Reformatorisch Dagblad | informatie
Uitgelicht
WOONSTIJL FRENCH LIVING.
Reformatorisch Dagblad | magazines
reformatorisch familieblad Reformatorisch Dagblad | evenementen
Ds. J. Belder
portret van Yerseke
Tweeling
„Niemand sprak over de hel zo indringend als Jezus.”
„Dezelfde trui bestellen we in verschillende kleuren.”
Reformatorisch Dagblad | magazines
20 juli 2016
» 33e jaargang » nummer 22
Al deze producten zijn ook online te bestellen op www.debongerd.nl
Slapen op een
hooizolder... en meer
tips
voor een
goedkope vakantie De Bongerd 7.500 m2 | Batterijenweg 19, Kesteren | tel. (0488) 48 8855 | www.debongerd.nl
20 juli 2016 . 33e jaargang nummer 22 . losse nummers € 3,95
6
*
*
terdege • 20 juli 2016
Vakantie
Kriebels op de
hooizolder Vakantie. Vaak een hele aanslag op het gezinsbudget! In een zoektocht naar leuke en vooral niet te dure overnachtingsmogelijkheden stuitten we op aardige tips voor de zomer. Gratis kamperen bijvoorbeeld. Dat kan! En: wie durft nog te slapen in het hooi? tekst Mariska Dijkstra-Wolters beeld Tineke van der Eems
terdege • 20 juli 2016
7
„Achttien jaar getrouwd, hoe doe je dat?” Ze werkt bij een internationaal bedrijf. De collega’s van Jolanda van Schothorst komen uit zo’n veertig verschillende landen. „Naarmate mensen verder van het geloof afstaan, merk je bij hen ook een meer belangstellende houding.” tekst Ad Ermstrang beeld Anton Dommerholt
Waar werkt u en waarom dit beroep?
Wie:
Jolanda van SchothorstGeluk Woonplaats:
Bodegraven Leeftijd:
42 Gezin:
Gehuwd, zes kinderen Kerk:
Gereformeerde Gemeenten
16
terdege • 20 juli 2016
„Ik werk vier dagen per week bij UL Transaction Security in Leiden. Dit bedrijf houdt zich bezig met het testen van de veiligheid van internet, betaalkaarten, pasjes die gebruikt worden in het openbaar vervoer, paspoorten en ID-kaarten en mobiel dataverkeer. Ik heb de opleiding maatschappelijk werk aan de CHE in Ede gevolgd, maar vond maatschappelijk werk niet zo bij mij passen. Na mijn trouwen heb ik de opleiding zij-instromer aan de Pabo gedaan en enige tijd voor de klas gestaan. Toen ons gezin groeide, ben ik helemaal gestopt. Als voorzitter van een koor heb ik de laatste jaren veel regelwerk. Ook doe ik de administratie voor TCC, de christelijke transatlantische lobbyorganisatie die mijn man heeft opgericht. Dat ligt me. Mijn man heeft uit zijn werk vooralsnog geen inkomen. Hij werkt vanuit huis, zodat ik naar administratief werk kon omzien. Toen het echt nijpend werd, kwam ik via een familielid in aanraking met UL. Ik kon daar al snel beginnen. Ik heb daarin echt Gods lei-
ding ervaren. Ik werk er gedeeltelijk bij de receptie, houd me bezig met het boeken van vluchten en hotels voor collega’s en doe de administratie voor een afdeling.”
Weten uw collega’s (en/ of klanten) van uw achtergrond?
„Tijdens mijn sollicitatiegesprek is het niet aan de orde geweest, maar tijdens een eerste contact met mijn manager heb ik wel aangegeven hoe bijzonder ik het vond dat ik daar aan de slag kon op een moment dat dat in ons gezin nodig was. Toen ik het over Gods leiding had, sprak zij over een ‘universum dat het leven leidt’. Alle mensen met wie ik te maken heb, weten wel waar ik sta. In de praktijk stuit ik niet op zaken waar ik niet mee uit de voeten kan. Je gaat, net als de anderen, voor de doelen van het bedrijf.”
Leidt dat tot gesprekken?
