UW BABY GAAT MET ONTSLAG 397
Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................... 3 Ziekenhuiscontrole ........................................................... 4 Belafspraak ..................................................................... 4 Nazorgavond ................................................................... 5 Voeding .......................................................................... 5 Borstvoeding ............................................................ 5 Flesvoeding .............................................................. 5 Voeding verwarmen ................................................... 6 Schoonmaken van fles en speen .................................. 6 Extra vitamines ......................................................... 7 Spugen .................................................................... 7 Buikkrampjes................................................................... 8 Huilen............................................................................. 9 Slapen .......................................................................... 10 Temperatuur van uw baby en omgeving............................. 11 Natte luiers en ontlasting ................................................. 11 Spelen .......................................................................... 11 Bezoek ontvangen .......................................................... 12 Naar buiten ................................................................... 12 Ouder zijn ..................................................................... 13 Ontslaggegevens ............................................................ 14 Medicijnen .............................................................. 15 Voeding ................................................................. 15
2
Inleiding Het ontslag van uw baby is in zicht! Hier heeft u naar uitgekeken. U heeft vast een aantal vragen over de verzorging en voeding van uw baby thuis. Middels deze folder willen wij u zo goed voorbereiden op de thuiskomst van uw baby. Schroom niet aan de verpleegkundige ook uw vragen te stellen. Voordat uw baby naar huis mag, wordt uw baby lichamelijk onderzocht door de arts of verpleegkundig specialist. Er is dan ook gelegenheid om vragen te stellen. Team afdeling Neonatologie
3
Ziekenhuiscontrole
Bij ontslag bepaalt de arts of verpleegkundig specialist of het nodig is dat uw baby terug komt voor controle bij de arts op de polikliniek. Bij de eerste poliklinische controle moet u, voordat u naar de specialist gaat, een patiëntenkaart voor uw baby laten maken. Deze vraagt u aan bij het Inschrijf- & Opnamebureau in de Centrale Hal, tegenover de Receptie Centrale Hal en het restaurant Assisi Plaza. De polikliniek Kindergeneeskunde bevindt zich op de derde verdieping van het Sint Franciscus Gasthuis, blok 380. De polikliniek Kindergeneeskunde is telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 010 – 461 6224.
Belafspraak
Binnen enkele dagen na het ontslag neemt de verpleegkundig specialist telefonisch contact met u op. Het doel is hiervan om de thuiskomst te evalueren en de vragen te beantwoorden. We adviseren u om alle vragen op te schrijven. De verpleegkundig specialist belt iedere donderdag, dit kan over de gehele dag zijn. Indien er in de tussentijd vragen zijn, kunt u tijdens kantooruren de verpleegkundig specialist bellen. Belt u hiervoor telefoonnummer 010 – 461 7789 (Marielle Maissan of 010-461 7791 (Ingeborg van Os- Diehle). Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (consultatiebureau) volgt de groei en ontwikkeling van uw baby. U krijgt advies en ondersteuning bij vragen over voeding, opvoeding en dergelijke. Ook krijgt uw kind hier eventuele vaccinaties. Via de gemeente krijgt de wijkverpleegkundige bericht dat uw baby is geboren. Er wordt dan binnen drie weken contact met u opgenomen. Indien u zelf contact wil opnemen met het consultatiebureau kunt u onderstaande telefoonnummers gebruiken: Gemeente Rotterdam: 0900 – 0254 Gemeente Lansingerland: 010 – 201 0110. 4
Nazorgavond
Er is twee keer per jaar een nazorgavond, begeleid door afdelingsverpleegkundigen en Medisch Maatschappelijk Werk. Deze avond is bedoeld voor ouders wiens kind langer dan een week op de afdeling Neonatologie heeft gelegen. Op deze avond heeft u de gelegenheid om zowel uw positieve als negatieve ervaringen te vertellen, vragen te stellen en uw verhaal te delen met andere ouders. Voor deze avond ontvangt u van ons een uitnodiging.
