2011
www.UGent.be
Afrikaanse talen en culturen
3 6 19 22 26 28 33 34 38 39 41 43
Intro Kiezen voor Afrikaanse talen en culturen Opbouw En verder (studeren) ... Studieprogramma Inhoud vakken eerste jaar Weekschema eerste jaar Studieondersteuning Gewikt en gewogen Aan het werk Nog meer info Stadsplan
Intro
www.flwi.UGent.be/onderwijs
Bachelor-master Sinds de hervorming van het hoger onderwijs bestaan alle academische opleidingen uit een bachelor opleiding van 180 studiepunten (drie jaar), gevolgd door de masteropleiding van minstens 60 studiepunten (één jaar). Binnen de faculteit Letteren en Wijsbegeerte bestaan tot nu toe alle masters uit 60 studiepunten. De kans is echter groot dat dit binnenkort verandert. De opleidingen uit die faculteit hebben immers een aanvraag ingediend om de master vanaf 2013-2014 om te vormen tot een tweejarige opleiding van 120 studiepunten. Wie vanaf nu in de (corresponderende) bacheloropleiding start, moet er dus rekening mee houden dat de totale studieduur vijf jaar kan bedragen (180 sp voor de bachelor en 120 sp voor de master). Meer informatie hierover volgt in de nabije toekomst.
Durf Denken: dat is het credo van de Universiteit Gent. Kritische en onafhankelijke breinen studeren, onderzoeken, werken aan de Universiteit Gent. Ieder jaar dragen we deze boodschap uit via een creatieve en onderscheidende campagne. Ieder jaar roepen we onszelf en de buitenwereld op om mee te durven denken.
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be, opmaak: www.johnnybekaert.be Fotografie: Edelweiss
3
Minor Alle opleidingen uit de faculteit Letteren en Wijsbegeerte hebben de invoering van de bachelormasterstructuur aangegrepen om hun programma’s grondig te evalueren en bij te sturen. Eén van de belangrijkste aanpassingen is de invoering van de minor voor de meeste opleidingen vanaf het tweede bachelorjaar. Een minor is een coherente groep van opleidingsonderdelen uit een andere discipline, die als verbreding van de eigen opleiding beschouwd kan worden. De meeste problemen in onze samenleving zijn immers zo complex geworden dat ze niet meer door één vakspecialist kunnen worden opgelost, maar veeleer door een interdisciplinair team. Als nieuwe generaties afgestudeerden in de toekomst goed gewapend willen zijn om interdisciplinair te werken en met die complexe realiteit te kunnen omgaan, dan is het noodzakelijk dat ze zich tijdens hun opleiding niet alleen verdiepen in hun eigen studiegebied, maar dat ze ook oog krijgen voor één of meerdere aangrenzende vakgebieden. Daarom hebben de opleidingen (behalve de opleiding Twee talen, zie verder) in het studietraject een zesde tot een kwart van de beschikbare studiepunten vrijgemaakt om een andere wetenschappelijke discipline te verkennen. Op die manier kunnen studenten een ‘hoofdopleiding’ combineren met een ‘aanvullende studie’ (minor).
>> Hoofdopleiding ×× ×× ×× ×× ×× ×× ×× ××
4
Wijsbegeerte Moraalwetenschappen Geschiedenis Kunstwetenschappen Archeologie Oost-Europese talen en culturen Oosterse talen en culturen Afrikaanse talen en culturen
>> Aanvullende studie (minor) –– een discipline uit het facultaire aanbod: Afrikaanse talen en culturen; archeologie; kunst wetenschappen; cultuur en diversiteit; de klassieke traditie; Duits; Engels; ethiek; Frans; geschiedenis; geschiedenis van de wijsbegeerte; Oudgrieks; Italiaans; Latijn; letterkunde voor filologen; Nederlands; Nieuwgrieks; Centraal-Europese taal en cultuur; letterkunde voor niet-filologen; Oosterse talen en culturen; Russische taal en cultuur; scandinavistiek; Zuidoost-Europese taal en cultuur; Spaans; taalkunde; wijsbegeerte en wetenschap; –– een discipline van buiten de faculteit (afhankelijk van de hoofdopleiding): recht; politieke en sociale wetenschappen; globalisering, politiek en ontwikkeling; cultuurwetenschappen; geografie; natuurwetenschappen; sociale wetenschappen; economie en bedrijfskunde.
>> Preferentiële minor De keuze van minors is uitgebreid, maar elke opleiding heeft één of meerdere ‘preferentiële’ minors gedefinieerd (zie verder onder studieprogramma). De preferentiële minors werden geselecteerd op basis van hun meerwaarde voor de hoofdopleiding. Bovendien krijg je bij de preferentiële minors de garantie dat die perfect aansluiten op het studieprogramma. Als je een andere keuze maakt, dan moet dat vooraf met de trajectbegeleider van de faculteit besproken worden.
>> Opleiding Twee talen: geen minors In de opleiding Twee talen worden twee wetenschappelijke disciplines gecombineerd: de taalkunde en de letterkunde. Daarom zul je hier geen extra minors vinden. De opleiding heeft wel op een andere wijze de horizont verruimd: naast de traditionele combinaties van twee Germaanse talen, twee Romaanse talen of Latijn en Grieks is het ook mogelijk om andere talencombinaties te studeren. Hier werd dus een andere grens doorbroken: die van traditionele taal- of cultuurfamilies.
5
Kies vooral een opleiding die je graag wil doen en niet een waarmee je denkt later meer kansen op de arbeidsmarkt te hebben. Uiteindelijk kan je verschillende richtingen uit met een universitair diploma. Discipline en motivatie zijn absoluut essentieel om te slagen; daarom ook dat je een opleiding moet kiezen die je intrinsiek boeit. Niels, 3de jaar bachelor
Kiezen voor Afrikaanse talen en culturen
K
iezen voor Afrikaanse talen en culturen betekent kiezen voor het nieuwe, het onbekende. De taal groepen, culturen en de geschiedenis die in deze richting worden bestudeerd, vind je niet of nauwelijks terug op het programma van het secundair onderwijs. Toch voelen heel wat jongeren zich aangesproken door de taal- en cultuurdiversiteit op het Afrikaanse continent: ze willen meer te weten komen over het aandeel van Afrika in de wereldgeschiedenis of over haar participatie in het actuele mondiale gebeuren.
Achtergrond >> De populaire visie op Afrika De historische relaties tussen Europa en Afrika zijn een belangrijk ingrediënt van de aanhoudende interesse voor Afrika. Die wordt gevoed door de belangstelling voor de erfenis van de koloniale periode, voor de problematiek van de Noord-Zuidverhoudingen en de postkoloniale transformaties. Kortom, vele jongeren zijn gefascineerd door het verhaal van de globalisering zoals het door Afrika wordt verteld en beleefd. Daarbij voegen zich een reeks ontwikkelingen in Afrika die behoeften en verwachtingen scheppen. Denk maar aan het einde van de apartheid en de machtswisselingen, de democratische omwentelingen en de soms gewelddadige conflicten van de laatste decennia. Niet minder relevant zijn de aids problematiek, het historische belang van de Afrikaanse diaspora en de aanwezigheid van miljoenen Afrikaanse migranten en vluchtelingen in alle delen van de wereld.
6
Aansluitend bij de vaststelling dat Afrika het armste continent is, wordt het vaak verbeeld als een continent in crisis. Aangaande Afrika vertellen de media doorgaans een gruwelijk verhaal van uitzichtloze politieke conflicten, armoede, honger, ziekte en sectair geweld. Dat beeld is echter onvolledig en stereotiep. De miserie, armoede en instabiliteit in vele delen van Afrika die de belangstelling van de media hebben, contrasteren sterk met de Afrikaanse vitaliteit, creativiteit en slagvaardigheid die buiten beeld wel degelijk bestaat. Afrika is ook de plaats waar nieuwe sociale en politieke structuren en originele vormen van gemeenschapsopbouw het licht zien. Afrika beschikt ten slotte over een levendige volkscultuur en produceert voortdurend nieuwe artistieke expressies in de plastische kunsten, dans en literatuur. De uiteenlopende interculturele contacten, de verspreiding en verscheidenheid van Afrikaanse talen en de popularisering van items van Afrikaanse cultuur die met deze ontwikkelingen gepaard gaan, zijn voor jongeren vaak de aanzet om zich te verdiepen in de studie van Afrika.
