PEDAGOGISCH PROJECT De secundaire school heeft wel wat van een zoektocht in een doolhof. Je stapt er begin september in, en probeert doorheen het jaar je weg te vinden. Die zoektocht zal nu eens vlot gaan, en dan weer wat moeilijker, bijvoorbeeld omdat de weg niet zo duidelijk is of er routes zijn die aanlokkelijk lijken, maar dat uiteindelijk toch niet blijken te zijn. Soms zal je dus op je stappen moeten terugkomen, en af en toe zal je een deur tegenkomen waar je door zou moeten, maar die nog op slot is. Om de uitgang uiteindelijk te bereiken, is het belangrijk dat je kansen krijgt, en regelmatig een stukje terug mag gaan, of zelfs helemaal opnieuw beginnen. Gelukkig moet je de zoektocht doorheen dat doolhof niet alleen beginnen! Vrienden, klasgenoten en andere leerlingen, maar ook leerkrachten zullen samen met jou dat doolhof instappen begin september. Die leerkrachten kregen allemaal een sleutelbos mee van Don Bosco, met als bedoeling de gesloten deuren te kunnen openen, zodat iedereen uiteindelijk aan de uitgang zou kunnen geraken. De sleutels aan deze sleutelbos zijn uiteraard niet zomaar sleutels… het zijn sleutels die Don Bosco meegaf om met jonge mensen op weg te kunnen gaan: de sleutels van het opvoedingsproject.
Sleutel 1: integrale benadering van een uniek persoon Het ontwikkelen van de intellectuele mogelijkheden is op school uiteraard van belang, maar… alleen daar aandacht aan besteden is een jongere eigenlijk onrecht aandoen, omdat er nog zoveel andere aspecten zijn. Vandaar dat we veel belang hechten aan het bieden van kansen om ook die aspecten te ontplooien. Sport wordt bijvoorbeeld niet alleen tijdens de lessen LO aangemoedigd, maar ook met de vele schoolsportploegen en tijdens de sportcompetities (2e en 3e graad) en het middagspel (1e graad) tijdens de middagpauze. Wie in de eerste graad eerder interesse heeft in het creatieve, kan dan weer knutselen of handvaardigheid beoefenen tijdens de middagpauze. Door een aanbod van middagactiviteiten te doen kunnen de leerlingen zich uitleven en krijgen tegelijk pesten en vandalisme veel minder kansen. Het middagspel is een onderdeel van het preventieve systeem waarin jongeren groeien. Muzikaal talent kan zich uitleven in het schoolorkest of –koor dat bvb. de Don Boscoviering opluistert. Dans-, muziek- en acteertalent kan – behalve in deze viering – ook aan bod komen in bvb. de Chrysostomosshow en het leerlingentoneel.
Sociale vaardigheden komen doorheen deze activiteiten automatisch aan bod. Tijdens de lessen Leefsleutels in het tweede jaar worden deze sociale vaardigheden één uur per week extra in de verf gezet en ingeoefend, maar ook tijdens de verschillende vakantieactiviteiten worden leerlingen uitgedaagd zich hierin te bekwamen. Tijdens een adventuretweedaagse in Durbuy, een bergkamp in Oostenrijk of een fietstocht naar zee word je immers niet alleen zelf uitgedaagd je grenzen te verleggen, maar ook om anderen verder te helpen waar je dat kan. Interesse in cultuur wordt voor iedere leerling gestimuleerd tijdens de culturele voorstellingen tijdens de lesuren, maar ook tijdens de reizen naar Londen, Parijs en Turkije wordt gezorgd voor een degelijk aanbod qua cultuur, naast het ontspannende en sociale karakter dat deze activiteiten hebben. Een ruim aanbod van ‘andere activiteiten’ biedt jongeren niet alleen kansen zichzelf te ontplooien, maar zorgt er ook voor dat leerkrachten hen leren kennen als jonge mensen die méér zijn dan alleen hun schoolse prestaties. Ook het omgekeerde is waar: doordat al deze activiteiten begeleid worden door leerkrachten, leren leerlingen hun leerkrachten ook kennen als mens, wat bijdraagt tot een positieve sfeer, waarin leerlingen samen met leerkrachten op weg willen gaan!
