Aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en eerste lijns voorzieningen
1 2 3 4
Inleiding ............................................................................................................. 2 Probleemstelling .............................................................................................. 4 Doelstelling ....................................................................................................... 4 Randvoorwaarden en uitgangspunten ......................................................... 4 4.1 Inhoud ......................................................................................................... 4 4.2 Proces ......................................................................................................... 5 5 Afbakening ........................................................................................................ 5 6 Eindresultaat ..................................................................................................... 5 7 Aanpak/werkwijze ............................................................................................. 5 8 Beheersaspecten .............................................................................................. 6 8.1 Organisatie ................................................................................................. 6 8.2 Tijd ............................................................................................................... 6 8.3 Financiën ..................................................................................................... 7 8.4 Communicatie .............................................................................................. 7 Bijlage 1 Voorbeeld gezinsplan .................................................................................. 8
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 1 van 19
1 Inleiding Op rijksniveau In het nieuwe regeerakkoord staat beschreven dat goede basiszorg zo dicht mogelijk bij de patiënt moet worden georganiseerd in een netwerk van zorg in de buurt. Eerstelijnszorg moet voor iedereen makkelijk bereikbaar zijn en het kabinet wil bereiken dat eerstelijnszorgverleners meer gaan samenwerken. Zo moeten er meer gezondheidscentra komen en andere samenwerkingsverbanden waar meerdere zorgverleners samenwerken (bijvoorbeeld huisartsen, apothekers, kraamzorg en fysiotherapeuten). Zij kunnen patiënten naar elkaar doorverwijzen of elkaars advies vragen. Zo wordt de patiënt sneller en completer geholpen. Zorgverleners en verzekeraars zijn met elkaar in overleg hoe deze samenwerkingsverbanden vorm kunnen krijgen. Ook als patiënten door meerdere zorgverleners tegelijk worden geholpen, moeten deze beter gaan samenwerken en elkaar vaker informeren. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) hebben in juni 2012 een akkoord gesloten over de huisartsenzorg. In het akkoord zijn onder meer de volgende afspraken gemaakt: Huisartsen hebben een centrale rol bij de verdere ontwikkeling van meer zorg in de buurt. Zij zullen daarvoor de invoering van innovatieve methoden gaan stimuleren, zoals e-health (consult en begeleiding via internet) en openingstijden die op de burger zijn afgestemd. Huisartsen zetten zich in om zo min mogelijk door te verwijzen naar medischspecialistische zorg. Het huidige stelsel kent een aantal knelpunten (Algemene Rekenkamer 2012): • Er is een te grote druk op de specialistische zorg. • Tekortschietende samenwerking rond kinderen en gezinnen. • Afwijkend gedrag wordt onnodig gemedicaliseerd. • Oplopende kosten als gevolg van deze knelpunten. Voor een nadere beschrijving van dit onderwerp verwijzen wij graag naar het advies van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg: Regie aan de poort, de basiszorg als verbindende schakel tussen persoon, zorg en samenleving. In de nieuwe versie van de concept tekst Jeugdwet (juli 2013), die binnenkort van kracht wordt, krijgt de huisarts bovendien de bevoegdheid om naar alle vormen van jeugdhulp te verwijzen. Dus niet alleen bij gezondheidsproblemen maar ook bij problemen rond opvoeding en gedrag. In dat kader is een verdergaande samenwerking met de gemeente een logische eerste stap. Op regionaal niveau In de nota definitiefase transformatie jeugdzorg is over de huisarts en wijkverpleegkundige het volgende vermeld:
