Ontslag van uw baby (afdeling Neonatologie)
Inleiding Deze folder bevat informatie over en richtlijnen voor de eerste periode thuis. Het is belangrijk dat u deze folder doorleest en eventueel thuis bewaart als naslagwerk. Tijdens het verpleegkundig ontslaggesprek zijn deze onderwerpen ook met u besproken. Indien u vragen hebt, dan kunt u deze altijd aan de verpleegkundige of kinderarts stellen.
Voeding
Borstvoeding; u hoeft zich niet aan vaste voedingstijden te houden. Minimaal 6 á 7 keer per dag voeden om de 2,5 tot 4 uur is voldoende. Wegen is niet noodzakelijk: als uw baby minimaal 4 tot 6 natte luiers per dag heeft, drinkt het voldoende. Uw baby zal op sommige dagen vaker willen drinken. U past dan de hoeveelheid borstvoeding hierop aan. Dit worden regeldagen genoemd. Zie ook de folders “Borstvoeding” en “Kolven”. Flesvoeding; de flesvoeding kunt u klaarmaken volgens de richtlijnen op het blik. De folder “Klaarmaken van flesvoeding” is in een aantal buitenlandse talen op de afdeling te krijgen. Flesjes en (fop)speentjes maakt u tussendoor huishoudelijk schoon en u kookt deze één keer per dag uit. De hoeveelheid voeding per fles en het aantal voedingen per dag zijn voor ontslag met u besproken. Per week kunt u de hoeveelheid per fles met 5 ml verhogen, afhankelijk van de trek van uw baby. Een erg hongerige baby kunt u 10 ml extra geven. Baby’s doen gemiddeld 15 á 30 minuten over hun fles. Als uw baby te snel of te lang over de fles doet, kan het zijn dat het gat in de speen te groot of te klein is. Als uw baby nog zuigbehoefte heeft na de fles is honger, niet altijd de oorzaak: vaak wil uw baby alleen nog wat sabbelen. U kunt dan een fopspeentje geven. Zie de folder “Flesvoeding en de verpakking van de voeding”.
Temperatuur
De babykamer hoeft niet extra warm te zijn; 17 à 20C is voldoende. De huiskamertemperatuur mag rond de 20 C zijn. Doe de baby als deze uit bed is wel een omslagdoek om. Is de temperatuur van uw baby lager dan 36.6C dan kunt u een warme kruik in het bedje leggen. Als de temperatuur van u baby boven de 37.5C komt, dan kunt u een dekentje weg halen, of de baby minder warme kleertjes aantrekken.
Wikkel de kruik altijd in een kruikenzak of molton om brandwonden te voorkomen. Zorg dat de vulopening van de kruik naar het voeteneind van het bedje is geplaatst en leg de kruik tussen de dekens. Voor het vullen van de kruik volgt u de instructies op die bij aankoop van de kruik zijn geleverd.
Verzorging
Babyuitzet; bij de Kraamzorg of op de afdeling kunt u een overzichtslijstje krijgen van de spullen die u thuis nodig heeft bij de verzorging van uw baby. Bad; verwarm het kamertje waar uw baby wordt gebaad tot ongeveer 22 C en leg van tevoren alle spullen voor de baby klaar. Met uw elleboog kunt u voelen of de temperatuur van het water aangenaam is. Het is niet noodzakelijk om uw baby elke dag te baden. Buikkrampen; veel baby’s hebben af en toe last van buikkrampen. Het wil nog wel eens helpen om dan het buikje of de voetjes zacht te masseren. Sommige baby’s vinden een badje dan lekker. Als u borstvoeding geeft kan het zijn dat uw baby op bepaalde voedingsmiddelen reageert die u eet. Dit is voor elke baby verschillend. Plassen / ontlasting; iedere baby heeft gemiddeld 6 keer per dag een natte luier. Het is per baby verschillend hoe vaak en hoeveel ontlasting het heeft. U weet al gauw wat gebruikelijk is bij uw baby. Als de ontlasting erg hard is en uw baby er last van heeft kunt u aan iedere fles 5 ml gekookt afgekoeld water toevoegen. Hierdoor zal doorgaans in de loop van een aantal dagen de ontlasting minder hard worden. Het kan soms helpen om de voeding aan te maken met bronwater zoals Spa blauw, Bar le Duc etc. (zonder koolzuur). Voeg geen sinaasappelsap of olie aan het flesje toe. Als uw baby last van harde ontlasting blijft houden neemt u contact op met uw huisarts of de kinderarts. Huidverzorging; veel baby’s vinden het prettig gemasseerd of ingewreven te worden met bodylotion of babyolie. Let er op dat uw baby niet teveel afkoelt tijdens het masseren.
