat ze niet beschikken over een eigen mobiel netwerk. De telecomaabieders hebben ongeveer 250.000 klanten per bedrijf. Er wordt geadverteerd in de grote steden en Ay Yildiz adverteert in Turkse kranten en tijdschriften, en op schotelzenders wordt verkondigd: nu ook in Nederland! Samenleving Verschillende bedrijven en stichtingen zetten zich in voor multiculturele jongeren die te maken hebben met discriminatie of moeilijkheden op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt. Voorbeelden hiervan zijn Meldpunt Discriminatie Internet (hierna MDI), JobPlaza.nl en Young Global People. MDI wilt online discriminatie op het Nederlandse gedeelte te helpen voorkomen en bestrijden. JobPlaza.nl en Young Global People hebben en zogezegd multicultureel bestand en bemiddelt tussen werkgevers en werknemers. Behalve het aanbieden van vacatures, stages en traineeships, worden er ook trainingen en 19 Interview Bart Römer Marloe Boon
Pagina 25 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media workshops georganiseerd.
Marloe Boon
Pagina 26 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Producten en diensten gericht op niet-Nederlandse personen Ook Nederlandse bedrijven bieden diensten en producten gericht op niet-Nederlandse personen. Agis Zorgverzekering heeft een speciale polis voor personen van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst. De zorgverzekering biedt speciale polissen, gekoppeld aan het land van herkomst. Informatie over jongensbesnijdenis en speciale vaccinaties worden extra uitgelicht. Agis heeft ook verschillende contactcentra in bovengenoemde landen en waar ze Berber, Arabisch en Turks spreken. Productinformatie wordt rechtstreeks gecommuniceerd naar de doelgroep, omdat er anders te veel mensen bereikt worden waarvoor de informatie niet relevant is. Zo krijgen deze mensen een verkeerde associatie bij Agis.
4.2 Buitenlandse jongeren en jongvolwassenen in de media Bepaalde zaken uit media worden gekopieerd. Als een idool bepaalde accessoires vaak draagt, kan dit zomaar een trend worden. Dit kan ook gaan gelden voor meningen. In bestaande onderzoeken wordt vaak gesproken over de mening die autochtonen en personen van niet-Nederlandse afkomst over elkaar hebben, dit wordt kort besproken. Er is naar het beeld van jongeren van buitenlandse afkomst gevraagd over de manier waarop zij gepresenteerd worden in de media. Dit is gevraagd in interviews met jongeren van buitenlandse afkomst en experts en in de enquête. Deze meningen zijn in deze paragraaf verwerkt. Media De media geven de samenleving weer en wordt gezien als bindend. Ouders, school en media helpen mee aan het vormen van de identiteit. Hiervoor moet een objectief beeld weergegeven worden. Voor personen van niet-Nederlandse afkomst is het moeilijk om de media op die manier te gebruiken, dit door negatieve beeldvorming. Media worden gebruikt om een middenweg te vinden door de normen en waarden die ze vanuit de cultuur thuis meekrijgen en de normen en waarden uit de zogenaamde Nederlandse cultuur. Het is noodzakelijk om personen van niet-Nederlandse afkomst in de media enkele culturele kenmerken te geven. Hierbij ligt de nadruk op enkele, het moet niet de bedoeling zijn dat zij als stereotypen worden weergegeven, net als het feit dat zij niet moet worden neergezet als aangepaste en zeer integreerde personen. De positieve en negatieve kanten van deze groep moeten belicht worden in de media.20 Uit onderzoek is gebleken dat minderheiden vooral in het nieuws komen naar aanleiding van incidenten en in relatie tot problemen als criminaliteit en werkloosheid. Dit gebeurt het meest bij berichtgeving over jongeren van Marokkaanse afkomst. Het tijdschrift voor Communicatiewetenschap noemt de volgende tekortkomingen aan het rapporten van de media over de islam, moslims en allochtonen: Het doen van generaliserende uitlatingen; Het simplificeren van hun cultuur; Het opdelen van de samenleving in „wij‟ en „zij‟; Het portretteren van moslims als achterlijk, bedreigend, afwijkend, irrationeel, fanatiek en niet geïntegreerd in de westerse wereld.21 Mensen nemen over het algemeen informatie voor waar aan. Men interpreteert informatie verschillend, dit hangt samen met hoe het wordt weergegeven. Dit heet framing. Framing zorgt er voor waar men over nadenkt en soms ook hoe men over dat onderwerp nadenkt. Het is een journalistieke strategie om nieuws op een bepaalde manier te plaatsen, om waarde toe te kennen aan gebeurtenissen en om belangstelling van het publiek vast te houden. Dat de onderwerpen in de berichtgeving dit door de samenleving als groot probleem wordt gezien, hangt ook samen met de 20 Multicultureel drama? Populair Nederlands televisiedrama, jeugd en etniciteit 21 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 33/2005 nr. 4 Marloe Boon
Pagina 27 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media agenda-settingtheorie. De agenda-settingtheorie houdt in dat sterk benadrukte thema's door ontvangers van de media als belangrijke thema's worden opgevat en omgekeerd weinig benadrukte thema's ook door ontvangers als minder belangrijk worden gevonden. In bijlage 6 is het model agenda setting opgenomen. De agenda-settingtheorie wordt geciteerd in McQuail (1987, p. 275) als volgt; "The evidence strongly suggests that people think about what they are told… but at no level do they think what they are told." (Trenaman & McQuail, 1961) Er wordt gesteld dat journalisten van niet-Nederlandse herkomst noodzakelijk zijn binnen een redactie. Dit vanwege een breed referentiekader. Wel moet een journalist een buitenstaander zijn bij bepaalde onderwerpen omdat als buitenstaander je dingen opvallen. Het is van belang dat men de taal en cultuur kent van het land waarover men schrijft, zodat er oog is voor de achtergronden van het nieuws. Veel nieuws over de multiculturele samenleving wordt buiten beschouwing gelaten omdat journalisten dit alleen relevant vinden voor specifieke doelgroepen en niet voor een 'algemeen' publiek. Behalve journalisten, geldt dit ook voor columnisten, programmamakers en andere werknemers in de media. Volgens Frank Huysmans werkt wat er geschreven, gefilmd en geproduceerd wordt uit de eigen groep beter. Dit omdat zij beter de heersende dilemma‟s voelen. 22 Bart Römer geeft aan: “Als één komma zes miljoen mensen niet vertegenwoordigd zijn, dan is het logisch dat zij afhaken. Dan moet er een beleid op los worden gelaten. De groep mensen waar we nu over spreken missen toch het gevoel van „Wij horen erbij‟. De manier om via de media meer personen van buitenlandse afkomst te bereiken, is om de zogenaamde hokjesgeest kwijt te raken.” 23 De mening van Susan Bink sluit hier bij aan. Zij geeft aan dat er een realistischer beeld van de samenleving gegeven moet worden, met aandacht voor individuen en niet te generaliserend naar hele bevolkingsgroepen toe. 24 Héloïse van den Berg verwacht dat het werken in de media door personen van buitenlandse afkomst met de jaren komt. Personen van buitenlandse afkomst worden steeds hoger opgeleid. Het is logisch dat deze mensen in eerste instantie kiezen voor beroepen in veilige gevestigde sectoren zoals de gezondheidszorg of rechten omdat ze denken dat die een zekerder bestaan bieden dan werken in de media en ook eerder geaccepteerd zullen worden door hun ouders.25 Er heerst de laatste jaren de vraag of objectieve journalistiek nog wel bestaat, mede omdat de markt van nieuws een markt van vraag en aanbod is. De media zouden de consument minder moeten volgen en meer initiatief nemen en al het nieuws goed presenteren. Dit kan vooral bij kranten, mensen lezen hier selectief, ze lezen wat zij interessant vinden.26 Wederzijdse beeldvorming Personen van niet-Nederlandse afkomst zijn gastvrij, beleefd en vriendelijk. Maar ook minder netjes, minder tolerant, minder hulpvaardig en minder eerlijk, aldus personen van Nederlandse afkomst. Algemeen gezien spreken personen van Nederlandse afkomst het meest negatief over de groep van Marokkaanse afkomst. Hoe groter de toename van het aantal personen van niet-Nederlandse afkomst, hoe negatiever de opvattingen over deze personen. Verschillende sociaalpsychologische experimenten geven aan dat personen geneigd zijn positieve kenmerken toe te kennen aan de eigen groep en negatieve kenmerken aan andere groepen. Personen hebben de neiging bepaalde kenmerken van zowel de eigen groep als de andere groep te overdrijven en bovendien genuanceerder te oordelen over de eigen groep terwijl men over de andere groep veel 22 Interview Frank Huysmans 23 Interview Bart Römer 24 Interview Susan Bink 25 Presentatie Initiative - Héloïse van den Berg 26 Conferentie „Welingelichte kringen‟ Marloe Boon
Pagina 28 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media meer generaliserend oordeelt. Eerder onderzoek heeft bij herhaling aangetoond dat een negatieve houding ten opzichte van minderheidsgroepen in sterkere mate voorkomen bij de lagere sociale klasse in de samenleving. Etnische minderheden vallen gemiddeld genomen in een lagere sociale klasse. Autochtonen in diezelfde klasse zien deze etnische minderheden als concurrenten en voelen zich hierdoor bedreigd. Vrouwen van niet-Nederlandse afkomst denker negatiever over personen van Nederlandse afkomst, dan mannen van niet-Nederlandse afkomst. De groep van Turkse afkomst denkt het meest negatief over personen van Nederlandse afkomst. Hierna volgt de groep van Antilliaanse afkomst. Er is gebleken dat personen van niet-Nederlandse afkomst, die in een wijk wonen met veel Nederlanders, positiever tegenover Nederlanders staan. Dit omdat zij zich meer identificeren met Nederlanders. Als er bewoners in een buurt van één etnische minderheid sterk vertegenwoordigd zijn, kan dat leiden tot het terugtrekken in de eigen groep. Toch kiezen niet-Nederlanders er voor om in een zwarte wijk te wonen, omdat het fijn is en omdat je niet bang hoeft te zijn er weggekeken te worden.27 Etnomarketing De manier waarop etnische minderheden tegenwoordig bereikt worden, is het product of dienst aan te laten prijzen door iemand met diezelfde etnische achtergrond, al dan niet samen met de taal. Nieuwe manieren zijn symbolen van de cultuur een rol laten spelen in de advertentie of juist mensen met een uiteenlopend uiterlijk te tonen. Een voorbeeld van etnomarketing is ook etnische diversiteit op te nemen in bedrijfscommunicatie. Etnomarketing kan ook schade aanbrengen als de persoon zich niet kan identificeren met zijn cultuur. De vraag is of etnomarketing wel bestaat. Het is de bedoeling dat segmentatie plaatsvindt op basis van waarden en gedrag. Als een etnische groep bepaalde aspecten van een product of bepaald gedrag waardeert, dan richt men zich daar op. Dat is te definiëren als 'gewone' marketing.28 Initiative en Universal Media bevestigen dit door aan te geven dat zij op zoek gaan naar de persoon die zich aangesproken voelt met de campagne, wat zijn of haar afkomst ook is.29 Mening jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst Op de enquêtevraag of personen van buitenlandse afkomst vaak op televisie komen wordt verschillend gereageerd. Van de ondervraagden vindt: - 44 procent dat het af hangt van de zender; - 22,2 procent die vindt dat personen van buitenlandse afkomst genoeg op televisie komen; - 20,6 procent vindt dat de jongeren niet genoeg op televisie komen; - 13,3 procent heeft geen mening. Jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst zetten soms de televisie uit als er dingen gezegd of getoond worden die niet aansluiten bij hun opvattingen. Dit is te zien in figuur 3.
27 Migrantenstudies 28 Erasmus Universiteit Amsterdam 29 Presentatie Initiative - Héloïse van den Berg en Presentatie Universal Media Marloe Boon
Pagina 29 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Figuur 3 Uitschakelen televisie De jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst vinden bijna unaniem dat zij negatief in beeld worden gebracht of hadden geen mening. De jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst vinden dat er óók positief nieuws over hen moet worden weergegeven. Het enige waar de groepen nu mee geassocieerd worden, is criminaliteit, aldus de jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst. Volgens Bart Römer moet het mediabeleid divers zijn. Wat er gemaakt wordt, wie het maakt en tot slot wie je raakt. 30
4.3 Het woord allochtoon Tweederde van de ondervraagde Amsterdamse (deel)raadsleden is er voorstander van om de term allochtoon af te schaffen. Een kwart is er op tegen. Tegenstanders stellen dat het invoeren van andere termen geen problemen oplost en dat de nieuwe termen na een tijdje ook een negatieve bijklank zullen krijgen. Voorstanders stellen dat veel mensen tegenwoordig een gemengde achtergrond hebben, en het erg zwart wit is om alleen in allochtoon en autochtoon te denken.31 De Partij van de Arbeid (PvdA) wil spreken van 'nieuwe Nederlanders' in plaats van allochtonen. Eén van de vragen in het interview, met jongeren en jongvolwassen, is hoe ze tegenover het woord 'allochtoon' staan. De geïnterviewde personen van niet-Nederlandse afkomst vinden dat het woord allochtoon mag blijven bestaan. Het woord zelf is immers niet negatief. Het woord wordt vaak verkeerd gebruikt, wat de personen van buitenlandse afkomst irriteert. Hierdoor heeft het woord allochtoon een negatieve lading. Allochtoon ben je, als jij of één van je ouders in het buitenland is geboren, en dit is niet negatief. Men kan formeel niet spreken van een derde generatie en moet dat dus ook niet doen. De allochtonen in Nederland voelen zich Nederlands, waardoor zij zich niet aangesproken voelen door het woord allochtoon. De meeste van hen hebben ook de Nederlandse nationaliteit, en in dat geval zijn het Nederlandse personen. Het woord allochtoon is breed; media en onderzoekers doen er goed aan het woord nader te verklaren, en de specifieke afkomst te gebruiken. Dit wordt aangegeven door experts. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp, anders is man, vrouw, kind of groep personen voldoende. De jongeren en jongvolwassenen denken dat dit ook bij zal dragen aan een positievere beeldvorming over hen. Stigmatisering draagt namelijk bij aan de negatieve beeldvorming, aldus de
30 Interview Bart Römer 31 Nieuws uit Amsterdam Marloe Boon
Pagina 30 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media jongeren en jongvolwassenen.