Voeding
Borstvoeding Indien uw kind borstvoeding krijgt, is het aan te bevelen om voor het ontslag, samen met de lactatiekundige (borstvoedingsdeskundige) van het Sint Franciscus Gasthuis een borstvoedingsplan voor thuis door te spreken. Bij vragen na ontslag kunt u op werkdagen bellen via telefoonnummer 010 – 461 7516. Bij geen gehoor kunt u een (bel)afspraak maken via
[email protected]. Ook kunt u terecht bij: Borstvoeding Natuurlijk telefoonnummer: 0343 – 576 626 www.borstvoedingnatuurlijk.nl La Leche League Nederland telefoonnummer: 0111 – 413 189 www.lll.borstvoeding.nl Flesvoeding U kunt babyvoeding naar eigen keuze kopen bij de supermarkt, drogist of apotheek. Op het blik staat vermeld hoe u de voeding dient te bereiden. Wissel bij voorkeur niet van merk of soort. In het ontslaggesprek bespreekt u met de arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige de hoeveelheid flesvoeding die uw baby thuis mag drinken en de voedingsmomenten. Neem voor het geven van de fles rustig de tijd, gemiddeld vijftien tot dertig minuten. Wij adviseren u niet langer dan dertig minuten met een
5
voeding bezig te zijn, anders gaat dit ten koste van de rust van u en uw baby. Zie de afdelingsfolder ‘flesvoeding’ voor meer informatie. Deze vindt u op de afdeling Neonatologie of via www.sfg.nl/folders. Voeding verwarmen Het opwarmen van voeding kan in een flessenwarmer of ‘au bain Marie’ (een flesje melk boven een bakje heet water opwarmen). Verwarm de borstvoeding bij voorkeur ‘au bain Marie’. Keer de fles met borstvoeding tussendoor om de warmte te verdelen, anders gaan belangrijke voedingsstoffen verloren. Let op! Vervang een flessenwarmer indien de borstvoeding te snel te warm wordt. Voordat u een flesvoeding geeft: Zwenk de fles goed om, zodat de warmte wordt verdeeld. Controleer altijd de temperatuur van de voeding door een beetje voeding op de binnenkant van uw pols te druppelen. Als u de druppel niet voelt, is de voeding op de goede temperatuur. Zie de afdelingsfolder ‘afkolven van borstvoeding’ voor onder andere tips over afkolven en het bewaren van borstvoeding. Deze vindt u op de afdeling Neonatologie of op onze website via www.sfg.nl/folders. Schoonmaken van fles en speen Het advies van het Voedingscentrum luidt (vrij bewerkt): Spoel direct na het drinken de fles en speen om met koud water. Was de fles en speen één keer per dag in een afwasmachine op minimaal 55°C of maak in heet sop de fles en speen goed schoon met een speciale flessenborstel. Laat de fles en speen ondersteboven op een droge, schone doek drogen. Het reinigen van fles en speen mag ook in de vaatwasser op een lang programma van 55°C of hoger.
6
Indien u een zieke of te vroeg geboren baby heeft moeten fles, speen en kolfspullen dagelijks uitgekookt worden: Doe alle onderdelen één keer per dag in een ruime pan water, zodat alles onder water ligt. Breng het water aan de kook en laat het ongeveer vijf minuten doorkoken. Voorkom kalkaanslag door een beetje azijn in het water te doen. Gebruik eventueel een magnetron- of elektrische sterilisator; Spenen en fopspenen moeten elke zes weken, of eerder bij zichtbare beschadigingen, vervangen worden. Extra vitamines Alle pasgeborenen krijgen direct na de geboorte 1 mg. vitamine K toegediend, in principe via de mond. Of er vitaminesuppletie gestart moet worden, is afhankelijk van de voeding die een zuigeling krijgt (zie onderstaande tabel). Vitamines bij zuigelingen Voeding Suppletie Vitamine D Moedermelk 400 IE (10 µg) = 10 druppels Zuigelingen 400 IE (10 µg) = 10 voeding druppels
Vitamine K 150 µg = 5 druppels
Met vitamine D wordt gestart vanaf dag acht tot de leeftijd van vier jaar. Met vitamine K wordt gestart vanaf dag acht en wordt gedurende minimaal drie maanden gegeven (bij prematuur geboren baby’s tot twee maanden na de uitgerekende datum), indien er meer dan de helft moedermelk wordt gegeven. Bij kunstvoeding hoeft geen extra vitamine K gegeven te worden. Spugen Veel baby’s geven na de voeding een mondje terug. Dit is niet erg. Laat uw baby rustig drinken en goed boeren tijdens en na de voeding.