„Soms wel. Over het algemeen tref ik belangstelling aan. Meestal is het niet heel gedetailleerd, daar ontbreekt vaak ook de tijd voor. Met een
interview
“Bij andere religies moet je jezelf opwerken” Christen in de
samenleving
christelijke collega heb ik wel diepere gesprekken, ook naar aanleiding van de diensten op zondag. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe mijn collega’s aankijken tegen de aard van de mens: in principe goed, of geneigd tot het kwaad? Als dit laatste niet waar zou zijn, waarom zou dit enorme beveiligingsbedrijf dan nodig zijn? Alleen voor een enkeling die ontspoort?”
Hoe probeert u de christelijke beginselen over te brengen?
„Mijn collega’s komen uit alle werelddelen, ieder met zijn eigen mens- en godsbeeld. De meesten delen met elkaar ‘dat er iets is tussen hemel en aarde’ maar wat dat is, wordt dan niet duidelijk. Tijdens een lunchpauze kwam recent het gesprek op het geloof. Toen heb ik aangegeven wat het grote verschil tussen het christendom en de andere wereldgodsdiensten is. Bij andere religies moet je jezelf opwerken, voor christenen is er sprake van bevrijding. Jezus komt naar ons om ons te verzoenen met God.”
Aan welke vorming heeft u het meest gehad?
„Allereerst aan mijn opvoeding. Ik kom uit een groot gezin, waarin ik geleerd heb ‘mijn bord leeg te eten’, af te maken waarmee ik begin. Tijdens mijn opleiding leerde ik zelfstandig te geloven en dat niet alleen te baseren op wat ik via mijn opvoeding heb meegekregen. Door familieleden in het buitenland en mijn man heb ik internationale ervaring opgedaan. Dat verruimt je blik en werkt eveneens vormend.”
Moet er, bijvoorbeeld in de preek, meer aandacht zijn voor het christenzijn in de praktijk?
„Onze consulent, ds. Vreugdenhil, doet dat zeker voldoende. Hij brengt het Woord op een wijze dat je er niet onderuit kunt, in aansluiting op het leven van alledag. Persoonlijk word ik ook sterk geraakt door het orgelspel tijdens de dienst, zeker als dat op een goede wijze aansluit. Dan is het bijna een preek op zich.”
Kunt u een voorbeeld geven van een bijzondere ontmoeting?
„Tja, wat is een bijzondere ontmoeting? Elke ontmoeting is bijzonder. Naast de zakelijke contacten heb ik af en toe persoonlijke gesprekken met collega’s. Zo kreeg ik bijvoorbeeld de vraag: ‘Je bent achttien jaar getrouwd, hoe doe je dat?’ Dat gaf mij ruimte om te vertellen over hoe ik daarin sta. Soms is het luchtiger. Een collega mailde me dat ze hoopte dat haar net door mij nieuw geboekte vlucht niet opnieuw gecanceld zou worden. ‘Fingers crossed’, zo besloot ze. Ik mailde terug: ‘I pray for you.’ Ze antwoordde: ‘I know you do.’
Wordt het moeilijker om voor uw christen-zijn uit te komen?
„Nee, dat wordt alleen maar gemakkelijker. Door de tijd heen ben ik er zelf meer ontspannen in geworden. Daarnaast merk ik dat mensen, misschien wel doordat ze verder van het geloof afstaan, juist opener lijken te staan voor mijn overtuiging.”
terdege • 20 juli 2016
17
Van het hooien bestaat vaak een romantisch beeld
20
terdege • 20 juli 2016
Op het erf
Hooitijd: met elkaar klaren we de klus De boer heeft de gekuild. Nu moet er in zo’n periode ver eigenlijk ook geen
graskolder en er is gemaaid en nog gehooid worden. Regelmaat is te zoeken. Geen tuinwerk dus, en tijd voor een Terdege-artikel...
tekst Jolanda Bloos beeld Jolanda Bloos en Istock
I
k weet het echter goed gemaakt: gaat u maar mee naar het hooiland. We glippen de tuin uit en gaan het koeienpad over. Denk om de stroomdraad! Achter in het weiland liggen de ruggen droog gras al te wachten. De pers komt eraan en de platte wagens worden achter de trekker gekoppeld. De pers maakt van de ruggen gras mooie balen. En die balen... Juist, die moeten allemaal opgestapeld worden op de wagens.
