2014-2015 18-6-2015 Pizza-overleg Startende Leerkrachten
Sneak preview 2015-2016 Juni 2015
Leerlingen wijzen de weg… Op 17 maart jl. hebben we met elkaar een inspirerende studiedag beleefd onder de titel ‘Leren of onderwijzen’. Uitgangspunt was de andere manier van leren van onze leerlingen. Deze andere manier vraagt ook om een andere visie op onderwijzen. Leerlingen wijzen de weg. Laten wij daarbij aansluiten. Ik wijs je verder graag op de blog van Jack Provily die eerder verscheen in het magazine Kinderwijz. Via deze link kun je de blog alsnog lezen: http://hetkind.org/2015/05/23/als-een-kind-niet-leert-zoalswij-lesgeven-moeten-we-gaan-lesgeven-zoals-het-kindleert/. Ook de AWBR Academie zet in op het ontwikkelen van leerkrachtvaardigheden die nodig zijn om onze leerlingen bekend te maken met de 21ste eeuwse vaardigheden. Dat maakt het beroep van leerkracht extra spannend en energie gevend. Je kunt kiezen wat het best bij jou past. Velen hebben ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een lerarenbeurs aan te vragen van de stad Amsterdam. Mooi als je straks je opgedane kennis en de verder ontwikkelde vaardigheden deelt met collega’s op school. Zo blijven we ons ontwikkelen. Succes daarbij in het nieuwe schooljaar. Marius Voerman Bestuurder AWBR
31-8-2015 Kennismakingsbijeenkomst Startende Leerkrachten 2-9-2015 Training Taakspel 16-9-2015 Mentorentraining Basis 16-9-2015 Vreedzame School Basis 17-9-2015 Netwerk Bouwcoördinatoren 17-9-2015 Flitsbezoeken 21-9-2015 Intervisie OB 22-9-2015 PowerPoint 23-9-2015 Time management voor Startende Leerkrachten 24-9-2015 Intervisie MB
Terugblik AWBR Studiedag 17 maart: ‘Leren of Onderwijzen?’ Met een goed gevoel kijken wij terug op de studiedag. En aan de ingevulde evaluatieformulieren te zien jullie ook! Het programma-aanbod was groot en divers, kregen we als feedback. Er zijn veel nieuwe contacten gemaakt, er is veel nieuwe kennis opgedaan én gedeeld en dankzij de inspirerende lezing van Joost Maarschalkerweerd van Bazalt is er een gezamenlijk vertrekpunt richting de 21st Century Skills. Prachtig is het om te horen dat er al zoveel gebeurt op de scholen op dit gebied, terwijl de leerkrachten zich daar vaak niet eens bewust van zijn. Onbewust bekwaam, noemen we dit wel. Dit is precies waar de AWBR Academie voor staat. Samen professionaliseren: laagdrempelig, van en met elkaar leren én differentiëren. De AWBR Academie, die maken we samen! Er zijn maar liefst 551 evaluatieformulieren ingevuld, waarvoor dank. De studiedag in cijfers: 89% is geïnspireerd of zeer geïnspireerd door de lezing of workshop. 84% is aan het denken gezet over zijn/haar dagelijks handelen in de praktijk. 80% zou de gegeven workshop/lezing terug willen zien in het aanbod van de AA. 70,5% wil graag een verdieping van de workshop terugzien in het aanbod van de AA. De rapportcijfers voor de workshops: 1 2 3 4 0 1 0 4 =0,2% =0,8%
5 6 =1%
6 36 =7%
7 160 =31%
8 224 =43%
9 84 =16%
10 7 =1%
Vooruitblik aanbod 2015-2016 Daarnaast zijn we blij met alle suggesties voor nieuwe workshops, die uit de evaluatieformulieren naar voren zijn gekomen. We hebben alle suggesties verwerkt en leggen nu de laatste hand aan het vormgeven van een heel gevarieerd aanbod waar hopelijk alle AWBR-collega’s iets van hun gading in kunnen vinden! Mitzy van Loon, AWBR Academie
StartKracht; startende leerkrachten in hun kracht zetten In de periode maart en april zijn enquêtes afgenomen onder startende leerkrachten met nul tot en met drie jaar werkervaring. 25 Starters van AWBR hebben deze vragenlijst ingevuld, waarvoor onze dank! Daarnaast zijn alle directieleden geïnterviewd en hebben zij dezelfde vragenlijst ingevuld als de starters. Op deze manier hebben we een nulmeting, aan de hand waarvan we een professionaliseringsaanbod kunnen ontwikkelen, dat speciaal op maat gemaakt is voor AWBR.