Licht en geluid; uw baby is op de afdeling Neonatologie gewend geraakt aan vrij veel licht en geluid. Sommige baby’s moeten daarom wennen aan een rustiger omgeving thuis. Het kan dan helpen om in de slaapkamer zachte muziek aan te zetten en/of een lampje te laten branden. Andere baby’s hebben liever een rustige en donkere omgeving. Leefregels; voor een baby is regelmaat belangrijk. U kunt dit bereiken door elke dag op ongeveer dezelfde tijden uw baby te verzorgen, te voeden, mee te spelen, te knuffelen etc. Dit ritme kunt u aanpassen aan uw eigen behoefte. Bouw in ieder geval genoeg rust voor u en uw baby in.
Huilen Baby's uiten zich door middel van huilen. Dit kan verschillende oorzaken hebben zoals darmkrampjes, honger, natte luier, moeite met slapen, verveling. Maar soms is er geen aanwijsbare reden. De overgang naar een rustige omgeving thuis kan voor uw baby al aanleiding zijn tot huilen. Een andere reden kan zijn dat uw baby nog niet gewend is aan een dag en nachtritme. In het ziekenhuis ging alles dag en nacht door. Het is voor u en uw baby wennen aan de nieuwe situatie thuis. U kunt uw baby proberen te troosten door wiegen, zingen, het een andere houding te geven, wandelen, in de draagdoek mee te nemen, in badje doen, fopspeentje geven, verschonen, buikje masseren, lichtje aanlaten in de slaapkamer, of met de baby spelen. Sommige baby’s huilen als ze te weinig rust en regelmaat krijgen, andere baby’s huilen even voordat zij in slaap vallen.
Slapen U krijgt bij ontslag een folder met richtlijnen over veilig slapen mee. Bij ontslag adviseren het consultatiebureau en wij rugligging tijdens het slapen. De rugligging is raadzaam omdat het kind dan met het gezicht vrij ligt Het kan dan goed ademen. Het is wel goed het hoofdje wisselend naar rechts en links te draaien. Dit voorkomt dat het hoofdje scheef groeit. Bij kinderen die vroeg of prematuur geboren zijn, adviseren wij totdat zij 44 weken oud zijn, zijligging zoals zij in het ziekenhuis gewend zijn. De zijligging mag ondersteund worden met een opgerolde handdoek tegen de rug en eventueel een onder de voeten. Uw kind kan dan niet op de buik rollen. In zijligging is het makkelijker om de handjes dicht bij het gezicht te houden. Zo kan uw baby - indien nodig - zichzelf troosten.
Laat uw baby nooit alleen op de buik liggen. U kunt natuurlijk wel onder toezicht uw baby op de buik leggen. Dit is goed voor de ontwikkeling. Uw kind leert dan hoe het zijn/haar hoofd kan draaien, kan bewegen en daarna omrollen.
