SoaSense
Thermometer 2010 GGD’en Oost-Nederland
Risicogroepen steeds beter bereikt Met genoegen bieden wij u de tweede ‘SoaSense Thermometer’ van OostNederland (Gelderland en Overijssel) aan. Dit jaar met extra inhoud, want – in tegenstelling tot vorig jaar – kunnen we de Sense-cijfers nu afzetten tegen de resultaten in 2009. Zowel bij Soa als Sense is een duidelijke toename van het aantal consulten zichtbaar. We bereiken de risicogroepen dus steeds beter! Ter opfrissing: sinds 2008 zijn de GGD’en gestart met het aanbieden van seksualiteitsspreekuren aan jongeren tot 25 jaar, de zogenaamde Senseconsulten. In de regio Oost streven we ernaar om de Soa- en Sense-spreekuren zoveel mogelijk te integreren vanwege de vele raakvlakken tussen Soa- en Sense-onderwerpen.
in Oost-Nederland. De (surveillance)gegevens in deze Thermometer kunnen tevens als inspiratie dienen voor het ontwikkelen van regionaal en lokaal GGD-beleid in de soa-bestrijding en seksualiteitszorg.
Met deze Thermometer willen we de GGD-poli’s en ketenpartners in de soa-bestrijding en seksualiteitszorg informeren over de stand van zaken
Namens het hele projectteam wensen wij u veel (lees)plezier en profijt van deze SoaSense Thermometer. Mocht u vragen hebben, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Onze gegevens vindt u achterop deze Thermometer.
Hoe werken Soa en Sense samen?
Samenwerking met gemeenten
Het SoaSense-centrum Oost-Nederland omvat de SoaSense-poli’s van alle zes GGD’en in Gelderland en Overijssel: GGD Regio Nijmegen, GGD GelreIJssel, GGD IJsselland, GGD Regio Twente, GGD Rivierenland en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM, vóór 2011 HGM). In de GGD-regio van Gelderland Midden voert ook het Mildredhuis Sense-spreekuren uit.
De subsidieregeling Publieke Gezondheid, waaronder de soa- en seksualiteitszorg (Sense) vallen, vormt een aanvulling op de Wet Publieke Gezondheid (WPG). De combinatie met de WPG levert een waardevolle kruisbestuiving op voor het bereiken van de gezamenlijke doelstelling van gemeenten en GGD’en: het verbeteren van de seksuele gezondheid van mensen in Oost-Nederland.
Doelgroepen Bezoekers uit risicogroepen kunnen op de SoaSense-poli’s gratis en anoniem terecht voor screening en behandeling van de belangrijkste soa’s en al hun vragen over seksualiteit. Deze doel-/risicogroepen zijn: mensen met veel wisselende seksuele contacten, mannen die seks hebben met mannen (MSM), prostituees en prostituanten, mensen die afkomstig zijn uit een gebied waar veel hiv of andere soa’s voorkomen, mensen met een partner uit een van de genoemde groepen, en jongeren onder de 25 jaar. Verder is het spreekuur ook bedoeld voor: mensen met klachten gerelateerd aan soa’s, mensen die gewaarschuwd zijn of verwezen zijn voor een soa, en mensen die anoniem getest willen worden op soa’s.
Activiteiten GGD Preventieve SoaSense-activiteiten die de GGD in dit kader uitvoert, zijn onder andere: voorlichting tijdens JGZ-spreekuren, voorlichtingsactiviteiten op bijvoorbeeld jongerenmanifestaties en scholen, zoals de ROC’s, voorlichting aan bezoekers van homo-ontmoetingsplaatsen en homohoreca, voorlichting en screening van prostituees op de werkplek, en assistentie aan huisartsen bij partnerwaarschuwing (voor soa-cliënten).
* Per 1-1-2008 is de GGD Noord Veluwe gefuseerd met GGD Gelre-IJssel
Wéér meer Soa-consulten Het aantal Soa-consulten onder risicogroepen in Oost-Nederland en het aantal gevonden soa’s is in 2010 wederom gestegen. In 2009 werden er 11.083 nieuwe Soa-consulten uitgevoerd, in 2010 zijn dit er 13.611. Dit is een toename van 23%. Zoals in grafiek 1 te zien is, laten alle GGD’en een stijgende tendens zien in het aantal uitgevoerde Soa-consulten. Deze stijging wordt gezien sinds de start van het Soa-centrum in 2006 (inmiddels SoaSense-centrum) en is sterker dan de landelijke
trend. Landelijk is het aantal consulten namelijk met 13% gestegen ten opzichte van 2009. In grafiek 2 is de verhouding van het aantal uitgevoerde Soa-consulten en het aantal inwoners per GGD-regio te zien. GGD Regio Nijmegen heeft de sterkste stijging ten opzichte van 2009 doorgemaakt en heeft ook veruit de meeste Soa-consulten per 100.000 inwoners uitgevoerd.