Eén van de belangrijkste conclusies is dat starters binnen AWBR over het algemeen al goed worden begeleid. Zo worden er op alle scholen kennismakingsbijeenkomsten georganiseerd, worden starters geobserveerd en worden starters op de meeste scholen gekoppeld aan maatjes. Daarnaast krijgen de starters in het eerste jaar een aangepast takenpakket en krijgen zij een standaard begeleidingstraject van de Onderwijsconsulenten aangeboden. Hiermee loopt AWBR voor op de nieuwe CAO, waar een aangepast takenpakket wordt geadviseerd, en starters recht hebben op begeleiding van een coach. Opvallend is dat veel starters zich er niet bewust van zijn dat de scholen en AWBR dit faciliteren. De communicatie omtrent de begeleiding van starters is dan ook een aandachtspunt. De begeleiding aan starters zal verder worden ontwikkeld en worden vastgelegd in beleid. Starters die hebben aangegeven graag mee te willen denken over een professionaliseringstraject, zijn hier inmiddels voor uitgenodigd. Wat is StartKracht ook alweer? Eén van de speerpunten bij AWBR voor de komende jaren, is het begeleiden en professionaliseren van beginnende leerkrachten. Het doel is om een professionaliseringsaanbod te ontwikkelen. Dat gebeurt middels een gesubsidieerde samenwerking tussen AWBR, Stichting Samen tussen Amstel en IJ (STAIJ), Stichting Openbaar Onderwijs Noord (SOON), de Pabo van de Hogeschool van Amsterdam (Pabo HvA) en de Universitaire Pabo van Amsterdam (UPvA). Daarnaast is er ook in de nieuwe CAO toegenomen aandacht voor de begeleiding van beginnende leerkrachten. Om vorm te geven aan deze samenwerking is binnen AWBR een voorbereidend leerteam gestart met de naam StartKracht. Voor meer informatie of vragen kun je contact opnemen met Mitzy van Loon (
[email protected]). Mitzy van Loon, AWBR Academie
Intervisie Startende Leerkrachten: ‘Doen ze dat bij jou?! Hè wat fijn, bij mij ook!’ Als startend leerkracht ben ik het afgelopen schooljaar een heel nieuwe wereld binnengekomen. Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd hoe ik les moet geven, hoe ik mijn klas moet inrichten, hoe ik de onderwijsbehoefte van een kind in kaart moet brengen, hoe ik een kind kan begeleiden, op welke manier ik met ouders in gesprek moet gaan. Vrijwel alles binnen het basisonderwijs ben ik tegengekomen. Alles. Maar niet alles tegelijk. Sinds dit jaar ben ik leerkracht van groep 1/ 2. Ik ben verantwoordelijk voor alle kinderen in groep 1/ 2 c. Ik ben elke dag in de klas en ik moet er iedere dag voor zorgen dat de leerlingen zich verder kunnen ontwikkelen. Daarnaast moet ik er voor zorgen dat ieder kind zich veilig voelt. In de basis gaat alles goed. De leerlingen ontwikkelen zich bij mij in de klas gelukkig niet minder dan in andere klassen, waar ik erg bang voor was. Collega’s komen vaak peilen hoe het gaat en geven tips als ik er om vraag, ik heb een coach voor startende leerkrachten die er voor heeft gezorgd dat ik zelfverzekerd voor de groep sta en veel leuke ouders in de klas die me vaak complimenteren. Toch kan ik het niet helpen dat ik soms wakker lig ’s avonds. Die ene leerling die het moeilijk heeft thuis of die twee kinderen die telkens ruzie maken, maar ook telkens het gevoel hebben dat je achterloopt op de rest. Het is fijn om af en toe eens samen te komen met andere startende leerkrachten en je ervaringen te delen. Tijdens de intervisie met Saskia Dekker hebben we met een vijftal startende leerkrachten in een besloten omgeving met elkaar gesproken over obstakels die we als startende leerkracht tegenkomen. Een week voor de bijeenkomst mag iedereen een casus inbrengen. Tijdens de bijeenkomst worden er telkens één of twee aan de hand van een intervisiemodel besproken. Iedereen komt aan de beurt. De problemen die we ervaren komen vaak overeen. Het is fijn om eens van een andere starter te horen wat haar ervaringen zijn voor de klas.
