Inrichting sociale gebiedsteams gemeente Buren Startnotitie inrichting sociale gebiedsteams Buren - mei 2014
Inhoud 1.
Samenvatting................................................................................................................................. 3
2.
Inleiding .......................................................................................................................................... 4
3.
Vastgesteld beleidskader ............................................................................................................ 6
4.
Generalisten, specialisten of een combinatie? ........................................................................ 7
5.
Netwerkorganisatie of hiërarchische organisatie? ................................................................... 8
6.
Functioneel leiderschap bij de gemeente of zelfsturing door het gebiedsteam? ................ 9
7.
Eigen vaste locatie of aansluiten bij bestaande vindplaatsen? ........................................... 10
8.
Twee of vier sociale gebiedsteams in onze gemeente? ....................................................... 11
9.
CJG opnemen in het gebiedsteam of niet? ............................................................................ 12
2
1. Samenvatting De gemeente Buren bereidt zich voor op de nieuwe taken Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De nieuwe taken gaan over naar de gemeente, omdat de gemeente beter kan inspelen op lokale omstandigheden en de zorgbehoefte van cliënten. Ook zijn gemeenten beter in staat verbindingen te leggen tussen bijvoorbeeld, zorg, onderwijs, werk, inkomen, wonen, veiligheid, etc. Hulp en ondersteuning moet voor iedereen makkelijk toegankelijk zijn, of het nu gaat om kleine vragen of grotere problemen. Sociale gebiedsteams hebben een belangrijke rol in het organiseren van de ondersteuning dichtbij de inwoners, het leggen van verbindingen, het zorgen dat de zorg zo licht mogelijk is en betaalbaar blijft. Het sociale gebiedsteam geeft informatie en advies op de negen levensdomeinen: wonen, huishouden voeren, ontmoeten, meedoen, werken, opgroeien, rondkomen, leren en zorgen. Het team signaleert vroegtijdig ondersteuningsvragen en risico’s van isolement of probleemescalatie. Het verheldert vragen van de inwoner, het huishouden. Het gebiedsteam verstrekt de eigen kracht, wat mensen zelf kunnen en de kracht van het sociale netwerk, wat familie, vrienden, buren voor elkaar kunnen betekenen. Het team sluit aan op de eigen netwerken in dorpen: kennis, contacten en relaties tussen inwoners die bijdragen aan een sterk sociaal weefsel. Het gebiedsteam verleent toegang tot ondersteuning en zorg, die het niet zelf in huis heeft. Het gebiedsteam coördineert en evalueert de ondersteuning en zorg rond het huishouden (één huishouden, één plan, één regisseur). Met deze nota deelt het college een zestal vraagstukken met de raad en verzoekt om een richtinggevend kader voor de inrichting van de sociale gebiedsteams in de gemeente Buren. 1. Gebiedsteam samenstellen met generalisten, specialisten of een combinatie daarvan? Voorstel: kiezen voor een gebiedsteam bestaande uit medewerkers met T-profiel: met naar buiten de brede blik en brede basiskennis (generalist) en binnen het team een specialisme op kennis van zorg, ondersteuning en samenlevingsopbouw (specialist). 2. Gebiedsteam als netwerkorganisatie of hiërarchische organisatie? Voorstel: kiezen voor een netwerkorganisatie; een samenwerkingsverband van meerdere organisaties. Juridisch vormen zij geen geheel. Het team is samengesteld uit personen die in dienst blijven bij de eigen ‘moederorganisatie’. 3. Functioneel leiderschap bij de gemeente of zelfsturing door het gebiedsteam? Voorstel: Kiezen voor aansturing van het sociale gebiedsteam via functioneel leiderschap door de gemeente, voor in ieder geval de eerste twee jaar. De gemeente gebruikt deze periode om kennis en ervaring op te doen. Na deze periode vindt evaluatie plaats. In een volgende fase, waarin kennis en ervaring reeds aanwezig is, kan de gemeente mogelijk meer op afstand sturen. 