Ontwikkelingsgerichte zorg afdeling Neonatologie
2006: St. Annaziekenhuis, Geldrop Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de afdeling neonatologie van het St. Annaziekenhuis Ontwikkelingsgerichte zorg Afdeling Neonatologie Auteur: K. Plessers; I. v. Dijk; N. v. Dam, Geldrop Omslag: Stapstudio Illustratie: I. Kok; I. v. Dijk Met dankt aan ouders en kinderen voor medewerking aan de totstandkoming van deze brochure
2
Inleiding Stress bij te vroeg geboren kinderen is een onderwerp dat de laatste jaren regelmatig ter sprake komt. Door de huidige medische en verpleegtechnische zorg die beschikbaar is, zijn de overlevingskansen van te vroeg geborenen erg toegenomen. Onderzoek laat wel zien dat deze kinderen nog wel een verhoogd risico hebben op latere ontwikkelingsproblemen. De laatste tijd richten onderzoekers hun aandacht vooral op de omgeving waarin de pasgeborene verzorgd wordt en de onderzoekshandelingen die zij moeten ondergaan. De vraag is of deze een nadelig effect hebben op de ontwikkeling. En als dat zo is hoe deze handelingen dan aangepast kunnen worden om de ontwikkeling van het kind te ondersteunen en minder stress te veroorzaken. In de Verenigde Staten noemt men deze manier van werken NIDCAP of Newborn Individualised Developmental Care and Assesment Program. In het St. Annaziekenhuis werken wij volgens een aantal principes van de NIDCAP. Wij noemen het op onze afdeling ontwikkelingsgerichte zorg, afgekort OGZ. Op de couveuse afdeling verblijven niet alleen te vroeg geboren kinderen. Ook om andere redenen kunnen kinderen extra zorg nodig hebben en hiervoor op de couveuseafdeling verblijven. Al deze kinderen worden door de (neonatologie)verpleegkundigen en andere medewerkenden van de couveuseafdeling verzorgd volgens de principes van ontwikkelingsgerichte zorg. Om u als ouder van een kindje in het St. Annaziekenhuis beter op de hoogte te brengen van onze werkwijze, zullen wij u door middel van deze folder meer inzicht te geven in “ontwikkelingsgerichte zorg” op de neonatologie afdeling.
3
ontspannen slapend kind met knuffel
4
Doel van ontwikkelingsgerichte zorg Het doel van ontwikkelingsgericht zorg is het bevorderen van de ontwikkeling van uw kind • het verminderen van stress bij uw kind • het bevorderen van de relatie tussen u en uw kind • het bevorderen van het zelfregulerend* gedrag van uw kind Voor het bereiken van deze doelstellingen worden verschillende aandachtsgebieden geobserveerd, zoals lichaamstaal, de reactie van uw kind op de omgeving en op de voeding. Ook de betrokkenheid van u als ouders is daarbij belangrijk.
Lichaamstaal Bij de verzorging houden we rekening met het gedrag en de leeftijd van uw kind. Dit gedrag wordt geobserveerd en geïnterpreteerd. We kijken naar tekenen van ontspanning en stress. Als uw kind ontspannen is, laat het toenaderingsgedrag zien, zoals: • een ontspannen houding • een heldere blik • een roze kleur • regelmatige ademhaling • contact zoeken • ontspannen gezichtje Als uw kind zich prettig voelt en ontspannen is, is hij/zij beter in staat om contact met u te maken. We kunnen dit stimuleren en ondersteunen. *Zelfregulend gedrag: het vermogen van uw kind zichzelf tot rust te brengen bij stress, bijvoorbeeld door de handjes na de mond te brengen en hierop te sabbelen/ zuigen.
5
Als de prikkels uw kind teveel zijn geeft hij/zij waarschuwingssignalen door bijvoorbeeld: • overstrekken van het lichaampje • strekken van armen en benen • een ontwijkende blik / wegdraaien van het gezichtje • kleurveranderingen, grauw of bleek worden • grijpende bewegingen • zoeken naar begrenzing met de voeten • suffer worden Door deze signalen te observeren en te interpreteren kunnen we de verzorging daar waar nodig aanpassen. Als de zorg teveel wordt kunnen we een rustpauze inlassen. We blijven in contact met uw kind door een hand op zijn/haar lichaampje te laten rusten. Dit geeft uw kind een gevoel van geborgenheid en bescherming en kan hierdoor beter tot rust komen Als uw kind weer rustig is gaan we verder met de verzorging. We wachten zoveel mogelijk met verzorging tot uw kind wakker is. We bewaken het slaap-waak ritme van uw kind.
6
Omgevingsfactoren Licht en geluid Prikkels uit de omgeving worden zoveel mogelijk beperkt. ’s Avonds en ’s nachts dimmen we het licht. De kinderen in de couveuse worden overdag tegen te veel licht beschermd door de couveuse af te schermen met een donkere doek. We creëren rust op zaal en vermijden veel en harde geluiden, bijvoorbeeld door: • monitor alarmen niet te luid in te stellen, • niet luid te praten, • Er wordt niets rechtstreeks op de couveuse geplaatst ook geen muziekdoosjes in/op de couveuse.
