PersoneelsBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 38 NUMMER 9 27 juni 2013
Slagen voor het nieuwe EPD
Foto: Marc van Teeffelen
Het aftellen is begonnen: nog ‘slechts’ een paar maanden en het Radboud gaat met het nieuwe EPD van Epic werken. Voordat het zover is, moet élke gebruiker getraind worden, duizenden medewerkers gaan ‘op examen’. Een megaoperatie, waar ons UMC zich goed op voorbereid. Gijs Munnichs
Negenduizend uur, zoveel trainingsuren heeft de grootste afdeling – Kindergeneeskunde – in ons UMC voor de boeg. 540 medewerkers hebben ieder gemiddeld meer dan 15 uur training te volgen om Epic eigen te maken. ‘Het plannen van de trainingen was best pittig’, zegt Rianne Bindels, informatiemanager Kindergeneeskunde. ‘Vooral voor onze medici. Door het aanbieden van avondsessies aan deze groep is de planning rondgekomen. Maar dat vraagt wel een extra tijdsinvestering van ze.’ Maandag 3 juni opende de inschrijving voor de training, klokslag 8.00 uur. Het was te vergelijken met een run op een gewild concertkaartje, waarbij je de beste plek probeert te bemachtigen. ‘Op papier hadden we de planning
Pagina 3 Energie in Verandering: met energie bijdragen aan nieuwe Radboudkoers
Pagina 5 Interview met Valkhofleerstoelhouder Kay Dickersin
al eerder op orde’, zegt stafmedewerker Bianca Nijboer van Mond-, Kaaken Aangezichtschirurgie, waar ruim 50 medewerkers geschoold moeten worden. ‘Twintig minuten na de start hadden we alle inschrijvingen rond. En allemaal op de gewenste data. Dat is hartstikke mooi.’
Epic biedt volop kansen UMC-breed worden er duizenden mensen getraind om met Epic te werken, vanaf de zomer tot en met eind oktober. Tegelijk blijft de zorg – uiteraard – gewoon doorgaan. De komst van het nieuwe EPD is een operatie die zijn weerga niet kent. Dat is niet zomaar, want Epic biedt volop kansen voor ons UMC om doelmatiger te werken en de kwaliteit van zorg een impuls te geven. ‘Je merkt dat mensen steeds meer benieuwd zijn naar Epic’, vertelt Bianca Nijboer over de afdeling MKA. ‘Ze hebben er al veel over gehoord, maar willen er nu ook mee aan de slag.’ De “big bang” staat muurvast: zondag 27 oktober gaat Epic ‘live’. Het nieuwe EPD is één geïntegreerd systeem dat alles rondom de zorg vastlegt: van de inschrijving van een patiënt, de afspraken, behandelstappen, medicatie, klinische notities tot de registratie van DBC’s. Elke zorgverlener beschikt daardoor straks binnen één systeem, op elk moment, over de juiste informatie. Dat verbetert de overdracht tussen professionals en de kwaliteit en veiligheid van zorg. n Vervolg op pagina 10. Lees ook meer over de trainingen voor Epic via de button Beter 2.0 op het bedrijfsportaal.
Pagina 6 FaceTalk: meekijken via het beeldscherm
Pagina 12 ‘A significant impact on healthcare’: Radboudstrategie in de praktijk
r a db o de 9 - 2 0 1 3
IN BEELD
En verder... Radboud vernieuwd naam en huisstijl, In bedrijf 4, 8 Wetenswaardig, Personalized Healthcare: ‘Het is belangrijk de patiënt te kennen’ 9 Vervolg voorpagina, Mensen 10 Het moment, Betoog 11 Ethiek 12
Colofon
Op 10 juni was de aftrap van de campagne handdesinfectie in het UMC. Zeven vertegenwoordigers van diverse gremia lieten hierbij hun handafdruk in gips maken. Handdesinfectie is de belangrijkste manier om ziekenhuisinfecties bij patiënten te voorkomen. Spreek jij je collega’s wel eens aan? En sta jij ervoor open om aangesproken te worden? Elkaar aanspreken helpt enorm om ervoor te zorgen dat de richtlijnen voor handhygiëne beter worden nageleefd. Foto: Marc van Teeffelen
3 Drie sterren heeft het UMC St Radboud gekregen voor gastvrijheid. Ook dit jaar hebben we weer meegedaan aan ‘Gastvrijheidszorg met Sterren’. Dit is een waarderingssysteem voor de gastvrijheidszorg, met als doel de kwaliteit te verbeteren. Dit jaar deden 250 zorgaanbieders mee. Het Radboud kreeg net als bij de audit in 2011 drie van de maximaal te halen vijf sterren. Cees de Graaf van de Patiënten Adviesraad (PAR) was actief betrokken bij deze audit.