Door met verschillende intervisiemodellen te werken, word je gedwongen om creatief te denken. We stoppen pas als we een goede oplossing voor het probleem hebben gevonden. De intervisiemomenten geven een ‘samen sta je sterk’-gevoel ik ben blij dat ik nog even startend leerkracht ben en nog mee mag doen! Noortje Rodenhuis, leerkracht De Waterkant
Intervisie: ‘Doe mee met intervisie en heb een goed gesprek met je AWBR-collega’s!’ Intervisie is een manier om met collega’s over het vak te praten. In een kleine groep wordt op systematische wijze een persoonlijke inbreng van één van de gesprekspartners besproken. Feedback van je AWBR-collega’s kan er toe leiden dat je tot een andere benadering van een onderwerp komt en/of dat je iets op een andere wijze uitprobeert in je klas. Dat kan verhelderend, verassend en interessant zijn. Intervisie is dé manier om van elkaar en met elkaar te leren! In het komende schooljaar starten vier intervisiegroepen: - intervisiegroep voor startende leerkrachten (0 t/m 3 jaar werkervaring) - intervisiegroep voor ervaren leerkrachten groep 1/2 - intervisiegroep voor ervaren leerkrachten groep 3/4/5 - intervisiegroep voor ervaren leerkrachten groep 6/7/8 Kijk op de AWBR Academie Kalender die binnenkort verschijnt, wanneer de bijeenkomsten zijn en meld je aan! Anita Helderman, onderwijsconsulent
Stageberichten: Mentoren, bedankt! Het schooljaar loopt bijna af en de HvA- en UpvA-studenten zijn bezig met de laatste stagedagen. Er hebben dit schooljaar bijna 70 studenten stage gelopen bij AWBR. Via deze weg willen wij u hartelijk bedanken voor het geven van feedback, coaching, bemoedigende woorden en de aandachtspunten, het meedenken, het invullen van beoordelingsformulieren, het openstellen van uw leerlingadministratie, het lezen van lesvoorbereidingen, het geven van goede voorbeelden en nog veel meer! Hoopvol is, dat wij al van een aantal studenten hebben gehoord dat zij volgend schooljaar weer graag stage bij AWBR willen lopen! Van de meeste scholen hebben wij de beschikbare stageplekken voor volgend schooljaar al doorgekregen. Daarnaast heeft meer dan de helft van de AWBR-scholen een LiO-vacature uitgezet en wij hopen dat daar veel respons op gaat komen. Op dit moment zijn er al enkele scholen bezig met de sollicitatieprocedure om zo geschikte studenten te selecteren voor de LiO-vacatures. Voor meer informatie over de procedure rondom de LiO-studenten kunt u contact opnemen met:
[email protected] Namens alle opleiders in school, Manon van Amstel, Opleider in School
Stageberichten: Ervaringen van een UPvA LiO-stagiair Einde aan de stagetijd Mijn beslissing berustte een beetje op een gok, toen ik vorig jaar rond deze tijd besloot tot een LiO-stage bij AWBR. Tijdens mijn studie aan de UPvA liep ik eerder stage bij de schoolbesturen Bijzonderwijs en STAIJ, dus ik kende nog geen van de scholen of begeleiders binnen dit bestuur. Een fijn sollicitatiegesprek en een goede eerste indruk van de school en collega’s waren echter al snel doorslaggevend in mijn keuze voor de 10e Montessorischool de Meidoorn. Het afgelopen schooljaar liep ik hier elke maandag en dinsdag stage in een onderbouwgroep. Wat ik belangrijk vond tijdens mijn LiO-stage, was allereerst een goede begeleiding in de klas. Een mentor met wie het klikte en die het leuk vond om mij te begeleiden, maar die ook ruimte geeft om zelf dingen te proberen. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik precies heb gekregen wat ik zocht. Daarnaast vond ik de begeleiding buiten de klas belangrijk en het is fijn dat er vanuit het bestuur school overstijgende bijeenkomsten worden georganiseerd. Het is leuk om ideeën en mensen van andere scholen te leren kennen, bijvoorbeeld op de studiedag van AWBR of bij een bijeenkomst met andere LiO’ers. Helaas zit het schooljaar er nu bijna op. Nou ja, helaas? Leuk natuurlijk! Na de zomer ben ik afgestudeerd en begint het ‘echte’ werk. Maar ook spannend, want de oefentijd is dan over. Gelukkig is er veel begeleiding voor startende leerkrachten, waardoor ik het ook de eerste jaren niet helemaal alleen hoef te doen. Kirsten Muetstege, LiO UPvA
