SLB2621 According to my Philosophy Sint-Lukas Brussel 2006 - 2010 Pieter Van Nieuwenhuyse Boek 12 (anno 2012)
INTRODUCTIE - Dit boek toont en beschrijft mijn artistieke werk dat ik maakte gedurende de volledige periode van mijn Bachelor - en Masteropleiding in Sint-Lukas Brussel tussen 2006 en 2010. Gedurende 1&2BA volgde ik het atelier sculptuur waar de beeldende kwaliteiten primeerden, daarna schakelde ik over naar het vrije atelier waar vooral op het concept werd gefocust. Wat onze lichting bond was het terugbrengen van onze kunst tot een voor ieder begrijpbaar concept i.p.v. een kunst dat alleen voor de kunstminnende blik bestemt was. ACCORDING TO MY PHILOSOPHY - Mijn denkwerk/filosofie hing altijd als een soort van grijze wolk boven mijn artistiek werk. Het artistiek werk hield steeds verband met mijn filosofie, deze filosofie vorderde evenwel om de zoveel tijd. In de beginjaren drastisch, maar de laatste jaren meer naar de accenten. Mijn werk volgde mijn filosofie op de voet en was daarom vaak in beweging, oud werk was vaak niet meer relevant. Hoewel de laatste jaren mijn werk steeds meer consistentie vertoonde, wellicht omdat mijn filosofie sluitend wordt. Eerst was mijn werk vaak een rechtstreekse thesis/representatie/verbeelding van mijn filosofie. Doorheen mijn opleiding werd mijn werk vaker de uitkomst van mijn filosofie, wat wilt zeggen dat mijn filosofie de vraag invulde ‘Wat moet ik doen?’ en dat mijn werk de invulling van die vraag manifesteerde in de reële wereld. Die invulling verbeelden of het over die invulling hebben was niet genoeg, mijn werk moest werkelijk manifesteren. En dat was meteen het blok aan mijn been, een blok die ik met fierheid droeg. Fierheid omdat ik mijn werk zo als artiest serieus nam, ook al was die afbakening een eigen conventie. Daarnaast gaf het mijn werk ook zin. Het boek «avant-garde melancholie» was echt een keerpunt, niet alleen volgde mijn filosofie vanaf dat boek eenzelfde lijn, mijn werk werd vanaf dat boek ook consistenter. Hoewel er nog ander boeken volgden werd hier het zaad gelegd dat later ontkiemde en misschien ooit een grote boom zal worden.
DE CYCLUS - Dit is mijn eerste echte werk voor Sint Lukas. Het bestaat uit drie speren van drie verschillende houtsoorten met drie verschillende speerpunten en een videoprojectie van een ronddraaiende camera in het bos waarbij de zon steeds gepasseerd wordt in zijn loop. De speren en de video vormen samen vier runen, namelijk: Ansuz, Kaunan, Haglaz en Mannaz. Het was een werk die puur symbolisch was. Het werd niet zo goed ontvangen, maar de symbolische gelaagdheid zou sinds dan steeds een belangrijk onderdeel vormen in mijn werk, het zou bij elk werk het tweede niveau vormen.
HET ZWARTE HUIS - Dit boek had ik al in de zomer van 2004 geschreven, in de avonden na mijn werk in de bosbouw. Na tevergeefs een uitgever te hebben gezocht (achteraf bekeken was dat maar gelukkig zo) drukte ik het zelfstandig af in 2006. De werken die rond die periode tot stand kwamen kunnen gelinieerd worden naar dit boek, zij het dan als een gevoelsmatige vertaling van de sfeer die in het boek wordt geschept. De cover is een schilderij van toen (2004), net zoals mijn andere schilderijen zuiver symbolisch. Al werd het beeld geschapen in een droom.
ONHEIL - Vrij snel hebben mijn leerkrachten (Dirk Wouters en Luk Coecelberg) mij naar het beeld gebracht, weg van het zuiver symbolische. Zoals hier in een opdracht om een hoekwerk te maken vertaald het, zoals de titel suggereert, een gevoel van onheil, depressie en haat jegens de samenleving. Dat beeld was voor mij een manier om gevoelens te vertalen en over te brengen. Het was eigenlijk een manier van zelfexpressie.
ONHEIL - Dit werk had tot doel rechtstreeks een beeld en daarmee de geest van pietje met de zeis op te roepen. Om zo onheil over de wereld te roepen. Dit vrije werk bestaat uit een reeks van zes foto’s van een zwart kostuum dat ik in het bos had opgehangen. Het heeft dezelfde inhoud als het vorige werk.