7
Mocht het spugen meer worden dan alleen een mondje of vaker voorkomen en maakt u zich ongerust, raadpleeg dan uw huisarts.
Buikkrampjes
De meeste baby’s, zowel te vroeg geboren als voldragen, krijgen buikkrampjes. Dit is erg vervelend voor de baby, maar in principe onschuldig. Krampjes horen erbij en verdwijnen meestal na drie weken tot soms wel vier maanden. Het is een verschijnsel dat kan horen bij de gewenning van de darmpjes aan de voeding. Buikkrampjes komen plots en kunnen enkele minuten of uren duren. Meestal verdwijnen ze even plots als ze gekomen zijn. Bij sommige baby’s bestaat een soort regelmaat, bijvoorbeeld elke dag of nacht op hetzelfde tijdstip. Enkele tekenen van buikkrampjes kunnen zijn dat uw baby: huilt; een rood gezicht krijgt; zijn beentjes optrekt; zijn vuistje balt; veel windjes laat. Het is overduidelijk dat hij zich niet lekker voelt. Soms zijn er andere oorzaken van buikkrampjes: verandering van voeding; te veel voeding; verkeerd bereide voeding. Enkele tips om uw baby te helpen: Laat uw baby goed boeren. Voetreflexologie en/of buikmassage (vraag de verpleegkundige om instructie). Verwarm het buikje met warme doeken of een pittenzak, met een laagje kleding ertussen. Warm baden. Zet uw baby na de voeding gedurende vijftien minuten in een wipstoeltje of maxi-cosi. Leg uw baby in de foetushouding in bed en wrijf over de rug en knuffel uw baby. 8
Houd uw baby warm, draag hem dicht bij u (bijvoorbeeld in een draagdoek). Houd uw baby op de buik op uw onderarm met het hoofdje in uw handpalm en de beentjes gespreid langs uw elleboog. Wanneer u loopt en/of zachtjes wiegt is dit prettig voor de baby. Vroeger werd venkelthee geadviseerd, nu is uit onderzoek gebleken dat dit schadelijk kan zijn voor uw baby. Er zijn bij de apotheek of drogist verzachtende middelen tegen buikkrampjes te koop. Overleg altijd met het consultatiebureau, uw huisarts of apotheek. Soms lijkt niets te helpen, overleg gerust met uw huisarts of met het consultatiebureau als u het niet vertrouwt of als u advies wilt.
Huilen
Er zijn tal van redenen waarom uw baby kan huilen, bijvoorbeeld als: hij honger heeft; hij in een andere houding wil liggen; hij het warm of koud heeft; hij een vieze luier heeft; hij uw onrust of moeheid voelt; hij moe is; hij niet aangehaald wil worden; er een boertje dwars zit; de ontlasting moeizaam komt; hij pijn heeft (bijvoorbeeld door buikkrampjes of ontlasting die dwars zit). Soms kunt u de reden niet achterhalen. De eerste maanden hoeft u zeker niet bang te zijn om uw kindje te verwennen door het op te pakken wanneer het huilt. Draag het desgewenst lekker bij u in de draagdoek. In de draagdoek mag uw kindje vanaf de eerste dag, want uw kindje ligt namelijk in een gebogen houding. In de draagzak, waarin uw baby rechtop zit, mag uw baby vanaf zes weken.
9
Een kindje mag op zijn tijd best even huilen, soms is het juist even nodig om indrukken te verwerken of om in slaap te komen. Nogmaals: probeer op uw gevoel te vertrouwen.