Van hand tot hand
Mensen hebben vaak een romantisch beeld bij het hooien. Het is echter hard werken in vaak erg warm weer. Aan de andere kant heeft het zeker een bepaalde sfeer. Vaak is het hele gezin erbij aanwezig, soms ook vrienden of familieleden. Met elkaar klaren we de klus! Als er regen dreigt, maken we weleens hutjes van de balen. Zo
kan de eventuele regen er minder schade aan toebrengen. Als de wagens vol zijn, wordt de zaak goed vastgesjord met stevige touwen. Zo kunnen we veilig over de weg gaan. Daarna gaan alle hooibalen nog een keer van hand tot hand, bij het lossen. Op de hooizolder worden ze netjes in verband gestapeld.
Wikkelbalen
Tegenwoordig is er ook de mogelijkheid om grote balen te laten persen. Heel wat arbeidsvriendelijker! Die worden namelijk met de trekker opgeladen. Altijd wordt de droge stof gemeten. Is het gras binnen in de baal toch wat te vochtig, dan is er grote kans op hooibroei, wat brand kan veroorzaken. Mocht dit het geval zijn, dan gaan we over tot het wikkelen van de pakken in plastic. Zo gaat het hooi niet broeien. Wikkelbalen zijn voor de boeren overigens ook een alternatief voor inkuilen.
Drukke dagen...
terdege • 20 juli 2016
21
Snel gemaakt:
cranberrykoekjes Je ziet ze overal: leuke potjes vol ingrediënten waar alleen nog maar water, boter of een ei bij moet om koekjesdeeg te maken. Lekker, maar duur. Met dit recept maak je heerlijke cranberrykoekjes in een handomdraai! tekst Jacobine van den Bos-Segers beeld Anton Dommerholt
* *
* * *
Ingrediënten:
*
200 gram havermout 20 gram gerapte kokos (optioneel) 1 tl bakpoeder snufje zout 3 el gesmolten kokosolie 3 a 4 el honing (of meer naar smaak) 200 ml warm water 1 handje cranberry’s
42
terdege • 20 juli 2016
* *
Culinair
Houd je handen nat bereiding:
* * * * * * * *
Verwarm de oven voor op 170 graden. Meng in een kom de havermout, de kokos, het bakpoeder en het zout. Voeg daarbij de gesmolten kokosolie, honing en cranberry’s. Als alles goed gemengd is, voeg je het water toe en meng je het tot je een soort deeg hebt. Het is mogelijk dat je iets meer water moet toevoegen. Het deeg is klaar als je er balletjes van kunt rollen, zonder dat er heel veel deeg aan je vingers blijft plakken. Maak met je handen of met een lepel balletjes. Leg de balletjes op een bakplaat met bakpapier en druk ze een beetje plat. Bak de koekjes 25 minuten in de oven.
Plakkerig Jacobine v/d Bos Voor een verjaardag kreeg ik ooit een pot met inhoud waar je alleen nog maar water aan toe hoefde te voegen, en dan had je koekjesdeeg. Oh, wat vond ik die cranberrykoekjes lekker. Daarom ben ik aan de slag gegaan met een recept. Bij dit koekjesdeeg krijg je wel vieze handen! Doordat er honing doorheen gaat, is het best een plakkerige bedoening. Je moet ook even doorhebben hoe je het deeg het beste kunt verdelen. Mijn tip: Houd je handen nat met koud water. Daardoor blijft het minder plakken aan je handen. Uit dit recept haal ik twaalf koekjes. Maar je kunt er natuurlijk ook meer of minder maken. Om wat te variëren kun je in plaats van cranberry’s ook rozijnen, gedroogd fruit of stukjes chocolade gebruiken.
