Monitor Sociale Media 2012
Projectnummer: 11195 In opdracht van: Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S)
Drs. Rogier van der Groep Dr. Willem Bosveld
Oudezijds Voorburgwal 300
Postbus 658
1012 GL Amsterdam
1000 AR Amsterdam
Telefoon 020 251 0442
Fax 020 251 0444
[email protected]
www.os.amsterdam.nl
Amsterdam, januari 2012
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Inhoud
2
1 Inleiding
3
2 Sociale media 2.1 Facebook, Hyves en Linkedin 2.2 Twitter
4 4 6
3 Social media en betrokkenheid bij de stad 3.1 Politiek op Twitter 3.2 Amsterdamse Facebookpagina’s 3.3 Sociale Media en buurtinitiatieven 3.4 Oordeel Sociale media en lokale politiek 3.5 Sociale media als gemeentelijk communicatiemiddel
8 9 10 11 12 13
Bijlage
16
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
1 Inleiding
Eind 2011 publiceerde O+S onderzoek naar de manier waarop Amsterdamse diensten en stadsdelen hun sociale mediabeleid hebben vormgegeven. Uit dat onderzoek bleek dat er veel goede bedoelingen zijn, maar dat er nog veel winst viel te behalen. Veel stadsdelen kennen meerdere Facebookpagina’s en vaak wordt er veel getwitterd, maar is er nog 1 weinig beleid . De resultaten van dat onderzoek werden ondersteund door een analyse 2 van het gemeentelijke sociale medialandschap door David Kok . Tegelijkertijd is de gemeente ambitieus in haar doelstellingen rond sociale media. In een recente notitie beschrijft Mark Plekker een aantal initiatieven op het gebied van het betrekken van burgers bij beleidsontwikkeling en gebiedsontwikkeling, burgerparticipatie 3 en het betrekken van burgers bij het oplossen van problemen in de stad . Om dat beleid daadwerkelijk vorm te geven is het van belang om inzicht te hebben in de penetratie van sociale media in de stad, hoeveel Amsterdammers gebruiken bijvoorbeeld Facebook en Twitter en voor welke doeleinden. Daarnaast is het belangrijk om na te gaan wat de betrokkenheid van Amsterdammers bij hun stad is, maar vooral of en zo ja, hoe de gemeente social media kan gebruiken om deze betrokkenheid te vergroten. In het onderzoek maken we gebruik van verschillende bronnen, onderzoek van O+S (onder andere de Burgermonitor 2012), en verdiepend onderzoek in het digitale panel dat O+S beheert. Daarnaast maken we gebruik van landelijk en internationaal onderzoek naar sociale media. We gaan in deze rapportage achtereenvolgens in op het gebruik van social media en Twitter, op het inzetten van social media in de relatie met het bestuur en vervolgens op buurtinitiatieven en social media als gemeentelijk communicatiemiddel.
1 2 3
Sociale media stadsdelen en diensten. N. laan en W. Bosveld. O+S, 2011. De Sociale Media Staat van de Stad. D. Kok, 2001. Inzet Sociale Media voor de gemeente Amsterdam. M. Plekker, 2011.
3
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
2 Sociale media
2.1 Facebook, Hyves en Linkedin Socal media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling. Belangrijk is dat er geen of slechts minimale tussenkomst is van een professionele redactie. Facebook is het grootste platform. Helft Amsterdammers zit op Facebook In Amsterdam is Facebook het meest gebruikte sociale medium. Iets meer dan de helft van de Amsterdammers heeft een Facebookaccount. Ten opzichte van 2011 is dat een stijging van 16 procentpunten. Het gebruik van Hyves is gedaald van 27% naar 15%, een 4 5 trend die ook landelijk waarneembaar is. , Het percentage Linkedin-lidmaatschappen is in de stad iets toegenomen van 24% naar 29%. Driekwart van de jongeren op Facebook, en een derde van de ouderen Begin 2012 is 74% van de Amsterdamse jongeren op Facebook te vinden en ruim de helft van de 39-50 jarigen. Van de 50 tot 64 jarigen is het een derde. In de jongste groep worden Linkedin en Hyves door respectievelijk 39% en 22% van de Amsterdammers gebruikt en voor de groep tot 50 jaar is dat vergelijkbaar. Het aandeel Hyveslidmaatschappen is onder jongeren sterk gedaald ten opzichte van verleden jaar. Tevens zijn er verschillen naar opleidingsniveau. Zo wordt Linkedin met name gebruikt door hoger opgeleide werkers. Tabel 2.1 Sociale mediagebruik in Amsterdam, 2012 (procenten) (n=2815) geen lid
Facebook
Hyves
Linkedin
20 - 34 jaar
17
74
22
39
35 - 49 jaar
33
53
14
36
50 - 64 jaar
56
32
10
19
65 jaar e.o.