Slapen
Uw baby moet misschien nog wennen aan de thuissituatie. Op de afdeling Neonatologie zijn sommige baby’s voortdurend aan veel geluiden blootgesteld. Ook hebben baby’s soms moeite met het dag- en nachtritme, u moet uw baby dus leren onderscheid te maken tussen dag en nacht. Dit kan bijvoorbeeld door overdag de gordijnen op de slaapkamer open te laten (of alleen dunne gordijnen tegen fel licht te sluiten). ‘s Avonds sluit u de gordijnen (eventueel verduisterend). Eventueel laat u een nachtlampje branden. Na de voeding is uw baby gewoonlijk ontspannen. Maak er overdag een fijn moment van door met hem te spelen, liedjes te zingen en hem te vertroetelen. Probeer de voeding ’s avonds en ’s nachts zo kort, en de baby zo slaperig mogelijk te houden. Doe eventueel alleen een klein lampje aan tijdens verschonen en voeden. Het is niet altijd nodig om ’s nachts te verschonen. Wanneer uw baby overdag huilt, kunt u hem gewoonlijk wel troosten door hem te strelen of met hem te spelen. Als hij ‘s nachts wakker wordt, kan hij zich met een fopspeen misschien weer in slaap zuigen. Heeft uw baby last van de stilte, laat dan eventueel wat rustige muziek spelen. Tegenwoordig slapen veel baby’s bij de ouders op de slaapkamer. Voordelen hiervan zijn: Hongersignalen worden sneller door de ouders herkend, al vóórdat de baby gaat huilen. De baby ervaart veiligheid doordat het nabij zijn ouders is, de baby hoort de ouders ademen. Belangrijke tips van Stichting Consument en Veiligheid vindt u in de folder ‘Veilig slapen’. Deze staat in de folderkast op de afdeling Neonatologie of op het consultatiebureau. Ook kunt u de tips nalezen op www.veiligheid.nl.
10
Temperatuur van uw baby en omgeving
In verband met de hoge omgevingstemperatuur in het Sint Franciscus Gasthuis, vragen ouders zich vaak af of hun baby het thuis niet te koud zal hebben. Thuis draagt uw baby kleertjes en ligt het in een bedje onder de dekens of in een slaapzak. Een omgevingstemperatuur van ongeveer 15 tot 18°C is voldoende. Gebruik liever een kruik om het bed (voor) te verwarmen dan een extra verwarmde kamer. U kunt, indien nodig, uw baby de eerste dagen temperaturen. De normale lichaamstemperatuur van een baby ligt tussen de 36,8 en 37,3 °C.
Natte luiers en ontlasting
Baby’s hebben in principe per 24 uur minimaal zes plasluiers. De urine is heel licht van kleur en nauwelijks zichtbaar in de luier. De ontlasting kan met name bij borstvoeding nogal wisselend zijn; soms bij iedere voeding, vanaf vijf tot zes weken soms zelfs enkele dagen helemaal niet. Ook kan een baby dunne ‘spuitluiers’ hebben. Baby’s die flesvoeding krijgen, hebben gewoonlijk dagelijks ontlasting. De ontlasting is meestel zacht en geelbruin. Sommige (vroeg geboren) kinderen kunnen last hebben van harde ontlasting en kunnen hierdoor moeilijk hun ontlasting kwijt. Enkele tips: Geef als eerste 5 à 10 milliliter water extra per fles. Geef dagelijks 2 ml. onverdunde roosvicee laxo, dit mag ook puur aan de flesvoeding worden toegevoegd. Masseer de buik. Blijft het echt een groot probleem, overleg dan met het consultatiebureau of uw huisarts. Als uw baby diarree krijgt en u het herkent niet als normale ‘spuitluiers’, wees dan bedacht op een infectie en overleg met uw huisarts.
Spelen
Spelen (stimulatie) is belangrijk voor uw baby. De baby kan zien, horen, ruiken en voelen. Hij houdt van al deze dingen, hij wil leren! Spelen met uw baby betekent praten, lachen, zingen, 11
muziek luisteren, kijken, wiegen en knuffelen. Het is voor u ook aangenaam, want uw baby beloont u met een stralende lach. Vergeet hierbij niet dat momenten van rust voor uw kind ook essentieel zijn.