FILOSOFEREN MET DE HAMER - Dit werk, door verschillende leerkrachten beoordeeld als één van mijn beste werken van de 4 jaar in Sint Lukas (beeldend gezien), ligt in dezelfde lijn als de ONHEIL werken. Het werk bestaat uit zwart gespoten stro (de hamer) en een getapete penis (de steel). Hier keert het symbolische weer sterker terug, referent naar HET ZWARTE HUIS en mijn gedachtegang en hoe dat deze zaken net zoals Nietzsches schrijfsels inhakken op de wereld.
Misschien ging het leven wat beter en had ik daarom geen zin meer in dat donkere pad dat ik bewandelde. Gestimuleerd door specifieke opdrachten komen er wat meer experimenten aan bod en vertakkingen naar andere domeinen van de geest. hieronder en op de volgende blz vind men de opdrachten Man-Vrouw, Textuur-Factuur en Geluid-Beeld. Ik kom zo tot mijn eerste Land-Art project in een park, een jonge boom die ik door een oude boom laat groeien (werd helaas vernietigd door de parkwachters). Ik maak van een stinkende koeienvel een oprijzend werk
waarmee ik een gevoelsmatige spanning tracht te creëren tussen het oprijzende en neerwaartse gevoel. En met een vogelkastje waarin kwetterende vogelgeluidjes worden nagebootst zet ik een eerste stap in de onzichtbare ruimteschepping dat later een grotere rol zal spelen. Met het ironische werk ÜBER ALLES maak ik mijn eerste en enige politieke werk. het werk gaat over de zwaarte die aan de Vlaamse vlag en de Vlaming hangt en hoe zowel links als rechts dit symbool misbruiken voor hun eigen doeleinden.
MEDITATIEPUT - Het was het eerste belevingswerk. Na zelfexpressie kwam beleving in mijn werk centraal te staan. En dat doet het nu nog steeds, met een sterke symbolische laag op het tweede niveau. De put was een mansgat met een bankje in, het was gemaakt zodat je op je hurkje net in de put paste en net met je hoofd op gelijk niveau met het aardoppervlak kwam. Een put gemaakt op basis van het individu. Het feit dat je de aarde in moet om te mediteren is wederom een symbolische verwijzing.
FUNDAMENT - Met de hoop aarde van MEDITATIEPUT moest ik wat doen. Dus maakte ik dit werk waarin die oude thematiek terug aan bod kwam (niet voor de laatste keer), over het afbrokkelen van de wereld, over hoe het fundament onder de samenleving langzaam erodeert tot het kantelt en de afgrond in stuikt. Merk hier de bouwvallige tuin op, een zegen voor mij, helaas moesten we het volgende jaar onze intrek nemen in het nieuwe gebouw. De tuin en ons atelier werden van de hand gedaan om de nieuwbouw te bekostigen.
DE GROTE SCHEUR - De eerste foto onderaan is een stuk van dit werk, dat eigenlijk meer een maquette van een idee is dan een echt werk. Doch een zeer belangrijk werk. Niet alleen komen er twee werken uit voort (DE SCHEUR en ARCHIEF 99-07), DE GROTE SCHEUR is ook het eerste belevingswerk op grote momenteel niet realiseerbare schaal, het is het eerste van een hele reeks utopische werken.
DE SCHEUR - (Vorige blz) Dit werk is een realiseerbare versie van het idee achter DE GROTE SCHEUR, het symboliseert de duisternis achter de idealistische conventie die deze wereld is. Het is de laatste keer dat het mijn filosofie zuiver symboliseert, hierna wordt mijn werk hetgeen wat mijn filosofie mij opdraagt vanuit haar standpunt. ARCHIEF 99-07 - Dit werk is een ode aan mijn fantasiewereld die sinds 1999 wordt vormgegeven en al sinds kindsbeen een belangrijke plaats inneemt.
In de volgende werken ontwikkeld zich het karakter: de protagonist als kunstwerk. ZWIJNHUIDEN - Meer als heropleving van het sjamanisme dan als kunst. Met een sterke verwijzing naar de Wolfhuiden, een cultische gemeenschap sinds de Indo-Germaanse cultuur. ZELFPORTRET - Een video met korte videofragmenten over mezelf in een bepaalde pose of actie. (Geen prent aanwezig. 1BA)
UITSPOOR /UTSPORSMAL - Een video waarin ik naar het woud toeloop en er uiteindelijk in verdwijn, tussenin worden wazige belevingsfoto’s getoond van in het woud als een soort beeld van verlangen. FAKKELDRAGER - Een niet zo beste derde video waarin ik met de camera op de grond een pad in de Hoge Venen volg waartussen vaag stedelijke beelden wordt geprojecteerd. Op het einde zie je een fakkel waar een soort van doodsmasker van mijn gezicht doorheen schemert.