Stageberichten: Ervaringen van een HvA LiO stagiair Foutje, moet kunnen toch? Sinds afgelopen zomer ben ik, Pieter Jan, LiO stagiair bij AWBR. Het mooie van stagiair zijn is dat alles (tot op zekere hoogte natuurlijk) nog fout mag gaan. Het maken van fouten is iets wat geaccepteerd moet worden in de klas. Een klas moet een omgeving zijn die veilig genoeg is om fouten te maken, om er vervolgens van te leren en de fout niet meer te hoeven herhalen. Een klas is een omgeving waarin alles mag, waarin geëxperimenteerd mag worden door leerlingen om te kijken wat het beste bij de leerling past. Werkt iets niet, dan doe je het toch gewoon anders. Het is fijn om te zien dat dit dikwijls binnen het klaslokaal gebeurt en dat op die manier onderwijsbehoeften gevuld worden. Ik ken geen leraar die dat niet beaamt. Tegelijkertijd heb ik helaas ook andere ervaringen gehad. Dikwijls is er in de klas een veilige omgeving gecreëerd, maar is de school dat niet. Vaak genoeg is er geen ruimte voor leerkrachten om fouten te maken. Het moet allemaal strak in elkaar overgaan en de leraar wordt afgerekend op fouten. Dan wel gemeten in toetsen, dan wel via een ander meetinstrument. Dit jaar heb ik voor het eerst mogen meemaken dat fouten worden besproken, door zowel de directie als door de leraren onderling. Dat schept een veilige omgeving voor de leerkracht zelf. Wanneer ik fouten maak en dat realiseer tijdens de les, dan weet ik dat ik tijdens de pauze daarmee terecht kan bij een collega, dit kan bespreken en dikwijls met een oplossing de pauze uitstap. Dit houdt mij scherp en onbevreesd. Mijn begeleider bij AWBR speelt daar ook een rol in, die duidelijk de grenzen aangeeft wanneer ik te vaak dezelfde fouten maak, mij niet gelijk afstraft, maar ruimte geeft om mezelf te verbeteren. En dat is voor mij de ideale leeromgeving, nu als stagiair, straks als docent. Pieter Jan Visser, LiO HvA
Stageberichten vanuit de HvA: Het afstudeeronderzoek De student verdiept zich in een praktijkvraagstuk voor het afstudeeronderzoek Mijn naam is Anneke van der Linde, en ik ben als pabodocent betrokken bij het subsidietraject rondom ‘Versterking samenwerking Werkveld – Opleiding’, een project waar AWBR in participeert. In het kader van de samenwerking (en onderlinge afstemming) is mij gevraagd in deze Nieuwsbrief iets te vertellen over het afstudeeronderzoek dat studenten in het laatste jaar van hun pabo-opleiding moeten uitvoeren. Ik beschrijf in dit stukje wat het idee is achter het afstudeeronderzoek, welke werkwijze we hanteren en aan de hand van een praktijkvoorbeeld laat ik zien hoe het concreet in de praktijk uitpakt. In het laatste jaar van de opleiding laat de student op verschillende manieren zien dat hij er klaar voor is om zelfstandig als leerkracht te functioneren. Voor de studenten is vooral de LiO-stage waarbij ze medeverantwoordelijk zijn voor de groep, ‘het echie’. Die stage wordt ervaren als de ultieme test, of zo je wilt, de ‘Meesterproef’. Een spannende, enerverende tijd waarin ze de verantwoordelijkheid als leerkracht voor het eerst écht gaan voelen. Tóch is de LIO-stage niet het enige onderdeel waarop de student moet laten zien een startbekwame leerkracht te zijn. Een belangrijk onderdeel is namelijk ook het afstudeeronderzoek. Voor het afstudeeronderzoek verdiept de student zich in een praktijkvraagstuk of praktijkprobleem waar de school (op groeps-, bouw- of schoolniveau) vragen over heeft. De student analyseert het vraagstuk / probleem en doet aanbevelingen om de situatie te veranderen of te verbeteren. De keuze voor een praktijkvraagstuk vindt in nauwe afstemming plaats met de LiO-school. De student ervaart aan den lijve dat sommige praktijkproblemen eerst beter onderzocht zouden moeten worden voordat het verbeterd (of opgelost) kan worden. Een voorbeeld uit de praktijk: het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouw van basisschool De Wiekslag. Op basisschool De Wiekslag is twee jaar geleden een bepaalde aanpak afgesproken voor het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouwgroepen. De aanpak is vastgelegd door een werkgroep en ingevoerd, maar toch lijkt het niet in alle groepen goed te lopen. In het sollicitatiegesprek voor een LiO-plek heeft de directeur aan student Loes voorgelegd of zij zich voor haar afstudeeronderzoek wil verdiepen in de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen en in beeld wil brengen op welke wijze er momenteel wordt gewerkt met de afgesproken aanpak.