Grafiek 1: Aantal bezoekers van het Soa-spreekuur per GGD (2007-2010)
4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland 2007
Regio Twente
2008
2009
Rivierenland
HGM
2010
Grafiek 2: Aantal Soa-consulten / 100.000 inwoners per GGD (2007-2010)
1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland 2007
Regio Twente 2008
2009
2010
Rivierenland
HGM
De man-vrouw verdeling is evenwichtig: 50% van het totaal aantal bezoekers van de Soa-consulten is vrouw en 50% man. Ook als we per GGD kijken is deze verdeling gelijk. Onder de bezoekers jonger dan 25 jaar is de verdeling schever: 64% vrouwen tegenover 36% mannen. Bijna de helft
van de bezoekers van de Soa-spreekuren in de regio Oost is jonger dan 25 jaar, landelijk is dit 44%. Van het totaal aantal mannelijke bezoekers van de Soa-consulten geeft 37% aan homo- of biseksuele relaties te hebben. In de groep mannen jonger dan 25 jaar is dit 19% (grafiek 3).
Grafiek 3: Percentage mannelijke bezoekers met homo-/biseksuele voorkeur per GGD (2010)
50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland % van totaal
Regionale verschillen In 2010 werden een of meerdere soa’s vastgesteld bij ruim 14% van de bezoekers van de SoaSense poli’s in de regio Oost. Dit is vergelijkbaar met het landelijke percentage van bijna 14%. De meeste GGD’en laten sinds de start van de subsidieregeling Publieke Gezondheid een stijgend aantal bezoekers zien (per 100.000 inwoners) bij wie één of meer soa’s worden vastgesteld (grafiek 5). Het percentage positieve testen gerelateerd aan het aantal nieuwe consulten (grafiek 4) varieert van 13% bij GGD Regio Nijmegen tot 17% bij HGM
Regio Twente
Rivierenland
HGM
% van jongeren tot 25 jaar
(inclusief Mildredhuis). Als we het aantal consulten per 100.000 inwoners per GGD (grafiek 2) vergelijken met het vindpercentage (grafiek 4), valt op dat het vindpercentage voor GGD Regio Nijmegen laag is vergeleken met het aantal consulten per 100.000 inwoners. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat Nijmegen gemiddeld een jonge populatie heeft. Jongeren vertonen meer risicogedrag dan ouderen, hierdoor zullen ze zich vaker laten testen, maar dit wil niet zeggen dat er vaker een soa wordt vastgesteld.
Grafiek 4: Soa-vindpercentage gerelateerd aan het aantal nieuwe consulten per GGD (2007-2010) 20% 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland 2007
Regio Twente 2008
2009
Rivierenland
HGM
2010
Grafiek 5: Aantal bezoekers met een of meer vastgestelde soa’s / 100.000 inwoners per GGD (2007-2010) 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland 2007
Regio Twente 2008
Tabel 1: Aantal vastgestelde soa’s in 2009 en 2010 in % van totaal Stijging chlamydia bij MSM Een overzicht van de belangrijkste vastgestelde soa’s in tabel 1 laat zien dat chlamydia, net als in 2009, ook in 2010 de meest voorkomende soa is bij risicogroepen.
2009
Rivierenland
HGM
2010
2009
2010
aantal
%
aantal
%
Gonorroe
235
16
339
17
Chlamydia
1225
78
1605
78
Syfilis
42
3
62
3
HIV
44
3
47
2
1564
100
2053
100
Totaal
Uit grafiek 6 blijkt dat er in vergelijking met voorgaande jaren sprake is van een lichte stijging in het percentage positieve chlamydia-testen bij vrouwen en heteromannen. Bij MSM is sprake van een sterkere stijging positieve testen: van 8%
in 2009 naar 11% in 2010. Het percentage positieve gonorroe-testen (grafiek 7) en syfilis-testen (grafiek 8) is ten opzichte van 2009 voor alle doelgroepen vrijwel gelijk gebleven.