Sleutel 2: samen met leerlingen Jongeren zijn geen ‘passieve onderwerpen’ van het schoolse gebeuren en hun opvoeding, maar actieve partners! Heel wat activiteiten op school zijn maar mogelijk doordat leerlingen zich ervoor willen inzetten: geen leerlingentoneel zonder leerlingen bijvoorbeeld, en evenmin een schoolkoor, -orkest of - sportploeg. Ook de leerlingenraden per graad zijn voorbeelden van actieve betrokkenheid van leerlingen. De leerlingenraad van de tweede graad nam in het verleden bijvoorbeeld al het initiatief om studiereizen per studierichting te organiseren, en deze leerlingen namen zelf een belangrijk deel van de organisatie op zich. Medezeggenschap in de examenregeling is eveneens iets dat in de leerlingenraad aan bod komt en dat de leerlingen sterk aanbelangt. In de Pastorale Animatiegroep zijn leerlingen, samen met een groep leerkrachten, actief betrokken bij de organisatie van een aantal belangrijke gebeurtenissen op pastoraal gebied tijdens het schooljaar : zij werken mee aan de advents- en vastenperiode, Don Boscoviering en andere bezinningsmomenten.
“Met leerlingen voor leerlingen” is ook wat de moniwerking probeert te bereiken. Leerlingen van het vierde, vijfde en zesde jaar zetten zich tijdens de middagspeeltijden vrijwillig in om het middagspel van de eerstejaars te begeleiden en trekken tijdens het begin van de zomervakantie samen met hen op bergkamp. Deze ‘grote’ leerlingen zijn voor veel ‘kleintjes’ echt wel een voorbeeld!
Sleutel 3: school, speelplaats, kerk & thuis Doordat leerkrachten en leerlingen zich samen inzetten, lijkt school al snel méér dan alleen maar een ‘school’. Het ‘leren’ krijgt uiteraard een belangrijke plaats, waarbij niet enkel ‘encyclopedische kennis’ wordt aangereikt, maar leerlingen ook leren om zélf probleemoplossend te werken. De seminarie-uren in de derde graad helpen leerlingen om deze vaardigheden te ontwikkelen; door de aanwezigheid van een goed georganiseerde schoolbibliotheek, computerlokalen, elektronisch leerplatform, groepswerken en labo’s volgens het OVUR-model hebben alle leerkrachten echter de mogelijkheid om met de leerlingen verder te gaan dan het louter ‘kennis overbrengen’. Hoewel het ‘schoolse’ uiteraard belangrijk is, hopen we meer dan enkel dat te bieden! De omvang ervan duidt op het belang dat gehecht wordt aan de ‘speelplaats’ als ontmoetingsplaats en plaats voor spel en ontspanning. Tijdens de speeltijden in de voor- en namiddag blijven de leerlingen op de ‘gewone speelplaats’, maar tijdens de middagpauze trekken velen van hen naar de pleinen, waar er voetbal-, basketbal- en volleybalvelden zijn. In het spoor van Don Bosco willen we onze leerlingen ook een ‘kerk’ aanbieden. Het ochtendgebed geeft een korte gedachte mee bij het begin van een nieuwe schooldag. Een aantal keren per jaar komen we samen om stil te staan bij thema’s als leven en dood, ik en de ander, liefde en inzet voor de medemens, … De grote Don Boscoviering eind januari wordt door vele leerlingen jaarlijks aangehaald als een hoogtepunt van het schooljaar. Ook de bezinningsdagen in oktober doen een aanbod aan leerlingen wat dit betreft. Om van deze dagen – en alle andere op school – iets zinvol te maken, is het belangrijk dat leerlingen zich ‘thuis’ voelen en het gevoel hebben dat ze zichzelf mogen zijn. Elke klas krijgt daarom een klas- en een co-titularis toegewezen. Deze leerkrachten volgen de leerlingen van hun klas van nabij en proberen vaak het ‘thuisgevoel’ te stimuleren door middel van (een) klasactiviteit(en), opdat leerlingen elkaar – maar ook hun titularissen – beter en ‘anders’ kunnen leren kennen. Om de eerstejaars begin september meteen een ‘thuisgevoel’ te geven, staan de eerste twee dagen van september volledig in het teken van elkaar, de school en de leerkrachten leren kennen.