>> Afrika-studie De nieuwe en steeds veranderende geopolitieke en economische verhoudingen zowel in Afrika zelf als wat de betrekkingen tussen Afrika en het Westen betreft, en de opkomende betrekkingen tussen Afrika en Azië, voeden een vernieuwde behoefte naar relevante en toepasbare kennis over Afrika. Een weten schappelijke studie van de Afrikaanse talen en culturen kan daarvoor de nodige expertise bieden. De opleiding Afrikaanse talen en culturen biedt in eerste instantie een tegengewicht voor de zwart-wit contrasten die we zo vaak te zien en te lezen krijgen. In een opleiding als deze komt het er net op aan om een genuanceerd beeld over Afrika op te bouwen. Studenten in de afrikanistiek proberen bovenal te begrijpen wat zich afspeelt en afgespeeld heeft in de Afrikaanse samenlevingen. Ze onderzoeken zelf de feiten en de verhalen die tot hen komen. De opleiding Afrikaanse talen en culturen verschaft aan de studenten de intellectuele instrumenten waarmee ze de nieuwe en steeds veranderende verhoudingen in en met Afrika in beeld kunnen brengen op een wetenschappelijk verantwoorde, genuanceerde en geëngageerde manier.
7
De student verwerft in deze opleiding enige praktische talenkennis maar voornamelijk analytisch, grammaticaal inzicht in de taalstructuren en de typologische diversiteit van Afrikaanse talen. Dat is onontbeerlijk om later de Afrikaanse talen (er zijn er meer dan 1500) te verwerven waarmee de ene student hier, de andere dan weer daar in contact komt. Daarenboven verdiepen de studenten zich in de uitgebreide problematiek van taalpolitiek en taalideologie evenals van taalgebruik, taalcompetentie en meertaligheid waarmee zij velerlei taalsituaties in en buiten Afrika leren analyseren en beter begrijpen. De student doet ten slotte kennis op van de culturele diversiteit van Afrika, van de complexe geografie van het continent en van de geschiedenis van Afrikaanse samenlevingen. In al deze disciplines steekt de student substantiële zaken op in verband met Afrika maar krijgt ook een hoop methodologische bagage waarmee zij of hij op een zelfstandige en kritische wijze kan omgaan met de uiteenlopende, soms tegenstrijdige en al te vaak tendentieuze informatie over wat er zich op het Afrikaanse continent afspeelt.
Studie van taal en cultuur De studierichting Afrikaanse talen en culturen is een opleiding die – zoals de naam het zelf zegt – veel nadruk legt op de relatie tussen talen (voornamelijk te begrijpen als ‘taalanalyse’) en culturen (ruim te interpreteren met inbegrip van geschiedenis, antropologie enz.) in Afrika. We onderzoeken met name de snijpunten tussen taalkunde en taalsituaties enerzijds, en culturele, maatschappelijke en historische patronen in Afrika anderzijds. Het opleidingsprogramma wordt gedragen door drie pijlers: talen en taalkunde, sociolinguïstiek, antropo logie en geschiedenis. In elk jaar worden die via een aantal vakken behandeld.
>> Talen en taalkunde Tijdens de opleiding bestudeer je grondig de vormelijke opbouw van twee Afrikaanse talen, met name het Cilubà en het Lingála, die zowel in Centraal-Afrika als ver daarbuiten (in de zogenaamde diaspora) worden gesproken. Naast de praktische taalbeheersing krijgt vooral de technisch-taalkundige studie uitgebreide aandacht. De student verwerft dus in eerste instantie analytisch inzicht in de complexe structuren en grammaticale mechanismen van de twee talen, en er staan tevens vakken op het programma waarin theorieën en methoden worden aangeleerd voor de studie van Afrikaanse talen in het algemeen.
8
9
>> Sociolinguïstiek
>> Algemene vorming
Afrikaanse talen kan je niet los zien van de samenlevingen waarin ze worden gebruikt. Daarom hecht de opleiding veel belang aan de studie van concrete taalsituaties evenals aan de patronen en verwachtingen die heersen in de sociale situaties en (bij uitbreiding) de maatschappijen waarin de talen worden gesproken. De sociolinguïstiek bestudeert de interactie tussen taal en samenleving. Daarvoor doet ze vaak een beroep op gegevens die verzameld worden door middel van veldwerk en maakt ze gebruik van theorieën en begrippen die ontwikkeld worden in de linguïstische antropologie.
Een laatste reeks vakken is van algemeen-vormende aard. Het gaat om vakken zoals algemene taalkunde, literatuurwetenschap, multiculturalisme enz. Met andere woorden, vakken die een ruimer perspectief bieden en tegelijk toelaten om de Afrikastudies te situeren in het kader van algemene ontwikkelingen in de wetenschap.
>> Antropologie en geschiedenis Talen en taalsituaties situeren zich in sociale groepen en samenlevingen die men best benadert in al hun culturele en historische eigenheid en complexiteit. De antropologie en de geschiedenis zijn de instrumenten bij uitstek voor de studie van culturen en samenlevingen in verandering en beide wetenschappelijk disciplines komen in de opleiding ruimschoots aan bod, hetzij geografisch toegespitst op Afrika, hetzij meer thematisch gericht op culturen, religies, e.d. Bovendien schenkt de opleiding aandacht aan specifieke uitingen van cultuur, niet in het minst aan de Afrikaanse literatuur in haar diverse verschijningsvormen.
>> Wetenschappelijk Je hebt al begrepen dat deze opleiding draait rond gedegen wetenschappelijke en academische inzichten. Wie met al te romantische of vrijetijdsgerichte motieven de studies aanvat, kan bijgevolg snel ontgoocheld worden. De opleiding wil in de eerste plaats echte Afrika-experten vormen, en daarvoor moet je je het wetenschappelijke en theoretische instrumentarium eigen maken. Daarnaast moet nog eens duidelijk onderstreept worden dat de opleiding in eerste instantie opleidt om kennis op te doen over Afrika en in Afrika, maar niet om in Afrika als hulpverlener of ontwikkelings werker aan de slag te gaan. Hoewel sommige Afrikanisten werk vinden in de NGO-wereld is Afrikanistiek in principe geen ontwikkelingsstudie.
>> Gemeenschappelijke ondergrond De drie pijlers van de opleiding staan niet zomaar naast elkaar, maar zijn gevestigd op een gemeenschappelijke ondergrond. De docenten proberen de wetenschappelijke kennis (de theorieën en analytische modellen) zoveel mogelijk te koppelen aan actuele, vaak prangende en moreel complexe problemen in en met betrekking tot Afrika. Daaraan gekoppeld besteden ze aandacht aan problematieken zoals de veranderende beeldvorming over Afrika en niet-westerse culturen in het algemeen, de historische groei en de transformatie van de Afrika studies, alsook het kritisch omgaan met wetenschappelijke, journalistieke en populaire informatie over Afrika.
10
11
Afrikaanse taaltoestanden >> Complexiteit troef Afrika is een extreem meertalig continent. Een derde van alle wereldtalen wordt gesproken in Afrika. Wie denkt als Belg ervaring te hebben met de problematiek van meertaligheid, krijgt snel een lesje in bescheidenheid. In Afrika zijn landen met tientallen talen helemaal geen uitzondering. Kameroen alleen al heeft er ruim tweehonderd en Nigeria meer dan vierhonderd. Als je dacht dat België een complex meertalig land is omwille van zijn drie officiële talen, vergelijk dan maar met Zuid-Afrika dat elf officiële talen kent. Dit alles schept uiteraard ingewikkelde taalsituaties en vrijwel ieder Afrikaans land zoekt oplossingen voor die complexiteit.
