Sociale vaardigheden axenroos Wanneer kinderen spelen, leren, …, omgaan met andere kinderen, volwassenen, hun omgeving verwerven ze op spontane wijze heel veel sociale vaardigheden. Net zoals bij een moedertaal. Zoals op school de taal wordt uitgebreid, verfijnd en verdiept, zo werkt men ook aan de sociale vaardigheden van kinderen, het omgaan met elkaar en met de wereld om ons heen. Om rond dit sociale gegeven te werken, heeft Cuvelier de axenroos voor kinderen herleid tot tien axen. Elk ‘totemdier’ of ‘ax’ is anders. Je kan elk totemdier herkennen aan zijn specifieke manier van omgaan met anderen. We kunnen iedere ax zodanig innemen dat ze ‘goed doet’ in een relatie of deze ondermijnt. Elke ax kan zowel goed en soepel als slecht en krampachtig en overdreven gebruikt worden. Goedgemutst noemen we het gedrag (ax) als het de relatie ten goede komt. Het gedrag is slechtgemutst wanneer de ax dusdanig ingenomen wordt dat de relatie erdoor verstoord en soms verbroken wordt. Axen zijn dus mogelijkheden die een mens in zich heeft om met anderen om te gaan. Een kind dat de kans krijgt om alle mogelijkheden te ontwikkelen en alle relatieposities in te nemen, zullen het in sociaal opzicht rijk ontwikkelde mensen worden. Op zichzelf is geen enkele ax waardevoller dan een andere. Met het voorbeeld van de tien dieren van de axenroos, krijgen de kinderen beelden en woorden om gedrag te benoemen. Ze leren zichzelf beter kennen, leren conflicten te bespreken, … Ze leren dat al deze types van gedragingen goed zijn. De axenroos is een middel om gedragingen te kaderen. Het is een bril die we hanteren om doorheen het heel klasgebeuren en daarbuiten naar ons eigen gedrag en dat van anderen te kijken. Wie er in slaagt alle axen zeer bewust te beheersen, zal een sterke persoonlijkheid ontwikkelen.
HAVIK
Krik de havik
aanvechten, confronteren, bekritiseren
De havik aanvechten
Goed gedrag: Ik zeg op een beleefde wijze wat verkeerd is. Ik zeg wat fout is om de foute situatie recht te zetten. Ik ben iemand met een gezonde kritiek. Ik speel een spel om te winnen. Wanneer ik onrechtvaardigheid zie, zeg ik dit. Ik durf andermans terrein betreden. Ik ga recht op de man af. Ik durf iets in twijfel trekken.
Slecht gedrag: Ik vind alles belachelijk. Ik heb geen respect voor jouw mening. Ik maak dingen stuk. Ik ben een vechtjas. Ik gebruik bruut geweld, vaker nog woordgeweld. Ik ben gemeen aanvallend. Ik pest en verneder anderen. Ik kwets en doe anderen pijn.
Ontbrekend gedrag: Ik heb geen respect voor jouw mening. Ik kan niet van me afbijten. Ik ben een gemakkelijke prooi voor de anderen.
STEENBOK
Bonkie de steenbok
weerstaan, zich verdedigen, afweren
De steenbok weerstaan
Goed gedrag: Ik kan mezelf verdedigen op een begrijpbare en aanvaardbare manier : Ik durf en kan neen zeggen, Ik laat mij de goederen die ik niet wil aannemen in geen geval opdringen. Ik laat me niets ontfutselen. Ik kan mijn terrein afbakenen, iemand op afstand houden. Ik kan mezelf verdedigen. Ik verdedig mij tegen onrechtvaardigheden. Ik weiger hulp voor taken die ikzelf aankan. Ik kan weerstaan aan de verleiding om…. en maak mijn huiswerk af.
Slecht gedrag: Ik ben dikwijls totaal ongenietbaar. Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik
vind alles stom. maak mijn huiswerk niet. wijs elke hulp af. vertrouw niets of niemand ben dikwijls zeer opstandig. ben dikwijls zeer koppig. zie in alles het slechte en uit dat ook.
Ontbrekende gedrag: Ik laat me overladen met werkjes, weiger niets. Ik voel me bij de minste opmerking aangevallen Ik heb geen weerstand meer en laat me gaan. Ik laat me overrompelen.