4.4 De doelgroep in de media. Feiten of onzin? Zoals aangegeven wordt de doelgroep overwegend negatief in beeld gebracht. De vraag heerst of de doelgroep ook negatief in het nieuws gebracht wordt op basis van feiten. Deze paragraaf is aanvullend en niet uitputtend, dit wegens beknopte informatie en gedateerde onderzoeken. Voor deze paragraaf is uitsluitend gebruik gemaakt van bronnenonderzoek. De gegevens zijn onder andere afkomstig van het CBS. Een kleine minderheid van de bevolking komt in aanraking met de politie. In 2002 was dit 0,9 procent van de autochtonen en 2,2 procent van alle allochtone groepen. Met inbegrip van de tweede generatie is in totaal 37,5 procent van alle in Nederland woonachtige geregistreerde verdachten van een misdrijf van allochtone herkomst. Bij bijna alle herkomstgroepen vallen de verdachtenpercentages van allochtonen met één allochtone ouder lager uit, dan allochtonen met twee allochtone ouders. Uit onderzoek blijkt dat mannen vaker verdachte zijn. Behalve geslacht is leeftijd ook een factor. De grootste groep bevindt zich onder 18 – 20 jarigen. Andere kenmerken voor criminaliteit zijn: Type huishouden; Opvoedingspatroon; Diplomabezit; Uitkeringsafhankelijkheid; Conflicten binnen het gezin; Percentage niet-westerse allochtonen in de woonwijk; Verschillen in sociale controle. Bij allochtonen speelt migratiemotief en discriminatie op de arbeidsmarkt ook een rol. Diplomabezit is hier de belangrijkste factor; zonder diploma komt men 2,5 keer vaker voor als verdachte. Hierna volgen de factoren type huishouden en uitkeringsafhankelijkheid. Dit is onder iedere herkomstgroep hetzelfde. Bij weinig vertrouwen in de mogelijkheid tot succes hebben, zijn korte termijn overwegingen bepalend voor het gedrag. Het heeft dus alles te maken met de positie in de Nederlandse samenleving. Door deze factoren wordt de oververtegenwoordiging van allochtonen in criminaliteit verklaard. Ook na correctie van de factoren blijft oververtegenwoordiging echter wel bestaan, namelijk anderhalf- tot driemaal zoveel.32
4.4.1 Radicalisering De jongeren en jongvolwassen worden ook vaak in verband gebracht met radicalisering. In deze subparagraaf wordt kort aandacht besteed aan het begrip radicalisme. Radicalisme is de bereidheid om de uiterste consequentie te aanvaarden en in daden om te zetten. Het is belangrijk om onderscheid te maken in dit gedrag omdat het vaak puberaal gedrag is dat overgaat. Puberaal gedrag komt voor bij bijna elke jeugdige. Er moet worden gekeken of de signalen alleen binnen één gebied voorkomen of zich op meerdere plaatsen herhaalt. In het laatste geval kan er sprake zijn van radicalisering. De zes tekenen van radicalisering zijn: Afstand nemen; Devotie (verering); Vijandbeeld; Publiek wordt privaat (private normen gaan boven algemeen publieke normen en publieke normen en private normen van anderen moeten veranderen); 32 Verdacht van criminaliteit, Allochtonen en autochtonen nader bekeken Marloe Boon
Pagina 31 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Uiterlijke kenmerken; Onderlinge loyaliteit. Bij deze signalen is een vaak een overlap te zien met puberaal gedrag.33 Internet speelt nauwelijks een rol bij radicalisering.34
4.5 Conclusie Er zijn verschillende mediakanalen en bedrijven die zich richten op personen van buitenlandse afkomst. Voorbeelden zijn MTNL, FunX en Agis Zorgverzekeringen. Dit moet er niet te dik bovenop liggen, tenzij er alleen producten en/of diensten worden aangeboden aan personen van buitenlandse afkomst. Dit om niemand uit te sluiten of verkeerde associaties op te roepen. Hoewel een diversiteitsbeleid al jaren bekend is bij de media, is het nog steeds in ontwikkeling. Volgens de jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst lukt het echter niet, zij vinden bijna unaniem dat zij negatief in beeld worden gebracht of hadden geen mening. Personen van buitenlandse afkomst worden vooral negatief weergegeven in de media, bijvoorbeeld naar aanleiding van incidenten en in relatie tot problemen als criminaliteit en werkloosheid. Het woord allochtoon kan gebruikt blijven worden, mits het niet alleen maar negatief wordt gebruikt. Het woord allochtoon betekent dat ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren en aan deze definitie is niets verkeerd. De voorkeur gaat uit naar 'gewoon' Nederlanders of personen. De groep vindt dat afkomst alleen vermeld moet worden als dit relevant is en toegevoegde waard geeft. Zo komt men los van het negatieve beeld wat heerst over de jongeren en jongvolwassenen van nietNederlandse afkomst.
33 Radicalisme signaleren en aanpakken 34 Countering Online Radicalisation: A Strategy for Action Marloe Boon
Pagina 32 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
5.
Doelgroep
In dit hoofdstuk worden de kenmerken van de doelgroep besproken. De gegevens zijn tot stand gekomen door de interviews en de enquête. Meer informatie over deze enquête is opgenomen in bijlage 7. Ook is er gebruik gemaakt van gegevens van het CBS voor absolute cijfers en enkele boeken voor achtergrondinformatie.
5.1 Demografische kenmerken In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep etnische minderheden in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De vier klassieke herkomstgroepen, Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, groeien alleen nog dankzij de tweede generatie. De grootste niet-westerse groep is afkomstig uit Turkije. De groep Indonesiërs is qua omvang nog iets groter dan de groep personen van Turkse afkomst. Dit zal binnen korte termijn veranderen: het aantal Indonesiërs neemt, vanwege de relatief hoge vergrijzing onder deze herkomstgroep, al een aantal jaren af. Personen van niet-westerse afkomst zijn gemiddeld jonger dan autochtonen. Dat hangt voornamelijk samen met hun migratiegeschiedenis en vruchtbaarheid. Personen van niet-westerse afkomst zijn bovendien veel minder sterk vergrijsd dan autochtonen en personen van westerse afkomst.
5.2 Geboorteland De doelgroep is voor ongeveer tweederde geboren in Nederland. Dit houdt in dat zij behoren tot de tweede generatie omdat mimimaal één van de ouders wel geboren is in het buitenland. In deze paragraaf worden de cijfers met bijbehorend cirkeldiagram weergegeven.
Figuur 4 Geboorteland respondenten Uit figuur 4 kunnen onderstaande cijfers geconcludeerd worden: 64,5 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in Nederland; 2,4 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in Turkije; 5,7 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in Suriname; 6 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in Marokko; 0,8 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren op Aruba; 0 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren op Bonaire; 4 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren op Curaçao; 2,4 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in Indonesië; 14,1 procent van de jongeren en jongvolwassenen is geboren in een ander land dan Marloe Boon
Pagina 33 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media bovengenoemde landen. De meest voorkomende geboortelanden van de ouders zijn Marokko, Turkije en Suriname. Dit geldt zowel voor de vader, als voor de moeder.
5.3 Verblijfsduur De meeste jongeren en jongvolwassen (64,5 procent) van buitenlandse afkomst zijn zogezegd geboren en getogen in Nederland. De meeste jongeren en jongvolwassenen wonen in Noord- en Zuid-Holland. Wel overheerst de cultuur van het land van afkomst, waar minimaal één van de ouders is geboren. Hij of zij wordt opgevoegd met deze normen en waarden. De jongeren en jongvolwassenen combineren dit met de Nederlandse normen en waarden, die zij halen uit de media en omgeving.
5.4 Scholing en werk Meer dan de helft (52,6 procent) van de respondenten volgt een hbo-opleiding of WO bachelor, of heeft deze afgerond. Onder de ondervraagden van buitenlandse afkomst die zelf in Nederland zijn geboren, 52,2 procent een hbo-opleiding of WO bachelor, of heeft deze afgerond. Bij personen die niet in Nederland zijn geboren, volgt 53,2 een hbo-opleiding of WO bachelor, of heeft deze afgerond. Het grootste deel van de jongeren en jongvolwassenen heeft daarnaast een bijbaan.
Figuur 5 Scholing (wat op dit moment wordt gevolgd of diploma behaald) Kleding en uiterlijke verzorging, eten en uitgaan zijn de meest voorkomende uitgaven onder de jongeren en jongvolwassenen. School, huishoudelijke artikelen, tussendoortjes, vakanties en sparen hebben leggen ook een groot beslag op het inkomen van de jongeren en jongvolwassenen. Minder voorkomende uitgaven zijn huur van huis, bezoek van evenementen, sport, gadgets, vervoer en andere uitgaven zoals genotsmiddelen.
5.5 Geloof De islam en het christendom zijn de meest voorkomende godsdiensten onder jongeren en Marloe Boon
Pagina 34 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. De jongeren en jongvolwassen rekenen zichzelf tot aanhanger van het geloof, maar nemen vaak niet meer praktiserend deel. Dit houdt in dat zij niet of nauwelijks naar de moskee of kerk gaan, maar wel de normen en waarden van de islam of het christendom in acht houden. Een kleinere groep ziet zichzelf als fundamentalist, wat voorkomt bij de islam. Deze groep interpreteert alles van de islam in zijn eigen leven. Er is hier een groot verschil in het kennis opdoen. De jongere generatie verdiept zich uit zichzelf en probeert elke regel te accepteren. Zij geven aan dat de oudere generatie het deed vanwege de cultuur, je 'moet' bidden, dus je bidt.35
5.6 Taalvaardigheid Van de ondervraagden spreekt 61 procent thuis Nederlands. De taal van herkomst wordt thuis gesproken door 26,3 procent. Door educatie en sociale contacten wordt de Nederlandse taal redelijk tot goed beheerst door de jongeren en jongvolwassenen.
5.7 Identiteit Het grootste deel van de ondervraagden ziet zichzelf als een combinatie van Nederlander en een combinatie van het land van herkomst, namelijk 51,7 procent. Het gaat in dit geval om een groep die nog zoekende is naar zijn of haar identiteit en een groep die de juiste balans heeft gevonden. Opvallend is dat het geen verschil maakt of de persoon wel of niet in Nederland is geboren. 19,9 procent ziet zichzelf als Nederlander. De rest van de ondervraagden ziet zichzelf als Turks, Surinaams, Marokkaans, Arubaans, Antilliaans of Indisch persoon. Uit bestaand onderzoek blijkt dat jongeren van buitenlandse afkomst zich als eerste verbonden voelen met hun woonplaats, daarna land van herkomst en als laatste Nederland. 36
5.8 Sociale aspecten Ouders Bij zowel personen van Nederlandse als van niet-Nederlandse afkomst houdt de moeder zich meer bezig met de dagelijkse opvoeding dan de vader, namelijk twee tot vier keer zoveel.37 Moeders controleren meer het mediagedrag van hun kinderen dan vaders. Ook is er een verschil tussen de afkomst. Ouders van niet-Nederlandse afkomst zijn strenger ten opzichte van het mediagebruik dan ouders van Nederlandse afkomst. Onderwerpen uit de media worden vooral met de moeder besproken, behalve onderwerpen op de computer. Ouders vinden snel dat hun kinderen te veel tijd besteden aan audiovisuele media en te weinig aan gedrukte media. Het mediagebruik vindt vaak ook thuis plaats waardoor er controle plaatsvindt door de ouders. Hoe ouder het kind wordt, hoe meer vrijheid hij of zij krijgt betreffende mediagebruik.38 Vrienden De jongeren en jongvolwassenen hebben vaak vrienden van dezelfde afkomst. Met de vrienden wordt veel tijd doorgebracht. Als de jongeren de zelfde media gebruiken, en ook hetzelfde programma, wordt hier over gesproken onder elkaar. Referentiegroepen De referentiegroepen van de jongeren en jongvolwassenen zijn vrienden, mensen uit de omgeving (bijvoorbeeld uit de moskee) en personen uit de media.
35 Tegenlicht: Insjallah; als God het wil 36 Links en Labels 37 Het dagelijks leven van allochtone stedelingen 38 Integratie of identiteit? Marloe Boon
Pagina 35 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
5.9 Mate van integratie De jongeren en jongvolwassenen vinden zelf dat zij goed geïntegreerd zijn. Dit is omdat zij vaak vrienden hebben van dezelfde afkomst die dienen als referentiekader. De jongeren zijn door de (gratis) dagbladen en nieuwssites redelijk tot goed op de hoogte van wat er speelt in Nederland aldus de jongeren en jongvolwassenen.
5.10 Activiteiten en interesses Er wordt gesteld dat personen van buitenlandse afkomst een smaller repertoire hebben aan activiteiten in hun vrije tijd, dan personen van Nederlandse afkomst. Dit zou voor een deel komen door zaken als opleidingsniveau, inkomen en beheersing van de Nederlandse taal. 39 In de gehouden enquête onder de jongeren en jongvolwassenen blijkt er geen verschil te zijn in populariteit van vrijetijdsbestedingen. De meeste jongeren en jongvolwassenen, 65,2 procent, kiezen sociale contacten onderhouden als populairste vrijetijdsbesteding. Daarna komen computer en winkelen. Sporten, uitgaan en lezen komen alle drie op de derde plaats. De jongeren worden niet of nauwelijks gestimuleerd door hun ouders tot het uitoefenen van hobby‟s. Televisie, muziek en internet spelen een grote rol in het leven van jongeren en jongvolwassenen. Het beoefenen van sport en sportinformatie is een belangrijk iets. De groep is erg bezig met lifestyle. Volgens Bart Römer40 heeft iedere groep hetzelfde doel. Uiteindelijk wil iedereen een huisje, boompje, beestje en doet wie en afkomst niet ter zake. Het EtnoMentality-model verdeelt personen van niet-Nederlandse afkomst in vijf groepen, te weten: Religieuze familiegerichten; Behoudende arbeidsgerichten; Statusgerichte carrièremakers; Moderne statuszoekers; Ambitieuze ontplooiers. Over het gehele EtnoMentality-model is meer te lezen in bijlage 8. Bij religieuze familiegerichten staan familie, gezin en geloof op de eerste plaats. Behoudende arbeidsgerichten benaderen traditie met een materialistische inslag. Statusgerichte carrièremakers willen presteren en genieten van materialistische dingen in het leven. De moderne statuszoekers hebben materiële- en consumptieve waarden. Men wil zo veel mogelijk te kunnen doen en laten waar hij of zij zin in heeft. De ambitieuze ontplooiers kiezen voor individuele ontwikkeling en ontplooiing en willen zich niet de les laten lezen door familie of religie. Statusgerichte carrièremakers, moderne statuszoekers en ambitieuze ontplooiers verschillen niet of nauwelijks met personen van Nederlandse afkomst. Voor zowel Turken, Marokkanen, Surinamers als Arubanen en Antillianen blijft het land van herkomst het meest favoriete vakantieland. Familiebezoek blijft worden gezien als belangrijk maar vakantie naar een ander land om te ontspannen wint steeds meer aan populariteit.
5.12 Media Jongeren en jongvolwassenen zijn heavy users qua mediagebruik. De jongeren en jongvolwassenen doen aan multi-tasking. Dit omdat ze niks willen missen en altijd van het laatste nieuws op de hoogte willen zijn. Volgens onderzoek van Qrius in samenwerking met BNN maken jongeren van buitenlandse afkomst – in vergelijking met hun Nederlandse leeftijdsgenoten – over het algemeen wat minder vaak
39 Het dagelijks leven van allochtone stedelingen 40 Interview Bart Römer Marloe Boon
Pagina 36 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media gebruik van de verschillende media. 41 Individueel mediagebruik neemt toe, maar collectief gebruik zal ook blijven bestaan waarvan samen televisie kijken het beste voorbeeld is. Er wordt gesteld dat personen van niet-Nederlandse afkomst kritischere mediagebruikers zijn dan personen van Nederlandse afkomst. Dit omdat zij meer media kunnen vergelijken, namelijk media uit land van herkomst en de Nederlandse media. Uit het onderzoek is gebleken dat dit voornamelijk om personen van Turkse afkomst gaat, en dan in het bijzonder het nieuws op televisie. Volgens Bart Römer missen de jongeren en jongvolwassen het land van herkomst. Dit is een natuurlijke vorm van nostalgie en hang naar culturele roots. Men kan het missen van het land van herkomst vervullen met het gebruik van media uit het land van herkomst. 42
5.13 Rol van media Jongeren en jongvolwassenen besteden meer tijd aan nieuwe media dan een aantal jaren geleden. Dit komt doordat zij zijn opgegroeid met digitale media. Media spelen een grote rol in de vrije tijd van de jongeren en jongvolwassenen. De media heeft als doel hen op de hoogte te houden van zaken die hen interesseren, het vormen van hun eigen identiteit en meningen en dient als vermaak.
5.14 Conclusie In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep etnische minderheden in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De ouders spelen een grote rol in het leven van deze groep. De moeder houdt zich het meest bezig met de dagelijkse opvoeding. Zij zorgt dat de cultuur uit het land van herkomst wordt meegegeven. De jongere of jongvolwassene is zelf vaak geboren in Nederland. Hij of zij maakt een mix van de Nederlandse normen en waarden, en de normen en waarden die thuis heersen. Het grootste deel van de ondervraagden ziet zichzelf als een combinatie van Nederlander en een combinatie van het land van herkomst. Er wordt strenger gecontroleerd op het mediagebruik door de ouders van buitenlandse jongeren. Jongeren en jongvolwassenen gebruiken veel (nieuwe) media en besteden daar steeds meer tijd aan. De groep gebruikt zelfs verschillende media tegelijk. Dit biedt voor bedrijven kansen wat betreft crossmediale campagnes.
41 Interview Cindy van Summeren 42 Interview Bart Römer Marloe Boon
Pagina 37 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
6.
Televisie
Dit hoofdstuk gaat over het kijken naar televisie. De onderwerpen zijn onder andere het kijken van Nederlandse televisie, het kijken van televisie uit het land van herkomst en de sociale aspecten. De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en de enquête.
6.1 Toegang tot televisie De jongeren en jongvolwassen hebben toegang tot televisie thuis, waarvan meer dan de helft een televisie heeft in hun slaapkamer. Televisie wordt het meest thuis gekeken of het moet gaan om iets bijzonders of onverwachts stelt Frank Huysmans 43. Cindy van Summeren sluit hier bij aan: „De thuiscontext is belangrijk, maar ook samen met vrienden en familie wordt gebruik gemaakt van media‟.44 Uit respect voor de ouders kijkt de groep van buitenlandse afkomst geen seksueel getinte programma's in het bijzijn van de ouders. Televisie wordt gezien als een zeer machtige socialisatieinstantie. Samen met internet, is televisie hét middel om op de hoogte te blijven van zaken die hen interesseren. Nederlandse televisie wordt door 69,8 procent van de ondervraagden gezien als één van de middelen om op de hoogte te blijven over zaken die hen interesseren, en televisie uit het land van afkomst 25 procent. Van de ondervraagden die in Nederland zijn geboren ziet 25,6 procent televisie uit land van herkomst als middel om op de hoogte blijven. Van de ondervraagden die in het herkomstland zijn geboren is dit 23,9 procent. Er wordt evenveel tot minder televisie gekeken dan voorgaande jaren onder jongeren en jongvolwassenen.