73
14
4
4
laag
58
34
14
3
midden
39
57
22
12
hoog
27
61
15
47
totaal (van alle Amsterdammers)
34
51
15
29
Bron: Burgermonitor 2012
4
http://www.marketingfacts.nl/berichten/20120219_social_media_cijfers_februari_2012_twitter_facebook_google _linkedi 5 Wakoopa’s State of the Web, 2012)
4
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Uit de tabel wordt duidelijk dat de groep social media gebruikers de komende jaren sterk zal toenemen, waarbij de rol van Hyves verder zal afnemen. De jongeren die nu vrijwel allemaal social media gebruiken zullen dat blijven doen, in welke vorm dan ook. De inbedding van sociale media en daaraan verwante technologie zoals Apps zullen in het dagelijks leven steeds vastere vormen krijgen. In Nieuw-West, Noord en Zuidoost is grootste aandeel niet-leden Het aandeel Amsterdammers dat lid is van sociale netwerken verschilt per stadsdeel. Zo is men iets vaker lid van Facebook in de stadsdelen Centrum, Zuid en West dan in de andere stadsdelen. Hyves, daarentegen, is nog redelijk populair is Noord en Zuidoost (dit zijn ook stadsdelen met relatief veel gezinnen). Linkedin en Facebook doen het goed in Zuid, Centrum en West. In Zuidoost, Noord en Nieuw-West is het aandeel Amsterdammers dat geen lid is van een sociaal netwerk het hoogst. Tabel 2.2 Sociale mediagebruik van Amsterdammers met toegang tot internet, 2011 (procenten) nee, ik ben geen lid
Hyves
Linkedin
Facebook
Centrum
29
16
41
59
West
32
16
36
59
Nieuw-West
44
16
15
50
Zuid
35
13
41
57
Oost
35
13
31
52
Noord
45
24
15
49
Zuidoost
48
21
11
47
Bron: Burgermonitor 2012
Sociale media worden na het werk geraadpleegd. Als sociale media worden ingezet is het goed om te weten wanneer mensen er meer of minder tijd aan besteden. Dat geldt niet alleen voor marketeers, maar ook voor communicatieadviseurs van een gemeente of twitterende wethouders. Onderzoek naar het beste moment om iets te plaatsen laat verschillende resultaten zien. Recent (Amerikaans) onderzoek geeft verschillen aan tussen B2B en B2C communicatie. Voor Facebook geldt dat de avond en de zondag het beste is voor B2C communicatie en voor 6 7 Twitter zijn overdag en de zondag de beste momenten , Amsterdammers gebruiken sociale media met name na het werk het meest. Daarnaast raadpleegt bijna éénderde zijn of haar sociale media-account tijdens werk, les of college.
6 7
http://www.ngagensee.com/nl/blog/2011/12/wanneer-zit-mijn-doelgroep-op-facebook-en-twitter/ http://www.marketingtechblog.com/infographic-social-timing/
5
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Tabel 2.3 Momenten waarop men Sociale media raadpleegt, 2012 (n=1609)
in de pauzes van mijn werk of opleiding
23
na het werk of studie, als ik thuiskom
73
tijdens de les of college
2
tijdens het werk
27
kan ik niet zeggen
17 Bron: aanvullend panelonderzoek O+S, 2012
2.2 Twitter Zenders, volgers, actieve Twitteraars en inactieve accounts Als er een onderwerp is waarover weinig met zekerheid te zeggen valt is het wel het aantal Twitteraars dat Nederland heeft. Volgens sommigen zijn er ruim 5 miljoen actieve 8 Twitteraars in Nederland , volgens ander onderzoek zijn dat er met ruim 400.000 (in 2011) 9 10 tien keer minder en volgens weer een andere bron 1,3 miljoen (eind 2011) . Redenen voor die grote verschillen hebben onder andere te maken met of actieve twitteraars al dan niet worden meegenomen, of er rekening wordt gehouden met bedrijven met twitteraccounts en of er wordt uitgegaan van tweets of van werkelijke accounts. De laagste schatting van het aantal Twitteraars komt van Multiscope. Volgens hen kent Amsterdam 37.000 mensen met een Twitteraccount. Uit een representatieve enquête onder de Amsterdamse bevolking komt een wat hoger aantal. Hieruit blijkt dat ongeveer 19% van de volwassen Amsterdammers een Twitteraccount heeft. Dat percentage is opgebouwd uit tien procent die zelf met enige regelmaat twittert, vier procent die volgt en vijf procent die een inactief account heeft. Midden- en hoogopgeleiden maken vaker gebruik van Twitter dan laag opgeleiden. Ook is Twitter iets populairder onder jongere Amsterdammers dan oudere Amsterdammers.
