Sociaal werk methodisch onderbouwen Balanceren tussen over- en onderschatting DRIES CLAESSENS EN HANS GRYMONPREZ
‘Met ons pleidooi voor een ontgrenzende benadering zoeken we opnieuw aansluiting bij de kritische, generalistische en eclectische basis van het sociaal werk.’
Als een schrijnwerker stelt dat hij over ‘goed gerief’ moet beschikken om een stevig meubel te realiseren, dan kunnen we ons daar iets bij voorstellen. En we vertrouwen er op dat de tandarts weet hoe hij je best van je tandpijn verlost. Als een sociaal werker wil ingrijpen in het functioneren van mensen en structuren, welke methoden moet hij dan bij voorkeur inzetten? Dat is een ander paar mouwen. De methodische praktijk van de sociaal werker is net zoals haar ruimere beroepenveld: vaag, diffuus en versnipperd. Dat is een probleem want daarmee draagt ze bij aan de gebrekkige profilering en erkenning van het beroep. Dit blijkt onder meer uit cliënten, overheden en andere beroepsgroepen die zich steeds weer afvragen wat sociale werkers nu precies doen. Ook sociaal werkers zelf zijn getroffen: ze missen vaak professioneel zelfvertrouwen wanneer gevraagd wordt naar hun methodisch kunnen en kennen. Het grillige gedrag van opeenvolgende generaties van methodiekdocenten die goede methodieken soms te snel inwisselen voor nieuwere methodische trends is hier niet vreemd aan. Methodische onzekerheid lijkt alomtegenwoordig. Hoe moet het nu verder met die methodische praktijk van de sociaal werker?
26
ORDE IN DE CHAOS Alleen al de onduidelijkheid rond de begrippen ‘methode’ en ‘methodiek’ in het sociaal werk, werkt onzekerheid in de hand (Snellen, 2007). Want die mist zorgt voor veel begripsverwarring in opleiding en werkveld. Sommigen associëren methodiek vooral met referentiekaders zoals de Rogeriaanse benadering of de systeemtheorie. Anderen menen dat het juist de daarvan afgeleide denk- en handelingskaders zijn zoals de counselingmethode of de gezinsbenadering die de methodiek uitmaken. Nog anderen vullen methodiek veel minder theoretisch in. Ze verwijzen dan bijvoorbeeld naar een stappenplan waarin verschillende gesprekstechnieken worden ingezet of naar professionele houdingsaspecten van de hulpverlener. Het risico om in ellenlange terminologische discussies te vervallen is dus reëel. In deze bijdrage stellen we ons als methodiekdocenten maatschappelijk werk – een afstudeerrichting binnen de opleiding sociaal werk – van de Artesis Hogeschool Antwerpen dan ook de vraag naar de wenselijke richting en invulling van methodiek. Want gezien de meerduidigheid van het begrip kunnen opleidingen sociaal werk verschillende accenten leggen in hun methodiekonderwijs. De vraag is hier dus aan de orde wat methodiekonderwijs vooral (niet) moet zijn. We benaderen die
WWW.ALERTONLINE.BE
GEVIERENDEELD In de literatuur is men het er niet over eens wat precies verstaan moet worden onder begrippen als ‘methode’ en ‘methodiek’. Over wat onder ‘methodisch werken’ verstaan moet worden, lijkt wel meer consensus te bestaan (Snellen, 2000, 2007). Zo impliceert methodisch werken steeds doelgericht, systematisch en procesmatig werken vanuit een welbepaalde visie. En dit moet zowel op het niveau van probleeminhoud als op het niveau van de interactie gebeuren.