6.2 Nederlandse televisie Televisie is het favoriete medium om op de hoogte te blijven van informatie in Nederland. Ook wordt er televisie gekeken bij verveling of ter ontspanning. Nederlandse televisie is populair onder de jongeren en jongvolwassenen, 97 procent kijkt wel eens naar de Nederlandse televisie. RTL 4 is de populairste zender, 82,7 procent van alle ondervraagde jongeren en jongvolwassenen kijkt wel eens naar deze zender. Verder kijkt meer dan 70 procent van de ondervraagden naar Nederland 3, RTL 5 en SBS 6. Speelfilms zijn het meest bekeken op televisie, namelijk 79,8 procent geeft aan speelfilms te kijken. Verder scoren nieuwsuitzendingen, wekelijkse series en actualiteitenprogramma‟s erg goed, namelijk 65,3 procent voor nieuwsuitzendingen en wekelijkse series en 60,5 procent voor actualiteitenprogramma‟s. Dit geldt voor zowel Nederlandse afkomst als niet-Nederlands afkomst. Dit sluit aan bij de conclusie van SCP: verschillen in mediagebruik tussen autochtone en allochtone stedelingen zijn niet groot, in ieder geval lang niet zo groot als de vele schotelantennes doen vermoeden. In Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag maken doelgroepprogramma‟s voor en door minderheden het grootste deel van het aanbod uit. In de regio zendt ongeveer een kwart van de lokale omroepen programma‟s uit voor etnische minderheden. Uit de enquête is gebleken dat 11,3 procent naar programma‟s voor buitenlanders kijkt op de Nederlandse televisie. Volgens Frank Huysmans komen de zogenaamde minderhedenprogramma‟s niet echt aan bij de jongeren, de programma‟s op de publieke zenders worden juist gekeken door de eerste generatie. 45 In paragraaf 4.2 (Mening jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst) is ingegaan op hoe personen van buitenlandse afkomst vinden dat zij op de Nederlandse televisie in beeld worden
43 Interview Frank Huysmans 44 Interview Cindy van Summeren 45 Interview Frank Huysmans Marloe Boon
Pagina 38 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media gebracht.
6.3 Televisie uit land van herkomst Er wordt gesteld dat Nederlandse media te weinig informatie uit het land van herkomst biedt aan personen van niet-Nederlandse afkomst. Deze ontbrekende informatie wordt dan opgevuld door het aanbod van buitenlandse media. Ook speelt het feit mee dat Nederlandse media voornamelijk de negatieve aspecten belicht van de multiculturele samenleving en bepaalde etnische groepen. De jongeren en jongvolwassen herkennen zich hier niet in. De Nederlandse media laten geen juiste afspiegeling zien van de samenleving. Media uit het land van herkomst wordt wel minder geraadpleegd. Dit omdat de jongeren en jongvolwassenen gewend zijn aan de Nederlandse media en de manier waarop deze media etnische groepen belicht. De eerste generatie gebruikt vooral media uit land van herkomst wegens het niet goed beheersen van de Nederlandse taal. Het blijkt dat de ondervraagden vaak gewoon op de hoogte willen blijven van het nieuws uit land van herkomst. Onder de jongeren en jongvolwassenen kijkt 60,1 procent naar televisie uit land van herkomst. Hiermee is televisie het meest gebruikte medium uit het land van herkomst. Onderverdeeld naar land van herkomst is dit:
Figuur 6 Televisiekijken naar tv-zenders uit land van herkomst Uit figuur 6 kunnen onderstaande cijfers geconcludeerd worden. Onder jongeren en jongvolwassenen van Turkse afkomst kijkt 95 procent naar Turkse televisie; Onder jongeren en jongvolwassenen van Marokkaanse afkomst kijkt 83 procent naar Marokkaanse televisie; Onder jongeren en jongvolwassenen van Surinaamse afkomst kijkt 37 procent naar Surinaamse televisie; Onder jongeren en jogvolwassenen van Arubaanse afkomst kijkt 33 procent naar Arubaanse televisie; Onder jongeren en jogvolwassenen van Antilliaanse afkomst kijkt 32 procent naar Antilliaanse televisie; Onder jongeren en jongvolwassenen van andere afkomst kijkt 65 procent naar televisie uit land van herkomst. Marloe Boon
Pagina 39 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Het meest wordt gekeken naar televisie uit land van herkomst via de schotelantenne. Kijken via internet en de kabel wordt gedaan naast kijken via de schotelantenne. Televisie uit land van herkomst wordt vaak gezamenlijk met het gezin bekeken. Het verschil tussen de herkomstgroepen is gemakkelijk aan te geven; het aanbod is het grootst vanuit Turkije.
6.4 Conclusie Nederlandse televisie is populair onder de jongeren en jongvolwassenen, 97 procent kijkt wel eens naar de Nederlandse televisie. Televisie wordt gezien als een belangrijk mediamiddel, en is zelfs het meest gebruikte mediamiddel uit land van herkomst. De jongeren en jongvolwassen kiezen dit middel om op de hoogte te blijven van zaken die hen interesseren. Daarom blijft het gebruik van dit middel constant. Mensen willen zich herkennen in de media, dit kan als er een realistischer beeld wordt weergegeven van de (multiculturele) samenleving. De Nederlandse media laten namelijk geen juiste afspiegeling zien van de samenleving. Dit kan al veranderd worden door meer gekleurde mensen te laten zien op televisie. Televisie uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst. RTL 4 is de populairste televisiezender.
Marloe Boon
Pagina 40 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
7.
Radio
Dit hoofdstuk gaat over het luisteren naar de radio. De onderwerpen zijn onder andere het luisteren van Nederlandse radiozenders, het luisteren naar radiozenders uit het land van herkomst en sociale aspecten. De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en de enquête.
7.1 Toegang tot radio De jongeren en jongvolwassen hebben toegang tot radio thuis, waarvan het overgrote deel ook een radio (stereo) heeft in hun slaapkamer. Hoe lager de leeftijd, hoe meer er geluisterd wordt naar de radio. Radio wordt gezien als achtergrondmedium. De jongeren en jongvolwassenen luisteren evenveel radio als voorgaande jaren. De radio wordt gezien als achtergrondmedium, die tijdens een andere activiteit aanstaat zoals tijdens werken of auto rijden. De jongeren en jongvolwassenen die radio luisteren, gebruiken ook andere media. Het is niet zo dat als er radio geluisterd wordt, er een ander medium opvallend meer of minder wordt gebruikt.
7.2 Nederlandse radiozenders Van de ondervraagden luistert 87,4 procent naar de Nederlandse radio. De populairste zender is Radio 538, van de ondervraagden luistert 52,4 luistert wel eens naar deze zender. Daarna komt Sky radio met 39,5 procent. Slam FM is met 30,2 procent goed voor de derde plek. Onder de ondervraagden geeft 33,1 procent aan door Nederlandse radio op de hoogte te blijven over zaken die hen interesseren.
7.3 Radiozenders uit land van herkomst Radio uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst, namelijk 61,5 procent. Het meest wordt radio uit land van herkomst geluisterd via het internet, namelijk 31 procent. Daarnaast wordt er radio geluisterd via de schotelantenne, namelijk 12,5 procent, en via de kabel, namelijk 5,6 procent. Het grootste deel, namelijk 58,9 procent, luistert niet naar radiozenders uit land van herkomst. Deze cijfers zijn weergegeven in figuur 7. Onder de ondervraagden geeft 9,3 procent aan door radio uit land van herkomst op de hoogte te blijven over zaken die hen interesseren.
Figuur 7 Luisteren naar radio uit land van herkomst
7.4 Conclusie Van de ondervraagden luistert 87,4 procent naar de Nederlandse radio. Radio wordt gebruikt als achtergrondmedium en het gebruik is de laatste jaren constant gebleven. De populairste radiozender Marloe Boon
Pagina 41 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media is Radio 538. Radio uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst, van de ondervraagden van Turkse afkomst geeft 61,5 procent aan wel eens naar de Turkse radio te luisteren.
Marloe Boon
Pagina 42 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
8.
Internet
Dit hoofdstuk gaat over het gebruik van internet. De onderwerpen zijn onder andere het bezoeken van Nederlandse internetsites, het bezoeken van internetsites uit het land van herkomst, sociale aspecten en de frequentie van het internetgebruik. De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en de enquête.
8.1 Toegang tot internet De meeste personen hebben een computer met internet, of elders toegang tot internet zoals op school of op het werk. De computer staat bij personen van buitenlandse afkomst vaak in de huiskamer, waardoor er nooit ongehinderd gebruik gemaakt kan worden van internet. Volgens Frank Huysmans verklaart dit ook waarom veel Turkse en Marokkaanse jongeren in de bibliotheek zitten te computeren of studeren. Ook denkt hij dat internet veel meer de tweede generatie aanspreekt, hier kan men soortgenoten opzoeken over zaken die hen bezig houden. 46 Het surfen is onder alle leeftijden populair, eveneens als het downloaden van bestanden. De meeste ondervraagden maken zes tot zeven dagen per week gebruik van internet. Het gebruik van internet is de laatste jaren gestegen onder jongeren en jongvolwassenen. Internet is het populairste middel om op de hoogte te blijven van zaken die jongeren en jongvolwassen interesseren. Cindy van Summeren geeft ook aan dat hoe groter hoe affiniteit met religie is, hoe vaker zij hierover informatie zoeken via internet. Ook geeft zij aan dat Nederlandse jongeren en jongeren van buitenlandse afkomst dezelfde favoriete websites hebben.47 Jongeren tussen de 15 en 19 jaar maken het meest gebruik van internet. Foquz Etnomarketing stelt dat Marokkaanse jongeren wekelijks meer op internet zitten dan hun Turkse, Surinaamse en Antilliaanse leeftijdsgenoten. Echter SCP stelt dat Turkse en Marokkaanse personen een relatief grote achterstand in ICT-gebruik op autochtonen hebben. Voor Surinaamse en Antilliaanse personen geldt dit niet of nauwelijks. Uit de gehouden enquête is een vraag gesteld over internetgebruik. Het verschil blijkt minimaal, de jongeren en jongvolwassenen gebruiken evenveel internet.
8.2 Bezoek Nederlandse internetsites 97,4 procent van de ondervraagden maakt wel eens gebruik van Nederlandse internetsites. Van de ondervraagden ziet 70,2 procent Nederlandse internetsites als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren. Er wordt vaak gebruikt gemaakt van e-mail, wat veelal gebeurt via de internationale site Hotmail. Behalve e-mail, gebruik men het internet veelal voor: praktische bruikbaarheid (76,6 procent); informatievoorziening (69,8 procent); vermaak (60,9 procent); om op sociale netwerken te zitten (64,1 procent). In figuur 8 is hier een totaaloverzicht van te zien.
46 Interview Frank Huysmans 47 Interview Cindy van Summeren Marloe Boon
Pagina 43 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Figuur 8 Doeleinden gebruik internet
8.3 Bezoek internetsites land van herkomst Van de ondervraagden surft totaal 59,9 procent wel eens naar sites uit het land van herkomst. De jongvolwassenen doen dit vaker dan de jongeren, respectievelijk 25,6 procent en 58,2 procent. Van de ondervraagden ziet 28,2 procent internetsites uit land van herkomst als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren. Internet uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst, namelijk 95 procent. Als tweede maken personen van Antilliaanse afkomst het meeste gebruik van Antilliaanse internetsites, namelijk 79 procent. Op de derde plaats staan personen van Marokkaanse afkomst met 46 procent.
8.4 Conclusie 97,4 procent van de ondervraagden maakt wel eens gebruik van Nederlandse internetsites. Het gebruik van internet is de laatste jaren gestegen, de ondervraagden maken zes tot zeven keer per week gebruik van internet. Internet dient voor praktische bruikbaarheid en informatievoorziening. Internetsites uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst, namelijk 95 procent.
Marloe Boon
Pagina 44 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
9.
Gedrukte media
Dit hoofdstuk gaat over het lezen van gedrukte media. De onderwerpen zijn onder andere het lezen van Nederlandse tijdschriften en dagbladen en het lezen van tijdschriften en dagbladen uit het land van herkomst. Leiden tijdschriften en dagbladen onder de verschuiving van een lees- naar een beeldcultuur? De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en de enquête.
9.1 Tijdschriften Tijdschriften worden vaker door meisjes gelezen dan jongens. Het lezen van tijdschriften is de laatste jaren constant gebleven.
9.1.1 Nederlandse tijdschriften 83,8 procent leest wel eens een Nederlands tijdschrift. Vrouwenbladen en glossy‟s worden het meest gelezen, respectievelijk 44,4 procent en 32,7 procent. De sportbladen volgen op een grote afstand met 19,4 procent. Van de ondervraagden ziet 32,3 procent Nederlandse tijdschriften als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren.
9.1.2 Tijdschriften uit land van herkomst Bijna een kwart (24,6 procent) leest wel eens tijdschrift uit land van herkomst. Vaak is het aanbod vele malen kleiner dan in Nederland. Ook hier leest men vrouwenbladen, glossy‟s en sportbladen het meest. Van de ondervraagden ziet 6,9 procent tijdschriften uit land van herkomst als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren. Tijdschriften uit land van herkomst wordt het meest gelezen door personen van Surinaamse afkomst.
9.2 Dagbladen De meeste jongeren en jongvolwassenen lezen regelmatig een krant. Dit draagt bij aan kennis over onderwerpen die zij normaal links zouden laten liggen. Het lezen van kranten op internet heeft een andere functie, daar zoekt men naar bepaalde onderwerpen. Online kranten dragen bij aan kennis over onderwerpen die jongeren en jongvolwassenen interesseren. Dagbladen staan met televisie en internet in de top drie van het favoriete medium om op de hoogte te blijven van informatie in Nederland. De meeste dagbladen worden thuis (50,4 procent) of in het openbaar vervoer (57,3 procent) gelezen. De meest jongeren en jongvolwassenen (75,8 procent) geven aan voornamelijk de krant doordeweeks te lezen. Het lezen van kranten is constant gebleven.
9.2.1 Nederlandse dagbladen 88,7 procent leest wel eens een Nederlands Dagblad, waarvan 58,1 procent de gratis dagbladen Metro, Sp!ts en de Pers leest. De jongeren en jongvolwassenen lezen door de gratis dagbladen vaker een dagblad. De ondervraagden kiezen over het algemeen het gratis dagblad wat zij als eerste zien. Metro en Sp!ts worden beide gelezen door ongeveer 62 procent en 31 procent geeft aan de Pers wel eens te lezen. Verder worden de landelijke dagbladen AD, De telegraaf en de Volkskrant alle drie gelezen door ongeveer 25 procent van de ondervraagden. Een overzicht van alle dagbladen is te zien in figuur 9.
Marloe Boon
Pagina 45 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Figuur 9 Leesgedrag kranten Reguliere dagbladen worden los gekocht of gekregen van familie of vrienden. Het kleinste deel, namelijk 10,9 procent heeft een abonnement. Het grootste deel van de ondervraagden leest twee tot vijf keer per week een dagblad, waar ze een kwartier tot een half uur aan besteden. 65,7 procent geeft aan een dagblad te lezen voor informatievoorziening. Dit is de belangrijkste reden om een dagblad te lezen, samen met tijdverdrijf als reden (voornamelijk gratis dagbladen in het openbaar vervoer), wat 35,5 procent als reden aangeeft. Van de ondervraagden ziet 48 procent Nederlandse dagbladen als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren.
9.2.2 Dagbladen uit land van herkomst 25,7 procent leest wel eens een dagblad uit land van herkomst. Dit gebeurt meer onder jongvolwassenen dan jongeren. De meeste lezers van dagbladen uit het land van herkomst zijn van Turkse afkomst. Dagbladen uit land van herkomst worden vooral gekocht, namelijk door 12,4 procent. Een abonnement komt het meest voor bij personen van Turkse afkomst. Van de ondervraagden ziet 8,1 procent dagbladen uit land van herkomst als één van de middelen om op hoogte te blijven over zaken die hen interesseren.