Tabel 2.4 Amsterdammers actief Twitteren, naar opleiding en leeftijd, 2012 (procenten)
laag
10
hoog
12
16-20 jaar
13
21-34 jaar
12
35-49 jaar
12
50-64 jaar
6
8
9
http://www.bright.nl/nederlanders-actiefste-twitteraars http://www.twirus.nl/
10
6
3
midden
http://twittermania.nl/2011/11/twitter-nederland-dit-jaar-met-60-gegroeid/
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
65 jaar en ouder totaal
2 10 Bron: Burgermonitor 2012
Geconcludeerd kan worden, zowel op grond van het onderzoek van Multiscope, als het hier gepresenteerde onderzoek, dat Twitter, hoewel veelbesproken, een gering deel van de Amsterdamse populatie bereikt en in dat opzicht vooralsnog een smalle basis heeft als gemeentelijk communicatiemiddel. In het vervolg van deze rapportage zal blijken dat dit niet alleen betrekking heeft op de aantallen maar ook op de inhoud van het medium.
7
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
3 Social media en betrokkenheid bij de stad
Betrokkenheid bij de stad uit zich op veel manieren. Door te stemmen, inspraakavonden te bezoeken, maar ook door als vrijwilliger te werken, met de buren te praten of naar het theater te gaan. De gemeente Amsterdam probeert burgers op veel manieren te bereiken, door de reguliere media, zoals AT5, stadsdeelkranten, websites of, in specifieke gevallen campagnes. De groei van met name Facebook heeft een nieuwe dimensie gegeven aan het contact tussen gemeente en burger. Immers, bijna iedereen zit op Facebook, dus lijkt het een ideaal medium om veel mensen te bereiken. Voor Twitter ligt dat anders. Weinig mensen maken er gebruik van, de boodschap is kort, en als een gemiddelde Twitteraar 100 mensen volgt, verdwijnen de berichten van de overheid als snel in deze grote massa. Twitter wordt gebruikt voor nieuwsgaring Hoewel dus nog weinig doorgedrongen in de Amsterdamse bevolking, wordt Twitter vooral voor nieuwsgaring gebruikt, zoals tweets van journalisten, bloggers, opiniemakers of nieuwssites en daarnaast om werkgerelateerde zaken te volgen. Ook wordt het gebruikt om contact te onderhouden met vrienden en om op de hoogte te blijven van persoonlijke hobby’s. Ruim 20% van de ondervraagde twitteraars geeft aan landelijke politici te volgen en ruim 15% doet dat ook voor de Amsterdamse politiek. De gemeente of het stadsdeel komen in de rijtje niet voor. Wel noemt 15% van de ondervraagden (1,5% van de Amsterdammers) dat de wijk of buurt wordt gevolgd. Figuur 2.5 Redenen om Twitter te gebruiken naar opleiding, 2012 (n=1608) nieuwsgaring (tweets van kranten, journalisten, bloggers, opiniemakers, nieuwssites)
op de hoogte gehouden worden van ontwikkeling binnen werk of vakgebied, branche (ofwel professioneel zakelijk)
op de hoogte gehouden worden van persoonlijke interesses en hobby's
contact onderhouden met vrienden
op de hoogte gehouden worden van landelijke politieke partijen en politici
contact onderhouden met collega's
op de hoogte gehouden worden van ontwikkelingen in de stad, buurt, mijn wijk
op de hoogte gehouden worden van Amsterdamse politieke partijen en politici
op de hoogte gehouden en ontwikkelingen volgen van televisieprogramma's, entertainment, computerspelletjes 0%
8