De student gaat met het praktijkvraagstuk aan de slag. De analyse van het vraagstuk staat voorop: Wat is precies de vraag/het probleem? Wie zijn er bij betrokken? Wat vinden die betrokkenen ervan? Wat is volgens de betrokkenen de huidige situatie en wat is de gewenste? Welke aanbevelingen kan de student doen om van de huidige naar de gewenste situatie te komen? Het is dus bij het afstudeeronderzoek níet de bedoeling om gelijk met een oplossing of met een alternatieve aanpak te komen. Centraal staat dat de student leert een probleem/vraagstuk systematisch te benaderen, dus stap voor stap, en analytisch, dus helder onderscheid maken tussen waarnemen en interpretatie, tussen feiten en meningen, tussen de verschillende onderzoeksfasen. In alle gevallen verdiept een student zich (ook) in theorie rondom het vraagstuk. De student start – met ondersteuning van de kerndocent en de afstudeerbegeleider met een plan van aanpak waarin de opzet van het onderzoek wordt beschreven. Het opstellen van onderzoeksvragen (hoofdvraag en deelvragen) is een essentiële eerste stap. Aan dit onderdeel wordt veel tijd besteed omdat een heldere, duidelijke vraagstelling leidend is in het hele onderzoek en als dát mis gaat, heeft dat gevolgen voor het hele onderzoek. Het vervolg: LiO-stagiaire Loes gaat aan de slag met het praktijkvraagstuk rondom de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouw van school De Wiekslag. Zij heeft hierover contact met de basisschool en op de Pabo met de eigen kerndocent en later ook met een afstudeerbegeleider. Onder hun begeleiding schrijft Loes een plan van aanpak waarin de opzet van het onderzoek wordt beschreven. De hoofdvraag wordt: Hoe verhoudt de werkwijze rondom de door de school geselecteerde hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouw van basisschool De Wiekslag, zich tot de afspraken die zijn opgesteld door de werkgroep hoogbegaafdheid?
Loes verdiept zich in theorie rondom hoogbegaafdheid (intelligentie, visies op hoogbegaafdheid, signaleren en begeleiden van hoogbegaafde leerlingen, …. ) zodat zij inhoudelijk goed op de hoogte is. Vervolgens wordt het praktijkdeel van het onderzoek in gang gezet. Relevante documenten van de school worden bestudeerd (het schoolondersteuningsplan, de afspraken die door de werkgroep zijn vastgelegd over de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen), er worden interviews afgenomen met de directeur, de voorzitter van de werkgroep hoogbegaafdheid en met de betreffende leerkrachten van de bovenbouw. Ten slotte wordt aan de leerlingen een vragenlijst voorgelegd. Leidend bij de vragen is steeds: hoe gaat het nú, welke afspraken waren er gemaakt en welke wensen heb je?