4. Eigen vaste locatie of aansluiten bij bestaande vindplaatsen? Voorstel: kiezen voor flexibele aansluiting bij de natuurlijke vindplaatsen van de doelgroep en informele netwerken binnen het eigen verzorgingsgebied, daar waar inwoners toch al komen. 5. Twee of vier sociale gebiedsteams in onze gemeente? Voorstel: Kiezen voor vier gebiedsteams in de gebieden rond de kernen Beusichem, Buren, Lienden en Maurik. Deze vier teams hebben één gezamenlijke interne organisatie. 6. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) opnemen in het gebiedsteam of niet? Voorstel: kiezen voor het laten opgaan van het CJG in de sociale gebiedsteams met uitzondering van het overleg van het Jeugd Preventie Netwerk (JPN)
3
2. Inleiding De gemeente Buren staat, net als alle gemeenten in Nederland, voor de taak lokaal het stelsel van maatschappelijke ondersteuning grondig te verbouwen. De drie transities: Participatiewet, de Jeugdwet en de nieuwe Wmo, geven de gemeente meer verantwoordelijkheid en minder financiële middelen. De kern van het nieuwe stelsel zijn de sociale gebiedsteams. Een nieuwe manier van denken en handelen is nodig. Er zal meer een beroep gedaan worden op de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn of haar sociale netwerken.
Overheid
Instellingen
Burgers
rollen en verhoudingen veranderen!
Participatie en eigen kracht zijn sleutelbegrippen. Al met al een uitdagende opgave voor de gemeente en haar partners in het sociale domein, die vraagt om een nieuwe manier van werken en samenwerken. Bij de vormgeving van de sociale gebiedsteams spelen twee ontwikkelingen een belangrijke rol: 1. van individueel naar collectief; 2. van formeel naar informeel. ad. 1 van individueel naar collectief Oplossingen voor ondersteuning zullen zoveel mogelijk gezocht moeten worden in collectieve arrangementen. De term ‘arrangement’ verwijst naar het pakket van oplossingen die de burger heeft voor zijn ondersteuningsbehoefte. Een collectieve oplossing kan door meerdere personen tegelijk worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn de regiotaxi of een inloophuis. Collectieve zorg en ondersteuning is goedkoper dan individuele. Ook past het beter bij de participatie-gedachte: iedereen doet mee in de samenleving. Collectieve oplossingen brengen mensen bij elkaar.
ad. 2. van formeel naar informeel Er zal een groter beroep worden gedaan op de informele ondersteuning. Formele en informele ondersteuning moeten goed op elkaar afgestemd zijn en dat is maatwerk. Hierdoor kan de zorg wel beschikbaar blijven, terwijl de kosten (van professionele) zorg dalen.
4
In deze nota richten wij ons op de inrichting van de sociale gebiedsteams: waarbij begrippen als integraal, gebiedsgericht, dichtbij en in de lokale samenleving van de gemeente Buren centraal staan. Samenwerking met inwoners, ziektekostenverzekeraars, zorgaanbieders, welzijnsinstellingen, cliëntvertegenwoordiging, huisartsen en scholen is noodzakelijk. Veel dingen moeten we in de praktijk ondervinden. De bestemming staat vast, de route er naartoe is in ontwikkeling. De gemeenteraad gaf al eerder een kader mee voor de beleidsontwikkeling op de drie transities. In deze nota vraagt het college richting aan de raad voor de nadere uitwerking op de volgende vraagstukken: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Generalisten, specialisten of een combinatie? Netwerkorganisatie of hiërarchische organisatie? Functioneel leiderschap bij de gemeente of zelfsturing door het gebiedsteam? Eigen vaste locatie of aansluiten bij bestaande vindplaatsen? Twee of vier sociale gebiedsteams in onze gemeente? Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) opnemen in het gebiedsteam of niet?
