Sneuveltekst Diversiteit en onderwijskwaliteit Waarom? De toenemende diversiteit bij de Leuvense leerlingen- en studentenpopulatie is een nieuwe realiteit voor heel wat leerkrachten, directies, docenten, studenten en ouders. Het Leuvens Overleg Diversiteit wil een gezamenlijke visie ontwikkelen waarbij diversiteit omgebogen wordt tot een meerwaarde voor de onderwijskwaliteit; en ook zo gepercipieerd wordt. De maatschappelijke discussie om “de kwaliteit van het onderwijs te behouden” gaat voorbij aan de vraag hoe diversiteit kan omgebogen worden tot een meerwaarde. Een hoge onderwijskwaliteit behouden en verder uitbouwen is niet intrinsiek strijdig met gelijke kansen. Eerder integendeel: zonder diversiteitsbeleid is excellentie niet duurzaam. Onderbouwd vanuit de praktijk willen we deze visie in een actieplan omzetten, waardoor de verschillende Leuvense initiatieven op elkaar afgestemd worden en elkaar kunnen versterken. Hierbij willen we ook gezamenlijk lacunes opsporen en nieuwe initiatieven lanceren. De drijfveer is om ervoor te zorgen dat de Leuvense kinderen van vandaag op de plaats terecht komen waar zij hun talenten het beste kunnen ontplooien. Het Leuvens Overleg Diversiteit is een samenwerkingsverband tussen de stad Leuven, KU Leuven, OCMW Leuven, KHLeuven, Groep T, LOKO, LOP, Politie Leuven, L4-Volwassenenonderwijs, Provincie Vlaams-Brabant en het Leuvense secundair onderwijs. Het Leuvens Overleg Diversiteit is in 2010 opgestart vanuit de ‘Leuvense Symbiose, een strategisch plan voor de Leuvense studentenstad’ en heeft als doel met alle actoren van de stad samen te werken rond ‘openheid van geest’ 1. Concreet wil het Leuvens Overleg Diversiteit zich buigen over hoe we een diversiteitscultuur in het Leuvense onderwijs kunnen realiseren. Dit wil ze doen in afstemming met het LOP, de Onderwijsraad en andere Leuvense overlegplatformen. De uitdagingen starten van bij de aanvang in het kleuteronderwijs. Daarom wordt ook samenwerking met het Leuvense basisonderwijs gezocht.
Deze sneuveltekst vraagt verdere invulling vanuit alle actoren in Leuven die een bijdrage kunnen leveren om diversiteit om te vormen tot een hefboom voor onderwijskwaliteit. 1. Diversiteit als demografische realiteit Leuven kende de afgelopen jaren een bevolkingsgroei. Van de kinderen die nu in Leuven geboren worden, is 25% allochtoon. Dit cijfer zal in de toekomst toenemen. De superdiversiteit zal ook in Leuven onontkoombaar worden. 1 kind op 5 leeft in Leuven in armoede. Dit staat in schril contrast met een relatief grote middenklasse van hooggeschoolde ouders. Sommige wijken kennen een veel hoger aandeel kansarmen en allochtonen dan andere wijken 2.
1
Leuvense symbiose: http://www.leuven.be/binaries/Symbiose_DefinitieveVersie_tcm16-33432.pdf Data Steunpunt Sociale Planning, Provincie Vlaams-Brabant (2012). Bron: Rijksregister, verwerking steunpunt sociale planning.
