Sociale Kracht Monitor 2013 West-Friesland
Inhoudsopgave Samenvatting
2
1. Inleiding
5
2. Eigen kracht
8
3. Sociale kracht
16
4. Algemene voorzieningen
30
5. Conclusies
56
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Samenvatting
Samenvatting De West-Friese gemeenten willen weten in hoeverre de bevolking klaar is voor de verschuivingen die zich momenteel voordoen in de Wmo. Daarbij wordt de zelfredzaamheid en het eigen initiatief van de burger steeds belangrijker. Om hier achter te komen is een vragenlijst onder ruim 10.000 inwoners uitgezet. Meer dan 3.500 inwoners hebben de enquête ingevuld. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van algemene voorzieningen in West-Friesland en zijn relevante data uit verschillende bronnen bijeengebracht. De belangrijkste resultaten van het onderzoek worden hieronder samengevat.
Sociaal netwerk niet-zelfredzamen is kleiner; afhankelijkheid van directe woonomgeving groter Ondanks dat men zich niet meer goed redt in of buiten het huis, zijn veel nietzelfredzamen wel actief in de maatschappij, bijvoorbeeld door lid te zijn van een vereniging of deel te nemen aan activiteiten in de wijk. De deelname ligt wel een stuk lager dan gemiddeld. Niet-zelfredzamen ervaren verder hun eigen kennissenkring vaker als beperkt en ze zijn over het algemeen meer gebonden aan het eigen dorp of wijk.
Sterke relatie zelfredzaamheid en gezondheid De zelfredzaamheid van de Westfriezen is over het algemeen groot. Negen op de tien redt zichzelf zowel binnen- als buitenshuis (al dan niet met hulp). Tien procent heeft naar eigen zeggen moeite om zelfstandig te functioneren. Vertaald naar de totale volwassen West-Friese bevolking gaat het om ruim 16.000 inwoners. De oorzaak van de niet-zelfredzaamheid is vaak een beperktere fysieke en/of geestelijke gezondheid. Gezondheid hangt nauw samen met leeftijd; de zelfredzaamheid neemt vanaf tachtig jaar flink af. Bijna de helft van de 80plussers kan niet (meer) goed zelfstandig functioneren. Naar verwachting zal deze groep verder toenemen als gevolg van de vergrijzing. Dit neemt overigens niet weg dat er ook onder jongere leeftijdsgroepen niet-zelfredzamen zijn; het is alleen in mindere mate. Ook onder lager opgeleiden en lagere inkomens vinden we relatief veel niet-zelfredzamen terug. Een relatie tussen waar men woont (stad of dorp) en mate van zelfredzaamheid lijkt er niet te bestaan; er is geen significant verschil gevonden tussen de West-Friese dorpskernen en steden op dit vlak.
Vooral behoefte aan hulp bij klussen in huis Wanneer men het niet meer redt op eigen kracht, is er hulp nodig. Op dit moment ontvangt bijna de helft van de niet-zelfredzamen mantelzorg van de eigen kinderen, partner, familie en/of bekenden en zestig procent heeft een andere vorm van (professionele) hulp. Circa twee procent maakt gebruik van de diensten van vrijwilligersorganisaties zoals de Vrijwillige thuishulp. In 2012 beschikten 8.255 Westfriezen over een AWBZ indicatie; dit is 4% van de totale populatie. De helft van de niet-zelfredzamen heeft behoefte aan (meer) ondersteuning of hulp. Daarbij gaat het vooral om hulp bij klussen in huis, gevolgd door aanpassingen aan de woning, advies of hulp bij psychische problemen en dagbestedingsactiviteiten en hulp bij vervoer. De voornaamste reden dat men (nog) geen gebruik maakt van hulp of ondersteuning, is omdat zij denken dat het (te) veel geld gaat kosten of niet weten waar zij terecht kunnen voor hulp. Schaamte staat op de derde plaats.
2
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Samenvatting
Deel woningvoorraad ongeschikt voor bewoning op oudere leeftijd; vaak aanpassingen wel mogelijk Onder de niet-zelfredzamen blijkt vooral behoefte te bestaan aan hulp en aanpassingen in en rondom het huis. Doordat senioren niet snel geneigd zijn te verhuizen – driekwart wil beslist niet weg – gecombineerd met de vergrijzing, gaat de vraag naar woningaanpassingen naar verwachting stijgen. Een deel van de woningen blijkt ongeschikt voor bewoning op hoge leeftijd; 12% van de Westfriezen woont in een woning die – naar eigen zeggen – niet aan te passen is om op oudere leeftijd te bewonen. Zij moeten op zoek naar een alternatief. Omdat er vaak een wens is in de eigen gemeente – of zelfs in de eigen kern – te blijven wonen is men dan afhankelijk van de beschikbaarheid van aangepaste woningen of verzorgingstehuizen. Uit de inventarisatie van voorzieningen blijkt dat in alle gemeenten in ieder geval één verzorgingstehuis aanwezig is. Kleinere kernen hebben meer sociale kracht Wanneer iemand het op eigen kracht niet redt, kan zijn of haar omgeving mogelijk hulp bieden. Zeven op de tien Westfriezen biedt burenhulp. Daarnaast ligt er een aanzienlijk potentieel; 29% is hiertoe bereid. Naast burenhulp is 12% van de Westfriezen bereid tot het verrichten van (meer) vrijwilligerswerk. Dit geldt vooral voor de inwoners van de kleinere dorpskernen; men is hier niet alleen meer bereid tot vrijwilligerswerk, maar ook actiever als vrijwilliger. Verder is men er vaker lid van een vereniging of club, meer betrokken bij de eigen woonbuurt en neemt vaker deel aan activiteiten. Dit uit zich ook in de verhoudingsgewijs hoge bezoekerspercentages van lokale buurthuizen. In de stedelijke gebieden van WestFriesland is de sociale kracht lager.
Er zit vooral in de kleinere kernen veel potentieel voor een intensievere ondersteuning van niet-zelfredzamen. Kernen als Lutjebroek en Hauwert/ Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud, met een relatief hoog aandeel nietzelfredzamen, maar ook een hoge sociale kracht kunnen hier vruchten van plukken. Kernen/gebieden met een hoge score op sociale kracht zijn: Berkhout/Oudendijk/Scharwoude, Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) en Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland). Aandachtsgebieden vormen enkele wijken in Hoorn zoals Kersenboogerd, Bangert en Oosterpolder, Risdam-Noord en -Zuid. Vanuit de focusgesprekken met inwoners van West-Friesland benadrukt men dat het vergroten van de sociale kracht niet opgelegd moet worden door de gemeente. Veel inwoners zijn in staat dit zelf te organiseren. Als de gemeente zich hier mee gaat bemoeien, kan er juist weerstand ontstaan. Daarnaast is de verwachting dat de bezuinigingen een positief effect zullen hebben op het verlenen van burenhulp en de betrokkenheid met elkaar; door het wegvallen van voorzieningen voelt men zich genoodzaakt om met elkaar oplossingen te vinden. Eisen aan voorzieningenniveau anders in steden dan op het platteland De aanwezigheid van algemene voorzieningen spelen een belangrijke rol in de zelfredzaamheid van inwoners. Het meest belangrijk vindt men de nabijheid van een huisarts en een winkel voor dagelijkse boodschappen om zelfstandig te kunnen blijven wonen. In West-Friesland zijn ongeveer 70 huisartspraktijken, vooral gevestigd in de meer bevolkte gebieden. De meeste grotere dorpen en steden hebben ook een supermarkt. Inwoners in de kleinere kernen zijn veelal aangewezen op supermarkten in nabijgelegen kernen.
3
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Samenvatting
Bewoners van de kleinere kernen zijn zich hiervan bewust en stellen ook andere eisen aan de aanwezigheid en nabijheid van voorzieningen. Waar in de steden vooral een bioscoop wordt gemist, hecht men in de grotere dorpen veel belang aan winkels, een bibliotheek, verbeterd openbaar vervoer en een dependance van het gemeentehuis. In de kleinere dorpen is openbaar vervoer een belangrijk aandachtspunt, tezamen met de pinautomaat. De Westfriezen geven gemiddeld een 6,6 aan het aanbod aan activiteiten in het dorp of eigen buurt. Het voorzieningenaanbod waardeert men met een 6,4. In de dorpen is men hierover minder positief dan in de steden. Met name voorzieningen voor jongeren worden gemist. De bereidheid van inwoners van kleinere dorpen om te reizen voor voorzieningen is over het algemeen groter dan onder stedelingen. Bovendien beschikken zij ook vaker over een auto. De mobiliteit van niet-zelfredzamen is beperkter; zij bezitten minder vaak een auto. Het internet lijkt een oplossing om voorzieningen dichterbij te brengen, maar niet-zelfredzamen gebruiken dit nog relatief weinig. Aankopen van diensten of producten online wordt door minder dan de helft gedaan; onder de rest van de bevolking ligt dit hoger. Om zelfstandig te kunnen blijven wonen in het eigen dorp of buurt is volgens de Westfriezen naast de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen een veilige woonomgeving erg belangrijk. Onveiligheidsgevoelens kunnen de psychische gezondheid en sociale contacten met buurtgenoten negatief beïnvloeden, zo vinden de deelnemers aan de focusgesprekken.
4
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Inleiding
1. Inleiding Landelijk is per 1 januari 2007 de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht geworden. De Wmo is nadrukkelijk een participatiewet: ‘meedoen’ is het uitgangspunt. De wet streeft ernaar dat mensen zolang mogelijk thuis blijven wonen en deelnemen aan de maatschappij, al of niet geholpen door hun eigen sociale netwerk. Is hulp vanuit het eigen netwerk niet mogelijk, dan is er ondersteuning vanuit de gemeente. Sinds de invoering van de Wmo in 2007 is er rondom de visie en uitvoering van deze ondersteuningswet veel gewijzigd. Met de Kanteling verschuift de Wmo van aanbodgericht - waarbij de klant een voorziening aanvraagt en de gemeente de aanvraag beoordeelt - naar een model waarbij de zelfredzaamheid en het eigen initiatief van de burger steeds belangrijker wordt. Dat zorgt voor veranderingen nu en in de toekomst. Bij het zoeken naar oplossingen voor de ondersteuningsbehoeften van de inwoners wordt steeds sterker de nadruk gelegd op de eigen kracht, het sociale netwerk van inwoners en de algemene voorzieningen. Als blijkt dat deze onvoldoende mogelijkheden bieden om de burger passend te ondersteunen, komt een individuele voorziening in beeld (zie figuur 1.1). West-Friesland houdt bij de vormgeving van het sociaal beleid sterk rekening met de beginselen van de Kanteling. Het centrale uitgangspunt van de Regionale Sociale Agenda is dan ook: Samen met alle actieve burgers in West-Friesland ervoor zorgen dat door goed regionaal sociaal beleid tussen nu en 2015 kwetsbare mensen langer zelfstandig thuis kunnen – en willen – blijven wonen en minder beroep doen op de tweedelijnszorg.
De West-Friese gemeenten willen graag achterhalen in hoeverre de bevolking klaar is voor de verschuivingen die zich momenteel voordoen binnen de Wmo en zich goed voorbereiden op deze ontwikkelingen. Daarom is onderliggende sociale kracht monitor ontwikkeld. De monitor schetst een beeld van de eigen en sociale kracht van de Westfriezen. Ook is een inventarisatie gemaakt van algemene voorzieningen in de regio. De uitkomsten dienen concrete aanknopingspunten te geven voor de uitvoering van de regionale sociale agenda gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners in West-Friesland. Het onderzoek is zo ingericht dat deze als nulmeting dient en zich kan ontwikkelen tot een periodiek monitoringsinstrument. Figuur 1.1 De Kanteling Individuele voorzieningen
Algemene voorzieningen
Sociale kracht
Eigen Kracht
5
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Inleiding
Onderzoeksaanpak Het onderzoek is uitgevoerd door middel van deskresearch, een enquête en focusgroepen.