POW ALERT | JAARGANG 38 | NUMMER 1 | MAART 2012
KIEZEN VOOR HETEROGENITEIT We klaarden een eerste klus: een heldere omschrijving en invulling van het begrip ‘methodisch werken’. Ook de stromingen en modellen die dat ‘methodisch werken’ schragen, verschijnen in eerste instantie bontgekleurd. Maar ook hier zijn er ordeningsprincipes die al een hele tijd meedraaien en in binnen- en buitenland aanvaard worden (Payne, 2005b; Verzelen, 2005). Zo worden van elkaar onderscheiden: een psychoanalytisch geïnspireerde individuele benadering (‘social casework’), een
27
Balanceren tussen over- en onderschatting
Het ‘doel’ van alle sociaal werk is gelegen in provraag vanuit verschillende invalshoeken. Focussen bleemoplossing of –reductie vanuit een gezamenlijwe in de opleiding best op één gestandaardiseerde ke probleemdefiniëring tussen werker en cliënt. werkwijze of eerder op meerdere eclectisch geïnspi‘Systematisch werken’ betekent dat de aanpak van reerde methodische modellen? Moet methodisch de hulpverlener consistent gebaseerd is op kennis sociaal werk onderwijs vooral wetenschappelijk onen kunde. Ook ‘procesmatigheid’ heeft betrekking derbouwd zijn of eerder normatief, ethisch en kriop zowel het gebied van probleemafwikkeling als tisch ingevuld worden? Wat moeten opleidingen op de interactie tussen hulpverhun studenten aanreiken zodat lener, cliënt en de ruimere omze zich professioneel staande Een slecht nieuws gesprek geving. De opdeling van methokunnen houden in een snel evobrengen, is niet alleen een luerende werkpraktijk? Moet er technisch kunnen maar vergt ook disch sociaal werk in probleemoplossing en interactieontwikeigenlijk wel methodiekondersterke menselijke kwaliteiten. keling is belangrijk. Te vaak wijs zijn of volstaan gezond wordt methodisch sociaal werk boerenverstand en ambachtelijeenzijdig vertaald in het technisch-wetenschappeke ‘intuïtieve kennis’ gegrondvest in ervaringsleren lijk ‘oplossen van een probleem’ volgens een bepaalen stevige praktijkervaring (De Vylder, 2010)? de theorie of werkwijze. Terwijl het ook kan gaan over het kunnen hanteren van relationele factoren. Hieronder stellen we eerst de vraag naar het wat en Een slecht nieuws gesprek brengen, is niet alleen het waarom van methodisch werk, dus naar haar een technisch kunnen maar vergt ook sterke mendefinitie en relevantie. Daaruit volgt de stelling dat selijke kwaliteiten. Naast doelgerichtheid, proceshet belang van methodiek vaak wordt overschat matigheid en systematiek moet nog een vierde bewaardoor tezelfdertijd andere belangrijke ingregrip genoemd worden: ‘visie’. Als overkoepelend diënten worden onderschat. Binnen deze contoubegrip geeft het de andere dimensies een normatieren van over- en onderschatting trachten we verve invulling. Ook in ons methodiekonderwijs stelvolgens te komen tot een wenselijke inschatting en len wij deze dimensie centraal. Daarbij gaat het alinvulling van methodiekonderwijs die de praktijk weer om probleeminhoudelijke en interactionele behulpzaam is en die ook het sociaal werk au sérizaken én om ethisch-ideologische keuzen en prineux neemt. We illustreren dit aan de hand van een cipes met betrekking tot mens en maatschappij. lopend onderzoek naar een methodisch instrument Willen we binnen de hulpverlening vooral zorgen, (de socioprofessionele balans) dat vandaag door veaanleren of bijsturen? Stellen we de cliënt verantle OCMW’s in Vlaanderen gebruikt wordt op het woordelijk voor zijn acties of eerder zijn netwerk of domein van activering. zelfs de hele samenleving?
SOCIAAL WERK METHODISCH ONDERBOUWEN
groepsbenadering (‘groupwork’) en een structureelIN VOGELVLUCHT maatschappelijke benadering (‘community work’). Reflectief-therapeutische benaderingen bekijken Daarbovenop entten zich later andere psychologisociaal werk als essentieel gericht op persoonlijke sche en therapeutische benaderingen waarvan digroei, zelfontplooiing van individuen of groepen in verse methodische praktijkmodellen voor het socide samenleving. De nadruk ligt op emoties en peraal werk werden afgeleid. Vansoonlijke verandering via interdaag zien we in Vlaanderen een persoonlijk gesprek en reflectie. Sociaal werkpraktijken passen meer heterogene praktijk van Allerlei sociaal-psychologische meestal niet binnen één caseworkherbronning, doelhulpverleningsmodellen zoals benadering of perspectief. groepgerichte en sectorspecifiehet psychodynamische (Freud) ke benaderingen (bijvoorbeeld en het humanistisch-existentiëBindkracht in armoede, de straathoekwerk methole model (Rogers) vallen hier onder. Socialistischdiek…) en een nieuwe managerial stroming die collectivistisch benaderingen stellen het sociaal vooral de focus legt op standaardisering van de werk dan weer in het teken van het bekampen van hulp- en dienstverlening. structurele ongelijkheid zodat arme en gediscrimineerde groepen opnieuw macht en invloed over Ook in ons methodiekonderwijs kiezen we voor die hun leven krijgen. De nadruk ligt hier duidelijk op sociale verandering. Emancipatorische en maatheterogeniteit. Om onze methodische denk- en handelingskaders te ordenen, vertrekken we vanuit schappijkritische benaderingen passen binnen deze benadering. Individualistisch-reformistische benade typologie van Malcolm Payne (2005a). Hij onderingen percipiëren het sociaal werk eerder ratioderscheidt drie visies op sociaal werk die de contouren vormen waarbinnen concrete methodische neel als organisaties in de welvaartsstaat die allerlei praktijken geordend kunnen worden. Sociaal werkdiensten verlenen aan de cliënt. De ideologische praktijken passen meestal niet binnen één benadetoon van deze methoden lijkt neutraal maar is het ring of perspectief. Elke praktijk baseert zich op een niet. De nadruk ligt hier bijvoorbeeld eerder op bemix van theorieën en perspectieven. Het model houd en op aanpassing aan de bestaande sociale orbiedt dus slechts een kader dat ordent, accenten legt de, eerder dan op verandering ervan. Allerhande en dat visie integreert. Gezien het een breed ordesystemische perspectieven (trajectbegeleiding, zorgnend kader verschaft en het accent op visie legt, erbemiddeling…), het taakgerichte model en ook de varen wij de pedagogische meerwaarde ervan bincognitief-behavioristische benadering (leertheorenen ons methodiekonderwijs. We overlopen deze tisch referentiekader) horen thuis in dit rijtje. Schetypologie kort. matisch kan dat als volgt voorgesteld worden.