Hierna volgen twee werken die bepalend zijn in de verdere uitbouw van mijn werk, dit zowel op esthetisch vlak (hoewel het later meer verschuift naar knussere exterieurs) en op uitvoerend vlak (hoewel ik later sculpturale maquettes laat vallen omdat de beleving volgens mij niet in een museale context moet plaatsvinden). SCHADUWLAND - Dit utopische werk is gemaakt om zware en lichte gevoelens te beleven, als je door het tempelachtige labyrint stapt kom je in een wereld van licht en schaduwen.
TOREN - CASTLE OF NO RETURN - PASAGE - Een werk met achtereenvolgens drie namen, daar deze toren steeds terug bleef komen in andere werken, het laatst gezien in MIJN HIERNAMAALS (2010), hier zijn we nog maar 2008. Net als SCHADUWLAND een belevingswerk waarin je kunt rondwandelen tot diep in de toren. De toren speelt zowel met rijzende gevoelens als met neergaande gevoelens. Het is een ankerpunt in het landschap en een symbool van mijzelf en de filosofisch-spirituele weg die ik bewandel.
3 & 1 M -->
Avant-garde The Empire Rak Laban
Info: m.b.t. Kunsten - Extentialisme - Blackmetal
From pain and loss to avant-garde melancholy, I walk in eternity...
Pieter Van Nieuwenhuyse
1 & 2 BA -->
avant-garde melancholie
In 3BA veranderde ik van atelier en had Richard Venlet als hoofdmentor, iemand waarmee ik soms een haatliefde verhouding had wanneer onze ideeën teveel botsten doorheen de twee komende jaren. Hoewel ik de museale context in dit stadium al wil vermijden beschouw ik LABANDAAL nog steeds als een goed werk, hier schilderde ik impressies tussen Leuven en Tervuren gedurende de zomervakantie van 2008, met als bedoeling de klassieke romantieker tot leven te roepen. De schilderijen dienen meer als een verslag van de performance.
AVONDLAND - Zoals vaker gebeurd dwaal ik na de zomervakantie af van het pad dat ik eigenlijk wil bewandelen. Dit werk is een mapping project oorspronkelijk bedoeld voor mijn website. Hier probeer ik een soort van nieuwe mythologie tot leven te roepen, met mij als protagonist in het verhaal. Met een alternatieve kaart van europa wordt mijn belevingswereld verkent. Afgekeurd (door mezelf).
RAK’S WERELD - Met dit werk bestaand uit utopische en realiseerbare projecten probeer ik de wereld van Rak, mijn protagonist (later verworden tot Raukar), tot leven te roepen. Wat ik hier eigenlijk tracht te doen is een nieuwe beeldvorming tot leven te wekken om zo een nieuwe esthetische wereld te kunnen creëren. Dit is een belangrijk thema in het boek AVANT-GARDE MELANCHOLIE, waar dit werk overigens deel van uitmaakt. Het eerste werk dat een invulling is van mijn filosofie.
SHAFT - In 2009 ga ik op Erasmus naar Helsinki, daar heerst het projectonderwijs wat wilt zeggen dat er geen vrij atelier is maar dat je moet meedoen aan vooropgestelde workshops/wedstrijden waarin je je voorstel moet uitwerken. Zo werk ik enkele voorstellen uit voor een project dat moet gerealiseerd worden in een oude spoorwegbedding dat doorheen het centrum loopt en in de toekomst een fiets en wandel boulevard moet worden. Eerst werk ik een postindustriële- apocalyptische omgeving uit om de sfeer van een die subcultuur neer te zetten. Maar
uiteindelijk kies ik voor een herwaardering van de bestaande omgeving door met een kleine weggeroeste wegwijzer de spoorwegbedding te accentueren in zijn huidige vorm. Ik probeer hier de bestaande ‘lege’ omgeving als romantische plek te behouden in een steeds sneller evoluerende stad. Mijn werk werd goed onthaald als idee, maar werd uiteindelijk niet gekozen wegens publiciteitsredenen.
STANSVIKIN STONE - Tussen alle workshops door vond ik nog tijd om aan mijn eigen traject te werken, naast RAK’S WERELD die ik toen ontwikkelde in de beslotenheid van mijn kamer. Het concept van dit werk was om een werk in het museum ultiem te vermijden. Met een steen in een bos vol met stenen nam ik tegelijkertijd een standpunt in over kunst. Het kunstwerk moest onzichtbaar worden, maar de omgeving toch onbewust herschapen. Een foto van het werk werd nooit getoont, hier is dus voor het eerst te zien hoe de steen er in het bos bijligt.