Houding Een aangename houding, waarbij uw kind zich kan ontspannen, maakt het voor hem/haar gemakkelijker zich aan te passen aan prikkels uit de omgeving. Op tijd geboren kinderen nemen daarbij een gebogen houding aan, met de knieën wat opgetrokken. Te vroeg geboren kinderen hebben vaak de kracht nog niet om tegen de zwaartekracht in te werken. In de couveuse geven we hen daarom een comfortabele houding door te werken met schapenvachtjes en rolletjes. Zo maken we een soort van ‘’nestje’’. De armen en benen ondersteund in een gebogen houding. Het is belangrijk dat de handjes bij het gezichtje liggen of dat het kind iets kan vasthouden (knuffeltje). Dit kan goed in zijligging. Als de toestand van uw kind het toelaat mag het kleertjes aan in de couveuse, dit geeft een geborgen gevoel.
7
in couveuse zijligging op schapenvachtje
8
Optillen Bij het uit de couveuse of uit bed tillen worden deze gebogen houding zoveel mogelijk gehandhaafd. We schuiven daarbij een hand onder de schouders en het hoofdje en met de andere hand onder de billen. Op deze manier worden de schouders, het hoofdje en het bekken goed ondersteund en kunt u uw kindje in een gebogen houding optillen. Er wordt zo voorkomen dat uw kind zich kan overstrekken. De steun onder de billen geeft de basisbevestiging. We raden af om het kind alleen onder de oksels op te tillen, omdat hierbij de kans aanwezig is dat uw kind zich gaat overstrekken.
optillen hand onder schouders en billen
9
Het omdraaien van rug naar de buik en terug naar de rug Bij het omdraaien van de rug naar de buik wordt een hand op de borstkas gelegd, waarna u vervolgens met uw andere hand uw kind naar de buik rolt. Hierbij komt uw kind aanvankelijk op uw hand te liggen. Als uw kind op de buik ligt, wordt een hand onder de borstkas geschoven en de andere hand tussen de beentjes onder de billen geplaatst, om het zo terug te draaien naar de rug.
draaien van rug naar buikligging
10
Voeding Als de toestand van uw kind het toelaat beginnen we zo snel mogelijk met tepelverkenning/ borstvoeding/ flesvoeding. We kijken naar wat uw kind aangeeft hoeveel het kan drinken. Tijdens het toedienen van sondevoeding mag uw kind op een fopspeentje zuigen.
rugby-houding tijdens borstvoeding
11
sondevoeding op schoot bij papa na de borstvoeding
12
Ouders U als ouder heeft een centrale rol in de verzorging van uw kind. Ontwikkelingsgerichte zorg is een methode om uw kindje beter te leren kennen en zijn gedrag te begrijpen. Wanneer uw kindje zich prettig voelt en alert is, is het beter in staat om contact met u te maken, wat de ontwikkeling ten goede komt. U als ouder wordt, indien mogelijk, vanaf de eerst dag betrokken bij de verzorging van uw kind. U leert uw kind te verschonen, te temperaturen en een badje te geven. De mogelijkheid van buidelen wordt besproken bij kinderen die in de couveuse liggen. Buidelen of kangoeroeën is lichaamscontact maken met uw kind door hij/ zij op uw blote borst te leggen. Zie hiervoor ook de folder “buidelen”. U leert welke signalen uw kind geeft als hij/ zij zich prettig of onprettig voelt (zie lichaamstaal). U mag uw kind troosten bij vervelende of pijnlijke handelingen, bijvoorbeeld tijdens bloedprikken en bij eventuele onderzoeken.
ouders temperaturen en troosten kind
13
kind troosten tijdens bloedprikken
14
Multidisciplinair Op de couveuse afdeling werken we nauw samen met een kinderfysiotherapeut die ook volgens OGZ werkt en hierin specifieke adviezen kan geven. OGZ is een benadering die niet alleen ouders en verpleegkundigen betrekt maar ook de kinderartsen, fysiotherapie en laboratorium vormen een team om volgens de principes van OGZ te werken.
Bovenstaande is vooral gericht op kinderen die door vroeggeboorte aan overmatige prikkels worden blootgesteld. Dit alles is ook van toepassing bij kinderen die om andere redenen een moeilijke start hebben doorgemaakt. Dit is bij een groot gedeelte van de opgenomen kinderen. Om die redenen vermijden wij onnodige stress bij alle opgenomen kinderen en houden wij rekening met het individuele kind.
15
Andere comfortabele houdingen die het overstrekken tegen gaan. Dragen in buikligging tegen u aan • het hoofdje steunt op uw hand of onderarm • een arm onder de borst en de andere arm tussen de benen steunt de buik
16
Liggen in een zitzak/ borstvoedingskussen • goede flexie houding • kind ligt veilig omsloten • gemakkelijk te instaleren in box • laat het kind nooit alleen op het kussen liggen
“Liselotte-houding” op schoot • dit is een goede houding om contact te maken • massage houding • u kan rustig wiegen • het geven van flesvoeding kan ook op deze manier
17
Liggen in een hangmatje • goede flexiehouding • heen en weer wiegen kan • de hangmat kan in bed of box bevestigd worden • eventueel wat speelgoed op buikhoogte hangen • laat het kind nooit alleen in de hangmat
18
Heeft u nog vragen. Deze brochure is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie maar als aanvulling daarop. U kunt hierdoor alles nog eens rustig nalezen. Heeft u nog vragen, neem dan contact op met de: afdeling Neonatologie, telefoon: 040 - 286 4172. Met medische vragen kunt u terecht bij de kinderarts
19
.