Type of Theory
Reflective-therapeutic
Socialist-Collectivist
Individualist-Reformist
Perspective
Psychodynamic
Critical
Social Development
-Comprehensive
Humanist,
Anti-oppression
Systems
-Inclusive
Existentialist
Theory
Constructivist
Feminist
Cognitive-Behavioral
Model
Crisis-interventionist
Empowerment
Task-centered
(Payne, 2005a)
28
WWW.ALERTONLINE.BE
TUSSEN HOOFD EN BUIK
uitgang. Pas nadien komen volgens hem de methoden en technieken en vaardigheden aan bod. Het belang van een goed methodisch instrument in functie van succesvol sociaal werk moet dus sterk gerelativeerd worden. Duidelijk is dan ook dat de klassieke vraag naar best technical practice in deze optiek problematisch is. We willen waarschuwen voor veralgemeningen en ongenuanceerdheid. Uiteraard is het sociaal werk gebaat met sterke persoonlijke kwaliteiten. Maar dat neemt niet weg dat dergelijke factoren ook methodisch gehanteerd moeten worden. We nemen geen genoegen met impulsieve doeners die vanuit hun opleiding enkel onthouden hebben dat sociaal werk een menselijk gebeuren is en dat enkel het ‘buikgevoel’ hun gids moet zijn.
Goed maatschappelijk werk is evident gediend met effectief en efficiënt werk. Een passende methodiek zal hierbij cruciaal zijn. Maar men moet dit alles goed en genuanceerd begrijpen. We stelden al dat de uitkomst van het sociaal werk mee bepaald wordt door relatie- en cliëntfactoren. Het is dus veel OVERSCHATTING ALOM meer dan een rationeel-methodische, technische of Maar overschatting van methodiek in kader van professionele zaak van probleemoplossing. De uitkwaliteitsvol sociaal werk is niet het enige prokomst van sociaal werk wordt door verschillende bleem. We dissecteerden hierboven methodisch factoren bepaald. Zo bepalen bijvoorbeeld ook de handelen in verschillende onderdelen: doelgerichtdominante politiek-ideologische oriëntatie binnen heid, procesmatigheid, systematiek en berustend een samenleving of de cultuur op een welbepaalde visie. Vaak van de organisatie wat kan en wordt methodisch handelen enDe uitkomst van sociaal werk niet kan binnen het sociaal werk. kel ingevuld vanuit één van deze wordt door verschillende Op microniveau bepalen ook de onderdelen. Simpel gesteld: wie factoren bepaald. kennis en ervaring ingebracht doelgericht werkt, denkt daarbij door de professional en de motimeteen ook methodisch te hanvatie van de cliënt mee de uitkomst. Men mag medelen. Maar zo eenvoudig is dat natuurlijk niet. thodisch werken dus ook niet overschatten. Want dan dreigen de andere onderdelen ten onrechte naar de achtergrond te verdwijnen. Weerom Het werkzame effect van sociaal werk wordt maar een dynamiek van onder- en overschatting dus. voor een heel klein stukje bepaald door haar methode. Sjef De Vries illustreert dat in zijn boek ‘Wat Zo kan methodiek eenzijdig doelgericht ingevuld werkt? De kern en de kracht van het maatschappeworden als een vaag streven naar allerlei algemene lijk werk’ (2007). Effectief sociaal werk wordt voordoelen van het sociaal werk: empowerment, inteal bepaald door de kwaliteit van de persoon die de gratie, inclusie, emancipatie of activering. Het doel methode hanteert, de eigenschappen van de cliënt is dan vaak te bepalend voor de methode. De meen de relatie tussen beiden. Orlinsky (in De Vries, thodische praktijk van het sociaal werk verschijnt 2007) stelt voor een succesvolle hulpverlening voldan vaak als een verzameling van holle doelen. gende volgorde voorop: de bijdrage van de cliënt, Kortom, de doelen worden overschat terwijl de de waardering die de cliënt aan de hulpverleningsmiddelen onderschat of vergeten worden. Een derrelatie geeft, de relatieopbouw en de ervaren voorgelijke opvatting van methodisch werk geeft geen of
POW ALERT | JAARGANG 38 | NUMMER 1 | MAART 2012
29
Balanceren tussen over- en onderschatting
In ons methodiekonderwijs kiezen we uiteraard niet voor een welbepaalde benadering, maar proberen we methodiek als een verzameling van diverse denk- en handelingskaders zo veel mogelijk in te vullen vanuit deze drie visies. We zien de algemene onderwijsvakken zoals psychologie, sociologie en agogiek als de voornaamste toeleveranciers van de bouwstenen ervan en de trainingsvakken rond het verwerven van vaardigheden deels als daarvan afgeleide modules waar de stappenplannen en technieken geoefend kunnen worden.