Bezoek De eerste weken is uw baby nog extra vatbaar voor infecties. Doe het rustig aan met bezoek ontvangen. Nodig niet te veel mensen tegelijk uit en geef uw kind niet van hand tot hand. Mensen met griep, verkoudheid of diarree mogen niet op bezoek komen. Laat zieke broertjes en zusjes ook niet te dicht in de buurt van de baby komen. Het is voor u en uw baby wennen aan de situatie thuis, geef uzelf en uw baby hier de tijd voor. Vermijdt drukke gezelschappen.
Naar buiten Als het goed weer is kunt u met de baby buiten wandelen. De kleding die u uw baby aandoet is afhankelijk van de temperatuur buiten. De eerste periode is een muts aan te bevelen. Indien u de baby in een draagzak mee naar buiten neemt, draagt u de baby boven uw jas om oververhitting of verstikking te voorkomen. De baby heeft zelf uiteraard een jasje aan. Laat uw baby rustig wennen aan het naar buiten gaan. Ga bijvoorbeeld niet meteen winkelen, maar maak een ommetje in de buurt.
Kraamtijd Afhankelijk van uw verzekering is het mogelijk om uitgestelde kraamzorg / couveusenazorg te krijgen; informeer hier tijdig naar. De verloskundige spreekt met u af hoe vaak en wanneer er controles plaatsvinden.
Nazorg Het is soms noodzakelijk dat u thuis nog gespecialiseerde hulp en/of ondersteuning bij de verzorging van uw baby krijgt. De Thuiszorg of een Transmurale zorgverpleegkundige wordt dan in overleg met u door de kinderarts ingeschakeld.
Medicatie Sommige baby's krijgen medicijnen mee voor thuis. Het is verstandig de medicijnen voor ontslag bij de apotheek te halen, zodat u samen met de
verpleegkundige van de afdeling een keertje kan oefenen met de thuismedicatie. Het kan namelijk zijn dat de samenstelling anders is dan in het ziekenhuis en u een andere hoeveelheid moet geven. Zo nodig kan de Transmurale zorgverpleegkundige door de arts worden ingeschakeld om u thuis te ondersteunen met het geven van de medicatie.
Apparatuur Enkele baby’s hebben thuis ook nog apparatuur nodig. Bijvoorbeeld een monitor om de ademhaling en hartactie te bewaken, of een pomp om sondevoeding mee te geven. Indien uw baby dit nodig heeft bent u hier al uitgebreid over geïnformeerd en is de nodige ondersteunende zorg voor thuis ingeschakeld.
Controle Na ontslag worden er regelmatig poliklinische afspraken gemaakt bij de disciplines waar u al bekend mee bent, zoals artsen, fysiotherapeut en/of diëtiste. Soms gebeurt dit in het ziekenhuis waar uw baby geboren is. Deze controle is noodzakelijk! In principe gebeurt dit bij een van de kinderartsen. De kinderarts vertelt u hoe vaak en hoelang de controles noodzakelijk zijn. De arts spreekt ook met u af of de vaccinaties op de polikliniek worden gegeven, of op het consultatiebureau. Het consultatiebureau kan tussentijdse controles uitvoeren, of geheel overnemen. Dit spreekt de kinderarts met u af. Het consultatiebureau neemt altijd contact op voor een eerste kennismaking. Het consultatiebureau bij u in de buurt is door ons geïnformeerd over de opname en ontslag van uw baby.
Wat te doen als u vragen heeft
Als uw baby ziek wordt, of als u vragen heeft neemt u in eerste instantie contact op met uw huisarts. De huisarts kunt u te allen tijde bellen. Is uw huisarts niet aanwezig dan krijgt u op het antwoordapparaat te horen wie hem vervangt. Als het nodig is zal de huisarts doorverwijzen naar een kinderarts.