Grafiek 6: Aantal testen en percentage positieve testen chlamydia (2008-2010)
8000
14 %
7000
12
6000
10
5000
8
4000 6
3000
4
2000
0
ou 20
10
vr
ou 20
09
vr
ou vr 08 20
w
0
w
2
w
1000
aantal consulten
% pos. chlamydia
Grafiek 7: Aantal testen en percentage positieve testen gonorroe (2008-2010)
14 % 7000 12
6000
10
5000
8
4000
6
3000
2
0
0
vr ou 20
10
vr ou 20
09
vr ou 08 20
w
1000
w
4
w
2000
aantal consulten
% pos. gonorroe
In grafiek 9 is te zien dat het percentage positieve hiv-testen in 2010 in alle doelgroepen vrijwel gelijk is gebleven ten opzichte van 2009. Landelijk is dit percentage ten opzichte van 2009 ook vrijwel gelijk gebleven.
Grafiek 8: Aantal testen en percentage positieve testen syfilis (2008-2010)
14 % 7000 12
6000
10
5000
8
4000
6
3000
2
0
0
ou 20
10
vr
ou 20
09
vr
ou vr 08 20
w
1000
w
4
w
2000
aantal consulten
% pos. syfilis
Grafiek 9: Aantal testen en percentage positieve testen hiv (2008-2010)
14 % 7000 12
6000
10
5000
8
4000
6
3000
2
0
0
ou 20
10
vr
ou 20
09
vr
ou vr 08 20
w
1000
w
4
w
2000
aantal consulten
% pos. HIV
Swingers ‘Swingen’ is een leefwijze waarbij stellen erotische contacten zoeken en hebben met andere stellen of singles. Swingers hebben doorgaans meer seksuele contacten en lopen alleen daarom al meer risico op soa’s (bron: www.soaaids.nl). Bij de swingers in de regio Oost is het percentage positieve gonorroe, chlamydia, syfilis en hiv-testen hoger bij de MSM-doelgroep dan bij vrouwen en heteromannen (grafieken 10-13).
Het percentage positieve chlamydia-testen in 2010 is voor alle swingers-doelgroepen gedaald (grafiek 10). Het percentage positieve gonorroetesten bij de swingers is voor zowel vrouwen als heteromannen gedaald ten opzichte van 2009. Bij de MSM-doelgroep is dit percentage ten opzichte van 2009 gestegen van 12% in 2009 naar 13% in 2010 (grafiek 11).
Grafiek 10: Aantal testen en percentage positieve testen chlamydia bij swingers (2008-2010)
16 %
700 650
14
600 550
12
500 450
10
400
8
350 300
6
250 200
4
150 100
2
50 0
w 20
10
vr
ou
w ou vr 09 20
20
08
vr
ou
w
0
aantal consulten
% pos. chlamydia
Grafiek 11: Aantal testen en percentage positieve testen gonorroe bij swingers (2008-2010)
700
16 %
650
14
600 550
12
500 450
10
400
8
350 300
6
250 200
4
150 100
2
50
0
w 20
10
vr ou
w vr ou 09 20
20
08
vr ou
w
0
aantal consulten
% pos. gonorroe
Opvallend is dat het percentage positieve syfilistesten bij swingers uit de MSM-doelgroep sinds 2008 is gedaald van 7% in 2008 naar 3% in 2010 (grafiek 12). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het aantal swingers uit de MSM-doelgroep dat zich laat testen, klein is (<30).
Het percentage positieve hiv-testen is sinds 2008 redelijk stabiel gebleven in alle swingers-doelgroepen. In 2009 was wel sprake van een uitschieter bij de MSM-doelgroep (grafiek 13). Ook dit is weer te verklaren door het kleine aantal swingers uit die doelgroep, dat zich laat testen: één positieve test resulteert al in een uitschieter in de grafiek.