9.3 Conclusie 83,8 procent leest wel eens een Nederlands tijdschrift. 88,7 procent leest wel eens een Nederlands Dagblad, waarvan 58,1 procent de gratis dagbladen Metro, Sp!ts en de Pers leest. Het lezen van tijdschriften en dagbladen is de laatste jaren constant gebleven. Hiermee kan gezegd worden dat gedrukte media minimaal leiden onder de verschuiving van gedrukte media naar bewegende media.
Marloe Boon
Pagina 46 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Tijdschriften uit land van herkomst wordt het meest gelezen door personen van Surinaamse afkomst en dagbladen uit land van herkomst wordt het meest gelezen door personen van Turkse afkomst.
Marloe Boon
Pagina 47 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
10. Sp!ts Dit hoofdstuk gaat over het lezen van Sp!ts. De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op interviews en de enquête.
10.1 Merkattitude Uit de enquête blijkt dat 96,4 procent Sp!ts kent. 88,8 procent weet dat Sp!ts een gratis dagblad is en 7,4 procent heeft wel eens van Sp!ts gehoord. 83,6 procent van de ondervraagden leest Sp!ts, waarvan bijna de helft zelfs aangeeft Sp!ts vaak te lezen. Zoals in voorgaand hoofdstuk aangegeven kiezen de ondervraagden over het algemeen het gratis dagblad wat zij als eerste zien.
10.2 Merkassociaties De jongeren en jongvolwassenen staan neutraal tot positief tegenover Sp!ts ten opzichte van andere gratis dagbladen. De jongeren vinden Sp!ts te Nederlands georiënteerd, er ontbreekt buitenlands nieuws, vooral uit de landen van herkomst van de ondervraagden.
10.3 Merktrouw Sp!ts wordt door de lezers veelal voldoende beoordeeld, wat in rapportcijfers het cijfers zeven betekent.
Figuur 10 Beoordeling Sp!ts op schaal van 1 tot 10 Op de vraag of ze Sp!ts zouden aanraden vrienden, familie en kennissen antwoord 41,4 procent met 'ja, misschien'. Dit maakt de groep qua aanbeveling ambassadeur.
10.4 Bereikcijfers Sp!ts in de groep etnische minderheden vanaf 13 jaar Sp!ts bereikt 12,4 procent van de personen in Nederland vanaf 13 jaar. Deze groep bestaat uit 13.597 000 personen. Dit komt neer op 1.685.000 personen. Onder personen uit Nederland wordt 12,2 procent bereikt, wat neerkomt op 1.553.000 personen van totaal 12.780.000 personen; Marloe Boon
Pagina 48 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Onder personen uit Turkije wordt 19,6 procent bereikt, wat neerkomt op 17.000 personen van totaal 86.000 personen; Onder personen uit Marokko wordt 13,1 procent bereikt, wat neerkomt op 13.000 personen van totaal 99.000 personen; Onder personen uit Suriname wordt 26, 4 procent bereikt, wat neerkomt op 24.000 personen van totaal 92.000 personen; Onder personen van de Antillen wordt 10,3 procent bereikt, wat neerkomt op 7.000 van totaal 65.000 personen; Onder personen uit Indonesië wordt 13,4 procent bereikt, wat neerkomt op 10.000 van totaal 73.000 personen.
10.5 Conclusie Uit de enquête blijkt dat 96,4 procent Sp!ts kent. De jongeren en jongvolwassenen staan neutraal tot positief tegenover Sp!ts ten opzichte van andere gratis dagbladen. Sp!ts wordt door de lezers veelal voldoende beoordeeld, wat in rapportcijfers het cijfers zeven betekent. De jongeren vinden Sp!ts te Nederlands georiënteerd, er ontbreekt buitenlands nieuws, vooral uit de landen van herkomst van de ondervraagden.
Marloe Boon
Pagina 49 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
11. Informatie en reclame In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de informatie en reclame die de media bieden.
11.1 Informatie Dagbladen, televisie en internet staan in de top drie van het favoriete medium om op de hoogte te blijven van informatie in Nederland. Nederlandse internetsites zijn het populairst om op de hoogte te blijven van zaken die jongeren en jongvolwassen interesseren, gevold door Nederlandse televisie.
Figuur 11 Mediagebruik om op de hoogte te blijven van relevante zaken Uit figuur 11 kunnen onderstaande cijfers geconcludeerd worden. De verdeling van het gebruik van media om op de hoogte te blijven van relevante zaken is als volgt: Nederlandse internetsites (70,2 procent); Nederlandse televisie (69,8 procent); Nederlandse dagbladen (48 procent); Nederlandse radio (33,1 procent); Nederlandse tijdschriften (32,3 procent); Internetsites uit land van herkomst (28,2 procent); Televisie uit land van herkomst (25 procent); Radio uit land van herkomst (9,3 procent); Dagbladen uit land van herkomst (8,1 procent); Tijdschriften uit land van herkomst (6,9 procent).
11.2 Reclame Het merendeel van de jongeren en jongvolwassenen staat negatief tegenover reclame waarvan zij hinder ondervinden, zoals bij een programma dat onderbroken wordt. Bij reclame op televisie hangt het sterk af van het feit hoe de reclame bedoeld is. Tegenover een grappige reclame staan de jongeren positief. Wel moeten de reclameblokken niet langer dan vijf minuten duren.
Marloe Boon
Pagina 50 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Jongeren en jongvolwassenen vinden dat reclame er bij hoort in de gedrukte media en staan het meest positief tegenover reclame in dagbladen, namelijk 39,2 procent. Op nummer twee staat reclame op straat en stations (33 procent), gevolgd door reclame in tijdschriften (30,4 procent). Reclame op internet wordt het minst positief gewaardeerd, namelijk met 14,8 procent. Volgens Frank Huysmans is hier geen verschil tussen de jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse of Nederlandse afkomst.48
11.3 Conclusie De jongeren en jongvolwassenen geven de voorkeur aan Nederlandse internetsites, televisie en dagbladen als het om op de hoogte te blijven van relevante zaken. Aangezien gratis dagbladen het meest gelezen worden onder de jongeren en jongvolwassenen wordt hier de voorkeur aangegeven. Het merendeel van de jongeren staat negatief tegenover reclame waarvan zij hinder ondervinden, zoals bij een programma dat onderbroken wordt. Reclame in gedrukte media wordt het best gewaardeerd.
48 Interview Frank Huysmans Marloe Boon
Pagina 51 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
12. Verschil Nederlandse en niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillen tussen het mediagedrag Nederlandse en nietNederlandse jongeren en jongvolwassenen.
12.1 Verschillen Uiteraard bestaat er binnen de groepen óók verschillen. Maar feit is, dat de gelijkenis tussen de groepen is groter dan de verschillen. Héloïse van den Berg geeft aan dat personen van buitenlandse afkomst óók bereikt worden met 'normale' media. Het is dus niet noodzakelijk om mediakanalen gericht op jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst in te zetten. Het kan dienen als aanvulling.49 Nederlandse televisie Nederlandse televisie wordt door 97,8 procent gekeken onder Nederlandse en nietNederlandse jongeren en jongvolwassenen; Nederlandse televisie wordt door 97 procent gekeken onder Nederlandse en niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen; Dit is een verschil van 0,8 procent. Nederlandse jongeren en jongvolwassen zetten soms de televisie uit als er dingen gezegd of getoond worden die niet aansluiten bij hun opvattingen. Dit is hetzelfde bij niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen. Onder Nederlandse jongeren en jongvolwassen vindt 44,4 procent dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen genoeg op televisie komen; Onder niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassen vindt 22,6 procent dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen genoeg op televisie komen; Dit is een verschil van 21,8 procent. Onder Nederlandse jongeren en jongvolwassen vindt 44,8 procent dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen negatief in beeld worden gebracht; Onder niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassen vindt 71,7 procent dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen negatief in beeld worden gebracht; Dit is een verschil van min 26,9 procent. Nederlandse radio Nederlandse radio wordt door 94,1 procent Nederlandse jongeren en jongvolwassenen geluisterd; Bij niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen is dit 87,4 procent; Dit is een verschil van 6,6 procent. Nederlandse internetsites Iedere ondervraagde maakt gebruik van Nederlandse internetsites, dit is dus 100 procent; Bij niet-Nederlandse jongeren is dit 97,4 procent; Dit is een verschil van 2,6 procent. Nederlandse tijdschriften Nederlandse tijdschriften worden door 92,2 procent Nederlandse jongeren en 49 Presentatie Initiative - Héloïse van den Berg Marloe Boon
Pagina 52 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media jongvolwassenen gelezen; Bij niet-Nederlandse jongeren is dit 83,8 procent; Dit is een verschil van 7,4 procent. Nederlandse dagbladen Nederlandse dagbladen worden door 92 procent Nederlandse jongeren en jongvolwassenen gelezen; Bij niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen is dit 88,7 procent; Dit is een verschil van 3,3 procent. Sp!ts Van de Nederlandse jongeren en jongvolwassenen kennen 99 procent de Sp!ts; Bij niet-Nederlandse jongeren is dit 96,4 procent; Dit is een verschil van 2,6 procent. Onder Nederlandse jongeren en jongvolwassenen weten 94,3 procent dat Sp!ts een gratis dagblad is en 4,8 procent heeft wel eens van Sp!ts gehoord; Onder niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen weten 88,8 procent dat Sp!ts een gratis dagblad is en 7,4 procent heeft wel eens van Sp!ts gehoord; Dit is een verschil van respectievelijk 5,5 procent en min 3,4 procent.
12.2 Conclusie Nederlandse jongeren en jongvolwassenen gebruiken net iets meer Nederlandse media. Dit verschil is gemiddeld 3,2 procent. Het minste verschil vindt plaats onder het kijken van Nederlandse televisie en het meeste verschil onder het lezen van Nederlandse tijdschriften. Het gemiddelde verschil is zo laag dat er geen rekening mee gehouden hoeft te worden. Nederlandse jongeren en jongvolwassen kiezen Nederlandse televisie als medium om op de hoogte te blijven van zaken die hen interesseren. Dit is bij jongeren en jongvolwassen van niet-Nederlandse afkomst niet anders. Het grote verschil zit in het in beeld worden gebracht van niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen. Bijna dertig procent meer niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen vinden dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen negatief in beeld worden gebracht. Dit verschil zit in het feit dat het over hen gaat en dat zij zich aangesproken voelen. Dit gevoel kan ook ontstaan zonder dat de richter de intentie hiertoe heeft. Media gericht op personen van buitenlandse afkomst kan worden ingezet ter aanvulling, maar hiermee wordt aangetoond dat de gangbare media de personen van buitenlandse afkomst bereikt.
Marloe Boon
Pagina 53 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
13. Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk wordt de conclusie van het onderzoek beschreven, waarmee antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag Wat is het mediagedrag van Nederlandse jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst (1) en hoe kan de media en advertentiemarkt daar op in spelen (2)? Ook worden er aanbevelingen gegeven naar aanleiding van deze conclusies.
13.1 Conclusie Algemeen In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep personen van buitenlandse afkomst in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De vier klassieke herkomstgroepen, Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, groeien alleen nog dankzij de tweede generatie. De grootste niet-westerse groep is afkomstig uit Turkije. De groep Indonesiërs is qua omvang nog iets groter dan de groep personen van Turkse afkomst. Ouders, school en media helpen mee aan het vormen van de identiteit. Hiervoor moet een objectief beeld weergegeven worden. Media worden gebruikt om een middenweg te vinden door de normen en waarden die ze vanuit de cultuur thuis meekrijgen en de normen en waarden uit de zogenaamde Nederlandse cultuur. Uit onderzoek is gebleken dat minderheiden vooral in het nieuws komen naar aanleiding van incidenten en in relatie tot problemen als criminaliteit en werkloosheid. Wat is het mediagedrag van Nederlandse jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst (1)? Onder de jongeren en jongvolwassenen, kijkt 97 procent wel eens naar de Nederlandse televisie. 87,4 procent van hen luistert naar de Nederlandse radio. 97,4 procent van de ondervraagden maakt wel eens gebruik van Nederlandse internetsites. 83,8 procent leest wel eens een Nederlands tijdschrift en 88,7 procent leest wel eens een Nederlands Dagblad, waarvan 58,1 procent de gratis dagbladen Metro, Sp!ts en de Pers leest. Nederlandse jongeren en jongvolwassenen gebruiken net iets meer Nederlandse media dan Nederlandse jongeren en jongvolwassenen van buitenlandse afkomst. Het minste verschil vindt plaats onder het kijken van Nederlandse televisie en het meeste verschil onder het lezen van Nederlandse tijdschriften. Het gemiddelde verschil is zo laag dat er geen rekening mee gehouden hoeft te worden. De verschillen in mediagebruik tussen jongeren en jongvolwassenen van Nederlandse en nietNederlandse afkomst zijn minder groot als veelal wordt aangenomen. Het grote verschil zit in het in beeld worden gebracht van niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen. Bijna dertig procent meer niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen vindt dat niet-Nederlandse jongeren en jongvolwassenen negatief in beeld worden gebracht. Televisie, internet en dagbladen zijn de meest populaire middelen om op de hoogte te blijven van zaken die jongeren en jongvolwassenen interesseren. Het lezen van tijdschriften en kranten is constant gebleven. Hiermee kan gezegd worden dat gedrukte media minimaal leiden onder de verschuiving van gedrukte media naar bewegende media. Dit is mede te verklaren door de opkomst van de gratis dagbladen. Televisie is het populairste medium uit land van herkomst (60,1 procent), gevolgd door internet (59,9 procent), radio (31 procent) en dagbladen (25,7). Tijdschriften zijn het minst populaire medium uit land van herkomst (24,6 procent). Jongeren van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst gebruiken het meest media uit het land van herkomst. De verdeling is als volgt: Televisie uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst; Radio uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst; Marloe Boon
Pagina 54 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Internet uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst; Tijdschriften uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Surinaamse afkomst; Dagbladen uit land van herkomst wordt het meest gebruikt door personen van Turkse afkomst. Personen van Turkse afkomst gebruiken verreweg de meeste media uit land van herkomst. De reden hiervoor is dat het aanbod uit Turkije verreweg het grootst is en er wordt ook vaak de Turkse taal onderling gesproken, waardoor ze Turkse media begrijpen. Nederlandse media is het meest gebruikt, de media uit land van herkomst dient als aanvulling. En hoe kan de media en advertentiemarkt daar op in spelen (2)? Er zijn verschillende mediakanalen en bedrijven die zich richten op personen van buitenlandse afkomst. Het initiatief voor de mediakanalen komt veelal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het moet niet te dik er boven op liggen dat de bedrijven zich op personen van buitenlandse afkomst richten. De communicatie moet dus niet (merkbaar) zijn aangepast. De personen moeten dan ook niet in eigen taal worden aangesproken. Dit om niemand uit te sluiten of verkeerde associaties bij een mediakanaal of bedrijf op te roepen. Het is beter om in te spelen op de interesses en behoeftes in plaats van de afkomst van de persoon. Als er alleen producten en/of diensten worden aangeboden aan personen van buitenlandse afkomst, is het wel toegestaan om dit ook in reclame uitingen kenbaar te maken. De reclame uitingen kunnen in dat geval het best worden geplaatst in de omgeving van de personen van buitenlandse afkomst. Hierbij valt te denken aan buurtcentra en media in de taal van het land van herkomst. In alle andere gevallen moet het een juiste weerspiegeling zijn van de samenleving. Heel duidelijk gezegd, betekent dit dat het percentage waarop een bevolkingsgroep vertegenwoordigd is in de samenleving, ook vertegenwoordigd moet zijn in een reclamecampagne. Hetzelfde geldt ook voor journalisten, columnisten, programmamakers en andere werknemers in de media. Het moet een juiste afspiegeling zijn van de samenleving, zodat ieders behoeften worden bevredigd. Het woord allochtoon heeft een negatieve lading doordat het vaak verkeerd gebruikt is. Het woord allochtoon is breed; media en onderzoekers doen er goed aan het woord nader te verklaren, en de specifieke afkomst te gebruiken. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp. De jongeren en jongvolwassenen denken dat dit ook bij zal dragen aan een positievere beeldvorming over hen. Toch moet er niet vergeten worden dat de meeste van hen de Nederlandse nationaliteit hebben, en in dat geval zijn het Nederlandse personen.
