Begeleiden van leerlingen en leerkrachten.
TYPE 8 : leermoeilijkheden
TYPE 3 : GES gedrag/ emotionele stoornis TYPE 3 : ASS autisme spectrum stoornissen
TYPE 1 : lichte verstandelijke ontwikkelings vertraging
Klassen: totaal 134 leerlingen Type 1/3: 4 klassen: 22 lln T1 + 15 lln T3 Type 8/3: 8 klassen: 35 lln T8 + 34 lln T3 Type 3 ASS: 4 klassen: 28 lln Internen: 45 lln Semi-internen: 10 lln Externen: 79 lln Jongens: 108 lln Meisjes: 26 lln
FEEDBACK GEVEN en ONTVANGEN samen in de spiegel kijken
“JA tegen de persoon !” “NEE tegen het gedrag !”
Lichaamstaal
Luisteren naar jongeren = kijken met een dubbele bril ! Wat toont het kind ? signaalgedrag emotioneel vat
Wat is de echte boodschap? oorzaak van gedrag zichtbaar/onzichtbaar verlies
Kinderen maken problemen omdat ze problemen hebben.
Soorten GEDRAG
FRUSTRATIEGEDRAG ª
reactie op situatie als frustrerend ervaren druppel die emmer doet overlopen = ophoping echte emotie, niet gespeeld, kern = onmacht spontaan gedrag, onmiddellijke reactie (gedeeltelijk) controleverlies kan iedereen overkomen verwijten + sterke fysieke lading
Soorten GEDRAG
INSTRUMENTEEL GEDRAG ª
Leerling wil een bepaald doel bereiken gecontroleerd gedrag = slachtofferhouding aangeleerd gedrag = gedrag dat werkt, bewust over nagedacht = herkenbaar patroon = manipuleerbaarheid = testgedrag psychologische spelletjes en dreigementen mensen tegenover elkaar uitspelen uitvluchten bedenken, zich ergens uitpraten op je gemoed inwerken aandacht opeisen, plakkerig gedrag …
Fysiologische wet wat zich lichamelijk afspeelt
STRESSHORMONEN
(adrenaline)
ª hart sneller kloppen bloed vlugger door lichaam spieren/hersenen werken sneller sneller ademen meer zuurstof opnemen toevoer glucose spierkracht vergroot pupillen groter huid minder doorbloed wit van woede ...
Fysiologische wet bij frustratiegedrag … controleverlies prikkels prikkels aanleiding
kans op nieuwe uitbarsting
90 min !!!!!! besef … gesprek
STRESShormonen ¨ adrenaline ¨ actie vluchten of verdedigen SPANNING omzetten in BEWEGING !!
PREVENTIEBELEID ª MOGELIJKHEDEN & BEPERKINGEN
ROL van de SCHOOL/TEAM Schoolvisie Draagkracht Ù draaglast team = vangnet Open sfeer voor communicatie Schoolreglement Duidelijke afspraken in het llnreglement/ speelplaatsreglement Organisatie time-out = rust herstellen …
schoolwerking ¨ CONSEQUENTIE
ROL van de BEGELEIDER PEDAGOGISCHE VAARDIGHEDEN Patterson LEERKRACHTENSTIJL leiding geven en grenzen stellen
monitoring = overzicht houden positieve betrokkenheid = meedoen positieve bekrachtiging = bevestiging aandacht probleemoplossing
ROL van de BEGELEIDER
Aandacht emotionele/sociale ontwikkeling Duidelijke klasafspraken Time-outhoekje/prikkelarm werkhoekje - … Manieren aanleren om tot rust te komen (schildpadden, Body en Brain Gym) Ruimte & verantwoordelijkheid geven Let op eigen gedrag = voorbeeldfunctie Actief luisteren, wederkerigheid Beloningssystemen, goed-gedragkaart Humor...
klaswerking ¨ CONSEQUENTIE
KRACHTIGE leef- en leeromgeving
welbevinden & betrokkenheid motivatie van de lln uitdaging voor de lln interactie … rol als mediator (sturen) differentiatie kwaliteitsvolle prikkels aanreiken initiatief & creativiteit llg stimuleren variatie werkvormen …
“ Wie negatief denkt, boekt negatieve resultaten Wie positief denkt, boekt positieve resultaten.”