[email protected]
Je kunt ook rozijnen, gedroogd fruit of stukjes chocolade nemen terdege • 20 juli 2016
43
interview
44
terdege • 20 juli 2016
Onderweg naar hemel of hel De prediking van de twee wegen is in veel kerkelijke gemeenten nog wel te horen, over de eindbestemming wordt het steeds stiller. Twee recente publicaties roepen op tot bezinning. „In hoeverre weegt de laatste ernst nog voluit mee, ook in het pastoraat?” tekst Huib de Vries beeld Anton Dommerholt
I
n de kerkelijke kring waartoe hij behoorde, zag ds. J. Belder de aandacht voor de laatste dingen in korte tijd verdampen. Hij groeide op in het ‘middensegment’ van de Nederlandse Hervormde Kerk. „Daar had in de jaren ’60 in de prediking een omslag plaats van het hiernamaals naar het hiernumaals. Hetzelfde gebeurde in de Gereformeerde Kerken. De prediking en de liturgie werden horizontaler, de kerken leger.” Een van de mensen die zich tegen de horizontalisering verzetten, was ds. J. Overduin. „Ik heb veel gehad aan zijn publicaties ‘Het onaantastbare. Over de christelijke hoop’ en ‘Hier beneden is het...’ In de Bijbelse prediking is er een gezond evenwicht tussen het verstaan van onze taak op aarde en de gerichtheid op de eeuwige toekomst.” Vandaag krijgt het laatste oordeel en wat erop volgt ook binnen de gereformeerde gezindte weinig aandacht. Voor de Gereformeerde Bond was dat reden om een uitgave in de Artios-reeks aan dit onderwerp te wijden. Ds. Belder werd aangezocht als auteur. Hij schetst in het boek de hedendaagse visie op hemel en hel, het denken daarover in het verleden
en de Bijbelse boodschap over de eindbestemming van de mens. De publicatie kreeg de titel ‘De laatste ernst. Over de plaats van hemel en hel in prediking en pastoraat’. De emeritus predikant uit Dordrecht hoopt dat het boek een signaalfunctie heeft. „De Bijbelse boodschap dat er twee wegen zijn, met een verschillend eindpunt, komt er vaak wat mager af in de prediking. In hoeverre weegt de laatste ernst nog voluit mee, ook in het pastoraat? Met een zekere afstand volgen we de ontwikkelingen die in andere delen van de kerk eerder plaatsvonden.”
U koos in uw boek voor een brede benadering.
„Ja, het leek me zinvol om het onderwerp in een historisch perspectief te plaatsen. De overtuiging dat er na de dood tweeërlei bestemming is, leeft in alle religies. De mens heeft een ingeschapen besef van de eeuwigheid, het oordeel dat wacht en een voortbestaan in wel of wee. Richt je de blik op het christendom, dan valt op dat dit met name in de Middeleeuwen zeer concreet werd beleefd. Dat blijkt niet alleen uit geschriften, zoals ‘De goddelijke komedie’ van Dante, maar ook uit beeldende kunst in die tijd.
Denk aan de schilderijen van Hiëronymus Bosch en Pieter Bruegel. Daar zit een enorme ernst achter, die pas met de Verlichting in de 18e eeuw uit veel hoofden en harten verdwijnt.”
Hoe verklaart u dat het besef van de laatste ernst nu ook in orthodoxe kring onder druk staat?
„In de eerste plaats door het materialisme en de medische vooruitgang. Dood en armoede zijn ver van ons af komen te staan. Ook voor orthodoxe christenen is het hier beneden wél, al belijden ze anders. De eeuwigheid is buiten onze horizon geraakt. Daarin speelt de invloed van de algehele secularisatie mee. Onder nogal wat predikanten leeft de gedachte dat de mensen die trouw blijven aan de kerk allemaal ware christenen zijn. Het besef dat kinderen van het verbond verloren kunnen gaan, neemt af. De kernvraag van Luther – hoe ben ik rechtvaardig voor God? – kom ik vrijwel niet meer tegen. De mensen willen een praktische preek, waar ze iets mee kunnen. Men begint achter het kruis zonder ooit bij het kruis te zijn geweest. Een ander deel van de gereformeerde gezindte is druk met de weg tot het kruis, en komt dáár-
terdege • 20 juli 2016
45
54
terdege • 20 juli 2016
Wonen in het huis van je overgrootmoeder De voor- en zijgevels van hun toekomstige woning zouden Hendrik Wielink (27) en Heline Wielink-Huisman (24) laten staan. Maar zelfs die muren van het gemeentelijke monument gingen om. Binnen een jaar tijd herrees er aan het Portiekstraatje in Staphorst een schitterende woonboerderij. tekst Gisette van Dalen-Heemskerk beeld Anton Dommerholt
terdege • <%D> <%M> <%Y>
55
*
koningshuis
Links: bijeenkomst in de Ridderzaal. Rechts: defilé.