De student verdiept zich in de theorie en doet onderzoek in de onderwijspraktijk. Door deze aanpak wordt het praktijkvraagstuk op verschillende manieren en vanuit verschillende perspectieven benaderd. Hierdoor ontstaat een breed en evenwichtig beeld op basis waarvan conclusies kunnen worden getrokken waar de school mee verder kan. Ondertussen heeft de student inhoudelijk veel geleerd over het onderwerp en over de wijze waarop je een vraagstuk/probleem systematisch en evenwichtig kunt benaderen. Loes analyseert alle gegevens en geeft in een samenvatting weer wat de resultaten zijn en trekt conclusies. Uit haar onderzoek komt uiteindelijk naar voren dat het beleid rondom de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen weliswaar goed en volledig is beschreven en dat alle betrokkenen het belang ervan inzien, maar dat de werkwijze in de praktijk niet geheel overeenkomt met de gemaakte afspraken. Er zitten verschillen in aanpakken tussen de groepen en de school is niet consequent in het beleid rondom hoogbegaafdheid: sommige kinderen gaan naar een plusklas extern, terwijl de school in haar documenten aangeeft juist de keuze te maken voor opvang binnen de groep. Ook zijn er materialen aangeschaft, specifiek voor hoogbegaafde leerlingen, maar is niet iedereen op de hoogte van de aanwezigheid daarvan. Er mist nog een heldere lijn op het gebied van het signaleren van hoogbegaafde leerlingen. Op basis van deze resultaten formuleert Loes – mede op basis van de bestudeerde theorie over het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen – een aantal aanbevelingen voor de school. De school krijgt met dit onderzoek een breder beeld van het reilen en zeilen rondom de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouw en kan op basis van de resultaten van dit onderzoek vervolgacties bepalen .
Waarom de keuze voor deze vorm van (probleemanalytisch) onderzoek? Van leerkrachten wordt tijdens het lesgeven veel ‘direct handelen’ gevraagd: gedurende de dag moet je à la minute tal van beslissingen nemen. Dat zijn de oplossings- en actiegerichte aspecten van het vak. Door het uitvoeren van een probleemanalytisch afstudeeronderzoek beogen we dat studenten leren dat zij bij sommige vraagstukken/problemen juist niet meteen in die oplossingsgerichte modus schieten, maar ervaren dat het bij sommige vraagstukken goed is om eerst pas op de plaats te maken, afstand te nemen en te kijken, te analyseren wat er precies aan de hand is. Als studenten beide aspecten van het vak goed beheersen (het oplossings/actiegerichte én het reflectieve/analytische aspect), dan levert dat een bijdrage aan de ontwikkeling tot een evenwichtige, professionele startbekwame leerkracht! Mocht dit stukje vragen oproepen, voel je vrij om mij te mailen. Anneke van der Linde
[email protected]
Ontwikkelteam Wetenschap & Technologie Mogen wij ons even voorstellen? Wij zijn: Esther Haak en Miranda Wolse van de Multatulischool, Irma Schippers van de Narcis Querido, Monique Hamstra van de Rosa Boekdrukker, Nienke van Wijck, Tanja Hofman en Mathijn van Dijk van de 10e Montessori De Meidoorn, Erna van Look en Petra Wynne van OBS Corantijn. Onder begeleiding van Anita Helderman (Onderwijsconsulent AWBR) en José van Gelderen (Wetenschap en Technologie docente Pabo-HvA/UPvA ), zijn wij het Ontwikkelteam Wetenschap & Technologie (W&T). Waarom een ontwikkelteam W&T? Het Ministerie van Onderwijs heeft besloten dat alle basisscholen in 2020 W&T-lessen moeten gaan geven. Maar zijn de basisscholen daar wel klaar voor? Wat gaan we doen? Als ontwikkelteam W&T gaan we onderzoeken wat er op onze scholen nodig is om W&T-onderwijs een structurele plek te geven. Wat hebben we al gedaan? We hebben de eerste twee bijeenkomsten al achter de rug en kunnen verklappen dat we allemaal super enthousiast zijn. Onze eerste bijeenkomst was ter oriëntatie. We kregen uitleg over wat een ontwikkelteam inhoudt, wat er van de teamleden verwacht wordt, wat er bedoeld wordt met W&T onderwijs op school, wat wij gaan ontwikkelen, etc. Inmiddels hebben we onderzoek gedaan op onze scholen, gesprekken gehad met onze directies en hebben we per school een ontwikkelvraag opgesteld. Wat gaat er nog komen? Tijdens de volgende bijeenkomsten gaan we aan de slag met onze eigen ontwikkelvragen en werken deze uit tot producten die direct in de praktijk inzetbaar zijn. We hopen voor de zomervakantie van volgend schooljaar onze producten aan onze teams te mogen presenteren. Dus…..U hoort nog van ons. Ontwikkelteam W&T, Petra Wynn