Faculteit der Letteren Onderwijs- en ExamenRegeling 2010-2011 Masteropleiding
Slavische Talen en Culturen
Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw van de opleiding 3. Tentamens en examen van de opleiding 4. Toelating 5. Inschrijving voor colleges en studiebegeleiding 6. Overgangsbepalingen 7. Slotbepalingen
Onderwijs- en Examenregeling master Slavisch, pagina 1
Paragraaf 1
Algemene Bepalingen.
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en het examen van de masteropleiding Slavische Talen en Culturen, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 1.2 Begripsbepalingen. In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; c. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; d. tentamen: formele afsluiting van een onderdeel; e. deeltentamen: indien het tentamen van een onderdeel bestaat uit verschillende delen wordt gesproken van deeltentamens. f. minor: een voorgeschreven combinatie van onderdelen met een totale omvang van 20 ECTS. De minor maakt deel uit van de bachelorfase. g. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het maken van een werkstuk of een proefontwerp; - het uitvoeren van een onderzoekopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het actief deelnemen aan een werkcollege of computerpracticum; - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; h. doorstroommaster-opleiding: de opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding; i. examen: het masterexamen van de opleiding; j. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van gespecialiseerde kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de Slavische talen en culturen, dat de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op mastersniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn. Artikel 1.4 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavisch, pagina 2
Paragraaf 2
Opbouw van de opleiding.
Artikel 2.1 Studielast 1. 2.
De opleiding heeft een studielast van 90 ECTS, waarbij één ECTS studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie. De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS studiepunten.
Artikel 2.2 Wetenschappelijke vorming De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van de wetenschappelijke vorming van de student. Hier volgt een overzicht van de eindtermen van de opleiding. Algemene academische vaardigheden Van een bezitter van een masterdiploma mag worden verlangd dat hij of zij in staat is om: • op systematische en creatieve wijze met complexe vraagstukken om te gaan, zich gefundeerde oordelen te vormen en conclusies op heldere wijze te communiceren tegenover een publiek van specialisten en niet specialisten; • aan te tonen zelf richting te kunnen geven aan het met originaliteit ter hand nemen en oplossen van problemen, en zelfstandig taken te kunnen plannen en uitvoeren op een professioneel of daaraan gelijkwaardig niveau; • zijn/haar kennis en begrip voortdurend uit te breiden, en nieuwe vaardigheden tot op een hoog niveau te ontwikkelen; • zelfstandig te studeren met het oog op een voortgezette professionele ontwikkeling. Specifieke eindtermen per afstudeerrichting 1) Afstudeerrichting Slavische Taal en Cultuur Vakgerelateerde vaardigheden De afgestudeerde Master Slavische Taal en Cultuur beschikt over: Of: A • De vaardigheden om zijn kennis van de historische aspecten van de bestudeerde ta(a)len toe te passen bij de bestudering van teksten; • De vaardigheid om via wetenschappelijke analyses taalsystemen te doorgronden; • De vaardigheid om via wetenschappelijke analyses taalvariatiepatronen en –gebruiksvormen in kaart te brengen; Of: B • De vaardigheid om zijn kennis van de literaire tradities van het Russisch toe te passen bij het analyseren van teksten en met name (het vermogen) teksten te kunnen situeren in een historische en stilistische context; • De vaardigheid om canonieke zowel als minder bekende teksten van de Russische literatuur te situeren binnen hun traditie en ze in verband te brengen met sociaal-culturele factoren; Of: Een combinatie uit A en B En voorts: • De vaardigheid om de benodigde informatie van de gekozen wetenschappelijke specialisaties op een efficiënte manier te verzamelen en kritisch te verwerken tot een wetenschappelijk betoog; • De vaardigheid om zowel inductief theoretisch inzicht te verwerven door de studie van teksten, als deductief theorieën aan te wenden bij tekststudie. De vaardigheid hierbij gebruik te maken van secundaire literatuur; • Het vermogen voor een variëteit aan doelen een breed scala aan geschreven en gesproken bronnen in het Russisch, dan wel in een andere Oost-europese taal (voorzover die in de Faculteit der Letteren van de RuG wordt gegeven, te exploiteren en, indien relevant, te contextualiseren. Vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis De afgestudeerde Master Slavische Talen en Culturen beschikt over:
Onderwijs- en Examenregeling master Slavisch, pagina 3
Of: A • Kennis van de historische aspecten van de bestudeerde ta(a)len; • Kennis van de stand van zaken van aspecten van het taalkundig onderzoek met betrekking tot de taalsystemen en taalvariatiepatronen in het Slavisch; Of: B • Kennis van de literaire tradities van het Russisch; • Kennis van canonieke teksten in de Russische literatuur; • Kennis van literatuurwetenschappelijke (en cultuurwetenschappelijke) analysemethodes; Of: Een combinatie uit A en B En voorts: • Kennis van de bibliografische bronnen van de gekozen wetenschappelijke specialisatie. 2) Afstudeerrichting Midden- en Oost Europa Studies Vakgerelateerde vaardigheden De afgestudeerde Master Slavische Talen en Culturen beschikt over: • De vaardigheid om zijn kennis van de maatschappelijke verhoudingen in en de geschiedenis en cultuur van het taalgebied waarin de betrokken Midden- of Oosteuropese taal wordt gesproken toe te passen; • De vaardigheid om zijn kennis van de bibliografische bronnen van de gekozen Midden- of Oosteuropese regio de benodigde informatie op een efficiënte manier te verzamelen en kritisch te verwerken tot een wetenschappelijk betoog; • Het vermogen voor een variëteit aan doelen een breed scala aan geschreven bronnen in de betrokken ta(a)l(en) te exploiteren en, indien relevant, te contextualiseren; • Het vermogen effectief en zinvol de verworven taalvaardigheid in een professionele context toe te passen; • het op adequate wijze, onafhankelijk, kritisch en logisch gefundeerd, kunnen oordelen over wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de internationale betrekkingen; • het zelfstandig opzetten, uitvoeren en weergeven van theoretisch of maatschappelijk relevant onderzoek van internationaal-politieke ontwikkelingen en verschijnselen waarin zowel politieke als economische of juridische aspecten in samenhang worden bestudeerd. Vakgerelateerde theoretische en inhoudelijke kennis De eenjarige Master Slavische Talen en Culturen beschikt over: • Kennis van maatschappelijke verhoudingen in en de geschiedenis en cultuur van het taalgebied waarin de betrokken Midden- of Oosteuropese taal wordt gesproken; • kennis van en inzicht in kernbegrippen en begrippenstructuren in de bestudering van internationaal politieke verschijnselen; • kennis van en inzicht in de politieke en juridische of economische aspecten van de Europese samenwerking en integratie in Midden en Oost-Europa; • Kennis van de bibliografische bronnen van de gekozen wetenschappelijke specialisatie. Artikel 2.3 Afstudeerrichting(en) De opleiding kent de volgende afstudeerrichting(en): nr. 1 2
afstudeerrichting Slavische Talen en Culturen Midden- en Oost-Europa Studies (MOES)
Onderwijs- en Examenregeling master Slavisch, pagina 4
Artikel 2.4 Samenstelling afstudeerrichting(en) Slavische talen en culturen Jaar 1 nr. onderdeel Interdisciplinair onderzoekscollege 1 Letk. Slavisch: Russisch Avantgardeproza 2 Opdracht, bronnen en media Slavisch 3 Taalk.Slavisch:Taalvergelijking/-contact Interdisciplinair onderzoekscollege 4 Letk. Slavisch: Russische roman 5 Ma-stage Slavische talen 6 Taalk.Slavisch: Dialect. & taalhistorie
omvang 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS
Jaar 2 nr. onderdeel Ma-keuze-onderdeel thuisopleiding 7 Ma-scriptie Slavische talen
omvang 10 ECTS 20 ECTS
MOES Jaar 1 nr. onderdeel 8 Hist.kv.Slav:Russen onderhandelingstafel Ma-keuzeonderdeel 2 Opdracht, bronnen en media Slavisch Ma-keuzeonderdeel 5 Ma-stage Slavische talen 9 Ozc: Rusland, de Kaukasus, Centr. Azië
omvang 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS 10 ECTS
Jaar 2 nr. onderdeel Kernvak 7 Ma-scriptie Slavische talen
omvang 10 ECTS 20 ECTS
Artikel 2.5. 1.