Tabel 1.1 Responsoverzicht enquête benaderd
Deskresearch
Drechterland
Feitelijke gegevens op gemeente, stads-, dorps- en soms ook buurtniveau zijn uit verschillende bronnen bijeengebracht. De voornaamste bronnen zijn de databases van het CBS, gemeentegidsen en diverse onderzoeksrapportages, waarvan een deel door I&O Research is uitgevoerd.
Enkhuizen
1.495 785
respons web 18-plussers 289 188
respons schriftelijk 65-plussers 259
respons % 37%
97
36% 40%
Hoorn
1.583
562
67
Koggenland
1.619
270
232
31%
Medemblik
2.237
360
233
27%
Opmeer
1.266
241
229
37%
Enquête
Stede Broec
1.441
294
218
36%
Er is een schriftelijke en online enquête uitgevoerd onder de inwoners in de Westfriese gemeenten. In totaal zijn 10.426 inwoners uitgenodigd. Per gemeente zijn 65-plussers aangeschreven met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. Daarnaast is het Westfries burgerpanel ingeschakeld. Ruim 3.500 inwoners hebben de vragenlijst ingevuld, de totale respons komt daarmee op 34%.
totaal
10.426
2.204
1.335
34%
Focusgroepen Om verdere verdieping te kunnen geven aan de uitkomsten zijn drie focusgroepen uitgevoerd met in totaal 30 inwoners uit verschillende Westfriese gemeenten.
Uitgangspunten en keuzes Zelfredzaamheid De Sociale Kracht Monitor biedt inzicht in drie thema’s: de eigen kracht van de Westfriezen, de sociale kracht in dorpen en steden en het algemene voorzieningenaanbod. De eigen kracht is binnen dit onderzoek in beeld gebracht door te kijken naar de mate waarin men zichzelf redt (binnen en/of buitenhuis). Dit is gedaan op basis van zelfrapportage van de respondent en eigen inschatting. Indeling naar gebieden Idealiter zijn de uitkomsten op deze onderwerpen uit te splitsen naar het niveau van de Westfriese kernen. Waar het gaat om de beschrijving van het voorzieningenaanbod is dat zeker mogelijk. Op een aantal andere punten is dit echter niet haalbaar. Zo zijn niet alle gegevens op het niveau van de kernen beschikbaar. Verder is het in beeld brengen van de eigen en sociale kracht per kern door middel van een enquête in principe wel mogelijk, maar vereist dan wel een zeer grote respons. 6
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Inleiding
Mede om deze reden is ervoor gekozen de analyse te richten op het niveau van drie deelgebieden. We hebben gekozen voor een indeling naar drie gebieden (zie ook kaart hieronder): 1. de kleinere plattelandsdorpen; relatief laag voorzieningenniveau; gele kleur. 2. de grotere dorpen; relatief gemiddeld voorzieningenniveau; paarse kleur. 3. stedelijke gebieden; relatief hoog voorzieningenniveau; oranje kleur.
Analyse Op de enquêteresultaten is een weging toegepast naar gemeente en leeftijd. Op deze manier zijn de uitkomsten representatief voor de Westfriese populatie. Indien de percentages niet optellen tot 100 procent, is dit (tenzij anders aangegeven) het gevolg van afrondingsverschillen. Leeswijzer
Deze indeling is tot stand gekomen naar aanleiding van inwonersaantallen, mate van verstedelijking en de inventarisatie van voorzieningen. Figuur 1.2 Indeling gebiedstypen Medemblik Opperdoes Aartswoud Twisk Wervershoof
De W eere Abbekerk
Andijk
Oostwoud
Hoogwoud Enkhuizen-Noord Opmeer-Noord
Midwoud Sijbekarspel Benningbroek-West
Hauwert Lutjebroek
Bovenkarspel Centrum/Haven Grootebroek
Zwaagdijk-Oost Nibbixwoud
Hoogkarspel
Zandwerven en Lutkedijk Wognum
Obdam
Westwoud Zwaagdijk-West Bangert en Oosterpolder
Zuidermeer en omgeving
Hensbroek
Zwaag Risdam-Noord Blokker
Centrum Venhuizen
Oosterblokker Hem
Nieuwe Steen Risdam-Zuid Kersenboogerd Hoorn-Noord Berkhout Venenlaan-kwartier Grote W aal Binnenstad Schellinkhout
Spierdijk
De Goorn
Hoofdstuk 2 zoomt in op de (zelf gerapporteerde) eigen kracht van de Westfriezen. Daarbij ligt de focus op de eigen zelfredzaamheid. We kijken onder meer naar aspecten die bepalend zijn voor iemands zelfredzaamheid. Ook onderwerpen zoals het gebruik van hulp en ondersteuning komen aan bod evenals de aanwezigheid van een sociaal netwerk bij niet-zelfredzamen en hun mogelijkheden om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Hoofdstuk 3 behandelt de sociale kracht in West-Friesland. Hier passeren onderwerpen zoals betrokkenheid met de eigen buurt, participatie, deelname aan het verenigingsleven, vrijwilligerswerk, mantelzorg en burenhulp de revue. Hoofdstuk 4 gaat in op de primaire voorzieningen in de Westfriese dorpen en steden. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen medische basisvoorzieningen, woonvoorzieningen, sociaal-culturele voorzieningen, sportvoorzieningen, onderwijs en winkels voor dagelijkse boodschappen. Naast het aanbod aan deze voorzieningen, kijken we ook naar het gebruik en de waardering van deze voorzieningen. Deze rapportage geeft inzicht in de regionale resultaten. Voor elke gemeente is een aparte deelrapportage ontwikkeld met de belangrijkste uitkomsten.
Oosterleek Wijdenes
Rustenburg Avenhorn
Scharwoude
Oudendijk
7
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
2. Eigen kracht Eén van de doelstellingen van de sociale kracht monitor is het bieden van inzicht in de eigen kracht van de Westfriezen. Bij eigen kracht gaat het veelal om de mogelijkheden van mensen om zelf oplossingen te vinden voor problemen. In dit hoofdstuk brengen we de eigen kracht van de Westfriezen in beeld door te kijken naar de mate waarin men zichzelf redt (binnen- en/of buitenshuis). Daarbinnen besteden we specifiek aandacht aan de groep niet-zelfredzamen; wat kenmerkt deze groep, welke ondersteuningsbehoeften hebben ze en hoe ervaren ze hun eigen woonomgeving?
Eigen kracht Zelfredzaamheid Gezondheid Maatschappelijke status Sociaal netwerk Woonsituatie
Zelfredzaamheid Een belangrijke indicator voor iemands eigen kracht, is de mate waarin men in staat is zichzelf te redden. Over het algemeen verstaat men onder zelfredzaamheid het vermogen om algemene dagelijkse verrichtingen zelfstandig te kunnen doen. Hoeveel Westfriezen zijn niet-zelfredzaam? Hoeveel inwoners van West-Friesland in hun zelfstandigheid beperkt worden, is lastig te bepalen. Aan de Westfriezen die deelnamen aan het onderzoek, is gevraagd in hoeverre men zichzelf buitenshuis en binnenshuis redt. Eén op de tien volwassen Westfriezen redt zich matig tot slecht; waarvan de meeste buitenshuis*. Vertaald naar de totale Westfriese bevolking gaat het om ruim 16.000 inwoners.
Alleen binnenshuis beperkt (1%) Alleen buitenshuis beperkt (5%) Binnen- én buitenshuis beperkt (4%)
Zelfredzaamheid beïnvloedt door gezondheid Hoewel er enkele verschillen zijn in de mate van zelfredzaamheid in de plattelandsgebieden en steden van West-Friesland, wijken deze niet significant van elkaar af. Wel bestaat er een sterke relatie tussen gezondheid en zelfredzaamheid. Bijna driekwart van de personen met een beperkte zelfstandigheid, ondervindt lichamelijke problemen. Het gaat onder meer om langdurige ziekten, aandoeningen, handicaps of andere beperkingen die de persoon belemmert bij het dagelijks functioneren. Verder komen psychische problemen regelmatig voor; een kwart van de personen die zichzelf binnen- of buitenshuis slecht of matig redt, kampt hiermee.
Volgens de GGD heeft 14% van de West-Friese 65plussers een beperking in de algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals eten en aankleden. Een kwart heeft een mobiliteitsbeperking. (Bron: GGD gezondheidsprofielen 2011) 8
* de indeling in zelfredzaam en matig/slecht zelfredzaam in dit onderzoek is gedaan op basis van zelfrapportage en eigen inschatting van de respondent.
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Niet-zelfredzaamheid stijgt met ouderdom Omdat gezondheid nauw samenhangt met leeftijd, is het ook niet verwonderlijk dat er een verband is tussen leeftijd en de zelfredzaamheid. Met name na het tachtigste levensjaar zien we een sterke daling van de zelfredzaamheid; circa de helft van de 80-plussers functioneert dan nog zelfstandig. Onder de 65-plussers is dat 82%. Figuur 2.1 Zelfredzaamheid naar leeftijd 54%
82%
93%
95%
40-64 jaar
65-79 jaar
matig/slecht zelfredzaam
aantal 65-plussers 3.253 (17%)
aantal 80-plussers 664 (3%)
Enkhuizen Hoorn
3.184 (17%) 11.008 (15%)
736 (4%) 2479 (3%)
Koggenland Medemblik
3.639 (16%) 7.266 (17%)
788 (4%) 1491 (3%)
Opmeer Stede Broec
2.002 (18%) 3.727 (17%)
410 (4%) 663 (3%)
34.079 (16%) 2.824.345 (17%)
7.231 (3%) 702.820 (4%)
Drechterland
West-Friesland Nederland
46%
18% 18-39 jaar
Tabel 2.1 Aantal en verhouding ouderen naar gemeente (bron: CBS, aantal per 1-1-2013)
80 jaar en ouder
zelfredzaam
Onderzoek toont aan dat naarmate men ouder wordt, de kans op kwetsbaarheid toeneemt. In West-Friesland is 16% van de inwoners 65 jaar of ouder, dit zijn 34.079 personen. (bron: CBS & Gezond ouder worden in Nederland, RIVM 2011)
De verwachting is dat het aandeel 65-plussers de komende jaren toeneemt. De bevolkingsprognose van het CBS laat zien dat in 2025 het aandeel 65-plussers ten opzichte van de totale bevolking is toegenomen tot 24% en in 2040 is dit naar verwachting 28%. Er is op regionaal en landelijk niveau sprake van een dubbele vergrijzing; niet alleen het aantal senioren neemt toe, het is vooral de groep oudere senioren (80+) die relatief sterker stijgt. Dit betekent dan ook dat de groep die zichzelf matig of slecht zelf redt, naar verwachting gaat toenemen. Figuur 2.2 Prognose bevolking t/m 2040 (bron: Primos) 70% 60% 50%
In sommige Westfriese gemeenten krijgen ouderen bij het bereiken van een bepaalde leeftijd een huisbezoek van de gemeente om de behoefte aan zorg en ondersteuning te inventariseren.