5
3. Vastgesteld beleidskader In de nota “Contouren voor een sociaal Rivierenland” inclusief de lokale paragraaf gaf de gemeenteraad een aantal kaders mee voor de uitwerking van de transities (raadsbesluit 1-10-2013). Deze kaders zijn richtinggevend bij de ontwikkeling van de sociale gebiedsteams: Vertrek vanuit de burger; o Het gebiedsteam sluit aan op netwerken in dorpen: kennis, contacten en relaties tussen inwoners die bijdragen aan een sterk sociaal weefsel; o Het gebiedsteam speelt in op leefsituatie en leefstijlkenmerken van inwoners en dorpen; o Het gebiedsteam werkt vraag-gestuurd. Het sociale gebiedsteam voert de volgende taken uit: o Informatie en advies; o Signalering; o Vraagverheldering (keukentafelgesprek); o Toeleiding; o Levering van kortdurende hulp en ondersteuning; o Coördineren, monitoren en evalueren. De toegang tot informatie, advies, ondersteuning en voorzieningen wordt zo lokaal, zo licht en zo dichtbij mogelijk georganiseerd en uitgevoerd; Informatie en advies wordt ondersteund door sterke, actuele en goed gevulde kanalen met publieksinformatie: digitaal, telefonisch, op papier en fysiek bereikbaar; Toeleiding naar alle vormen van ondersteuning; De toegang is voor iedereen, van 0 tot 100 jaar, op dezelfde wijze georganiseerd; Het sociale gebiedsteam verbindt alle negen levensterreinen: wonen, huishouden voeren, ontmoeten, meedoen, werken, opgroeien, rondkomen, leren en zorgen; De kennis die daarvoor nodig is, is aanwezig in of oproepbaar voor het gebiedsteam; In het sociale gebiedsteam wordt het keukentafelgesprek gevoerd; Inwoners zo veel mogelijk zelf laten organiseren: o Het sociale gebiedsteam versterkt de eigen kracht: wat mensen zelf kunnen; o Het sociale gebiedsteam versterkt de kracht van het sociale netwerk: wat familie, vrienden, buren voor elkaar kunnen betekenen; Werken vanuit het principe: één huishouden, één plan, één regisseur; Netwerken staat centraal, er is een onlosmakelijke verbinding tussen: o het sociale gebiedsteam van medewerkers uit de eerste lijn. Te denken valt aan: maatschappelijk werkers, wijkverpleegkundigen, ouderenadviseurs, opbouwwerkers, wmoconsulenten; o informele netwerken in de dorpen, bestaande uit actieve vrijwilligers en lokale sleutelpersonen. Voorkomen (preventie) gaat voor oplossen (curatie); Terugleiding van zware naar lichte ondersteuning; Collectieve oplossingen gaan boven individuele oplossingen; Professionals hebben de vrijheid om voor passende oplossingen te zorgen, indicaties worden alleen toegepast als dat wettelijk is bepaald; Specialistische expertise wordt regionaal georganiseerd, maar is lokaal beschikbaar en oproepbaar bij ingewikkelde vraagstukken. Met de groeinota jeugdzorg gaf de raad aanvullend het volgende kader mee (raadsbesluit 10-122013): het gebiedsteam is uiterlijk 1 september 2014 operationeel om een soepele overgang voor de cliënten per 1 januari 2015 te garanderen.