Praktische oefeningen
De volgende onderdelen omvatten (een) praktische oefening(en) in de daarbij aangegeven vorm:
nr.
onderdeel
1 2
Letk. Slavisch: Russisch Avantgardeproza Opdracht, bronnen en media Slavisch
3 4
Taalk.Slavisch:Taalvergelijking/-contact Letk. Slavisch: Russische roman
5 7
Ma-stage Slavische talen Ma-scriptie Slavische talen
8
Hist.kv.Slav:Russen onderhandelingstafel Ozc: Rusland, de Kaukasus, Centr. Azië
9
vorm praktische oefening mondeling tentamen verslag werkstuk(ken) presentatie, schriftelijk tentamen, werkstuk(ken) stageverslag scriptie werkstuk(ken) essay, presentatie, schriftelijke opdracht(en)
Onderwijs- en Examenregeling master Slavisch, pagina 5
type college werkcollege zelfstudie (begeleid) werkcollege werkcollege stage zelfstudie (begeleid) werkcollege werkcollege
2. Het tentamen van een onderdeel genoemd in het eerste lid van dit artikel kan niet worden afgelegd dan nadat de desbetreffende praktische oefening(en) met voldoende resultaat is/zijn gevolgd. Hieronder wordt tenminste verstaan het actief deelnemen aan minimaal 80% van de werkcolleges. 3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefening(en) als het behalen van het desbetreffende tentamen: nr. 1 2 4 5 7 8 9 4.
onderdeel Letk. Slavisch: Russisch Avantgardeproza Opdracht, bronnen en media Slavisch Letk. Slavisch: Russische roman Ma-stage Slavische talen Ma-scriptie Slavische talen Hist.kv.Slav:Russen onderhandelingstafel Ozc: Rusland, de Kaukasus, Centr. Azië Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven op welke wijze het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing.
Paragraaf 3
Tentamens en examen van de opleiding
Artikel 3.1 Algemeen 1.
Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij/zij de gestelde leerdoelen zal bereiken respectievelijk heeft bereikt. Hij/zij wordt daarbij geadviseerd over zijn/haar verdere deelname aan het betreffende programma. 2. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in afgeronde cijfers op een schaal van 10 (tien) uitgedrukt: 6 (zes) of hoger, respectievelijk 5 (vijf) of lager. Artikel 3.2 Toegang tot en verplichte volgorde van tentamens 3.2.1
Toegang tot tentamens
Om deel te kunnen nemen aan een tentamen dient een student zich online via ProgRESS-WWW in te schrijven. De inschrijfperiode wordt jaarlijks vastgelegd in het collegerooster. Indien een student zich door overmacht niet tijdig heeft kunnen intekenen, kan gebruik worden gemaakt van een beperkte mogelijkheid van na-inschrijving. Details van deze regeling worden jaarlijks tijdig bekend gemaakt. 3.2.2. Verplichte volgorde van tentamens Aan het tentamen van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat het tentamen van de daarbij vermelde onderdelen is behaald: n.v.t. Artikel 3.3 Tijdvakken en frequentie tentamens 1. 2.
Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 2.4 genoemde onderdelen wordt tweemaal per studiejaar de gelegenheid gegeven. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven hoeveel malen per studiejaar het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijsen examenregeling bepaalde van toepassing.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 6
Artikel 3.4 Vorm van de tentamens 1.
De onderdelen, genoemd in artikel 2.4, worden getoetst met alleen een schriftelijk tentamen, met uitzondering van de volgende onderdelen, die op de hieronder aangegeven wijze worden getoetst:
nr. 1 2 3
onderdeel Letk. Slavisch: Russisch Avantgardeproza Opdracht, bronnen en media Slavisch Taalk.Slavisch:Taalvergelijking/-contact
4
Letk. Slavisch: Russische roman
5 7 8 9
Ma-stage Slavische talen Ma-scriptie Slavische talen Hist.kv.Slav:Russen onderhandelingstafel Ozc: Rusland, de Kaukasus, Centr. Azië
2.