13.2 Aanbevelingen algemeen Gun iedereen een plek in de Nederlandse samenleving; Onderwijsbeleid gericht op integratie en gelijke kansen; Bieden van mogelijkheden tot scholing; Actievere betrokkenheid van ouders en leidende figuren uit etnische groepen voor het verbeteren van kansen en wijzigen van bepaalde opvattingen; Verklaar het woord allochtoon en gebruik de specifieke afkomst. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp, anders is man, vrouw, kind of groep personen voldoende; De meeste jongeren en jongvolwassenen die als niet-Nederlands worden gezien, hebben de Nederlandse nationaliteit. Noem ze dan ook Nederlanders.
13.3 Aanbevelingen media Meer journalisten, columnisten, programmamakers en andere werknemers in de media van niet-Nederlandse afkomst om het referentiekader te vergroten; Marloe Boon
Pagina 55 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Behalve negatieve verhalen over jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst ook positieve verhalen; Belicht de positieve en negatieve kanten van personen van niet-Nederlandse afkomst; Maak ook reportages over de herkomstlanden Turkije, Suriname, Marokko, Aruba, Bonaire, Curaçao en Indonesië; Besteed eens aandacht aan een film, boek of muziek uit de over de herkomstlanden Turkije, Suriname, Marokko, Aruba, Bonaire, Curaçao en Indonesië; Verklaar het woord allochtoon en gebruik de specifieke afkomst. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp; De meeste jongeren en jongvolwassenen die als niet-Nederlands worden gezien, hebben de Nederlandse nationaliteit. Noem ze dan ook Nederlanders; Zorg voor meer objectieve weergave. Dus niet Turkse jongen en jongen maar Turkse jongen en Nederlandse jongen of jongens; Informeer naar interesses van jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst en geef dit weer; Maak geen items waar het duidelijk is dat het voor personen van niet-Nederlandse afkomst is ontwikkeld; Neem personen van niet-Nederlandse afkomst op als vanzelfsprekend; Geef personen van niet-Nederlandse afkomst in de media enkele culturele kenmerken; Vermijd zowel negatieve als positieve stereotypen of gemakkelijke tegenstellingen.
13.4 Aanbevelingen adverteerders/mediabureaus Maak geen advertenties waar het duidelijk is dat het gericht is op personen van nietNederlandse afkomst, tenzij er geen andere producten worden aangeboden dan producten en/of diensten voor etnische minderheden; Zorg voor een evenwichtige verdeling tussen personen van Nederlandse en niet-Nederlandse afkomst in advertenties. Zorg voor een goede afspiegeling van de maatschappij; Een divers mediabeleid. Wat er gemaakt wordt, wie het maakt en tot slot wie je raakt; Het is beter om in te spelen op de interesses en behoeftes in plaats van de afkomst van de persoon.
13.5 Aanbevelingen Sp!ts De aanbevelingen voor Sp!ts zijn onderverdeeld in marketing en sales en redactie.
13.5.1 Aanbevelingen Sp!ts marketing en sales Presenteer je niet als dé krant die personen van buitenlandse afkomst bereikt. Er kan aangegeven worden dat personen van buitenlandse afkomst óók worden bereikt, aan bedrijven die zich alleen op personen van buitenlandse afkomst richten.
13.5.2. Aanbevelingen Sp!ts redactie Meer journalisten, columnisten, programmamakers en andere werknemers in de media van niet-Nederlandse afkomst om het referentiekader te vergroten; Behalve negatieve verhalen over jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst ook positieve verhalen; Plaats ook nieuws uit de herkomstlanden Turkije, Suriname, Marokko, Aruba, Bonaire, Curaçao en Indonesië; Besteed eens aandacht aan een film, boek of muziek uit de over de herkomstlanden Turkije, Suriname, Marokko, Aruba, Bonaire, Curaçao en Indonesië; Verklaar het woord allochtoon en gebruik de specifieke afkomst. Maar, alleen als het daadwerkelijk meerwaarde geeft aan het onderwerp; Marloe Boon
Pagina 56 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media De meeste jongeren en jongvolwassenen die als niet-Nederlands worden gezien, hebben de Nederlandse nationaliteit. Noem ze dan ook Nederlanders; Zorg voor meer objectieve weergave. Dus niet Turkse jongen en jongen maar Turkse jongen en Nederlandse jongen of Jongens.
Marloe Boon
Pagina 57 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
15. Literatuurlijst Boeken Broek, A. van den, S. Keuzenkamp (2008), Het dagelijks leven van allochtone stedelingen, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag Bruin, J. de, (2005). Multicultureel drama? Populair Nederlands televisiedrama, jeugd en etniciteit. Otto Cramwinckel Uitgever. ISBN 9075727380, 9789075727388. Paginanummers 7 – 24. CBS (2001). Allochtonen in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek. ISBN 9035729153. Pagina 63, 73, 74. Cebuco. De kwaliteit en beleving van Dagbladmerken. Centraal Bureau voor Statistiek. Redactie Ko Oudhof, Rik van der Vliet en Brigitte Hermans Jaarrapport Integratie 2008. Paginanummers 9 – 24 (samenvatting). Gijsberts, M., J. Dagevos (2004). Concentratie en wederzijdse beeldvorming tussen autochtonen en allochtonen. Migrantenstudies, tijdschrift voor migratie- en etnische studies, jaargang 20 nummer 3. Paginanummers 145 – 168. Heuvelman, A., B. Fennis (2006). Mediapsychologie. Tweede druk. Boom uitgevers. ISBN-13: 9789085060338 HOI, Instituut voor Media Auditing. Jennissen, R.P.W., M. Blom (2007). Allochtone en autochtone verdachten van verschillende delicttypen nader bekeken. Centraal Bureau voor Statistiek, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Mira Media, Vluchtelingenorganisaties Nederland. Verslag Conferentie 'Welingelichte kringen'. Over de rol van vluchtelingen en migranten in de media. Nationaal Onderzoek Multimedia Print Monitor 2007 Radar (2006). Radicalisme signaleren en beheersen. Pagina 3 en 5. Redactie NDP, (2008). De Nederlandse dagbladpers jaarverslag 2007. Nederlandse uitgeversbond. Druk Ando by. ISSN 1874-8007. Pagina 10 – 22. Shadid, W., Berichtgeving over moslims en de islam in de westerse media: Beeldvorming, oorzaken en alternatieve strategieën, Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 33/2005 nr. 4. Sp!ts (2009). Advertentiemogelijkheden & Tarieven 2009. Sp!ts in het kort, bladwijzer 1. Sterk, G., B. Top, M. Dopperts in opdracht van de werkgroep Migranten en Media/NVJ (2000). Media en allochtonen. Journalistiek in de multiculturele samenleving. SDU Uitgevers, Den Haag. ISBN 9012089395. Summeren, C. van, F. Saeys, J. Koeman, L. d‟Haenens (2004). Integratie of identiteit? Eerste druk. Boom Onderwijs. ISBN: 9789085060437. Suudi, R., C. Burgemeestre (1991). Waar blijft de allochtone journalist? Werkgroep Migranten Media (NVJ). ISBN 90 74060 02 1. Tanja, J., Anne Frank Stichting (1997). Vooroordelen vertekenen. Anne Frank Stichting. ISBN 90 12 085 08X. Pagina 8-11. Telegraaf Media Nederland BV (2008). Business Plan BasisMedia 2008-2010. Inzage in pagina 3,4 en 5. The international Centre for the study of radicalisation and political violence (ICSR) & Community Security Trust (2009). Countering Online Radicalisation. A Strategy for Action. Executive Summary. TMG Halfjaarbericht 2008 Velthoven, S. van, V. Kuijpers (projectleiders). Mediabelevingsonderzoek TNS NIPO/Veldkamp 2007. Samenvatting Welle, I. van der, V. Mamadouh (2008). Links en Labels. Identiteiten en identificatiestrategieën van Amsterdamse jongvolwassenen. AMIDSt Universiteit van Amsterdam. ISBN: 978-90-75246Marloe Boon
Pagina 58 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media 69-8 Wester, F., K. Renckstorf, P. Scheepers (2006). Onderzoekstypen in de communicatiewetenschap. Kluwer. ISBN-13: 9789013029918 / ISBN-10: 9013029914. Pagina 30, 43. Wieringen, J. van (2009). Bejaarde kijkt vaakst tv. Metro, vrijdag 6 februari 2009. Paginanummer 4. Televisie VPRO. Tegenlicht: Insjallah; als God het wil. Maandag 30 maart 2009. Eindredactie Jos de Putter en Henneke Hagen. Internetbronnen Agis Zorgverzekeringen. Hyperlink Advies in Marokkaans en Nederlands en Contact. http://www.agisweb.nl/ Geraadpleegd februari 2009 Centraal Bureau voor Statistiek. Cijfers naar thema. Thema Allochtonen. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/allochtonen/cijfers/default.htm Geraadpleegd in februari 2009 FunX Radio. Globaal hyperlinks bekeken. http://www.funx.nl/ Geraadpleegd in februari 2009 JobPlaza. Hyperlink over JobPlaza. http://www.jobplaza.nl/ Geraadpleegd in februari 2009 Lebara Mobile. Hyperlink Waarom Lebara. http://www.lebara-mobile.nl/ Geraadpleegd februari 2009 Meldpunt Discriminatie Internet. Hyperlijk over het MDI. http://www.meldpunt.nl/ Geraadpleegd februari 2009 Nieuws uit Amsterdam. Gezocht op het woord allochtoon. http://www.nieuwsuitamsterdam.nl/ Geraadpleegd februari 2009 Ortel Mobile. Hyperlink Over Ortel Mobile en Sponsoring bekeken. http://www.ortelmobile.nl/ Geraadpleegd in februari 2009 Stichting Mediadebat. Hyperlink mediadebat. http://www.mediadebat.nl/ Universiteit van Amsterdam. De kwestie: 'Etnomarketing is een beetje cru'. Caroline van der Schaaf (2008). Hyperlink Home » Nieuws » De kwestie » Archief » 2008 » De kwestie: 'Etnomarketing is een beetje cru'. http://www.eur.nl/nieuws/dekwestie/archief/2008/kwestie_2008_26/print.html Geraadpleegd februari 2009 Young Global People. Hyperlink over YGP. http://www.ygp.nl Geraadpleegd februari 2009 Z24. Media en Reclame. http://www.z24.nl/bedrijven/media_reclame/artikel_65079.z24/Forse_oplagedip_NRC_in_laatste _maanden_2008.html Geraadpleegd april 2009 Mondeling verkregen informatie Interview met expert Bart Römer. Hoofdredacteur stichting Multiculturele Televisie Nederland. Interview met expert Frank Huysmans. Bijzonder hoogleraar Bibliotheekwetenschap, afdeling Mediastudies, Universiteit van Amsterdam. Interview met expert Mylène van Koeveringe. Adviseur Marketingcommunicatie Etnische consumenten Agis Zorgverzekering. Interview met expert Yolanda Schothorst. Algemeen directeur en sociaal geograaf Veldkamp. Presentatie onderzoek mediabureau Initiative, gesprek met Héloïse van den Berg. Directeur Strategy & Planning. Presentatie onderzoek mediabureau Universal Media. Susan Bink, Desk researcher Mira Media - Schakel met de multiculturele samenleving. Ardi Bouwers, adjunct-hoofdredacteur RNW en sinologe. Marloe Boon
Pagina 59 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Cindy van Summeren. Bezig met proefschrift waarop media een rol speelt bij de identiteitsvorming van allochtone jongeren. Schrijfster boek „Integratie of identiteit?‟ Docent Fontys Tilburg, afdeling journalistiek. Interview met Marjolyn Maduro. Vrouw, Arubaanse afkomst, 22 jaar. Interview met Ibrahim Akyol. Man, Turkse afkomst, 18 jaar. Straatvragen met vrouw, 23 jaar, Indonesische afkomst Straatvragen met man, 29 jaar, Surinaamse afkomst Straatvragen met man, 24 jaar, Turkse afkomst Straatvragen met man, 29 jaar, Surinaamse afkomst Straatvragen met twee meisjes, buitenlandse afkomst Schriftelijk verkregen informatie Enquête met een steekproefomvang van 280 respondenten, met een betrouwbaarheid van 90 procent. Bart Mouter. Manager Consumer Marketing & Channel Development, Sp!ts. Contact in periode februari 2009 – juni 2009. Marten Coerts. Docent, INHOLLAND. Contact in periode februari 2009 – juni 2009. Richard Geerts. Docent, INHOLLAND. Contact op 5 februari en 9 maart 2009. Edith Mak. Docent, INHOLLAND. Contact op 23 april 2009.
Marloe Boon
Pagina 60 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Woordenlijst Allochtoon Iemand van wie minimaal één van de ouders in het buitenland geboren is. Beeldvorming Ontstaande opvatting over iets in hoofd van persoon. Buitenlanders Personen met een niet-Nederlandse nationaliteit Commerciële omroep Omroep gericht op het maken van winst. Crossmediaal Het inzetten van verschillende media om op een zo efficiënt mogelijke manier te communiceren met de doelgroep Deskresearch Gegevens uit bestaande bronnen. Gedeelte is meestal relevant omdat de gegevens zijn meestal gedateerd zijn en met andere doelstellingen zijn verzameld. EBITA-marge Genormaliseerd bedrijfsresultaat vóór aflossing in procenten van de omzet. Eerste, tweede, derde generatie Wijst op de opeenvolgende generaties van migranten. De eerste generatie omvat de mensen die op een volwassen leeftijd hun land verlieten, de tweede hun kinderen. De derde generatie is hun kleinkinderen. Formeel gezien bestaat derde generatie niet. Etnisch Culturele en sociale aspecten van een bevolkingsgroep. Etnische minderheid Groep mensen die een klein deel van de bevolking vormt. Etnomarketing Etnomarketing is specifiek gericht op de niche mensen met verschillende etnische achtergronden. Fieldresearch Het verzamelen, analyseren en interpreteren van nieuwe gegevens door middel van zelf verricht onderzoek. Dit kan in de vorm van enquêtes, interviews, focussessies en dergelijke. Fundamentalist Zeer gelovige: christenfundamentalist, moslimfundamentalist. Een fundamentalist houdt zich vast aan de grondbeginselen van het geloof. Gemiddeld bereik Er wordt berekend hoe groot de kans is dat een editie of aflevering van een medium daadwerkelijk wordt ingekeken.
Marloe Boon
Pagina 61 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Inburgering Inburgering is de eerste fase van integratie van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Infotainment Samengesteld uit de woorden information en entertainment. Een combinatie van informatie en amusement. Integratie Verschillende bevolkingsgroepen vormen zich samen tot één geheel. Hierbij is wederzijdse tolerantie van groot belang. Media Het geheel aan instellingen dat zich bezighoudt met nieuwsgaring en het informeren van het publiek. Multiculturele samenleving Een samenleving die onomkeerbaar multi-etnisch is geworden. Multimediaal Het inzetten van meerdere media tegelijkertijd. Multitasking Het gebruik van meerdere media tegelijkertijd. Publieke omroep Een omroep die het algemene nut nastreeft of zou moeten nastreven en daarbij een ideëel doel heeft. Stereotype Vaststaand beeld. Dit betekent dat het zwarte personage wordt neergezet vanuit een wit perspectief. Totaal bereik Het gelezen of ingezien hebben van een medium, ongeacht of dit dagelijks gebeurt of slechts één keer per jaar.
Marloe Boon
Pagina 62 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlagen Onderstaande stukken hebben bijgedragen aan het tot stand komen van het onderzoek. De bijlagen zijn achtergrondinformatie, en zijn dus geen noodzakelijke informatie. BIJLAGE 1 TABEL LEEFTIJD EN GESLACHT ....................................................................................................................................... 64 BIJLAGE 2 TABEL LEEFTIJD, GESLACHT EN PROVINCIE ................................................................................................................... 65 BIJLAGE 3 TABEL BEHAALD ONDERWIJS ......................................................................................................................................... 66 BIJLAGE 4 TABEL WERK EN UITKERING .......................................................................................................................................... 67 BIJLAGE 5 TABEL BEROEPSBEVOLKING ........................................................................................................................................... 68 BIJLAGE 6 MODEL AGENDA SETTING ............................................................................................................................................. 69 BIJLAGE 7 ETNOMENTALITY ........................................................................................................................................................... 70 BIJLAGE 8 ENQUÊTE ........................................................................................................................................................................ 71
Marloe Boon
Pagina 63 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 1 Tabel Leeftijd en geslacht In onderstaand figuur is de leeftijd en geslacht te zien. Tot 20 jaar zijn er meer allochtone mannen dan allochtone vrouwen, na deze leeftijd haalt het aantal allochtone vrouwen de allochtone mannen in. Er is een totaal verschil van 20 044 meer allochtone vrouwen. De cijfers moeten x1000 gelezen worden.
