Smetteloos met ontslag Onderzoek naar de kwaliteit van de einddesinfectie van isolatiekamers in het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis Tilburg
Opleiding tot deskundige Infectiepreventie UMC Utrecht 2013-2015 Naam: Studentnummer: Inleverdatum: Versie: Opleider: Praktijkbegeleiders:
Kim van den Berg F124643 21 november 2014 Definitieve versie Lia de Graaf-Miltenburg Ruud Snoeren en Cees van Abeelen
2
Inhoudsopgave SAMENVATTING........................................................................................................................................... 5 INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING.......................................................................................................... 7 1 DOEL EN VRAAGSTELLING .................................................................................................................... 9 2 DEELONDERZOEK PROCES VAN AANVRAGEN EINDDESINFECTIE ............................................... 10 2.1
METHODE VAN ONDERZOEK ......................................................................................................................................... 10
2.2
RESULTATEN.................................................................................................................................................................... 11
2.2.1
Literatuurstudie ................................................................................................................................................ 11
2.2.2
Verschillen in processen ............................................................................................................................... 12
2.2.3
Vergelijking aanvragen en beëindigde isolaties ................................................................................. 13
2.2.4
Verbetering proces en implementatie .................................................................................................... 13
3 DEELONDERZOEK WERKWIJZE BIJ EINDDESINFECTIE ................................................................... 16 3.1
METHODE VAN ONDERZOEK ......................................................................................................................................... 16
3.2
RESULTATEN.................................................................................................................................................................... 16
3.2.1
Literatuurstudie ................................................................................................................................................ 16
3.2.2
Verschillen werkwijze ..................................................................................................................................... 16
3.2.3
Verbetering werkwijze en implementatie .............................................................................................. 17
4 DEELONDERZOEK UITVOERING KWALITEIT EINDDESINFECTIE .................................................... 19 4.1
METHODE VAN ONDERZOEK ......................................................................................................................................... 19
4.2
RESULTATEN.................................................................................................................................................................... 19
4.2.1
Literatuurstudie ................................................................................................................................................ 19
4.2.2
Observaties ........................................................................................................................................................ 20
4.2.3
Verbetering kwaliteit van uitvoering einddesinfectie en implementatie .................................. 21
5 DISCUSSIE .............................................................................................................................................. 22 6 CONCLUSIE............................................................................................................................................. 23 6.1
AANVRAGEN EN PROCES ............................................................................................................................................... 23
6.2
WERKWIJZE BIJ DESINFECTIE.......................................................................................................................................... 23
6.3
KWALITEIT VAN UITVOERING ......................................................................................................................................... 23
6.4
BEHALEN VAN DOELSTELLING ....................................................................................................................................... 24
7 AANBEVELINGEN .................................................................................................................................. 25 NAWOORD .................................................................................................................................................. 26
3
BIJLAGE A
ONDERZOEK DATA PROCES LOCATIE NOORD ............................................................... 27
BIJLAGE B
ONDERZOEK DATA PROCES LOCATIE ZUID .................................................................... 29
BIJLAGE C
CHECKLIST TEN BEHOEVE VAN OBSERVATIES ............................................................... 34
BIJLAGE D
OBSERVATIERESULTATEN.................................................................................................. 36
BIJLAGE E
PROCESSCHEMA NOORD ................................................................................................... 37
BIJLAGE F
PROCESSCHEMA ZUID........................................................................................................ 38
BIJLAGE G
PROCEDURES EINDDESINFECTIE ...................................................................................... 39
BIJLAGE H
FOTOKAART EINDDESINFECTIE .................................................................................... 47
LITERATUUR................................................................................................................................................ 49
4
Samenvatting Einddesinfectie van isolatiekamers is een belangrijk infectiepreventie aspect. De kwaliteit van de einddesinfectie is een factor die direct verband heeft met het voorkomen van verspreiding van resistente micro organismen binnen het ziekenhuis. Dit onderzoek naar de kwaliteit van de einddesinfectie van isolatiekamers is uitgevoerd in het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis Tilburg. In dit fusieziekenhuis heeft de organisatie, het management en de afdeling Infectiepreventie behoefte aan een eenduidig beleid en proces over einddesinfectie op beide locaties. Ook is de indicatie voor einddesinfectie vaak niet bekend of onduidelijk bij de verpleegafdeling en niet inzichtelijk voor de afdeling Infectiepreventie. Door de gewijzigde organisatiestructuur bij de afdeling schoonmaak is er vanuit infectiepreventie behoefte aan inzicht in de kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie. Het doel van dit onderzoek is een desinfectiebeleid voor isolatiekamers te implementeren, dat conform de landelijke richtlijnen wordt uitgevoerd, lean en efficiënt functioneert en geborgd is in het kwaliteitssysteem van afdelingen schoonmaak en infectiepreventie en de verpleegafdelingen voor beide locaties. Het onderzoek beantwoordt de vraag welke acties noodzakelijk zijn om op beide locaties een eenduidige juiste wijze van desinfectie, bij de juiste ziektebeelden, conform de landelijke desinfectierichtlijnen te verwezenlijken. Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn drie deelonderzoeken verricht. Ten eerste is onderzocht of een kamer waarvoor einddesinfectie vereist is überhaupt gedesinfecteerd wordt en aangevraagd wanneer dat nodig was. Hiervoor is het aantal beëindigde isolaties vergeleken met het aantal aanvragen van einddesinfectie. Ten tweede is onderzocht of er in het ziekenhuis procedures zijn waarin staat welke werkzaamheden een schoonmaakmedewerker dient uit te voeren bij een einddesinfectie. De verschillen tussen de huidige procedures van de twee locaties zijn inzichtelijk en eenduidig gemaakt. Als laatste is gekeken naar de kwaliteit van de uitvoering van de einddesinfectie. De schoonmaakmedewerkers zijn geobserveerd tijdens het uitvoeren van einddesinfectie door middel van een checklist. Gemiddeld over de twee locaties bleek de isolatiekamer in ongeveer 50% van alle gevallen waarbij einddesinfectie vereist is, ook daadwerkelijk gedesinfecteerd te worden. In de procedures die aanwezig zijn op beide locaties, ontbreekt structuur op basis van typen micro organismen. Zes items uit de lijst werden door de schoonmaakmedewerkers in minder dan 50% van de gevallen goed uitgevoerd. Concluderend kan gezegd worden dat het huidige proces niet borgt dat in alle gevallen einddesinfectie wordt uitgevoerd, wanneer er wel indicatie voor einddesinfectie is. Ook is er in de huidige situatie op beide locaties geen sprake van kwalitatief goed uitgevoerde einddesinfectie door de schoonmaakmedewerkers. Om de doelstelling te bereiken zijn verbeteracties ingezet. Er is geborgd dat einddesinfectie aangevraagd wordt in de gevallen waarin dit nodig is, door dit proces te integreren in het elektronisch patiëntendossier. Verder zijn nieuwe procedures en fotokaarten gemaakt conform landelijke richtlijnen om ervoor te zorgen dat einddesinfectie op de juiste manier wordt uitgevoerd. Als laatste wordt in de kwali-
5
teitssystemen van de afdelingen Infectiepreventie en schoonmaak opgenomen dat er periodieke audits gaan plaatsvinden om de kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie te monitoren en te verbeteren. Samenvattend kan worden gesteld dat er in de onderzoeksperiode een eenduidig desinfectiebeleid ontwikkeld is.
6
Inleiding en probleemstelling In het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis (ETZ) worden dagelijks patiënten in isolatie verpleegd. Isolatie is nodig om verspreiding van bijzonder resistente en besmettelijke micro organismen binnen het ziekenhuis te voorkomen. Als de patiënt de isolatiekamer verlaat, bijvoorbeeld door ontslag of overplaatsing, is het bij een specifieke groep micro organismen van het grootste belang dat de volgende patiënt die wordt opgenomen in de kamer niet besmet wordt met het betreffen1
de micro organisme. Een goede einddesinfectie van de kamer door schoonmaakmedewerkers is essentieel om besmetting van de volgende patiënt te voorkomen. Dit blijkt ook uit de conclusies beschreven in het IGZ rapport “Neem (inwerk)tijd voor het desinfectiebeleid” (IGZ, 2007). “Ziekenhuizen hebben aandacht voor desinfectie, maar het beleid is ongestructureerd” en “Professionele onderbouwing van het desinfectiebeleid ontbreekt vooral”, zijn belangrijke conclusies uit dit rapport. Einddesinfectie doorbreekt de besmettingscyclus, waardoor het in grote mate de verspreiding van micro organismen tegengaat.
Ontvankelijke
Micro
Gastheer
Porte d’entree
organisme
Patiënt met vermin-
Bacterie
derde weerstand
Virus
Slijmvliezen
Mensen
Beschadigde huid
Omgeving
Bron
Water
Direct contact
Uitwerpselen
via objecten
Huid
via materialen
Druppels
Overdrachts-
Porte
wegen
de sortie
Figuur 1: Besmettingscyclus
Dit onderzoek gaat over de kwaliteit van de einddesinfectie van het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis. Vanwege de fusie van het Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis in Tilburg is dit onderzoek uitgevoerd in locatie Noord (voormalig TweeSteden ziekenhuis) en locatie Zuid (voormalig St. Elisabeth ziekenhuis) van het fusieziekenhuis.
1
Als het begrip einddesinfectie wordt genoemd, wordt bedoeld de einddesinfectie van isolatie-
kamers op de verpleegafdeling. 7
Er zijn binnen het fusieziekenhuis een aantal aanleidingen voor dit onderzoek: 1. Het management en de afdeling Infectiepreventie (IP) hebben behoefte aan een eenduidig beleid en proces over einddesinfectie op beide locaties van het fusieziekenhuis. 2. De indicatie voor einddesinfectie (wanneer moet het wel en wanneer niet?) is vaak niet bekend of onduidelijk bij de verpleegafdeling in Zuid. Op locatie Noord is de aanvraag van desinfectie door de verpleegafdeling niet inzichtelijk voor de afdeling Infectiepreventie. Het aanvragen van einddesinfectie verloopt op beide locaties op een verschillende wijze. 3. Door de gewijzigde organisatiestructuur bij de afdeling schoonmaak is er vanuit infectiepreventie behoefte aan inzicht in de kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie. De groep medewerkers die desinfectie uitvoert is compleet gewijzigd. Op basis van deze aanleidingen zijn in dit onderzoek voor beide locaties 3 deelonderzoeken opgesteld en uitgevoerd. Ten eerste is onderzocht of een kamer waarvoor einddesinfectie vereist is, überhaupt gedesinfecteerd wordt. Is einddesinfectie wel aangevraagd en is het een terechte aanvraag (proces van aanvragen einddesinfectie; Hoofdstuk 2). Ten tweede is onderzocht of er in het ziekenhuis procedures zijn waarin staat welke werkzaamheden een schoonmaakmedewerker dient uit te voeren bij een einddesinfectie (werkwijze bij einddesinfectie; Hoofdstuk 3). Als laatste is gekeken naar de kwaliteit van de uitvoering van de einddesinfectie (kwaliteit uitvoering van einddesinfectie; Hoofdstuk 4). Alleen indien alle 3 de bovenstaande facetten in orde zijn, is de patiëntveiligheid geborgd en kan de volgende patiënt vertrouwen op een “schone” kamer. In dit verslag worden de 3 uitgevoerde deelonderzoeken beschreven. Per deelonderzoek worden de methode van onderzoek en de resultaten beschreven. Om de doelstelling van dit onderzoek te behalen, zijn een aantal verbeterpunten ontwikkeld en al geïmplementeerd. Deze worden beschreven bij de resultaten van de deelonderzoeken. De conclusie, discussie en de aanbevelingen worden overkoepelend beschreven.