Grafiek 12: Aantal testen en percentage positieve testen syfilis bij swingers (2008-2010)
16 %
700 650
14
600 550
12
500 450
10
400
8
350 300
6
250 200
4
150 100
2
50 0
w 20
10
vr
ou
w ou vr 09 20
20
08
vr
ou
w
0
aantal consulten
% pos. syfilis
Grafiek 13: Aantal testen en percentage positieve testen hiv bij swingers (2008-2010)
16 %
700 650
14
600 550
12
500 450
10
400
8
350 300
6
250 200
4
150 100
2
50 0
w 20
10
vr ou
w vr ou 09 20
20
08
vr ou
w
0
aantal consulten
% pos. HIV
Soa en hiv in Nederland Uit de landelijke soa-registraties blijkt in 2010 opnieuw een toename van zowel het aantal consulten als het vindpercentage van soa’s op de Soa-poli’s. Het percentage bezoekers bij wie een of meer soa’s zijn gediagnosticeerd (chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis, hiv of hepatitis B) blijft hoog: bijna 14%. Bij 19% van de MSM-doelgroep en bij 12% van de vrouwen en heteroseksuele mannen werden een of meer soa’s gediagnosticeerd.
De toename van het aantal gevonden soa’s kan deels verklaard worden door het actievere testbeleid. Uit landelijke registraties van soa-gerelateerde vragen bij huisartsen, blijkt dat vragen over soa’s ook in de eerstelijns zorg toenemen. Er zijn aanwijzingen dat - net als in Nederland - in de ons omringende landen meer soa’s worden gediagnosticeerd (bron: Thermometer soa en hiv 2010, RIVM 2011).
Etniciteit Bepaalde soa’s en hiv komen in sommige delen van de wereld voortdurend voor. Een persoon die afkomstig is uit zo’n ‘endemisch’ gebied, is mogelijk in contact geweest met hiv of andere soa’s. Via een triage (vragenlijst) wordt op de SoaSensepoli’s geregistreerd of cliënten uit een endemisch gebied komen. Er wordt dan gevraagd tot welke bevolkingsgroep de bezoekers zichzelf rekenen.
In grafiek 14 zien we dat het percentage cliënten met een of meer positieve soa’s in de regio Oost het hoogste is onder Antillianen, namelijk 33%. Landelijk is dit soa-vindpercentage ook het hoogste onder Antillianen, namelijk 24%. Aziaten staan in de regio Oost op de tweede plaats: bij 23% van de cliënten die zich tot deze bevolkingsgroep rekenen, zijn een of meerdere soa’s gevonden.
Grafiek 14: Soa-vindpercentage gerelateerd aan etniciteit (2010) 100000
35 % 30
10000 25 1000
20 15
100
10 10
5 0
1
aantal consulten
% pos. SOA
Leeftijd Jongeren onder de 25 jaar maken in de regio Oost een groeiend deel uit van de bezoekers van de SoaSense-poli’s. In 2010 is 49% van de bezoekers van de SoaSense poli’s jonger dan 25 jaar
(grafiek 15). In 2008 lag dit percentage nog 5% lager. Het percentage jonge bezoekers is in 2010 in de regio Oost hoger dan het landelijke percentage van 44%.
Grafiek 15: Soa-vindpercentage gerelateerd aan bezoekers per leeftijdscategorie (2010) 5500
20 %
5000
18
4500
16
4000
14
3500
12
3000
10
2500
8
2000
6
1500 1000
4
500
2
0
<15 jaar
15-19
20-24
25-29
30-34
aantal consulten
35-39
40-44
45-49
50-80
0
% pos. SOA
Conclusies Soa Oost-Nederland Meer consulten, meer jongeren In 2010 is het aantal gevonden soa’s wederom gestegen. Epidemiologische cijfers uit de regio Oost komen in grote lijnen overeen met landelijke data. Opvallend is de blijvend sterke groei van het aantal consulten onder risicogroepen in Oost-Nederland; deze groei is sterker dan de landelijke trend. Ook valt op dat de SoaSense-poli’s in de regio Oost relatief meer jongeren zien vergeleken met de rest van het land. Meer gevonden soa’s In lijn met de groei van het aantal consulten is ook het aantal opgespoorde en behandelde soa’s op de SoaSense-poli’s in 2010 weer toegenomen. Het percentage bezoekers met een of meer gediagnosticeerde soa’s (chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis, hiv of hepatitis B) is in Oost-Nederland vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (14%). Kijkend naar etniciteit, blijkt dat bij de Antilliaanse bevolkingsgroep de meeste soa’s worden gediagnosticeerd. MSM-doelgroep scoort hoog Het percentage positieve soa-testen is voor alle soa’s, met uitzondering van chlamydia, aanzienlijk hoger bij de MSM-doelgroep dan bij de vrou-
wen en heteromannen. Ook bij de ‘swingers’ is het percentage positieve soa-testen, behalve hiv, duidelijk hoger bij de MSM-doelgroep dan bij de heteroseksuele vrouwen en mannen. Chlamydia meest verspreid In de heteroseksuele doelgroep blijkt chlamydia nog steeds de meest voorkomende soa. Chlamydia is ook bij jongeren de meest voorkomende soa. Mogelijk komt dit doordat jongeren meer wisselende seksuele contacten hebben dan ouderen, waardoor de kans op verspreiding groter is. Een andere reden is wellicht het hoge percentage vrouwen (64%) onder jongeren die de SoaSense -poli’s bezoeken: vrouwen lopen eerder chlamydia op en dat verhoogt dus de kans op het vinden van chlamydia in de jongerendoelgroep. SoaSense-poli’s blijven nodig De SoaSense-poli’s in Oost-Nederland blijven een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van soa’s in de provincies Gelderland en Overijssel. Ondanks het actief en laagdrempelig testen op soa’s onder risicogroepen en gerichte preventie in deze groepen, blijft de overdracht van soa’s aanzienlijk en daarmee bedreigend voor de volksgezondheid.