40% 30% 20%
10% 0%
2012
2017 0-19 jaar
2022
2027 20-64 jaar
2032 65-79 jaar
2037 80 jaar en ouder
9
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Health Facts (Gezondheidsstatistieken)
Naar verwachting gaat het aantal dementerenden de komende 30 jaar aanzienlijk toenemen. Momenteel kampen 2.791 personen in WestFriesland met deze ziekte, in 2030 zijn dat er ruim 7.500. Dit is een ruime verdubbeling. (bron: www.alzheimer-nederland.nl)
Ruim vier op de tien 65-plussers geeft aan dat ze een langdurige ziekte, aandoening, handicap of andere beperking hebben. Voor een groot deel belemmert deze ziekte ook het functioneren in het dagelijks leven. (bron: enquête Sociale Kracht Monitor WestFriesland) 10
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Zelfredzaamheid heeft ook relatie met sociaal economische status Uit onderzoek komt naar voren dat de maatschappelijke positie ofwel de sociaal economische status een relatie heeft met de zelfredzaamheid. Deze wordt bepaald door iemands opleiding en inkomen. Wanneer men immers over meer hulpmiddelen beschikt, groeien de mogelijkheden om zichzelf te redden. Ook in West-Friesland is deze trend zichtbaar: onder niet-zelfredzamen is het inkomen en opleidingsniveau relatief laag. Figuur 2.3 Zelfredzaamheid naar netto huishoudeninkomen (eigen opgave) (Laag: <€1.400, midden: €1.400-€3.100, hoog: >€3.100)
75%
25%
laag
Figuur 2.5 Gemiddeld (bruto) persoonlijk inkomen naar leeftijd in West-Friesland (bron: RIO) 32,5 33,6
35,7 37,0
25-44 jaar
45-64 jaar
12,5 11,7 tot 25 jaar
91%
97%
Westfriesland
9%
midden
matig/slecht zelfredzaam
Situatie inkomens in West-Friesland Het gemiddelde (bruto) inkomen van Westfriezen die een jaarinkomen ontvangen (door werk, uitkering of pensioen), is bijna 30.000 euro. Naarmate de leeftijd toeneemt, stijgt het inkomen over het algemeen. Na de pensioneringsleeftijd neemt dit echter fors af, zij hebben gemiddeld 14.900 euro per jaar minder inkomsten dan 45-64 jarigen.
hoog zelfredzaam
20,8 21,7
29,3 30,0
65 jaar en ouder
totaal
Nederland
In de steden en kleinere dorpen wonen meer huishoudens met een hoog inkomen dan in de grotere dorpskernen.
Figuur 2.4 Zelfredzaamheid naar opleiding (eigen opgave) (Laag: geen opleiding/basisschool/VBO/LBO, midden: VMBO/HAVO/VWO/MBO, Hoog: HBO/universiteit)
77%
90%
23%
10%
laag
midden
matig/slecht zelfredzaam
95%
hoog zelfredzaam
In stedelijke gebieden hebben relatief meer inwoners een hoge opleiding dan in kleine en grotere dorpskernen
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat personen met een hoger inkomen een hogere levensverwachting hebben. Ook heeft dit een positief effect op de beoordeling van de eigen gezondheid en het leven zonder lichamelijke beperkingen. (bron: Gezond ouder worden in Nederland, RIVM 2011) 11
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Hulp en ondersteuning Een andere belangrijke indicator voor de zelfredzaamheid van de populatie, zijn verstrekte indicaties in het kader van de AWBZ. Op 1 januari 2013 beschikten 8.255 Westfriezen over een geldige indicatie voor AWBZ-zorg voor lichamelijke problematiek; dit is 4% van de gehele Westfriese bevolking. De meesten ontvangen zorg op grond van somatische (lichamelijke) ziekten, aandoeningen of beperkingen (bijna 3.400). Hiervan is 88% 65 jaar of ouder. Ruim de helft van de niet-zelfredzamen ontvangt mantelzorg van de eigen kinderen, partner, familie en/of bekenden. Eén procent maakt gebruik van de diensten van vrijwilligersorganisaties zoals de Vrijwillige thuishulp en ouderenbonden. De helft van degenen met of zonder (professionele) hulp, heeft behoefte aan meer ondersteuning.
Behoefte aan hulp bij klussen in huis De diensten waar personen met een beperkte zelfstandigheid vooral behoefte aan hebben, zijn een klusjesdienst, aanpassingen aan de woning, advies of hulp bij psychische problemen, dagbestedingsactiviteiten en hulp bij vervoer. Binnenshuis missen sommige ouderen ook hulp in de huishouding (11%). Figuur 2.6 Top 6 behoeften aan ondersteuning 1
Hulp bij klusjes in het huis (23%) Woningaanpassing (13%)
2
Dagbestedingsactiviteiten (13%)
3
Ontvangt hulp, geen behoefte meer hulp (32%) Ontvangt geen hulp, wel behoefte hulp (21%) Ontvangt hulp, wel behoefte meer hulp (29%) Ontvangt geen hulp, geen behoefte hulp (17%)
In de plattelandsgebieden ontvangen minder niet-zelfredzamen hulp, maar de behoefte hieraan is ook lager dan in de verstedelijkte gebieden.
Psychische hulp of advies (13%)
4
Hulp bij vervoer (12%)
5 6
Huishoudelijke hulp (11%)
Verwachting dat hulp te duur is De voornaamste reden dat niet-zelfredzamen (nog) geen gebruik maken van hulp of ondersteuning, is omdat zij denken dat het (te) veel geld gaat kosten (44%) of niet weten waar zij terecht kunnen voor hulp (28%). Schaamte staat op de derde plaats (14%). Van de hulpbehoevenden heeft 13% in het verleden wel eens gebruik gemaakt van vrijwillige bemiddelaars: zij verbinden hulpbehoevenden met instellingen zonder tussenkomst van het Wmo-loket. Twee op de tien willen hier in de toekomst (misschien) wel gebruik van maken. 12
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Sociaal netwerk Het blijkt dat een grote groep - ondanks dat ze zichzelf matig/slecht redden binnen- of buitenshuis - toch nog steeds participeert in de samenleving, door middel van vrijwilligerswerk, betrokkenheid bij een vereniging en deelname aan activiteiten in de wijk. De deelname onder zelfredzamen is overigens wel beduidend hoger. Drie op de tien niet-zelfredzamen zijn op geen van deze gebieden actief. Vooral in de grotere dorpen is men maatschappelijk actief. Figuur 2.7 Deel niet-zelfredzamen dat maatschappelijk actief is steden
39% van de niet-zelfredzamen is actief als vrijwilliger
25% van de niet-zelfredzamen is zelf actief als mantelzorger
65%
grotere dorpskernen
78%
kleinere dorpskernen
17% van de niet-zelfredzamen is in het afgelopen jaar actief geweest om de sfeer/contacten in de buurt te verbeteren
68%
totaal 55%
50% van de niet-zelfredzamen is betrokken bij een vereniging
71% 60%
65%
70%
75%
80%
15% van de niet-zelfredzamen is in het afgelopen jaar actief geweest om de leefbaarheid/veiligheid van de buurt te verbeteren
36% van de niet-zelfredzamen heeft in het afgelopen jaar deelgenomen aan wijkactiviteiten
13
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Sociale contacten beperkt onder niet-zelfredzamen De niet-zelfredzamen zijn qua sociale contacten meer gericht op de eigen directe woonomgeving dan de zelfredzamen. Bovendien vindt een relatief grote groep dat zij te weinig vrienden of kennissen hebben of hebben niemand voor dagelijkse probleempjes. In de kleinere plattelandsgebieden is het sociaal netwerk over het algemeen sterker; minder ervaart men de kennissenkring als te beperkt. Met name in de grotere dorpen is men sterk gericht op de eigen woonplaats. Figuur 2.8 Mate van sociale contacten Vindt kring van kennissen te beperkt
Bron: Focusgesprek met inwoners
9%
31%
Altijd iemand in omgeving voor dagelijkse probleempjes Sociale leven speelt vooral af in eigen buurt/dorp
matig/slecht zelfredzaam
“Sociale contacten zijn heel belangrijk. Als je alle voorzieningen hebt en geld en een mooi huis, maar niemand kijkt naar je om dan voel je je wel heel eenzaam.”
51%
35%
69%
48%
In verschillende Westfriese gemeenten bestaan cursussen waar inwoners leren het eigen netwerk te versterken.
zelfredzaam
Sociale contacten zijn volgens de inwoners heel belangrijk om eenzaamheid tegen te gaan, om hulp te kunnen vragen aan buren, familie of vrienden en soms zelfs als een check of men nog gezond is. Dit wordt benadrukt in de focusgroepen met Westfriese inwoners. Wel ziet men een neerwaartse trend van sociale contacten, in steden én in de meeste dorpskernen. Dit heeft te maken met de drukke levens die inwoners (en vooral jongeren) hebben.
Uit onderzoek onder 65-plussers in Enkhuizen (Peiling 65-plussers, I&O Research 2012) blijkt dat ruim de helft het leren omgaan met een computer de beste manier vindt om eenzaamheid onder senioren te bestrijden. Zij kunnen dan makkelijker communiceren met familie, vrienden of lotgenoten. Tijdens de focusgesprekken benadrukken de Westfriese inwoners het belang van persoonlijk contact.
14
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Eigen kracht
Wonen Woningen hebben een groot effect op iemands zelfstandigheid: inwoners die zichzelf minder goed redden, kunnen bijvoorbeeld dankzij nultreden- of levensloopbestendige woningen wel zelfstandig blijven wonen. De vergrijzing gaat naar verwachting veel invloed hebben op de vraag naar aangepaste woningen, evenals de extramuralisering; de afname van het aantal plaatsingen in verzorgingshuizen. Uit de Regionale Woonvisie West-Friesland (2011-2020) blijkt dat: de vraag naar specifieke seniorencomplexen afneemt omdat veel senioren er voor kiezen om zo lang mogelijk in de eigen woning te blijven wonen; de regio als taakstelling heeft dat de komende jaren ten minste een derde van de nieuwbouw geschikt moet zijn voor bewoning door senioren; voor de bestaande voorraad er een opgave ligt om een derde van de in potentie voor senioren geschikte woningen, voor deze doelgroep geschikt te maken; er aandacht is voor voldoende aanbod van voorzieningen, zoals wijksteunpunten, winkels en openbaar vervoer.
Woont men in een buurt waar de omgevingsomstandigheden verslechteren of het sociaal netwerk achteruit gaat, dan stijgt de bereidheid te verhuizen. Dertien procent van de 45-plussers in West-Friesland wil binnen 5 jaar verhuizen, dat is aanzienlijk lager dan gemiddeld onder de volwassen Westfriese bevolking (21%)3. Recentere cijfers over verhuisplannen in West-Friesland zijn niet beschikbaar. Momenteel vindt de meerderheid van de niet-zelfredzamen de eigen woning geschikt om tot op hoge leeftijd te bewonen (eventueel na aanpassing), ook als de mobiliteit (verder) afneemt. Voor 9% is de woning echt niet geschikt en niet aan te passen. Geschiktheid woning om tot op hoge leeftijd te bewonen (niet-zelfredzamen): woning geschikt (33%); woning na kleine aanpassingen geschikt (41%); woning na grote aanpassingen geschikt (18%); woning niet geschikt (9%).
Verhuisgeneigdheid laag onder senioren In WoON 20091 staat dat senioren weinig geneigd zijn om te verhuizen en een verhuizing vaak uit te stellen totdat ze niet meer zelfstandig willen of kunnen wonen. Ook uit eerder onderzoek blijkt dat de belangrijkste redenen om toch te verhuizen lichamelijke beperkingen en ongeschikte woningen zijn.2 Evengoed wil zelfs dan driekwart beslist niet verhuizen. Dit omdat men te zeer gehecht is aan de eigen woning en omgeving, waarbij vooral de sociale omgeving of het informele netwerk als zeer belangrijk wordt geacht.
1 2
WoonOnderzoek (VROM, 2009) Bron: Ouderen van nu en van de toekomst (SCP, 2005).
3
Bron: Staat van de Regio (I&O Research, 2009) 15
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
3. Sociale kracht Sociale kracht is een breed begrip, maar komt vooral neer op de bereidheid om te geven en te ontvangen, onderling vertrouwen en betrokkenheid. Iets dat wordt aangemoedigd door sociale netwerken en de eigen kracht, ideeën en initiatieven van bewoners. De leefbaarheid van dorpen en steden wordt positief beïnvloed door initiatieven die vanuit de gemeenschap zelf in gang zijn gezet. Dit sluit aan bij de Kantelingsgedachte; een model waarbij de zelfredzaamheid en het eigen initiatief van de burger steeds belangrijker wordt.