SOCIAAL WERK METHODISCH ONDERBOUWEN
te weinig richting aan het handelen: systematiek en procesmatigheid om het doel te bereiken worden onderschat of zijn gewoon afwezig.
EN NOG EEN OVERSCHATTING Naast doelgerichtheid, wordt ook procesmatigheid in het sociaal werk vaak overschat. Er zijn talloze boeken en artikelen geschreven die uitblinken in het oplijsten van allerhande welomlijnde stappenplannen om een trajectbegeleiding op te zetten of de cliënt te motiveren. Ondanks de aanwezigheid van basismethoden als counseling of taakgericht werken in de sociale werkpraktijk, is het wellicht niet overdreven om te stellen dat zowat elke methode haar eigen stappenplan genereert en aanprijst als de ‘te volgen weg’. Zo wordt methodisch werken vandaag vaak eenzijdig instrumenteel ingevuld als een welomlijnd stappenplan of te volgen protocol. Men doorloopt met cliënten een gestandaardiseerd intakeformulier en men denkt methodisch gewerkt te hebben. Men blijft dan in het proces steken en verliest het doel uit het oog. Ook fundamentele achterliggende vragen rond functie en positionering van het sociaal werk dreigen dan uit het oog verloren te worden.
DE KLAUW VAN WETENSCHAP Vanuit een ander gezichtspunt kan methodiek ook te eenzijdig wetenschappelijk ingevuld worden door haar te verbinden met een welbepaald wetenschappelijk referentiekader, paradigma of ideologisch model. Daarin schuilen verschillende gevaren. Zo’n invulling van methodisch werken brengt opnieuw een eenzijdig ‘techneutisch’ denken met zich mee. Weliswaar met meer kansen tot creativiteit en professioneel oordeelsvermogen maar toch opnieuw zonder accent op extra-wetenschappelijke factoren zoals gezond verstand of medemenselijkheid. De wetenschappelijke systematiek wordt met andere woorden overschat binnen het bredere methodische verhaal.
Wetenschappelijke specialisatie leidt vaak tot blikvernauwing. Visies die niet passen in die specialisatie worden dan onder de mat geveegd. En is het niet precies in een generalistische opstelling dat de eigen niche van de sociaal werker ligt? De tijd dat sociaal werkers zich moesten behelpen met één methodisch model lijkt voorbij. Voor een multi-methodische of eclectische praktijk zijn dan ook goede argumenten te geven. Zo is geen enkele visie of theorie altijd even adequaat. Eén theorie kan geen Zo’n onevenwichtige invullingen van methodiek, afdoend antwoord bieden op uiteenlopende cliënten en probleemsituaties. Ook schieten alle theolaten zich vaak lezen als erfenissen van hedendaagrieën tekort om sociale situaties in se managementachtige benaderinzijn geheel te kunnen begrijpen. En gen die denken alle problemen of Wetenschappelijke noden te kunnen beheersen via het specialisatie leidt vaak tot tenslotte kan geen enkele hulpveropleggen van een welbepaald stanlener in één keer een analyse mablikvernauwing. daardmodel (Roose, 2008). Daarbij ken. Men moet verschillende refewordt abstractie gemaakt van socirentiekaders in de probleemanalyale ideologie (waar zit de visie?), van relationele of se betrekken en vervolgens een keuze maken voor ethische factoren (waar zit de verontwaardiging?) de invalshoeken die het meest recht doen aan de en van professioneel oordeelsvermogen (waarin cliënt (Snellen, 2000, 2007). schuilt de ambachtelijke autonomie van de werker?). Sociaal werkers worden binnen