INVISIBLE SPACES - Dit is net als het vorige werk een conceptueel werk, dit werk accentueert onzichtbare belevingsruimten als de na te streven ruimtes die ik als artiest wil creëren. Dat het hier om territoria gaat van gelabelde motorclubs doet eigenlijk niet ter zake. De rode linten geven de voor de gewone samenleving onzichtbare grenzen weer. Dit werk werd gemaakt in verband met een examenopdracht voor het vak Environmental Arts. Dit was ook de opleiding die ik daar als Erasmusstudent volgde.
PATAREI - De naam van een oude gevangenis in Talinn. De in-situ workshop bestond erin om van dit oude gebouw gebruik te maken om een kunstwerk tot stand te brengen. Ik vulde achtereenvolgens drie deuren naar kleine cellen met boeken, telefoons en potten. Drie hogere gebruiksvoorwerpen (lezen, communicatie, koken) die de kamers afsloten voor de toeschouwer. Dit werk symboliseerde in hoofdzaak het niet kennen van de gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden en accentueren naar mijn mening daarom juist die gebeurtenissen.
VOORBEREIDING - Dit tweede werk in Patarei is als een voorbereiding op het idee om uiteindelijk een eigen wereld te manifesteren in de vorm van een eigen huis. Het is een voorbereiding op INLANDED dat een voorbereiding is op PROJECT WINTERSPELT. Ik heb dit huisje samen gebouwd met Sarah Alden, de fake moestuin heb ik er achteraf bijgemaakt. De volgende dag trof ik het huis als schijtkot aan. Het is het eerste werk waarin ik mijzelf in directe relatie breng tot mijn schepping. Het idee van INLANDED was toen al ontsponnen, VOORBEREIDING lag dus niet aan de basis van INLANDED.
Na de zomer van 2009 geraakte ik zoals gewoonlijk weer op een dwaalspoor, niet wetend hoe mijn tijd in te vullen voor ik het werk INLANDED kon aanvatten. Onder invloed van het werk van Jussi Kivi die ik in Helsinki had leren kennen zocht ik weer manieren om rond de protagonist te werken met een belevingskaart en tekeningen van herinneringen. Daarnaast bezondigde ik mij tegen mijn eigen principe door mijn idee of gevoel te representeren in voor de museale context toonbare werken. Onder andere met een bewerkte poster van Doré.
POST AVONDLAND - Als ik mezelf niet afrem heb ik de neiging om na het hebben van een idee in een tunnel terecht te komen en daarin alleen het positieve te zien. Zo ook met dit werk die teruggrijpt naar een werk die ik toch al slecht vond, waardoor ik nog verder afdwaalde van mijn vooropgesteld filosofisch pad. Dit werk bestaat uit een opeenvolging van zich ontwikkelende kaarten van een gekend europa naar een onbekende zichzelf determinerende wereld. Op zich wel een interessant idee, maar niet meer dan een idee waarin de zingeving mij ontging.
INLANDED - Uiteindelijk had ik een werkbaar idee om een eigen wereld te scheppen uitgedacht en kon ik INLANDED tot stand brengen. Met een tot huisje ombouwbare slede trok ik naar de Noorweegse hooglanden in het voorjaar en plantte er na een dag zwerven (ik legde welgeteld 500 meter af) mijn huisje in de wildernis neer. Inclusief wapenschild om de eigen wereld - belevingswereld - koninkrijkje te omkaderen. Daarnaast moest ook ik, als protagonist van dit werk, in de juiste klederdracht deel uitmaken van het geheel; daarin moest ik echter niet afwijken van hetgeen mij normaal was.
AXE IN THE LAKE - Een bijl die ik ginds in een meer smeet (aka STANSVIKIN STONE) maar met meer nadruk op mythevorming. Helaas werd INLANDED tegen mijn goesting een beetje te veel uitgemolken tijdens de Mastertentoonstelling, een tentoonstelling die ons grotendeels uit handen werd gerukt door de ‘ervaringsdeskundigen’. Ze maakten wel een mooie tentoonstelling, maar naar mijn mening primeren de studenten en hun individuele werken toch boven het gezamenlijke toonmoment.
MIJN HIERNAMAALS - INLANDED was een project om de eigen wereld in de reële wereld te manifesteren, in MIJN HIERNAMAALS maakte ik dezelfde beweging. Het is een welgemeende poging om een mij zo aantrekkelijke en mooi hiernamaals te scheppen. Ik maakte een levensgrote kaart en presenteerde dit werk daarnaast met een soort van in strip gegoten voorstelling met eigen foto’s en tekeningen van Wide Vercnocke. Het land is samengesteld uit de mooiste landschappen die ik de voorbije tien jaar bezocht heb. Het was een poging om het zo rijk mogelijk te illustreren i.p.v. in de breedte te werken.