Figuur 3.1 Betrokkenheid bij eigen woonomgeving
21%
12%
14%
55%
47%
55%
Betrokkenheid
De betrokkenheid bij het eigen dorp of eigen buurt varieert per gebiedstype. Grofweg geldt dat inwoners van dorpen meer betrokken zijn dan van steden. In de kleinere plattelandskernen voelt 38% zich zelfs zeer betrokken bij de eigen woonomgeving. In de meer verstedelijkte gebieden is dat circa een kwart. Eén op de vijf van hen geeft aan helemaal niet of nauwelijks betrokken te zijn bij het eigen dorp of de eigen buurt.
nauwelijks/niet betrokken 54%
enigszins betrokken heel betrokken
24%
Grote betrokkenheid bij eigen buurt De binding met de eigen buurt of dorp is groot in West-Friesland. Gemiddeld woont men al 23 jaar in hetzelfde dorp of stad. Vijftien procent woont er zelfs al 40 jaar of langer. Met name op het platteland is men honkvast; de woonduur is daar met 25 jaar gemiddeld het langst. In de steden en grotere dorpskernen ligt dat lager; hier is men gemiddeld 20 jaar gevestigd in dezelfde buurt.
17%
steden
33%
38%
grotere kleinere dorpskernen dorpskernen
23
29% totaal
jaar woont men gemiddeld in de huidige woonbuurt of dorp
16
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Participatie Bewoners actiever op het platteland Het zijn vooral de bewoners van de kleinere plattelandskernen die het afgelopen jaar actief waren om de leefbaarheid van de buurt te vergroten. Hierbij kan gedacht worden aan schoonmaakacties en buurtpreventie. Ook waren zij actiever in het verbeteren van de sfeer in de buurt en het onderling contact (denk aan organiseren van buurtfeesten, braderieën en bewonersbijeenkomsten).
Figuur 3.2 Participatie bewoners 67% 57% 42%
41%
De animo voor deelname aan activiteiten in de buurt ligt op het platteland ook een stuk hoger; tweederde nam het afgelopen jaar deel aan activiteiten in de buurt tegenover respectievelijk 41% en 57% in de grotere dorpskernen en steden.
51%
33% 22% 17%
steden
17%
24%
grotere kleinere dorpskernen dorpskernen
29% 18%
totaal
actief geweest om de leefbaarheid en/of veiligheid te verbeteren actief geweest om de sfeer en het onderling contact te vergroten deelgenomen aan leuke activiteiten in het dorp/de buurt
“Iedereen kan wel iemand helpen. Dat hoeft niet eens veel tijd te kosten, maar men is er wel flink mee geholpen.” Bron: Focusgesprek met inwoners
17
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht Figuur 3.3 Aandeel actieve inwoners naar deelgebied Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Venhuizen (Drechterland) Aartswoud/De Weere* (Opmeer) Hoogwoud (Opmeer) Wognum (Medemblik) Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Lutjebroek* (Stede Broec) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Hoogkarspel (Drechterland) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Obdam (Koggenland) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Blokker/Zwaag (Hoorn) Binnen de vesting (Enkhuizen) Bovenkarspel (Stede Broec) Andijk (Medemblik) Grootebroek (Stede Broec) Buiten de vesting (Enkhuizen) Medemblik (Medemblik) Bangert-Oosterpolder* (Hoorn) Grote Waal* (Hoorn) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en –Noord (Hoorn) Kersenboogerd (Hoorn)
79% 77% 77% 76% 75% 75% 74% 73% 72% 71% 71% 69% 67% 66% 65% 63% 62% 62% 60%
56% 55% 55% 53% 50% 48% 47% 39% 35% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% 18
* Let op lage responsaantallen < 70 respondenten. Vanwege de kleine aantallen dienen deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Verenigingsleven Lidmaatschap van vereniging of club relatief laag in steden Op het platteland is men het meest actief in het verenigingsleven. Tweederde van de bewoners van kleine dorpen is lid van een club of vereniging, meestal in de eigen kern. Daarop volgen de bewoners van de grotere dorpskernen; hier is 64% betrokken bij een vereniging of club. Het lidmaatschap is het laagst in de steden. Zesenveertig procent van de stadsbewoners is op geen enkele manier betrokken bij een vereniging of club.
Figuur 3.4 Lidmaatschap vereniging of club
65%
68%
grotere dorpskernen
kleinere dorpskernen
60%
54%
De meeste bewoners zijn betrokken als lid bij een club of vereniging, hoewel drie op de tien er (ook) vrijwilligerswerk verricht. steden
totaal
Relatie met vereniging waar men bij is betrokken (top 4 - meerdere antwoorden mogelijk): lid (43%); vrijwilligerswerk (29%); financieel steunen (18%); bestuurslid (14%). Locatie van betrokkenheid bij vereniging (meerdere antwoorden mogelijk): binnen eigen buurt/dorp (72%); niet in eigen buurt/dorp, wel in gemeente (27%); buiten de gemeente (15%).
19
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht Figuur 3.5 Deelname verenigingsleven naar deelgebied Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Venhuizen (Drechterland) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Wognum (Medemblik) Hoogkarspel (Drechterland) Hoogwoud (Opmeer) Obdam (Koggenland) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Aartswoud/De Weere* (Opmeer) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Lutjebroek* (Stede Broec) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Bovenkarspel (Stede Broec) Binnen de vesting (Enkhuizen) Andijk (Medemblik) Grote Waal* (Hoorn) Kersenboogerd (Hoorn) Blokker/Zwaag (Hoorn) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en –Noord (Hoorn) Grootebroek (Stede Broec) Medemblik (Medemblik) Buiten de vesting (Enkhuizen) Bangert-Oosterpolder* (Hoorn)
84% 76% 74% 74% 72% 71% 71% 68% 68% 68% 67% 66% 66% 63% 62% 60% 58% 57% 56% 55% 55% 55% 53% 52% 51% 51% 49% 25% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% 20
* Let op lage responsaantallen < 70 respondenten. Vanwege de kleine aantallen dienen deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Vrijwilligerswerk Stedelingen minder vaak actief in vrijwilligerswerk De helft van alle Westfriezen verricht een vorm van georganiseerd vrijwilligerswerk. Met name in de kleinere plattelandsdorpen is men actief; een derde verricht daar minstens één keer per week vrijwilligerswerk. De meeste zijn actief als vrijwilliger in het dorp waarin zij wonen. In de grotere dorpskernen en steden verricht bijna de helft van de bewoners vrijwilligerswerk. In de steden zijn de bewoners niet zozeer actief in de eigen buurt, maar wel in de eigen gemeente.
Potentieel aan vrijwilligers aanwezig Met name in de kleinere dorpsgemeenschappen ligt er een potentieel aan vrijwilligers. Zeventien procent is bereid in de nabije toekomst (meer) vrijwilligerswerk te doen. Ook in de grotere dorpskernen zou 13% dat in de toekomst best willen doen. In de meer stedelijke gebieden van West-Friesland is die bereidheid iets lager. Het potentieel bestaat vooral onder inwoners die momenteel al vrijwilligerswerk uitvoeren (zie tabel 3.1). Figuur 3.6 Vrijwilligerswerk 60%
Frequentie van vrijwilligerswerk (onder vrijwilligers): elke dag (6%); één of meerdere keren per week (51%); één of meerdere keren per maand (24%); minder dan één keer per maand (19%). Locatie van vrijwilligerswerk (meerdere antwoorden mogelijk): binnen eigen buurt/dorp (69%); niet in eigen buurt/dorp, wel in gemeente (24%); buiten de gemeente (20%).
50%
46%
18%
13%
10%
steden
50%
grotere dorpskernen
Vrijwilliger
12%
kleinere dorpskernen
totaal
Zeker bereid tot vrijwilligerswerk
Tabel 3.1 Bereid om (meer) vrijwilligerswerk te doen geen vrijwilliger
wel vrijwilliger
totaal
zeker
5%
19%
12%
misschien
51%
58%
54%
zeker niet
44%
23%
34% 21
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Figuur 3.7 Aandeel vrijwilligers naar deelgebied Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Aartswoud/De Weere* (Opmeer) Wognum (Medemblik) Hoogwoud (Opmeer) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Venhuizen (Drechterland) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Hoogkarspel (Drechterland) Obdam (Koggenland) Lutjebroek* (Stede Broec) Grootebroek (Stede Broec) Medemblik (Medemblik) Binnen de vesting (Enkhuizen) Andijk (Medemblik) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Blokker/Zwaag (Hoorn) Buiten de vesting (Enkhuizen) Grote Waal* (Hoorn) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en –Noord (Hoorn) Kersenboogerd (Hoorn) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Bovenkarspel (Stede Broec) Bangert-Oosterpolder* (Hoorn)
74% 67% 66% 64% 62% 59% 58% 57% 55% 54% 52% 52% 52% 52% 49% 49% 48% 47% 47% 45% 45% 43% 43% 43% 43% 41% 40% 28% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% 22
* Let op lage responsaantallen < 70 respondenten. Vanwege de kleine aantallen dienen deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Mantelzorg Ruim een vijfde van de Westfriezen verleent mantelzorg Mantelzorg is de zorg die men geeft aan een bekende uit de directe omgeving, zoals partner, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor een langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. De zorg kan bestaan uit het doen van het huishouden, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer en geldzaken regelen. Mantelzorg wordt niet betaald. Tweeëntwintig procent van de inwoners van West-Friesland biedt mantelzorg aan een familielid of andere naaste die chronisch ziek of gehandicapt is. Of men in een dorp of stad woont met veel of weinig voorzieningen maakt hierin geen verschil. Negentien procent van de Westfriese bevolking verleent al langer dan 3 maanden en/of meer dan 8 uur per week mantelzorg. Dit percentage is vergelijkbaar met het landelijke niveau van 20%.4 De grootste groep mantelzorgers (55%) besteedt per week maximaal vier uur aan mantelzorg. Een vijfde is gemiddeld vijf tot acht uur per week met mantelzorg bezig. Het SCP definieert intensieve mantelzorg als mantelzorg die meer dan acht uur per week wordt verleend. In West-Friesland verleent ruim een kwart (27%) van de mantelzorgers intensieve mantelzorg. Dit is zes procent van de totale bevolking. Zeven op de tien mantelzorgers verlenen al minstens een jaar zorg; een kwart doet dat zelfs al meer dan vijf jaar. Bijna één op de vijf mantelzorgers (21%) geeft aan daarbij ondersteuning nodig te hebben of wil dat iemand een deel van de werkzaamheden overneemt.
4
Frequentie van mantelzorg: elke dag (26%); één of meerdere keren per week (47%); één of meerdere keren per maand (36%); minder dan één keer per maand (17%).
Gemiddeld aantal uren mantelzorg per week: < 5 uur (55%); 5-8 uur (18%); 9-16 uur (11%); 17-24 uur (6%); meer dan 24 uur (10%).
Duur mantelzorg: < 3 maanden (12%); 3 maanden tot een jaar (19%); 1-2 jaar (17%); 3-5 jaar (28%); meer dan 5 jaar (25%).
Bron: “Mantelzorg uit de doeken”, Sociaal Cultureel Planbureau (2010) 23
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Figuur 3.8 Aandeel mantelzorgers naar deelgebied Aartswoud/De Weere* (Opmeer) Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Obdam (Koggenland) Lutjebroek* (Stede Broec) Bovenkarspel (Stede Broec) Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Venhuizen (Drechterland) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Buiten de vesting (Enkhuizen) Grote Waal* (Hoorn) Bangert-Oosterpolder* (Hoorn) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Hoogkarspel (Drechterland) Medemblik (Medemblik) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en –Noord (Hoorn) Wognum (Medemblik) Binnen de vesting (Enkhuizen) Andijk (Medemblik) Kersenboogerd (Hoorn) Grootebroek (Stede Broec) Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Blokker/Zwaag (Hoorn) Hoogwoud (Opmeer)
29% 27% 27% 26% 26% 26% 26% 25% 25% 25% 23% 23% 23% 23% 23% 22% 21% 21% 21% 21% 19% 19% 19% 18% 17% 16% 16% 12% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% 24
* Let op lage responsaantallen < 70 respondenten. Vanwege de kleine aantallen dienen deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Burenhulp Bereidheid tot geven van burenhulp Hulp bieden aan buurtbewoners doet bijna zeven op de tien Westfriezen. Dit verschilt in de dorpskernen niet significant van de steden. Bijna drie op de tien verleent geen hulp, maar zou dit wel doen als erom gevraagd werd. Slechts twee procent geeft aan dit ook niet te doen indien dit gevraagd wordt. Boodschappen doen of iemand brengen/halen zijn de meest gewenste vormen van hulp of ondersteuning bieden. De meeste deelnemers aan de focusgroepen vinden dat iedereen wel iets van vrijwilligerswerk of burenhulp kan doen. Dit hoeft niet direct om een vast aantal uur per week te gaan, maar kan ook kleinschalig zijn, zoals klusjes of boodschappen doen voor de buren.