>> Vier taalphyla Afrika ten zuiden van de Sahara telt vier grote taalphyla, dat wil zeggen grote blokken van talen met één gemeenschappelijke voorouder. Dat betekent echter helemaal niet dat ze onderling begrijpbaar zijn. De Niger-Congo-talen vormen het grootste phylum op het Afrikaanse continent. Ze zijn verspreid van Senegal tot Kenia, en van de Centraal-Afrikaanse Republiek tot Zuid-Afrika. Tot dat phylum behoren de Bantoetalen. Lingála en Cilubà, de talen die in deze opleiding grammaticaal onderzocht worden, zijn Bantoetalen. Het bijgevoegde kaartje toont waar Bantoetalen gesproken worden, en geeft ook een (weliswaar sterk vereenvoudigd) beeld van de taalkundige complexiteit van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het tweede phylum zijn de Nilo-Saharische talen: talen die gesproken worden in Oost- en Oost-Centraal Afrika, van Tsjaad tot Tanzania en van Kenia over de Centraal-Afrikaanse Republiek tot in Nigeria en Mali. Dan komen de Afro-Aziatische talen: een phylum waartoe ook het Arabisch en het Hebreeuws behoren en die ook een aantal belangrijke vertegenwoordigers heeft in West- en Noord-Centraal Afrika en in de Hoorn van Afrika. Ten slotte is er de minuscule Khoisan groep: de talen van die bevolkingsgroepen die men vroeger racistisch de Bosjesmannen en Hottentotten noemde, met hun opmerkelijke ‘klik-klanken’.
12
13
>> Koloniale sporen Naast de echte Afrikaanse talen zijn er ook de sporen die door de kolonisatoren werden achtergelaten. In elk Afrikaans land neemt de voormalige koloniale taal een belangrijke plaats in. Een minderheid van de bevolking kent die talen echt of maakt er frequent gebruik van. Dikwijls worden de taalinvloeden overgenomen door het volk, maar dan in heel eigen versies: de zogenaamde ‘pidgin’- of ‘creool’-versies van Frans, Engels en Portugees, of het snelle heen en weer flitsen tussen twee talen in het zogenaamde ‘code-switching’.
>> Torens van babel Neem nu een land als Tanzania. Daar worden talen gesproken uit de vier taalphyla die Afrika rijk is, aangevuld met het Engels (dat een officiële taal is), een aantal Indische talen die gesproken worden door Indische handelaars die sinds eeuwen de Oostkust bewonen, het Arabisch, het Frans van de vluchtelingen uit de buurlanden ... In totaal kan je in Tanzania meer dan honderd talen horen spreken. Het is een situatie die aan de ene kant een immense rijkdom vertegenwoordigt maar aan de andere kant een even grote reeks praktische problemen oplevert.
>> Fascinerende taalsituaties Om dit alles te begrijpen volstaat de studie van enkele talen niet. De studenten zullen vooral ook oog hebben voor de ‘taalsituaties’ in Afrikaanse landen: de verwevenheid van taalkundige, sociale, politieke en culturele factoren, de dynamiek erachter en de gevolgen ervan. Literatuur, muziek, culturele tradities, maar ook politieke gebeurtenissen uit Afrika worden heel wat beter begrijpbaar wanneer ze worden gezien tegen de achtergrond van die ingewikkelde Toren van Babel die haast elk Afrikaans land is. Om het begrip taalphylum te verduidelijken maken we even een vergelijking met het Nederlands, dat wordt onderverdeeld bij het Indo-Europese phylum. Bedenk evenwel dat naast het Nederlands ook het Frans, het Grieks, het IJslands, het Roemeens, het Latijn (en zelfs het Sanskriet), het Russisch enz. tot de Indo-Europese talen behoren! Verwantschap is er, maar van onderlinge begrijpelijkheid is nauwelijks of geen sprake. Afrika telt vier van deze phyla.
14
Afrikaanse culturen >> Het geschiedloze continent Lange tijd heerste in Europa de opvatting dat Afrika geen geschiedenis kende en eigenlijk ook geen cultuur die de moeite van die naam waard was. Afrika was een tijdloos continent waar de ‘primitieve’ bevolking al eeuwen onveranderlijk haar bestaan bijeen scharrelde. Deze koloniale en racistische visie werd pas gebroken in de jaren ‘50 van de vorige eeuw met de opkomst van de Afrikanistiek als discipline en de veranderingen binnen de antropologie in diezelfde periode. Sindsdien is de Afrikaanse geschiedenis een florerende discipline die nauw in verband staat met de antropologie gericht op Afrika.
>> Terug op de kaart De verworvenheden van Afrikaanse samenlevingen in historische evolutie worden binnen de opleiding grondig behandeld. Hierbij is aandacht voor metavragen als ‘Wat is de invloed van klimaat, landschap, beschikbare flora en fauna, en de aanwezigheid van zoveel parasitaire ziektes op de ontwikkeling van Afrikaanse samenlevingen?’ ‘Hoe functioneert een staatloze maatschappij?’. Dichter bij huis liggen vragen naar de nieuwe ontwikkelingen op politiek en cultureel gebied in Afrika. Vrijwel dagdagelijks worden we in de media geconfronteerd met conflicten waar nauwelijks een verklaring voor lijkt te kunnen worden gegeven, anders dan ‘eeuwenoude stammentwisten’, een verklaring die de media honderd jaar geleden ook al gaven. Binnen de opleiding bestaat uitgebreid de ruimte om een wetenschappelijk verantwoorde en genuanceerde kijk te ontwikkelen op kwesties rond identiteit, de dynamiek van politieke organisaties in Afrika, de interactie tussen lokaal ontwikkelde en van buitenaf inkomende machtsstructuren en -vertogen, nieuwe en oudere cultuuruitingen en hun vervlechting, de historische invloed van de kolonisatie en de repercussies voor de postkoloniale Afrikaanse samenlevingen … Methodologische vragen over bijvoorbeeld de beschikbaarheid, waarde en betekenis van informatie (bronnen) en onderzoeksmethoden (veldwerk, archiefwerk, media …) worden daarbij gekoppeld aan diverse sociaalwetenschappelijke vraagstukken en theorieën (structure and agency).
15
>> Globale en lokale culturen Met de toenemende maatschappelijke interesse in wat zich buiten het eigen continent afspeelt, kent de studie van Afrikaanse culturen wereldwijd een gestage groei. De academische studie sluit perfect aan bij het groeiend besef in Europa van onze interactie met de rest van de wereld en in het bijzonder met Afrika, in heden en verleden, via mondiale culturele netwerken en diaspora. Methodologisch specialiseert de studie zich in veldwerk en interdisciplinaire kennis. De specifieke regionale focus maakt dat politieke, economische, sociale en andere processen niet los van elkaar gezien worden. Globale processen worden niet als evident aangenomen, maar herbekeken vanuit lokaal verwortelde veranderingsprocessen en spontane nieuwe evenwichten. Via de toegangspoort van cultuur en geschiedenis, als tweede pool, naast talen en linguïstiek, verkrijgen studenten een onmisbaar etnografisch inzicht. Zij worden tijdens de bachelorjaren ingeleid in de belang rijkste onderzoeken inzake socio-economische, politieke en religieuze structuren van Afrika. Ook de urbane culturen, medische antropologie, de rol van media, genderrelaties en populaire cultuur komen aan bod, in tastbare vorm en via groepswerk, waarbij de groeiende mogelijkheden voor multimediale uitwisseling met Afrikaanse universiteiten en andere inter-associatieve initiatieven worden verkend. Studenten ontdekken in het laatste jaar van de bachelor en in de master hoe onderzoek in Afrika niet alleen mee aan de wieg stond van de antropologische theorievorming, maar deze blijft vernieuwen, en dit met repercussies voor de Europese en Amerikaanse beeldvorming. We leren de wereld herbekijken vanuit Afrikaanse blik, bijvoorbeeld via de omvangrijkere en meer langdurige globale systemen en handelsroutes dan de West-Europese, zoals die via de Indische Oceaan en de Sahara naar Azië en het Nabije Oosten. In de masterjaren wordt de kennis en methodologische vorming aangescherpt onder andere via een medische en zintuiglijke antropologie die cultuurgevoelig is en aangepast aan de etnografische uitdaging van een regiostudie (of Area-study) zoals de afrikanistiek.