15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 jaar 24 jaar 25 jaar 26 jaar 27 jaar 28 jaar 29 jaar 30 jaar 31 jaar 32 jaar 33 jaar 34 jaar 35 jaar Totaal
Totale bevolking man 101 592 103 310 104 678 105 138 101 399 100 840 102 379 101 133 99 627 99 981 97 094 98 413 100 895 101 817 99 280 99 457 98 570 100 086 101 111 105 711 110 133 2 132 644
Autochtoon man 79 243 80 465 81 518 81 547 77 681 76 916 78 332 76 361 73 942 72 996 70 316 71 248 73 571 74 931 72 842 73 690 73 160 75 282 75 997 80 008 84 307 1 604 353
Allochtoon man 22 349 22 845 23 160 23 591 23 718 23 924 24 047 24 772 25 685 26 985 26 778 27 165 27 324 26 886 26 438 25 767 25 410 24 804 25 114 25 703 25 826 528 291
Totale bevolking vrouw 97 347 98 403 100 339 100 259 97 965 97 766 98 896 100 070 97 941 97 704 95 735 97 017 100 517 101 178 98 925 99 441 98 339 99 475 101 047 105 929 110 559 2 094 852
Autochtoon vrouw 76 231 76 726 78 168 77 673 74 873 73 823 74 355 74 473 71 273 69 822 67 536 68 605 71 572 72 119 70 725 70 993 70 692 72 712 73 862 77 745 82 477 1 546 455
Figuur 1 Tabel leeftijd en geslacht (Bron: CBS Statline – december 2008)
Marloe Boon
Pagina 64 van 113
Allochtoon vrouw 21 116 21 677 22 171 22 586 23 092 23 943 24 541 25 597 26 668 27 882 28 199 28 412 28 945 29 059 28 200 28 448 27 647 26 763 27 185 28 184 28 082 548 397
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 2 Tabel Leeftijd, geslacht en provincie In onderstaand figuur is de leeftijd, geslacht en provincie waar de jongeren en jongvolwassen wonen te zien. Alleen de gegevens van de jongeren en jongvolwassenen zijn te zijn van wie minimaal één van de ouders in het buitenland geboren is. In de provincie Zuid-Holland wonen de meeste jongeren en jonvolwassenen van buitenlandse afkomst, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. De cijfers moeten x1000 gelezen worden. Provincie
Totaal 15 tot 20 jaar 5 062 20 tot 25 jaar 7 279
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
2 563
2 499
15 tot 20 jaar
17 142
8 868
8 274
3 659
3 620
20 tot 25 jaar
18 965
8 921
10 044
25 tot 30 jaar
6 612
3 431
3 181
25 tot 30 jaar
20 656
9 701
10 955
30 tot 35 jaar
5 650
2 846
2 804
Utrecht (PV)
30 tot 35 jaar
19 735
9 360
10 375
24 603
12 499
12 104
Totaal
76 498
36 850
39 648
15 tot 20 jaar
3 991
2 101
1 890
15 tot 20 jaar
47 894
24 199
23 695
20 tot 25 jaar
4 640
2 382
2 258
20 tot 25 jaar
53 482
25 616
27 866
25 tot 30 jaar
4 020
2 051
1 969
61 143
28 656
32 487
30 tot 35 jaar
3 618
1 749
1 869
Noord-Holland (PV)
25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar
61 911
29 354
32 557
16 269
8 283
7 986
Totaal
224 430
107 825
116 605
15 tot 20 jaar
2 840
1 480
1 360
15 tot 20 jaar
68 323
35 011
33 312
20 tot 25 jaar
2 815
1 466
1 349
20 tot 25 jaar
76 065
37 142
38 923
25 tot 30 jaar
2 597
1 298
1 299
25 tot 30 jaar
83 684
39 831
43 853
30 tot 35 jaar
2 791
1 308
1 483
Zuid-Holland (PV)
30 tot 35 jaar
79 112
37 840
41 272
11 043
5 552
5 491
Totaal
307 184
149 824
157360
15 tot 20 jaar
10 601
5 379
5 222
15 tot 20 jaar
3 760
2 000
1 760
20 tot 25 jaar
11 961
6 301
5 660
20 tot 25 jaar
3 595
1 894
1 701
25 tot 30 jaar
12 355
6 312
6 043
25 tot 30 jaar
3 807
1 903
1 904
30 tot 35 jaar
11 826
5 859
5 967
Zeeland (PV)
30 tot 35 jaar
4 096
1 969
2 127
46 743
23 851
22 892
Totaal
15 258
7 766
7 492
15 tot 20 jaar
7 823
3 981
3 842
15 tot 20 jaar
26 083
13 359
12 724
20 tot 25 jaar
7 583
3 827
3 756
20 tot 25 jaar
27 591
14 078
13 513
25 tot 30 jaar
8 055
3 673
4 382
30 826
15 280
15 546
30 tot 35 jaar
8 449
3 792
4 657
Noord-Brabant (PV)
25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar
29 359
14 127
15 232
25 910
15 273
16 637
Totaal
113 859
56 844
57015
15 tot 20 jaar
18 716
9 627
9 089
15 tot 20 jaar
12 065
6 242
5 823
20 tot 25 jaar
19 323
9 572
9 751
20 tot 25 jaar
11 997
6 123
5 874
25 tot 30 jaar
20 695
9 888
10 807
25 tot 30 jaar
12 534
6 010
6 524
Gelderland (PV) 30 tot 35 jaar
20 146
9 548
10 598
Limburg (PV)
30 tot 35 jaar
12 845
6 005
6 840
Totaal
78 880
38 635
40 245
Totaal
49 441
24 380
25 061
Groningen (PV) Totaal
Friesland (PV) Totaal
Drenthe (PV) Totaal
Overijssel (PV) Totaal
Flevoland (PV) Totaal
Provincie
Figuur 2 Tabel leeftijd, geslacht en provincie van allochtonen (Bron: CBS Statline – december 2008)
Marloe Boon
Pagina 65 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 3 Tabel behaald onderwijs In onderstaand figuur is het behaalde onderwijs te zien. De gegevens zijn gerangschikt naar leeftijd, geslacht en afkomst, verdeelt in de groepen autochtoon en allochtoon. De groep allochtoon is nader gespecificeerd in westerse allochtoon en niet-westerse allochtoon. Het meest voorkomende behaalde onderwijs onder beide geslachten in de leeftijd 15 tot 25 jaar van buitenlandse afkomst is vmbo, mbo1 en avo onderbouw (eerste drie jaren van havo en vwo). Het meest voorkomende behaalde onderwijs onder beide geslachten in de leeftijd 25 tot 35 jaar van buitenlandse afkomst is havo, vwo en mbo. In beide leeftijdsgroepen is er geen verschil tussen man en vrouw. De cijfers moeten x1000 gelezen worden. Leeftijd Autochtonen Mannen en vrouwen
Mannen
Westerse allochtonen
Allochtonen
Niet-westerse allochtonen
Autochtonen
Westerse allochtonen
Allochtonen
Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw
159
77
19
58
40
605
191
62
129
Havo, vwo, mbo
617
143
54
89
Hbo, wo bachelor
Niet-westerse allochtonen
37
7
29
195
85
23
63
692
222
84
137
100
21
10
10
382
67
32
35
WO masters, doctor Onbekend onderwijsniveau
20
5
2
2
204
64
33
30
15
4
2
3
22
13
5
8
Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw
90
45
11
34
24
17
4
13
319
101
33
68
113
42
13
30
Havo, vwo, mbo
305
68
27
41
357
102
39
63
38
8
4
4
174
29
14
16
8
2
.
.
105
26
12
14
Hbo, wo bachelor WO masters, doctor Onbekend onderwijsniveau Vrouwen
25 tot 35 jaar
15 tot 25 jaar
7
2
.
.
13
7
2
5
Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw
69
31
8
24
16
20
3
16
285
90
29
61
83
43
10
33
Havo, vwo, mbo
313
75
27
48
334
120
46
74
Hbo, wo bachelor
62
12
6
6
209
37
18
19
WO masters, doctor Onbekend onderwijsniveau
12
3
.
2
100
38
22
16
8
2
.
2
9
5
3
3
Figuur 3 Tabel behaald onderwijs naar leeftijd en afkomst (Bron: CBS Statline – november 2008)
Marloe Boon
Pagina 66 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 4 Tabel Werk en uitkering In onderstaand figuur is de het aantal werkzame personen en personen met een uitkering te zien. De gegevens zijn gerangschikt naar leeftijd en afkomst. Er zijn minder jongeren en jonvolwassenen van buitenlandse afkomst die werkzaam zijn dan jongeren en jonvolwassenen van Nederlandse afkomst. Jongvolwassen (25 tot 35 jaar) van buitenlandse afkomst hebben vaker een uitkering dan jongeren (15 tot 25 jaar) van buitenlandse afkomst. In de groep jongeren (15 tot 25 jaar) van buitenlandse afkomst is het aantal werkzame personen het hoogst met de afkomst Suriname. In deze groep is het aantal personen met een uitkering het hoogst met de afkomst Nederlandse Antillen en Aruba. In de groep jongvolwassen (25 tot 35 jaar) van buitenlandse afkomst is het aantal werkzame personen het hoogs met de afkomst Suriname. In deze groep is het aantal personen met een uitkering het hoogst met de afkomst Marokko. De cijfers zijn in procenten. Leeftijd
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
Werk en uitkering
Werk en uitkering
Werkzame personen Autochtonen
Personen met een uitkering
Werkzame personen
Personen met een uitkering
63,9
5,7
86,3
8,8
44
7,5
61,5
17,3
Marokko
44,3
8,6
53,9
26,4
Turkije
43,2
7,2
57,8
23,8
Allochtonen
Suriname Nederlandse Antillen en Aruba
46
8,3
71
19,7
39,9
10,7
64,5
24,8
Westerse allochtonen
48,8
5,9
69,2
10
Niet-westerse allochtonen Overige niet-westerse allochtonen Andere niet-westerse allochtonen
41,7
8,3
56,5
22,1
37,3
8,1
47,7
18,9
37
9,6
47,2
16
Figuur 4 Tabel Werk en uitkering naar leeftijd en herkomst (Bron: CBS Statline – maart 2008)
Marloe Boon
Pagina 67 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 5 Tabel beroepsbevolking In onderstaand figuur is de het aantal werkzame personen te zien. Dit is onderverdeeld minder dan 12 uur per week, vanaf 12 uur per week en zelfstandigen. In de groep allochtonen werken de meeste personen meer dan 12 uur per week. Het overgrote deel van de zelfstandigen is man, dit is niet anders bij personen van Nederlandse afkomst. De cijfers moeten x1000 gelezen worden.
Mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar
Autochtonen
25 tot 35 jaar
Autochtonen
Allochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Allochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen
Totaal Mannen
Vrouwen
Werkzame personen < 12 uur per week Mannen Mannen Vrouwen en vrouwen
Werkzame personen >= 12uur per week Mannen Mannen Vrouwen en vrouwen
Zelfstandigen Mannen Mannen Vrouwen en vrouwen
1 155
582
574
429
190
239
726
391
335
26
19
6
236
124
112
84
43
41
152
81
71
9
6
3
89
46
43
32
16
16
57
30
27
3
2
.
147
79
69
52
27
24
96
51
44
6
4
2
1 357
716
641
41
9
33
1 315
707
608
121
83
37
380
200
180
14
4
10
366
196
170
31
22
10
157
78
79
6
2
4
151
76
75
15
10
4
223
122
101
8
2
6
215
120
95
17
12
5
Figuur 5 Beroepsbevolking naar leeftijd en geslacht (Bron: CBS Statline – november 2008)
Marloe Boon
Pagina 68 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 6 Model agenda setting Agenda setting gaat over de invloed van de media op de grote massa. Als er bijvoorbeeld in de media veel over politiek wordt gezegd en geschreven dan zal dit ook gebeuren bij de grote massa. De agenda setting theorie zegt niet dat de media bepaalt hoe de grote massa doet, maar wel waar de grote massa met elkaar over praat.
Bron: McQuail & Windahl (1993)
Marloe Boon
Pagina 69 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 7 EtnoMentality EtnoMentality De Turk, de Marokkaan, de Surinamer ze bestaan niet. Niet alle Nieuwe Nederlanders zijn religieus ingesteld en gericht op status en geld. De Nieuwe Nederlanders zijn zoveel gevarieerder dan het standaardbeeld. Het EtnoMentality-model deelt Nieuwe Nederlanders in op basis van vijf handzame profielen, met hun eigen persoonlijke opvattingen, waarden en leefstijlen. Met EtnoMentality kunnen Nieuwe Nederlanders scherper in kaart worden gebracht en nog beter omschreven, begrepen en bereikt worden. Deze benadering past in een tijd van voortgaande individualisering, consumentisme en secularisering. Case In opdracht van FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, heeft Motivaction onderzocht in hoeverre opkomstmotieven en stemgedrag bij verkiezingen bepaald worden door de waardeoriëntatie en leefstijl. Het EtnoMentality-model geeft duidelijk aan bij welke milieus de onvrede en daarmee de proteststem zit en welke milieus plichtsgetrouw en volgend zijn. (Bron: Motivaction)
Figuur 6 EtnoMentality
Marloe Boon
Pagina 70 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Bijlage 8 Enquête Het houden van een enquête is de meest bekende vorm van communicatiewetenschappelijk onderzoek, zoals dat ook in sommige andere sociaalwetenschappelijke disciplines het geval is. Voornamelijk op het gebied van onderzoek naar de 'publieke opinie' wordt dit onderzoekstype toegepast. Hierbij wordt niet de gehele bevolking ondervraagd, maar een relatief groot aantal op toevalbasis gekozen respondenten die samen representatief zijn voor de populatie waar het om gaat. Er is berekend dat wanneer er uitspraken gedaan moeten worden met een nauwkeurigheid van 5% en een betrouwbaarheid van 90%, er in totaal 280 geretourneerde enquêtes moeten zijn. De berekening hierachter is de volgende: De formule voor het berekenen van de steekproefgrootte. n = ( 1,65 )2 * ( P * (100 - P) / S2 ) Waarin n = de werkelijke steekproefgrootte P = het gevonden percentage. De grootst mogelijke uitkomst wordt hierbij verkregen door voor P '50' in te vullen 1,65 = factor voor berekening op 90%-niveau S = de steekproefmarge (foutenmarge) 5% 2
2
( 1, 65 ) * ( P * (100 - P) / S ) In totaal zijn er 1.076.688 personen in de groep etnische minderheden in leeftijdscategorie 15 t/m 35 jaar. De steekproefgrootte die moet worden verricht om een representatief beeld te verkrijgen is afgerond 280. Om deze 280 enquêtes te verkrijgen zijn de volgende stappen genomen: - De enquête is online geplaatst op www.thesistools.nl; - Er is een nieuwsbericht geplaatst op http://insite.inholland.nl (https://insite.inholland.nl/news/YourNews/Pages/EnquetehoelezenetnischeminderhedendeSpi ts.aspx); - Er zijn enquêtes face to face afgenomen; - Er zijn personen op straat benaderd, die de enquête hebben ingevuld en terug gestuurd. Alle vragen en uitkomsten zijn te lezen op de volgende pagina‟s. De uitkomsten zijn in procenten en er is hier geen onderscheid gemaakt tussen de herkomstlanden.
Marloe Boon
Pagina 71 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat is uw geboorteland?
Percent Valid
Nederland
Valid Percent
Cumulative Percent
64.5
64.5
64.5
Turkije
2.4
2.4
66.9
Suriname
5.6
5.6
72.6
Marokko
6.0
6.0
78.6
.8
.8
79.4
CuraÇao
4.0
4.0
83.5
Indonesie
2.4
2.4
85.9
14.1
14.1
100.0
100.0
100.0
Aruba
Anders Total
Marloe Boon
Pagina 72 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat is het geboorteland van uw moeder?
Percent Valid
Nederland
14.1
14.2
14.2
Turkije
14.5
14.6
28.7
Suriname
12.1
12.1
40.9
Marokko
23.8
23.9
64.8
2.4
2.4
67.2
Aruba Bonaire
.4
.4
67.6
CuraÇao
5.2
5.3
72.9
Indonesië
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
8.5
8.5
81.4
Anders
18.5
18.6
100.0
Total
99.6
100.0
System
Total
.4 100.0
Wat is het geboorteland van uw vader?