Veel sportverenigingen doen mee aan ‘Meer Vrijwilligers in Kortere Tijd’. Hierbij worden (ouders van) jeugdleden onder andere telefonisch benaderd en gevraagd wat zij voor de club kunnen betekenen. Dit principe kan ook ingezet worden door vrijwilligerscentrales om vrijwilligers te werven voor concrete klusjes in de buurt. Figuur 3.9 Burenhulp 69%
67%
29%
74%
30%
30%
69%
29%
26%
Verleent burenhulp Bereid tot burenhulp
steden
grotere kleinere dorpskernen dorpskernen
totaal
Figuur 3.10 Top 6 soorten hulp die men wil doen 1
Boodschappen doen (55%) Vervoer aanbieden (54%)
2
Klusjes in en om huis (43%)
3
69%
van de Westfriezen biedt burenhulp
29%
van de Westfriezen is bereid tot geven van burenhulp
Gezelschap bieden (42%)
4
Koken of samen eten (29%)
5 6
Advies of hulp geven bij geldkwesties (27%)
25
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht Figuur 3.11 Aandeel burenhulpverleners naar deelgebied Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Venhuizen (Drechterland) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Obdam (Koggenland) Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Aartswoud/De Weere* (Opmeer) Buiten de vesting (Enkhuizen) Bangert-Oosterpolder* (Hoorn) Blokker/Zwaag (Hoorn) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Andijk (Medemblik) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Bovenkarspel (Stede Broec) Wognum (Medemblik) Lutjebroek* (Stede Broec) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Grote Waal* (Hoorn) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en –Noord (Hoorn) Kersenboogerd (Hoorn) Hoogkarspel (Drechterland) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Hoogwoud (Opmeer) Grootebroek (Stede Broec) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Medemblik (Medemblik) Binnen de vesting (Enkhuizen)
85% 85% 81% 80% 78% 77% 75% 75% 74% 74% 72% 71% 70% 70% 69% 69% 67% 67% 67% 67% 66% 64% 63% 63% 61% 57% 56% 51% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100% 26
* Let op lage responsaantallen < 70 respondenten. Vanwege de kleine aantallen dienen deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Sociale kracht Op basis van het gemiddelde percentage inwoners dat betrokken is bij de eigen buurt, participeert in de eigen buurt, lid is van een vereniging of club, mantelzorg of burenhulp verleent of vrijwilliger is het indexcijfer sociale kracht berekend. De sociale kracht is het hoogst in de plattelandsgebieden zoals Koggenland en Drechterland en het laagst in de meer stedelijke gemeenten zoals Enkhuizen en Hoorn.
Figuur 3.13 Sociale kracht naar deelgebied
Figuur 3.12 Sociale kracht naar gemeente 100%
80%
60%
100% 62%
59% 48%
48%
52%
56%
80% 49% 60%
40%
54%
60% 52%
48%
40%
20% 20% 0%
0% Drechterland Enkhuizen
Hoorn
Koggenland Medemblik
Opmeer
Stede Broec
Steden
Grotere dorpskernen
Kleinere dorpskernen
West-Friesland
27
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Figuur 3.14 Sociale kracht naar deelgebied Berkhout/Oudendijk/Scharwoude (Koggenland) Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem (Drechterland) Hensbroek/Spierdijk/Ursem (Koggenland) Venhuizen (Drechterland) Avenhorn/de Goorn (Koggenland) Aartswoud/De Weere (Opmeer) Binnenstad/Hoorn Noord/Venenlaankwartier (Hoorn) Wognum (Medemblik) Obdam (Koggenland) Oosterblokker/Westwoud (Drechterland) Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud (Medemblik) Opmeer/Spanbroek (Opmeer) Hoogwoud (Opmeer) Lutjebroek (Stede Broec) Hoogkarspel (Drechterland) Abbekerk/Lambertschaag/Opperdoes/Twisk/Benningbroek/Sijbekarspel (Medemblik) Blokker/Zwaag (Hoorn) Wervershoof/Onderdijk (Medemblik) Bovenkarspel (Stede Broec) Andijk (Medemblik) Buiten de vesting (Enkhuizen) Grote Waal (Hoorn) Binnen de vesting (Enkhuizen) Grootebroek (Stede Broec) Medemblik (Medemblik) Nieuwe Steen/Risdam-Zuid en -Noord (Hoorn) Kersenboogerd (Hoorn) Bangert-Oosterpolder (Hoorn)
67% 63% 63% 62% 62% 61% 59% 59% 58% 56% 56% 56% 56% 56% 56% 51% 50% 50% 50% 49% 49% 47% 47% 46% 45% 44% 43% 39% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% 28
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Sociale kracht
Figuur 3.15 Eigen en sociale kracht naar deelgebied
Medemblik 9% 45%
Aartswoud/De W eere Abbekerk/Lambertschaag/ 11% 61% Opperdoes/T wisk 8% 51%
Wervershoof/Onderdijk 14% 50%
Hoogwoud 8% 56%
Andijk 12%49%
Buiten de vesting Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdijk 16%56%
Opmeer/Spanbroek 14%56%
Obdam 6%58%
Wognum 10%59%
Bovenkarspel 10% 50%
Lutjebroek 17%56% Grootebroek 17% 46% Hoogkarspel 11%56%
Oosterblokker/W estwoud Bangert en 10%56% Oosterpolder 1%39% Zwaag/Blokker 12%50% Nieuwe Steen/Risdam Zuid en Noord Kersenboogerd Hensbroek/Spierdijk/Ursem 9% 44% 12% 43% 8% 63% Binnenstad/Hoorn Noord Oosterleek/Schellinkhout/ /Venenlaankwartier Wijdenes/Hem Grote W aal 5% 59% 5% 63% 11%47% Berkhout/Oudendijk/Scharwoude 11%67% De Goorn/Avenhorn 12%62%
9% 49% Binnen de vesting 10%47%
Centrum Venhuizen 6% 62%
De kaart aan de linkerzijde toont per deelgebied in West-Friesland de sociale – en eigen kracht (in procenten). Aandachtsgebieden zijn de kernen en gebieden met een lage sociale kracht en hoog aandeel niet-zelfredzamen zoals Kersenboogerd en Grootebroek. Gebieden met een hoge sociale kracht en relatief weinig niet-zelfredzamen zijn: Oosterleek/Schellinkhout/Wijdenes/Hem, Venhuizen en Obdam. Gebieden zoals Hauwert/Nibbixwoud/ Zwaagdijk/Midwoud/Oostwoud en een dorp als Lutjebroek kennen een relatief hoog aandeel niet-zelfredzamen, maar hebben tegelijkertijd ook een hoge sociale kracht om dit mogelijkerwijze op te vangen.
% niet-zelfredzamen % sociale kracht
29
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
4. Algemene voorzieningen Algemene voorzieningen krijgen binnen de Kantelingsgedachte een steeds belangrijkere rol. Hierbij kan gedacht worden aan de huisarts, het wijkcentrum, verzorgings- of verpleeghuis of clubs en verenigingen. Wanneer de eigen en sociale kracht onvoldoende is, zou men in principe op de algemene voorzieningen moeten kunnen terugvallen. De regio West-Friesland heeft naast enkele grotere steden zoals Hoorn en Enkhuizen een sterk plattelandskarakter met veel dorpen. Vooral in deze plattelandsgemeenten en dorpen staat het voorzieningenniveau de laatste jaren onder druk. De dorpen krijgen steeds minder aanwas door migratie. Daar komt nog eens bij dat de regio als geheel kampt met de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking. Om inzicht te krijgen in het feitelijke voorzieningenaanbod en de wensen en behoeften van Westfriezen op dat gebied, is een inventarisatie gemaakt van verschillende basisvoorzieningen. Daarbij is de volgende indeling gehanteerd:
Medisch
Levensonderhoud
We streefden ernaar om de inventarisatie zo volledig mogelijk te maken, echter het kan zijn dat het beeld niet geheel compleet is. Er is gekeken naar het beeld over de hele regio. Waar mogelijk zijn opvallende uitkomsten op gebieds- of gemeenteniveau vermeld. Er is gebruikt gemaakt van geografische kaarten om de situering van de algemene voorzieningen in beeld te brengen. De symbolen voor de voorzieningen zijn met zorgvuldigheid ingepast in de kaarten. Dit laat onverhoopt dat er bij enkele een afwijking mogelijk is. In de enquête zijn ook enkele vragen opgenomen over het voorzieningenniveau en de waardering hiervoor. In de volgende paragrafen wordt per soort voorziening eerst de uitkomst van de inventarisatie weergegeven. Vervolgens wordt ingegaan op de uitkomsten van de enquête over de betreffende voorzieningen: behoefte aan de voorziening, het bezoekerspercentage en de waardering onder bezoekers (indien bekend). Ten slotte gaan we in op de gewenste reisafstand en het belang dat men hecht aan de voorziening om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Deze uitkomsten zijn niet voor alle voorzieningen bekend. De analyse vindt voornamelijk plaats op gebiedstype niveau (kleinere dorpen, grotere dorpen, steden).
Sociaal cultureel
Voorzieningen Wonen
Sport
Onderwijs 30
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Medische basisvoorzieningen
31
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Medische basisvoorzieningen Tot de medische basisvoorzieningen rekenen we de huisarts, tandarts, fysiotherapeut en apotheek. De meeste grotere dorpen en wijken in West-Friesland beschikken over een dergelijke voorziening. Negen van de ruim vijftig kernen en wijken hebben alle vier de voorzieningen. Dit zijn uiteraard de grotere kernen, zoals Medemblik, Wognum, Wervershoof, Hoogkarspel, Grootebroek en Enkhuizen, aangevuld met enkele Hoornse wijken. In de landelijke gebieden ontbreken medische voorzieningen vaak. Met name in de gemeenten Medemblik, Drechterland en Koggenland zijn veel kernen zonder medische voorzieningen. Weinig behoefte aan meer medische voorzieningen Veel meer inwoners van de stedelijke gebieden en de grotere dorpen vinden dat er voldoende zorgvoorzieningen in de eigen buurt zijn, dan in de kleine kernen. In de dorpen is de behoefte niet groter dan in de andere gebieden. Figuur 4.1 Aanwezigheid en behoefte zorgvoorzieningen in buurt of dorp kleinere dorpskernen
grotere dorpskernen
10%
74%
totaal
71%
onvoldoende, wel behoefte
8% 14% 8% 8%
18% 20%
onvoldoende, geen behoefte
van de matig/slecht zelfredzamen wil meer zorgvoorzieningen in de buurt/dorp
Tandarts - Er zijn bijna 80 tandartspraktijken. - Ze zijn vooral in de verstedelijkte gebieden aanwezig. - Meer inwoners van de stedelijke gebieden en grotere dorpen willen een tandarts binnen twee kilometer dan inwoners uit kleinere dorpen. Voor die laatste groep is de bereidheid te reizen groter.
36%
79%
steden
voldoende
18%
53%
Huisarts - Er zijn ongeveer 70 huisarts-praktijken in de regio, vooral gevestigd in de meer bevolkte gebieden. - Inwoners van kleine kernen zijn bereid om verder te reizen dan inwoners van grotere dorpen en steden. - Huisarts in nabije omgeving is een musthave om zelfstandig te blijven wonen, vooral voor niet-zelfredzamen.