3. 4.
vorm tentamen mondeling tentamen verslag schriftelijk tentamen werkstuk(ken) presentatie, schriftelijk tentamen, werkstuk(ken) stageverslag scriptie werkstuk(ken) essay, presentatie, schriftelijke opdracht(en)
Op schriftelijk verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Van de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend. In dat geval bepaalt de examencommissie dat de praktische oefening op een andere, door haar te bepalen wijze, wordt verricht. Studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele functiebeperking aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven op welke wijze het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing.
Artikel 3.5 Mondelinge tentamens 1.
Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Een mondeling tentamen wordt schriftelijk, analoog of digitaal vastgelegd. Bij schriftelijke vastlegging is de aanwezigheid van een tweede examinator vereist. Artikel 3.6 Deeltentamens Als een onderdeel is opgesplitst in meerdere subonderdelen, waarvan de minimale omvang tenminste 5 ECTS per onderdeel is, dan wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen gemiddelde van de deeltentamens. Deelcijfers dienen voldoende te zijn. Artikel 3.7 Beroepsoriënterende stage Voorafgaand aan de stage wordt een stageplan opgesteld, dat een omschrijving van de doelstellingen, de inhoud van de stage en een activiteitenplan omvat. Dit plan wordt goedgekeurd door de begeleiders. De beoordeling van de stage wordt verricht door een begeleider vanuit de opleiding en een begeleider vanuit de stagegever, die als examinator zijn aangewezen door de examencommissie. De stage wordt afgesloten met een stageverslag dat wordt beoordeeld door de begeleider vanuit de opleiding en ter kennis wordt gesteld van de stagegever.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 7
Artikel 3.8 Scriptie 1. De scriptie wordt beoordeeld door twee door de examencommissie aan te wijzen examinatoren. 2. Indien een student twee opleidingen volgt, dient de student in beginsel een zelfstandige scriptie per opleiding in te leveren. 3. De examencommissie bepaalt of de scriptie in de doeltaal dan wel het Nederlands wordt gesteld. De scriptie mag alleen dan in een andere taal worden gesteld, indien daartoe door de examencommissie toestemming is verleend. Artikel 3.9 Fraude en plagiaat 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10.
Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Onder plagiaat wordt verstaan: a. het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; b. het als onderdeel van het eigen betoog opnemen van een vertaling of parafrase van tekstgedeelten gemaakt door anderen; c. het indienen van eenzelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere opleidingsonderdelen. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. In geval van fraude met een tentamen kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan het tentamen voor een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. In geval van plagiaat in een praktische oefening kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan de praktische oefening voor de duur van een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. In voorkomende gevallen van plagiaat kan de examencommissie behandeling daarvan in handen geven van de facultaire plagiaatcommissie. De examencommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant van de door hem/haar geconstateerde fraude, en na het horen van de examinandus. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator van de door hem/haar geconstateerde fraude respectievelijk het door hem/haar geconstateerde plagiaat, en na het horen van de examinandus. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het desbetreffende tentamen of de praktische oefening. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie stelt het faculteitsbestuur op de hoogte van gevallen van fraude en/of plagiaat.
Artikel 3.10 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1.
De maximale nakijktermijn bedraagt in principe tien werkdagen na de dag waarop een tentamen is afgelegd of een werkstuk is ingeleverd. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn worden verlengd tot vijftien werkdagen. 2. Indien de resterende tijd tussen tentamen/werkstuk en bijstelling studieplanning korter is dan 10 resp. 15 werkdagen, geldt een termijn van uiterlijk één dag voor de sluiting van de planningsmodule in ProgRESS-WWW . 3. In afwijking van het gestelde in het eerste lid stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt hij/zij de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 4. Bij de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.12, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 5. Aan een onderdeel c.q. tentamen dat met voldoende resultaat is afgesloten kan niet opnieuw worden deelgenomen.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 8
6. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Artikel 3.11 Geldigheidsduur 1.
De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is maximaal vier jaar vanaf het moment dat het onderdeel met succes is afgesloten. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel waarvan het tentamen langer dan vier jaar geleden is behaald, dit onderdeel alsnog erkennen, indien de verworven leerstof nog steeds relevant is, dan wel een aanvullend of vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van een examen. Artikel 3.12 Inzagerecht 1.