Het consultatiebureau kunt u tussen de controles door bellen voor vragen, advies of ondersteuning bij de verzorging en opvoeding van uw baby. U kunt het bureau altijd tijdens kantooruren bellen met vragen. Het consultatiebureau geeft ook algemene informatie over de voeding, verzorging en veiligheid van uw baby. Tevens geeft het consultatiebureau allerlei cursussen zoals bijvoorbeeld babymassage. Als u de eerste weken / maanden na ontslag met vragen zit kunt u eventueel ook de afdeling neonatologie (ICN) bellen in het JKZ, tel 070-210 7219. De verpleegkundige kan u advies geven, doorverwijzen naar de huisarts of indien noodzakelijk doorverbinden met de kinderarts. Indien u daar een afspraak over gemaakt heeft, kunt u direct contact opnemen met de behandelende kinderarts via het algemene telefoonnummer van het JKZ 070-210 0000. Als u tijdens de opname van uw baby contact heeft gehad met de maatschappelijk werker van ons ziekenhuis, dan kunt u altijd met deze contact opnemen.
Roken Wij adviseren u om niet te roken in de kamer waar uw baby is. Nog beter is om in het hele huis niet te roken (zie folder: Niet roken waar de kleine bij is).
Wiegendood Wiegendood komt vaker voor bij baby’s die te vroeg zijn geboren. Rugligging, sabbelen op een fopspeentje en niet roken in de omgeving van de baby hebben een gunstige invloed bij het voorkomen van wiegendood.
Vervoer In een auto moet uw baby in een autostoeltje of maxicosi worden vervoerd. Het stoeltje moet zijn bestemd voor het gewicht van de baby. Als het stoeltje te groot is dan kunt u een verkleiner gebruiken, of 2 handdoeken oprollen en aan weerszijden naast uw baby leggen voor extra ondersteuning. Laat de eerste weken de baby niet langer dan een half uur in het stoeltje zitten om te wennen. Gebruik daarna het stoeltje maximaal 1 ½ à 2 uur per dag. Als uw baby wat ouder is en het hoofdje beter recht kan houden, kunt u iets langere autoritten maken.
Reactie op de opname In het ziekenhuis hebben u en uw baby veel mee gemaakt. Vaak komen allerlei gevoelens t.a.v. de opname pas naar boven als u rustig thuis bent met de baby. Het kan goed zijn hier over te praten met anderen. Ook aan broertjes en zusjes zal de opname niet ongemerkt voorbij zijn gegaan. Vaak hebben zij wat extra aandacht nodig, vooral nu de baby thuis is. Probeer broertjes en zusjes bij de verzorging van de baby te betrekken.
Vereniging ouders van couveusekinderen (V.O.C.) Hier werken ouders die eerder ook een baby hebben gehad die in de couveuse gelegen heeft. U kunt contact opnemen met de V.O.C. en daar met uw vragen terecht. Landelijk secretariaat V.O.C, postbus 1024, 2260 BA Leidschendam tel: 070 386 2535, internet: www.couveuseouders.nl
Nederlandse Vereniging van meerlingen Deze vereniging is bereikbaar op maandagen van 09.00 uur tot 11.15 uur voor vragen via tel: 0900 6337546. U kunt de website van de vereniging raadplegen: www.nvom.nl
Evaluatieformulier Wij stellen het zeer op prijs als u het evaluatieformulier dat u bij ontslag van uw baby hebt ontvangen, wilt invullen. U kunt dit formulier aan ons terug sturen in de antwoordenveloppe. Uw bevindingen kunnen bijdragen om een zo goed mogelijke zorg aan de baby’s en ouders te blijven bieden.
Babymaterialen en meubeltjesverhuur Het is mogelijk om babymaterialen en meubeltjes te huren. Informatie hierover kunt u opvragen bij het Maatschappelijk werk, in de Gouden Gids of via internet.
Folders die u mee kunt krijgen
Veilig slapen (wordt altijd meegegeven) Borstvoeding Flesvoeding Niet roken waar de kleine bij is V.O.C. folder HagaZiekenhuis, Locatie Juliana Kinderziekenhuis Sportlaan 600 2566 MJ Den Haag J03.039-17