INLANDED EMPIRE - Na het schrijven van dit werkstuk ontwikkelde ik nog verschillende projecten waarvan er geen werden gerealiseerd, omdat ze te utopisch waren. De daaropvolgende jaren na SintLukas zou ik nog op dit elan doorgaan om dan uiteindelijk toch naar realiseerbare projecten toe te werken. Dan wel niet meer onder de vlag van samenwerkingsprojecten, maar meer en meer geïndividualiseerd en teruggetrokken. Ik ontwikkelde een soort van tijdelijk zomerland met vakantiesteden en plaats voor individuele projecten in een soort van
(lees verder na manifest)
INLANDED EMPIRE My motivation lies in wanting to live in a world with romantic feelings, great experience and the chance for fulfilment. This can only be realized when several people are willing to work together with that same goal in mind. The concept of the project has much in common with Life-Action-RollPlay (LARP) and re-enactment, but Inlanded Empire contrary wouldn’t be a game or an unreal situation where people are involved in. I invite people to create a world based on real experiences in a world that approaches a romantic theme. People will not play a character but will be themselves as they live and experience the created world without any other goal than to make the experience a great experience. By creating this world and live in it, by doing normal activities, they will cultivate culture. At full scale the project will encompass in many places and so there will be many cultures included. The world will be created on individual thoughts and feelings; it would be a world where people are living the way they want, a place where man can fill in deeper needs, in respect and wisdom. Therefore it will only work in small groups or alone, but at the same time embedded in a larger setting, a larger world. Inlanded Empire is the name for this second world. As the world of today is on the superficial, Inlanded represents a profounder world, where people can enjoy life on a deeper level. A faraway land, normally only existing in our imagination, but now planned to be created. In my thoughts the form, which Inlanded Empire takes on, is close to high (nihilistic) fantasy. But as we live in the world of today, with its engines and for our purpose useful abandoned places, a post-apocalyptic setting will intervene in the high fantasy approach. In territories close to civilisation the form will be a combination of high fantasy and post-apocalypse. In territories in far away (real Inlanded) places, a high fantasy approach can be maintained. But it depends of course on the people involved in the group/individual project and the effort they will put in creating their environment.
With the nihilistic aspect of high fantasy I mean that there only is what life itself has to offer. No magic, no belief, no gods to worship. There is no need (and no freedom) to add more to life than what we can experience. And if we are in the right place, experience can lead us to one of the highest things we can get in life: romantic fulfilment, the experience of the sublime. Other kingdoms (see part I) are of course free to choose their own way of living and thinking, as long as the romantic experience comes first. For example, there can be a pagan minded kingdom, but here paganism is the subject of the romantic experience, with paganism they design their romantic world: they don’t worship the pagan gods. When a kingdom wishes to worship the pagan gods then romanticism comes at the second place. This kingdom will not be granted membership in the Inlanded Empire territories. They can become member of another empire, as nature worship comes close to romanticism, Inlanded Empire invites this other empire in the realm of the second world and its imaginary territories. I also encounter drug-influenced people. Drug addicts are welcome, but not when under influenced; and they shouldn’t take their drug within the territories of Inlanded Empire. There are no deeper needs in drug, there is only filling in of direct needs, that leads finally to failure. People choose freely to engage themselves in Inlanded Empire (they are not born in it, like they are born in the society of today); they can join it or create it themselves. People will choose a project that fits in with their individual romantic thoughts and feelings or will change the environment to it and will afterwards enjoy the romantic experience of their creation. That’s what Inlanded Empire is about. Part I (Gathering places) The proposal is to create a world where romantic feelings and thoughts of several people come together in one place, so they can make an unique environment; and with that they can produce an unique culture. In this proposal people can create a little village, which would function as gathering places. Depending on the size of the group and the relation and cultural similarities with other groups one or more villages can then
become a kingdom. How the kingdom is structured depends fully on the group of people involved in the kingdom. All the kingdoms together form the Inlanded Empire. At first and maybe always the villages (gathering places) would only be activated temporarily. Without people in the villages, Inlanded Empire wouldn’t exist, only when people populate their created world, the second world, Inlanded Empire will be activated. It will have common aspects with a holiday or weekend resort in that manner that people of the Inlanded Empire are only in this second world temporarily: in the weekends and the time they are off work in normal society. Inlanded Empire has after all not the intention to create a totally separated world, where people can enjoy the environment day in day out: Inlanded Empire is not there to be independent of the society of today and by this it is not the intention to raise our own vegetables and such; it’s there to experience your beloved world and environment. Vegetables can off course be a vital aspect of the aesthetics of the environment, but that’s personal. Only later, when Inlanded Empire is really installed, a time can come when people choose to live more permanently in their Inlanded Empire homes and villages. But raising vegetables may not be a romantic experience for everyone. Depending on the romantic character of the peoples’ project the place, the neighbourhood and the landscape where they will create the village is of great importance. The landscape and the surrounding area must be of the same character as the romantic idea of the group that would create the village. Depending on the romantic character and on the area where the project will take place, different situations will occur. In a dense populated region people would easier find abandoned industrial zones where a certain free space can exist. People in this situation can find more in a post-apocalypse feeling to complete their romantic character. They can choose to inhabit an old industrial construction for example and transform it to the aesthetics of their romantic world. People who live in a wider area have greater freedom to choose their feeling and thoughts; in vast forests the feeling shall come easier close to high-fantasy than to post-apocalypse. But there are always places to