Sterren Radboud Hoge ogen gooide de speciale voorzieningen voor jonge oncologiepatiënten, zodat zij hun eigen leefstijl ondanks hun ziekte kunnen behouden. Ze krijgen bijvoorbeeld een iPad mee naar huis, zodat zij altijd contact kunnen leggen met hun behandelaar. Hoog scoorde ook het Radboudhotel voor familieleden van ernstig zieke patiënten. Ook het feit dat patiënten tot twee uur voor etenstijd via de bedsideterminal hun maaltijd kunnen bestellen, werd hoog gewaardeerd. En dat medewerkers de maaltijd in de afdelingskeuken (R-gebouw) bereiden en op porselein serveren. Ook kregen we punten voor de broodbuffetwagen. De nieuwbouw kreeg wel wat minpuntjes. ‘Weinig kleuraccenten en weinig kunst. De verlichting en inrichting is functioneel, maar daardoor wel klinisch en koel.’ Lucia Kilkens, manager Food en Beverage is tevreden met het resultaat. ‘Ook omdat uit het juryrapport blijkt, dat we heel dicht tegen vier sterren aanzitten. Met de aandachtspunten gaan we aan de slag. Daarnaast ontwikkelen we in 2013 nog nieuwe activiteiten, zoals gastenmaaltijden aan bed (zie elders in deze Radbode), voeding op maat, zes kleine hapjes in plaats van drie maaltijden voor speciale patiëntencategorieën. We gaan er echt voor om in 2015 vier sterren te behalen.’ Ambiance en sfeer zijn in kleinere huizen beter te creëren dan in de grote academische ziekenhuizen. De organisatie overweegt daarom om de andere UMC’s de volgende keer actief te benaderen en hen als aparte categorie met aparte criteria te beoordelen. JM
getweet Jessica Vogel @JessicaVogel10 15 Jun Medewerker maakt spontaan reclame op LinkedIn. Mooi en trots! Afdeling MDL #umcn
Tom van de Belt @tomvandebelt 20 Jun Prof Kay Dickersin: Include consumers from the beginning = before start of research project. #Valkhofchair #patientsincluded
Cathelijne Suijs @cathelijne1971 17 Jun Goed bezig! RT @johanoltvoort: Na Radboud ook in CWZ streng rookbeleid: NIJMEGEN - Roken in het (cont) http://tl.gd/m2mdrs
Radboud Oncol. Fonds @ROFNijmegen 13 Jun Trots op dr. Stanley Hato. Bas Mulder award voor zijn onderzoek mede gefinancierd door grote gever #ROFNijmegen #UMCN
Lucien Engelen @lucienengelen 20 Jun Yes ! CRM teamtraining @umcn wint IGZ Veiligheidsprijs!
Maroeska Rovers @MaroeskaRovers 14 Jun @umcn behoort bij de 4 van de 21 onderzochte ziekenhuizen die operatieve proces goed op orde had, zie ook: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/docu...
Radbode is het personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Stan Janssen, Frank Muller, Dave van Opstal, Eric Scholte, Marc van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 81 866 82 Correspondentie: vragen over bezorging en abonnementen via e-mail: redactie@ sb.umcn.nl Redactieraad: Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Hans Fleurkens, 024-3619084. De volgende Radbode verschijnt donderdag 22 augustus 2013.