8
1 Doel en vraagstelling Het gezamenlijk einddoel van de 3 deelonderzoeken is als volgt geformuleerd: Binnen een half jaar een desinfectiebeleid voor isolatiekamers geïmplementeerd hebben, dat conform de landelijke richtlijnen wordt uitgevoerd, lean en efficiënt functioneert en geborgd is in het kwaliteitssysteem van afdelingen schoonmaak en infectiepreventie en de verpleegafdelingen voor beide locaties in Tilburg. De onderzoeksvraag om dit doel te bereiken is als volgt geformuleerd: Welke acties zijn noodzakelijk om op beide locaties een eenduidige juiste wijze van desinfectie, bij de juiste ziektebeelden, conform de landelijke desinfectierichtlijnen te verwezenlijken? Deelvragen: 1.
Hoe verloopt het logistieke proces rondom desinfectie van een isolatiekamer op locatie Noord en Zuid? a.
Wat is de rol van de afdeling IP in dit proces?
b.
Is de rol van de afdeling infectiepreventie bij het aanvragen van einddesinfectie van toegevoegde waarde?
2.
Zijn er verschillen in proces voor desinfectie tussen de beide locaties en welke zijn dit?
3.
Zijn er onterechte indicaties voor einddesinfectie waardoor onnodig extra werk moet worden uitgevoerd?
4.
Worden alle kamers na het stoppen van isolatie gedesinfecteerd?
5.
Welke procedures over desinfectie van isolatiekamers zijn er op de beide locaties van het
6.
Welke landelijke richtlijnen zijn er over desinfectie en is het ziekenhuisbeleid conform de-
ETZ? ze richtlijnen? 7.
Zijn er verschillen in beleid voor desinfectie tussen de beide locaties en welke zijn dit?
8.
Hoe wordt een desinfectie uitgevoerd door een medewerker schoonmaak op beide locaties?
9.
Zijn er in het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis controlemogelijkheden voor de uitvoering van het desinfectiebeleid?
10. Op welke wijze kan een eenduidig beleid op de beide locaties worden geïmplementeerd voor de onderdelen; introductie nieuwe procedures, audits? 11. Welke disciplines dienen bij de implementatie betrokken te worden? 12. In hoeverre kan het beleid eenduidig ingevoerd worden; welke afwijkende locatiemaatregelen dienen lokaal ingevoerd te worden?
9
2 Deelonderzoek proces van aanvragen einddesinfectie 2.1 Methode van onderzoek Allereerst is literatuuronderzoek uitgevoerd naar de noodzaak van einddesinfectie in relatie tot beëindiging van isolatie. Verder is in de literatuur gezocht naar indicaties voor einddesinfectie van een isolatiekamer. Dit wil zeggen bij welke micro organismen einddesinfectie vereist is. Het daadwerkelijk uitvoeren van einddesinfectie is één van de stappen in een proces waarin verschillende stappen opeenvolgend passeren. Door in kaart te brengen hoe dit proces momenteel op beide locaties verloopt, wordt duidelijk welke stappen worden genomen alvorens er overgegaan wordt tot het uitvoeren van einddesinfectie. Het in kaart brengen van het proces is als volgt gedaan: Voor locatie Zuid is het aantal op de afdeling Infectiepreventie binnengekomen telefonische aanvragen voor einddesinfectie gedurende de maanden juli en augustus 2014 genoteerd in een tabel door de deskundigen Infectiepreventie. Voor locatie Noord zijn alle meldingen voor einddesinfectie die via het Meldpunt of telefonisch bij de afdeling schoonmaak zijn binnengekomen, verzameld door de teamleider schoonmaak in de maanden juli en augustus 2014. Naast het noteren van alle binnengekomen aanvragen voor einddesinfectie, is er ook gekeken naar het aantal beëindigde isolaties gedurende de maanden juli en augustus 2014. In locatie Zuid is in het Elektronisch Medisch Dossier (EMD) een zoekvraag gedaan naar alle beeindigde isolaties waarvan de einddatum van de isolatie tussen 1 juli en 31 augustus 2014 lag. Omdat in het elektronisch dossier Mirador, wat gebruikt wordt in locatie Noord, geen isolaties worden geregistreerd, was het niet mogelijk gegevens over de beëindigde isolaties gedurende de maanden juli en augustus te verkrijgen uit dit systeem. De gegevens zijn deels gegenereerd uit het Access programma “Isolatieregistratie” en deels uit papieren checklists die door de afdeling Infectiepreventie worden ingevuld bij het starten en stoppen van isolatiemaatregelen. Gedurende 2 maanden is gekeken of de processtap “stoppen van isolatie waarvoor einddesinfectie geïndiceerd is” gevolgd werd door de processtap “aanvragen van einddesinfectie bij afdeling schoonmaak”. Dit is gedaan door uit de gegevens een lijst te genereren, met daarin alleen de beëindigde isolaties met micro organismen die een indicatie zijn voor einddesinfectie. Alle, van deze beëindigde isolaties, kwamen in aanmerking voor een aanvraag voor einddesinfectie. Van iedere beëindigde isolatie van de lijst is gekeken of er een aanvraag einddesinfectie is gedaan. Indien een aanvraag staat genoteerd die overeenkomt met de beëindigde isolatie uit de lijst, is een 1 “gescoord”. Indien er geen aanvraag staat genoteerd bij de beëindigde isolatie, is een 0 “gescoord”. Alle beëindigde isolaties waarbij een aanvraag voor einddesinfectie gedaan is, zijn opgeteld en gedeeld door het totaal aantal beëindigde isolaties uit de lijst.
10
Exclusies in het deelonderzoek proces van aanvragen einddesinfectie In een aantal gevallen is er een aanvraag gedaan zonder een beëindigde isolatie in het elektronisch patiëntendossier. De reden hiervoor kan zijn dat de verpleging is vergeten de isolatie te stoppen in het systeem. Deze aanvragen zijn dan niet meegenomen in het onderzoek.
2.2 Resultaten 2.2.1 Literatuurstudie Desinfectie speelt een cruciale rol in het voorkomen van verspreiding van micro organismen uit de omgeving van de patiënt in isolatie. Dit blijkt uit verschillende studies. Otter (Otter & al., 2013) beschrijft dat gecontamineerde oppervlakken een belangrijke rol spelen in de overdracht van pathogene micro organismen die ziekenhuisinfecties veroorzaken. Ook wordt beschreven dat het aanraken van oppervlakken in de omgeving een bijna net zo groot risico op besmetting van de handen of handschoenen geeft dan het aanraken van de patiënt zelf. Carling (Carling, 2013) beschrijft zelfs een 120% verhoogd risico dat een bevattelijke patiënt gekoloniseerd of geïnfecteerd raakt met een ziekenhuis pathogeen als de vorige patiënt in die kamer dat micro organisme bij zich droeg. Ook is er een verband tussen kolonisatie van de kamer (omgeving) en de vorige patiënt. Ineffectieve einddesinfectie na ontslag speelt hierbij een rol. Kramer (Kramer, 2006) geeft in Tabel 1 schematisch de overleving van pathogene micro organismen op droge oppervlakken weer. Hoe langer de overlevingstijd, hoe langer er besmettingsrisico vanuit de omgeving bestaat. Micro organisme
Overlevingstijd
Acinetobacter species
3 dagen tot 11 maanden
Enterococcus species inclusief VRE
5 dagen tot >46 maanden
Pseudomonas aeruginosa
6 uur tot 16 maanden
Klebsiella species
2 uur tot >30 maanden
Staphylococcus aureus inclusief MRSA
7 dagen tot >12 maanden
Norovirus
8 uur tot >2 weken Tabel 1: Overlevingstijd micro organismen
Een evidence based bundel is volgens Havill (Havill, 2013) nodig voor een succesvolle schoonmaak en desinfectie procedure. Componenten van de bundel: •
Procedure om verantwoordelijkheden vast te leggen
•
Selectie van goede producten voor schoonmaak en desinfectie
•
Bepalen van de methode van gebruik / aanbrengen van de producten
•
Educatie en feedback geven aan de medewerkers
11
Bij de volgende micro organismen is einddesinfectie vereist: Bacterieel: BRMO – contactisolatie ((WIP, Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO), 2013) •
BR Citrobacter species
•
BR Serratia species
•
BR Pseudomonas species
•
BR Enterobacter species
•
BR Hafnia alvei
•
BR Stenotrophomonas species
•
BR E. coli
•
BR Morganella morgani
•
BR Enterococcus faecium (VRE)
•
BR Klebsiella species
•
BR Pantonea species
•
BR Streptococcus pneumoniae (PRP)
•
BR Proteus species
(uitzondering druppelisolatie)
BR Acinetobacter species – strikte isolatie MRSA – strikte isolatie Viraal: MERS – strikte isolatie SARS – strikte isolatie Hemorragische koorts – strikte isolatie Noro – contactisolatie
2.2.2 Verschillen in processen De huidige situatie van het proces van aanvragen van einddesinfectie wordt per locatie hieronder beschreven en is een antwoord op deelvragen 1, 1a en 2. Proces locatie Zuid De verpleegkundige van de afdeling belt na stopzetten van een isolatie de afdeling Infectiepreventie voor aanvraag einddesinfectie. De afdeling IP controleert bij de patiënt die op de kamer gelegen heeft het micro organisme en de isolatievorm. Indien een juiste indicatie dan belt de afdeling IP naar afdeling schoonmaak voor aanvragen einddesinfectie. De verpleegkundige wordt gevraagd het bed af te halen en de verpleegkundige hulpmiddelen te desinfecteren met alcohol 70%. De eerstverantwoordelijke van de afdeling schoonmaak zorgt dat de einddesinfectie wordt uitgevoerd door een schoonmaakmedewerker. Er is geen aftekenlijst waarop afgetekend kan worden door de schoonmaakmedewerker dat de desinfectie is uitgevoerd. De afdeling IP heeft op locatie Zuid wel inzicht in de aanvragen van einddesinfectie, maar niet in de status van de aanvraag. Proces Locatie Noord Een aanvraag van einddesinfectie gebeurt via het Meldpunt (digitaal meldingssysteem) of telefonisch bij afdeling schoonmaak. De melding wordt meestal gedaan door een verpleegkundige, maar het komt ook voor dat gastteammedewerkers (verantwoordelijk voor algemene schoonmaak van de afdeling) de melding doen. Een melding gaat elektronisch via het Meldpunt op intranet. De melder kiest voor “schoonmaak” en daarna komt er een leeg veld waarin de aanvraag moet worden ingetypt. De melding bevat dus vrije tekst. Na binnenkomst van de melding bij afdeling schoonmaak zorgt de eerstverant-
12
woordelijke van de huishoudelijke dienst dat een medewerker huishoudelijke dienst de desinfectie gaat uitvoeren. De medewerker controleert of de verpleegkundige voorbereidingen heeft getroffen om de desinfectie mogelijk te maken, bijvoorbeeld afhalen van het bed. De medewerker neemt een print van de melding mee naar de afdeling en tekent deze bon af als de einddesinfectie gedaan is en noteert op de bon de tijdsinvestering voor de desinfectie. Nadat de einddesinfectie is uitgevoerd, krijgt de melder een bericht (mail) dat de melding is afgesloten. De afdeling IP is niet betrokken in het proces op locatie Noord. Hierdoor heeft de afdeling IP geen zicht en controle op het desinfectieproces. Het is onbekend of een kamer wel of niet gedesinfecteerd wordt / is. IP krijgt geen lijst van meldingen, wordt alleen gebeld bij onduidelijkheden.