6
4. Generalisten, specialisten of een combinatie? Het sociale gebiedsteam vormt de kern voor het nieuwe stelsel van welzijn en zorg. Lichamelijke en geestelijke zorg, ondersteuning en samenlevingsopbouw zijn belangrijke elementen in het sociaal gebiedsteam. We vragen van de medewerkers in het gebiedsteam dat zij alle negen levensdomeinen overzien en kunnen verbinden. Het gaat om de volgende terreinen: wonen, huishouden voeren, ontmoeten, meedoen, werken, opgroeien, rondkomen, leren en zorgen. De vraag ligt voor of het gebiedsteam gebaat is bij een samenstelling met generalisten of specialisten. Generalisten typeren zich door van veel onderwerpen iets te weten (breedte). Specialisten typeren zich door van enkele onderwerpen veel te weten (diepte). Het sociaal gebiedsteam start door het bijeen brengen van specialisten. Naar mate het team langer samenwerkt en de teamleden onderling kennis uitwisselen, zal er een doorgroei mogelijk worden naar generalisten (brede basiskennis). Dit biedt de optie van een mix tussen de generalist en de specialist; de medewerker met een zogenaamd T-profiel. Naar buiten toe is iedereen generalist, blijkend uit een brede blik en basiskennis op de negen levensdomeinen. Daarmee kan de medewerker inschatten welke levensdomeinen in een bepaalde casus van toepassing zijn en kan hij deze verbinden. Binnen het sociaal gebiedsteam heeft iedereen een specialisme met diepere kennis van zorg (lichamelijk en geestelijk), ondersteuning en samenlevingsopbouw. Het blijvend vormgeven van het gebiedsteam met uitsluitend specialisten is geen reële optie. De zuivere specialist overziet en verbindt immers niet de negen levensdomeinen. We onderscheiden daarmee twee reële opties: a. Het gebiedsteam bestaat uit generalisten, die van veel onderwerpen iets weten; b. Het gebiedsteam bestaat uit medewerkers met een T-profiel; met naar buiten de brede blik en brede basiskennis en binnen het team een specialisme op kennis van zorg, ondersteuning en samenlevingsopbouw. Voordelen van de generalist (t.o.v. de medewerker met een T-profiel): De generalisten overziet de breedte van alle negen levensdomeinen; De generalist heeft basiskennis van de negen levensdomeinen en kan ze van daaruit verbinden; De generalisten past goed bij het principe: één huishouden, één regisseur. Nadeel generalist: De breedte waarop de generalist kwalitatief goed kan werken, is beperkt. Voordelen medewerker met een T-profiel (t.o.v. een generalist): Een goede balans tussen de generalist en de specialist: combinatie van de brede blik en brede basiskennis op de negen levensdomeinen en specialistische kennis van zorg, ondersteuning en samenlevingsopbouw; Door het specialisme is de kwaliteit binnen het gebiedsteam gewaarborgd; Door het specialisme kan het gebiedsteam kortdurende hulp en ondersteuning zelf uitvoeren, dat is veelal goedkoper dan inkoop van externe deskundigheid. Nadeel medewerker met een T-profiel Doorontwikkelen van een specialist naar een medewerker met een T-profiel vraagt een investering in tijd en geld, maar ook een open houding om van elkaar te willen leren. Voorstel 1: kiezen voor een gebiedsteam bestaande uit medewerkers met T-profiel: met naar buiten de brede blik en brede basiskennis (generalist) en binnen het team een specialisme op kennis van zorg, ondersteuning en samenlevingsopbouw (specialist).
7
5. Netwerkorganisatie of hiërarchische organisatie? Voor wat betreft de organisatievorm van het sociale gebiedsteam onderscheiden we twee hoofdvormen: a. Een netwerkorganisatie: Een netwerkorganisatie is een samenwerkingsverband van organisaties die juridisch geen geheel vormen. Het is een team van personen die in dienst blijven bij de verschillende eigen moederorganisaties. b. Een hiërarchische organisatie: Een hiërarchische organisatie is een organisatie die juridisch één geheel vormt. Het is een team van personen die allemaal in dienst zijn bij dezelfde organisatie. Voordelen netwerkorganisatie (t.o.v. hiërarchische organisatie): Kennis en betrokkenheid van de moederorganisatie blijft behouden; Specialisme van de professional blijft gevoed door de moederorganisatie; Moederorganisatie kan snel zorgen voor tijdelijke vervanging bij ziekte of vertrek; Gebruik van bestaande ketenpartners die bekend zijn met bestaande lokale en regionale netwerken; Samenwerking tussen verschillende organisaties geeft kansen zowel binnen als buiten het gebiedsteam om van elkaar te leren, tot vernieuwing te komen, kennis te delen en dubbelingen te voorkomen; Flexibiliteit om de samenstelling tussentijds aan te passen; wisselen van een samenwerkingspartner verandert niet direct de gehele organisatie. De andere partners blijven immers onveranderd. Voordelen hiërarchische organisatie (t.o.v. netwerkorganisatie): Medewerkers kunnen zich volledig focussen op één organisatie; Geen verstrengeling van belangen van het sociale gebiedsteam en de moederorganisatie; Mandaat binnen één organisatie is eenvoudig te regelen; Eén gezamenlijke identiteit naar buiten is vanzelfsprekend, er zijn immers geen andere organisaties betrokken; Juridische aansprakelijkheid is geregeld.