Sleutel 4: hartelijkheid, aanspreekbaarheid, beschikbaarheid & assistentie Een echt thuisgevoel creëren is maar mogelijk mits een hartelijke omgang. Don Bosco zelf vond dit van groot belang. Dit is maar mogelijk als leerkrachten beschikbaar en aanspreekbaar zijn. Onder andere tijdens de middagpauzes blijkt dat dit duidelijk zo is: leerkrachten voetballen, basketballen of dansen mee of proberen leerlingen bij te werken. Leerlingen wéten ook dat de leerkrachten beschikbaar zijn, zoals blijkt uit de grote drukte aan de leraarskamer tijdens de pauzes. Alle leerkrachten brengen minstens één speeltijd door op de speelplaats. Dit creëert kansen om elkaar beter te leren kennen: tijdens een babbeltje van 10 minuten tijdens een speeltijd kunnen leerlingen en leerkrachten soms meer over elkaar te weten komen dan in 10 lesuren. Leerkrachten zijn dus aanwezig en beschikbaar op de speelplaats, tijdens speeltijden en ook vaak na de lesuren; leerlingen bepalen zelf in welke mate zij willen ingaan op het aanbod van deze aanwezigheid. Een bijkomend voordeel van deze assistentie op de speelplaats door leerkrachten is preventie: de nabijheid van leerkrachten vermijdt in grote mate vernielingen, geweld en pesterijen. Assistentie gaat echter verder dan het letterlijk aanwezig zijn bij de leerlingen, bijvoorbeeld op de speelplaats of tijdens activiteiten. Assistentie betekent voor leerkrachten ook in gedachten bij de leerlingen zijn, bijvoorbeeld wanneer een toets wordt opgesteld of een les wordt voorbereid: het is immers belangrijk dat toetsen en lessen aangepast zijn aan de leerlingen voor wie ze bestemd zijn. Assistentie werkt ook hier preventief: het vermijdt dat een groep leerlingen gedemotiveerd geraakt omdat een toets te moeilijk was of dat leerlingen afhaken omdat de lessen op een té hoog niveau worden gegeven.
Sleutel 5: redelijkheid Redelijkheid heeft niet alleen te maken met regels en reglementen, hoewel regels nodig zijn. Wanneer leerlingen betrokken worden wat dit betreft, zijn ze – logischerwijze – sterker geneigd de regels te volgen. Leerlingen van het tweede jaar maken tijdens de lessen leefsleutels bijvoorbeeld samen een aantal klasafspraken. Uiteraard kunnen niet alle afspraken mee bepaald worden door de leerlingen. Wat algemene regels betreft, proberen we een middenweg te vinden tussen niet té streng, maar ook niet té mild, opdat leerlingen de regels redelijk zouden vinden en zich ernaar zouden schikken. Redelijkheid houdt in dat jongeren zich mogen bewegen tussen twee lijnen en dat leefregels soepel gehanteerd worden door leerkrachten. Redelijkheid heeft ook te maken met het aanpassen van toetsen aan het klasniveau: zo krijgen leerlingen in de tweede graad ASO grotendeels dezelfde toetsen, maar worden bijvoorbeeld
de leesopdrachten bij de taalvakken aangepast aan het niveau van de studierichting. Het onderwijsniveau mag volgens diezelfde denkpiste variëren al naargelang de klasgroep. In dezelfde lijn is het maar redelijk dat leerlingen met dyslexie en dyscalculie bepaalde toelatingen krijgen die niet gelden voor de andere leerlingen, om hen op die manier evenveel kansen te bieden als leerlingen die niet met deze leerstoornissen kampen. Niet alle leerlingen krijgen te maken met dergelijke ‘officieel’ vast te stellen leerproblemen: sommigen van hen hebben dusdanige socio-emotionele problemen, dat het moeilijk wordt om goed te functioneren op school. Deze leerlingen kunnen zeker ook rekenen op begrip en de gepaste begeleiding.