2.2.3 Vergelijking aanvragen en beëindigde isolaties Als gekeken wordt naar isolaties waarbij einddesinfectie vereist is, blijkt dat in locatie Noord in 38% van de gevallen daadwerkelijk een aanvraag voor einddesinfectie is gedaan. In locatie Zuid is dit percentage 66%. Deelvraag 4 is hiermee beantwoord.
Figuur 2: Percentage wel/geen aanvraag per locatie Als echter gekeken wordt naar de totale lijst van aanvragen, dan blijkt dat op iedere locatie 10% van het totaal aantal aanvragen een aanvraag betreft met een ongeldige indicatie voor einddesinfectie (deelvraag 3). Deze 10% onterechte aanvragen maken geen deel uit van de percentages zoals getoond in Figuur 2. In Bijlage A en Bijlage B zijn de gegevens van beëindigde isolaties en aanvragen zichtbaar van locatie Noord en Zuid.
2.2.4 Verbetering proces en implementatie Om ervoor te zorgen dat in 100% van de gevallen een kamer met indicatie voor einddesinfectie ook daadwerkelijk gedesinfecteerd wordt, is een processtructuur ontwikkeld op basis van de resultaten. Door het proces van aanvragen van einddesinfectie in het elektronisch patiëntendossier te integreren, kan beter geborgd worden dat de einddesinfectie bij de juiste indicatie wordt aangevraagd. Het elektronisch patiëntendossier stuurt de gebruiker in het nemen van de juiste beslissingen en faciliteert in het juist aanvragen van einddesinfectie. Verder kan door middel van deze
13
processtructuur zichtbaar gemaakt worden dat de aanvraag in behandeling is en kan er afgevinkt worden dat de desinfectie uitgevoerd is. Controle op dit proces door de afdeling Infectiepreventie is van toegevoegde waarde. Het geeft de afdeling Infectiepreventie mogelijkheden om inzage te hebben in de status van de aanvraag en er kan ingegrepen worden indien de aanvraag niet juist wordt behandeld. Omdat het systeem de historie bewaart, kan er ook statistische informatie over de aanvragen van einddesinfectie uit het systeem gehaald worden (deelvraag 1b). De meest ideale situatie wordt bereikt door het koppelen van het kamernummer aan de status van de aanvraag (“in behandeling” of “uitgevoerd”). Een kamer kan dan als “schoon” of “besmet” worden geregistreerd. Hierdoor blijft de kamer “besmet” zolang de status van de aanvraag nog “in behandeling” is. De kamer blijft in deze status geblokkeerd, waardoor geborgd kan worden dat er geen nieuwe patiënt op die kamer kan worden opgenomen. De kamer wordt pas “schoon”, zodra de status van de aanvraag “uitgevoerd” is. Hiermee is de kwaliteitscyclus rond. Bovenstaande ideale situatie is geschetst in een “basis” proces (Figuur 3). De processtappen zijn in dit proces eenduidig en onafhankelijk van locatie. Aan het basis processchema zijn per locatie concrete acties toegevoegd (deelvraag 12) om het basis processchema per locatie te actualiseren (zie voor processchema’s locatie Noord Bijlage E en locatie Zuid Bijlage F). De ICT mogelijkheden per locatie zijn bepalend voor welke acties er zullen plaatsvinden. In locatie Zuid biedt het systeem meer mogelijkheden dan in locatie Noord. Vanwege de fusie zal het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis op termijn een nieuw elektronisch patiëntendossier aanschaffen. Hierdoor is het niet zeker dat er geïnvesteerd wordt in aanpassing van huidige systemen. Bij het ziekenhuisbreed inrichten van een nieuw elektronisch patiëntendossier, is het streven van de afdeling Infectiepreventie om het “basis” processchema in dit systeem te laten bouwen. Voor de implementatie (deelvraag 11) is het proces allereerst besproken met de teamleden van de afdeling Infectiepreventie en met de teamleiders van de afdeling schoonmaak. Daarnaast zullen de veranderingen die het proces met zich meebrengt, worden gecommuniceerd naar de teamleiders van de verpleegafdelingen. Voorbeelden van deze veranderingen zijn het adequaat afsluiten van de isolatieperiode door de verpleging, het niet meer telefonisch aanmelden van einddesinfectie (locatie Zuid). Met ICT medewerkers zijn meerdere gesprekken gevoerd om te komen tot een goed passende oplossing per locatie. De verzoeken tot aanpassing van de huidige systemen zijn goedgekeurd door het management. Afdeling ICT heeft het gebouwd en het systeem wordt getest. Spoedig zal worden overgegaan op de eindgebruikers acceptatiefase.
14
Figuur 3: Basis processchema
15
3 Deelonderzoek werkwijze bij einddesinfectie 3.1 Methode van onderzoek In de landelijke richtlijnen is gezocht naar informatie over welke oppervlakken er gedesinfecteerd moeten worden bij de in paragraaf 2.2.1 beschreven micro organismen waarbij einddesinfectie geïndiceerd is. De procedures over het uitvoeren van einddesinfectie van locatie Noord en Zuid zijn met elkaar vergeleken op inhoud.
3.2 Resultaten 3.2.1 Literatuurstudie Deelvraag 6 vraagt naar landelijke richtlijnen over desinfectie. Volgens de richtlijn “Reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg” van het RIVM (RIVM, 2003) is desinfectie nodig voor oppervlakken en instrumenten die bevuild zijn met schadelijke micro organismen of met bloed of lichaamsvloeistoffen met zichtbare bloedsporen. In de WIP richtlijn “MRSA” (WIP, 2012) staat dat de kamer van een MRSA-positieve patiënt gereinigd en gedesinfecteerd moet worden op de laatste behandeldag en na ontslag volgens de WIP richtlijn “Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen” (WIP, Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen, 2009). Deze laatste richtlijn stelt dat na beëindiging van strikte isolatie de vloer en meubilair / voorwerpen dienen te worden gedesinfecteerd in kamer, sanitaire ruimte en sluis. De wanden worden in deze richtlijn niet genoemd voor desinfectie. Volgens de CDC richtlijn “Environmental Cleaning & Disinfecting for MRSA ” (CDC, 2013) worden grote oppervlakken zoals vloeren en muren niet direct geassocieerd met de verspreiding van MRSA. Nederlandse richtlijnen zijn veelal gebaseerd op CDC criteria. Protocol “MRSA: einddesinfectie van een MRSA-kamer” van ZIPnet (ZIPnet, 2014) zegt dat de volgende elementen in kamer, sanitaire en sluis moeten worden gedesinfecteerd: Alle horizontale oppervlakken, zoals vloer, tafels, nachtkastje, vensterbanken, verwarmingsbuizen, radiatoren, plinten, deurrichels, enz. Ook hier horen de wanden niet bij de te desinfecteren oppervlakken. In de vernieuwde LCI richtlijn voor Noro virus (LCI, 2014) (LCI, LCI-richtlijn Norovirusinfectie (Calicivirusinfectie)-concept; Bijlage 5 Hygiënemaatregelen, 2014) worden oppervlakken met hoog risico benoemd waarbij einddesinfectie nodig is: hand- en contactpunten in de kamer, toiletten, oppervlakken met ontlasting / braaksel. In de “Hygiënerichtlijnen voor verpleeghuizen en woonzorgcentra” (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid, 2014) wordt gesteld dat bij Noro de patiëntenkamer gereinigd dient te worden en de sanitaire ruimte gedesinfecteerd.
3.2.2 Verschillen werkwijze Deelvraag 5 vraagt naar de bestaande procedures over einddesinfectie op de beide locaties. In locatie Noord waren er 3 procedures actueel, die structuur bieden, omdat ze gemaakt zijn per 16
soort micro organisme. Namelijk “Einddesinfectie BRMO/ESBL”, “Einddesinfectie MRSA” en “Einddesinfectie Noro”. In locatie Zuid was er 1 procedure actueel, namelijk “Desinfectie isolatiekamers, na ontslag”. Daarnaast bestaan er op locatie Zuid 2 fotokaarten met instructies over de uitvoering van einddesinfectie, namelijk “Fotokaart desinfectie procedure kamer zonder sluis” en “Fotokaart desinfectie procedure kamer met sluis”. In locatie Zuid is geen verschil gemaakt tussen de verschillende soorten micro organismen. Structuur in procedures ontbreekt hierdoor. In Tabel 2 worden de verschillen in werkwijze wat betreft einddesinfectie tussen de 2 locaties weergegeven (deelvraag 7). Zuid
Noord
Einddesinfectie bij SARS en MERS
Geen einddesinfectie bij SARS en MERS
Einddesinfectie Noro sanitaire ruimte
Geen einddesinfectie Noro
In sluis handschoenen uitdoen
Op kamer handschoenen uitdoen
Bij BRMO muren desinfecteren
Bij BRMO geen muren desinfecteren
Bij MRSA plafond niet desinfecteren
Bij MRSA plafond desinfecteren
Wasbare werkdoeken
Disposable werkdoeken
Bacteriële en virale desinfectie met
Incidin Plus voor bacteriële desinfectie
chloor 2
Alle disposables weggooien
Geen disposables weggooien
Tabel 2: Verschillen werkwijzen tussen de locaties
3.2.3 Verbetering werkwijze en implementatie Naar aanleiding van het gebrek aan structuur in de procedures, zoals beschreven in de resultaten, zijn er 4 eenduidige procedures voor beide locaties ontwikkeld. Zie hiervoor Bijlage G. In de procedures wordt de werkwijze beschreven en dit is een verandering ten opzichte van de bestaande procedures. De belangrijkste veranderingen zijn: het gebruik van Incidin plus voor bactericide desinfectie en Chloor voor virale desinfectie, het desinfecteren van ramen en muren bij MRSA/Acinetobacter, het desinfecteren van de gehele badkamer en de hand-contactpunten in de kamer bij Noro en het weggooien van alle disposables die op de kamer aanwezig zijn. Nieuw is de indeling in 4 groepen micro organismen waarvoor einddesinfectie nodig is. Bij alle micro organismen die binnen de groep vallen, wordt de einddesinfectie op dezelfde manier uitgevoerd. De 4 ontwikkelde procedures geven de norm weer waaraan een uitvoering van einddesinfectie moet voldoen in het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis. Iedere procedure wordt ondersteund door een fotokaart. Deze kaarten zijn ontworpen ter verduidelijking van de procedures. Op de kaart staat stap voor stap uitgeschreven welke handelingen de schoonmaakmedewerker van begin tot eind moet doen om een einddesinfectie op een juiste manier uit te voeren. De beschreven handelingen worden visueel ondersteund door foto’s die genomen zijn op de werkvloer op beide locaties. Zie Bijlage H voor een van de fotokaarten.
2
Met disposables wordt hier bedoeld: alle overgebleven wegwerpartikelen in de isolatiekamer,
zoals toiletpapier, handdoekjes, open dozen handschoenen, hygiënezakjes. 17
Voor de afdeling Infectiepreventie zijn de schoonmaakmedewerkers een belangrijke factor om de schakels van de besmettingscyclus te doorbreken. Door de schoonmaakmedewerkers te betrekken in het maken van de foto’s op locatie, werd voor hen bevestigd dat ze een belangrijke rol in het verhaal hebben. Dit heeft de samenwerking tussen de medewerkers en de deskundige Infectiepreventie sterk bevorderd. Er is een band van vertrouwen ontstaan. Het overleggen over nieuw beleid werd hierdoor bevorderd. De nieuwe procedures met fotokaarten zijn al goedgekeurd door de teamleiders van de afdeling Schoonmaak van locatie Noord en Zuid. Schoonmaakmedewerkers zullen geïnstrueerd worden over de inhoud van de nieuwe procedures. De procedures worden geplaatst in het document beheer systeem zodra op beide locaties Incidin Plus beschikbaar is. Op beide locaties worden de teamleiders van de verpleegafdelingen op de hoogte gesteld over de eenduidige procedures over einddesinfectie. Ook zal dit via een nieuwsbrief en op intranet gecommuniceerd worden op beide locaties (deelvragen 10, 11, 12). De levering van Incidin Plus wordt op dit moment met afdeling Inkoop gerealiseerd.