AGENDA 3 juli en 29 augustus: Gamelab REshape Inloopspreekuur. Serious games veroveren steeds legitiemer een plekje in de zorg van het Radboud. Het REshape Center is gestart met het doorontwikkelen van nuttige games en hun toepassing hier in huis. Het Gamelab (locatie REshape, route 911) houdt voor alle geïnteresseerden twee yoghurtlunchbijeenkomsten: woensdag 3 juli en donderdag 29 augustus vanaf 12 uur. Daarnaast is er van 10 tot 14 uur open huis waarbij je kennis kan maken met het ingerichte Gamelab. Ook is er op 17 september een Masterclass Serious Gaming. Meer informatie: www.radboudreshapecenter.com 15 tot en met 18 juli: Radboud Lopende Zaken – 20-minutencolleges tijdens de Vierdaagse. Met onder meer Maria Hopman, Marcel Olde-Rikkert, Thom Oostendorp en Anne Speckens. Telkens van 17.00 tot 21.00 uur, Mariënburgkapel, Mariënburg 26, Nijmegen. Zie voor meer informatie de agenda op intranet. 4 oktober: MMT-congres “Samen Sterk”. Nadruk ligt op samenwerking, ketenzorg, kwaliteit van zorg en eendracht op straat. Doelgroep: iedereen betrokken bij de prehospitale zorg en initiële opvang in het ziekenhuis van de vitaal bedreigde patiënt. Locatie: Hotel Van der Valk, Duiven/ Arnhem. Kosten: 195,00 euro. Aanmelden: www. mmtcongres.nl.
Oecumenische Vieringen Iedere zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. 7 juli, pastor Thomas van Heerde, koor: Huissen-Stad; 14 juli, pastor Hans Hamers, koor: Capella, Boxmeer; 21 juli, pastor Richart Huijzer, koor: Duo Chris en Marianne Albers; 28 juli, pastor Linda Modderkolk, koor: Con Spirito.
P AO H e y e n d a e l Voor programma en info: www.paoheyendael.nl.
Jeroen Bosch ZH @JBZDenBosch 6 Jun Onze co-schap Heelkunde is door medische studenten UMC St Radboud uitgeroepen tot beste co-schap van 2012! #jbz
2
Radboud Zorgacademie Sectie Bijscholing verzorgt bijscholing voor medewerkers en voor externe klanten. Meer informatie: Radboudzorgacademie.nl ➞ bijscholing.
be leid
Energie in verandering
radbode 9 - 2013
Longarts Monique Reijers in gesprek met AIOS longziekten Jelle Miedema: ‘Ik vind het belangrijk dat wij als artsen voorbij ons vak en dagelijkse inhoudelijke dingen proberen te denken.’ Foto: Eric Scholten
Hoe kan ik met energie een succesvolle bijdrage leveren aan de nieuwe Radboudkoers? Hoe zorg ik er voor dat ik in een snel veranderende omgeving weerbaar en vitaal blijf? Het project “Energie in Verandering” versterkt de regie van medisch professionals op hun inzetbaarheid, nu en in de toekomst. Marjan Wassenaar
Verantwoordelijkheid nemen, ruimte geven, tijd voor elkaar hebben en elkaar steunen, elkaar aanspreken én vertrouwen, heldere afspraken maken en die nakomen. Dat is de Radboud Manier van Werken, waarmee we de strategie van het Radboud de komende jaren gaan realiseren. De omgang met patiënten is immers alleen
Werken aan betrokkenheid Met Energie in Verandering werkt HR aan de betrokkenheid van medisch specialisten en AIOS bij de eigen ambities en die van het Radboud. Aanleiding is een personeelsonderzoek in 2011 onder medisch professionals. Hieruit komen aandachtspunten naar voren op het terrein van cultuur, invloed en betrokkenheid, en omgaan met veranderingen. De afgelopen maanden sprak het kernteam, bestaande uit HRbetrokkenen Helen Brouwers, Machteld Dronkers en Peter Loozen, met verschillende vertegenwoordigers van medisch professionals. Ook organiseerden zij een tweetal World Cafés voor AIOS en medisch specialisten. De betrokkenheid en openheid van de deelnemers was zichtbaar. Op 16 september vindt er in samenwerking met de Centrale Opleidingscommissie en AAVR een themabijeenkomst plaats over ‘AIOS, van passant naar partner’. In november volgt een bijeenkomst voor medisch specialisten over ‘Energie in verandering’.