Sleutel 6: PPU = pastoraal-pedagogisch uur Het pastoraal-pedagogisch uur – meestal afgekort tot PPU – is een extra uur dat in het lessenrooster wordt ingebouwd. Tijdens dit lesuur komt doorheen de zes jaren een enorm aanbod aan uiteenlopende pastorale en pedagogische thema’s aan bod. Deze thema’s leunen vaak aan bij de VOET’en, de vakoverschrijdende eindtermen die elke school dient na te streven. Zo komen de vakoverschrijdende eindtermen rond ‘Leren leren’ bijvoorbeeld heel expliciet aan bod in de eerste graad wanneer gewerkt wordt rond de Stap-voor-Stapbundel, die enkele leerkrachten hebben opgesteld. De informatie die leerlingen meekrijgen over de projecten die gesteund worden tijdens de advents- en vastenperiode kunnen dan weer perfect geplaatst worden binnen de vakoverschrijdende eindterm ‘sociorelationele ontwikkeling’. Tijdens de PPuren rond EHBO, verkeersveiligheid en gezonde voeding in het tweede jaar wordt de context ‘lichamelijke gezondheid en veiligheid’ aangeraakt. In het vierde jaar gebeurt hetzelfde bij een gezond ontbijt, terwijl het derde jaar onder andere een uiteenzetting krijgt rond het gebruik en misbruik van medicijnen. Milieuacties in het tweede en vierde jaar zorgen ervoor dat ‘de leerlingen participeren aan milieubeleid en –zorg op school’, zoals één van de VOET’en vraagt. Het PPU wordt in al de jaren ook gebruikt voor een individuele nabespreking van examenresultaten en klassenraden. In het tweede, vierde en zesde jaar gaat bovendien heel wat aandacht naar de begeleiding van de leerlingen bij het maken van een goede studiekeuze voor het daaropvolgende jaar. De lijst van thema’s die aan bod komen in het PPU is te uitgebreid om hier volledig te vermelden, maar het is zeker een erg waardevol ‘extra uur’ in de lessenrooster. Het biedt extra kansen om de VOET’en te bereiken, hoewel het opvoedingsproject zich hier op zich ook al erg goed toe leent.
Slot
Leerkrachten, directie en opvoedkundig personeel… ze beschikken allemaal over deze sleutels. Het zijn sleutels die je kunnen helpen je weg te vinden doorheen je ‘secundaire schooldoolhof’, als je met hen op pad wilt gaan. Uiteindelijk loont het immers wel de moeite! Als je erin slaagt de uitgang te vinden, wachten een aantal zaken die de moeite zijn voor de toekomst: vrijheid, verantwoordelijkheid, verbondenheid en zingeving zijn immers belangrijke doelen van de opvoeding. Vrijheid is van groot belang om een compleet en uniek persoon te worden, om een persoon te worden die deel uitmaakt van de maatschappij, maar er ook voldoende kritisch tegenover durft te staan. Vrijheid zou gepaard moeten gaan met verantwoordelijkheid. Je bent verantwoordelijk voor jezelf, om het beste te maken van je leven. Verantwoordelijkheid heeft echter ook te maken met anderen en met de natuur die je omringt. Door je in te zetten voor anderen help je mee aan een rechtvaardigere wereld; respect voor de natuur is een verantwoordelijkheid die je niet alleen hebt ten opzichte van je eigen generatie, maar ook ten opzichte van de generaties die na jou nog zullen volgen. De ander is echter niet iemand waarvoor je ‘alleen’ verantwoordelijk dient te zijn; het is ook iemand waarop je mag rekenen en vertrouwen. Ook die verbondenheid met anderen wacht hopelijk op je wanneer je de uitgang van het doolhof bereikt. We hopen tenslotte dat je op diezelfde plaats ook de verbondenheid met die Ander mag vinden: de christelijke boodschap biedt immers heel wat kansen om antwoorden te vinden op belangrijke levensvragen. Het lijkt dus misschien een hele opgave begin september, maar met de nodige hulp onderweg, is het zeker de moeite de zoektocht doorheen het doolhof aan te vatten en op zoek te gaan naar die uitgang!