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 2 van 19
-de huisartsVanouds is de huisarts een belangrijk vertrouwenspersoon. Ouders kunnen zich tot hem richten met lichamelijke of psychische klachten. De oorzaak van deze klachten hoeven niet altijd medisch van aard te zijn. Huisartsen doen meestal zelf een eerste onderzoek –‘wat is er precies aan de hand?’- om medische problematiek uit te sluiten. Is er wél sprake van een ziekte of aandoening dan verwijst hij zo nodig door naar een medisch specialist. Kan hij dat op voorhand niet constateren dan heeft hij de keuze om de casus zelf bij zich te houden of verder onderzoek te laten doen door een sociaal psychiatrische verpleegkundige. Een andere mogelijkheid is de casus door te geleiden naar een generalist. Dat laatste ligt met name voor de hand als er naar het oordeel van de huisarts geen medische componenten in het beeld zijn. Voorwaarde is dan wel dat de huisarts goed op de hoogte is van de werkwijze van de wijkgebonden generalisten. Dit zal met name het geval zijn als er met enige regelmaat persoonlijk contact is tussen beide beroepsgroepen. Samenwerking met de huisarts is van groot belang omdat de eerste met de komst van de nieuwe Jeugdwet mag doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp. -de wijkverpleegkundigeDe wijkverpleegkundige kan op eigen initiatief contact leggen met het gezin, bijvoorbeeld doordat hij of zij signalen krijgt uit de wijk. Ook kan de wijkverpleegkundige worden ingeschakeld door de huisarts of een andere lokale professional. Soms komt het voor dat mensen in een wijk signaleren dat er iets speelt rondom een bepaald kind zonder dat kan worden aangegeven wat er precies aan de hand is. Voor de wijkverpleegkundig kan dit aanleiding zijn voor een huisbezoek. Speelt er medisch sociale problematiek dan gaat de wijkverpleegkundige daar doorgaans zelf mee aan de slag. Als er andere zaken spelen dan kan deze een generalist van een gebiedsteam inschakelen.
Op lokaal niveau In de gemeente Doetinchem zien we dat twee bewegingen steeds meer met elkaar gaan samenvloeien. Dat is het CJG met het ‘CJG-aanspreekpunt’ –op dit moment worden deze professionals met een focus op ‘jeugd’ geleverd door IJsselkring, de welzijnsorganisatie- en dat is het wijkwerk nieuwe stijl met de ‘buurtcoach’ die in teamverband opereert. In september 2012 gaan de eerste twee teams van buurtcoaches in twee wijken van start. Deze teams starten met medewerkers van IJsselkring, MEE en de gemeentelijke afdelingen Werk&Inkomen en de WMO. Elk van hen brengt nog zijn eigen specialisme mee, maar na verloop van tijd wordt hun inzet breder. Door die beweging wordt het CJG-aanspreekpunt op termijn een ‘buurtcoach’. Een en ander betekent dat Doetinchem de zorg voor jeugdigen vooral wil enten op het wijkgericht werken, waarbij de voorkeur lijkt uit te gaan naar een organisatorische verankering binnen een WMO-achtige constructie (als overheids-BV of gemeentelijke afdeling). In de regio wordt ook een traject gestart met ouderen 65+ en de huisartsen/artsen Slingelandziekenhuis. Zij willen een pilot starten in Doetinchem, waarbij huisartsen screening doen van kwetsbare ouderen en bij meervoudige problematiek samenwerken met de buurtcoaches. Zij zijn bezig met onderzoeken of ze dan ook