UIL
Itsj de uil
houden, zich terugtrekken, zwijgend toekijken, geheimen bewaren
De uil houden van informatie en richtlijnen, goederen en diensten, persoon en bijzijn
Goed gedrag: Ik houd mij afzijdig maar heb alles gezien en gehoord. Ik zwijg gereserveerd. Ik wil soms alleen zijn. Ik geef iets niet af. Ik kan een geheim bewaren. Ik kan filosoferen. Ik houd mijn gedachten en gevoelens voor mij. Ik vertel niet veel over mezelf. Ik klik en roddel niet. Ik laat mijn spullen niet rondslingeren. Ik kan sparen,verzamelen, iets weg stoppen. Ik kan gaan slapen.
Slecht gedrag: Ik doe uit de hoogte. Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik
sluit me altijd af voor anderen. sta steeds aan de kant. laat me nooit kennen, toon geen gevoelens. trek mij niets aan van wat er in de klas gebeurt. help nooit, ook al is dat toegestaan. help niet in nood. ga nooit in op een uitnodiging. hamster spullen. pot al mijn spaargeld op.
Ontbrekend gedrag: Ik kan geen geheimen bewaren. Ik zie allerlei zaken en help niet. Ik kan nooit alleen zijn. Ik flap er alles zomaar uit.
SCHILDPAD
Slosse de schildpad
lossen, ondergaan
De schildpad lossen / ondergaan van informatie en richtlijnen, diensten en goederen, persoon en bijzijn
Goed gedrag: Ik ben onzeker, twijfel, weet niet wat te doen en ik kom hiervoor ook uit : Ik kan moeilijk een keuze maken. Ik geef toe dat ik bang of moe ben. Ik geef toe dat ik iets niet kan of iets niets begrepen heb. Ik geef toe dat ik fout ben. Ik zeg niet ja of nee als je me iets vraagt of geeft, kiezen is moeilijk voor mij. Ik trek mij terug, kruip weg, verschuil me. Ik ontwijk alle contact. Ik verveel me. Ik onderga de dingen. Ik heb verdriet. Ik druk mijn onzekerheid uit. Ik luister naar mezelf en kan daaruit energie putten.
Slecht gedrag: In mijn eentje ben ik het gelukkigst. Ik kan niets meer aan. Ik kruip ineen bij de minste opmerking die ik krijg. Ik voel me de mindere van iedereen. Ik zit in de put en ben depressief. Ik zou het graag anders willen maar ik kan de nodige energie niet opbrengen.
Ontbrekend gedrag: Jezelf geen verdriet, zwakheid en twijfel toestaan.
LEEUW
Sjef de leeuw
leiden, geven van informatie en richtlijnen, voorstellen doen, raad geven, …
De leeuw geven van info / richtlijnen : leiden
Goed gedrag: Ik neem leiding bij een spel of groepswerk Ik geef aanwijzingen bij het spel. Ik leg de spelregels uit. Ik doe een spreekbeurt. Ik deel iets mee in de klas. Ik doe een voorstel. Ik geef een tip. Ik doe babbeltjes.
Slecht gedrag: Ik ben bazig. Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik
wil het altijd beter weten dan iemand anders. verdraag de inbreng van anderen niet. babbel zonder te stoppen. geef teveel info (roddelen) lieg. geef de verkeerde informatie. geef onduidelijke informatie. doe aan geheimdoenerij. praat op een dwingende manier (je moet…)
Ontbrekend gedrag: Ik durf, kan of wil geen leiding nemen. Ik ben schuchter.
KAMEEL
Kadosj de kameel
volgen, aannemen van richtlijnen en informatie, raad of uitleg vragen
De kameel aannemen /volgen van informatie en richtlijnen
Goed gedrag: Ik houd me aan regels en afspraken. Ik speel dikwijls het spel mee dat iemand voorstelt. Ik werk in stilte zonder op te vallen. Ik luister aandachtig naar de opdrachten in de klas. Ik gehoorzaam. Ik wil veel leren en weten. Ik wil mijn taken volledig en verzorgd afwerken. Ik volg trouw bevelen en raadgevingen op. Ik weet waar info te vinden is en zoek die dan ook op. Ik kan leiderschap aanvaarden en spontaan meewerken. Ik weet wat ik moet doen bij een groepstaak. Ik vraag raad, uitleg en kan samenwerken. Anderen kunnen op mij rekenen. Ik vraag, ook thuis, of er werkjes te doen zijn.
Slecht gedrag: Ik ben slaafs. Ik wil voor alles richtlijnen krijgen. Ik vraag voor alles toestemming. Ik ben een meeloper.
Ontbrekend gedrag: Ik bied nooit weerstand. Ik ben bang om jou genegenheid te verliezen en daarom bied ik geen weerstand. Ik heb geen belangstelling voor wat men mij opdraagt. Ik stel geen vragen. Ik luister niet naar anderen. Ik voel me onzeker als niemand zegt wat of hoe ik iets moet doen.