16
17
1ste jaar bachelor
BACHELOR 180 studiepunten
2de jaar bachelor
MASTER-NA-MASTER -- Linguistics -- literatuurwetenschappen -- meertalige bedrijfs communicatie -- American Studies -- theaterwetenschappen -- Conflict and Development -- archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer e.a.
18
Gemeenschappelijk jaar Afrikaanse talen en culturen talen: Cilubà en Lingála MINOR: – Globalisering, politiek en ontwikkeling
3de jaar bachelor
MASTER 60 studiepunten
Gemeenschappelijk jaar Afrikaanse talen en culturen taal: Cilubà
master
Gemeenschappelijk jaar Afrikaanse talen en culturen talen: Cilubà en Lingála MINOR: – Globalisering, politiek en ontwikkeling
Specialisatie via masterproef + keuzevakken MAJORs: – Afrikaanse taal- en letterkunde – Afrikaanse cultuur en geschiedenis
Specifieke lerarenopleiding
Doctoraat
Postgraduaatsopleidingen
Permanente vorming
ANDERE MASTERS Rechtstreeks -- vergelijkende moderne letterkunde -- algemene economie -- bedrijfseconomie
Via voorbereidingsprogramma -- Taal- en letterkunde: N/E/F/D/Lat/Scan/Gr (na minor in één van die talen) -- moraalwetenschappen -- wijsbegeerte -- historische taal- en letterkunde -- geschiedenis -- politieke wetenschappen -- EU-studies -- communicatiewetenschappen e.a.
Opbouw
D
e opleiding in de Afrikaanse talen en culturen aan de Universiteit Gent is een opleiding met een lange traditie die al vijf decennia lang afrikanisten aflevert. Doorheen haar geschiedenis heeft de opleiding zich voortdurend aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen in Afrika en aan de maatschappelijke behoeften in onze eigen samenleving. Zo is de richting geëvolueerd van een ‘traditionele’ filologie, over een richting waarin afwisselend het accent werd gelegd op polyvalentie en wetenschappelijke specialisatie, tot een moderne opleiding die aanknoopt bij de noden en behoeften van Afrika (het soort Afrikastudie die de Afrikanen zelf belangrijk vinden), en die tegelijk goed gevormde en wetenschappelijk ingestelde afrikanisten teruggeeft aan de samenleving.
Bachelor Het eerste jaar biedt traditioneel een eerste en algemene inleiding tot de verschillende studiethema’s. Er wordt gestart met vijf cursussen die gemeenschappelijk zijn voor alle richtingen uit de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Ze zorgen voor een brede antropologische, historische, letterkundige en taalkundige basis. Daarnaast zijn er specifieke vakken van de afrikanistiek. De centrale thema’s van de opleiding zijn meteen terug te vinden. Je krijgt de beginselen van een Afrikaanse taal (het Cilubà). Je krijgt inleidende cursussen over de Afrikaanse taalkunde, de sociolinguïstiek, de antropologie en de geschiedenis van Afrika. Op die vakken wordt voortgebouwd in de volgende jaren. Ten slotte krijg je nog een vak dat onontbeerlijk is voor je verdere studie met name, de geografie van Afrika. In het tweede jaar wordt een tweede taal (Lingála) toegevoegd aan je pakket en kom je ook in aanraking met de Afrikaanse literaturen. Daarnaast zijn er meer algemene vakken zoals linguïstische en culturele antropologie en komen zowel de geschiedenis van Afrika als de antropologie terug. In dat jaar begin je ook aan je minor: dat is een bijkomend en coherent pakket van contextualiserende vakken voor een totaal
Dieper graven In deze brochure ligt de nadruk op de bacheloropleiding en op het eerste jaar van die bachelor in het bijzonder. Een vlotte start is immers cruciaal. Het eerste jaar van een universitaire opleiding is echter vaak vrij algemeen en de vakspecialisatie gebeurt pas in de daaropvolgende bachelorjaren of in de master. Het is daarom ook altijd interessant om het vakkenpakket van de verdere jaren grondig te bekijken. Dat kan via de website www.opleidingen.UGent.be (in de rechterkolom kun je naar de opleiding van je keuze gaan en kijken wat elk vak inhoudt). Net die vakken zullen het gezicht van je opleiding bepalen en geven een beeld van wat je later écht te wachten staat.
19
Masterproef De master eindigt met een master proef. Het is een persoonlijk wetenschappelijk werk over een onderwerp naar keuze. Die keuze gebeurt in overleg met de promotor, dat is de professor die het werk begeleidt, samen met de wetenschappelijke staf. Het is de zelfstandige uitwerking van een wetenschappelijk onderwerp en houdt een zekere verdere specialisatie in, een element waarnaar tijdens een sollicitatie dikwijls wordt gevraagd. De masterproef is een belangrijk en omvangrijk onderdeel van de masteropleiding.
van 30 studiepunten, waarvan je er 15 volgt in het tweede jaar bachelor en 15 in het derde jaar. Meer informatie over het exacte vakkenpakket van de minors is te vinden op www.flwi.UGent.be/minors. In het derde jaar gaat de studie van het Cilubà en het Lingála verder, wordt de Afrikaanse taalkunde uitgediept en kom je in aanraking met theorieën van Afrikaanse kunst, multiculturalisme en religie. In dat jaar wordt de zelfwerkzaamheid verder aangescherpt via een onderzoekstaak in de vorm van een bescheiden scriptie. De minor van het tweede bachelorjaar wordt verdergezet.
Master Het bachelordiploma is in principe een uitstroomdiploma. De meesten zullen evenwel verkiezen om verder te studeren in de master Afrikaanse talen en culturen. Die is rechtstreeks toegankelijk voor bachelors Afrikaanse talen en culturen en na een voorbereidingsprogramma voor alle andere academische bachelors. De master Afrikaanse talen en culturen bestaat voor een derde uit het schrijven van de masterproef. Daarnaast kies je ook een major. Binnen de master Afrikaanse talen en culturen zijn er twee majors waarbij men zich ofwel verdiept in de taal en de literatuur (Afrikaanse taal- en letterkunde) of in de cultuur en de geschiedenis (Afrikaanse cultuur en geschiedenis).
Studeren in het buitenland Studenten Afrikaanse talen en culturen worden aangespoord onderwijservaring op te doen in het buitenland. In het kader van het Erasmus-uitwisselingsprogramma kunnen studenten uit het derde jaar bachelor een studieperiode doorbrengen aan de universiteit van Helsinki, Lissabon, Leiden of Napels. Vanzelfsprekend wordt er ook gewerkt aan uitwisselingsmogelijkheden met Afrikaanse instellingen. Sinds verscheidene jaren is er een hechte samenwerking met de University of the Western Cape in Zuid-Afrika en er is ook de mogelijkheid om veldwerk te verrichten aan een onderzoeksinstituut in Kinshasa (Congo) of Tanzania. Voor verschillende van deze bestemmingen kunnen reisbeurzen aangevraagd worden, zodat een dergelijke unieke ervaring toegankelijk wordt voor elke student.
20
21
Internationalisering In alle opleidingen bestaan er samenwerkingsprogramma’s met partneruniversiteiten. Een deel van je studietijd doorbrengen aan een buitenlandse universiteit is een unieke kans. Het bekendste uitwisselingsprogramma is wellicht ‘Erasmus’ waarbij beurzen ter beschikking worden gesteld binnen de Europese Unie. Soms kan je al vanaf het derde bachelorjaar een semester of een jaar ‘op Erasmus gaan’. De studieperiodes worden integraal in rekening gebracht voor je normale studieloopbaan zodat je geen studievertraging oploopt. Op die manier geef je een extra dimensie aan je studie en behaal je een Vlaams diploma met Europese allure. Een aantal opleidingen voorziet ook uitwisselingen buiten Europa en buitenlandse stages behoren eveneens tot de mogelijkheden.