dit denken ONTGRENZEN gereduceerd tot ritualisten en methoden tot instruWat moet goed, professioneel, methodisch sociaal mentele stappenplannen zonder visie. Zo vermagewerk dan wel zijn? In het licht van de onvolkomenren ze tot (ogenschijnlijk) neutrale werkmodellen heden die elke methode in zich sluit, staan we voordie de ‘ziel van de stiel’ ondergraven. eerst een ontgrenzende benadering voor in ons methodiekonderwijs (Roose, 2006). Deze benadering vertrekt van het gegeven dat de eigen uitgangspun-
30
WWW.ALERTONLINE.BE
Balanceren tussen over- en onderschatting
© Lisa Van Damme
ten steeds ter discussie moeten gesteld worden. Het eigen aanbod moet permanent herzien kunnen worden. Die benadering impliceert ruimte voor debat via reflectie. Sociaal werk sluit onzekerheid en onvoorspelbaarheid in zich. Ontgrenzing betekent ook dat sociaal werk problemen in hun maatschappelijke context plaatst, eerder dan methodische interventies op te sluiten binnen de heersende maatschappelijke conventies. Voor de concrete methodische praktijk houdt ontgrenzen dan ook in dat men methodische versmalling vanuit één (politiek) denken bestrijdt. Heersende maatschappelijke conventies zijn geen objectieve feiten maar sociale constructen. Een dergelijke benadering ontslaat ons niet van de plicht om uiteindelijk ook realistische keuzes te maken. Keuzes die uiteraard steeds zorgvuldig gelegitimeerd moeten worden. We willen immers de visie-dimensie van methodisch werken ook niet overschatten.
POW ALERT | JAARGANG 38 | NUMMER 1 | MAART 2012
In die lijn staan wij in ons methodiekonderwijs vooral een kritisch-reflectieve methodische benadering voor. Deze benadering bakenen we verder af als een benadering die oog heeft voor werken met de cliënt op verschillende niveaus, evenwaardig oog heeft voor de belangen van cliënt en samenleving, verschillende methoden integreert en daarbij haar keuzes steeds zorgvuldig legitimeert. Voor ons vormen deze criteria de professionele standaarden van volwaardig methodisch sociaal werk. Een kader om deze benadering handen en voeten te geven vonden we, behalve bij Snellen en De Mönnink (2009), ook bij de hoger aangehaalde driedeling van Malcolm Payne. De benadering van Payne en de ontgrenzende benadering van Roose delen hun sociaal-constructionistische uitgangspunten, net als de stelling dat sociaal werk uiteindelijk ‘politiek’ is. Binnen de sociaal-constructionistische
31
SOCIAAL WERK METHODISCH ONDERBOUWEN
school (Luckmann, 1971) vertrekt men van de idee dat noch sociaal werk, noch haar methodiek een vaste identiteit heeft. Het krijgt voortdurend vorm door het samen-handelen van groepen van mensen. Vanuit deze visie creëren sociaal werkers voortdurend methodische visies en theorie via hun acties, via uitwisseling en debat erover. Het belang van reflectie in methodiek is duidelijk. De idee van sociale constructie voert naar een politiserend debat. Net zoals Roose spreekt over politisering van het sociaal werk, spreekt Payne van ‘a politics of social work […] particular theories have interest groups that try to gain acceptance of theory within social work’ (2005, p. 8).
kunnen verschillende technieken worden ingezet (Libert, 2006). Theorie en praktijk durven echter wel eens uit elkaar lopen. Uit onze interviews blijkt vooral het selectieve gebruik van enkele instrumenten.