oprecht, als die ook terugkomt in de wijze waarop we als collega’s met elkaar omgaan en samenwerken. Met dit uitgangspunt heeft HR het project Energie in Verandering opgezet. Want om in de nieuwe Radboudkoers succesvol te functioneren, moeten medisch professionals naar “buiten” en naar “binnen” kijken. Naar ontwikkelingen in hun omgeving, maar ook naar eigen waarden en drijfveren, om van daaruit met ambities aan de slag te gaan. Een medisch specialist, een AIOS en een opleider aan het woord over de energie die medisch professionals halen uit de verandering.
Monique Reijers longarts ‘Ik vind het belangrijk dat wij als artsen voorbij ons vak en dagelijkse inhoudelijke dingen proberen te denken. Ik denk dat je daarmee veerkracht en ambitie houdt in je vak. Ik krijg er energie van om daar met mijn collega’s over te praten. We moeten ons als mens blijven ontwikkelen.’ Reijers geeft een voorbeeld: ‘Volgens de klassieke academische instelling word je gescoord op onderzoek. Dan kom je hogerop. Maar ik denk dat mensen ook meer credits moeten krijgen voor andere kwaliteiten. Ik merk dat dit zich in het Radboud ontwikkelt door het systeem van Principal Lecturer, wat inhoudt dat je ook beloond wordt voor expertise in het onderwijs. Dat zijn initiatieven om breder te kijken dan alleen naar research. Daarnaast kun je ook focussen op wat je nodig hebt op persoonlijk vlak om energie in je werk te houden.’ Tijdens het World Café passeerden verschillende ideeën de revue. ‘Complimenten geven aan collega’s, wat niet zo gebruikelijk is in onze omgeving. Met elkaar ontwikkelen vanuit wat er goed werkt, in plaats van alleen te kijken naar wat er beter moet. En meer basaal, hoe ga je met verschillen tussen collega’s om. Hoe creëer je een open sfeer?’ Voordelen voor de patiënt ziet Reijers hier zeker in. ‘De patiënt krijgt een specialist aan zijn bed die beter communiceert en die reflecteert op zijn eigen functioneren.’
Erik Theunisse AIOS KNO en voorzitter Arts-Assistenten Vereniging Radboud (AAVR) ‘Energie in Verandering kan de weerbaarheid en betrokkenheid van AIOS vergroten en het opleidingsklimaat verbeteren. De brainstorm met andere AIOS heeft veel goede ideeën gebracht. We gaan een mobiele web-
3
site ontwikkelen, zodat AIOS gemakkelijk praktische informatie kunnen opzoeken. Verder blijkt dat er al veel goede initiatieven lopen. De kracht van Energie in Verandering is dat je de goede ideeën er uit pikt en die op je eigen afdeling uitrolt. Bijvoorbeeld de 360-graden feedback, waarbij collega’s en patiënten hun mening geven over jouw functioneren.’ Betrokkenheid bij de organisatie is volgens Theunisse belangrijk, ook voor AIOS. ‘Door plaats te nemen in werkgroepen op de afdeling, raak je als AIOS meer betrokken bij de besluitvorming. En ook de opleiding wordt beter als je er zelf bij betrokken bent. Vroeger werd alles aangedragen, nu bekijk je zelf wat je wilt verbeteren. Mijn opleiding is daardoor een stuk leuker en beter geworden. Niet alleen je werk doen, maar ook invloed hebben op wat er in het ziekenhuis gebeurt, daar profiteren AIOS, afdeling en UMC van.