get the right feeling for the project. There are two territories of the kingdoms. The first territory is where the material village is actually situated in the material world. Which would be claimed by squatting, by being property of one of the people involved in Inlanded Empire or by an agreement with the local authorities. The second territory consists of the landscape of experience. Here it is not the material world that is colonised by the kingdom, but the immaterial surface of the world of experiences. These landscapes and environments, which are of interest in the romantic character that is personal to the kingdom, can be claimed as the territories of the kingdom. These claimed territories are pure imagination for the society of today, but for us it’s a real experience. These territories will only be regulated by the feeling of what is local and what is too far away from the village to be part of the territories of the kingdom or by other nearby kingdoms and individual places that would claim the same landscapes surrounding their kingdom. According to the investment of the group and the romantic character, the village in itself would be constructed of new materials or/and trash. The construction of the village shall also largely depend on the place where the village shall be constructed. Different situations require different solutions. If the village is constructed in or around an existed building or construction, like an abandoned factory or under a large bridge, it requires other methods than if the village is constructed in an open place or in a forest. According to the post-apocalypse – high-fantasy balance different materials can be used. At one end of the balance more metal, wood and modern materials can be used, at the other end of the balance medieval materials like mud, clay, straw, wood and stones can be used. The planning of the village should also reckon with the specifications of the place: is there a lake in the neighbourhood, a street running near the village or another interesting obstacle like a bluff or a rare construction? In this case the village can be planned in consideration with the obstacles, which can also be seen as advantages. In a normal village there will be different functional places and
constructions. First and most important there are the houses for living. In these houses one must sleep dry and warm and there can eventually be a cooking and toiled place. Then there can be a gathering house; here the king (if there is one) can have his house or audience room on the second floor. This building is ideal to invest in the romantic feeling the group wants for the village, with a second floor it can also be seen as the most important house. Also interesting to have in the village is a workshop where all things can be made. Beside these basic constructions there can be a marked place, where people can sell items to visitors and eventually basic materials to other villagers. There can be a place where romantic transformed vehicles can become part of the romantic appearance of the village as permanent or temporary objects. And finally, a parking place can be added for visitors with not romantic cars. This can be close to the village, or at a place not visible from the village, as it can also be important for the feeling to take a walk to the village. It’s important to make these constructions in consideration with the way that the romantic view is grafted on the aesthetics. It’s important that the aesthetics and the functionality go hand in hand. The functionality will never be more important than the aesthetic in the romantic idea of Inlanded Empire, but without functionality there wouldn’t be much joy in the village when the rain pours down. Part II (individual places) Individual places can be an extension of a gathering place or can be a one-man extension of the Inlanded Empire territories. In both cases it is very similar to the gathering places. In the first case the individual’s place is part of a kingdom, in the second case the individual place and surrounding lands is somehow a kingdom on itself: it has territories in the same way as a kingdom, but the individual place is without recognition of a kingdom… the hermit can be seen as a romantic hero. Like the gathering place, the individual’s place is a place where the romantic theme is displayed in what will be created. The only difference is that the individual’s place isn’t a village, but a single construction where the individual, the hermit, has his own romantic creation where
he can live in for a while. But I can see two types of individual places, which mirror on the hermit himself: the hermit who represents his loneliness and the hermit who wants to be left alone. The first shall reflect his loneliness in the construction that he builds; this can for example be a single tower standing out solitary in the landscape (which is very romantic). The second shall build a home for himself hidden in the landscape; for example a little wooden house in the shadows of trees nearby a river (which is also very romantic). The hermit lives here when he wants. When he is at his individual place the place and the surrounding landscapes become active. Just like the village, the physical construction is the material territory and the landscape (local to the construction of the hermit) his romantic imaginary territory and part of Inlanded Empire. The individual’s place can also be part of a kingdom. It can be a place where a villager has a second home in the lands that surrounds the village or it can be that a loner (a hermit) contributes to a village, but don’t want to be part of it. In both ways the individual place can be seen as an extension (an outpost) of the village and an expansion of the imaginary territories of the kingdom. Since the loner contributes to the kingdom he should create his place in the same romantic theme as the romantic theme of the kingdom, otherwise there is no reason to be part of that particular kingdom and the loner can better become a hermit on his own. Which does not mean that he cannot befriend a kingdom. Part III (Moving to the second world) There can be a link between the world of today’s society and Inlanded Empire, our second world. When we move from our home, where we live daily in normal society, to our gathering or individual’s place, there is a transition. We can make this transition by using a transportation method that is already part of the romantic theme. We can ride a horse or a cart, package and travel with a donkey, built a car or a motorcycle in a romantic theme, etc. There are endless possibilities to create and to go into the romantic world, just like there are many possibilities to create a village or a construction. This depends on the romantic view of