BEVER
Bizi de bever
zorgen, diensten aanbieden, iets schenken
De bever geven van goederen en diensten : zorgen
Goed gedrag: Ik geef, schenk iets met plezier. Ik ga zorgzaam om met eigen en andermans spullen. Ik leen iets uit. Ik deel mijn koek als iemand zijn koek vergeten is. Ik help opruimen, raap papiertjes op,… Ik help anderen op de juiste manier. Ik help iemand bij een moeilijke les. Ik help iemand die gevallen is. Ik doe iemand een plezier. Ik koester en knuffel.
Slecht gedrag: Ik dring mijn hulp op. Ik Ik Ik Ik Ik
ben bemoeiziek. betuttel iemand. verwen iemand telkens weer en meer. erger de anderen met mijn overdreven bezorgdheid. overlaad iemand met geschenken.
Ontbrekende gedrag: Ik bied geen hulp. Ik ga op geen enkele hulpvraag in. Ik draag geen zorg voor mijn of andermans spullen. Niet of nooit delen.
POES
Bolletje de poes
genieten van aangeboden diensten en goederen, zich laten bedienen, vragen om verzorgd te worden
De poes aannemen van diensten /goederen : genieten
Goed gedrag: Ik vraag om hulp vragen en ik laat me helpen. Ik zeg wat ik verlang, wat ik graag heb. Ik ben blij als je mijn verlangen erkent en respecteert. Ik zeg dankjewel. Ik vraag iets op een beleefde manier. Ik laat me verzorgen. Ik word graag eens verwend. Ik geniet van vertroeteling. Ik geniet van iets (een ding). Ik vlij me tegen iemand aan.
Slecht gedrag : Ik profiteer van anderen. Ik ben liever lui dan moe. Ik Ik Ik Ik Ik Ik
laat me telkens opnieuw ( als een klein kind) verwennen. vraag voor alles en nog wat hulp. zoek alleen maar mij eigen voordeel. denk alleen maar aan mezelf (egoïstisch) steel of troggel iets af. buit anderen uit.
Ontbrekende gedrag: Ik vraag nooit hulp. Ik kan mij niet eens laten verwennen. Ik voel mij snel betutteld. Ik bedank zelden iemand. Ik kan niet genieten.
PAUW
Zieme de pauw
zich tonen, eigenheid, persoonlijkheid laten zien, aanwezigheid (bijzijn) aanbieden
De pauw aanbieden van persoon en bijzijn : tonen
Goed gedrag: Ik toon wat ik kan én niet kan…en daar ben ik trots op. Ik vertel wat ik denk en voel. Ik vertel over mezelf. Ik vraag de aandacht. Ik neem iemand in vertrouwen. Ik kan op een podium staan. Ik kan knuffelen. Ik kan naar iemand toegaan. Ik ben er als je me nodig hebt.
Slecht gedrag: Ik laat voortdurend zien hoe mooi ik ben. Ik ratel maar door. Ik dring mij op. Ik vertel een geheim door. Ik hang de clown uit om de sympathie van de groep te winnen. Ik verstoor het spel. Ik stoef met kledij of bezit. Ik wil altijd vooraan zijn. Ik probeer te pas en te onpas de aandacht te trekken. Ik ben betweterig. Ik probeer dingen te doen die stoer zijn en dingen die niet mogen.
Ontbrekend gedrag: Ik durf mij niet laten zien. Ik ga steeds achteraan staan. Ik zie bij mezelf geen fouten. Ik kan geen complimenten aannemen.
WASBEER
Dag de wasbeer
waarderen, respecteren, openstaan voor de ander, vragen om te laten zien
De wasbeer aannemen of vragen van persoon en bijzijn : opkijken, aandacht schenken
Goed gedrag: Ik verwelkom iemand van harte. Ik ben blij om in deze klas te zitten. Ik nodig anderen uit. Ik laat iedereen meespelen en meepraten. Ik maak geen ruzie. Ik geef een “pluim”,een complimentje. Ik luister naar anderen. Ik kijk op naar anderen. Ik vind iedereen belangrijk. Ik waardeer iets of iemand. Ik geef een spontaan applaus.
Slecht gedrag: Ik dweep met iemand. Ik slijm bij iemand. Ik hemel iemand op. Ik ben overdreven fan van iemand.
Ontbrekend gedrag: Ik kan niemand of niets waarderen. Ik ben onbeleefd. Ik zie de ander niet of nooit staan. Ik breng voor niemand respect op, alleen voor mezelf. Ik nodig nooit uit tot meedoen. Ik gun de andere geen plaats.