Joost Drenth afdelingshoofd Maag-, Darm-, Leverziekten Afdeling Maag-, Darm-, Leverziekten (MDL) ging anderhalf jaar geleden als een van de eerste afdelingen aan de slag met de veranderende omgeving. Meer marktwerking, andere patiënten en een veranderende positie van de patiënt. Reden voor een heroriëntatie. MDL koos voor een verbindende aanpak om de strategie voor de komende jaren te bepalen. Drenth: ‘We hebben eerst patiënten gevraagd wat ze van ons verwachten. Vervolgens hebben we met alle subspecialismen bekeken wie onze patiënten nu eigenlijk zijn. We deden dat in de vorm van een carrousel: een medisch specialist vraagt aan verpleegkundigen, wat zij van hem verwachten, en vice versa. Op die manier kom je tot wederzijds begrip.’ De derde stap was een gesprek met alle medisch specialisten van de afdeling. ‘We hebben ze gevraagd in welke kerntaak ze goed willen zijn, maar ook waar ze energie van krijgen. Daarmee haal je drijfveren en ambities boven water.’ Volgens Drenth is het op deze manier goed gelukt om gezamenlijk een strategie voor de afdeling te bepalen. ‘Volgens mij een showcase om Energie in Verandering toe te passen. Mijn advies aan andere afdelingen? Spreek met elkaar over ambities. Medisch specialisten krijgen energie door te doen waar ze goed in zijn. Die ambitie boven water krijgen helpt om met bevlogenheid te blijven werken.’ n
i n bed r i j f
radbode 9 - 2013
Nieuwe naam en huisstijl voor Radboud Het UMC St Radboud werkt toe naar een nieuw logo en een nieuwe naam. Met daarbij een herkenbare, passende en eenduidige uitstraling, die aansluit op de strategie van het UMC: “a significant impact on healthcare”. De nieuwe naam is al gekozen, maar schrijven we straks Radboud UMC, Radboud umc of Radboudumc? Waar de keuze op valt, moet deze zomer nog officieel besloten worden. Tijdens de ervariumsessie op 19 juni in de Hippocrateszaal, zijn de meningen onder de kleine 100 aanwezige medewerkers aardig verdeeld. In
‘We kiezen zoveel mogelijk voor een monolithische merkstructuur: één naam en één logo’, zegt Viola Peulen, hoofd corporate communicatie. Daarmee komt een einde aan de vele logo’s die er nu zijn. Foto: Flip Franssen
Pilot met gastenmaaltijden
Eet u mee?
het nieuwe logo is ‘Radboudumc’ aaneengeschreven. Voor het logo is er volop waardering, maar men heeft moeite om het in tekst ook aaneen te schrijven, zo blijkt uit een peiling in de zaal. Het logo verenigt oud en nieuw: zo staat ‘Radboud’ in hetzelfde lettertype als in het huidige logo, en heeft ‘umc’ een eigentijdsere letter en kleur. Het UMCbeeldmerk (het wapen met de tekst ‘In Dei Nomine Feliciter’) blijft gehandhaafd. Over de wijze waarop dit wordt gecombineerd met het logo wordt nog besloten.
Eén naam, één logo Met de nieuwe strategie (“a significant impact on healthcare”) is de tijd ook rijp voor een nieuwe merkstrategie. ‘Het opbouwen en onderhouden van een sterk merk wordt steeds belangrijker in de gezondheidszorg’, zegt Viola Peulen, hoofd corporate communicatie. ‘Een sterk merk maakt je organisatie herkenbaar en geloofwaardig, en schept vertrouwen. In de merkstrategie wordt “Radboud” de drager, onze herkenbare autoriteit. We kiezen daarbij zoveel mogelijk voor een monolithische merkstructuur: één naam en één logo.’ Daarmee komt een einde aan de vele logo’s die er nu zijn voor de diverse centra en instituten van het Radboud. Wel is het mogelijk dat een ‘sterk’ organisatieonderdeel zijn eigen naam blijft voeren, in combinatie met ‘Radboudumc’. Zo zou het kunnen dat bijvoorbeeld bij het RUCO de naam ‘Centrum voor Oncologie’ boven het ‘Radboudumc’-logo komt te staan. De projectgroep merkstructuur doet hierover voorstellen aan de Raad van Bestuur.