the creators. But more important than making the transition more easily is to use these transportation methods for moving into Inlanded Empire, from village to village, form village to a hermit, for moving in the landscapes surrounding the village and for exploring the romantic landscapes in faraway places and travel trough vast forests. By doing this we carry the romantic place with us and we turn each landscape we pass into an Inlanded Empire imaginary territory. The hermit can also choose to use the transportation vehicle as his individual’s place, instead as a method to ride to his individual’s place. In this way the hermit becomes a nomad. He can ride from village to village, exploring faraway landscapes, or can constantly be on the move with poses. So, we have now three inhabitants of Inlanded Empire: the villager, the hermit/loner and the nomad. It is also very important to mention that the romantic transportation vehicle (or animal) can be a very important aspect of the looks and feeling of the village. The romantic vehicle and animal can bring life into the village, they can bring a atmosphere of activity: things will move, horses and monkeys will bring some chaos, there should be place, openings, contact will be made here, the first meetings will take place on the quarter, all things can happen there. Vehicles can also become a permanent part of the village. Instead of making a house, we can make a vehicle that can’t ride any longer: a construction with the view of a vehicle. Surely in a post-apocalyptic setting this can be a nice variation for the aesthetics of the village (the romantic looks and feelings). Documenting There will be many ways of documenting Inlanded Empire. The first and for me the most interesting way is to document the evolution in the inner world of Inlanded Empire. By documenting this, Inlanded Empire would be like a map that takes shape before my eyes. Things become clear then I would first document the territories, then the romantic cha-
racters of these territories regulated by the romantic theme of the gathering place and the individual’s place. I would also document the culture given form by each village and individual place through creation of the environment, the life in it and the exchange between other kingdoms and visitors. In other words, by documenting it, I would do a research. I would document it with books, with maps large and small, with a website, with pictures and posters… People from inside and outside would be invited and introduced in this second world; it would stimulate the imaginary/ romantic view of Inlanded Empire. Another way would be to document Inlanded Empire as a direct invitation to find out about and explore this second world. In the documentation work I would like the visitor to be able to taste a little bit of Inlanded Empire. The documentation shall not be a correct representation of Inlanded Empire based on research, but shall present itself as the experience that you can have by visiting or living in Inlanded Empire. It shall encourage the observer to long for the experience and the exploration of what can be found in Inlanded Empire. This might be the character of this work: I start a work that works its way out, into the world, and expends itself as time passes by. Then after a while, when the work has become a world on itself, I can document it. It’s this documentation that would be seen in an exhibition context, as documentation or as art, that is the decision of the observer. The work itself is, like I mentioned, displayed in the world and in society. It is so for Inlanded Empire, but also for other works like Golden Land or my fantasy world and probably for other works that will follow. There would be people who know Inlanded Empire from inside, because they cooperated in it and created and lived in this world on their own, and also people that would only know the world from outside. At the bottom of things, I’m only interested in people who are really interested in my work, insiders or observers, I don’t work for the others who just want to consume my work for the little time they are interested in it. I want to make my documentation-work into a world that can be explored along paths the observer discovers, if I ask too much of the observer in
this way, then it is that the observer is not really interested. In either way, as I said before, I create my world because I want to have a great experience when I live and explore the world. I work but for that and for nothing else. Of course it’s nice when people get something out of my work, and surely when they want to work along with me to creating my world of romantic experience. Because then they would be brothers and sisters and I need them in my world, in their world, to have a great experience in life. Together we can get far. Making from Inlanded Empire really a second world to live in. The world is empty, life is pointless, but when we can experience romanticism on daily basis all that would not bother us anymore and we can fill in our needs eternally. Of course there will always be darker periods, but that doesn’t matter, death must also feed, …we can walk eternally…
wereldomvattend netwerk. Daarnaast maakte ik plannen voor een soort van buggy in industriële stijl. Het project dat het meest body kreeg was project SPEE, een mini dorpje in het INLANDED EMPIRE netwerk dat ik zou zetten op de Vehnban, een nutteloos stukje vrijland.
(Romantic Revival)
ROMANTIC PROJECT CONFEDERATION - Daarna schreef ik een verdrag om het idee van INLANDED EMPIRE zachter en gebruiksvriendelijker te maken. Al was het maar voor het beperkte publiek die ik beoogde: het publiek die warm kon gemaakt worden om mee te doen.