Gedurende ten minste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 3.13 Vrijstelling 1.
De examencommissie kan de student op diens schriftelijk ingediende verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel.
Artikel 3.14 Examen 1.
Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. 2. Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. 3. Tot het afleggen van het examen wordt tenminste tien maal per jaar de gelegenheid geboden. 4. Indien een student twee opleidingen heeft gevolgd, dan dien hij/zij voor het verkrijgen van beide diploma’s van de opleidingen naast de scriptie nog tenminste 50% aan separate opleidingsonderdelen te hebben behaald (zie ook artikel 3.8). Artikel 3.15 Graad 1.
Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Arts” verleend.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 9
2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Artikel 3.16 Judicium 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
De examencommissie beoordeelt of aan het mastergetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: • ‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 8,0; • ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is • groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; • groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in ECTS meer dan de helft van het totaal aantal ECTS van de opleiding bedraagt. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Paragraaf 4
Toelating
Artikel 4.1 Nederlandse taal 1.
Conform artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) wordt het onderwijs gegeven en worden de examens afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd: a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft; b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of; c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. 2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal. Artikel 4.2 Vooropleiding 1. 2.
3.
Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over kennis van, inzicht in en vakspecifieke vaardigheden betreffende de Slavische talen en culturen op universitair bachelorniveau. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding “Slavische Talen en Culturen” van de Rijksuniversiteit Groningen of van een andere Nederlandse universiteit wordt geacht te beschikken over de kennis, inzicht en vaardigheden, genoemd in het eerste lid sub a, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toelating als bedoeld in de leden 1 en 2 geeft recht op inschrijving in de opleiding.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 10
Artikel 4.3 Toelating afstudeerrichtingen Voor de onderscheidene afstudeerrichtingen van deze opleiding gelden, in aanvulling op het in artikel 4.2 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: -
afstudeerrichting Slavische Talen en Culturen: Zie artikel 4.2
-
afstudeerrichting MOES: - deze is voor bezitters van het diploma van een bacheloropleiding Slavsiche Talen en Culturen zonder meer toegankelijk1; -
voor bezitters van het diploma van een bacheloropleiding Geschiedenis dienen de volgende onderdelen deel te hebben uitgemaakt van de vooropleiding: - 20 ECTS aan onderdelen op het gebied van de taalvaardigheid van een Slavische taal; - 20 ECTS aan vakken uit de minor MOES (Transformatieprocessen: Midden- en OostEuropa), verzorgd door de Rijksuniversiteit Groningen of inhoudelijk hiermee vergelijkbare onderdelen behaald aan een Nederlandse of buitenlandse universiteit.
Artikel 4.4 Voorlopige toelating 1
Op schriftelijk verzoek van de kandidaat die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 4.2, tweede lid, genoemde bacheloropleiding, kan de toelatingscommissie zoals bedoeld in artikel 4.5 hem voorlopig toelaten tot de opleiding, mits: - hij van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 10 ECTS-punten moet behalen, en - hij de BA-scriptie met voldoende resultaat heeft afgerond en - een derdejaars taal- of letterkunde werkcollege (dit laatste geldt niet voor de afstudeerrichting MOES) Een voorlopige toelating dient binnen zes maanden te worden vervangen door een toelating krachtens art. 4.2.
2
Artikel 4.5 Toelatingscommissie 1.
De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. Deze wordt gevormd door: - een lid, tevens voorzitter, aangewezen uit de hoogleraren die met onderwijs in de opleiding zijn belast; - twee leden aangewezen uit het wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast. 2. De toelatingscommissie kiest uit haar midden een secretaris. 3. De aanwijzing geschiedt door de examencommissie, die tevens het toelatingsreglement vaststelt. Artikel 4.6 Procedure voor de toelating tot de opleiding
Met het oog op de toelating tot de opleiding, als bedoeld in art. 4.2, eerste lid, stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op gecertificeerde schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit.
1
de Examencommissie kan toegang tot deze afstudeerrichting verlenen aan studenten die niet exact aan bovenstaande kwalificatie voldoen, maar naar de mening van de Examencommissie wel vergelijkbare kwalificaties hebben.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 11
Artikel 4.7 Toelatingsonderzoek: tijdstippen 1.
Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats m.b.t. het begin van de opleiding in het eerste en het tweede semester. 2. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt voor 1 maart resp. 15 september ingediend bij de toelatingscommissie. 3. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na de in het tweede lid genoemde sluitingsdatum ingediend verzoek in behandeling nemen. 4. De toelatingscommissie beslist voor 1 juni resp. 1 december over het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 4.2 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. In de schriftelijke verklaring omtrent toelating wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
Paragraaf 5
Inschrijving voor colleges en studiebegeleiding
Artikel 5.1 Inschrijving voor colleges 1.
Alle ingeschreven studenten dienen vóór 1 juli ten behoeve van instroom in het eerste semester of vóór 15 december ten behoeve van instroom in het tweede semester in ProgRESS-WWW aan te geven welke colleges zij gaan volgen in het betreffende semester. Zij hebben de gelegenheid wijzigingen hierin aan te brengen gedurende de eerste drie weken van een semester. 2. De college-inschrijving omvat alle studieonderdelen en alle (her)toetsen. Onder (her)toets wordt verstaan een tentamen of werkstuk dat deel uitmaakt van de toetsing van een onderdeel en dat gebonden is aan de jaarlijkse vastgestelde toetsingsperioden. 3. De college-inschrijving van nieuwe studenten voor een doorstroomprogramma, van nietletterenstudenten of van studenten van andere vooropleidingen dient vóór 1 september ten behoeve van instroom in het eerste semester of vóór 1 februari ten behoeve van instroom in het tweede semester schriftelijk te worden ingeleverd bij Bureau Studentzaken, waarna Bureau Studentzaken zorgt voor invoering in ProgRESS-WWW. Artikel 5.2 Studievoortgangsadministratie 1.
Het faculteitsbestuur draagt zorg voor de registratie van de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Het faculteitsbestuur verschaft elke student ten minste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. Artikel 5.3 Studiebegeleiding 1.
In het kader van de toelatingsprocedure draagt het faculteitsbestuur zorg voor een afspraak met de student over de individuele inrichting van het door hem te volgen programma. 2. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een introductieprogramma voor de student bij de aanvang van zijn opleiding. 3. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen van het programma in het belang van de aansluiting op de wetenschapsbeoefening of de beroepsuitoefening buiten de universiteit.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 12
Paragraaf 6
Overgangsbepalingen
Artikel 6.1 Tentamens en examens 60 ECTS-studiepuntenprogramma 1.
Voor de studenten, die direct voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling ononderbroken waren ingeschreven voor de opleiding Slavische Talen en Culturen blijft de desbetreffende onderwijs- en examenregeling, laatstelijk vastgesteld/ gewijzigd op 1 juni 2009, van kracht, onder de volgende voorwaarde: tot 1 januari 2012 wordt de gelegenheid geboden de overige tentamens alsmede het Master-examen van de opleiding af te leggen; 2. Het onderwijs, dat voorbereidt op het in het eerste lid bedoelde examen, wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2010-2011. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie aan andere studenten dan die bedoeld in het eerste lid, toestemming verlenen tentamens en examens af te leggen volgens de in het eerste lid bedoelde onderwijs- en examenregeling.
Artikel6.2 Bekendmaking Een student, als bedoeld in art. 6.1, kan onder de volgende voorwaarden deelnemen aan de opleiding krachtens deze onderwijs- en examenregeling: a. behaalde studieresultaten van het 60 ECTS-studiepuntenprogrmama kunnen worden gewaardeerd als vervanging van overeenkomstige onderdelen van deze opleiding; b. deelneming staat open voorzover de gefaseerde invoering van het onderwijs en de tentamens volgens deze regeling dat feitelijk toelaten.
Paragraaf 7
Slotbepalingen
Artikel 7.1 Wijziging 1.
Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: - het onderwijsprogramma zoals vastgesteld in artikel 4.2; - enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 7.2 Bekendmaking 1.
Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 7.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 31 augustus 2010.
Onderwijs- en Examenregeling master Slavische Talen en Culturen, pagina 13