18
4 Deelonderzoek uitvoering kwaliteit einddesinfectie 4.1 Methode van onderzoek In de literatuur is gezocht naar de beste methode om de uitvoering van einddesinfectie te observeren. Om informatie te verkrijgen over de huidige kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie van isolatiekamers, is ervoor gekozen om de schoonmaakmedewerker te observeren tijdens het uitvoeren van een einddesinfectie. Dit is gedaan in de vorm van een audit. Voor deze observatie is een checklist opgesteld die 19 onderdelen bevat. De checklist is gebaseerd op de wenselijke situatie uit de procedures en eenduidig voor locatie Noord en Zuid. De checklist is opgenomen in Bijlage C. Door het observeren van de schoonmaakmedewerker kan de huidige situatie met de wenselijke situatie worden getoetst. Op beide locaties zijn 10 einddesinfecties geobserveerd, die uitgevoerd werden door verschillende schoonmaakmedewerkers, dus 20 in totaal.
4.2 Resultaten 4.2.1 Literatuurstudie Het uitvoeren van observaties op de werkvloer door middel van een audit blijkt een effectieve methode om inzicht te krijgen in de werkzaamheden van de schoonmaakmedewerker. Havill (Havill, 2013) beschrijft dat schoonmaakmedewerkers beter schoonmaken als ze geobserveerd worden en nog beter als ze aanwijzingen krijgen tijdens het werk. Ook is er volgens Havill (Havill, 2013) een duidelijke verbetering in schoonmaakactiviteiten aangetoond na het geven van feedback aan de schoonmaakmedewerkers. Voor het maken van een checklist voor het observeren van schoonmaakmedewerkers bij het uitvoeren van einddesinfectie, zijn een aantal punten uit de literatuur naar voren gekomen die verwerkt zijn in de checklist. Uit het onderzoek van Carling (Carling, 2013) blijkt dat in de checklist verschil kan worden gemaakt tussen “hoe maakt men schoon” (uitvoering) en “maakt men goed schoon” (kwaliteit). Bij het observeren van schoonmaakmedewerkers is het van belang naar deze beide facetten te kijken. De werkzaamheid van een desinfectans is afhankelijk van een aantal factoren welke meegenomen kunnen worden in de checklist. De volgende factoren worden in de literatuur genoemd (Havill, 2013): •
Voorafgaand reinigen
•
Organisch materiaal aanwezig
•
Mate van microbiologische contaminatie
•
Concentratie en contacttijd van het desinfectans
•
Wel of niet aanwezig zijn van biofilm
•
Temperatuur en PH van de omgeving
19
De WIP richtlijn “Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen” (WIP, Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen, 2009) zegt dat reiniging voorafgaand aan desinfectie noodzakelijk is, omdat desinfectantia door organisch materiaal, zoals bloed (eiwitten) gedeeltelijk onwerkzaam worden gemaakt. Bij een schoon te desinfecteren oppervlak werkt een desinfectans sneller en beter. Het desinfectans moet in de juiste concentratie worden toegepast en de voorgeschreven inwerktijd dient te worden aangehouden.
4.2.2 Observaties Tijdens de observaties aan de hand van de checklist (zie Bijlage C) is per item gescoord of het onderdeel “goed” of “niet goed” is uitgevoerd door de schoonmaakmedewerker. In de analyse is gekeken in hoeveel procent van de gevallen een item “goed” en “niet goed” is uitgevoerd. Figuur 4 laat het percentage goed uitgevoerde items per locatie zien (deelvraag 8).
Kamer wordt gereinigd na desinfectie met chlooroplossing
0%
Handdesinfectie wordt toegepast
Zuid 80%
60% 60% 60%
PBM worden op juiste wijze uitgetrokken 20%
Gebruikte materialen worden gedesinfecteerd
80% 63%
Er wordt gewerkt van hoog naar laag Er wordt gewerkt van schoon naar vuil
Noord
60%
0%
70%
40%
Inwerktijd desinfectans wordt toegepast 60%
Oppervlakken zijn helemaal bevochtigd Gebruikte doeken worden niet teruggeplaatst in oplossing
30%
Alle oppervlakken worden gedesinfecteerd
10%
Disposables worden verwijderd
10%
70%
60%
60%
60% 30%
Wasbare textiel wordt verwijderd Handschoenwissel en handdesinfectie na verwijderen verontreiniging
100%
0% 0%
Visuele verontreiniging wordt verwijderd
100%
67% 90% 90%
Handschoenen worden als laatste aangetrokken Concentratie desinfectans is juist
90%
60%
Desinfectans wordt opgelost in koud water
100% 100%
Vloeistof wordt direct voor gebruik klaargemaakt
100% 100%
Voldoende materialen in kar
90%
40%
0%
20%
40%
60%
80%
Figuur 4: Percentage "goed uitgevoerde" items
20
100%
80%
100%
120%
In Figuur 4 is zichtbaar dat de volgende items in 50% of minder van de gevallen goed zijn uitgevoerd en extra aandacht behoeven: •
Voldoende materialen in de kar
•
Het verwijderen van textiel en disposables van de kamer.
•
Alle oppervlakken worden gedesinfecteerd.
•
Het niet terugplaatsen van doeken en vachtjes in de desinfectie oplossing.
•
Het werken van schoon naar vuil.
•
Het desinfecteren van de gebruikte schoonmaakmaterialen na afloop van de uitvoering van de desinfectie (bv. wisser, steel, emmer).
In Bijlage D zijn alle resultaten van de observaties op beide locaties zichtbaar.
4.2.3 Verbetering kwaliteit van uitvoering einddesinfectie en implementatie Ten behoeve van het onderzoek is een checklist ontwikkeld. Deze checklist dient als basis voor het auditeren van schoonmaakmedewerkers tijdens het uitvoeren van einddesinfectie. Er was nog geen bestaande checklist op locatie Noord noch op locatie Zuid (deelvraag 9). Om de kwaliteit van de uitvoering van de einddesinfectie te verbeteren, is het periodiek auditeren van einddesinfectie een goede methode om de schoonmaakmedewerkers van feedback te voorzien en bewustwording te creëren. De checklist wordt opgenomen in de I Auditor zodat door de deskundige Infectiepreventie een audit of Quickscan middels deze tool gedaan kan worden op beide locaties (deelvraag 10 en 12). De frequentie van uitvoeren van de audit wordt opgenomen in de procedure “audit” in het kwaliteitshandboek van de afdeling IP. De audit heeft betrekking op de afdeling Infectiepreventie en de afdeling schoonmaak (deelvraag 11). De resultaten van de observaties zijn middels een scholing gepresenteerd aan de schoonmaakmedewerkers en aan de teamleider schoonmaak. De scholing heeft als doel de schoonmaakmedewerkers inzicht te geven in hun manier van handelen in vergelijking met de ideale manier van handelen. De scholing is gegeven op beide locaties en is voor beide locaties qua inhoud hetzelfde. Door het uitvoeren van de observaties is een goede samenwerking ontstaan tussen de afdeling schoonmaak, waaronder schoonmaakmedewerkers en teamleider schoonmaak, en de deskundige Infectiepreventie. Schoonmaakmedewerkers waren bereid hun werkzaamheden te tonen en vroegen om terugkoppeling van de resultaten van de observaties (deelvraag 11).
21
5 Discussie Bij het in kaart brengen van de verschillen tussen de procedures van Noord en Zuid zijn er enkele discussiepunten ontstaan, die in het werkoverleg van de afdeling Infectiepreventie besproken zijn: Muren wel / niet desinfecteren bij MRSA In de literatuur staat beschreven dat grote oppervlakken zoals muren niet direct worden geassocieerd met de verspreiding van MRSA. Horizontale oppervlakken worden wel geassocieerd met verspreiding. Er is door de afdeling Infectiepreventie besloten om muren en ramen wel te desinfecteren bij MRSA. De kamer van een patiënt met MRSA is helemaal gecontamineerd met de bacterie. Indien de patiënt de muren aanraakt en de muur besmet raakt, kan de bacterie erg lang op de muur overleven. De kans op overdracht van MRSA via de muren wordt als reëel geschat. Het plafond wordt niet gezien als verspreidingsbron. Noro; badkamer, hand-contactpunten in kamer of hele kamer Er is voor gekozen de sanitaire ruimte in zijn geheel te desinfecteren, omdat ontlasting / diarree en braaksel vooral in deze ruimte voorkomt. Voor de kamer is gekozen de hand- en contactpunten te desinfecteren, omdat de patiënt Noro virus verspreidt in zijn directe omgeving en uit de literatuur blijkt dat Noro tot 2 weken kan overleven in de omgeving (Kramer 2006). Incidin Plus voor reiniging en desinfectie invoeren voor locatie Zuid Omdat in locatie Noord al met Incidin Plus wordt gewerkt, is er vanwege de eenduidigheid besloten om dit middel ook in locatie Zuid te gaan gebruiken. Ten opzichte van chloor is er een aantal voordelen te benoemen. Incidin Plus is een reiniger en desinfectans in één. Hiermee wordt tijd bespaard, omdat de kamer na desinfectie niet meer huishoudelijk gereinigd hoeft te worden. Incidin Plus is gebruiksvriendelijker, omdat deze minder dampvorming geeft en minder klachten van de luchtwegen geeft van medewerkers. Meldpunt Zoals beschreven wordt in locatie Noord de melding voor einddesinfectie gedaan via het Meldpunt. Het systeem is foutgevoelig omdat de melder in een leeg veld door middel van vrije tekst de melding moet intypen. Ook voor de analyse van de gegevens is het een nadeel dat er vrije tekst in de melding staat. Zoals de processchema’s voor locatie Noord en Zuid laten zien, zal in locatie Noord, in tegenstelling tot in locatie Zuid, de melding niet geautomatiseerd gaan verlopen via het elektronisch patiëntendossier, maar handmatig via het Meldpunt blijven verlopen, De reden hiervoor is het ontbreken van mogelijkheden in het huidige elektronisch patiëntendossier van locatie Noord. Om deze reden is het van belang veranderingen in Meldpunt te realiseren. Door de vrije tekst te vervangen door keuzemenu’s wordt structuur en eenduidigheid aangebracht. Het is echter geen ideale situatie. Nameting Omdat een nameting niet binnen het tijdsbestek van de onderzoeksperiode van deze opdracht gerealiseerd kon worden, is ervoor gekozen om de checklist te gaan gebruiken voor het uitvoeren van periodieke observaties in de toekomst. De checklist wordt dan toegepast in een audit en/of Quickscan.
22
6 Conclusie 6.1 Aanvragen en proces Uit de resultaten van deelonderzoek “proces van aanvragen einddesinfectie” blijkt dat in locatie Noord in de meerderheid van de gevallen, namelijk ruim 60%, einddesinfectie niet wordt uitgevoerd, terwijl er wel een indicatie voor was. In locatie Zuid gebeurt dat in ruim 30% van de gevallen niet. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het huidige proces niet borgt dat in alle gevallen einddesinfectie wordt uitgevoerd, wanneer er wel indicatie voor einddesinfectie is. Ook zijn de processen van de twee locaties niet eenduidig. De afdeling Infectiepreventie kan niet controleren of een isolatiekamer gedesinfecteerd is. In geval van een niet gedesinfecteerde isolatiekamer wordt de volgende patiënt bij opname in die kamer, onnodig blootgesteld aan besmettingsrisico. De patientveiligheid komt hiermee ernstig in het geding.