Voorstel 2: kiezen voor het sociale gebiedsteam als netwerkorganisatie, een samenwerkingsverband van meerdere organisaties. Juridisch vormen zij geen geheel. Het team is samengesteld uit personen die in dienst blijven bij de eigen ‘moederorganisatie’.
Iedere vorm heeft sterke en minder sterke kanten. Bij de keuze is het zaak om voorwaarden te stellen om de minder sterke kanten te compenseren. Voorwaarden die de komende periode nader worden uitgewerkt: Goed mandaat vanuit de moederorganisatie aan de medewerker in het sociaal gebiedsteam. De medewerker moet geen toestemming van de moederorganisatie hoeven te vragen, voor zijn taken in het sociaal gebiedsteam. Sturen op één gezicht naar buiten, het sociaal gebiedsteam moet een eigen herkenbaarheid en identiteit hebben; Afspraken maken over het overdragen van juridische aansprakelijkheid.
8
6. Functioneel leiderschap bij de gemeente of zelfsturing door het gebiedsteam? In lijn met de keuze voor een netwerkorganisatie, blijft het formele leiderschap van de afzonderlijke teamleden bij de moederorganisatie. Voor de aansturing van het sociaal gebiedsteam leggen we twee opties voor: a. Functioneel leiderschap bij de gemeente; Een functioneel leidinggevende is verantwoordelijk voor de resultaten en de werkwijze van een persoon of een team. Hij is niet verantwoordelijk voor de HRM taken, zoals beoordeling en beloning. b. Zelfsturing door het gebiedsteam; Een team dat werkt zonder leiding, medewerkers krijgen de ruimte om hun werk zelf zo in te richten dat zij de gestelde resultaten bereiken. Voordelen functioneel leiderschap bij de gemeente (t.o.v. zelfsturing): De gemeente heeft directe invloed op het ontwikkelproces. Het werken in sociale gebiedsteams is nieuw en vraagt een proces van leren en ontwikkelen; Gemeente is zelf geen uitvoerder van ondersteuning of zorg, en is daardoor relatief onafhankelijk; De gemeente heeft grip op budgetten. De sociale gebiedsteams bepalen de toegang tot (dure) gespecialiseerde zorg en hebben daarmee direct invloed op de uitgaven van de gemeente. Budgetbeheersing is des te belangrijker in een fase van vernieuwing en ontwikkeling met bezuinigde decentralisatiebudgetten. Met functioneel leiderschap heeft de gemeente dagelijkse betrokkenheid. Functioneel leiderschap bij de gemeente biedt een waarborg voor ons gebruikelijke dienstverleningsniveau. Voor professionals is de start van het gebiedsteam een onzekere tijd, omdat er veel verandert en de gemeente veel van het team vraagt. Duidelijke kaders geven professionals houvast. Voordelen zelfsturing door het gebiedsteam (t.o.v. functioneel leiderschap): De samenwerkingspartners in het gebiedsteam hebben maximale ruimte voor de eigen deskundige inbreng en werkwijze; Zelfsturing kent veelal een positief effect op de betrokkenheid van de teamleden en het nemen van taakverantwoordelijkheid; De gemeente voert regie op afstand, wat past bij de visie van regisserende gemeente.