ACADEMISCH GETOETST
De OCMW’s hebben gedurende de laatste jaren heel wat visie, methodiek en knowhow opgebouwd om activering een volwaardige plaats te geven in hun hulpaanbod. De wetgeving omtrent het recht op maatschappelijke integratie van 2002 biedt de OCMW’s daartoe het wetgevend kader. Zo ontwikkelden praktijkwerkers in Vlaanderen en Brussel de socioprofessionele balans in de periode 2002 – 2005 DE SOCIOPROFESSIONELE BALANS (Libert, 2006). Daarin staan respectievelijk het ontWe illustreren onze ontgrenzende benadering aan haal, de uitwerking en definiëring van het project, de hand van lopend onderzoek naar de socioprofesde vooropleidingsactie, de opleidings- en of vorsionele balans (Grymonprez mingsactie, de voorbereidingse.a., 2010). Dat is een methoactie op het werk en de eigenlijDe socioprofessionele balans is disch instrument dat een aantal een instrument dat de bedoeling ke werkervaring als fasen cenOCMW’s gebruiken op het doheeft om een goede balans op te traal. Opvallend is de afwezigmein van arbeidsactivering. Als heid van een evaluatiefase maken voor personen die het eerstelijnsdienstverlener heeft moeilijk hebben om een plaats te waarin onder meer gemikt zou het OCMW behalve financiële kunnen worden op nazorg of op verwerven op de arbeidsmarkt. hulp, sociale dienstverlening, een meer duurzaam traject. Dit huisvesting en schuldbemiddeis een eerste onvolkomenheid in ling immers ook socioprofessionele inschakeling deze methodische manier van werken. als actiedomein. De ‘inschakelingsmedewerker’ komt dan ook vaak in aanraking met mensen die In het kader van methodiekontwikkeling en verdeniet of minder actief zijn, die professioneel en socire professionalisering van de socioprofessionele inaal afgehaakt hebben, wiens maatschappelijke parschakeling lanceerde de Vlaamse Vereniging van ticipatie of volwaardig burgerschap op het spel Steden en Gemeenten in september 2010 een opstaat. roep tot academische toetsing van de socioprofessionele balans. Concreet was het de vraag om dit De socioprofessionele balans is een instrument dat praktijkinstrument verder uit te diepen. Via een de bedoeling heeft om een goede balans op te matoetsing aan andere kaders en paradigma’s van het ken voor personen die het moeilijk hebben om een sociaal werk kunnen inderdaad beperkingen en plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Het tracht sterktes van de socioprofessionele balans opgede persoonlijke situatie, capaciteiten, bekwaamhespoord worden. We wilden daarbij het bredere den, verwachtingen en noden van de cliënt in kaart plaatje niet uit het oog verliezen. Hulpverlenende te brengen om van daaruit een trajectbegeleiding interventies geschieden nooit in een vacuüm. Zij op te zetten. Als methode bestaat het uit drie stapworden vorm gegeven en ingevuld vanuit een orgapen: presentatie en algemene identificatie, verdienisatiebeleid. En dit organisatiebeleid wordt op haar beurt bepaald door de achterliggende sociaalping, synthese en conclusie. Binnen deze drie fasen
32
WWW.ALERTONLINE.BE
KIND VAN HAAR TIJD
rele verantwoordelijkheid en zelfs plicht heeft om die kansen te grijpen. Men vergeet dan wel eens dat het al dan niet werk hebben niet alleen door de cliënt, maar ook door ruimere maatschappelijke factoren bepaald wordt. Te denken valt aan de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt of de beschikbaarheid van hulpbronnen zoals kinderopvang en openbaar vervoer.
Uit ons onderzoek blijkt vooreerst dat we de socioprofessionele balans niet zomaar kunnen situeren KLEINE BROER EN VERLOREN ZOON binnen één visie op activering. Het instrument lijkt We vonden ook aanwijzingen voor een reflectiefeen neutraal ondersteunend kader te bieden waarin therapeutische benadering van activering. Daarbij verschillende visies geïntegreerd worden. Een gronkan de inschakelingsmedewerker een leerproces diger analyse voert echter tot het inzicht dat somopzetten dat gericht is op groei en zelfverwerkelijmige meer dominant zijn dan andere. Als kind van king van de cliënt. De socioprofessionele balans haar tijd past de socioprofessionele balans sterk in stelt werken vanuit een humanistische grondhoueen individualistisch-reformistische benadering. ding voorop en knoopt daar zelfs enkele reflectieDaarbij staat de idee van aanpassing van het indiviinstrumenten aan vast. Het gaat onder andere om du aan de bestaande sociale orde instrumenten die het zelfbeeld in centraal. De arbeidsintegratie gekaart brengen, instrumenten die Als kind van haar tijd past de beurt via het overnemen en aanverwachtingen ten aanzien van socioprofessionele balans leren van vaardigheden en attitusterk in een individualistisch- het eigen leven trachten te verdes die nodig zijn om zich sociaal duidelijken