PEDAGOGISCHE STIJL LEERKRACHTENSTIJL CONFLICTHANTERINGSSTIJL & REFLECTIE “in de spiegel” PROFESSIONEEL ZELFPORTRET mogelijkheden en beperkingen
S T E U N E N
PEDAGOGISCHE STIJLEN ZORGENDE STIJL veel zorg & weinig sturing
GEZAGHEBBENDE STIJL veel zorg & veel sturing
BEZORGD
GEZAG
KIND CENTRAAL eenzijdige verbondenheid
INTERACTIE CENTRAAL VERBONDENHEID
VERWAARLOZENDE STIJL weinig zorg & weinig sturing
AUTORITAIRE STIJL weinig zorg & veel sturing
ONMACHT
z o r g
ONVERSCHILLIGHEID geen verbondenheid
MACHT BEGELEIDER CENTRAAL eenzijdige verbondenheid
STUREN – controle - macht
S T E U N E N z o r g
PEDAGOGISCHE AANPAK ZORGENDE STIJL
ik cijfer me weg voor jou REDDER VERWAARLOZENDE STIJL
ik voel me hulpeloos SLACHTOFFER
GEZAGHEBBENDE STIJL ik heb vertrouwen in jou
ASSERTIEF ZORGZAAM
AUTORITAIRE STIJL
ik ben hier de baas AANKLAGER
STUREN – controle - macht
Conflicthanteringsstijl snel ingrijpen ¨ autoritaire stijl conflict proberen vermijden ¨ zorgende stijl sommige stijlen probeer je best te vermijden de vaardigheid van elke stijl eigen maken om flexibel te kunnen wisselen naargelang de situatie
Een begeleider slaagt erin om in 10 min stijlen te combineren !
Conflictcyclus 1.
Stresserende gebeurtenis 4.
2.
Reacties volwassenen, andere lln.
Gevoelens jongere 3.
Waarneembaar gedrag jongere
Persoonlijke grens om gepast te kunnen reageren AANVOELEN GRENS lichamelijke = trillen spieren, rood worden, … gevoelens = kwaadheid, irritatie, angst, onmacht, … gedachten = “ik zou hem aan klap willen geven” gedragingen = nerveus bewegen, afwenden, praten, …
Grens van een team om gepast te reageren individuele grenzen Q schoolafspraken CONSEQUENTIE KLASafspraken = (zekere) vrijheid in eigen groep SCHOOLafspraken = speeltijd, uitstappen, … schoolreglement
ª
OPEN COMMUNICATIE INSPRAAK bij het maken van REGELS DUIDELIJKE REGELS, geen interpretatie LOYALITEIT & CONSEQUENTIE
1. Situatie inschatten negeren of reageren NEGEREN = TOESTEMMEN = STIMULEREN
Negeren … VOORDELEN ¨ ▫ makkelijkste oplossing, hopen op uitdoven ▫ voorkomen uitputtende machtsstrijd !!!!! NADELEN ¨ ▫ voor llg niet duidelijk dat grens overtreden is ▫ llg verlegt jouw grens ▫ gevoel van onmacht ▫ makkelijk slachtoffer nieuwe (instrumentele) agressie (de ander denkt dat je bang bent)
2. Grenzen stellen
Zeg concreet welk gedrag/welke grens Geef effect van gedrag voor jezelf/anderen Spreek enkel over gedrag, niet over persoon Geef de boodschap zo sec mogelijk
Vergeet de kracht van LICHAAMSTAAL niet!
2. Grenzen stellen VOORDELEN ¨ positief effect ! ▫ ▫ ▫ ▫ ▫
duidelijk waar je grens ligt appèl doen op llg om gedrag te veranderen je komt krachtig over ander kent je = iemand die je serieus neemt vergroot zelfvertrouwen
NADELEN ¨ machtsstrijd ! ▫ vraagt energie om situatie goed te volgen ▫ vraagt zelfvertrouwen en overtuiging
GEEN OVERBEGRENZING ruimte laten voor ontwikkeling
3. Grens HARD MAKEN Als een vriendelijke boodschap niet helpt ¨ via eis/bevel = krachtige boodschap (≠ kwaadheid) Je kan één keer (één keer en niet meer) waarschuwen en dan voer je uit waar je voor gewaarschuwd hebt ¨ consequent opvolgen Stappenplan in je hoofd (grens aangeven, verwittiging, time-out, … straf, ….)