met het gezinsplan en de zorgmonitor gaan werken. Gemeente Bronckhorst kiest eveneens voor een integrale gebiedsgerichte aanpak. Een sociaal werker, die deel uitmaakt van een gebiedsgericht team, analyseert samen met de burger de vraag en het gewenste resultaat. Daarbij wordt breed gekeken naar het netwerk en alle leefdomeinen. Een belangrijk middel daarbij is het toewijzen van een Persoons Volgend Budget (PVB). Bronckhorst is voornemens in 2013 te starten met een pilot. Verder is er plaats ingeruimd voor zorgteams op scholen en kindcentra. In onze werkwijze willen we nadrukkelijk ook de relatie met de eerste lijns voorzieningen leggen. Dit ondermeer omdat er: • Meerdere toegangspoorten tot ondersteuning/zorg zijn; • Geen vanzelfsprekende samenwerking op gezinsniveau is, waardoor middelen mogelijk niet altijd effecient ingezet wordt en de kwaliteit van de ondersteuning het best is.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 3 van 19
2 Probleemstelling Welke afstemming tussen de poort van de eerste lijns voorzieningen en het generalistisch gebiedsteams is nodig om de toegankelijkheid, probleemverheldering en zorgaanbod bij meervoudige problematiek te verbeteren ? Definties/toelichting: Eerste lijns Generalistische gebiedsteams: Meervoudige problematiek:
Eerstelijnszorg is zorg waar u zelf zonder verwijzing naartoe kunt gaan. Bijvoorbeeld huisarts, tandarts, fysiotherapeut of psycholoog. De teams van buurtcoaches in Doetinchem en de sociale gebiedsteams in Bronckhorst. Personen met twee of meer somatische of psychische aandoeningen die samenhangen met problemen op andere levensgebieden zoals huisvesting, arbeid en inkomen, onderwijs, en gezin, waarbij deze problemen elkaar in stand houden of versterken, en die hiervoor zijn aangewezen op hulp
3 Doelstelling ⇒ Laagdrempelige toegang tot zorg (voor de burger maakt niet uit waar hij/zij ‘aanklopt’) ⇒ Verbetering samenwerking generalistische gebiedsteams, vrijwilligers, 1e en 2e lijns ondersteuning, inclusief zicht op taak en rolverdeling ⇒ Gezinsgerichte benadering ⇒ Streven naar een vermindering van de instroom in de 2e lijn, zoals 2e lijns gezondheidszorg, jeugdzorg of GGZ ⇒ De sociale kaart is bekend; professionals in het gebied kennen elkaar en weten waar en wanneer men te bereiken is ⇒ Beschrijving kansen en valkuilen voor werking nieuwe uitvoeringspraktijk en ook oplossingen of ontwerp voor nieuwe uitvoeringspraktijk/samenwerking
4 Randvoorwaarden en uitgangspunten 4.1 Inhoud -
Kosteneffectief Kwaliteit van de keten van zorg (goede afstemming, voorkomen van dubbelingen)
-
Vraaggerichte werkwijze Inzet van eigen kracht van burger en omgeving Resultaatgericht
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 4 van 19
4.2 Proces -
Medewerking van eerste lijns voorzieningen Meerwaarde voor eerstelijns zorg en generalistische gebiedsteams Geen extra tijd en geld nodig voor structurele verbetering in samenwerking. Communicatie en bereikbaarheid van alle partijen is optimaal. Gebruik van resultaten en uitrol binnen de gemeenten en mogelijk andere gemeenten in de Provincie.
5 Afbakening -
Bronckhorst en Doetinchem, mogelijke modellen regionaal bruikbaar Selectie van trajecten op basis van: o Problematiek op twee of meer domeinen (met name gericht op problematiek die we nu niet in huis kennen zoals jeugdzorg en AWBZ) o Burger en haar omgeving is gemotiveerd om mee te werken o Geen sprake van veiligheidsrisico’s voor het kind of een juridische maatregel (met name in de jeugdzorg) o Nieuwe klanten of nieuwe vragen van een bestaande klant
6 Eindresultaat -
Werkwijze integrale toegangspoort/samenwerkingsmodel In dit plan sluiten wij op voorhand niet uit dat meerdere samenwerkingsmodellen getest worden. Samenwerkingsmodel op casusniveau Uitwerking/test samenwerkingsmodel bij x aantal casussen.