Percent Valid
Valid Percent
Cumulative Percent
Nederland
17.3
17.3
17.3
Turkije
14.9
14.9
32.3
Suriname
13.3
13.3
45.6
Marokko
23.8
23.8
69.4
Aruba
1.2
1.2
70.6
CuraÇao
5.6
5.6
76.2
Indonesië Anders Total
8.5
8.5
84.7
15.3
15.3
100.0
100.0
100.0
Is één van uw grootouders in het buitenland geboren?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Ja
86.3
Nee Total System
Total
Cumulative Percent
87.3
87.3
12.5
12.7
100.0
98.8
100.0
1.2 100.0
Luistert u wel eens naar de Nederlandse radio?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja
87.1
87.4
87.4
Nee, nooit
12.5
12.6
100.0
Total
99.6
100.0
System
Total
Marloe Boon
.4 100.0
Pagina 73 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Geen
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
8.9
100.0
100.0
91.1 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Radio 1
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
10.1
100.0
100.0
89.9 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
3FM
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
22.6
100.0
100.0
77.4 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent
Valid Percent
Valid
Radio 538
52.4
Missing
System
47.6
Total
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Radio 10 FM
Missing
System
Total
2.0
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
98.0 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Sky Radio
39.5
Missing
System
60.5
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 74 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Wild FM
11.7
Missing
System
88.3
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Slam FM
Missing
System
Total
Valid Percent
30.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
69.8 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Veronica
Missing
System
Total
Valid Percent
20.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
79.8 100.0
Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
Lokale radiozenders
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.7
100.0
100.0
90.3
Total
100.0 Naar welke Nederlandse radiozenders luistert u?
Percent Valid
1
24.6
Anders Total Missing
System
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
72.6
72.6
9.3
27.4
100.0
33.9
100.0
66.1 100.0
Luistert u wel eens naar radio uit het land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via de schotelantenne
12.5
Missing
System
87.5
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
100.0
Pagina 75 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Luistert u wel eens naar radio uit het land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via internet
31.0
Missing
System
69.0
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Luistert u wel eens naar radio uit het land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via de kabel
Missing
System
Valid Percent
5.6
Cumulative Percent
100.0
100.0
94.4
Total
100.0 Luistert u wel eens naar radio uit het land van herkomst?
Percent Valid
Nee
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
58.9
100.0
100.0
41.1 100.0
Luistert u meer of minder radio dan voorgaande jaren?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Minder
29.8
30.3
30.3
Evenveel
44.4
45.1
75.4
Meer
24.2
24.6
100.0
Total
98.4
100.0
System
Total
1.6 100.0
Kijkt u wel eens naar de Nederlandse televisie?
Percent Valid
Ja Nee, nooit Total
Missing
System
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
95.6
97.1
97.1
2.8
2.9
100.0
98.4
100.0
1.6 100.0
Pagina 76 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid Missing
Ik kijk geen Nederlandse televisie System
Cumulative Percent
Valid Percent
2.0
100.0
100.0
98.0
Total
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Nederland 1
Missing
System
Valid Percent
65.3
Cumulative Percent
100.0
100.0
34.7
Total
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Nederland 2
59.7
Missing
System
40.3
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Nederland 3
70.6
Missing
System
29.4
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
RTL 4
Missing
System
Total
82.7
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
17.3 100.0
Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
RTL 5
79.0
Missing
System
21.0
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 77 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
SBS 6
77.4
Missing
System
22.6
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
TV Veronica
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
63.7
100.0
100.0
36.3
Total
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
TMF
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
48.8
100.0
100.0
51.2
Total
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
MTV
61.7
Missing
System
38.3
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Missing
National Geographic Channel, Discovery, Animal planet System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
52.4
100.0
100.0
47.6 100.0
Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Vlaamse zenders
15.7
Missing
System
84.3
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
Pagina 78 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid
Engelstalige zenders
41.1
Missing
System
58.9
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid Missing
Duits- of Franstalige zenders System
Cumulative Percent
Valid Percent
7.7
100.0
100.0
92.3
Total
100.0 Naar welke Nederlandse televisiezender kijkt u?
Percent Valid Missing
Lokale en regionale zenders System
Cumulative Percent
Valid Percent
23.4
100.0
100.0
76.6
Total
100.0 Kijkt u wel eens televisie uit land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via de schotelantenne
41.1
Missing
System
58.9
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Kijkt u wel eens televisie uit land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via internet
Missing
System
Total
16.9
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
83.1 100.0
Kijkt u wel eens televisie uit land van herkomst?
Percent Valid
Ja, via de kabel
12.1
Missing
System
87.9
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
Pagina 79 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Kijkt u wel eens televisie uit land van herkomst?
Percent Valid
Nee
39.9
Missing
System
60.1
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Ik kijk geen televisie
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
2.0
100.0
100.0
98.0
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Nieuwsuitzendingen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
65.3
100.0
100.0
34.7
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Actualiteitenprogramma's
60.5
Missing
System
39.5
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid Missing
Sport en sportprogramma's System
Total
Valid Percent
38.3
100.0
Cumulative Percent 100.0
61.7 100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid Missing
Natuur en milieuprogramma's System
Total
24.6
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
75.4 100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Marloe Boon
Pagina 80 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Percent Valid
Speelfilms
79.8
Missing
System
20.2
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Soaps (dagelijks)
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
35.1
100.0
100.0
64.9
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Series (wekelijks)
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
65.3
100.0
100.0
34.7
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Talkshows
44.4
Missing
System
55.6
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid Missing
Amusementspr ogramma's System
Total
42.7
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
57.3 100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Talentenjachten
34.3
Missing
System
65.7
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
Pagina 81 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Spelletjes en quizzen
25.8
Missing
System
74.2
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Muziekprogramma's
Missing
System
Valid Percent
49.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
50.8
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid Missing
(Muziek)Programma's op TMF en MTV System
Valid Percent
48.0
Cumulative Percent
100.0
100.0
52.0
Total
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent
Valid Percent
Valid
Documentaires
64.1
Missing
System
35.9
Total
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid Missing
Programma's bestemd voor buitenlanders System
Total
11.3
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
88.7 100.0
Wat kijkt u op televisie (zowel zenders uit Nederland als land van herkomst?)
Percent Valid
Anders
5.2
Missing
System
94.8
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 82 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Kijkt u meer of minder televisie dan voorgaande jaren?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Minder
41.1
41.3
41.3
Evenveel
45.6
45.7
87.0
Meer
12.9
13.0
100.0
Total
99.6
100.0
System
Total
.4 100.0
Schakelt u wel eens de televisie uit of schakelt u over naar een andere zender a
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee, nooit
36.7
36.8
36.8
Ja, soms
40.7
40.9
77.7
Ja, vaak
12.1
12.1
89.9
Geen mening
10.1
10.1
100.0
Total
99.6
100.0
System
Total
Marloe Boon
.4 100.0
Pagina 83 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Vindt u dat jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst genoeg op televisie komen?
Percent Valid
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
22.2
22.2
22.2
Nee
20.6
20.6
42.7
Hangt af van dez ender
44.0
44.0
86.7
Geen mening
13.3
13.3
100.0
100.0
100.0
Total
Vindt u dat jongeren en jongvolwassenen van niet-Nederlandse afkomst vaak positief en juist vaak negatief in beeld worden gebracht?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Positief
5.6
6.1
Negatief
66.5
71.7
77.8
Geen mening
20.6
22.2
100.0
Total
92.7
100.0
System
6.1
7.3
Total
100.0 Maakt u wel eens gebruik van Nederlandse internetsites?
Percent Valid
Ja Nee, nooit Total
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
89.9
97.4
97.4
2.4
2.6
100.0
92.3
100.0
7.7 100.0
Maakt u wel eens gebruik van internetsites uit land van herkomst?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
54.8
59.9
59.9
Nee, nooit
36.7
40.1
100.0
Total
91.5
100.0
System
Total
8.5 100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid
Ik gebruik geen internet
Missing
System
Total
Marloe Boon
Valid Percent .4
100.0
99.6 100.0
Pagina 84 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat doet u op internet?
Percent Valid
Informatievoorziening
69.8
Missing
System
30.2
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid
Praktische bruikbaarheid
Missing
System
Valid Percent
76.6
Cumulative Percent
100.0
100.0
23.4
Total
100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid
Vermaak
Missing
System
Total
Valid Percent
60.9
Cumulative Percent
100.0
100.0
39.1 100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid
Tijdverdrijf
49.6
Missing
System
50.4
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid Missing
Om gespreksstof te hebben System
Valid Percent
14.9
Cumulative Percent
100.0
100.0
85.1
Total
100.0 Wat doet u op internet?
Percent Valid Missing
Om mij te attenderen op evenementen of acties System
Total
Marloe Boon
36.3
Valid Percent 100.0
63.7 100.0
Pagina 85 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat doet u op internet?
Percent
Valid Percent
Valid
Om te chatten
45.6
Missing
System
54.4
Total
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0
Wat doet u op internet?
Percent Valid Missing
Om gebruik te maken van een forum System
Total
Valid Percent
27.4
100.0
Cumulative Percent 100.0
72.6 100.0
Wat doet u op internet?
Percent Valid
Missing
Om op sociale netwerken te zitten (bijvoorbeeld Hyves) System
Total
Valid Percent
64.1
100.0
Cumulative Percent 100.0
35.9 100.0
Wat doet u op internet?
Percent Valid
Anders
Missing
System
Valid Percent
10.9
100.0
Cumulative Percent 100.0
89.1
Total
100.0 Hoe vaak maakt u gebruik van internet?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Nooit
.4
.4
.4
1 dag per week
.8
.9
1.3
2-3 dagen per week
4.8
5.2
6.6
4-5 dagen per week
18.5
20.1
26.6
6-7 dagen per week
67.7
73.4
100.0
Total
92.3
100.0
System
7.7
Total
100.0 Zit u meer of minder op internet dan voorgaande jaren?
Percent
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
Pagina 86 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Valid
Missing
Minder
9.7
10.4
Evenveel
25.0
27.0
37.4
Meer
58.1
62.6
100.0
Total
92.7
100.0
System
10.4
7.3
Total
100.0
Leest u wel eens Nederlandse tijdschriften?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
77.4
83.8
83.8
Nee, nooit
14.9
16.2
100.0
Total
92.3
100.0
System
7.7
Total
100.0 Leest u wel eens tijdschriften uit land van herkomst?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
24.6
27.0
27.0
Nee, nooit
66.5
73.0
100.0
Total
91.1
100.0
System
8.9
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Ik lees geen tijdschriften
12.5
Missing
System
87.5
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Vrouwenbladen
44.4
Missing
System
55.6
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Mannenbladen
Missing
System
Total
Marloe Boon
11.3
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
88.7 100.0
Pagina 87 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Glossy's
32.7
Missing
System
67.3
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0
Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Opvoedbladen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
5.2
100.0
100.0
94.8
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Woonbladen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
13.3
100.0
100.0
86.7
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Hobbybladen
10.1
Missing
System
89.9
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid Missing
Human interest bladen (roddelbladen) System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.7
100.0
100.0
90.3
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent
Valid Percent
Valid
Psychologiebladen
16.1
Missing
System
83.9
Total
Marloe Boon
100.0
100.0
Pagina 88 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Opiniebladen
14.5
Missing
System
85.5
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0
Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Reisbladen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
17.3
100.0
100.0
82.7
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Jeugdbladen
Missing
System
Valid Percent
16.9
Cumulative Percent
100.0
100.0
83.1
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent
Valid Percent
Valid
Sportbladen
19.4
Missing
System
80.6
Total
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Autobladen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.7
100.0
100.0
90.3
Total
100.0 Wat voor tijdschriften leest u?
Percent Valid
Anders
8.9
Missing
System
91.1
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 89 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Leest u meer of minder tijdschriften dan voorgaande jaren?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Meer
15.3
17.0
17.0
Evenveel
39.9
44.2
61.2
Minder
35.1
38.8
100.0
Total
90.3
100.0
System
9.7
Total
100.0
Leest u wel eens Nederlandse dagbladen?
Percent Valid Missing
Ja, ik koop ze wel eens los System
Valid Percent
28.6
Cumulative Percent
100.0
100.0
71.4
Total
100.0 Leest u wel eens Nederlandse dagbladen?
Percent Valid Missing
Ja, ik heb een abbonnement System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
10.9
100.0
100.0
89.1 100.0
Leest u wel eens Nederlandse dagbladen?
Percent Valid Missing
Ja, ik krijg de krant van vrienden en/of familie System
Valid Percent
10.9
Cumulative Percent
100.0
100.0
89.1
Total
100.0 Leest u wel eens Nederlandse dagbladen?
Percent Valid Missing
Ja, ik lees de gratis dagbladen System
Total
Marloe Boon
58.1
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
41.9 100.0
Pagina 90 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Leest u wel eens Nederlandse dagbladen?
Percent Valid
Nee, nooit
11.3
Missing
System
88.7
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid Missing
Ik lees geen Nederlandse dagbladen System
Valid Percent
8.5
Cumulative Percent
100.0
100.0
91.5
Total
100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
AD
25.8
Missing
System
74.2
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
BN/De Stem
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
99.6
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Brabants Dagblad
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
99.6
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Dagblad van het Noorden
Missing
System
Total
Marloe Boon
1.6
Valid Percent 100.0
98.4 100.0
Pagina 91 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Eindhovens Dagblad
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent .8
100.0
100.0
99.2
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Het Financieele Dagblad
Missing
System
Valid Percent
4.0
Cumulative Percent
100.0
100.0
96.0
Total
100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Friesch Dagblad
Missing
System
Valid Percent .8
Cumulative Percent
100.0
100.0
99.2
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
De Gelderlander
Missing
System
Valid Percent
2.0
Cumulative Percent
100.0
100.0
98.0
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
De Gooi- en Eemlander
Missing
System
Valid Percent .4
Cumulative Percent
100.0
100.0
99.6
Total
100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid Missing
Haarlems Dagblad System
Total
Marloe Boon
Valid Percent .4
Cumulative Percent
100.0
99.6 100.0
Pagina 92 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Leeuwarder Courant
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
1.2
100.0
100.0
98.8
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Leids Dagblad
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
Valid Percent
Cumulative Percent
99.6
Total
100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
1
.4
50.0
50.0
Limburgs Dagblad
.4
50.0
100.0
.8
100.0
Total Missing
System
99.2
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Nederlands Dagblad
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
2.8
100.0
100.0
97.2
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Noordhollands Dagblad
Missing
System
Valid Percent
7.3
Cumulative Percent
100.0
100.0
92.7
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
NRC Handelsblad
13.3
Missing
System
86.7
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
100.0
Pagina 93 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
nrc.next
12.1
Missing
System
87.9
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Het Parool
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
8.1
100.0
100.0
91.9 100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid Missing
Provinciale Zeeuwse Courant System
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
99.6
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
de Stentor
Missing
System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
99.6 100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
De Telegraaf
Missing
System
Valid Percent
25.4
Cumulative Percent
100.0
100.0
74.6
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Trouw
9.3
Missing
System
90.7
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 94 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid Missing
Twentsche Courant System
Cumulative Percent
Valid Percent .4
100.0
100.0
99.6
Total
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Tubantia
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
1.2
100.0
100.0
Valid Percent
Cumulative Percent
98.8
Total
100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
de Volkskrant
25.8
Missing
System
74.2
Total
100.0
100.0
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
De Pers
31.0
Missing
System
69.0
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Metro
Missing
System
Total
62.5
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
37.5 100.0
Welke Nederlandse dagbladen leest u?
Percent Valid
Sp!ts
62.1
Missing
System
37.9
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 95 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Leest u wel eens dabladen uit land van herkomst?
Percent Valid
Ja, ik koop ze wel eens los Ja, ik heb en abonnement Ja, ik krijg de krant van vrienden en/of familie Ja, ik lees de gratis dagbladen Nee, ik lees geen dagbladen uit land van herkomt Total
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
11.3
12.4
12.4
2.8
3.1
15.5
5.2
5.8
21.2
4.0
4.4
25.7
67.7
74.3
100.0
91.1
100.0
8.9
Total
100.0
Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
Ik lees geen dagbladen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.7
100.0
100.0
90.3
Total
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
Thuis
50.4
Missing
System
49.6
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
Op school/universiteit
Missing
System
Valid Percent
33.1
Cumulative Percent
100.0
100.0
66.9
Total
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
Op het werk
27.8
Missing
System
72.2
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
Pagina 96 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Waar leest u dagbladen?