6.2 Werkwijze bij desinfectie Op basis van de verschillen in de procedures tussen locatie Noord en Zuid kan gesteld worden dat de procedures niet eenduidig zijn. Inhoudelijk voldoen de bestaande procedures in grote lijnen aan de landelijke richtlijnen uit de literatuur (deelvraag 6). Om eenduidigheid te realiseren, is het zinvol de verschillen te bespreken in het werkoverleg van de afdeling Infectiepreventie en keuzes te maken op basis van de literatuur. Naar aanleiding van de literatuur kunnen de micro organismen waarvoor einddesinfectie geïndiceerd is, verdeeld worden in 4 groepen. Het betreft de volgende indeling: 1.
Einddesinfectie BRMO
2.
Einddesinfectie MRSA / Acinetobacter
3.
Einddesinfectie Noro
4.
Einddesinfectie viraal strikt (Mers, Sars, Hemorragische koorts, Ebola)
Deze indeling in de 4 groepen geeft een goede structuur voor de werkwijze. Per groep kan een aparte werkwijze beschreven worden om een gedegen werkinstructie voor de schoonmaakmedewerkers te realiseren.
6.3 Kwaliteit van uitvoering In de huidige situatie is er op beide locaties geen sprake van kwalitatief goed uitgevoerde einddesinfectie door de schoonmaakmedewerkers. Dit blijkt uit de resultaten van de observaties die beschreven zijn in paragraaf 4.4.2. In de huidige situatie ontbreekt een checklist om de uitvoering van einddesinfectie te controleren. Er is geen sprake van een periodieke controle / audit en de schoonmaakmedewerkers krijgen geen feedback op hun handelen.
23
6.4 Behalen van doelstelling Samenvattend kan worden gesteld dat er in de onderzoeksperiode een eenduidig desinfectiebeleid ontwikkeld is, op 3 onderdelen. Ten eerste is beter geborgd dat einddesinfectie aangevraagd wordt in de gevallen waarin dit nodig is. Dit is gedaan door dit proces te integreren in het elektronisch patiëntendossier. Ten tweede zijn nieuwe procedures en fotokaarten gemaakt conform landelijke richtlijnen om ervoor te zorgen dat einddesinfectie op de juiste manier wordt uitgevoerd (behorend bij het micro organisme). Als laatste wordt in de kwaliteitssystemen van de afdelingen Infectiepreventie en schoonmaak opgenomen dat er periodieke audits gaan plaatsvinden om de kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie te monitoren en zo nodig te verbeteren. Bovenstaande verbeteracties zullen tot kwaliteitsverbetering moeten leiden. Omdat het project wat uit het onderzoek is voortgekomen nog in de implementatiefase zit, kan nog niet geconcludeerd worden of het ontwikkelde beleid daadwerkelijk lean en efficiënt functioneert en of het daadwerkelijk kwaliteit verbeterend is. Dit zal uit nametingen moeten blijken.
24
7 Aanbevelingen Ondanks dat het uitgevoerde onderzoek onderdeel is van een groter project en de implementatiefase al is bereikt, zijn er een aantal aanbevelingen te noemen die uit het onderzoek voortkomen. Als het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis op termijn een nieuw elektronisch patiëntendossier heeft aangeschaft, is het voor de afdeling Infectiepreventie raadzaam om direct bij de inrichting van dit systeem betrokken te zijn. Er kan dan gepleit worden voor het inbouwen van de in paragraaf 2.2.4 beschreven processtructuur in het nieuwe systeem. Om een optimaal functionerend proces te bereiken is het van belang de patiëntenkamer met de status “schoon” of “vies” in het systeem op te nemen en te koppelen aan de opname van de patient in deze kamer. Ook dit zal bij de inrichting van het nieuwe systeem door de afdeling Infectiepreventie worden voorgesteld. Indien het proces in de huidige elektronische systemen is geïntegreerd en de gebruikers ermee werken, kan een proefperiode van een aantal maanden worden afgesproken. In deze periode kan onderzocht worden of het proces van aanvragen van einddesinfectie efficiënt en kwaliteit verhogend werkt. Ook kan worden geëvalueerd of het systeem werkbaar is voor de gebruikers. In de toekomst kan worden onderzocht of de kwaliteit van de uitvoering van einddesinfectie door schoonmaakmedewerkers is verbeterd. Dit kan gedaan worden door middel van het periodiek observeren van schoonmaakmedewerkers tijdens de uitvoering van einddesinfectie door middel van een audit of Quickscan. Er kan gekeken worden of de scholing die naar aanleiding van dit onderzoek is gegeven aan de schoonmaakmedewerkers, een positieve invloed heeft op de toekomstige resultaten. De resultaten kunnen worden vergeleken met de resultaten van de tijdens dit onderzoek uitgevoerde observaties, omdat dezelfde checklist zal worden gebruikt als tijdens dit onderzoek.
25
Nawoord Met het maken van dit onderzoeksverslag is voor mij een belangrijke periode uit de opleiding tot Deskundige Infectiepreventie afgesloten. Ruim zes maanden lang “dag en nacht” bezig zijn met einddesinfectie, heeft geleid tot de informatie welke ik heb beschreven in dit verslag. Het uitvoeren van dit onderzoek was voor mij een enorme uitdaging. Ik ben blij dat ik heb kunnen bijdragen aan een (voorstel tot) kwaliteitsverbetering op het gebied van infectiepreventie binnen het fusieziekenhuis. Ik vond het prettig samen te werken met verschillende disciplines, zoals het eigen team van deskundigen Infectiepreventie en de arts microbioloog, de teamleiders van de afdeling schoonmaak, de schoonmaakmedewerkers en niet te vergeten de ICT medewerkers. Ik heb een aantal belangrijke leerpunten ervaren tijdens het uitvoeren van dit onderzoek. Kritisch durven kijken naar de processen die binnen het ziekenhuis gangbaar en ingebed zijn. Door te discussiëren over verbeterpunten waarbij soms kleine details veel tijd in beslag namen, heb ik geleerd om mijn mening te onderbouwen en te beargumenteren hoe ik doelen wilde bereiken. Af en toe was er weerstand, bijvoorbeeld bij de schoonmaakmedewerkers. Ik heb geleerd dat er verschillende manieren zijn om hiermee om te gaan. Afhankelijk van de situatie past de ene benadering op dat moment wel en de andere niet. Het schrijven van dit verslag op zich was een groot leerproces. Om alle informatie duidelijk en concreet op papier te krijgen was een hele opgave en heb ik als verruiming van mijn competenties ervaren. Graag wil ik mijn begeleider Ruud Snoeren hartelijk danken voor de intensieve begeleiding, het geduld en de vele discussies die ik tijdens de onderzoeksperiode met hem heb mogen voeren. Ook teamleiders van de afdeling schoonmaak Judith van Doremalen en Renske van de Pas dank ik hartelijk voor de prettige samenwerking en de bereidheid tot verandering. Ik hoop deze samenwerking met hen in de toekomst voort te kunnen zetten. Ook dank aan de ICT medewerkers voor het meedenken en het realiseren van oplossingen die betrekking hebben op de electronische patiëntendossiers. Mijn collega’s en de arts microbioloog wil ik bedanken voor de tijd en ruimte die ik heb gekregen om dit onderzoek te laten slagen. De opleider Lia de Graaf bedank ik voor haar feedback en sturing aan het onderzoek en aan het verslag. Ik hoop in de toekomst nog veel meer mooie onderzoeken en projecten te mogen uitvoeren voor de afdeling Infectiepreventie.
26
Bijlage A Onderzoek data proces locatie Noord De volgende tabel bevat de ruwe data van de bij afdeling schoonmaak binnengekomen aanvragen voor einddesinfectie in de maanden juli en augustus 2014 voor locatie Noord.
1 2 3 4 5 6 7
Datum 1-jul 1-jul 12-jul 14-jul 14-jul 14-jul 15-jul
8 9 10 11 12 13 14 15 16
21-jul 24-jul 29-jul 31-jul 3-aug 3-aug 4-aug 5-aug 8-aug
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
10-aug 14-aug 14-aug 15-aug 18-aug 20-aug 21-aug 22-aug 22-aug 26-aug 28-aug 29-aug 29-aug 30-aug 31-aug
Afdeling ICUV GERV CCUV CCUV ICUV ICUV CHRV niet ingevuld KNDV CDBV ICUV CDCV CHRV INTV CHKV GERV niet ingevuld ICUV MEKV GERV ICUV INTV SEHTB GERV INTV TRAV ICUV GERV CCUV ICUV CHKV
Micro organisme BRMO niet ingevuld BRMO niet ingevuld 3 ESBL 6 ESBL 323 MRSA
Isolatievorm Contact Contact Contact Contact Contact Contact Strikt
Geldige indicatie? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
429 209 535 3 623 323 613 313 4
clostridium waterpokken BRMO ESBL BRMO BRMO ESBL BRMO BRMO ESBL
Contact Strikt Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact
Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
527 4 235 9 8 615 12 8 605 423
BRMO BRMO niet ingevuld BRMO niet ingevuld ESBL MRSA < 4 uur BRMO ESBL MRSA BRMO ESBL BRMO BRMO BRMO
Contact Contact Contact Contact Contact Contact Strikt Contact Contact Strikt Contact Contact Contact Contact Contact
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Kamernummer 11 1 508
9 514 12 313
Tabel 3: Aanvragen voor einddesinfectie locatie Noord De volgende tabel bevat de ruwe data van beëindigde isolaties uit Isolatieregistratie en uit papieren formulieren die ingevuld worden bij starten en stoppen van isolatie. De einddatum van de isolatie ligt tussen 1 juli en 31 augustus 2014. Laatste kolom van de tabel geeft weer of er een melding (aanvraag) voor einddesinfectie gedaan is. 0= nee, 1= ja.