Cardio-thoracale chirurgie en Longziekten van R-4. Vanaf begin augustus gaan ook Heelkunde, Keel-, Neus en Oorheelkunde, Neurochirurgie,Orthopedie, en Urologie& Gynaecologie in het R-gebouw meedoen. ‘Later in het jaar willen we de pilot uitbreiden met het aanbieden van lekkernijen zoals saucijzenbroodjes en appelflappen’, besluit Buis. JM
Vier werkgroepen hebben geïnventariseerd voor welke uitingen (ICT, drukwerk, facilitair en bewegwijzering) de nieuwe huisstijl consequenties heeft. In juli besluit de Raad van Bestuur definitief over de naamswijziging en het logo. Voorlopige startdatum is 1 oktober. De eerste fase moet dan gereed zijn: op bijvoorbeeld het correspondentiedrukwerk (zoals de patiëntenbrieven) en bij de hoofdingang is dan de nieuwe naam en het nieuwe logo te zien. De gefaseerde invoering van de huisstijl heeft ook als doel om de kosten zo laag mogelijk te houden.
Wij-gevoel Han van Krieken, voorzitter RUCO, juicht een eenduidige huisstijl toe. ‘Het vergroot onze zichtbaarheid en vindbaarheid op internet’, vertelt hij. ‘Daarnaast versterkt het de trots en het wij-gevoel ín ons UMC. Afdelingen zijn belangrijk, maar het geheel is meer dan de som der delen. Het is mooi om dat via een eenduidige huisstijl te ervaren.’ Ook Bart Kiemeney, afdelingshoofd a.i. Health Evidence, ziet kansen: ‘Radboud moet net zo’n begrip worden als Harvard. Dat bereiken we niet met ellenlange namen voor onze instituten en centra, maar wel door onze naam kort en simpel te houden. En dat consequent toe te passen. Met een herkenbaar logo en een verplicht sjabloon voor onze presentaties. Als onze toppers zich steeds weer presenteren met “Radboud”, profiteren we daar allemaal van. Laten we dit niet uitstellen en vanaf nu samen aan het begrip “Radboud” werken.’ GM
contact op met de Servicedesk ICT (ServicedeskICT@ sb.umcn.nl, tel. 15071).
Zevenheuvelenloop
Bedrijventeam biedt veel extra’s
Nieuw beleid
Gebruik sterk wachtwoord
Per 1 juli start er een pilot met gastenmaaltijden op de verpleegafdelingen op de vierde verdieping van het R-gebouw. Vanaf die datum kunnen bezoekers samen met hun patiënt mee-eten. Uit een enquête onder tweehonderd patiënten van het R-gebouw en hun aanhang blijkt dat 70 tot 75 procent daar prijs op stelt. Er zijn al flyers en placemats gemaakt om gasten hiervan op de hoogte te brengen. ‘Het samen eten zorgt naast een sociaal moment ook voor een beter welzijnvan de patiënt’, vertelt Jaap Buis, operationeel manager voeding. Voedingsassistenten zijn inmiddels getraind, om naast de aandacht voor de patiënt oog te hebben voor hun bezoek. Bezoekers kunnen bij hen voor zes euro een gastenmaaltijd bestellen, ook in het weekend, uit hetzelfde assortiment als de patiënten. Afrekenen gaat via een mobiel pinapparaat. Streven is dat de bestelling vóór 14.00 uur wordt doorgegeven. Maar ook als dat onvoorzien later wordt, valt er nog een maaltijd te regelen. Bezoekers kunnen zo tussen 17.00 en 18.00 uur met hun patiënten mee-eten, op de kamer van de patiënt of in de zitjes op de afdeling. ‘We hopen veel van de ervaringen te leren’, zegt Buis, ‘en gaan het vervolgens op andere verdiepingen van het R-gebouw uitrollen.’ De pilot start op de verpleegafdelingen Cardiologie,