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
3.1 Politiek op Twitter en Facebook De top tien van Nederlands meest populaire twitteraars wordt geheel ingenomen door 11 mannen waaronder zes voetballers en vier dj’s . Het gaat daarbij om aantallen die variëren tussen ruim 2.000.000 (voor de bij Ajax mislukte en af en toe voor het 12 Indonesisch elftal uitkomende voetballer Irfan Bachdimen ) en Ryan Babel met een kleine 400.000 volgelingen. Geert Wilders en Femke Halsema volgen op eerbiedige afstand met ruim 160.000 volgers, evenals Frits Wester. In de Amsterdamse politiek gaat het wat bescheidener. Lodweijk Asscher heeft 18.000 13 volgers, volgens zijn eigen Twitteraccount . Aan 397 panelleden die Twitter (actief en passief) gebruiken is gevraagd of zij lokale politici volgen. Van hen volgt 19% Amsterdamse politici. De meest genoemde politici zijn dus Lodewijk Asscher, Erik van der Brug, Fatima Elatik en Ahmed Marcouch (die weliswaar geen lokale politicus meer is, maar toch vijf keer genoemd werd.) Facebook is nog niet echt een middel op de politiek te volgen, zo blijkt. Zes procent van de Facebook gebruikers geeft aan de Amsterdamse politiek via Facebook te volgen (de Facebook pagina van de PvdA wordt door circa 1.700 mensen ’leuk gevonden’).
11
(http://top100.twittergids.nl/ “Driving home after my training!! And this makes me always happy!! “ Tweet 22-12-2011. 13 https://twitter.com/#!/lodewijka 12
9
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 3.1 Gebruik Sociale media voor politieke doeleinden, 2012 (n=1608, procenten, aandelen van het t aantal Twitteraars en Facebookleden) 25
20
15
10
5
0 laag opgeleid
midden opgeleid
hoog opgeleid
20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar e.o.
totaal
volgt Amsterdamse politiek op facebook (n=836) Volgt Amsterdamse politici op twitter? (n=397)
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
3.2 Amsterdamse Facebookpagina’s Acht procent Facebookgebruikers volgt stadsdeel op Facebook Is Facebook dan misschien geschikter voor de informatieverstrekking over de dagelijkse gang van zaken in de stad of een stadsdeel? In ieder geval hebben veel stadsdelen een Facebookpagina om bewoners te informeren over bijvoorbeeld wegopbrekingen, buurtbijeenkomsten en raadsbesluiten. Een theoretisch voordeel kan zijn dat Facebookgebruikers berichten van het stadsdeel in hun timeline krijgen, dit in tegenstelling tot de website, waar men zelf (pro-)actief naar toe moet gaan om informatie te verkrijgen. Facebookpagina’s Noord en West meest bekend Voorlopig zien echter nog niet veel panelleden berichten van het stadsdeel in de timeline. Ongeveer acht procent van de facebookgebruikers (vier procent van alle panelleden) geeft aan ‘bevriend’ te zijn met een stadsdeelpagina op Facebook, maar het is niet altijd duidelijk of ook de echte pagina genoemd wordt, voor zover deze al bestaat. Het meest 14 genoemd zijn de facebookpagina’s uit West en Noord.
14
10
Uit een eerdere panelmeting van O+S (inzet Sociale media door stadsdelen en diensten, 2011) kwam naar voren dat 19% van de panelleden uit West, 20% uit Noord,13% uit Nieuw-West en 10% uit Centrum de desbetreffende Facebookpagina opzocht.