27
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45
Afd. CHRV ICUV GERV ICUV GYNV CHRV ONCV ONCV GERV GYNV LNGV ICUV CHRV LNGV CDBV KNDV ICUV INTV INTV CHKV CHRV GERV CDBV GERV GERV CHRV MEKV CCUV INTV CHKV GERV GYNV ICUV INTV GERV INTV LNGV CHRV TRAV INTV ICUV TRAV INTV ICUV CHKV
Isolatievorm Ziekteverwekker contact contact contact contact strikt contact contact contact contact contact contact contact druppel contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact strikt contact contact contact contact contact contact
Einddatum Kamernummer Melding 1-7-2014 323 0 BR E.coli 5-7-2014 15 0 BR E.coli 9-7-2014 1 0 BR Enterobacter cloa 14-7-2014 3 1 BR E.coli 14-7-2014 0 MRSA 15-7-2014 323 1 Verd. BRMO 15-7-2014 0 BR E.coli 18-7-2014 8 0 BR E.coli 21-7-2014 1 0 BRMO 22-7-2014 110 0 BR E.coli 23-7-2014 405 0 BR Proteus mir 25-7-2014 0 BRMO 28-7-2014 333 0 BR Streptococ pneu 28-7-2014 415 0 BR E.coli 29-7-2014 535 1 Noro 29-7-2014 208 0 BR E.coli 31-7-2014 1 BR Kleb.pneu 1-8-2014 606 0 BR E.coli 4-8-2014 613 1 BR E.coli 5-8-2014 1 BR Proteus mir 7-8-2014 329 0 BR E.coli 8-8-2014 4 1 BR E.coli 9-8-2014 527 0 Noro 10-8-2014 4 0 Noro 11-8-2014 0 BR E.coli 12-8-2014 333 0 Verd VRE 14-8-2014 235 1 BR E.coli 14-8-2014 520 0 Verd. BRMO 14-8-2014 0 BRMO 15-8-2014 315 0 BR E.coli 15-8-2014 9 1 BR E.coli 15-8-2014 113 0 BR Serratia marsesce 18-8-2014 1 BR E.coli 20-8-2014 602 1 BR Kleb.pneu 22-8-2014 8 1 BR E.coli 22-8-2014 1 BR E.coli 22-8-2014 235 0 BR E.coli 27-8-2014 0 MRSA 27-8-2014 423 1 BR E.coli 27-8-2014 611 0 BR Kleb.pneu 28-8-2014 1 BR Kleb.oxy 29-8-2014 0 verd.Noro 29-8-2014 605 0 BR E.coli 30-8-2014 1 BR Kleb.pneu 31-8-2014 1
Tabel 4: Beëindigde isolaties voor locatie Noord
28
Bijlage B Onderzoek data proces locatie Zuid De volgende tabel bevat de ruwe data van de bij afdeling Infectiepreventie binnengekomen telefonische aanvragen voor einddesinfectie in de maanden juli en augustus 2014 voor locatie Zuid.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Datum 1-jul 1-jul 1-jul 2-jul 2-jul 2-jul 4-jul 7-jul 7-jul 8-jul 8-jul 9-jul 10-jul 10-jul 10-jul 10-jul 11-jul 11-jul 11-jul 14-jul 14-jul 14-jul 15-jul 15-jul 16-jul 16-jul 16-jul 17-jul 18-jul 18-jul 18-jul 21-jul 21-jul 21-jul 22-jul 23-jul 23-jul 23-jul 23-jul 23-jul 23-jul 24-jul 24-jul 28-jul
Afdeling F1 F1 C1 H1 IC3 B2 H1 Q1 F1 B2 F1 D3 C1 B3 D1 D3 IC2 H1 H1 F1 Q1 B2 D2 D2 C3 F1 G2 B2 IC3 D2 IC C2 B3 B3 IC2 H1 D2 B2 H1 C3 C1 F1 G1 H1
Kamernummer 15 16 12 16 9 26 15 3 16 31 15 37 5 44 15 42 32 6 15 4 1 21 31 24 42 15 24 21 4 31 24 31 46 45 15 15 31 18 13 32 16 5 12 13
Micro organisme
BR E.coli BR Kleb Oxy Influenza BR pseudomonas BR Kleb Oxy BR Enterococ BR E.coli BR E.coli en citrobacter
BR Kleb pneum Salmonella Verdenking TBC BR E.coli BR E.coli BR Citrobacter freundii gastro enteritis verd.gastro enteritis BR Citrobacter freundii BR E.coli BR Enterobacter cloa BR Proteus
BR E.coli BR E.coli BR pseudomonas BR E.coli BR Kleb oxy BR Kleb pneum Campylobacter BR Enterobacter cloa BR Enterobacter cloa BR E.coli Diarree BR Kleb.pneu BR E.coli gastro enteritis
Isolatievorm Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Druppel Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Aerogeen Contact Contact Contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact contact
Geldige indicatie? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja nee nee Ja Ja Ja nee nee Ja Ja Ja Ja Ja nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja nee Ja Ja Ja nee Ja Ja nee
29
45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96
30
28-jul 28-jul 28-jul 28-jul 29-jul 29-jul 29-jul 29-jul 30-jul 31-jul 31-jul 4-aug 4-aug 4-aug 5-aug 5-aug 5-aug 5-aug 7-aug 7-aug 7-aug 8-aug 8-aug 8-aug 8-aug 8-aug 11-aug 11-aug 12-aug 12-aug 12-aug 12-aug 12-aug 13-aug 14-aug 15-aug 15-aug 18-aug 18-aug 19-aug 19-aug 19-aug 19-aug 20-aug 21-aug 22-aug 22-aug 25-aug 25-aug 25-aug 25-aug 25-aug
D3 F1 B2 IC2 D3 D3 IC4 D2 B3 C2 B3 F1 C1 IC4 B1 C3 F1 H1 B3 IC2 B2 B1 F2 D2 H1 C1 D1 D2 H1 H1 H1 H2 D1 IC4 D2 B2 B3 H1 F1 H1 H2 IC2 H2 D2 D2 H1 H1 H1 H1 D1 H2 D1
32 15 18 13 33 45 29 31 46 37 45 15 15 27 12 43 11 1 44 16 31 15 24
16 16 20 2 15 9 24 5 34 31 31 35 14 12 4 30 28 25 31 19 14 16 15 8,2 16 22 2
BR E.coli Noro BR E.coli BR Enterobacter cloa BR Kleb oxy Verd VRE BR Enterobacter cloa BR Morg BR E.coli BR E.coli BR pseudomonas BR Kleb Oxy BR E.coli BR Proteus mir BR E.coli BR E.coli BR E.coli BR E.coli Noro BRMO verd BR Citrobacter freundii BR Enterobacter cloa BR E.coli en Kleb.pneu Noro Noro BR E.coli BR VRE BR E.coli BR E.coli Noro BR E.coli en Kleb.pneu STEC BR Enterobacter cloa BR E.coli BR E.coli BR Kleb Oxy BR Morganella morg BR Kleb.pneu BR E.coli BR E.coli Noro BR E.coli Noro E.coli E.coli Noro Noro E.coli en Noro E.coli Enterobacter Cloa E.coli VRE
contact contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact Contact
Ja Ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Ja Ja
97 98 99 10 0
26-aug D2 26-aug C1 27-aug B1
30 Noro 16 BR E.coli 16 Enterococcus species
29-aug H1
2 BR E.coli
Contact Contact contact
Ja Ja Ja
contact
Ja
Tabel 5: Aanvragen voor einddesinfectie locatie Zuid De volgende tabel bevat de ruwe data van beëindigde isolaties uit het EMD. De einddatum van de isolatie ligt tussen 1 juli en 31 augustus 2014. Laatste kolom van de tabel geeft weer of er een melding (aanvraag) voor einddesinfectie gedaan is. 0= nee, 1= ja.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
Afd. H1 C1 B2 IC3 H1 B2 D3 C1 B3 B3 K2 H1 IC2 F1 IC3 C3 Q1 K4 C2 B2 B2 K2 IC3 IC2 B3 B2 G1 G2 G2 D3 D2 F1 IC2 H2 B2 B2 C3 D3 D3
Isolatievorm Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie contactisolatie
Ziekteverwekker BR Enterobacter cloacae Noro virus BR Klebsiella pneumoniae BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR Pseudomonas aeruginosa BR Enterococ BR E. Coli BR Citrobacter freundii BR E. Coli Nog niet bekend BR Salmonella species BR Klebsiella pneumoniae BR E. Coli BR Enterobacter cloacae BR Citrobacter freundii BR E. Coli Niet van toepassing BR E. Coli BR Citrobacter freundii BR Proteus penneri Nog niet bekend BR E. Coli BR Proteus penneri BR Pseudomonas aeruginosa BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR E. Coli BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR Morganella morgani Noro virus BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR E. Coli BR Proteus mirabilis BR Enterobacter cloacae BR Klebsiella oxytoca Nog niet bekend
Einddatum Gebeld 1-7-2014 1 1-7-2014 1 2-7-2014 1 2-7-2014 1 4-7-2014 1 8-7-2014 1 10-7-2014 1 10-7-2014 1 10-7-2014 1 10-7-2014 1 11-7-2014 0 11-7-2014 1 11-7-2014 1 14-7-2014 1 14-7-2014 0 16-7-2014 1 16-7-2014 1 16-7-2014 0 16-7-2014 0 17-7-2014 0 17-7-2014 1 17-7-2014 0 18-7-2014 1 21-7-2014 0 21-7-2014 1 23-7-2014 1 24-7-2014 1 25-7-2014 0 26-7-2014 0 26-7-2014 1 27-7-2014 1 27-7-2014 1 28-7-2014 1 28-7-2014 0 28-7-2014 1 28-7-2014 1 28-7-2014 0 29-7-2014 1 29-7-2014 1 31
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91
32
IC4 B3 IC2 C2 K4 H2 D1 F1 C1 C3 F1 B1 B2 H2 F2 F2 D2 B1 H2 H1 C1 IC3 IC3 D1 H2 H1 H1 H1 H2 IC4 IC4 C1 H2 B2 B3 H2 D2 IC2 H2 IC2 H2 H1 H2 H2 H1 K2 D2 H1 H1 H1 D2 C1
contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie contactisolatie Contactisolatie
BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR Klebsiella pneumoniae BR E. Coli Nog niet bekend BR Enterobacter cloacae BR E. Coli BR Klebsiella oxytoca BR E. Coli BR E. Coli BR E. Coli BR E. Coli BR Citrobacter freundii Noro virus BR E. Coli BR Klebsiella pneumoniae Noro virus BR Enterobacter cloacae Noro virus BR E. Coli BR E. Coli BR Citrobacter freundii BR Enterobacter aerogenes BR Enterococ Noro virus BR E. Coli BR Klebsiella pneumoniae Noro virus Noro virus BR E. Coli BR E. Coli BR E. Coli Noro virus BR Klebsiella oxytoca BR Morganella morgani Noro virus BR E. Coli BR Enterobacter cloacae Noro virus BR Enterobacter cloacae Noro virus BR Klebsiella pneumoniae Noro virus Noro virus BR E. Coli Nog niet bekend BR E. Coli Noro virus BR E. Coli Noro virus Noro virus BR E. Coli
29-7-2014 30-7-2014 30-7-2014 31-7-2014 31-7-2014 31-7-2014 1-8-2014 4-8-2014 4-8-2014 5-8-2014 5-8-2014 5-8-2014 7-8-2014 7-8-2014 7-8-2014 7-8-2014 7-8-2014 8-8-2014 8-8-2014 8-8-2014 8-8-2014 11-8-2014 11-8-2014 11-8-2014 12-8-2014 12-8-2014 12-8-2014 12-8-2014 12-8-2014 12-8-2014 13-8-2014 13-8-2014 14-8-2014 15-8-2014 15-8-2014 15-8-2014 15-8-2014 18-8-2014 18-8-2014 18-8-2014 18-8-2014 18-8-2014 19-8-2014 19-8-2014 19-8-2014 20-8-2014 21-8-2014 22-8-2014 25-8-2014 25-8-2014 26-8-2014 26-8-2014
1 1 0 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 1 1 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 1
92 C3 93 H1 94 H1
Contactisolatie Contactisolatie Contactisolatie
Noro virus Noro virus BR E. Coli
27-8-2014 28-8-2014 29-8-2014
0 0 1
Tabel 6: Beëindigde isolaties voor locatie Zuid
33
Bijlage C Checklist ten behoeve van observaties
34
35
Bijlage D Observatieresultaten
36
Bijlage E Processchema Noord
Figuur 5: Processchema Noord
37
Bijlage F Processchema Zuid
Figuur 6: Processchema Zuid
38
Bijlage G Procedures einddesinfectie Procedure 1:
Desinfectie isolatiekamers bij Noro virus, na ontslag (einddesinfectie)
Titel Desinfectie isolatiekamers bij Noro virus, na ontslag (einddesinfectie) Doel Door desinfectie van de ruimte het verminderen van het aantal ziekteverwekkende microorganismen tot een voor het gebruiksdoel aanvaardbaar niveau. Toepassingsgebied Medewerkers van afdeling Schoonmaak op locatie Noord en Zuid van het ElisabethTweeSteden ziekenhuis. Deze procedure betreft einddesinfectie bij opheffen de contactisolatie voor Noro virus. De einddesinfectie betreft voornamelijk de sanitaire ruimte, tevens enkele elementen van de kamer. Taken / verantwoordelijkheden De geïnstrueerde medewerkers schoonmaak zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de einddesinfectie. De medewerkers van de verpleegafdeling zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van einddesinfectie. De verpleegkundige haalt het bed af en desinfecteert de verpleegkundige hulpmiddelen met alcohol 70%. Benodigdheden Desinfectiekar. Deze staat in locatie Zuid in opkomstruimte van de afdeling Schoonmaak (kelder) en in locatie Noord in HHD ruimte (kelder). De inhoud van de kar is vermeld op de fotokaart Noro (link). Werkwijze Voor medewerkers schoonmaak. • Ga naar betreffende verpleegafdeling. • Trek beschermende kleding aan o Bij Noro virus zijn de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen nodig; disposable wegwerpschort (lange mouwen), handschoenen, FFP1 masker. o Een beschermingsbril is nodig bij bovenhandse werkzaamheden en bij risico op spatten. o Locatie Noord; gezicht beschermingsmasker i.v.m. werken met chloor. • Zorg dat alle hulpmiddelen voor het uitvoeren van de einddesinfectie op de kamer aanwezig zijn. Materialen uit de kar halen en kar buiten de kamer laten. • Verwijder de douchegordijnen en voer deze af als besmet wasgoed. Gordijnen in plastic zak apart afgeven bij de linnenkamer. Controleer of linnengoed en voorraad wasgoed van de kamer is verwijderd. • Controleer of alle disposables van de kamer verwijderd zijn, m.u.v. zeep en Sterilium i.v.m. gesloten systeem. Denk hierbij aan handdoekjes, aangebroken dozen handschoenen, toiletpapier. • Voor de patiëntenkamer kan worden volstaan met reiniging van de elementen die zichtbaar verontreinigd zijn. • Trek na reiniging handschoenen uit, pas handdesinfectie toe met Virugard en trek schone handschoenen aan. • Maak de desinfectieoplossing klaar; los 4 chloortabletten (Sumatab D4)op in 6 liter koud / lauwwarm water. Gebruik bij Noro geen Incidin Plus. • Desinfecteer de volgende oppervlakken in de sanitaire ruimte door deze goed nat te