2
1
Vanuit het Leuvens overleg rond diversiteit stellen we ons de volgende vragen. In welke mate zullen al deze kinderen hun talenten kunnen ontplooien? Waar zullen ze staan in 2030 als ze 18 jaar zijn? Zal het Leuvense onderwijs evenveel kwaliteit blijven bieden voor deze generatie en meer nog: een hefboom kunnen zijn voor meer sociale gelijkheid? Op dit moment weerspiegelen de verschillende onderwijsniveaus de demografische realiteit: In Leuven zit een relatief grote groep leerlingen uit het secundair onderwijs in 1A in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde 3. Maar toch zit in 1B overwegend arbeiderskinderen en heeft 90% een zorgkenmerk 4. 1 op 5 van de huidige leerlingen in het secundair onderwijs is GOK-leerling. De deelname van leerlingen aan bepaalde technische studierichtingen in het secundair onderwijs wordt ook kleiner en is problematisch. Het aantal leerlingen dat deze specifieke richtingen volgt, is veel lager dan het grote aantal jobkansen. Het hoger onderwijs ziet de afgelopen jaren een sterke stijging van leerlingen met een functiebeperking en allochtone studenten. Is het hoger onderwijs hierop voorbereid? Het blijkt dat het watervaleffect bij groepen met zorgkenmerken en groepen met een diverse sociaal-culturele herkomst zowel in het secundair als in het hoger onderwijs sterk speelt. Volgens Dirk Van Damme worden gelijke onderwijskansen in Vlaanderen sterk negatief bepaald door de relatief hoge mate van sociale segregatie tussen scholen en de interactie tussen sociaal bepaalde schoolkeuze en studiekeuze. Professor Van Damme geeft als belangrijke suggestie dat het absoluut noodzakelijk is maatregelen te nemen zodat de beste leerkrachten terecht komen in de moeilijkste scholen 5. Een grote storende factor is volgens Dirk Van Damme een diversiteits- en gelijkekansenbeleid in scholen dat te weinig uitdaagt en nivelleert onder het mom van gelijke kansen. Het is dan ook onverantwoord het niveau te verlagen opdat iedereen meekan. Strategische doelstelling Het LOD wil een ‘burning platform’ creëren en de noodzaak tot verandering voelbaar maken bij alle Leuvense onderwijspartners. Het LOD wil de toenemende diversiteit als realiteit ombuigen tot een meerwaarde voor de Leuvense onderwijskwaliteit en deze meerwaarde in brede zin promoten. Voorbeelden van acties Vb. 1. Voorbeelden verspreiden uit de Vlaamse en internationale context waar diversiteit en kwaliteit hand in hand blijven gaan. Vb. 2. De beeldvorming over beroeps- en technisch onderwijs ten goede beïnvloeden zodat ouders en leerlingen van verschillende achtergronden hiervoor kiezen. Vb. 3. Monitoring en deskundigheidsbevordering met betrekking tot omgekeerde mobiliteit in het 3
Wat de groep leerlingen 1A en 1B betreft: 1 A: KSLeuven 92% en 1B: 8% (bron =eigen tellingen) tov Vlaanderen 1A: 86% versus 1B 14% (bron: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/20112012/voorpublicatiestatistischjaarboek2011-2012/voorpublicatiestatistischjaarboek2011-2012.htm) 4 De conclusies uit het onderzoek van “Boone, S. en Van Houtte, M (2010). Sociale ongelijkheid bij de overgang van basisnaar secundair onderwijs. Gent: Universiteit Gent” worden bevestigd in Leuven. 5 Voor het profiel van de beste leerkrachten verwijst Dirk van Damme naar de onderzoeksresultaten uit een grote survey van Svenja Vieluf, David Kaplan, Eckhard Klieme, Sonja Bayer, OESO (2012): Teaching Practices and Pedagogical Innovations. Evidence from TALIS. Met ‘beste leerkrachten’ doelt Dirk Van Damme niet op een specifieke benadering (zoals de tendens van de leerlinggerichte benadering). ‘Beste leerkrachten’ hanteren verschillende benaderingen die ze kunnen inzetten volgens de leernoden van leerlingen en volgens de noden van een klas. Het zijn leraren die hun eigen compententies actief blijven ontwikkelen. Ze zijn gepassioneerd in hun vakdomein en tevreden over de effectiviteit van hun inzet. Deze leraren zijn gericht op de schoolcontext als groter geheel en voelen zich betrokken in leergemeenschappen binnen en buiten de schoolcontext. Dit staat in schril contract met leerkrachten die vinden dat lesgeven een individuele aangelegenheid is en dat hun les best achter gesloten deuren plaats vindt.