Apotheek en fysiotherapeut - Westfriesland kent bijna 80 fysiotherapeuten. - In de regio zijn 16 apotheken. Koggenland is de enige gemeente zonder zelfstandige apotheek. In deze gemeente is de medicijnverstrekking gekoppeld aan een huisartsenpost.
32
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.2 Medische basisvoorzieningen in West-Friesland
Medemblik
Aartswoud/De W eere
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Hoogwoud
Buiten de vesting
Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Lutj ebroek
Bovenkarspel
Binnen de vesting
Opmeer/Spanbroek
Grootebroek
Wognum
Hoogkarspel
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Obdam
verklaring symbolen
Risdam-Noord-Zuid/ Nieuwe Steen
Zwaag/Blokker
Hensbroek/Spierdijk/Ursem
Kersenboogerd
Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankwartier
Grote W aal
Huisartspraktijk Tandartspraktijk Fysiotherapie
Venhuizen
Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem
Apotheek
Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn
33
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Woonvoorzieningen
34
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Woonvoorzieningen West-Friesland beschikt over diverse woonvormen voor niet-zelfredzamen, wanneer zelfstandig thuis wonen geen optie meer is, zoals verzorgings- en verpleeghuizen. In totaal zijn er 34 verzorgingshuizen/woonzorgcentra (voorheen bekend als bejaardenhuizen) in de regio. Alle Westfriese gemeenten beschikken over een verzorgingstehuis, maar ze zijn wel geconcentreerd in de hoofdkernen en de meer stedelijke gebieden.5 Medemblik heeft met tien verzorgingstehuizen het hoogste aantal. De regio kent acht verpleeghuizen, vooral in de stedelijke gebieden. Hoorn heeft er drie, Enkhuizen twee, Koggenland ook twee en de laatste staat in Lutjebroek. Alleen Obdam, de binnenstad van Enkhuizen en een aantal Hoornse wijken hebben de beschikking over zowel een verpleeg- als een verzorgingshuis.
Geschiktheid woningen - Op dit moment woont 17% van de Westfriezen in een woning die geschikt is om op hoge leeftijd te bewonen, voor 46% na wat kleine aanpassingen. - Bij een kwart is de woning niet geschikt voordat er grote aanpassingen worden gedaan. - Volgens 12% is de woning absoluut niet geschikt om op hogere leeftijd te bewonen.
Een andere optie om toch zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen, is het bieden van zorg aan huis. De thuiszorg valt met de komst van de Wmo in 2007 niet langer automatisch onder de AWBZ. Dit houdt in dat enkel mensen met ernstige beperkingen nog tot de doelgroep van de AWBZ horen. De overige zorgvragers zijn aangewezen op de Wmo-voorzieningen van de gemeente, particuliere zorg of mantelzorg. De grootste thuiszorgleveranciers in West-Friesland zijn de Omring en Stichting Zorghulp West-Friesland/Hulpvaardig, die werken beide bovenlokaal. 61% van de Westfriezen vindt hulp in het huishouden (zeer) belangrijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen in eigen dorp/buurt. Onder de nietzelfredzamen ligt dat percentage nog hoger: 75%.
5
Bron: Woonvisie West-Friesland 2007 35
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.3 Verpleeg- en verzorgingshuizen in West-Friesland
Medemblik
Aartswoud/De W eere
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Hoogwoud Buiten de vesting
Bovenkarspel Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Lutj ebroek
Binnen de vesting
Opmeer/Spanbroek Grootebroek Hoogkarspel
Wognum
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Obdam
verklaring symbolen Risdam-Noord-Zuid/ Nieuwe Steen
Zwaag/Blokker
Venhuizen
Verzorgingshuis Verpleeghuis
Kersenboogerd Hensbroek/Spierdijk/Ursem Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankwartier
Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem
Grote W aal Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn
36
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Sociaal culturele voorzieningen
37
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Sociaal culturele voorzieningen Wijk- en buurthuizen - De wijk- en buurthuizen worden in de stedelijke gebieden minder bezocht (38%) dan in grotere en kleinere dorpen (respectievelijk 54% en 65%).
Sociaal-culturele voorzieningen vooral in kleinere kernen veel gebruikt Tot de sociaal-culturele basisvoorzieningen rekenen we de wijk- en buurthuizen. Wijk- en buurthuizen hebben een belangrijke ontmoetingsfunctie. West-Friesland telt ruim 50 wijk- of buurtcentra/huizen. In de meer landelijke gemeenten Drechterland, Koggenland en Medemblik is het aanbod relatief groot, evenals in Hoorn. Er zijn in de regio 0,2 wijk- en buurthuizen per 1.000 inwoners.
- De waardering onder de bezoekers komt uit op een 7,2. Dit verschilt niet naar gebied.
Men vindt vooral in de grotere dorpen het aanbod aan voorzieningen voor ontmoeting en sociale activiteiten voldoende. In de steden en kleinere dorpen blijft dit iets achter, maar de behoefte is in alle gebieden even groot. Bij nietzelfredzamen wenst men meer voorzieningen dan gemiddeld.
- Vooral inwoners uit de kleine en wat grotere dorpskernen willen maximaal 2 kilometer afleggen voor een wijk- of buurthuis. Voor stedelingen is de bereidheid om verder te reizen groter.
Figuur 4.4 Aanwezigheid ontmoetingsvoorzieningen in buurt of dorp kleinere dorpskernen grotere dorpskernen steden totaal
voldoende
61%
16%
74% 63% 67%
onvoldoende, wel behoefte
24% 15%
16% 15%
11% 21% 18%
onvoldoende, geen behoefte
23%
van de matig/slecht zelfredzamen wil meer ontmoetingsvoorzieningen in de buurt/dorp 38
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.5 Wijk- en buurthuizen in West-Friesland
Medemblik
Medemblik Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk
Aartswoud/De W eere
Medemblik Medemblik Medemblik Aartswoud/De W eere
Aartswoud/De W eere
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk
Aartswoud/De W eereHoogwoudAbbekerk/Lambertschaag/ Aartswoud/De W eere Abbekerk/Lambertschaag/ Aartswoud/De Opperdoes/Twisk Abbekerk/Lambertschaag/ Aartswoud/De W eereW eere Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk
Hoogwoud
Opperdoes/Twisk
Medemblik Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Medemblik
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk
Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Onderdij k/W erv ershoof
Onderdij k/W erv ershoof
Onderdij k/W erv ershoof Onderdij k/W erv ershoof
Hoogwoud
Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Andij k
Hoogwoud Opmeer/Spanbroek
Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Buiten de vesting Andij k
Andij k
Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Hoogwoud Hoogwoud Hoogwoud
Buiten de vesting Andij k
Opperdoes/Twisk
Bovenkarspel
Buiten de ves
Lutj ebroek Lutj ebroek
Opmeer/Spanbroek
Buiten de vesting
Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k Wognum
Binnen de vesting
Bovenkarspel BuitenBuiten de vesting de vestingBuiten de vesting GrootebroekBinnen de vesting
Grootebroek Hoogkarspel Bovenkarspel
Bovenkarspel
Lutj ebroek
B
Bovenkarspel Bovenkarspel Grootebroek Wognum Binnen de vesting Bovenkarspel Lutj ebroek Binnen de vesting Lutj ebroek Binnen de vesting Bangert-Oosterpolder Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k Oosterblokker/W estwoud Opmeer/Spanbroek Opmeer/Spanbroek Hoogkarspel Lutj ebroek Binnen de vesting Obdam Grootebroek Opmeer/Spanbroek Wognum Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Grootebroek Grootebroek Opmeer/Spanbroek Obdam Hoogkarspel Grootebroek Zwaag/Blokker Wognum Hoogkarspel Venhuizen Buurthuis Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Wognum Risdam-Noord-Zuid/ Hoogkarspel Zwaag/Blokker Wognum Venhuizen Nieuwe Steen Buurthuis Obdam Risdam-Noord-Zuid/ Hoogkarspel Opmeer/Spanbroek Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Hoogkarspel Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k Lutj ebroek Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
verklaring symbolen
verklaring symbolen
Wognum
Oosterblokker/W estwoud Nieuwe Steen Bangert-Oosterpolder
verklarin verklaring symbolen Buurth verklaring symbolen
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Kersenboogerd Zwaag/Blokker Bangert-Oosterpolder Hensbroek/Spierdijk/Ursem Oosterblokker/W estwoud Venhuizen Kersenboogerd Obdam Risdam-Noord-Zuid/ Hensbroek/Spierdijk/Ursem Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Obdam Binnenstad/Hoorn Noord/ Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Nieuwe Steen Zwaag/Blokker Venhuizen Buurthuis Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankw artierSchellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Obdam Risdam-Noord-Zuid/ Zwaag/Blokker Venhuizen Buurthuis artier Kersenboogerd Nieuwe Steen Venenlaankw Risdam-Noord-Zuid/ Grote W aal Zwaag/Blokker Venhuizen Hensbroek/Spierdijk/Ursem Nieuwe Steen Grote W aal Risdam-Noord-Zuid/ Zwaag/Blokker Kersenboogerd Venhuizen Binnenstad/Hoorn Noord/ Nieuwe Steen k/Scharwoude Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Risdam-Noord-Zuid/ Berkhout/Oudendij Hensbroek/Spierdijk/Ursem Kersenboogerd Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Venenlaankwartier Nieuwe Steen Hensbroek/Spierdijk/Ursem Binnenstad/Hoorn Noord/ Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Avenhorn/De Goorn Kersenboogerd VenenlaankwartierBinnenstad/Hoorn Noord/Grote W aal Avenhorn/De Goorn Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Hensbroek/Spierdijk/Ursem Kersenboogerd Venenlaankwartier Grote W aal Hensbroek/Spierdijk/Ursem Binnenstad/Hoorn Noord/Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Grote artierW aalNoord/ Binnenstad/Hoorn Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem Berkhout/Oudendij k/ScharwoudeVenenlaankw Avenhorn/De Goorn Venenlaankw artier Grote W aal Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn Obdam
verklaring symbolen verklaring symbolen Buurthuis Buurthuis
Grote W aal Avenhorn/De Goorn Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn Avenhorn/De Goorn
39
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Sportvoorzieningen
40
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Sportvoorzieningen Bijna drie sportverenigingen per duizend inwoners in West-Friesland Sport is een niet meer weg te denken onderdeel van de maatschappij en een belangrijke vrijetijdsfactor. Gemeenten besteden in hun beleid veel aandacht aan sportbeoefening als onderdeel van de bevordering van een gezonde leefstijl en de participatie van inwoners. West-Friesland kent een rijk sportverenigingsleven; de regio telt ruim 550 sportverenigingen. Dit is gemiddeld 2,7 per 1.000 inwoners. Met name de gemeente Medemblik heeft veel sportverenigingen. Hierbij is overigens geen rekening gehouden met de omvang van de vereniging. Verder zijn er in de regio bijna twintig (openlucht) zwembaden, bijna vijftig sporthallen/gymzalen en ongeveer dertig sport- en fitnesscentra/scholen. De hoeveelheid sportvoorzieningen wordt met name in de grotere dorpen als voldoende gezien, de steden en vooral de kleinere dorpen scoren lager. Er is ook weinig vraag naar. Sportvoorzieningen die gemist worden zijn onder meer sportveldjes voor de jeugd, sportscholen en fiets- en wandelpaden.
Sportvoorzieningen - Ruim zes op de tien Westfriezen bezoekt een sportvoorziening. Onder de bezoekers is de sportfrequentie in de steden hoger dan in de andere gebieden. -De kwaliteit van de sportvoorzieningen waardeert men met een 7,6. In de kleinere kernen ligt dit oordeel iets lager dan in de grotere dorpen en steden. - Bijna de helft van de Westfriezen wil maximaal 2 kilometer reizen voor een sportvoorziening. Dit geldt vooral voor inwoners uit de kleine en wat grotere dorpskernen. Voor stedelingen is de reisbereidheid wat groter.