Percent Valid Missing
Bij vrienden of familie thuis System
Cumulative Percent
Valid Percent
11.7
100.0
100.0
88.3
Total
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
In het openbaar vervoer
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
57.3
100.0
100.0
42.7
Total
100.0
Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
In de horeca
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.3
100.0
100.0
90.7
Total
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
In buurthuis
Missing
System
Valid Percent
1.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
98.8
Total
100.0 Waar leest u dagbladen?
Percent Valid Missing
Op de sportclub of sportkantine System
Total
Valid Percent
6.5
Cumulative Percent
100.0
100.0
Valid Percent
Cumulative Percent
93.5 100.0
Waar leest u dagbladen?
Percent Valid Missing
Bij dokter-, tandartsof kapperbezoek System
Total
Marloe Boon
17.3
100.0
82.7 100.0
Pagina 97 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Waar leest u dagbladen?
Percent Valid
Anders
5.2
Missing
System
94.8
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Wanneer leest u dagbladen?
Percent Valid
Doordeweeks
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
75.8
100.0
100.0
Valid Percent
Cumulative Percent
24.2
Total
100.0
Wanneer leest u dagbladen?
Percent Valid
In het weekend
Missing
System
27.0
100.0
100.0
73.0
Total
100.0 Wanneer leest u dagbladen?
Percent Valid
Nooit
12.1
Missing
System
87.9
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Hoe vaak leest u dagbladen?
Percent Valid
Nooit Minder dan 1 keer per week 1 dag per week
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
8.1
9.3
9.3
9.7
11.2
20.6
7.7
8.9
29.4
2-3 dagen per week
28.6
33.2
62.6
4-5 dagen per week
23.8
27.6
90.2
6-7 dagen per week
8.5
9.8
100.0
Total
86.3
100.0
System
13.7
Total
Marloe Boon
100.0
Pagina 98 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Leest u meer of minder dagbladen dan voorgaande jaren?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Meer
27.4
31.8
31.8
Evenveel
33.5
38.8
70.6
Minder
25.4
29.4
100.0
Total
86.3
100.0
System
13.7
Total
100.0
Hoe lang besteedt u gemiddeld aan het lezen van een dagblad?
Percent Valid
Missing
Ik lees geen dagbladen
Valid Percent
Cumulative Percent
9.3
10.7
10.7
0-15 minuten
23.8
27.4
38.1
16-30 minuten
35.5
40.9
79.1
31-45 minuten
11.7
13.5
92.6
46-60 minuten
5.2
6.0
98.6
Anderhalf uur
.8
.9
99.5
Twee uur
.4
.5
100.0
Total
86.7
100.0
System
13.3
Total
100.0 Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Ik lees geen dagbladen
Missing
System
Valid Percent
8.9
100.0
Cumulative Percent 100.0
91.1
Total
100.0 Waarom leest u een dagblad?
Percent
Valid Percent
Valid
Informatievoorziening
65.7
Missing
System
34.3
Total
100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0 Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Praktische bruikbaarheid
20.2
Missing
System
79.8
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
100.0
Pagina 99 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Vermaak
35.5
Missing
System
64.5
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Tijdverdrijf
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
37.5
100.0
100.0
62.5
Total
100.0
Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid Missing
Om gespreksstof te hebben System
Cumulative Percent
Valid Percent
16.9
100.0
100.0
83.1
Total
100.0
Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid Missing
Om mij te attenderen op evenementen of acties System
Cumulative Percent
Valid Percent
17.7
100.0
100.0
82.3
Total
100.0
Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Hoort bij mijn imago
Missing
System
Valid Percent
6.9
100.0
93.1
Total
100.0 Waarom leest u een dagblad?
Percent Valid
Anders
4.8
Missing
System
95.2
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 100 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Kent u Sp!ts?
Percent Valid
Ja, ik weet precies wat het is, namelijk een gratis dagblad Ja, wel eens van gehoord
77.0
88.8
Nee Missing
Total
86.7
System
13.3
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
88.8
7.4
96.3
3.7
100.0
100.0
100.0
Leest u Sp!ts?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja, soms
35.5
41.1
Ja, vaak
36.7
42.5
83.6
Nee, nooit
14.1
16.4
100.0
Total
86.3
100.0
System
13.7
Total
41.1
100.0 Kiest u altijd Sp!ts als u de keuze heeft uit Sp!ts Metro en de Pers?
Percent Valid
Ik kies de krant welke ik als eerst zie Ja, ik kies alleen Sp!ts Ja, ik kies Sp!ts en de Metro Ja, ik kies Sp!ts en de Pers Ja, ik kies Sp!ts, de Metro en de Pers Nee, ik kies de Metro en de Pers Nee, ik kies de Pers Nee, ik lees geen gratis dagbladen 9 Total
Missing
System
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
23.8
27.3
27.3
6.0
6.9
34.3
21.8
25.0
59.3
2.0
2.3
61.6
10.5
12.0
73.6
10.9
12.5
86.1
3.2
3.7
89.8
2.0
2.3
92.1
6.9
7.9
100.0
87.1
100.0
12.9 100.0
Pagina 101 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Hoe beoordeelt u Sp!ts op schaal van 1 tot 10 waar 1 zeer slecht is en 10 uitmuntend?
Percent Valid
Cumulative Percent
1
2.4
2.9
2.9
2
.4
.5
3.4
3
2.0
2.4
5.8
4
1.2
1.4
7.2
5
7.3
8.7
15.9
6
15.7
18.8
34.6
7
30.2
36.1
70.7
8
20.2
24.0
94.7
9
1.2
1.4
96.2 100.0
10 Missing
Valid Percent
3.2
3.8
Total
83.9
100.0
System
16.1
Total
100.0
Hoe staat u tegenover Sp!ts ten opzichte van andere gratis dagbladen?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Zeer positief
10.5
12.3
12.3
Positief
35.1
41.2
53.6
Neutraal
33.1
38.9
92.4
Negatief
4.8
5.7
98.1
Zeer negatief
1.6
1.9
100.0
Total
85.1
100.0
System
14.9
Total
100.0 Zou u Sp!ts aanraden aan vrienden familie en kennissen?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja, zeker
29.0
34.3
Ja, misschien
35.1
41.4
75.7
Nee
20.6
24.3
100.0
Total
84.7
100.0
System
15.3
Total
34.3
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Nederlandse radio
Missing
System
Total
Marloe Boon
Valid Percent
33.1
Cumulative Percent
100.0
66.9 100.0
Pagina 102 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Radio uit land van herkomst System
Cumulative Percent
Valid Percent
9.3
100.0
100.0
90.7
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Nederlandse televisie
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
69.8
100.0
100.0
30.2
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Televisie uit land van herkomst System
Valid Percent
25.0
Cumulative Percent
100.0
100.0
75.0
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Nederlandse internetsites System
Total
Valid Percent
70.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
29.8 100.0
Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Internetsites uit land van herkomst System
Total
Valid Percent
28.2
Cumulative Percent
100.0
100.0
71.8 100.0
Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Nederlandse dagbladen
48.0
Missing
System
52.0
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
100.0
Pagina 103 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Dagbladen uit land van herkomst System
Cumulative Percent
Valid Percent
8.1
100.0
100.0
91.9
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Nederlandse tijdschriften
Missing
System
Valid Percent
32.3
Cumulative Percent
100.0
100.0
67.7
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid Missing
Tijdschriften uit land van herkomst System
Cumulative Percent
Valid Percent
6.9
100.0
100.0
93.1
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Geen van bovenstaande
Missing
System
1.6
Valid Percent 100.0
98.4
Total
100.0 Hoe blijft u op de hoogte over zaken die u interesseren?
Percent Valid
Anders
Missing
System
Total
Marloe Boon
8.1
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
91.9 100.0
Pagina 104 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Hoe staat u tegenover reclame op de radio?
Percent Valid
Zeer positief
Cumulative Percent
.8
.9
.9
Positief
14.1
16.5
17.5
Neutraal
46.4
54.2
71.7
Negatief
14.9
17.5
89.2
9.3
10.8
100.0
Total
85.5
100.0
System
14.5
Zeer negatief Missing
Valid Percent
Total
100.0 Hoe staat u tegenover reclame op internet?
Percent Valid
Missing
Zeer positief
Valid Percent
Cumulative Percent
1.2
1.4
1.4
Positief
12.5
14.8
16.2
Neutraal
37.9
44.8
61.0
Negatief
22.2
26.2
87.1
Zeer negatief
10.9
12.9
100.0
Total
84.7
100.0
System
15.3
Total
100.0
Hoe staat u tegenover reclame in tijdschriften?
Percent Valid
Zeer positief
Cumulative Percent
4.8
5.6
5.6
Positief
26.2
30.4
36.0
Neutraal
46.0
53.3
89.3
Negatief
5.6
6.5
95.8
3.6
4.2
100.0
86.3
100.0
Zeer negatief Total Missing
Valid Percent
System
Total
13.7 100.0
Hoe staat u tegenover advertenties in dagbladen?
Percent Valid
Zeer positief
Cumulative Percent
2.0
2.4
2.4
Positief
33.5
39.2
41.5
Neutraal
40.7
47.6
89.2
Negatief
6.5
7.5
96.7 100.0
Zeer negatief Missing
Valid Percent
2.8
3.3
Total
85.5
100.0
System
14.5
Total
Marloe Boon
100.0
Pagina 105 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Hoe staat u tegenover reclame in de bioscoop?
Percent Valid
Zeer positief
Cumulative Percent
3.2
3.8
3.8
Positief
24.2
28.4
32.2
Neutraal
32.7
38.4
70.6
Negatief
18.1
21.3
91.9
6.9
8.1
100.0
Total
85.1
100.0
System
14.9
Zeer negatief Missing
Valid Percent
Total
100.0 Hoe staat u tegenover reclame op straat en stations?
Percent Valid
Missing
Zeer positief
Valid Percent
Cumulative Percent
3.6
4.2
4.2
Positief
28.2
33.0
37.3
Neutraal
43.5
50.9
88.2
Negatief
6.0
7.1
95.3
Zeer negatief
4.0
4.7
100.0
Total
85.5
100.0
System
14.5
Total
Marloe Boon
100.0
Pagina 106 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat is uw leeftijd?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
34
13.7
13.7
13.7
14
5.6
5.6
19.4
16
8
3.2
3.2
22.6
17
15
6.0
6.0
28.6
18
9
3.6
3.6
32.3
19
13
5.2
5.2
37.5
20
16
6.5
6.5
44.0
21
14
5.6
5.6
49.6
22
22
8.9
8.9
58.5
23
14
5.6
5.6
64.1
24
17
6.9
6.9
71.0
25
15
6.0
6.0
77.0
26
11
4.4
4.4
81.5
27
5
2.0
2.0
83.5
28
7
2.8
2.8
86.3
29
6
2.4
2.4
88.7
30
3
1.2
1.2
89.9
31
4
1.6
1.6
91.5
32
1
.4
.4
91.9
33
3
1.2
1.2
93.1
34
3
1.2
1.2
94.4
35
14
5.6
5.6
100.0
248
100.0
100.0
15
Total
Wat is uw geslacht?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Man
30.2
35.4
35.4
Vrouw
55.2
64.6
100.0
Total
85.5
100.0
System
14.5
Total
Marloe Boon
100.0
Pagina 107 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media In welke provincie woont u?
Percent Valid
Missing
Valid Percent
Cumulative Percent
Groningen
1.6
1.9
1.9
Friesland
1.6
1.9
3.8
Drenthe
1.2
1.4
5.2
Overijssel
1.2
1.4
6.6
Flevoland
3.2
3.8
10.3
Gelderland
4.0
4.7
15.0
Utrecht
7.7
8.9
23.9
Noord-Holland
29.4
34.3
58.2
Zuid-Holland
28.6
33.3
91.5
Zeeland
1.2
1.4
93.0
Noord-Branbant
4.4
5.2
98.1
Limburg
1.6
1.9
100.0
Total
85.9
100.0
System
14.1
Total
100.0 Hoe ziet u zichzelf?
Percent Valid
Missing
Nederlands
Cumulative Percent
Valid Percent
16.9
19.9
19.9
Turks
7.3
8.5
28.4
Surinaams
4.4
5.2
33.6
Marokkaans
6.9
8.1
41.7
Arubaans en Antiliaans
2.8
3.3
45.0
Indische
2.8
3.3
48.3 100.0
Een combinatie
44.0
51.7
Total
85.1
100.0
System
14.9
Total
100.0 Wat is uw woonsituatie?
Percent Valid
Thuiswonend bij ouders Thuiswonend bij grootouders Alleenwonend Samenwonend met vrienden Samenwonend met partner Anders Total
Missing
System
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
42.3
49.8
49.8
.8
.9
50.7
17.7
20.9
71.6
2.4
2.8
74.4
14.1
16.6
91.0
7.7
9.0
100.0
85.1
100.0
14.9 100.0
Pagina 108 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media
Welke taal wordt er thuis gesproken?
Percent Valid
Missing
Cumulative Percent
Valid Percent
Nederlands
52.4
61.0
61.0
Taal van herkomst
22.6
26.3
87.3
Anders
10.9
12.7
100.0
Total
85.9
100.0
System
14.1
Total
100.0 Wat is de opleiding waar u mee bezig bent of heeft afgerond?
Percent Valid
Basisonderwijs
Cumulative Percent
.8
.9
.9
10.1
11.7
12.7
21.0
24.4
37.1
Hbo, wo bachelor
45.2
52.6
89.7
Wo master, doctor
6.5
7.5
97.2 100.0
VMBO, MBO1, onderbouw havo of vwo Havo, vwo, mbo
Anders Missing
Valid Percent
2.4
2.8
Total
85.9
100.0
System
14.1
Total
Marloe Boon
100.0
Pagina 109 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat zijn uw dagelijkse bezigheden?
Percent Valid
Cumulative Percent
Scholier middelbare school Student vervolgopleiding
8.5
9.9
9.9
11.7
13.6
23.5
Student met (bij)baan
28.2
32.9
56.3
Student die stage loopt
12.5
14.6
70.9
6.5
7.5
78.4
14.9
17.4
95.8
1.2
1.4
97.2
2.4
2.8
100.0
Total
85.9
100.0
System
14.1
Werkzaam parttime (tot 32 uur per week) Werkzaam fulltime (vanaf 33 uur per week) Huisman/huisvrouw Anders Missing
Valid Percent
Total
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid Missing
Sociale contacten onderhouden System
Valid Percent
65.3
Cumulative Percent
100.0
100.0
34.7
Total
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Sporten
41.5
Missing
System
58.5
Total
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Computer
58.9
Missing
System
41.1
Total
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Winkelen
Missing
System
Total
Marloe Boon
56.9
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
43.1 100.0
Pagina 110 van 113
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Uitgaan
44.8
Missing
System
55.2
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Muziek maken
Missing
System
Valid Percent
12.5
Cumulative Percent
100.0
100.0
87.5
Total
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Lezen
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
41.9
100.0
100.0
58.1
Total
100.0 Wat doet u in uw vrije tijd?
Percent Valid
Anders
24.6
Missing
System
75.4
Total
Cumulative Percent
Valid Percent 100.0
100.0
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
School
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
42.7
100.0
100.0
57.3
Total
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Huur van huis
30.2
Missing
System
69.8
Total
Marloe Boon
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
Pagina 111 van 113
100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Huishoudelijke artikelen
41.5
Missing
System
58.5
Total
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Eten
Missing
System
Valid Percent
66.9
Cumulative Percent
100.0
100.0
33.1
Total
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Tussendoortjes
Missing
System
Cumulative Percent
Valid Percent
43.5
100.0
100.0
56.5
Total
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid Missing
Kleding en uiterlijke verzorging System
Total
Cumulative Percent
Valid Percent
76.2
100.0
100.0
23.8 100.0
Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Uitgaan
Missing
System
Total
48.8
Valid Percent
Cumulative Percent
100.0
100.0
51.2 100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Bezoek van evenementen
34.3
Missing
System
65.7
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
100.0
Pagina 112 van 113
Cumulative Percent 100.0
Nederlandse jongeren en jongvolwassen van buitenlandse afkomst en de Media Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent
Valid Percent
Valid
Sport
29.0
Missing
System
71.0
Total
100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Gadgets
Missing
System
23.0
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
77.0
Total
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Vakanties
Missing
System
Total
49.2
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
50.8 100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Vervoer
37.9
Missing
System
62.1
Total
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Sparen
Missing
System
Total
43.1
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
56.9 100.0 Waar geeft u uw geld aan uit?
Percent Valid
Anders
12.1
Missing
System
87.9
Total
Marloe Boon
Valid Percent 100.0
Cumulative Percent 100.0
100.0
Pagina 113 van 113