22
En verder (studeren) ... Niet-aansluitende master Na het afronden van een bacheloropleiding volgen de meeste studenten de rechtstreeks aansluitende master. Het is nog steeds de meest voor de hand liggende keuze. Een spoorwissel is echter ook mogelijk … Een aantal bachelordiploma’s kan doorstromen naar een masteropleiding in een ander (min of meer aanverwant) studiedomein. In sommige gevallen kan je onmiddellijk naar die master. Je kan de overstap soms ook voorbereiden door bv. in de bachelor een verbredende minor te kiezen. Kies je voor een vakgebied dat minder nauw aanleunt bij je bachelor, dan zal je je kennisniveau moeten bijwerken via een voorbereidingsprogramma. Op die manier verwerf je een brede waaier aan competenties en ben je goed gewapend om interdisciplinair te werken binnen onze complexe samenleving.
Master-na-master Wie al een masteropleiding achter de rug heeft en de opgedane kennis nog wil verbreden of verdiepen, kan kiezen voor een master-na-masteropleiding (ManaMa). Je kan die onmiddellijk na het afstuderen volgen of later. Een ManaMa bestaat doorgaans uit 60 studiepunten en wordt vaak al gecombineerd met een eerste job. Een master na master (ManaMa) eindigt net als een initiële master (ManaBa) met een masterproef.
Specifieke Lerarenopleiding De specifieke lerarenopleiding (SLO) leidt tot het diploma van leraar. Het diploma geeft officiële onderwijs bevoegdheid voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs. De opleiding legt echter ook een basis voor een ruimere educatieve vorming met het oog op een lesopdracht in het hoger onderwijs (profes sionele bachelors). Met dat diploma kan je ook opleidingen geven in bedrijven en andere educatieve sectoren. De opleiding steunt op algemeen pedagogisch-didactisch gerichte cursussen en op de vakdidactiek van de eigen studierichting. Studenten leren er de begrippen, redeneringen en processen uit het eigen vakgebied vertalen naar leerlingen toe. De opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk. Sommige masteropleidingen (van minstens 120 studiepunten) voorzien in hun structuur de mogelijkheid om tot 30 studiepunten van het theoretische gedeelte op te nemen. De praktijk bestaat uit stage: dat kan een klassieke stage zijn (oefeningen en stage in scholen) of een (betaalde) ingroei- of LIO (Leraar-In-Opleiding)-baan.
Doctoraat Doctoreren is een doorgedreven vorm van specialisatie rond een bepaald onderwerp in een bepaald onder zoeksdomein. Na een intensieve periode van origineel wetenschappelijk onderzoek schrijf je de resultaten neer in een proefschrift dat je verdedigt voor de examenjury. Na slagen krijg je de titel van doctor. Het is de hoogste graad die kan worden uitgereikt door een Vlaamse universiteit. Basisvoorwaarde is uiteraard een diepgaande interesse voor een bepaald vakgebied, gekoppeld aan een brede maatschappelijke belangstelling én de bereidheid om je een aantal jaren in te zetten voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. De meeste doctorandi zijn in die periode tewerkgesteld aan de universiteit als wetenschappelijk medewerker of in het kader van één of ander onderzoeksproject. Een hoge graad van expertise en de gepaste omkadering zijn alvast aanwezig. Een doctoraatstitel kan een belangrijke troef zijn voor leidinggevende en creatieve (research)functies, niet in het minst door de internationale ervaring die de doctoraatsstudent opbouwt. De titel van doctor is ook een voorwaarde voor wie een academische carrière binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert.
23
Postgraduaat Een aantal opleidingstrajecten voorziet een verdere professionele vorming na het voltooien van een bachelor- of masteropleiding. Die postgraduaatsopleidingen verdiepen of verbreden een aantal competenties en omvatten ten minste 20 studiepunten. Na afloop van een postgraduaatsopleiding krijg je een postgraduaatsgetuigschrift of bv. een diploma met bepaalde beroepstitel.
Permanente vorming Alle opleidingsprogramma’s die niet leiden tot een formeel diploma zijn gebundeld onder de term ‘permanente vorming’. De programma’s zijn zeer uiteenlopend qua omvang en duur. Ook de toelatingsvoorwaarden zijn erg verschillend afhankelijk van de opleiding.
24
25
1ste jaar Bachelor OPLEIDINGSONDERDEEL
2de jaar Bachelor SP
SEM
GEMEENSCHAPPELIJKE VAKKEN Overzicht van de historische kritiek Inleiding tot de wereldgeschiedenis Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen
3 3 3
1 2 1
Inleiding tot taal- en tekststructuren
3
2
Inleiding tot de antropologie
3
2
OPLEIDINGSSPECIFIEKE VAKKEN
26
Inleiding tot de Afrikaanse taalkunde
10
1
Cilubà I
10
2
De sociolinguïstiek van Afrika
10
2
Geografie van Afrika
5
1
De antropologische studie van Afrika en de diaspora
5
1
Inleiding tot het bronnenonderzoek en de methodologie van de Afrikaanse geschiedenis
5
1
Semestersysteem Alle opleidingen zijn georganiseerd volgens het semestersysteem. Dat wil zeggen dat het academiejaar opgesplitst is in twee semesters. Het is een stimulans om regelmatig te werken vanaf het begin van het academiejaar. Elk semester eindigt met de examens over de vakken van dat semester. Zo krijg je al halfweg het academiejaar feedback over je vorderingen, je manier van werken enz. Een heel beperkt aantal vakken wordt nog gedoceerd over de twee semesters heen (jaarvakken). Meestal gaat het dan om zgn. integratievakken zoals masterproef, projecten, seminariewerken … Studiepunten Studiepunten (sp) verwijzen naar de omvang van een vak/opleiding. Elk ‘jaar’ bestaat uit 60 sp verdeeld over de verschillende vakken. Bij het bepalen van het aantal studiepunten wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal uren les, oefeningen, practica … maar ook met de tijd die nodig is om alles te verwerken. Meer details over de verhouding aantal uren les/ oefeningen/practica/persoonlijke verwerking … vind je op www.studiegids.UGent.be. Ga via de faculteit en je opleiding naar het vak van je keuze.
3de jaar Bachelor
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Cilubà II
5
Cilubà III
5
1
Lingála III
5
1
2
Probleemstellingen binnen de Afrikaanse taalkunde
5
Lingála I
1
5
1
Taalgebruik en pragmatiek: Afrika en de diaspora
5
2
Lingála II
5
2
Multiculturalisme en multiculturele samenlevingen
5
2
De literaturen van Afrika
5
2
Culturele antropologie
5
2
Inleiding tot de linguïstische antropologie -en veldwerk
5
2
Kunst van Afrika
5
2
Overzicht van de geschiedenis van Afrika
5
1
ONDERZOEKSTAAK
5
2
Structuren van een Afrikaanse taal
5
2
KEUZEVAKKEN (twee te kiezen uit): Cilubà IV
5
1
5
1
Lingála IV
5
2
Afrikaans: taal- en letterkunde
5
1
MINOR
15
KEUZEVAK (één te kiezen uit): Algemene taalwetenschap: geschiedenis van de taalwetenschap Algemene literatuurwetenschap
5
MINOR
15
Globalisering, politiek en ontwikkeling (module 1) of een minor uit het volledige aanbod minors van de faculteit
1
aansluitende module uit de minor gekozen in Ba2
Info Een korte beschrijving van de inhoud van de rechtstreeks aansluitende master vind je al in deze bachelorbrochure onder ‘opbouw’. Het concrete vakkenpakket kan je raadplegen via de website www.opleidingen.UGent.be. Afzonderlijke brochures over de masteropleidingen zijn te verkrijgen op eenvoudige aanvraag bij het Adviescentrum voor Studenten.