en instrumenten die reformistische benadering. en vooral professioneel te kunnen oplijsten waar cliënten van houhandhaven. Zowel in de beschrijden. Uit bevraging bij OCMWving van de methode als in de toepassing van de sowerkers blijkt echter dat deze reflectie-instrumencioprofessionele balans door de inschakelingsmeten minder worden ingezet dan de screeningsindewerker zelf, vonden we verschillende referenties strumenten in functie van bijvoorbeeld eerdere naar cognitief-behaviouristische theorieën, taakgewerkervaringen of gevolgde opleiding. Verder gerichte modellen en competentiebenaderingen. Inven medewerkers aan dat het werken aan zelfreflecschakelingsmedewerkers zetten ook vaak in op tie gewoon onderdeel uitmaakt van hun begeleiwerken met concreet aantoonbaar gedrag (behaviodershouding en dus niet via de beschreven reflecrisme) gekoppeld aan huiswerk (taken) voor de tie-instrumenten beoogd wordt. Anderen geven cliënt. Het gaat dan bijvoorbeeld om opdrachten als dan weer aan dat reflectief werken niet aanslaat bij op tijd op een afspraak verschijnen of een overtuihun cliënten. Ze willen gewoon werk en er verder gend sollicitatiegesprek voeren. Deze afspraken, taniet (te veel) over praten of nadenken. ken, rechten en plichten worden vervolgens geformaliseerd in een of ander contract tussen hulpverTot slot vonden we weinig of geen aanwijzing voor lener en cliënt. Een contract waarvan de invulling meer socialistisch-collectivistische elementen. De en vormgeving overigens sterk verschilt van orgasocioprofessionele balans is vooral gericht op indinisatie tot organisatie. viduele evolutie, niet op maatschappelijke verandering of op een in vraag stellen van sociale orde. Het De nadruk ligt binnen deze benaderingen sterk op empowerment-verhaal is dus onvolledig en sluit de het aandeel van de individuele cliënt die door de idee van empowerment op meso- en macroniveau begeleiding kansen krijgt, maar daarbij ook de mozelfs volledig uit. Moet in sommige gevallen niet
POW ALERT | JAARGANG 38 | NUMMER 1 | MAART 2012
33
Balanceren tussen over- en onderschatting
politieke visies, in dit geval met betrekking tot activering. Meer algemeen beantwoordden we in dit onderzoek de vraag in hoeverre de geschetste problematiek van methodische onder- en overschatting ook aanwezig is in deze socioprofessionele balans.
SOCIAAL WERK METHODISCH ONDERBOUWEN
eerder de werkgever, diens organisatie of zelfs de gehele arbeidsmarkt geactiveerd worden om beschikbare jobs toegankelijker te maken voor kwetsbare groepen (Steenssens, 2008)? En wat met activering van het OCMW als organisatie? Eén OCMW-werker gaf bijvoorbeeld aan dat een gebrek aan afstemming binnen het eigen OCMW structureel werken belemmert. Hoe kan activering versterkt worden door het opzetten van netwerken van waaruit gesignaleerd kan worden? Ook voor dergelijke vragen is er binnen de socioprofessionele balans geen ruimte voorzien. Het ontbreekt duidelijk aan kritisch-emancipatorisch perspectief.
eerder een uitbreiding van het activeringsbegrip en -denken op het oog dan een strakke afbakening ervan. Het ontgrenzen bestaat er in om een praktijk die niet of te weinig in vraag gesteld wordt opnieuw open te trekken. Bedoeling is om te herbronnen door een terugkoppeling naar de achterliggende perspectieven. Deze werkwijze blijkt inspirerend te werken in ons methodiekonderwijs .
LESSEN VOOR ONDERWIJS
De richting en invulling van het methodische maatschappelijk werk die we voorstaan in onze opleiding is duidelijk. We stellen een reflectieve methodische werkpraktijk voor die put uit een multimeWE BESLUITEN thodisch kader van diverse hulpverleningsmodelDe socioprofessionele balans len. Met ons pleidooi voor een komt als methodiek tegemoet ontgrenzende benadering zoeGoed sociaal werk is een zaak aan vragen rond doelmatigheid, ken we opnieuw aansluiting bij van voortdurend realistische systematiek en procesmatigheid de kritische, generalistische en evenwichten zoeken tussen die de praktijk stelt. Ze sluit eclectische basis van het sociaal verschillende elementen van daarbij ook aan bij meerdere alwerk die haar bestaansreden lekennis en expertise. gemene methodische modellen gitimeert. Zo’n werkpraktijk en visies. Op het niveau van de mag methodiek niet over- en onderliggende visie stellen we echter vast dat het onderschatten. Dat geldt ten eerste niet voor meindividueel-reformistisch perspectief zeer domithodiek als geheel. In die zin pleiten we misschien nant aanwezig is. Er is dus nog heel wat ruimte om paradoxaal voor een zekere methodische bescheide socioprofessionele balans verder te ontgrenzen. denheid. Goed sociaal werk is een zaak van voortDe reflectief-therapeutische invalshoek is eerder durend realistische evenwichten