7 Aanpak/werkwijze De aanpak bestaat uit twee delen, namelijk: Deel 1 - Eerste verkenningen tussen eerste lijn en gemeenten (inventariseren van ontwikkelingen binnen eerste lijn en bij gemeenten) - Formuleren van doelen en uitgangspunten - Opstellen samenwerkingsmodellen Deel 2 - Voorbereiding van de uitvoering van de pilot - Behandeling van de casussen
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 5 van 19
8 Beheersaspecten 8.1 Organisatie Projectgroep: -
Projectleider Beleidsmedewerker gemeente Bronckhorst en Doetinchem Participatieconsulent/buurtcoach Vertegenwoordiging vanuit de eerste lijn
8.2 Tijd De pilot gaat over de periode juni tm. juni 2014. Einde fase 1: Voorbereiding project Oktober 2014 -
Indienen projectplan en subsidie-aanvraag bij de provincie Gelderland Besluit over werving projectleider.
September 2014 -
Voorbereidende werkzaamheden voor start project per januari 2013 o Concretisering van samenwerkingsmodellen o Vastleggen evaluatiemomenten o Definitieve evaluatiecriteria en te meten resultaten beschrijven o Besluit provincie over subsidie
Fase 2: Uitvoering project Januari - september 2014
Uitvoering projectplan.
Fase 3: Evaluatie en afronding September 2014 -
-
Eindevaluatie en monitoring van de gekozen samenwerkingsvormen binnen de pilots gedurende fase 2 door de projectleider. Presentatie van de pilotresultaten: eerste scenario’s van het implementatieplan. Regionaal implementatieplan uitwerken dat draagvlak heeft bij zowel de eerstelijns zorgverleners als bij de gemeente.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 6 van 19
8.3 Financiën Actie
Frequentie
Aantal uren
Inwerken, kennismaken Ontwikkelen samenwerkingsmodellen Overleg projectgroep plus voorbereiding Rapportage fase 2 Evaluatie en rapportage fase 3 Voorbereiden en presentatie eindresultaat Implementatieplan uitrol Overleggen divers Reistijd
40 uur 120 uur 8 X 4 uur 10 mnd X 8 uur 3 mnd X 16 uur 24 uur 32 uur 10 mnd X 4 uur 10 mnd X 4 uur
Totaal projectleider Extra inzet participatieconsulentes/ buurtcoaches Extra inzet secretariele ondersteuning Overige kosten
12 mnd X 8 uur 12 mnd X 8 uur
Totaal aantal uren project
Kosten Kosten per uur 40 120 32 80 48 24 32 40 40 456
80
36480
96 96
50 50
4800 4800 2500
648
48580
De kosten van het project schatten wij in op ruim € 48.500,- Dit willen verdelen in twee delen, namelijk fase 1 en 2 en vervolgens fase 3. Fase 1 Fase 2 Fase 3 Totaal
16960 20800 10820 48580
Fase 1 en 2 omvat een bedrag van € 37.760,-, waarbij we de provincie verzoeken 75% (€ 28.320) te financieren. De gemeenten hebben voor deze fasen een cofinanciering van 25% (€ 9440,-), die we als volgt opbouwen: Cofinanciering Uren beleidsmedewerkers Financiele bijdragen gemeenten
5120 4320
Fase 3 omvat een bedrag van € 10.820,-, waarbij we de provincie verzoeken 75% (€ 8.115,-) te financieren. De gemeenten hebben voor deze fasen een cofinanciering van 25% (€ 2.705), die we als volgt opbouwen: Cofinanciering Uren beleidsmedewerkers
2705
Dit betreft 34 uren voor beleidsmedewerkers voor betrokkenheid bij de interviews voor de evaluatie, de presentatie van de pilotresultaten en de uitrol van het implementatieplan.