2
onderwijs (zalmprincipe). Hoe kan mobiliteit aangemoedigd worden vanuit realistische inschattingen? Vb. 4. Een beleid waarbij ouders met kleine kinderen systematisch worden geïnformeerd en gesensibiliseerd over het feit scholen met veel diversiteit niet per se leiden tot nivellering.
2. Diversiteit als kwaliteit Diversiteit kan een hefboom zijn om innovatie, creativiteit en een open basishouding te bevorderen. Uit onderzoek (Rice, C. 2011) blijkt dat groepen door de inbreng van minderheden binnen de groep (hier vrouwen/ mannen) creatiever gaan denken. In een rapport van 2007 meldt The London Business School dat ze meer innovatie zien bij groepen die gemengd werden samengesteld. Diversiteit in een groep kan een meerwaarde i.p.v. een rem betekenen. Diversiteit leidt ook niet automatisch tot meer nivellering. Onderzoek van Verhaeghe, J.P. & Van Damme, J. (2008) 6 toont aan dat, het aandeel aan dat het percentage kansarmoede in het 1e en het 2e leerjaar doorgaans geen rol speelt voor de vooruitgang die leerlingen maken op vlak van wiskunde, technisch lezen en spelling. Verschillen tussen de scholen op dit vlak zijn wel heel groot. Sommige scholen merken wel een achteruitgang, andere scholen helemaal niet. Dit bevestigt het belang van schoolkeuze, eerder dan studiekeuze. Onderzoek over segregatie in het basisonderwijs bevestigt dat leerkrachten en docenten ertoe neigen lagere verwachtingen te hebben ten aanzien van kansarme leerlingen/studenten 7. Onderzoek van onder meer Masschelein, Van Steenkiste, en Van den Branden toont aan dat passie en bevlogenheid de beste garantie tot kwaliteit en betere prestaties vormt. Eerder dan de focus op achtergronden van leerlingen is de overtuiging van de leerkracht/ docent belangrijk dat elke leerling een passie kan ontwikkelen 8. Diversiteit ombuigen tot een meerwaarde verloopt anderzijds niet automatisch en veronderstelt een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden werden onder meer door Brugman et al (2007) beschreven: o o o o o
diversiteitsvisie is vastgelegd in cultuurwaarden en doorvertaald in huisregels; er is een duidelijk commitment over de uitvoering van die visie; diversiteit is ook zichtbaar in het personeelsbeleid; er is een aanspreekcultuur op verschillende niveaus in de organisatie; er is een competent leidinggevend (midden)kader.
Strategische doelstelling Het LOD wil leidinggevenden, leerkrachten en docenten sensibiliseren en vormen in het omgaan met diversiteit. Voorbeelden van acties 6
Verhaeghe, J.P. & Van Damme, J. (2008). Leerwinst en toegevoegde waarde voor wiskunde, technisch lezen en spelling in eerste en tweede leerjaar. Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. 7 Agirdag, O., Nouwen, W., Mahieu, P., Van Avermaet,P., Vandenbroucke, A. & Van Houtte, M. (2012) Segregatie in het basisonderwijs: geen zwart-witverhaal. Antwerpen/Apeldoorn: Garant 8 Zie onder meer: • Masschelein, J. , Simons, M. (2012) Apologie van de school. Een publieke zaak. Leuven: ACCO • Vansteenkiste, M., Soenens, B., Sierens, E., & Lens, W. (2005). Hoe kunnen we leren en presteren bevorderen? Een autonomie-ondersteunend versus controlerend schoolklimaat. Caleidoscoop, 17, 18-25. • Van den Branden, K., Van Avermaet, P. & Van Houtte, M. (Eds.) (2011) Equity and excellence in education. Towards maximal learning opportunities for all students. New York: Routledge.