4. Straffen & belonen Straf best zoveel mogelijk vermijden Straf blijft noodzakelijk Straf moet in verhouding staan met het gebeuren en niet met je boosheid Straf = geven (ernst) & straf ≠ dreigen Lichte en korte straf = beste ! Vraagt creativiteit ¨ herstel gevolg gedrag Beloningssysteem kan probleemgedrag helpen aanpakken
5. ONTMIJNEN als ontsnappingsroute Probeer de machtstrijd te stoppen: reageer op onverwachte manier (aandacht afleiden) ▫ metacommunicatie (reactie op “hoe” er gepraat wordt) ▫ Afleiding door over iets anders beginnen ▫ paradoxale reactie door te vragen omgekeerde te doen ▫ Herinterpretatie:gedrag anders interpreteren ▫ humor ≠ sarcasme ▫ compleet gekke/betekenisloze reactie
6. Kalmeren Zorg dat llg eigen emoties onder controle krijgt Geef de llg tijd om tot rust te komen Aandacht voor eigen lichaamstaal: blijf rustig, toon begrip, erken de emoties van de llg...
Geef gevoel van veiligheid Leid aandacht af van frustratieprikkel(s) Ruimte om af te koelen: time-out of TAVA Geen toeschouwers Zorg voor vluchtweg (nooit tussen deur en
leerling staan)
7. Probleemoplossend gesprek
Vertrek vanuit beleving llg = erkenning Stel open vragen om boosheid te achterhalen Vat samen om na te gaan of je juist bent In het begin zelf niet teveel praten Aandachtspunten : ▫ ▫ ▫ ▫ ▫ ▫ ▫
corrigeer foutieve informatie van de llg geef uitleg hoe een beslissing tot stand is gekomen licht reglementen toe als je zelf een fout hebt gemaakt, geef dit toe geef oplossingen aan die je zelf ziet terughoudend zijn met beloftes Beperken tot afspraken die je zeker kan waarmaken
VRAGEN STELLEN = ZICH VERPLAATSEN IN DE FILTER stel open vragen – geen gesloten vragen informatieve vragen meningsvragen actievragen gevoelsvragen hypothese vragen doorvragen... “Waarom stellen kinderen open vragen ?” “Omdat ze alles willen weten !”
“Waarom stellen volwassenen gesloten vragen ?” “Omdat ze alles menen te weten !”
8. HULP halen
1.Leerkracht = eerste verantwoordelijke 2.Lkr + team = ondersteunend netwerk Leerlingenbegeleider = opvang/time out, TAVA- ruimte (Totale Afzondering Van Aandacht) 3. Lkr + team + CLB 4. Lkr + team + CLB + externe hulp
Gezag niet te vlug uit handen geven ! Probeer de valkuil van kwaadheid te vermijden bij een incident
Lkr bepaalt zelf of er hulp nodig is Hulp is gericht op relatie lkr/llg en NIET op inhoud van het conflict = hulp agressieve leerling ≠ ondeskundige begeleider Maak afspraken met het team:
Wie komt tussen? Op welke manier?...
Solidariteit van alle personeelsleden Respectvol omgaan met elkaar Bij acute agressie tussenkomen!