8.4 Communicatie Uitwerken in communicatieplan
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 7 van 19
Bijlage 1 Voorbeeld gezinsplan Gezinsplan regio Achterhoek Invulgegevens e Datum 1 contact Invuldatum: Aanpasdatum: Gezin Naam gezin Straat Postcode Aantal gezinsleden Betrokken gezinsleden en netwerk Achternaam Voornaam
Wijze contact Ingevuld door: Aangepast door:
Huisnummer Woonplaats
Geboortedatum
e
Relatie
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
BSN
Pagina 8 van 19
Inkomenssituatie
Het verhaal (belangrijke informatie over betrokkenen)
1. Denk aan de beschrijving van de domeinen (indien gewenst tabel in bijlage 1 toevoegen) Balans
1. Het gaat om de draagkracht en – last van betrokken, welke mensen kunnen steun bieden. 2. Zie voor toelichting van het balansmodel http://www.cjgachterhoek.nl/images/downloads/professionals/CJG%20Regionaal/Balansmodel.pdf
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 9 van 19
Inschatting Veiligheid en Kindermishandeling 1. Zijn er vermoedens of aanwijzingen dat de jeugdige op dit moment fysiek in gevaar is? Ja Nee Onbekend 2. Zijn er aanwijzingen voor bedreigend handelen of nalaten van de ouder(s)? Ja Nee Onbekend 3. Zijn er kindsignalen die wijzen op een onveilige situatie of kindermishandeling? Ja Nee Onbekend 4. Zijn er andere aanwijzingen voor een mogelijk onveilige opvoedsituatie? Ja Nee Onbekend
Een toelichting op de vragen tref je in bijlage 2. Is het antwoord op één van deze vier vragen ‘ja’? Vul dan ook de LIRIK1[1] in en neem contact op met BJZ voor consultatie en advies Is het antwoord op twee of meer vragen ’onbekend’? Vraag dan een vervolggesprek en/of informatie aan
1[1] Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling (LIRIK). Ter Berge, I & Eijgenraam, K. NJI. Herziene versie 2009
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 10 van 19
Betrokkenen Naam
Relatie tot het gezin en/of werkzaam bij welke instantie
Op welke dagen goed bereikbaar
Telefoonnummer
Zorgcoördinator:
Afspraken over afstemming:
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 11 van 19
Mailadres
Doelen
1. Zie voor een toelichting voor het SMART beschrijven bijlage 3
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 12 van 19
Afsprakenlijst Nr.
Doel
Wie doet
Start datum
Wat
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 13 van 19
Geplande einddatum
Doel bereikt?
Akkoordverklaring gezinsplan en toestemmingsverklaring informatie-uitwisseling Gaat u akkoord met het gezinsplan en toestemming voor informatie-uitwisseling met relevante instanties (huisarts, school/dagverblijf, eerdere of huidige hulpverlening)? Naam Geboortedatum Hierbij geeft/geven ondergetekende(n) toestemming tot informatie-uitwisseling met de instanties: Huisarts School/dagverblijf
Contactgegevens:
Contactgegevens:
Contactgegevens:
Naam en handtekening:
Datum: (naam van cliënt/ouder/verzorger: als de cliënt 12 jaar of ouder is en in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen, dan moet de jeugdige zelf toestemming verlenen voor gegevensuitwisseling met derden)
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 14 van 19
Bijlage 1
Verhaal vanuit de domeinen
Vragen
Inkomsten en uitgaven (over geld dat binnenkomt en er weer uit gaat)
Levensterreinen Dagbesteding (werk, opleiding)
Wonen (uw verblijfplaats of onderdak)
Loop ik op dit gebied ergens tegenaan? Zo ja, wat dan? Zo nee, ga door met het volgende levensterrein.
Vragen
Gezin (hoe gaan de gezinsleden met elkaar om, opvoeding van kinderen)
Levensterreinen Geestelijke/psychische gezondheid
Lichamelijke gezondheid
Loop ik op dit gebied ergens tegenaan? Zo ja, wat dan? Zo nee, ga door met het volgende levensterrein.