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
% t.o.v. Facebook-gebruikers uit stadsdeel stadsdeel West
7
stadsdeel Nieuw-West
3
stadsdeel Noord
9
stadsdeel Zuidoost
2
stadsdeel Centrum
1
stadsdeel Oost
4
stadsdeel Zuid
5
Herkenbaarheid Facebookpagina’s Ongeveer een derde van de panelleden dat vriend is van de stadsdeelpagina op Facebook geeft aan ten minste afgelopen week nog iets gezien te hebben van het stadsdeel. Hier tegenover staat dat een derde het niet weet. Tabel 3.4 Wanneer heeft u iets in uw Timeline gezien over het stadsdeel op Facebook (n=69)
vandaag nog
6
afgelopen week
30
afgelopen maand
17
langer geleden
12
nog nooit dat weet ik niet totaal
4 30 100 Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
3.3 Sociale Media en buurtinitiatieven Buurtfora floreren op Facebook Naast de stadsdelen hebben ook diverse buurtgroeperingen een website en een Facebookpagina, zoals Ilovenoord en Boloboost. Deze zijn ontstaan uit diverse bottom-up initiatieven om de buurt te promoten. Het zijn met name jongere panellen die dergelijke buurtsites via Facebook volgen, maar er moet wel worden opgemerkt dat het om kleine aantallen gaat. De meest genoemde sites zijn Boloboost, Geef om de Jan Eef en Ilovenoord.
11
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 3.6 Aandeel respondenten dat aangeeft buurtsites te volgen op Facebook, Twitter en Hyves, 2012 (procenten)
10%
9%
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0% totaal
laag opgeleid
midden opgeleid
ja op Faceboook
hoog opgeleid ja op Twitter
20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
ja op Hvves
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
3.4 Oordeel sociale media, gemeente en lokale politiek Om te achterhalen hoe panelleden denken over rol die sociale media kunnen spelen in de communicatie van de gemeente (en de politiek) zijn een aantal stellingen voorgelegd. Deze zijn: Dankzij Sociale media ben ik beter op de hoogte van wat er gebeurt in mijn buurt. Dankzij Twitter komen Amsterdammers nu makkelijker in contact met ambtenaren van hun stadsdeel. Dankzij Twitter komen Amsterdammers nu makkelijker in contact met politici van hun stadsdeel. Politiek wordt een stuk interessanter dankzij politici die twitteren. Hieronder is de mening van de Twitteraars weergegeven. In het kort kan gesteld worden dat een klein deel groep sociale media handig vindt om kennis te nemen van buurtnieuws en nieuwtjes. Ook vindt een klein deel deze groep dat de sociale media de politiek interessanter maakt. In beide gevallen gaat het echter om minder dan 30% van de Twitteraars. Nog minder is men van mening dat sociale media het makkelijker maakt om met ambtenaren of politici in contact te komen.
12
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 3.5 Opinie stellingen volgens panelleden die actief en passief twitteren
politiek wordt voor mij een stuk interessanter dankzij politici die twitteren
dankzij twitter kom ik nu makkelijker in contact met de politici van mijn stadsdeel dan voorheen (zeer) mee eens neutraal mee oneens zeer mee oneens geen mening, nvt
dankzij twitter kom ik nu makkelijker in contact met ambtenaren van het stadsdeel dan voorheen
dankzij de sociale media ben ik beter op de hoogte van wat er gebeurt in mijn eigen buurt
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
NB: De categorieën zeer meer eens en mee eens zijn samengevoegd Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
3.5 Sociale media als gemeentelijk communicatiemiddel over specifieke projecten Aangezien gemeente over uiteenlopende zaken met burgers communiceert en informeert is besloten om de diverse onderwerpen op te splitsen en voor te leggen aan het panel. De vraag luidde of het zinvol is om over de volgende onderwerpen via Facebook, Twitter of Hyves te communiceren:
informatie over wegopbrekingen in de buurt informatie over ontwikkelingen in de stadsdeelpolitiek informatie over (sport)activiteiten in de buurt informatie over woningbouwprojecten. herstructurering, nieuwbouw informatie over onderwijs en scholing in de buurt nieuws en nieuwtjes uit de buurt aankondigingen voor bewonersavonden, buurtavonden e.d. informatie over activiteiten voor jongeren
Sociale media geschikt voor informele onderwerpen Het blijkt dat panelleden niet alle onderwerpen even geschikt vinden om te communiceren via sociale media. Men is daarbij ook duidelijk positiever over de informele onderwerpen dan de formele onderwerpen. Zo vinden de panelleden informatie over activiteiten voor jongeren geschikt om via sociale media te communiceren, evenals nieuws en nieuwtjes en berichtgeving over bewonersavonden. Het blijkt echter dat panelleden minder heil zien
13
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
in de informatieverstrekking via de sociale media over nieuwbouwprojecten, stadsdeelpolitiek en onderwijs. Wellicht is er in dergelijke gevallen eerder behoefte aan traditionele media als stadsdeelkranten, bewonersbrieven en de ‘oude’ vertrouwde internetpagina. Wanneer we naar de verschillende leeftijdsgroepen (zie bijlage) kijken dan valt op dat jongere panelleden positiever denken over sociale media als communicatiemiddel voor gemeente dan oudere panelleden. Desalniettemin is nog steeds een groot deel van de jongere panelleden van mening dat informatie over wegopbrekingen, stadsdeelpolitiek nieuwbouw en onderwijs niet geschikt zijn om te communiceren via sociale media. Figuur 3.7 Aandeel dat Sociale media geschikt vindt voor communicatie voor verschillende onderwerpen, 2012 (procenten)
onderwijs en scholing
nieuwbouwprojecten e.d.