Sense op stoom In totaal zijn er in 2010 in Oost-Nederland bijna 1700 Sense-consulten uitgevoerd. Ten opzichte van 2009, het eerste jaar waarin de Sense-spreekuren in Oost-Nederland over het hele jaar aangeboden zijn, is het totaal aantal consulten in 2010 verdubbeld. Omdat Sense-spreekuren zijn bedoeld voor jongeren, gaan alle Sense-cijfers in deze Thermometer over bezoekers onder de 25 jaar (m.u.v. grafiek 20). Uit de cijfers over 2010 blijkt dat het Sense-spreekuur steeds beter de jongeren onder de 25 jaar bereikt: 93% van de bezoekers was jonger dan 25 jaar, in 2009 lag dit percentage op 90%.
Bij iedere GGD/Sense-aanbieder is het aantal consulten ten opzichte van 2009 gestegen (grafiek 16). De regionale verschillen in het aantal Sense-consulten worden in grafiek 17 weergegeven. Binnen de GGD-regio’s zijn er grote verschillen waarneembaar. Bij GGD Regio Nijmegen en HGM (inclusief Mildredhuis) worden de meeste Sense-consulten uitgevoerd, ongeveer 75 per 100.000 inwoners. In 2009 voerden de Sense-professionals in de regio Oost gemiddeld 25 consulten per 100.000 inwoners uit, in 2010 is dit aantal verdubbeld.
Grafiek 16: Aantal Sense-consulten per GGD / Sense-aanbieder (2009-2010) 450 425 400 375 350 325 300 275 250 225 200 175 150 125 100 75 50 25 0
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland
Regio Twente 2009
Meer vrouwen dan mannen De man-vrouw verdeling bij de Sense-consulten is scheef: 85% van het aantal bezoekers is vrouw. In 2009 was dit percentage 88%. Hier hangt wellicht mee samen dat bijna de helft van de consulten betrekking heeft op vragen over anticonceptie en (ongewenste) zwangerschap. Ook kan het hoge
Rivierenland
HGM
Mildredhuis
2010
aantal vrouwen deels te maken hebben met de functie van het Mildredhuis, dat adviezen geeft over anticonceptie en ongewenste zwangerschap en tevens dienst doet als abortuskliniek. Landelijk is de man-vrouw verdeling ook scheef: 82% van de bezoekers van de Sense-spreekuren is vrouw.
Grafiek 17: Aantal Sense-consulten / 100.000 inwoners per GGD (2009-2010) 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel
IJsselland 2009
Regio Twente
Rivierenland
HGM*
2010
* De consulten uitgevoerd door het Mildredhuis, zijn opgenomen in het totaal van HGM.
Grafiek 18: Verdeling Sense-consulten naar onderwerp in percentages (2009-2010) 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
anticonceptie
(ongew.) zwanger
fertiliteit
seksualiteit 2009
Anticonceptie nummer 1 Als we kijken naar de thema’s van de consulten valt op dat meisjes veruit in de meerderheid zijn als het gaat om vragen over anticonceptie, fertiliteit en (ongewenste) zwangerschap. De meeste vragen van jongens hebben betrekking op seksualiteit en soa’s. Grafiek 18 geeft een beeld van de procentuele
seks. geweld
soa
anders
2010
verdeling van de Sense-consulten die in 2009 en 2010 zijn uitgevoerd, naar thema. De meeste vragen gaan over anticonceptie. We zien voor 2010 dat het percentage vragen met betrekking tot seksualiteit – bijvoorbeeld vragen over vrijen, pijn bij het vrijen, klaarkomen – en soa’s gestegen is ten opzichte van 2009.