27 27
Inhoud vakken eerste jaar >> Overzicht van de historische kritiek De studenten nemen een kijk achter de schermen over de verschillende fasen in het ontstaan van historische studies. Wat is een bron? Hoe spoort men de bronnen op? Hoe verloopt het echtheidsproces? Welke kritische teksten kan je gebruiken alvorens je kan overgaan tot het confronteren van de verschillende getuigenissen om over eenzelfde gebeurtenis de grootst mogelijke zekerheid te krijgen? De cursus biedt elementen aan om tegenstrijdigheden in dossiers, in informatie kritisch te kunnen behandelen en om een methodologie op te bouwen voor uiteenlopende menswetenschappen. In het tweede deel van de cursus krijgen de studenten inzicht in de historische synthese, meer bepaald in de verschillende visies op de geschiedenis die bestonden in de loop der eeuwen. Opeenvolgende scholen zagen telkens weer andere motoren van het menselijk handelen als essentieel, ontdekten telkens weer nieuwe mechanismen in de evolutie. In welke mate hebben ideologische, politieke en filosofische opvattingen dat beeld vertaald en eventueel vertekend? In het praktische gedeelte worden aan de hand van concrete, actuele casussen de theoretische uitgangspunten getoetst en geïllustreerd.
>> Inleiding tot de wereldgeschiedenis In dit vak worden de studenten vertrouwd gemaakt met ‘het mondiale perspectief’ binnen de sociale wetenschappen. Dit gebeurt in drie stappen: a) inzicht in de wijze waarop het perspectief van de wereldgeschiedenis in het verleden werd uitgebouwd, b) kennis van de diverse manieren waarop een wereldgeschiedenis kan worden opgebouwd, c) kritische reflectie over de plaats van de mondiale samenleving binnen historische en sociaal-wetenschappelijke verklaringsmodellen.
28
>> Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen Dit opleidingsonderdeel maakt de studenten vertrouwd met de literaire terminologie en de belangrijkste literaire stromingen in de wereldliteratuur vanaf de middeleeuwen tot vandaag. De cursus bevat een korte algemene inleiding over de methodologie van de literaire analyse, een deel over de samenhang en ontwikkeling van de grote literaire stromingen in Europa sinds de middeleeuwen en een deel over de literaire evolutie in de wereldliteratuur van de laatste 100 jaar (traditionele, triviale en avantgardistische literatuur).
>> Inleiding tot taal- en tekststructuren Het vak is opgebouwd rond twee vragen: wat is taal en wat is een tekst? In het eerste deel wordt het fenomeen taal belicht: taal als een systeem van tekens, taal als communicatie structuur, taal als psychisch vermogen. Ook de taalvariatie en de impact van taal op sociaal en cognitief vlak komen aan bod. Theoretische begrippen worden aan de hand van concrete voorbeelden aangebracht en uitgelegd. Het tweede deel handelt over de tekst: tekststructuren, tekstsoorten, interne analyses van de tekst zijn hier cursusonderdelen. Vooral de elementen die een rol spelen in de interpretatie van teksten worden systematisch besproken en uitgebreid geïllustreerd. Een verplichte lectuurlijst vervolledigt deze inleiding over taal en tekst.
Het heeft me twee jaar gekost om gewoon te leren studeren: hoe eraan te beginnen, om mijn draai daarin te vinden, om door te hebben hoe je elk vak anders moet instuderen ... Diana, masterstudente
>> Inleiding tot de antropologie In dit vak wordt een kritisch overzicht geboden van de voornaamste antropologische begrippen en hun onderlinge samenhang. Er wordt specifieke aandacht besteed aan de evolutie van een zekere cultuur gebonden, zelfs koloniale houding. De inzichten die voortkwamen uit de antropologie worden toegepast op onderling verbonden maatschappelijke velden en thema’s als kunst, economie, religie en intercultureel handelen. De centrale plaats van het etnografische veldwerk wordt besproken. Daarbij ligt de nadruk op de continuïteit tussen de niet-westerse en de eigen maatschappij.
29
>> Inleiding tot de Afrikaanse taalkunde In deze basiscursus krijg je een algemeen overzicht van de verschillende taalsoorten en taalfamilies in Afrika. Je verwerft inzicht in de onderlinge verwantschap tussen de talen, hun kenmerken, hun verspreidingsgebied. Aan de ontwikkeling van het onderzoek over deze talen wordt ook veel aandacht besteed.
>> Cilubà I In het eerste jaar wordt gestart met de taalstudie aan de hand van het Cilubà. Er is een algemeen overzicht waarin de terminologie voor de verschillende taaleenheden centraal staat. Het overzicht wordt aangevuld door de verklaring van de klanken die de student in dit stadium vertrouwd zijn. Dat gebeurt in het deel fonologie. De laatste stap is een inleiding tot de morfologie van het naamwoord en het werkwoord. Tijdens de studie van de morfologie, komt de morfonologie (= de overbrugging tussen fonologie en morfologie) aan bod wanneer noodzakelijk. Het didactisch materiaal bestaat uit syllabi, grammaticale overzichten en woordenboeken.
>> Sociolinguïstiek van Afrika
Ik merkte op dat herhaling de sleutel is tot een goed examen. Hoe meer je de leerstof herhaalt, hoe adequater alle info wordt opgeslagen in je langetermijngeheugen. Het is immers niet de bedoeling dat je alles blokt voor het examen, om vervolgens alles weer te vergeten. Lieze, masterstudente
Na enkele beginselen van de sociolinguïstiek bespreekt de docent de complexe taalsituaties die zich in Afrika kunnen voordoen. De lesgever besteedt aandacht aan meertaligheid, verkeerstalen, mengtalen, klasse- en dialectverschillen in diverse talen, taal en etniciteit. Ook wordt uitvoerig ingegaan op de gevolgen die de taalsituatie in Afrikaanse landen heeft voor onderwijs, politiek, Noord-Zuidrelaties …
>> De geografie van Afrika Afrika is een immens continent met reusachtige interne verschillen. In deze cursus geeft de docent een overzicht van de voornaamste geografische regio’s van Afrika, hun structuur, hun geschiedenis en van de manier waarop de geografie en de geologie de menselijke geschiedenis beïnvloed hebben.
30
31
>> De antropologische studie van Afrika en de diaspora Dit vak geeft een inleiding in de etnografische studie van Afrikaanse culturen. We bespreken en vergelijken klassieke en hedendaagse onderzoeken van politieke, socio-economische en religieuze structuren in Afrika. Studenten leren deze studies kritisch plaatsen binnen de historiek van theorievorming in de antropologie en in de (westerse) humane wetenschappen in het algemeen.
>> Inleiding tot het bronnenonderzoek en de methodologie van de Afrikaanse geschiedenis Dit vak biedt een eerste kennismaking met de Afrikaanse geschiedenis. De nadruk ligt niet op concrete, verhalende kennisverwerving (“feitjes”), maar op de methodologie van het vak. Hoe doe ik historisch onderzoek met betrekking tot Afrika, welke bronnen staan mij ter beschikking, welke analyses bestaan er, en hoe verwerk ik mijn bevindingen in een coherent historisch paper?
Weekschema eerste jaar 1ste semester MAANDAG
2de semester DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
8 u
Inleiding tot de Afrikaanse taalkunde
Overzicht van de historische kritiek
11 u Geografie van Afrika
14 u
14 u
Cilubà I Inleiding tot de wereldgeschiedenis
15 u
15 u
18 u
VRIJDAG
Inleiding tot taal- en tekststructuren
Inleiding tot de antropologie
12 u 13 u
17 u
DONDERDAG
10 u
13 u
16 u
WOENSDAG
9 u Inleiding tot het bronnenonderzoek van Afrika
10 u
12 u
DINSDAG
8 u
9 u
11 u
MAANDAG
De antropologische studie van Afrika en de diaspora
16 u Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen
17 u 18 u
De socio linguïstiek van Afrika
Dit schema geldt als model, wijzigingen kunnen ieder jaar voorkomen; uren en dagen kunnen variëren naargelang van de groepsindeling
32
33
Alvast een tip: de springuurtjes tussen de lessen door zijn soms gemakkelijk te vullen door op internet te zitten, maar eigenlijk kan je je tijd beter spenderen door dan je cursussen te onderstrepen en dergelijke … Tugba, 2de jaar bachelor
Studieondersteuning
B
eginnen aan universitaire studies betekent een grote verandering en aanpassing. Niet alleen is de groep studenten groter, het is vooral de hoeveelheid stof die omvangrijker is. Als student moet je bijgevolg beschikken over een flinke portie zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk. Allerlei initiatieven met betrekking tot studieondersteuning begeleiden je in dat proces.