Vragen
Verslaving (bv. drank, drugs)
Levensterreinen Huishouding (wassen, koken, boodschappen, eigen verzorging en van een ander, administratie)
Loop ik op dit gebied ergens tegenaan? Zo ja, wat dan? Zo nee, ga door met het volgende levensterrein.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 15 van 19
Sociale contacten (de omgang met familie, vrienden en kennissen)
Vragen
Vrijetijdsbesteding (plezier van hobby, liefhebberij of bezigheid)
Levensterreinen Politie/justitie (in (recent) verleden in contact mee geweest)
Loop ik op dit gebied ergens tegenaan? Zo ja, wat dan? Zo nee, ga door met het volgende levensterrein.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 16 van 19
Bijlage 2
Inschatting Veiligheid en Kindermishandeling
Vraag 1: Fysiek gevaar Dit houdt in dat het kind beschermd wordt tegen gevaar, bijvoorbeeld doordat er geen gevaarlijke voorwerpen in het huis zijn, de omgeving niet gevaarlijk is, er geen bedreigende toxische invloeden zijn en er toezicht is van een volwassene. Vraag 2: Bedreigend handelen of nalaten door ouders. Adequate basale verzorging betekent zorg voor de gezondheid en voor het fysiek normale voorzieningen (zoals voedsel, ruimte, onderwijs, et cetera) en noodzakelijke spullen (kleding, een slaapplek, et cetera). Een ander aandachtspunt betreft structuur, continuïteit, stabiliteit en voorspelbaarheid van de opvoeding en de opvoeder. De structuur moet voor het kind ondersteunend zijn en flexibel, dat wil zeggen aangepast aan wat het kind nodig heeft. Er moet altijd een volwassene beschikbaar zijn die duidelijke regels en grenzen hanteert en realistische eisen stelt. Het kind moet niet meer verantwoordelijkheid krijgen dan hij aan kan en binnen die begrenzing de gevolgen van zijn gedrag kunnen ervaren (Bartels & Heiner, 1994). Voldoende emotionele en affectieve aandacht wordt belangrijk gevonden voor de psychische veiligheid van het kind. Het gaat hier om aandacht in de zin van geborgenheid, steun, begrip en respect. De nadruk ligt daarbij op aandacht van de opvoeder voor het kind. Er moet sprake zijn van een affectieve band tussen ouder kind. Daarbij gaat het om een wederzijds gevoel van genegenheid; een interactie tussen ouderen kind. Vraag 3: Onveilige situatie of kindermishandeling In de opvoeding dient enig structureel gevaar voor het kind, in de zin van kindermishandeling (fysiek, seksueel en psychisch) afwezig te zijn. Signalenlijsten per leeftijdscategorie zijn te vinden op http://jeugdengezin.zorgoogachterhoek.nl/paginas/zorgoog1.aspx Vraag 4: Andere aanwijzingen onveilige opvoedsituatie Een aandachtspunt betreft de veranderingsmogelijkheden van de ouders en het openstaan voor hulpverlening. Belangrijk is dat ouders inzicht hebben in de problematiek en gemotiveerd zijn om hulp te aanvaarden. Ouders moeten ondersteuning accepteren en zich leerbaar opstellen, maar ook inzicht geven in hun eigen gedrag en indien nodig bereid zijn om zich te laten controleren (Vinke, 2003). Essentieel bij het beoordelen én het bespreken van veiligheid is een neutrale basishouding. De werker moet zich een beeld vormen van onder andere de omgang tussen ouder en kind, de leefomstandigheden en de mogelijkheden van de ouder. Daarbij spelen altijd persoonlijke normen en waarden een rol: wat men nog wel of niet meer acceptabel vindt, wordt mede bepaald door het eigen referentiekader. Toch is het belangrijk om zo objectief mogelijk te beoordelen en je te realiseren dat verschillende gezichtspunten mogelijk zijn. De volgende tips helpen de werker bij het zo objectief mogelijk kijken: • Bekijk de zaak van verschillende