Romantic Project Confederation “Treaty” The Romantic Project Confederation is a confederation of romantic projects that is based around a treaty, which has the following base: - There is no controlling board that represents the Romantic Project Confederation (it consist only of this formal treaty), all projects stand on their own. - In a project the individual’s personal post romantic world is transformed to or takes place in the real world. It should produce a certain amount of romantic culture. - Each project is supported by an individual or by a group of individuals.
- A project exists as long as the people are living in or with the project or while the project influences the mental environment of others than the people of the project. The duration of the project doesn’t matter, it can be a couple of days or it can be many years, erratic or continuous. - A project can consist of constructions in which people can live, a vehicle people can travel with, an ongoing group-project or something in between. Examples: a hermit’s camp in the mountains, a big boathouse for meeting place, a group of forest rebellions who are active in a certain woodland area. - Each project is enclosed by: A: The people who agreed to participate in the same project. B: The romantic theme the people develop in their project. Different projects are tied together not by the place where the projects take place, but rather by a common post romantic theme the participants create or work with. In the inland system the Romantic Project Confederation is therefore divided into sub confederations that represent the themes of the projects, which can overlap each other. From the dynamics appearing as the project takes full proportions, a romantic world will emerge on the globe, each project will produce their own culture; in the inland system projects shall be known by the symbols and tokens they produce. The inland system will only come into being by exchanging culture and documentation between projects and by people visiting each other or working together. (A project can never be an act or art-object alone, it’s more something that takes place in human life and/or change their environment. Making a project is to create a mini society for a group or just for an individual. A project can also never be a statement, because a project is experience related.)
S&T2225 Early-Painting Archive Sjamanisme & Transformatie 2002 - 2005 Pieter Van Nieuwenhuyse (anno 2012)
INTRODUCTIE - Dit boek toont de schilderijen die ik maakte voor ik de opleiding tot beeldend kunstenaar aanvatte in 2006 te Sint-Lukas Brussel. Het is een periode waar ik nog in de Bosbouw werkte als arbeider en waarin ik de opleiding Sjamanisme & Transformatie volgde naast een heleboel aan de bosbouw gerelateerde cursussen. De overgrote meerderheid van de schilderijen zijn abstracties van een filosofie of een spiritueel schema dat ik op dat moment had. Mijn huidig werk is datgene wat mijn filosofie mij voorschrijft te doen, het schilderwerk waarover het hier gaat verbeeld meestal de filosofie zelf, hoewel er ook heel wat impressies tussen zitten over sjamanistische reizen en landschappen. EARLY-PAINTINGS - Tussen 2002 en 2005 volgde ik de drie jaar durende cursus Sjamanisme & Transformatie te Lichtervelde. Het was in die cursus dat men mij aanmoedigde om creatief werk te doen en dus begon ik te schilderen. De titel is dus iets wat misleidend, aangezien ik niet in 2002 van start ben gegaan, maar ergens tussen 2002 en 2005. Vermoedelijk ergens in het midden (mei 2003?). Het rode schilderij hiernaast is een schilderij dat ik voor de cursus maakte, het is mijn eerste schilderij. Het representeert een filosofie van toen over het universum (zwart/wit) en de chaos (rood/geel), verdere details ben ik vergeten. ARCHIVE - Mijn bibliotheek was oorspronkelijk bedoeld als een archief, maar werd een op zichzelf staand werk waarin ik d.m.v. boeken utopische projecten uitwerkte, mijn gedachten deelde op een verhalende manier, mijn denkwerk neerpende en zelfs enkele kunstprojecten in uitwerkte. Na in te zien dat mijn archief niet langer een archief was, maar steeds meer een op zichzelf staand kunstproject, ben ik met het boeken maken gestopt en viel ik eindelijk in het fameuze ‘zwarte gat’ waarin ik financieel en creatief mijn weg niet meer kon vinden. Dit viel ongeveer samen met de periode na mijn residentie in het Wiels. Deze periode heeft een jaar geduurd. Nu, zomer 2012, voel ik dat ik weer op de rails geraak. Met 2 overzichtsboeken (SLB2621 en S&T2225) wil ik mijn bibliotheek terug tot een echt archief van mijn artistiek werk maken; dat kan bestaan naast nieuwe projecten (Haimaz, De Donkere Koninkrijken), die nog niet in mijn archief terecht mogen komen.
De meeste werken zijn puur symbolisch, vaak representeren ze een idee, een god of een stelsel. Daarnaast zijn er schilderijen die uit herinneringen bestaan, zowel uit het echte leven als uit sjamanendromen. Een enkel schilderij is van een bestaand landschap, ter plaatse geschilderd.