NIET ¨ Wat is hier aan de hand? situatie partij kiezen vermijden! Zorg voor veiligheid herstellen Neem de situatie van de lkr niet over, respecteer reeds genomen beslissingen Laat je niet in de val lokken dat llg jouw mening rond een beslissing vraagt Lkr versie van de feiten laten geven, breng rust, pauze voor overleg/onderzoek Situatie met lkr bespreken = evalueren
Inventariseer storend/hinderlijk gedrag door observatie (≠ situaties) en kies werkpunten Ga na welke acties reeds gedaan werden en welk effect ze hebben Brainstorm rond alternatieve reactiestrategieën ¨ werkplan opstellen Bespreek mogelijkheden om llg positief te bevestigen Kies strategie waar iedereen achter staat
9. Situatie AFRONDEN Gesprek conflicteigenaars
Ondersteuning – erkenning - veiligheid Herstelgericht werken (relatie herstellen) Opvang materiële basisbehoeften Opvang emotionele ondersteuning ▫ vraag naar feiten + bijhorende emotie ▫ luister zonder te veroordelen ▫ twijfel niet aan professionaliteit ▫ vraag hele tijd later nog eens naar de gevolgen
¨
T ¨ E A
GRENS VOELEN en NIET VERSCHUIVEN CONTROLEER EIGEN EMOTIES
NEEM CONTROLE en KIES de JUISTE STRATEGIE
ONTMIJNEN geen machtstrijd aangaan
Q
M ¨ ¨
SCHAT DE SITUATIE IN
GRENZEN STELLEN woorden lichaamstaal
Q
§
§ E
KALMEREN ingaan op achterliggende emotie
HULP HALEN op het moment zelf/achteraf AFRONDEN naar llg VERWERKING/EVALUATIE door jezelf
B
§
L E I
D §
Functie opvang/time-out Wanneer ▫ Proberen vermijden escalatie eigen negatieve gevoelens /gedrag ▫ Llg weigert in de klas te werken en moet onder toezicht bij de llnbegeleider een opdracht afmaken ▫ Lkr moet zelf tot rust komen ▫ Llg is fysiek of ernstig verbaal agressief en moet onder toezicht tot rust komen ▫ …
Functie opvang/time-out Aanmelding ▫ Llg kan zelfstandig naar de opvang/time-out komen (klaslkr checkt of de llg effectief naar de opvang gaat)
▫ Llg wordt naar de opvang/time-out gebracht ▫ De lkr laat begeleider roepen en llg wordt door begeleider opgehaald in de klas
Functie opvang/time-out Procedure Lkr kan zelf kiezen hoe hij/zij tot rust komt Llg komt tot rust bij de begeleider: ▫ Llg wordt evt afgezonderd van prikkels ▫ Llg wordt eventueel ondersteund bij het maken van een opdracht ▫ Gesprek: verbale ontlading + inzichtgevend in sociale situaties
Functie TAVA “TAVA” = Totale Afzondering Van Aandacht (in gesloten, beveiligde afzonderingskamer)
Wanneer ▫ De llg tegen zichzelf beveiligen ▫ Andere lln en personeel tegen gedrag van de llg beveiligen ▫ Materiaal, meubilair en infrastructuur kan ernstig beschadigd worden ▫ Wegloopgedrag beletten indien een gevaarsituatie voor de llg wordt ingeschat ▫ Sanctie bij ernstige fysieke agressie ten opzichte van leerkrachten
Functie TAVA Aanmelding ▫ Teamtechnieken zijn verplicht wanneer de llg de veiligheid van zichzelf en/of anderen bedreigt ▫ Llg wordt door begeleider opgehaald in de klas ▫ Llg wordt naar de TAVA- ruimte gebracht Opvang ▫ “TAVA” is niet de eerste en nooit de enige interventie ▫ Begeleider biedt tijdsperspectief ▫ “Herstelgesprek” nadien is noodzakelijk
Functie TAVA Procedure ▫ Rustig / geweldloos mogelijk blijven ▫ Alle voorwerpen die schade kunnen aanrichten afnemen ▫ Inlichten directie + llgbeg + klaslkr + evt MPI ▫ begeleider informeert ouders
Pedagogische aanpak “Rustmoment” als “leermoment” ▫ Duidelijke beknopte registratie: wie?, wanneer?, door wie aangemeld?, aanleiding?...
▫ Koppeling IHP ▫ Melding aan CLB (tijdens wekelijks overleg) ▫ Procedure om inzicht in eigen gedrag te vergroten: invulblad “Ik denk na over mijn gedrag”
INVULBLAD
Ik denk na over mijn gedrag.
Stap 1 Onderbouw Gebeurtenis (Wat is er gebeurd? Wat is het probleem?)
Waar? O eetzaal O klas O leefgroep O speelplaats
O bus O rij / in de gang O andere plaats: ………………….
Wanneer? O tijdens de speeltijd O over de middag O net na de speeltijd O tijdens therapie O in de voormiddag O ander tijdstip: O in de namiddag ………………….
Onderbouw
Met wie? O llg uit eigen klas O llg uit andere klas O eigen lkr O andere lkr
O opvoeder O llg uit BuSO O iemand anders ………………….
Wat is er gebeurd? Hoe is het begonnen? ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... ....................................................................... .......................................................................