kanten: verzamel informatie over verschillende onderwerpen en bij verschillende informanten. • Lijstjes met aandachtspunten helpen om geen belangrijke zaken over het hoofd te zien. • Maak onderscheid tussen concrete, feitelijke informatie en de beleving of mening van anderen. • Vraag altijd goed na wat een ander bedoelt. • Let op dat niet alleen aandacht wordt besteed aan fysieke of materiële aspecten van veiligheid. Deze zijn, doordat ze concreter zijn, makkelijker vast te stellen dan emotionele aspecten. Maar daarmee is het beeld mogelijk niet volledig.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 17 van 19
Bijlage 3
SMART doelen in gezinsplan
SMART doelen Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Voorbeelden van SMART-doelen Iets zinvols doen, iets kunnen betekenen. Ik wil iets bijdragen, niet alleen maar thuis zitten. Ik wil vrijwilligerswerk doen om iets te kunnen betekenen voor andere mensen. SMARTIE-doel: ik wil binnen drie maanden twee dagdelen in de week vrijwilligerswerk doen voor ouderen, bijvoorbeeld in een verzorgingshuis. Structuur in de tijd Alle dagen lijken op elkaar, ik wil iets hebben om voor op te staan. SMARTIE-doel: ik wil de komende maand beginnen met drie ‘vaste’ activiteiten in de ochtend, zodat ik weer een ‘normaal’ dag- en nachtritme krijg. Betaald werk Ik wil niet afhankelijk zijn van de sociale dienst; ik wil financieel voor mezelf kunnen zorgen. Ik wil gewoon een baan, een baas, collega’s, met anderen mee kunnen praten over vroeg op en sores op het werk… SMARTIE-doel: ik start een half jaar met vrijwilligerswerk, liefst administratief van karakter en met anderen samen, opbouwend van 2 naar 6 dagdelen, om weer arbeidsritme op te doen en te ervaren wat ik aankan. Als dat lukt, ga ik daarna met mijn UWV-consulent overleggen over een werkervaringsplaats. Ambachtelijk of creatief bezig zijn Ik wil met mijn handen werken, zien dat er echt iets uit komt. Ik vind het enig om naar huis te gaan met iets wat ik zelf gemaakt heb. SMARTIE-doel: ik wil binnen twee maanden een vaste activiteit hebben voor minstens één, liefst twee of drie dagdelen per week op een plek waar echt iets gemaakt wordt (met materiaal of techniek van voorkeur).
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 18 van 19
Sociale contacten Ik wil meer contact met andere mensen krijgen. Ik spreek soms hele dagen geen mens. SMARTIE-doel: ik geef mij nog deze week op bij de gespreksgroep bij mij in de kerk die elke week bij elkaar komt. Zorg: verergering van klachten voorkomen of klachten verminderen Ik wil op zoek naar een vorm van bewegen waardoor ik minder snel stijf word en de pijn wordt verlicht. SMARTIE-doel: ik vraag deze week aan mijn fysiotherapeut wat hij mij aanraadt, en ga dan komende maand op twee plekken kijken of het mij wat lijkt. Leren omgaan met een handicap of beperking Ik wil langzaam gaan beginnen om er achter te komen wat ik nog kan doen met mijn versleten heup, zonder de pijn te verergeren. SMARTIE-doel: ik vraag advies aan de orthopeed over een goed opbouwschema, en spreek met mijn vrijwilligerswerkplek af dat ik dat twee maanden zo volg. Afleiding: los komen van de ellende thuis, iets leuks doen Ik moet er gewoon even uit. Ik wil iets helemaal voor mezelf doen, zodat er ook iets anders is dan alleen de problemen. Een tekencursus lijkt me leuk. SMARTIE-doel: ik vraag informatie op bij het creatief centrum, over de cursussen die volgende maand beginnen en geef me op voor een beginnerscursus.
e
Projectvoorstel aansluiting buurtcoaches/sociale gebiedsteams en 1 lijns voorzieningen
Pagina 19 van 19