zoeken tussen verbeperkt aanwezig of maakte al deel uit van de algeschillende elementen van kennis en expertise. De mene non-directieve begeleidershouding waarin afweging, inschatting en legitimering van deze kenquasi alle maatschappelijk werkers breed geschoold niselementen is telkens situationeel bepaald. Dit zijn. Werkwijzen uit de socialistische-collectivistilaatste fundeert juist het bestaansrecht van de socische perspectieven zijn slechts in zeer beperkte maaal werker als een professional. We onderschrijven te aanwezig. dan ook een pragmatische optiek op evidencebased practice: methodisch-professioneel werk Vandaar werken we vandaag aan een reflectiemag en kan niet puur gebaseerd zijn op weteninstrument voor OCMW’s. Bedoeling ervan is om schappelijke kennis maar moet steeds onderbouwd de eigen opvattingen met betrekking tot activering zijn door wetenschap als één van haar constitutieve kritisch te onderzoeken en deze in discussie te laten elementen. In die optiek spreken we in onze opleitreden met de verschillende perspectieven binnen ding bijvoorbeeld over evidence-oriented practice. de eigen organisatie en daarbuiten. Een dergelijk instrument beantwoordt aan de gesignaleerde nood In onze opleiding vinden we visie het belangrijkste aan reflectie en visieontwikkeling binnen en tussen element voor methodieklessen. Vandaar leren we alle functies in het OCMW die met activering in studenten vanuit verschillende methodische denkaanraking komen. Deze reflectieoefening heeft kaders te kijken naar dezelfde situatie. Vandaar
34
WWW.ALERTONLINE.BE
MET HET OOG OP DE TOEKOMST We hopen op die manier aan de praktijk van het sociaal werk de bouwstenen aan te reiken opdat zij er volwaardige praktijkmodellen mee kunnen maken, aangepast aan hun doelgroep of terrein. Een professionele bachelor heeft de taak om de wetenschappelijk geïnspireerde visies en ideeën aan te boren die studenten kunnen helpen oriënteren in een boeiend, maar versnipperd methodisch werkveld. Het is vervolgens aan hen om deze methodische kernideeën via de eigen organisatie te vertalen naar aangepaste methodieken voor hun werkveld of doelgroep. Waarmee we meteen ook gezegd hebben dat het vandaag in het onderwijslandschap dominante
competentiedenken niet mag leiden tot een eenzijdige aanpassing van de opleidingsmethodiek aan de praktijk. Want die verkiest soms een aanlevering van hapklare methodische modellen voor haar sector of doelgroep. We beseffen dat onze methodische visie en werkwijze niet evident is en veel vraagt van studenten. In die zin zijn we ook permanent op zoek naar de passende didactiek. Overschatting van de visiedimensie zou immers een grove onderschatting van de andere dimensies van methodiek betekenen. We waken er uiteraard over om niet af te glijden naar een anarchistisch in vraag stellen van alles of naar een ‘methodiekfilosofie’ zonder richting of doel. Suggesties zijn welkom.
Dries Claessens en Hans Grymonprez zijn als lectoren verbonden aan de opleiding sociaal werk van de Artesis Hogeschool Antwerpen. Zij zijn bereikbaar via
[email protected] en
[email protected].
Verwijzingen Cousaert, P. (2008), De socioprofessionele balans. Blauwdruk voor professionele inschakeling, Brussel, VVSG. De Mönnink, H. (2009), De gereedschapskist van de maatschappelijk werker, Maarssen, Elsevier. De Vries, S., (2007), Wat werkt? De kern en kracht van het maatschappelijk werk, Amsterdam, SWP. De Vylder, K. (2010), ‘Professionalisering sociaal werk. Niet ophokken maar passioneren’, Alert, 5, 8-14. Grymonprez, H., Krols, A., Claessens, D., Dehertogh, B. en Maelstaf, H. (2010), De socio-professionele balans vanuit een ontgrenzende benadering, Antwerpen, Artesis Hogeschool. Libert, V. (red.) (2006), De socioprofessionele balans in het OCMW, Brussel, VVSG – Pockets lokale besturen. Payne, M., (2005a), Modern Social Work Theory, Palgrave, Macmillan. Payne, M. (2005b), The Origins of Social Work, Palgrave, Macmillan. Roose, R., (2006), ‘De vraag naar profilering: hulpverlening tussen begrenzing en ontgrenzing’, Sociale interventie, 4, 17-25. Roose, R., (2008), ‘Beheersen van het onbeheersbare? Het belang van ruimte voor onvoorspelbaarheid in het sociaal werk’, in CVO VSPW Kortrijk, Management en de maat van de mens. Een spannend evenwicht, 95-120.
POW ALERT | JAARGANG 38 | NUMMER 1 | MAART 2012
35
Balanceren tussen over- en onderschatting
beklemtonen we ook het belang van ethiek, confronteren we studenten met dilemma’s en vragen we hen om keuzes te legitimeren. Onderliggend laten we hen stilstaan bij de dominante structurele en culturele mechanismen in samenleving en werkveld die het handelen van de sociaal werker (te) sterk aansturen. Vandaar drukken we op een kritisch-reflectieve ingesteldheid.