stadsdeelpolitiek
Twitter
informatie over wegopbrekingen in de buurt
Facebook Hyves dit is niet geschikt via sociale media
buurtactivitieten
weet ik niet, niet van toepassing
bewonersavonden
nieuws en nieuwtjes
activiiteiten voor jongeren
0%
14
20%
40%
60%
80%
100%
120%
140%
160%
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
15
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
4 Conclusie
In dit overzicht is op een rijtje gezet hoeveel Amsterdammers lid zijn van Facebook, Hyves en Linked in en hoeveel er twitteren. Dit is bekeken in het licht van de relatie die Amsterdammers hebben met hun stad: kunnen social media worden ingezet voor gemeentelijke communicatie en brengen deze middelen de gemeentelijke politiek dichterbij. Het onderzoek laat zien dat hoewel veel Amsterdammers een Facebook account hebben, en dit aantal zal stijgen, social media (nog) niet echt de functie hebben om vanuit de gemeente of de gemeentelijke politiek met burgers te communiceren. Facebook wordt niet veel gebruikt om de lokale politiek te volgen en ook volgen relatief weinig mensen stadsdeelpagina’s. Het aantal actieve Twitteraars in Amsterdam is klein en van hen volgt een klein deel Amsterdamse politici. Niet verwonderlijk valt op dat jonge mensen social media meer geschikt achten voor gemeentelijke communicatie dan ouderen, maar niet als het gaat om praktische zaken als wegopbrekingen, nieuwbouw of onderwijs. Daarnaast is, zeker onder jongeren, de interesse in de Amsterdamse gemeentelijke- en stadsdeelpolitiek niet bijzonder groot en een groep die niet geïnteresseerd is, wordt dat niet door de informatie anders te verpakken. Het feit veel mensen lid zijn van Facebook betekent dus niet dat er ook veel mensen worden bereikt. Bij het inzetten van deze middelen ten behoeve van gemeentelijke communicatie is bij uitstek van belang dat mensen bij social media zelf kiezen met wie ze contact willen hebben. Dat is in het algemeen niet de gemeente Amsterdam, tenzij er een duidelijk belang is voor Amsterdammers en ook dan zal het vaker gaan om lokale groepen op Facebook. In dat geval zal de gemeente moeten nagaan of aansluiting bij dergelijke initiatieven zinvolle kan zijn. Het inzetten van social media bij beleidsontwikkeling en gebiedsontwikkeling, burgerparticipatie en bij het oplossen van problemen in de stad, zoals de gemeente graag wil, lijkt dus meer kans van slagen te hebben als kleinschalig en vanuit bestaande initiatieven wordt gedacht.