Onderwijs Studeren begint in de les. In de lessen verneem je wat er van je verwacht wordt en hoe dat geëvalueerd zal worden. Je krijgt extra uitleg en illustraties die je inzicht zullen bevorderen. Je kunt vragen stellen bij de lesgevers (voor, tijdens en na de colleges) of bij de assistenten. Voor ieder vak is er een specifiek begeleidingsaanbod: vraagbaak, werkcolleges, spreekuren, computeroefeningen ... Hier verloopt de ondersteuning in kleinere groepen of zelfs individueel. De Universiteit Gent beschikt ook over een digitale leeromgeving onder de naam Minerva. Op die manier kan je op elk moment van de dag lesmateriaal of leeropdrachten bekijken of downloaden, opdrachten inleveren, online toetsen maken, communiceren met je lesgever en medestudenten … Een pc met internetaansluiting volstaat om in de digitale leeromgeving te stappen. Dat kan via je eigen pc thuis of op kot, of in één van de pc-klassen van de Universiteit Gent.
Monitoraat Het monitoraat van de faculteit is een vertrouwelijk en vlot toegankelijk aanspreekpunt voor alle studenten. De studiebegeleiders en trajectbegeleider van het monitoraat nemen initiatieven om het studeren vlotter en efficiënter te laten verlopen.
>> De studiebegeleiders –– begeleiden een aantal vakken in het eerste jaar bachelor inhoudelijk, je kan bij hen terecht met vragen over de leerstof; –– bieden individuele en/of groepsessies aan over studiemethode en studieplanning, examens afleggen, evalueren en bijsturen … en zijn dus het aanspreekpunt voor al je vragen rond studieaanpak; –– helpen je zoeken naar oplossingen voor zaken waardoor je studie minder wil vlotten (concentratieproblemen, faalangst, uitstelgedrag … ).
>> De trajectbegeleider –– geeft je individueel advies over je persoonlijk studietraject en studievoortgang; –– begeleidt en geeft informatie bij de keuzemomenten tijdens je studieloopbaan (afstudeerrichting, minor/major …), mogelijkheden i.v.m. GIT (geïndividualiseerd traject), aanvragen van een creditcontract, spreiding van studies enz.; –– helpt je bij heroriëntering (overstap naar andere opleiding).
Studieloopbaanadvies Het Adviescentrum voor Studenten is het centrale aanspreekpunt van de Universiteit Gent voor informatie en advies in verband met de diverse aspecten van de studieloopbaan zowel voor, tijdens als na je universitaire studie. Je kan er ook terecht voor begeleiding bij specifieke studieproblemen en persoonlijke/ psychologische problemen.
34
35
Studentenvereniging De opleiding Afrikaanse talen en culturen beschikt over een bloeiende studentenvereniging: de Oosterse Afrikaanse Kring (OAK). Behalve het verdelen van boeken en cursussen organiseert het OAK ook socioculturele en sportieve activiteiten voor studenten die geïnteresseerd zijn in de Afrikaanse en/of Aziatische cultuur. Een studentikoze reis naar (Noord-)Afrika of het (Midden-)Oosten staat elk jaar op het programma. Verder is er ook nog de Afrika-Vereniging van de Universiteit Gent (AVRUG) die allerlei Afrika-gerelateerde activiteiten organiseert. Tentoonstellingen of musea bezoeken en het organiseren van lezingen, debatten en filmavonden zijn vaste onderdelen van het activiteitenpakket van AVRUG. De belangstelling voor Afrikaanse culturen hoeft dus zeker niet beperkt te blijven tot de lesuren, maar wordt dankzij het OAK en AVRUG ook voldoende geprikkeld in de vrije tijd van de studenten. Sinds enkele jaren werd vanuit de vakgroep Afrikaanse talen en culturen het initiatief genomen alle Afrika-gerelateerde actoren van de Associatie Universiteit Gent (onderzoek, onderwijs, extra-curriculaire activiteiten, tijdschriften) te verenigen binnen het Gents Afrika Platform (GAP). Studenten afrikanistiek worden uitgenodigd zich te abonneren op de nieuwsbrief van GAP en op die manier komen zij in aanraking met alle mogelijke academische initiatieven die te maken hebben met Afrika. Dit opent hun ogen voor een grote verscheidenheid aan disciplines, gaande van pedagogie en rechten, over architectuur, tot bioingenieurswetenschappen en geneeskunde, allemaal geconcentreerd op Afrika.
De combinatie van mijn studie en mijn engagement in de studentenvereniging loopt natuurlijk niet altijd even vlot maar ik leer met problemen omgaan. Ook leer ik op die manier prioriteiten stellen. Tijdens de examenperiode ben ik niet beschikbaar voor de studentenvereniging. Ik vind dat een logische keuze. Want ik ben hier als student en dan denk ik dat mijn studie op dat moment op de eerste plaats moet komen.
Gewikt en gewogen
S
tudenten die kiezen voor Afrikaanse talen en culturen komen uit de meest diverse richtingen van het secundair onderwijs. Hun voorkennis is erg verschillend. Toch heeft dat weinig invloed op de studieresultaten.
Voorkennis Wat de studie van de talen betreft, is enige voorkennis van algemene grammaticale begrippen mee genomen, maar men vertrekt in principe vanaf nul. Ook in verband met literatuur en geschiedenis zal enige algemene kennis zeker van nut zijn, maar specifieke voorkennis is ook hier strikt genomen niet vereist. Wat zeker goed van pas komt, is een zekere leesvaardigheid in Engels en Frans. Vele van de wetenschappelijke teksten zijn in deze talen geschreven en je wordt verondersteld die vlot te kunnen lezen en begrijpen. De slaagkansen voor deze studierichtingen vertonen geen direct verband met de gevolgde vooropleiding in het secundair onderwijs.
Toelating Een diploma van het secundair onderwijs geeft rechtstreeks toegang tot de bacheloropleiding (behalve voor de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde). Wie hierover niet beschikt, neemt best tijdig contact op met het Adviescentrum voor Studenten voor meer informatie over afwijkende toelatingsvoorwaarden.
Brede interesse Omdat de opleiding Afrikaanse talen en culturen op universitair niveau gegeven wordt, veronderstelt dat van de student een goede algemene intelligentie, een dosis zelfstandigheid en vooral een brede interesse voor academische materies. Behoorlijke resultaten in het secundair onderwijs staan doorgaans borg voor de algemene intelligentie. Zelfstandigheid is vereist om regelmatig te studeren en zelfstandig opzoekingen te doen. Zich in kennis verdiepen is grotendeels een individuele bezigheid.
Kate, 2de jaar bachelor
36
37
Mijn studiekeuze was geen evidente zaak. Aanvankelijk wou ik altijd rechten gaan studeren, tot het laatste jaar secundair onderwijs daadwerkelijk ten einde liep. Mijn moeder nam me mee naar het Adviescentrum voor Studenten en daar maakte ik eerst een selectie van opleidingen. Op basis van wat ik graag studeer en waar ik goed in ben, bestudeerde ik de vakinhouden van diverse opleidingen. Daaruit maakte ik mijn definitieve keuze. Naïma, masterstudente
Motivatie doet wonderen De belangrijkste voorwaarde om te slagen is ongetwijfeld motivatie en een brede belangstelling, niet alleen voor taal en cultuur in het algemeen, maar ook voor cultuurgebieden die fundamenteel verschillen van de onze. Een absolute vereiste is interesse in de wetenschappelijke, academische behandeling van materies: om het cru maar eerlijk te stellen, wie Afrikaanse komt studeren vanuit een nietwetenschappelijke fascinatie voor het exotische komt bedrogen uit. Bedenk dus eerst of je überhaupt academische en fundamenteel theoretische studies aan een universiteit wil beginnen, en ga dan na of je afrikanistiek wil studeren.