Eerbetoon aan de veteranen Op de laatste zaterdag van juni is er in Den Haag altijd een feest van herkenning en erkenning. Dan worden de ruim 117.000 veteranen geëerd met een defilé, een bijeenkomst in de Ridderzaal en een medaille-uitreiking op het Binnenhof. Eregast van de Nederlandse Veteranendag is de koning. tekst Josine Droogendijk beeld ANP
terdege • 20 juli 2016
63
e k e s r e Y
Geboorteplaats van de SGP:
Wie Yerseke zegt, zegt schelpdieren. Het voorheen agrarische gehuchtje kwam tot bloei door de oesters en mosselen. Maar weinig inwoners hebben niet op een of andere manier met de visserij te maken. Ook het toerisme groeit. „We moeten geen Volendam worden.” tekst Ad Ermstrang beeld Anton Dommerholt
68
terdege • 20 juli 2016
E
en frisse wind verjaagt de zompige hitte van de vorige dag. Een beetje voorovergebogen, met een zware mand in zijn rechterhand, staat het mosselmannetje op het havenhoofd. Hij lijkt in vroeger dagen te zijn weggelopen van een van de vissersschepen. Het is er in 1965 geplaatst bij de opening van de nieuwe Koningin Julianahaven. Aangelegd omdat de vorige haven (weer) te klein was voor de in formaat steeds groeiende schepen. Daaraan heeft Yerseke de oude havens overgehouden. Die zijn nu gevuld met jachten. Veel rijke Belgen hebben de fraaie uitvalsbasis aan de Oosterschelde ontdekt. Het is vrijdagochtend. Een deel van de circa tachtig schepen van de mosselvloot is afgemeerd. De meeste zijn onderweg naar huis. Een eindje verderop staat de mosselveiling. De enige van West-Europa. Yersekekenner Bram van Stee verwacht niet dat in de toekomst nog een nieuwe haven nodig zal zijn. „De schepen hebben nu wel een maximale grootte bereikt.” Hij kan het weten. De bijna 66-jarige is al dertig jaar raadslid. Als diaken maakt hij al 28 jaar deel uit van de kerkenraad van de gereformeerde gemeente.
IJskoud
Een tocht met Van Stee begint op de plek waarmee hij nauwe banden heeft. We lopen naar de dijk, waarachter de drie complexen met oesterputten zijn verscholen. Het toeristische hart van Yerseke. Van Stee weet nog dat zijn vader in de oesters werkzaam was. In plat Zeeuws vertelt hij over toen. „Hij liep in een waadpak in het ijskoude water. Dat was bar slecht
werk. De mensen die dat deden, waren al vroeg versleten.” Rond 1870 werden de eerste oesterputten gegraven. Ze waren voor de opslag en het schoonspoelen van de oesters. Anno 2016 ligt een deel van de omgeving er enigszins troosteloos bij. Langs de dijk zijn verschillende nieuwe visrestaurants en proeverijen geopend, maar sommige schuren aan de overzijde van de putten zijn dringend aan een opknapbeurt toe. Dat komt doordat de oestercultuur in de winter van 1963 een enorme klap kreeg. De schelpdieren vroren in de toen barre omstandigheden dood en de oesterkwekers waren gedwongen naar andere inkomsten om te zien. Sommigen zochten hun heil in de champignons, anderen kregen elders in de visserij werk. Van Stee is blij met het initiatief van schaal- en schelpdierenbedrijf Dhooge. Die heeft vijf jaar geleden een deel van de terreinen opgekocht en er een voorlichtingscentrum voor de oester- en mosselcultuur gevestigd. Vooral de promotie van de oester op deze historische plek doet de inwoner van Yerseke goed.