Voorstel 3: Kiezen voor aansturing van het sociale gebiedsteam via functioneel leiderschap door de gemeente voor in ieder geval de eerste twee jaar. De gemeente gebruikt deze periode om kennis en ervaring op te doen. Na deze periode vindt evaluatie plaats. In een volgende fase, waarin kennis en ervaring reeds aanwezig is, kan de gemeente mogelijk meer op afstand sturen.
Iedere vorm heeft sterke en minder sterke kanten. Bij de keuze is het zaak om voorwaarden te stellen om de minder sterke kanten te compenseren. Voorwaarden: De gemeente zit er dicht op, tegelijkertijd moet het team veel vrijheid krijgen om te vernieuwen; De gemeente moet samen met haar partners in het gebiedsteam willen leren en ontwikkelen.
9
7. Eigen vaste locatie of aansluiten bij bestaande vindplaatsen? Medewerkers van het sociaal gebiedsteam wachten niet af totdat iemand om hulp komt vragen. Zij zoeken zelf actief contact met burgers. De medewerkers van het gebiedsteam komen achter de voordeur. Ze gaan erop af; het zogenaamde outreachend werken. De gebiedsteams worden ondersteund door sterke, actuele en goed gevulde kanalen met publieksinformatie: digitaal, telefonisch, op papier en fysiek bereikbaar. De vraag is hoe we vorm geven aan de fysieke bereikbaarheid. We onderscheiden twee opties: a. Het gebiedsteam heeft een eigen vaste fysieke locatie in het verzorgingsgebied; b. Het gebiedsteam kiest aansluiting bij de natuurlijke vindplaatsen van de doelgroep en informele netwerken binnen het verzorgingsgebied, daar waar inwoners toch al komen. Te denken valt aan een dorpshuis, een school, een consultatiebureau, etc. Voordeel eigen vaste fysieke locatie (t.o.v. aansluiten bij bestaande vindplaatsen) Een vaste eigen locatie is duidelijk herkenbaar en vindbaar voor inwoners; Uitstraling van de vaste locatie is zelf te bepalen; Een vaste uitvalbasis voor de medewerkers van het gebiedsteam, bevordert samenwerking. Nadeel: Risico dat de vaste locatie geassocieerd wordt met het hebben van een probleem; Een eigen, vaste locatie kan vertrouwd gedrag uitlokken in een tijd waarin we van professionals vragen om anders te gaan werken; Het hebben van een eigen locatie en het standaard bemensen van deze locatie is kostbaar; Ervaringen met het contactpunt CJG (Centrum Jeugd en Gezin) leert dat er weinig mensen naar de eigen fysieke locatie komen. Voordeel van aansluiten bij bestaande vindplaatsen (t.o.v. vaste fysieke locatie): (Denk bij bestaande vindplaatsen bijvoorbeeld aan scholen of verenigingen die een belangrijke sociale rol vervullen in een kern.) Inwoners hoeven de weg naar de locatie niet te vinden, de medewerkers van het gebiedsteam zijn daar waar de inwoners toch al komen; Mogelijkheid om mee te liften op de uitstraling van bestaande locaties die past bij het gebiedsteam: bedrijvig, open, waar mensen graag komen, aansprekend voor jong en oud, bereikbaar, toegankelijk en herkenbaar; Aansluiten bij de bestaande vindplaatsen, geeft flexibiliteit om in meerdere kernen aanwezig te zijn en – indien nodig – de locatie te wijzigen; Aansluiten bij bestaande vindplaatsen vormt een lagere drempel; Stimuleert het aanleren van een nieuwe werkwijze door professionals.
Voorstel 4: Kiezen voor flexibele aansluiting bij de natuurlijke vindplaatsen van de doelgroep en informele netwerken binnen het eigen verzorgingsgebied, daar waar inwoners toch al komen.
Iedere keuze heeft sterke en minder sterke kanten. Bij de keuze is het zaak om voorwaarden te stellen om de minder sterke kanten te compenseren. Voorwaarden: ontmoetingen creëren tussen de medewerkers van het gebiedsteam om de onderlinge samenwerking te bevorderen.