Figuur 4.6 Aanwezigheid sportvoorzieningen in buurt of dorp kleinere dorpskernen
72%
grotere dorpskernen
90%
20% 5%6%
steden
80%
7% 13%
totaal
82%
6% 12%
voldoende
6%
8%
onvoldoende, wel behoefte
onvoldoende, geen behoefte
Zwembad - Veertig procent van de Westfriezen gaat naar een zwembad in de eigen buurt/dorp. In kleine dorpen is dit aanzienlijk lager (25%). -De kwaliteit van de zwembaden waardeert men met een 7,6. Er zijn hierin geen verschillen naar gebied.
van de matig/slecht zelfredzamen wil meer ontmoetingsvoorzieningen in de buurt/dorp 41
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.7 Sportvoorzieningen in West-Friesland
Medemblik
Aartswoud/De W eere
Andij k
Buiten de vesting
Bovenkarspel Lutj ebroek de vesting Binnen Grootebroek
Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Opmeer/Spanbroek
Hoogkarspel
Wognum
Obdam
Hensbroek/Spierdijk/Ursem
Onderdij k/W erv ershoof
Hoogwoud
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud
Zwaag/Blokker Risdam-Noord-Zuid/ Nieuwe Steen Kersenboogerd Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankwartier Grote W aal
verklaring symbolen
Venhuizen
Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem
Gymzaal
Zwembad
Fitnesscentrum/ sportschool
Berkhout/Oudendij k/Scharwoude
Avenhorn/De Goorn
42
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Onderwijsvoorzieningen
43
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Onderwijsvoorzieningen Bijna alle kernen in West-Friesland hebben eigen basisschool West-Friesland telt circa honderd basisschool(locaties). In vrijwel alle Westfriese kernen (met uitzondering van drie kernen in Koggenland) is een basisschool gevestigd. In het schooljaar 2012-2013 volgen bijna 20.000 kinderen uit de Westfriese gemeenten basisonderwijs. In de laatste tien jaar is het aantal leerlingen in het basisonderwijs gedaald (ruim drie procent). Bijna alle gemeenten vertonen een terugloop in leerlingenaantal tussen de 1% en 3,5%, met uitzondering van de gemeente Enkhuizen waar het aantal leerlingen licht gestegen is. Op grond van de leerlingenprognoses van de Westfriese bevolking wordt verwacht dat de komende generatie basisschoolkinderen (4 t/m 12-jarigen) in de regio zal afnemen.6 Basisonderwijs - De meerderheid van de Westfriezen (86%) wil binnen een straal van 2 kilometer van een basisschool wonen. Inwoners van kleine dorpen zijn bereid daarvoor iets meer kilometers af te leggen. Speciaal basisonderwijs Sommige kinderen kunnen het reguliere basisonderwijs niet volgen vanwege leerof gedragsproblemen. Deze leerlingen kunnen terecht in het speciaal basisonderwijs (SBO). Speciaal basisonderwijs wordt in West-Friesland op vijf locaties aangeboden in de gemeenten Hoorn en Stede Broec. Het percentage leerlingen in het speciaal basisonderwijs is 3,3%. Landelijk volgt 2,8% van de basisschoolleerlingen speciaal basisonderwijs. 7
6 7
Speciaal onderwijs Voor leerlingen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn, is er het speciaal onderwijs. Op vier locaties in de regio West-Friesland wordt onderwijs gegeven aan kinderen die speciale aandacht en zorg nodig hebben. De scholen zijn gevestigd in de gemeente Hoorn en Stede Broec. In West-Friesland bevinden zich alleen speciale scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen, zeer moeilijk opvoedbare en langdurig zieke kinderen. Kinderen met hoor-, spraak- en taalmoeilijkheden, visueel gehandicapten en meervoudig gehandicapten moeten buiten de regio naar school. Voortgezet onderwijs In de regio West-Friesland zijn 14 locaties/scholen voor regulier voortgezet onderwijs. Hier worden onder meer de volgende typen onderwijs aangeboden: praktijkonderwijs, vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) en vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs). In 2012 volgden ruim 13.200 leerlingen les op één van de veertien Westfriese locaties voor voortgezet onderwijs. Dit zijn er ongeveer 250 meer dan het jaar daarvoor. Middelbaar beroepsonderwijs Reguliere dagopleidingen op het niveau van het Middelbaar Beroepsonderwijs kunnen in West-Friesland worden gevolgd aan het Horizon College en het AOC Clusius College/locatie Middelbare Land- en Tuinbouwschool, beide gevestigd in Hoorn.
Bron: leerlingenprognose Westfriese gemeenten, I&O Research Bron: CBS, schooljaar 2011/2012 44
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.8 Onderwijsvoorzieningen in West-Friesland
Medemblik
Aartswoud/De W eere
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Hoogwoud Buiten de vesting
Bovenkarspel Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Lutj ebroek
Binnen de vesting
Opmeer/Spanbroek Grootebroek Hoogkarspel
Wognum
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud Obdam
verklaring symbolen Risdam-Noord-Zuid/ Nieuwe Steen
Zwaag/Blokker
Venhuizen
Speciaal Basisonderwijs Basisonderwijs
Kersenboogerd
Voortgezet Onderwijs
Hensbroek/Spierdijk/Ursem Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankwartier
Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem
Grote W aal Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn
45
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Winkels voor dagelijkse boodschappen 46
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Winkels voor dagelijkse boodschappen Supermarkt in nabijheid van groot belang voor zelfstandig wonen Winkels voor dagelijkse boodschappen zijn belangrijk voor het primaire levensonderhoud. In de regio zijn met name de supermarktketens Deen, Dekamarkt en Aldi supermarkten goed vertegenwoordigd. In totaal heeft de regio circa zeventig supermarkten, in de meeste grotere dorpen en steden is er wel minstens één aanwezig. Inwoners in de kleinere kernen zijn veelal toegewezen op supermarkten in nabijgelegen kernen. Meer dan de helft van de inwoners uit kleine kernen gaat met de auto, waar dit percentage in de andere gebieden van West-Friesland rond een kwart ligt.
Figuur 4.9 Vervoermiddel naar winkels voor dagelijkse boodschappen steden
29%
grotere dorpskernen kleinere dorpskernen
43%
21% 11%
totaal lopend
26%
50% 29%
23% per (brom)fiets
27% 57%
43% per auto
Winkels dagelijkse boodschappen - Inwoners van kleine kernen zijn bereid om verder te reizen dan inwoners van grotere dorpen en steden. - Een winkel voor dagelijkse boodschappen in de nabije omgeving is voor 94% een musthave om zelfstandig te blijven wonen. In kleine dorpen ligt dit iets lager (85%).
Een alternatief voor een supermarkt op locatie is een boodschappenservice aan huis. Zowel in de steden als in de dorpen is ongeveer de helft van mening dat een dergelijke service van belang is om het zelfstandig wonen mogelijk te houden. Opvallend is dat er weinig verschil is tussen de verschillende gebiedstypen. Onder de niet-zelfredzamen speelt dit een grotere rol (57%) dan onder de zelfredzamen (45%).
32% overig
47
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Figuur 4.10 Winkels voor dagelijkse boodschappen in West-Friesland
Medemblik
Aartswoud/De W eere
Abbekerk/Lambertschaag/ Opperdoes/Twisk Onderdij k/W erv ershoof
Andij k
Hoogwoud Buiten de vesting
Bovenkarspel Hauwert/Nibbixwoud/Zwaagdij k
Lutj ebroek
Binnen de vesting
Opmeer/Spanbroek Grootebroek Hoogkarspel
Wognum
Bangert-Oosterpolder Oosterblokker/W estwoud
verklaring symbolen
Obdam
Risdam-Noord-Zuid/ Nieuwe Steen
Zwaag/Blokker
Venhuizen
Winkels
Kersenboogerd Hensbroek/Spierdijk/Ursem Binnenstad/Hoorn Noord/ Venenlaankwartier
Schellinkhout/W ijdenes/Oosterleek/Hem
Grote W aal Berkhout/Oudendij k/Scharwoude Avenhorn/De Goorn
48
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Waardering en gebruik voorzieningen De Westfriezen geven een gemiddeld rapportcijfer van 6,6 voor de activiteiten in het dorp of de buurt. Voor het voorzieningenaanbod is dat een 6,4. In de dorpen ligt de waardering voor beide aspecten wat lager; het voorzieningenaanbod krijgt zelfs een onvoldoende.
Zes op de tien Westfriezen vinden dat er voldoende in de buurt of dorp is voor kinderen tot 12 jaar. Na deze leeftijd is het voorzieningenniveau minder, aldus de inwoners. In de grotere dorpskernen is de waardering hiervoor hoger dan in de kleine dorpen of steden. Figuur 4.12 Voldoende in de buurt/dorp voor:
Figuur 4.11 Waardering aanbod activiteiten en voorzieningen
45% 5,5
61%
Ouderen
6,8 6,6 6,4
Voorzieningenaanbod dorp/buurt
43% 49% 41%
6,3 6,8 6,6 6,6
Aanbod activiteiten dorp/buurt
54%
Volwassenen
43% 46% 20%
0 kleinere dorpskernen
1
2
3
4
grotere dorpskernen
5
6 steden
7
8
9
10
Jongeren tussen 12-18 jaar
totaal
32% 20% 23% 54% 68%
Kinderen tot 12 jaar
kleinere dorpskernen
55% 59%
grotere dorpskernen
steden
totaal
49
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Bijna de helft van de Westfriezen heeft in de afgelopen twaalf maanden een dorpshuis, buurthuis of wijkcentrum bezocht. In de dorpskernen ligt het bezoek hoger dan in de steden. De waardering komt uit op een 7,2. Over de sportaccommodaties, bibliotheek en zwembad zijn de bezoekers meer tevreden.
Figuur 4.13 Bezoek voorzieningen in eigen buurt/dorp
Figuur 4.14 Bezoek voorzieningen in eigen buurt/dorp 7,7 7,4 7,6 7,6
25% zwembad
41% 44% 42%
zwembad
7,0
38% 53% 52% 51%
bibliotheek
57% 62% 54% 62%
sportaccommodatie
7,3 7,7 7,6 7,6
sportaccommodatie
65% dorpshuis/buurthuis
7,9 7,6 7,6
bibliotheek
7,4 7,4 7,1 7,2
dorpshuis/buurthuis
54% 38% 48%
0 kleinere dorpskernen
grotere dorpskernen
steden
totaal
1
kleinere dorpskernen
2
3
4
5
grotere dorpskernen
6
7 steden
8
9
10
totaal
50
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Lacunes in voorzieningen Gemiste voorzieningen verschillen per gebiedstype In de verschillende gebiedstypen mist men verschillende zaken. In de stedelijke gebieden is er met name behoefte aan een bioscoop. Op grote afstand volgt de roep om meer bibliotheken, theaters en zwembaden. Verder pleit men voor uitbreiding van het winkelaanbod, zowel in de dagelijks als in de niet-dagelijkse sector.
In de grote dorpen wenst men vooral een uitgebreider winkelaanbod. Verder wordt er regelmatig genoemd dat men een gemeentehuis meer in de buurt wil hebben. Gemist worden verder zaken zoals een buurt-/ dorpshuis en openbaar vervoer. In veel mindere mate dan in de stedelijke gebieden komt ook de wens om een bioscoop terug. Andere gemiste voorzieningen zijn een bank, een bibliotheek, een zwembad en een theater.
In de kleinere kernen is het openbaar vervoer het belangrijkste aandachtspunt, tezamen met de pinautomaat. Net als bij de grotere kernen komt ook de bibliotheek bij deze kleinere kernen als wens naar voren. Dit geldt eveneens voor het winkelaanbod, al is de roep om winkels relatief klein vergeleken met de grotere dorpen. Voorzieningen die ook bij grotere kernen genoemd worden, zijn de dorps- en buurthuizen. Verder mist men een café, een basisschool, een brievenbus en een huisarts.