Academisch competent?! In het hoger onderwijs vindt een langzame verschuiving plaats van kennisgericht opleiden naar competentiegericht begeleiden en beoordelen. Ook in de academische opleidingen is meer en meer aandacht voor algemene competenties. Hiermee worden zaken bedoeld zoals het verwerken van informatie, creativiteit, communiceren, probleem oplossend denken … Aan de universiteit wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de wetenschappelijke competenties. Je wordt ondergedompeld in de wereld van wetenschappelijk onderzoek en je leert hoe complexe theoretische en/of concrete problemen vanuit wetenschappelijke achtergrond worden benaderd. Dit zijn competenties die in heel veel werksituaties van onmisbaar belang zijn en die de eigenheid van een academisch diploma bepalen. Diploma’s blijven uiteraard belangrijk maar bij sollicitaties wordt er steeds meer gepeild naar die achterliggende competenties.
Aan het werk
D
e behoefte aan kennis over andere culturen is enorm groot. De academische wereld voelt het belang daarvan al lang aan. Ook de politiek en het bedrijfsleven hebben er baat bij om de plaats van Afrika en van Afrikanen in de wereld beter te kunnen situeren, en om het nieuwe samenleven in een multiculturele omgeving te verbeteren.
Concreet
Het heeft geen zin al vóór je studies oog te hebben voor de arbeidsmogelijkheden die je diploma zou bieden want eerst moet je dat diploma behalen. Nicolas, 3de jaar bachelor
De studies in de richting Afrikaanse talen en culturen vormen geen specifieke beroepsopleiding. Een gevolg daarvan is dat de afrikanistiek slechts beschikt over een kleine specifieke arbeidsmarkt. Deze is beperkt maar bijzonder verscheiden en strekt zich uit van het onderwijs en permanente vorming, over het bibliotheekwezen, gespecialiseerde musea, de integratiesector, het diversiteitsbeleid en specifieke studiediensten tot en met het sociaal-cultureel werk zowel rond migranten en vluchtelingen als in NGO’s van allerlei pluimage in België en in het buitenland. Afgestudeerden uit deze richting betreden daarnaast een heel brede markt, samen met afgestudeerden uit de meest verscheiden richtingen. Ze krijgen toegang tot deze ‘algemene markt’ omwille van hun persoonlijkheid, hun vooropleiding of door het volgen van een bijkomende studie of na een wervingsexamen. We denken daarbij aan allerlei overheidsfuncties: op gemeentelijk, provinciaal of ministerieel niveau, of in internationale organisaties en instellingen. Wie goed is, kan terecht in een van de nieuwsmedia of in het bedrijfsleven.
Mogelijkheden aftasten Jobs worden je niet op een schaaltje aangeboden. Zeker met een diploma Afrikaanse talen en culturen zal je inspanningen moeten doen om zelf openingen te creëren in de arbeidsmarkt. Dat is niet alleen een noodzaak om zelf een job te vinden, maar ook een maatschappelijke opdracht die voor elke afgestudeerde een belangrijke en boeiende uitdaging vormt.
38
39
Nog meer info Opleidingsaanbod UGent www.opleidingen.UGent.be Adviescentrum voor Studenten www.UGent.be/adviescentrum
>> De regionale studie-infodagen (sid-ins) In alle Vlaamse provincies worden door scholen en Centra voor Leerlingenbegeleiding, op initiatief van het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, speciale studie-informatiedagen georganiseerd. Ook de Universiteit Gent is daarop aanwezig met een aantal studieadviseurs en medewerkers uit de faculteiten.
>> De brochures Over elke bacheloropleiding van de Universiteit Gent bestaat een gedetailleerde brochure. De informatie over de masteropleidingen is gebundeld in afzonderlijke brochures per faculteit. Alle brochures kunnen op eenvoudige aanvraag verkregen worden in het Adviescentrum voor Studenten of via de website geraadpleegd worden (www.opleidingen.UGent.be ga naar de opleiding van je keuze via de rechterbalk).
>> De infodagen aan de universiteit De Universiteit Gent organiseert voor iedere opleiding een afzonderlijke infodag. Je kan ter plaatse de opleiding beter leren kennen. Door het contact met professoren, assistenten of ouderejaars kan je nagaan of je verwachtingen wel kloppen. Boven alles krijg je een beeld van wat je écht te wachten staat. Ook voor ouders worden er speciale infodagen georganiseerd. Een folder (incl. inschrijvingsstrook) kan je verkrijgen in je Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), via het Adviescentrum voor Studenten of op de website (www.opleidingen.UGent.be > infodagen).
40
>> Het Adviescentrum voor Studenten Universiteit Gent Blijven er na een bezoek aan de sid-ins en infodagen en na het doornemen van de documentatie nog vragen over of wens je een persoonlijk gesprek, dan kan dat op het Adviescentrum. De studieadviseurs staan ter beschikking van toekomstige studenten en hun ouders. Voor een uitgebreide babbel is het wel wenselijk vooraf een afspraak te maken.
>> De Universiteit Gent op internet Up-to-date informatie over de Universiteit Gent kan je op elektronische wijze raadplegen. Wil je meer weten over een bepaalde vakgroep of over het onderzoek dat daar wordt verricht, wil je de exacte studie programma’s kennen van alle opleidingen of ben je nog volop aan het zoeken en wil je in een notendop de verschillende kenmerken van de opleidingen raadplegen? Neem dan je surfplank en vereer ons met een bezoekje: www.UGent.be.
>> Documentatie Straks student in Gent: algemene kennismakingsbrochure voor de toekomstige student Infodagen: data + inschrijvingsformulier voor de infodagen per opleiding; nieuwe versie december Wonen in Gent: info over huisvesting; nieuwe versie januari Vlot van start: info over vakantiecursussen en inschrijvingsmodaliteiten; nieuwe versie januari Centen voor Studenten: info over studiefinanciering, sociaaljuridisch statuut …; nieuwe versie februari.
41
42 43
Belangrijkste leslokalen eerste jaar bachelor Afrikaanse talen en culturen Adviescentrum voor Studenten Station Gent Sint-Pieters
2, 7 2 30
Stadsplan faculteitsgebouwen 2, 7 Letteren en Wijsbegeerte 12 Rechtsgeleerdheid 12 Politieke en Sociale Wetenschappen 16 Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 4 Economie en Bedrijfskunde 18, 19, 23 Wetenschappen 3, 8, 24 Ingenieurswetenschappen 15 Bio-ingenieurswetenschappen 21 Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 17 Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding 26 Diergeneeskunde 20 Farmaceutische Wetenschappen
7
2
Voor alle verdere inlichtingen:
Adviescentrum voor Studenten Directie Onderwijsaangelegenheden Afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent T 09 331 00 31 -
[email protected] www.UGent.be/adviescentrum
Afrikaanse talen en culturen Informatiebrochure bacheloropleidingen aan de Universiteit Gent 2011
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Wijsbegeerte, Moraalwetenschappen Taal- en letterkunde: twee talen Oosterse talen en culturen Oost-Europese talen en culturen Afrikaanse talen en culturen Geschiedenis Kunstwetenschappen Archeologie Rechten Criminologie Politieke wetenschappen, Communicatiewetenschappen, Sociologie Psychologie Pedagogische wetenschappen Economie, Toegepaste economie, Handelsingenieur Wiskunde Fysica en sterrenkunde Informatica Chemie Biologie Biochemie en biotechnologie Geologie Geografie en geomatica Burgerlijk ingenieur Burgerlijk ingenieur-architect Bio-ingenieur Geneeskunde Tandheelkunde Logopedie, Audiologie Biomedische wetenschappen Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (i.s.m. Arteveldehogeschool) Farmacie Diergeneeskunde