10
8. Twee of vier sociale gebiedsteams in onze gemeente? Het sociaal gebiedsteam werkt gebiedsgericht, zo dichtbij de burger als mogelijk. De vraag is hoeveel sociale gebiedsteams we moeten inrichten in de gemeente Buren. Voordat we deze vraag beantwoorden, kaderen we de term ‘gebiedsteam’ wat verder in. Het outreachend werken en het aansluiten bij de natuurlijke vindplaatsen van de doelgroep, sluit de mogelijkheid niet uit om binnen een interne organisatie taken en functies slim te bundelen. Voorbeelden daarvan zijn administratieve taken, een telefonische servicedesk, teamleiding. Niet ieder gebiedsteam hoeft deze zelfstandig te hebben. We maken daarom een onderscheid tussen de externe en de interne organisatie. Met het ‘gebiedsteam’ bedoelen we de focus op een verzorgingsgebied, de externe organisatie. Het gebiedsteam is beredeneerd vanuit het gezichtspunt van de inwoner: bekend, beschikbaar en aangesloten op het eigen dorp of de kern. Kenmerk: één gezicht (één telefoonnummer, één logo, één naam). De verschillende gebiedsteams kennen een gezamenlijke ondersteuning, de interne organisatie. Het uitgangspunt voor de interne organisatie is slim bundelen van zaken voor alle gebiedsteam: gezamenlijke teamleiding; gezamenlijke ondersteuningsfuncties; gezamenlijke vergadermogelijkheid. Het bovenstaande betekent dat als we een keuze maken over het aantal sociale gebiedsteams, we een keuze maken over het aantal verzorgingsgebieden dat we onderscheiden. Bij vraagstukken op het gebied van maatschappelijke ontwikkeling deelden we de gemeente Buren vaker op in vier zogenaamde gebieden rond de vier grotere kernen Buren, Beusichem, Maurik en Lienden. Landelijk bestaat echter de richtlijn dat een verzorgingsgebied van 15.000 inwoners passend is voor een sociaal gebiedsteam. Er liggen daarom twee opties voor: a. vier gebiedsteams realiseren rond de vier grotere kernen: Buren, Beusichem, Maurik en Lienden; b. twee gebiedsteams realiseren volgens de landelijke richtlijn van een verzorgingsgebied van 15.000 inwoners per gebiedsteam. Het verzorgingsgebied mag niet te klein zijn. Een klein verzorgingsgebied heeft over het algemeen een kleiner gebiedsteam, met in ieder geval minder uren per medewerker beschikbaar. Een te klein team heeft onvoldoende omvang voor de beschikbaarheid van alle nodige kwaliteiten met voldoende uren. Het verzorgingsgebied mag niet te groot zijn. Het sociaal gebiedsteam moet immers het gebied goed kennen en de medewerker van het team moeten bekende gezichten zijn in het verzorgingsgebied. De gemeente Buren heeft het extern bureau Companen gevraagd een beknopte gebiedsanalyse op te stellen. Deze analyse vormt de onderlegger voor de gebiedsindeling voor de teams (zie bijlage). De hoofdconclusies van het onderzoek van Companen zijn: 1) Er komt geen eenduidige profielschets uit voor de kernen van onze gemeente. Er ligt dan ook niet één specifieke indeling voor de gebiedsteams voor de hand. Uit de analyse volgt dan ook geen voorkeur voor het aantal teams. 2) In het westelijk deel valt meer problematiek op het gebied van Wmo te verwachten. In het oostelijk deel misschien meer problematiek op het gebied van jeugd. Dit verschil is niet groot en kan hooguit leiden tot accentverschillen in de samenstelling van de teams. In de bijeenkomst met inwoners kwam duidelijk naar voren dat nabijheid van een gebiedsteam voor inwoners belangrijk is. Daarom ligt het voor de hand om bij de indeling in gebieden te proberen die nabijheid zo goed mogelijk vorm te geven. Het voorstel is dan ook om aan te sluiten bij de gebieden rond de kernen Buren, Beusichem, Maurik en Lienden. Voorstel 5: Kiezen voor vier gebiedsteams in de gebieden rond de kernen Beusichem, Buren, Lienden en Maurik. Deze vier teams hebben één gezamenlijke interne organisatie.