Grafiek 19: Verdeling Sense-consulten naar onderwerp per Sense-aanbieder (2010) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Regio Nijmegen
Gelre-IJssel anticonceptie
IJsselland
Regio Twente
(ongew.) zwanger
fertiliteit
Rivierenland
seksualiteit
seks. geweld
HGM soa
Mildredhuis anders
Grafiek 20: Verdeling Sense-consulten naar leeftijd en geslacht (2010) 55% 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
<15 jaar
15 - 20 jaar
20- 25 jaar
% vrouw
Veel vragen over anticonceptie en (ongewenste) zwangerschap In 2010 heeft 47% van het totaal aantal consulten betrekking op anticonceptie en (ongewenste) zwangerschap. Op de tweede plaats staat het wat algemenere onderwerp ‘seksualiteit’: 24% van het totaal aantal consulten gaat hierover (grafiek 18). Het totaal aantal bezoekers van het Sense-spreekuur onder de 15 jaar (7%) is klein ten opzichte van het totaal aantal bezoekers tussen de 15 en 25
> 25 jaar
% man
jaar. Niettemin is dit percentage ten opzichte van 2009 verdubbeld. In grafiek 20 is te zien dat het Sense-spreekuur zich richt op jongeren tussen de 15 en 25 jaar. Van het totaal aantal meisjes (1413) is 40% tussen de 15 en 20 jaar en bijna 50% tussen de 20 en 25 jaar. Van de 281 jongens is ruim 25% tussen de 15 en 20 jaar en bijna 45% tussen de 20 en 25 jaar.
Artsen en verpleegkundigen De Sense-spreekuren worden uitgevoerd door Sense-opgeleide sociaalverpleegkundigen en artsen. In de meeste gevallen beschikken deze professionals ook over soa-expertise. Bij de GGD’en Regio Nijmegen, Rivierenland, Gelre-IJssel, IJsselland en Regio Twente worden de Sense-consulten voor het overgrote deel uitgevoerd door verpleegkundigen. Bij het Mildredhuis ligt de verhouding andersom: hier wordt 70% van de Sense-consulten door een arts verricht.
Etniciteit In de regio Oost is ruim 92% van de bezoekers van de Sense-consulten Nederlands. GGD’en Regio Twente en Gelre-IJssel krijgen de meeste niet-Nederlandse bezoekers op de Senseconsulten, dit percentage ligt tussen de 10 en 15%.
Conclusies Sense Oost-Nederland Verdubbeling consulten Ten opzichte van 2009, het eerste jaar waarin de Sense-spreekuren in Oost-Nederland over het hele jaar zijn aangeboden, is het totaal aantal consulten bij jongeren onder de 25 jaar in 2010 verdubbeld. Hieruit blijkt dat de Sense-consulten een behoefte vervullen, daar waar het gaat om de seksuele gezondheid van jongeren onder de 25 jaar.
Net als in 2009 zijn in 2010 de meest behandelde onderwerpen anticonceptie en seksualiteit. Vooral meisjes en twintigers Het merendeel van de Sense-consulten wordt nog steeds door meisjes bezocht. De grootste groep bezoekers van de Sense-consulten is tussen de 15 en 25 jaar, waarvan de meeste bezoekers ouder zijn dan 20 jaar.
Colofon De SoaSense Thermometer is een uitgave van SoaSense Oost-Nederland en verschijnt 1 keer per jaar. Overname van gegevens is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding. Jaar van uitgave: 2011.
Tekst, figuren en tabellen Marijke Schagen (stagiaire Radboud Universiteit Nijmegen), Jolanda Terpstra (epidemioloog SoaSense Oost-Nederland), Hanna Bos (coördinator Soa Oost-Nederland), Rinske van der Bij (coördinator Sense Oost-Nederland), Annemarie van Daal (projectleider SoaSense Oost-Nederland). Redactieadres GGD Regio Nijmegen,
[email protected]
SoaSense Thermometer 2010
GGD’en Oost-Nederland