3
Sensibiliseren Vb. 1. Onderzoek en good practices ontsluiten en gebruiken in opleidingen aan de hand van een publicatielijst die het onderwijsveld doet kriebelen: praktijkvoorbeelden van gemengde scholen, artikels uit Klasse, Steunpunt diversiteit en leren, Centrum Taal en Onderwijs. Vb. 2. Scholen stimuleren om diversiteit in te zetten als ‘branding’. Vormen Vb. 3. Bevlogenheid van leerkrachten en docenten in en na de opleiding ontwikkelen en behouden. Vb. 4. Randvoorwaarden tot succes in scholen benoemen en aanpakken: sterk management, beleidsvisie, diversiteit in het personeelsbestand,… Vb. 5. Prioriteit geven aan aanpak van impliciete bias in de lerarenopleiding.
3. Gebundelde krachten In Leuven bestaan er tal van beleidsmaatregelen en concrete initiatieven die gelijke kansen waarborgen en diversiteit als cultureel kapitaal verpersoonlijken, zowel binnen de onderwijsstructuren als bij externe partners. Deze initiatieven gaan vaak samen met een bewustwording van de normativiteit van ons onderwijs en het in vraag stellen van tradities op vlak van organisatie en methode. Vaak zet het in op participatie van leerlingen, studenten, leerkrachten, docenten en de omgeving. Het staat ons toe te reflecteren over studie- en schoolkeuze, de aanpak van het watervaleffect, de spreiding van zorg, het thuisgevoel op school en in de campus en van sociale cohesie. Deze effecten kunnen we dus garant stellen door de gemaakte beleidsmaatregelen en initiatieven breder bekend te maken en op elkaar af te stemmen, en nieuwe te stimuleren. Strategische doelstelling Het LOD wil huidige beleidsinitiatieven die leiden tot een betere talentbenutting zichtbaar maken en nieuwe initiatieven stimuleren. Voorbeelden van acties Vb. 1. Uitwisseling van ervaringen met meer diversiteit in het personeel. Vb. 2. Evaluatie en uitwisseling over de impact van bestaande projecten. Vb. 3. Zichtbaar maken van huidige beleidsmaatregelen en projecten. Vb. brede scholen, buddyprojecten, taalstimulering, integratie-initiatieven hoger onderwijs, nascholingen, omgaan met diversiteit als competentie voor toekomstige leerkrachten, G-kracht, taalproject van Centrum Taal en Onderwijs voor TSO en BSO-studenten, initiatieven van individuele scholen, ‘talent for kids’, ervaringen internationalisering.
4. Sensibilisering door beleving Sensibilisering kan gedeeltelijk gebeuren aan de hand van het zichtbaar maken van onderzoek en goede praktijken. Beleidsacties zijn een andere manier om effectieve verandering teweeg te brengen maar leiden niet vanzelf tot een draagvlak. Ook de communicatie van demografische veranderingen kunnen bijdragen tot het au serieux nemen van het thema. Echte bewustmaking heeft echter een andere component nodig: dat van de ervaring, het contact, het engagement. Alleen door een 4
combinatie van kennis en ervaringen aan te bieden, kunnen we betrokkenheid verhogen en motiveren tot reflectie.
Strategische doelstelling Het LOD wil docenten, leerkrachten, studenten, ouders en leerlingen contactmomenten aanbieden met voorbeelden/rolmodellen die hun specifieke achtergrond ombuigen tot kracht en op een bijzonder manier hun talenten ontwikkelen. Voorbeelden van acties Vb. 1. Ambassadeurswerking: studenten met diversiteitskenmerken brengen een getuigenis op basis van hun eigen studieloopbaan om zo scholieren te motiveren goede keuzes te maken. Vb. 2. Leerkrachten TSO en BSO van binnenuit laten leren kennen (leerkrachtenstages/ uitwisseling) Vb. 3. Inlevingsdagen waar studenten ervaringen uitwisselen met ludieke werkvormen. Vb. parcours van sommige internationale studenten of studenten met een functiebeperking is voor henzelf vaak een normaal iets maar kan voor iemand die hiermee onbekend is indrukwekkend zijn.
5