51
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Nodig om zelfstandig te kunnen blijven wonen Veilige woonomgeving meest belangrijk thuis te kunnen blijven wonen Het meest belangrijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen in het eigen dorp of de buurt is een veilige woonomgeving. Dit komt ook duidelijk naar voren in de focusgroepen. Niet veilig voelen in de eigen woning of directe woonomgeving heeft grote gevolgen voor de psychische gezondheid en sociale contacten in het dagelijks leven. Onveiligheidsgevoelens ontstaan grotendeels door het gedrag van buurtbewoners, maar ook de leefbaarheid van de buurt speelt hierin een rol. Naast de gemeente, politie en woningcorporatie, kunnen wijkbewoners hier een bijdrage aan leveren. De gemeente kan dit faciliteren en stimuleren, bijvoorbeeld door materiaal te leveren of een budget beschikbaar te stellen aan de wijkraad.
Figuur 4.15 Belangrijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen in eigen dorp/buurt 95% 96% 96% 96%
Veilige woonomgeving 83%
97% 96% 94% 90% 96% 94% 94% 87% 90% 91% 90% 88% 87% 89% 89% 88% 91% 87% 87%
Winkels dagelijkse boodschappen
Huisarts
Vervoersmogelijkheden
Internet
Een aantal reacties van inwoners: - “Ik heb het idee dat in Hoorn en Alkmaar de politie gecentreerd zit. In de
-
-
dorpen is de politie veel minder aanwezig en zichtbaar. Hierdoor voel ik me minder veilig.” “Als alle stoeptegels scheef liggen, dan voelen inwoners die slecht ter been zijn zich ook onveilig.” “De denkwijze van ‘de overheid zorgt voor ons’ moet veranderen in zelf verantwoording nemen. Vroeger was het bijvoorbeeld heel normaal om je stoepje schoon te houden, dat is nu verwaterd.” “In de Grote Waal (Hoorn) is vorig jaar een sneeuwveegdienst opgezet voor en door wijkbewoners. Dat is een mooi voorbeeld.”
Sociaal netwerk in directe omgeving
Hulp in het huishouden
Hulp bij klusjes in huis
Ontmoetingsplek in directe omgeving
Boodschappenservice
kleinere dorpskernen
grotere dorpskernen
62% 67% 59% 63% 59% 61% 57% 59% 60% 58% 52% 55% 51% 50% 47% 49%
steden
totaal 52
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Ondanks terugloop voorzieningen, nog veel voorzieningen onbekend Men ervaart vooral in de dorpen een achteruitgang in voorzieningen. Men noemt hierbij voornamelijk het openbaar vervoer en winkels voor dagelijkse boodschappen, beide aspecten die men wel belangrijk vindt om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Zolang men zich zelfstandig kan verplaatsen naar bijvoorbeeld de bushalte of de supermarkt voorziet men geen probleem. Maar zodra iemand buitenshuis niet zelfredzaam is, ontstaat een probleem. Verschillende inwoners merken op dat er evengoed veel voorzieningen zijn, zoals het Wmo-vervoer, WonenPlus voor klusjes in-en-om-huis, maaltijdverstrekkers en andere (particuliere) ondersteuningsinitiatieven in de regio. Deze voorzieningen zijn onder de inwoners niet heel goed bekend. De gemeente (en de Wmo-balie) heeft in de doorverwijzing een groot aandeel, maar niet alle inwoners zijn hier tevreden over. Steeds meer via het internet Het internetgebruik neemt al jaren toe, ook onder ouderen. Ook uit de focusgroepen komt naar voren dat dit medium een steeds grotere rol speelt in de sociale contacten (skypen, social media) en online boodschappendiensten. Wel wordt opgemerkt dat voorkomen moet worden dat alles online gebeurd: “Een bezoek aan de supermarkt is ook een sociaal iets.” En “Als ik alles online bestel,
ga ik de deur bijna niet meer uit.” - Een overgrote meerderheid (88%) van de Westfriezen maakt gebruik van internet. In de steden ligt het gebruik iets hoger dan in de kleinere kernen.
Een aantal reacties van inwoners: -
-
-
-
“Je weet dat als je in een dorp gaat wonen, er minder voorzieningen zijn. Maar toen ik in mijn dorp kwam wonen, waren er veel meer voorzieningen dan nu. Ik had niet voorzien dat als ik ouder werd, dit minder zou worden. Straks ben ik niet meer zelfredzaam en moet ik veel verder reizen.” “Combineer de voorzieningen. In een supermarkt staat steeds meer een ‘los’ pinautomaat of je kunt geld bijpinnen bij de kassa. Geef hier ook meer aandacht aan.” “Er zijn zoveel initiatieven. In sommige gemeenten is een boodschappenbus een groot succes. Deze wordt geparkeerd op een plein in het dorp. Hiermee heeft boodschappen doen dubbel nut: sociale contacten en boodschappen doen.” “Ik zocht voor een korte periode hulp omdat ik ziek was, maar kon nergens terecht. Mijn man moest gewoon werken, maar de gemeente denkt dan omdat hij gezond is, hij wel voor me kan zorgen. Uiteindelijk heeft mijn kerkgenootschap geholpen, maar het zou veel zorgen schelen als een organisatie ons had geholpen. Ik zou dat best willen helpen ontwikkelen.”
- Men gebruikt internet vooral om informatie op te zoeken en te communiceren. - Minder niet-zelfredzamen internetten (18% doet dit nooit). Zij zoeken over het algemeen ook iets minder informatie op via internet dan zelfredzamen. 53
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Mobiliteit Bereidheid te reizen voor voorzieningen hoger in kleinere kernen Bijna vier op de tien Westfriezen heeft geen bezwaar om te reizen naar voorzieningen die niet in de buurt beschikbaar zijn. In de steden en grotere dorpen is deze bereidheid minder groot dan in de kleinere dorpskernen. Dit speelt ook onder de matig/slecht zelfredzamen. Figuur 4.16 Deel Westfriezen die het helemaal niet erg vindt om te reizen naar voorzieningen steden
35%
grotere dorpskernen
37%
kleinere dorpskernen
43%
totaal
37% 0%
21%
10%
20%
30%
40%
50%
van de matig/slecht zelfredzamen vindt het niet erg om te reizen naar voorzieningen
54
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Algemene voorzieningen
Uit de toelichtingen van inwoners blijkt dat zolang je mobiel bent - wat wil zeggen dat je kunt fietsen of autorijden - er niet echt sprake is van een probleem. In veel gevallen accepteert men in deze kleinere kernen dat er gereisd moet worden, omdat de kleine gemeenschappen geen hoog voorzieningenniveau kunnen handhaven.
Figuur 4.17 Bereidheid maximaal 0-2 kilometer te reizen 82% 88% 86% 86%
basisonderwijs 63%
pinautomaat
- Zes op de tien Westfriezen heeft een auto en een derde twee of meer. Dit betekent dat 9% hier niet over beschikt. - Het autobezit is het grootst in de kleine kernen. - Niet-zelfredzamen beschikken veel minder vaak over een auto (73%) dan de rest van de bevolking .
49%
winkels voor dagelijkse boodschappen dorpshuis/buurthuis
55%
huisarts/gezondheidscentrum
recreatieve voorzieningen 18%
de markt
41% 41% 22%
tandarts
kleinere dorpskernen
51%
47% 42% 40%
22% 24% 22% 23%
uitgaansvoorzieningen
culturele voorzieningen
74% 71% 69%
60% 52% 52% 51% 58% 39% 48% 52% 43% 44% 45%
sportvoorzieningen
winkels voor niet-dagelijkse boodschappen
81% 86% 77% 76% 75% 69% 73%
37%
bibliotheek
Sommige voorzieningen moeten volgens de Westfriezen in de buurt zijn. Vooral basisscholen, pinautomaten en winkels voor dagelijkse boodschappen wenst men op maximaal twee kilometer afstand van de woning. Ook hier blijkt dat inwoners van kleinere dorpskernen bereid zijn verder te reizen.
86% 81% 79%
6%
15% 20% 15%
2% 5% 12% 7%
grotere dorpskernen
steden
totaal
55
Sociale Kracht Monitor West-Friesland Conclusies
5. Conclusies In hoeverre is de Westfriese bevolking klaar voor de veranderingen in de zorg? Op dit moment redt negentig procent zichzelf. Tien procent heeft een beperkte zelfstandigheid. Daarbij gaat het vooral om 80-plussers, personen met een slechte fysieke en geestelijke gezondheid en huishoudens met lagere inkomens en opleidingsniveau. Met de komst van de bezuinigingen in de zorg en de vergrijzing gaat deze groep groeien. Gemeenten staan voor de uitdaging om nadere invulling te geven aan deze ontwikkelingen in relatie tot de transities. Het streven is om kwetsbare personen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen en het beroep op tweedelijnszorg te beperken.
De vraag die rijst is: wat is hiervoor nodig? Acht op de tien Westfriezen wonen in een woning die niet geschikt is voor bewoning op hoge leeftijd. Bij het merendeel is dit door middel van aanpassingen aan de woning wel te bewerkstelligen. Woningaanpassing is ook één van de aspecten waar niet-zelfredzamen meeste behoefte aan hebben. Voor het kleine deel dat de woning niet kan aanpassen, is het bij het eventueel zoeken van alternatieven belangrijk rekening te houden met de wens van veel ouderen om niet uit de eigen gemeente – of zelfs kern – te verhuizen. De aanwezigheid van algemene voorzieningen – met name winkels voor dagelijkse boodschappen en een huisarts - spelen een belangrijke rol in de zelfredzaamheid van inwoners. In de kleinere dorpen zijn deze voorzieningen niet altijd aanwezig. Hierdoor moet men verder reizen voor bepaald aanbod. Over het algemeen is men daartoe ook bereid en beschikt men over een auto. De mobiliteit van niet-zelfredzamen is echter beperkter. Vrijwilligers en buren kunnen ingezet worden om hen hierin te ondersteunen.
Met name in de dorpskernen ligt hiervoor potentieel aangezien een groot deel van de inwoners hier op enige manier burenhulp of vrijwilligerswerk doet of daartoe bereid is en de sociale kracht er als geheel groter is. Ook de interne en externe vrijwilligerscoördinatoren van de gemeenten kunnen daarbij een rol spelen. Over het algemeen is men daartoe ook bereid en beschikt men over een auto. De mobiliteit van niet-zelfredzamen is echter beperkter. Vrijwilligers en buren kunnen ingezet worden om hen hierin te ondersteunen. Met name in de dorpskernen ligt hiervoor potentieel aangezien een groot deel van de inwoners hier op enige manier burenhulp of vrijwilligerswerk doet of daartoe bereid is en de sociale kracht er als geheel groter is. Ook de interne en externe vrijwilligerscoördinatoren van de gemeenten kunnen daarbij een rol spelen. Het bevorderen van de zelfredzaamheid, kan ook gezocht worden in het beter benutten van het huidige ondersteuningsaanbod. Een veelgenoemde reden waarom men geen gebruik maakt van hulp – maar er wel behoefte aan heeft – is omdat men niet weet waar men terecht kan. Daarnaast maakt maar een klein deel van de niet-zelfredzamen gebruik van het aanbod van vrijwilligersorganisaties. Aspecten die daarbij mogelijk een rol spelen, zijn een mismatch tussen vraag en aanbod of omdat men de weg naar de hulpverlening niet weet te vinden. Het internet biedt hulpbehoevenden mogelijkheden om bij het wegvallen van voorzieningen, toch diensten aan huis te ontvangen. Niet-zelfredzamen maken hier minder gebruik van dan zelfredzamen. Hier liggen kansen voor de regio. Vooral gelet op het feit dat internetgebruik ook andere voordelen biedt, zoals het bestrijden van eenzaamheid onder senioren. Daarentegen kent het ook nadelen zoals het beperkte persoonlijke contact, wat juist zo belangrijk is voor het sociale netwerk van een kwetsbare persoon.
56
Uitgave :
I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl
Rapportnummer:
2013-1972
Datum:
november 2013
Opdrachtgever:
Deze onderzoeksrapportage is tot stand gekomen met hulp van RSA-subsidie van de provincie Noord-Holland, onder leiding van projectleider F. Clabbers, gemeente Koggenland en in samenwerking met de 7 West-Friese gemeenten (Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec)
Auteurs:
drs. Bianca de Haan drs. Marion Holzmann
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
57