Dakpannen
De jonge mede-eigenaar van de Oesterij.nl Jean Dhooge gelooft in een comeback van de oesters, sinds 1963 een ondergeschoven kindje in de schelpdierencultuur. In de oude loodsen aan de Oosterschelde heeft hij enkele informatiecentra ingericht. Net als aan de dijk kan er ook worden geproefd. Er hangen oude foto’s van hoe het was. De kweek vond plaats tussen witgekalkte dakpannen. „Yerseke zag aan het begin van de vorige
Bram van Stee.
Plaats met
karakter Deel 3
Yerseke Aantal inwoners: Bijna 7000 Oppervlakte: 425 hectare (0 hectare water) Kerken: Gereformeerde Gemeente, Hervormde Gemeente Rehoboth, Protestantse Kerk in Nederland, Gereformeerde Kerk, Vrije Evangelische Gemeente Typisch Yerseke: mosselen oestercultuur, vissersvloot, recreatievaart Gebied: Oosterschelde, natuurgebied Yerseke Moer
terdege • 20 juli 2016
69
„Je hebt altijd iemand om mee te winkelen.” meerlingen
deel 3
„We hebben een heel eigen vriendinnengroep.”
80
terdege • 20 juli 2016
Jongeren
Allebei braaf en toch verschillend Dezelfde sprekende ogen, gedeelde humor en ongeveer dezelfde kledingsmaak. Maar de tweeling Emeline en Louise Lefèvre uit Gouda benadrukt vooral dat ze losse persoonlijkheden zijn. „We zijn wel hecht, maar kunnen best zonder elkaar en zitten echt niet aan elkaar vastgekleefd.” tekst Henrieke van Dam beeld Sjaak Verboom
L
efèvre. De achternaam van Emeline en Louise is even mooi als ingewikkeld. „Geeft niet, we zijn het gewend om de naam te moeten spellen. Alleen weten we zelf niet meer waar het streepje hoort, want we schrijven het altijd zonder.” Een gelijke lach, twee schouders gaan omhoog. De oorsprong van de achternaam is nog wel bekend. „Onze vader komt uit Frankrijk. Voor zijn werk hebben we daar ook drie jaar gewoond. Dat was vooral lekker warm en erg leuk. De groepen 3, 4 en 5 hebben we op een internationale school in Frankrijk doorgebracht. Daar hadden we les van acht tot vijf, iedere dag. Met tussendoor lange pauzes en veel gym. We speelden dan in het bos, tennisten of deden aan boogschieten. We waren jong en het was een avontuur,
maar we hadden veel steun aan elkaar. Dat scheelt als je geen andere broers of zussen hebt.” Met een schuin oog naar elkaar: „Nu is het nog steeds handig om tweeling te zijn. Je hebt altijd iemand om mee te winkelen. Maar elkaars beste vriendinnen zijn we niet. We kunnen prima een week zonder elkaar.”
Evenwicht
Daar is de tweeling zeker van, want dat bleek nog dit schooljaar. Met een uitwisselingsprogramma vanuit school. Louise vertrok naar Duitsland en Emeline naar Engeland. „Dat was echt eens fijn. Omdat we allebei in 4 VWO zitten, heb je altijd familie om je heen die weet wat je doet. Nu maakten we een keer onze eigen dingen mee en konden we tenminste verhalen vertellen die de ander nog niet wist. Omdat we best
verschillend zijn, hebben we een heel eigen vriendinnengroep. Daar gingen we mee weg, dus dat was extra leuk.” Ze zijn allebei 16, vertellen op dezelfde manier en vullen elkaar perfect aan als je met hen in gesprek bent. Zijn de meiden toch niet meer gelijk dan ze zelf denken? „Nee, we zijn echt niet hetzelfde”, klinkt het twee keer, op exact hetzelfde moment.
“ ik zit nu op de 10.000.000 foto's”
„Onze vader komt uit Frankrijk”
terdege terdege 2016 • 20 juli 2015 • 24 december
81