39
•
• • • • • • • • • • •
maken met de oplossing; o Wanden (tot reikhoogte) o Deuren o Alle hand- en contactpunten o Wastafels o Sanitair (toilet + douche) o Als laatste de vloer Desinfecteer de volgende oppervlakken in de kamer; o Hand- en contactpunten o Bed, matras o Nachtkastje Wissel van werkdoek en/of vachtje indien deze niet meer vochtig is. Doeken en vachtjes niet terugplaatsen in desinfectievloeistof, maar nieuwe pakken. Gebruikte reusable doeken in plastic zak doen en gebruikte wegwerp doeken in afvalzak doen. Gebruik bij het werken met de werkdoek de vlaks techniek. Werk van schoon naar vuil. Werk van hoog naar laag. Zorg voor 5 minuten inwerktijd van de oplossing op het oppervlak Desinfecteer na afloop de gebruikte materialen (emmers, stokken, wissers) met de gebruikte oplossing. Op de kamer de persoonlijke beschermingsmiddelen uittrekken, als eerste handschoenen uitdoen. Daarna handdesinfectie toepassen met Virugard. Masker afdoen en als laatste schort uitdoen en opnieuw handdesinfectie toepassen met Virugard. Reusable doeken, moppen in plastic zak afvoeren als besmet wasgoed. Vachtjes in aparte zak inleveren bij afdeling schoonmaak. Na desinfectieprocedure de kamer in zijn geheel reinigen. Hang schone douchegordijnen op.
Zie fotokaart Noro Noord (link) en fotokaart Noro Zuid (link) voor verdere verduidelijking.
Aandachtspunten / veiligheid • • • •
•
40
Reiniging vooraf is belangrijk omdat desinfectantia door organisch materiaal (lichaamsvochten) gedeeltelijk onwerkzaam worden gemaakt. Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk om besmetting met ziekmakende micro organismen te voorkomen en om de schoonmaakmedewerker te beschermen tegen eventuele schadelijke effecten van chloor op het lichaam. De desinfectie oplossing dient direct voor gebruik te worden klaargemaakt, omdat de desinfecterende werking snel afneemt. De gebruikte materialen dienen na gebruik te worden gedesinfecteerd met de desinfectie oplossing, om te voorkomen dat er met besmet materiaal wordt gewerkt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van wegwerpmaterialen. Indien gebruik wordt gemaakt van reusable materialen, dan dienen deze na gebruik gewassen te worden op minimaal 60°C.
Procedure 2:
Desinfectie isolatiekamers bij MRSA en BR Acinetobacter, na ontslag (einddesinfectie)
Titel Desinfectie isolatiekamers bij MRSA en BR Acinetobacter, na ontslag (einddesinfectie) Doel Door desinfectie van de ruimte het verminderen van het aantal ziekteverwekkende microorganismen tot een voor het gebruiksdoel aanvaardbaar niveau. Toepassingsgebied Medewerkers van afdeling Schoonmaak op locatie Noord en Zuid van het ElisabethTweeSteden ziekenhuis. Deze procedure betreft einddesinfectie bij opheffen van de strikte isolatie voor MRSA en BR Acinetobacter. De einddesinfectie betreft de gehele isolatiekamer, inclusief sanitaire ruimte (badkamer) en de sluis. Taken / verantwoordelijkheden De geïnstrueerde medewerkers schoonmaak zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de einddesinfectie. De medewerkers van de verpleegafdeling zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van einddesinfectie. De verpleegkundige haalt het bed af en desinfecteert de verpleegkundige hulpmiddelen met alcohol 70%. Benodigdheden Desinfectiekar. Deze staat in locatie Zuid in opkomstruimte van de afdeling Schoonmaak (kelder) en in locatie Noord in HHD ruimte (kelder). Zie voor de inhoud van de kar de fotokaart MRSA / Acinetobacter. Werkwijze Voor medewerkers schoonmaak. • Ga naar betreffende verpleegafdeling. • Trek beschermende kleding aan o Bij strikte isolatie; disposable wegwerpschort (lange mouwen), handschoenen, muts, mond-neusmasker. o Een beschermingsbril is nodig bij bovenhandse werkzaamheden en bij risico op spatten. • Zorg dat alle hulpmiddelen voor het uitvoeren van de einddesinfectie op de kamer aanwezig zijn. Materialen uit de kar halen en kar buiten de kamer laten. Zie voor de materialen de fotokaart (link). • Verwijder al het wasbare textiel (gordijnen, bedgordijnen, douchegordijnen) en voer deze af als besmet wasgoed. Gordijnen in plastic zak apart afgeven bij de linnenkamer. Controleer of linnengoed en voorraad wasgoed van de kamer is verwijderd. • Controleer of alle disposables van de kamer, sanitaire ruimte en de sluis zijn verwijderd, m.u.v. zeep en Sterilium i.v.m. gesloten systeem. Denk hierbij aan handdoekjes, aangebroken dozen handschoenen, toiletpapier. • Reinig de elementen die zichtbaar verontreinigd zijn. • Trek na reiniging handschoenen uit, pas handdesinfectie toe en trek schone handschoenen aan. • Maak de desinfectieoplossing klaar: Los 3 zakjes Incidin Plus op in 4 liter water <30°C. • Desinfecteer door alle oppervlakken goed nat te maken met de oplossing. • Desinfecteer de volgende oppervlakken in kamer, sanitaire ruimte en sluis; o Wanden (tot reikhoogte)
41
Deuren Ramen Alle hand- en contactpunten Wastafels Sanitair (toilet + douche) Gehele inventaris incl. bed, matras en nachtkastje en gordijnhaakjes Meubilair, incl. binnen- en buitenkant van de kasten Alle losse elementen van kamer, sanitaire ruimte en sluis die gebruikt zijn door en voor de patiënt. o Als laatste de vloer Wissel van werkdoek en/of vachtje indien deze niet meer vochtig is. Doeken en vachtjes niet terugplaatsen in desinfectievloeistof, maar nieuwe pakken. Gebruikte doeken in transparante plastic zak doen en gebruikte wegwerpdoeken in afvalzak doen. Gebruik bij het werken met de werkdoek de vlaks techniek. Werk van schoon naar vuil. Werk van hoog naar laag. Laat de Incidin Plus oplossing opdrogen, niet naspoelen. Desinfecteer na afloop de gebruikte materialen (emmers, stokken, wissers) met de gebruikte oplossing. In de sluis persoonlijke beschermingsmiddelen uittrekken, als eerste handschoenen uitdoen. Daarna handdesinfectie toepassen. Masker en muts afdoen. Als laatste schort uitdoen en opnieuw handdesinfectie toepassen. Reusable doeken, moppen in transparante plastic zak afvoeren als besmet wasgoed. Vachtjes in aparte zak inleveren bij afdeling schoonmaak. Bij gebruik Incidin Plus; na opdrogen de oppervlakken niet naspoelen, geen reiniging. Hang schone gordijnen op. o o o o o o o o
• • • • • • • • • • •
Zie fotokaart MRSA / Acinetobacter (link) voor verdere verduidelijking. Aandachtspunten / veiligheid Reiniging vooraf is belangrijk omdat desinfectantia door organisch materiaal (lichaamsvochten) gedeeltelijk onwerkzaam worden gemaakt. • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk om besmetting met ziekmakende micro organismen te voorkomen. • De desinfectie oplossing dient direct voor gebruik te worden klaargemaakt, omdat de desinfecterende werking snel afneemt. • De gebruikte materialen dienen na gebruik te worden gedesinfecteerd met de desinfectie oplossing, om te voorkomen dat er met besmet materiaal wordt gewerkt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van wegwerpmaterialen. Indien gebruik wordt gemaakt van reusable materialen, dan dienen deze na gebruik gewassen te worden op minimaal 60°C. •
42
Procedure 3:
Desinfectie isolatiekamers bij BRMO, na ontslag (einddesinfectie)
Titel Desinfectie isolatiekamers bij BRMO, na ontslag (einddesinfectie) Doel Door desinfectie van de ruimte het verminderen van het aantal ziekteverwekkende microorganismen tot een voor het gebruiksdoel aanvaardbaar niveau. Toepassingsgebied Medewerkers van afdeling Schoonmaak op locatie Noord en Zuid van het ElisabethTweeSteden ziekenhuis. Deze procedure betreft einddesinfectie bij opheffen van de contactisolatie voor BRMO. Het betreft de volgende micro organismen: BRMO - contactisolatie • BR Citrobacter species • BR Enterobacter species • BR E. coli • BR Klebsiella species • BR Proteus species • BR Serratia species • BR Hafnia alvei • BR Morganella morgani • BR Pantonea species • BR Pseudomonas species • BR Stenotrophomonas species • BR Enterococcus faecium (VRE) • BR Streptococcus pneumoniae (PRP)
De einddesinfectie betreft de gehele isolatiekamer, inclusief sanitaire ruimte. Taken / verantwoordelijkheden De geïnstrueerde medewerkers schoonmaak zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de einddesinfectie. De medewerkers van de verpleegafdeling zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van einddesinfectie. De verpleegkundige haalt het bed af en desinfecteert de verpleegkundige hulpmiddelen met alcohol 70%. Benodigdheden Desinfectiekar. Deze staat in locatie Zuid in opkomstruimte van de afdeling Schoonmaak (kelder) en in locatie Noord in HHD ruimte (kelder). Voor de inhoud van de kar, zie de fotokaart BRMO (link). Werkwijze Voor medewerkers schoonmaak. • Ga naar betreffende verpleegafdeling. • Trek beschermende kleding aan o Bij contact isolatie; disposable isolatieschort met lange mouwen en handschoenen. o Een beschermingsbril is nodig bij bovenhandse werkzaamheden en bij risico op spatten. • Zorg dat alle hulpmiddelen voor het uitvoeren van de einddesinfectie op de kamer aanwezig zijn. Materialen uit de kar halen en kar buiten de kamer laten. • Verwijder al het wasbare textiel (gordijnen, bedgordijnen, douchegordijnen) en voer
43
• • • • • •
• • • • • • • • • • • •
deze af als besmet wasgoed. Gordijnen in plastic zak apart afgeven bij de linnenkamer. Controleer of linnengoed en voorraad wasgoed van de kamer is verwijderd. Controleer of alle disposables van de kamer zijn verwijderd, m.u.v. zeep en Sterilium i.v.m. gesloten systeem. Denk hierbij aan handdoekjes, aangebroken dozen handschoenen, toiletpapier. Reinig de elementen die zichtbaar verontreinigd zijn. Trek na reiniging handschoenen uit, pas handdesinfectie toe en trek schone handschoenen aan. Maak de desinfectieoplossing klaar; Los 3 zakjes Incidin Plus op in 4 liter water < 30°C. Desinfecteer door alle oppervlakken goed nat te maken met de oplossing. Desinfecteer de volgende oppervlakken in kamer, sanitaire ruimte; o Deuren o Alle hand- en contactpunten o Wastafels o Sanitair (toilet + douche) o Gehele inventaris incl. bed, matras en nachtkastje en gordijnhaakjes o Meubilair, incl. binnen- en buitenkant van de kasten o Alle losse elementen van kamer en sanitaire ruimte die gebruikt zijn door en voor de patiënt. o Als laatste de vloer Wissel van werkdoek en/of vachtje indien deze niet meer vochtig is. Doeken en vachtjes niet terugplaatsen in desinfectievloeistof, maar nieuwe pakken. Gebruikte doeken in transparante plastic zak doen en gebruikte wegwerpdoeken in afvalzak. Gebruik bij het werken met de werkdoek de vlaks techniek. Werk van schoon naar vuil. Werk van hoog naar laag. Laat de Incidin Plus oplossing opdrogen, niet naspoelen. Desinfecteer na afloop de gebruikte materialen (emmers, stokken, wissers) met de gebruikte oplossing. Op de kamer persoonlijke beschermingsmiddelen uittrekken, als eerste handschoenen uitdoen. Daarna handdesinfectie toepassen. Als laatste schort uitdoen en opnieuw handdesinfectie toepassen. Reusable doeken, moppen in plastic zak afvoeren als besmet wasgoed. Vachtjes in aparte zak inleveren bij afdeling schoonmaak. Afval in gesloten afvalzak afvoeren bij het bedrijfsafval. Bij gebruik Incidin Plus; na opdrogen de oppervlakken niet naspoelen, geen reiniging. Hang schone gordijnen op.