Stap 2 Onderbouw Gedachte en Gevoel Ik (Wat dacht ik? Hoe voelde ik me?)
BANG
BLIJ
BOOS
VERDRIETIG
Ik (Wat dacht de ander volgens jou? Hoe voelde de ander zich volgens jou?) de ander
zich volgens jou?)
BANG
BLIJ
BOOS
VERDRIETIG
Stap 3 Onderbouw Denken over wat er gebeurd is, Denken over oplossingen (Hieronder beschrijft de lkr de belangrijkste zaken uit het gesprek)
................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. .................................................................................
Stap 4 Oplossingen kiezen
Onderbouw
Wat zal ik proberen zodat het de volgende keer anders loopt?
………………………………………………………… ……………………………………............................. Is het nodig dat ik iets doe om het goed te maken? JA/NEE (omkring) Wat zal ik nu doen om het goed te maken?
………………………………………………………… ……………………………………............................
Stap 5 Onderbouw Evaluatie (Wat is er gebeurd? Hoe is het gegaan?) het
gegaan?) Hoe is de rest van de dag verlopen?
……………………………………………………… ………………………………….............................
Heel moeilijk
moeilijk
goed
k
zeer goed
goed
zeer goed
Stap 1 Midden- & bovenbouw Gebeurtenis (Wat is er gebeurd? Wat is het probleem?)
Waar?
O eetzaal O klas O leefgroep O speelplaats
Wanneer?
O tijdens speeltijd O net na speeltijd O in voormiddag O in namiddag
O bus O rij / in de gang O andere plaats: ………………….
O over de middag O tijdens therapie O ander tijdstip: ………………….
Midden- & bovenbouw
Met wie?
O llg uit eigen klas O llg uit andere klas O eigen lkr O andere lkr
O opvoeder O llg uit BuSO O iemand anders ………………….
Wat is er gebeurd? Hoe is het begonnen? ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... .....................................................................................
Stap 2 Midden -& bovenbouw Gedachte en Gevoel De ander (Wat dacht de ander volgens jou? Hoe voelde de ander zich volgens jou?)
O bang O zenuwachtig O verlegen O ............. owacht O Verlegen O …………......
O blij O zenuwachtig O trots O verliefd O gelukkig O ............. O O …………......
O Boos O boos O jaloers O woedend O geïrriteerd O ............. O ………….....
O verdrietig O teleurgesteld O eenzaam O uitgesloten O ongelukkig O gekwetst O moe O .............. i
Stap 2 Midden- & bovenbouw Gedachte en Gevoel Ik (Wat dacht ik? Hoe voelde ik me?)
O bang O zenuwachtig O verlegen O .............
O blij O zenuwachtig O trots O verliefd O gelukkig O .............
O boos O jaloers O woedend O geïrriteerd O .............
O verdrietig O teleurgesteld O eenzaam O uitgesloten O ongelukkig O gekwetst O moe O ..............
Stap 3 Midden- & bovenbouw Denken over wat er gebeurd is, Denken over oplossingen
................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. .
Stap 4 Midden- & bovenbouw Oplossingen kiezen Wat zal ik proberen zodat het de volgende keer anders loopt?
………………………………………………………… ……………………………………............................. Is het nodig dat ik iets doe om het goed te maken? JA/NEE Wat zal ik nu doen om het goed te maken?
………………………………………………………… …………………………………….............................
Stap 5 Midden- & bovenbouw Evaluatie (Wat is er gebeurd? Hoe is het gegaan?)( Hoe is de rest van deis dag verlopen? wat is er gebeurd, hoe het gegaan?)
……………………………………………………… …………………………………
Heel moeilijk
moeilijk
goed
heel moeilijk moeilijk
zeer goed
goed
zeer goed
Pedagogische aanpak “Ik denk na over mijn gedrag…” Doel: Beter inzicht in huidig conflict verkrijgen, alternatieven zoeken voor de toekomst, afspraken maken om huidig conflict te herstellen
Pedagogische aanpak “Ik denk na over mijn gedrag…” Procedure: ▫ Llg vult formulier (gedeeltelijk) samen met de begeleider in ▫ Klaslkr evalueert op einde van de dag verdere verloop van de dag ▫ Begeleider houdt de formulieren per leerling bij (nuttig bij volgende crisissen/ IHP’s)