Hygiëne thuis
Eenmaal thuis met uw baby hoeven u en uw visite de strikte hygiënische maatregelen die in het ziekenhuis gelden niet meer toe te passen. Thuis is het immers veel ‘schoner’ als in een ziekenhuis waar alle ziektekiemen zich concentreren. Was wel uw handen als u een luier heeft verschoond of als u voeding of een fles klaarmaakt.
Bezoek ontvangen
Het is belangrijk voor uw familie om eindelijk uw baby te kunnen zien waarover u hen heeft verteld. Probeer echter het aantal bezoekers te beperken. Bezoek is vermoeiend voor u en uw baby. Probeer één à twee dagen voor u en uw baby vrij te plannen om bij te komen en thuis aan elkaar te wennen. Omdat baby’s (vooral te vroeg geboren kinderen) gedurende het eerste jaar gevoelig blijven voor ontstekingen van onder andere de bovenste luchtwegen is het belangrijk dat personen met een flinke verkoudheid niet op bezoek komen. Een rookvrije omgeving is daarnaast een pré.
Naar buiten
Wij adviseren u om uw baby nog een dag of twee na het thuiskomen binnen te houden, dan went hij een beetje aan het temperatuurverschil tussen de afdeling Neonatologie en thuis. Voor u met uw baby gaat wandelen, moet hij binnenshuis zijn lichaamstemperatuur op peil kunnen houden. Houd de eerste uitstapjes kort; uw baby moet wennen aan de buitenlucht. Ga het liefst wandelen bij zacht weer, zonder regen, zonder wind. Pas op bij een brandende zon tijdens de zomer. Kleed uw baby in principe één laagje meer aan dan u zichzelf aankleedt. Wanneer de baby erg klein is, kunt u hem iets dikker aankleden en een mutsje opdoen. Bij koud weer kunt u een kruik meenemen of de wagen voorverwarmen met een kruik. 12
Ouder zijn
Het ouderschap is een mooie en belangrijke taak. Maar het kan ook, zeker in het begin, behoorlijk zwaar zijn. Je zorgen maken en slaapgebrek kunnen uitputtend zijn. Hier enkele tips: Probeer het bezoek in het begin te beperken. Combineer kraambezoek dat elkaar kent en houd het kort. Kook gezond, maar eenvoudig. Ga samen met uw baby slapen en laat de boel de boel. Probeer minder veeleisend te zijn in het schoonmaakwerk, het komt later wel weer. Schakel de telefoon tijdelijk uit. Neem voldoende ontspanning (televisie kijken, een boek lezen, bad nemen etc.). Geef om de beurt de nachtvoeding. Ga als ouderpaar af en toe samen op pad, maak samen een wandeling of ga lekker uit eten. Vraag iemand die u goed vertrouwt om op uw baby te passen. Familie en vrienden zijn vaak een grote steun. Maar soms raakt u juist in de war van alle goedbedoelde adviezen. U kent uw kindje het beste en u beslist hoe er het best gehandeld kan worden, vertrouw hierbij ook op uw gevoel.
13
Ontslaggegevens Opnamedatum: …
Ontslagdatum …
…
…
Lengte in centimeters …
…
Schedelomtrek in centimeters
…
Gewicht in gram
…
Afspraak op de polikliniek Kindergeneeskunde, 3e verdieping Datum
Tijdstip
Naam arts
1e afspraak
…
…
…
2e afspraak
…
…
…
3e afspraak
…
…
…
4e afspraak
…
…
…
5e afspraak
…
…
…
14
Hielprik De hielprik is de landelijke neonatale screening op de vierde dag na de geboorte. wel / niet gedaan Datum:
_____________________
Nummer hielscreening: _____________________ Medicijnen ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________ Voeding Afgesproken voedingsplan bij ontslag: ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________
December 2013
15