Zie fotokaart BRMO voor verdere verduidelijking.
Aandachtspunten / veiligheid Reiniging vooraf is belangrijk omdat desinfectantia door organisch materiaal (lichaamsvochten) gedeeltelijk onwerkzaam worden gemaakt. • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk om besmetting met ziekmakende micro organismen te voorkomen. • De desinfectie oplossing dient direct voor gebruik te worden klaargemaakt, omdat de desinfecterende werking snel afneemt. • De gebruikte materialen dienen na gebruik te worden gedesinfecteerd met de desinfectie oplossing, om te voorkomen dat er met besmet materiaal wordt gewerkt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van wegwerpmaterialen. Indien gebruik wordt gemaakt van reusable materialen, dan dienen deze na gebruik gewassen te worden op minimaal 60°C. •
44
Procedure 4:
Desinfectie isolatiekamers bij virale ziekteverwekkers waarvoor strikte isolatie vereist is, na ontslag (einddesinfectie)
Titel Desinfectie isolatiekamers bij virale ziekteverwekkers waarvoor strikte isolatie vereist is, na ontslag (einddesinfectie) Doel Door desinfectie van de ruimte het verminderen van het aantal ziekteverwekkende microorganismen tot een voor het gebruiksdoel aanvaardbaar niveau. Toepassingsgebied Medewerkers van afdeling Schoonmaak op locatie Noord en Zuid van het ElisabethTweeSteden ziekenhuis. Deze procedure betreft einddesinfectie bij opheffen de strikte isolatie bij de volgende virale micro organismen: • • •
MERS – strikt SARS – strikt Hemorragische koorts, waaronder Ebola, Marburg virus – strikt
De einddesinfectie betreft de gehele isolatiekamer, inclusief sanitaire ruimte en de sluis. Taken / verantwoordelijkheden Neem bij dit type einddesinfectie ALTIJD contact op met de afdeling Infectiepreventie alvorens te beginnen! De geïnstrueerde medewerkers schoonmaak zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de einddesinfectie. De medewerkers van de verpleegafdeling zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van einddesinfectie. De verpleegkundige haalt het bed af en desinfecteert de verpleegkundige hulpmiddelen met alcohol 70%. Benodigdheden Desinfectiekar. Deze staat in locatie Zuid in opkomstruimte van de afdeling Schoonmaak (kelder) en in locatie Noord in HHD ruimte (kelder). De inhoud van de kar is vermeld in de fotokaart Viraal strikt (link). Werkwijze Voor medewerkers schoonmaak. Neem bij dit type einddesinfectie ALTIJD contact op met de afdeling Infectiepreventie alvorens te beginnen! • •
• • • •
Ga naar betreffende verpleegafdeling. Trek beschermende kleding aan o Bij strikte isolatie; disposable wegwerpschort (lange mouwen), handschoenen, muts, FFP2 masker. o Beschermingsbril. Zorg dat alle hulpmiddelen voor het uitvoeren van de einddesinfectie op de kamer aanwezig zijn. Materialen uit de kar halen en kar buiten de kamer laten. Verwijder al het wasbare textiel (gordijnen, bedgordijnen, douchegordijnen) en voer deze af als besmet wasgoed. Gordijnen in plastic zak apart afgeven bij de linnenkamer. Controleer of linnengoed en voorraad wasgoed van de kamer verwijderd is. Controleer of alle disposables van de kamer, sanitaire ruimte (badkamer) en de sluis verwijderd zijn, m.u.v. zeep en Sterilium i.v.m. gesloten systeem. Reinig de elementen die zichtbaar verontreinigd zijn.
45
• • • •
• • • • • • • • • • •
Trek na reiniging handschoenen uit, pas handdesinfectie toe en trek schone handschoenen aan. Maak de desinfectieoplossing klaar; los 4 chloortabletten (Sumatab D4)op in 6 liter koud / lauwwarm water. Gebruik bij viraal geen Incidin Plus. Desinfecteer door alle oppervlakken goed nat te maken met de oplossing. Desinfecteer de volgende oppervlakken in kamer, sanitaire ruimte en sluis; o Wanden (tot reikhoogte) o Deuren o Ramen o Alle hand- en contactpunten o Wastafels o Sanitair (toilet + douche) o Gehele inventaris incl. bed, matras en nachtkastje en gordijnhaakjes o Meubilair, incl. binnen- en buitenkant van de kasten o Alle losse elementen van kamer, sanitaire ruimte en sluis die gebruikt zijn door en voor de patiënt. o Als laatste de vloer Wissel van werkdoek en/of vachtje indien deze niet meer vochtig is. Doeken en vachtjes niet terugplaatsen in desinfectievloeistof, maar nieuwe pakken. Gebruikte reusable doeken in plastic zak doen. Gebruikte wegwerpdoeken in afvalzak doen. Gebruik bij het werken met de werkdoek de vlaks techniek. Werk van schoon naar vuil. Werk van hoog naar laag. Zorg voor 5 minuten inwerktijd van de oplossing op het oppervlak Desinfecteer na afloop de gebruikte materialen (emmers, stokken, wissers) met de gebruikte oplossing. In de sluis persoonlijke beschermingsmiddelen uittrekken, als eerste handschoenen uitdoen. Daarna handdesinfectie toepassen. Masker en muts afdoen. Als laatste schort uitdoen en opnieuw handdesinfectie toepassen. Reusable doeken, moppen in plastic zak afvoeren als besmet wasgoed. Vachtjes in aparte zak inleveren bij afdeling schoonmaak. Na desinfectieprocedure de kamer in zijn geheel reinigen. Hang schone gordijnen op.
Zie fotokaart Viraal strikt (link) en fotokaart Viraal strikt (link) voor verdere verduidelijking. Aandachtspunten / veiligheid Reiniging vooraf is belangrijk omdat desinfectantia door organisch materiaal (lichaamsvochten) gedeeltelijk onwerkzaam worden gemaakt. • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk om besmetting met ziekmakende micro organismen te voorkomen en om de schoonmaakmedewerker te beschermen tegen eventuele schadelijke effecten van chloor op het lichaam. • De desinfectie oplossing dient direct voor gebruik te worden klaargemaakt, omdat de desinfecterende werking snel afneemt. • De gebruikte materialen dienen na gebruik te worden gedesinfecteerd met de desinfectie oplossing, om te voorkomen dat er met besmet materiaal wordt gewerkt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van wegwerpmaterialen. Indien gebruik wordt gemaakt van reusable materialen, dan dienen deze na gebruik gewassen te worden op minimaal 60°C. •
46
Bijlage H Fotokaart einddesinfectie Hieronder één van de vier fotokaarten ter illustratie.
47
48
Literatuur Carling, P. (2013). Methods fot assessing the adequacy of practice and improving room disinfection. American Journal of Infection Control, 20-25. CDC. (2013). Environmental Cleaning & Disinfecting for MRSA. Atlanta USA: Centers for Disease Control and Prevention. Havill, N. (2013). Best practices in disinfection of noncritical surfaces in the health care setting: Creating a bundle for success. American Journal of Infection Control, 26-30. IGZ. (2007). Neem (inwerk) tijd voor het desinfectiebeleid. Den Haag: IGZ. Kramer, A. (2006). How long do nosocomial pathogens persist on inanimate surfaces? A systematic review. BMC Infecious diseases, 130. Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. (2014). Hygiënerichtlijnen voor verpleeghuizen en woonzorgcentra. LCHV. LCI. (2014). LCI richtlijn Norovirusinfectie (Calicivirusinfectie)-concept; Bijlage 1 Evidence-based literatuuronderzoek. RIVM. LCI. (2014). LCI-richtlijn Norovirusinfectie (Calicivirusinfectie)-concept; Bijlage 5 Hygiënemaatregelen. RIVM. Otter, J. A., & al., e. (2013). Evidence that contaminated surfaces contribute to the transmission of hospital pathogens and an overview of stategies to adress contaminated surfaces in hospital settings . Americal Journal of Infection Control, 6-11. RIVM. (2003). Bijlage 2: Standaardmethoden reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg. RIVM. WIP. (2009). Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen. RIVM. WIP. (2012). Meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA). RIVM. WIP. (2013). Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). WIP. ZIPnet. (2014, september 23). http://www.publiekzipnet.nl/protocollen/hoe-te-handelen-bijinfecties/1244-mrsa-einddesinfectie-van-een-mrsa-kamer. Opgeroepen op juli 2014, van www.publiekzipnet.nl: http://www.publiekzipnet.nl/protocollen/hoe-te-handelen-bijinfecties/1244-mrsa-einddesinfectie-van-een-mrsa-kamer
49