11
9. CJG opnemen in het gebiedsteam of niet? Sinds 2011 beschikt de gemeente Buren over een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De functies van het CJG overlappen deels de functies van het sociaal gebiedsteam. In het CJG komen namelijk de volgende vijf functies samen: 1. Informatie en advies, 2. Signalering, 3. Lichte pedagogische hulpverlening, 4. Toeleiding naar zorg en 5. Coördinatie van zorg. Wettelijk gezien moet het CJG voldoen aan de volgende voorwaarden: Een op preventie en coördinatie gericht netwerk van professionals; Het CJG werkt volgens het concept ‘één gezin, één plan, één regisseur’. De gemeente Buren richtte daartoe het Jeugd Preventie Netwerk (JPN) op. In dat netwerk worden alle gevallen besproken waarbij meerdere hulpverleners betrokken zijn. De gemeente levert de coördinator van het JPN. Een Verwijsindex Risicojongeren waarin zorgsignalen gedaan kunnen worden; Met de verwijsindex kan iemand signalen waarover hij/zij zich zorgen maakt melden in een computersysteem. Als er iemand anders een zelfde melding doet, dan ontstaat er een ‘match’. Dat is voor hulpverleners het signaal om in actie te komen. Een website; Een telefonische informatielijn; Een contactpunt; Het contactpunt is in de eerste plaats bestemd voor de functies “Informatie en advies” en “lichte pedagogische hulpverlening”. Voor jongeren was de gedachte dat een fysiek contactpunt niet zou werken. Daarom combineerde de gemeente de goed lopende jongerenwebsite Jong-in met zogenaamde ‘chat-sessies’. Dat betekent dat jongeren via internet, met tekst, vragen kunnen stellen aan de jongerenwerker. De jongerenwerker heeft ongeveer 150 chat-sessies per jaar. Gezien de overlappende functies kan het CJG efficiënt opgaan in het sociaal gebiedsteam. Hierop geldt één uitzondering. Er is een goed lopend JPN-overleg met een coördinator vanuit de gemeente. Niet alle deelnemers van het JPN-overleg zullen ook in het sociale gebiedsteam komen, zoals de jeugdagent van de politie, vertegenwoordiging van het basisonderwijs. Vanuit het principe dat je iets wat goed loopt niet moet wijzigen, is het voorstel in ieder geval de coördinatie van het Jeugd Preventie Netwerk niet over te dragen aan het sociaal gebiedsteam. Er blijft een duidelijke onderlinge band; de kernpartners van het sociale gebiedsteam nemen deel aan het JPN-overleg. Gelet op het bovenstaande zijn er twee opties: a. Het CJG op laten gaan in het sociale gebiedsteam, met uitzondering van het JPN-overleg; b. Het CJG voort laten bestaan in de huidige vorm, naast het sociale gebiedsteam. Voordeel CJG opnemen in het sociale gebiedsteam (t.o.v. voort laten bestaan in de huidige vorm): Het CJG heeft een grote overlap aan taken met het sociale gebiedsteam; Voor de inwoner is er een eenduidige toegang tot informatie, advies, ondersteuning en voorzieningen. Inwoners hoeven geen afweging te maken wanneer zij terecht kunnen bij het CJG en waarvoor bij het gebiedsteam. Voordeel CJG laten bestaan in de huidige vorm (t.o.v. opnemen in het sociale gebiedsteam): Het CJG heeft een positieve waardering en een hoge naamsbekendheid.
Voorstel 6: Kiezen voor het laten opgaan van het CJG in de sociale gebiedsteams met uitzondering van het JPN-overleg
12