16
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
17
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Bijlage
Tabel 1 Twitteraccounts die iets met de gemeente te maken hebben
1012
1
beter buren
1
Boloboost
4
buurtparticipatie (A'dam West))
1
Geef om de Jan Eef
3
Ilovenoord
6
mikinoost
1
nice nieuwwest
2
nieuwwest express
1
Sloterplas/ Nieuw West
1
Transvaal
1
Tabel 2 Facebookaccounts gerelateerd aan buurtwebsites
Amsterdam dichtbij
1
bewonersvereniging wenckebachweg
1
Boloboost
7
Buurvrouwennetwerk Gaasperdam
1
cafegroenhoven
1
Geef om de Jan Eef hudsonhof
1
Iamsterdam
2
IJburg
1
Ilovenoord, Baarsjes Archief,
1
Ilovenoord.nl
18
10
12
molen de otter, zuidpunt buyskade
1
nice nieuw west
1
oostelijkhavengebied
1
pink1019
2
Pink1094/1095
1
PINKwest
1
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Prins Hendrik
1
stadspas
1
Transvaalbuurt
1
transvaalbuurt en indische buurt
1
transvaalsteedsbeter
1
van de buurt
2
vrienden van de Pijp
1
W.Molengraaffstraat
1
STELLINGEN
Figuur 3 dankzij de Sociale media ben ik beter op de hoogte van wat er gebeurt in mijn eigen buurt 66 jaar en ouder
51 - 64 jaar
36 - 49 jaar
21 - 34 jaar
eens neutraal
twitter
oneens zeer oneens
geen twitter
geen mening, nvt
hoog opgeleid
midden opgeleid
laag opgeleid 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
NB: De categorieën zeer meer eens en mee eens zijn samengevoegd
80%
90%
100%
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
19
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 4 dankzij twitter kom ik nu makkelijker in contact met ambtenaren van het stadsdeel dan voorheen 66 jaar en ouder
51 - 64 jaar
36 - 49 jaar
21 - 34 jaar
eens neutraal twitter
oneens zeer oneens
geen twitter
geen mening, nvt
hoog opgeleid
midden opgeleid
laag opgeleid 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
NB: De categorieën zeer meer eens en mee eens zijn samengevoegd
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
Figuur 5 dankzij twitter kom ik nu makkelijker in contact met de politici van mijn stadsdeel dan voorheen 66 jaar en ouder
51 - 64 jaar
36 - 49 jaar
21 - 34 jaar
eens neutraal
twitter
oneens zeer oneens
geen twitter
geen mening, nvt
hoog opgeleid
midden opgeleid
laag opgeleid 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
NB: De categorieën zeer meer eens en mee eens zijn samengevoegd
80%
90%
100%
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
20
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 6 politiek wordt voor mij een stuk interessanter dankzij politici die twitteren 66 jaar en ouder
51 - 64 jaar
36 - 49 jaar
21 - 34 jaar
eens neutraal
twitter
oneens zeer oneens
geen twitter
geen mening, nvt
hoog opgeleid
midden opgeleid
laag opgeleid 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
NB: De categorieën zeer meer eens en mee eens zijn samengevoegd
80%
90%
100%
Bron: Aanvullend panelonderzoek, 2012
Onderwerpen waarover via Sociale media gecommuniceerd kan worden Figuur 7 onderwerpen per leeftijdsgroep Informatie over wegopbrekingen in buurt
Ontwik stadsdeelpolitiek
50%
50,0%
45%
45,0%
40%
40,0%
35%
35,0%
30%
30,0%
25%
25,0%
20%
20,0%
15%
15,0%
Hyves Facebook Twitter dit is niet geschikt via sociale media
10%
weet ik niet, niet van toepassing
10,0%
5%
5,0%
0% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
,0% 1
2
3
4
21
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Sociale Media Monitor 2012
Figuur 8 onderwerpen per leeftijdsgroep buurtactiviteent
nieuwbouwprojecten 50,0%
70,0%
45,0% 60,0% 40,0%
50,0% 35,0%
30,0% 40,0%
Hyves Facebook 25,0%
Twitter dit is niet geschikt via sociale media
30,0%
weet ik niet, niet van toepassing
20,0%
15,0%
20,0%
10,0% 10,0% 5,0%
,0% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
,0% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Figuur 9 onderwerpen per leeftijdsgroep Onderwijs en scholing 50,0%
Nieuws en nieuwtjes 70,0%
45,0% 60,0% 40,0%
50,0%
35,0%
30,0% 40,0%
Hyves Facebook
25,0%
Twitter dit is niet geschikt via sociale media
30,0% 20,0%
weet ik niet, niet van toepassing
15,0% 20,0% 10,0% 10,0% 5,0%
,0% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
,0% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Figuur 10 onderwerpen per leeftijdsgroep bewonersavonden
Informatie over activiteiten voor jongeren
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
Hyves Facebook Twitter dit is niet geschikt via sociale media weet ik niet, niet van toepassing
20%
20%
10%
10%
0% 20 - 34 jaar
22
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder
% 20 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
65 jaar en ouder