Vanaf 1 juli geldt voor elke medewerker van het UMC St Radboud en voor studenten die inloggen met een Z-nummer en studenten Tandheelkunde die inloggen met een S-nummer een nieuw wachtwoordbeleid. De nieuwe regels zijn onder andere dat je je wachtwoord minimaal elke zes maanden moet veranderen en dat je een eerder gebruikt wachtwoord niet opnieuw mag gebruiken. Ook zijn er regels voor het aantal tekens, plus een verplicht gebruik van specifieke tekens. Op intranet staat precies waaraan de nieuwe, sterke wachtwoorden moeten voldoen. Het gebruik van sterke wachtwoorden is om te voorkomen dat een wachtwoord makkelijk door een mens en/of computer achterhaald en gebruikt kan worden, en past in het streven naar een zo veilig mogelijke ICTomgeving, zowel voor medewerkers als patiënten. Met het nieuwe wachtwoordbeleid gaan we voldoen aan een norm uit de NEN7510 (Informatiebeveiliging in de zorg). Het is ook een norm die de NIAZ hanteert. Op 1 juli gaat het nieuwe beleid in. Vanaf dan moet elk nieuw Windows-wachtwoord voldoen aan het nieuwe wachtwoordbeleid. Het advies is om nu al je wachtwoord te wijzigen in een sterk wachtwoord. Tussen 1 juli en 15 september wordt gefaseerd voor alle bestaande Windows-wachtwoorden gecontroleerd of deze voldoen aan het nieuwe beleid. Is dat niet het geval dan moet het wachtwoord gewijzigd worden. Op de dag dat je aan de beurt bent, ontvang je bij het inloggen hiervan bericht en moet je een nieuw en sterk wachtwoord invullen. Lees op de servicepagina ‘wachtwoordgebruik’ op intranet hoe je nu al je wachtwoord kunt wijzigen en welke regels er gelden vanaf 1 juli. Bij vragen, neem
4
Op zondag 17 november is de 30e Scholten Awater Zevenheuvelenloop. UMC St Radboud is ook dit jaar weer met een groot aantal bedrijventeams aanwezig. Wil je samen met jouw collega’s de eer van het Radboud verdedigen? Schrijf je dan in voor één van de bedrijventeams! Meelopen in een bedrijventeam biedt veel extra’s: korting op inschrijfkosten, gratis een handig en opvallend Radboudshirt, omkleedfaciliteiten en veel meer. Inschrijven voor één van de Radboud-bedrijventeams is alleen mogelijk via de speciaal voor het Radboud ontwikkelde inschrijfmodule. Wees er op tijd bij, want er zijn slechts 600 teamplaatsen beschikbaar. Partner of kind mag zich alleen inschrijven als ze ook jouw Z-nummer vermelden. Een Radboud-bedrijventeam bestaat uit tien lopers. Je kunt je op diverse manieren inschrijven. Als volledig team van tien lopers. Als je met collega’s wilt inschrijven, maar je bent met minder dan tien dan worden individuele lopers aan het team toegevoegd. Als individuele loper zonder team; je wordt dan bij een team ingedeeld. Houd voor meer informatie de Zevenheuvelenlooppagina op intranet in de gaten.
i n t e r v i e w
radbode 9 - 2013
‘Laat onderzoek niet over aan artsen’
Valkhofleerstoelhouder prof. Kay Dickersin zet zich al een kwart eeuw in voor ‘patient empowerment’.
Patiënten moeten actief betrokken zijn bij het opzetten van klinisch onderzoek. Zij weten immers als geen ander hoe het is om de betreffende ziekte te hebben en waaraan patiënten het meeste behoefte hebben. Al een kwart eeuw zet prof. Kay Dickersin (Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, Baltimore) zich in voor ‘patient empowerment’. Dit jaar is zij benoemd op de Valkhofleerstoel. M a r t e n D o o pe r
U bent in 1975 afgestudeerd als celbioloog aan Berkeley. Nu houdt u zich vooral bezig met public health, patient empowerment, epidemiologie en systematische reviews. Heel andere gebieden, zo op het eerste oog. ‘Het was voor vrouwen in de jaren zeventig lastig een onderzoeksbaan te krijgen. Ik ben daarom toen ‘community colleges’ - een soort van openbare lessen - gaan geven in de biologie. Studenten konden daarbij zelf onderwerpen aandragen in de vorm van nieuws-
Valkhofleerstoel De Valkhofleerstoel bestaat sinds 2002. Het UMC St Radboud heeft deze leerstoel in het leven geroepen om internationaal toonaangevende, bij voorkeur vrouwelijke, wetenschappers tijdelijk naar Nijmegen te halen. Vorige week donderdag hield prof. Kay Dickersin, de twaalfde leerstoelhouder, haar Valkhoflezing. Dickersin is hoogleraar epidemiologie en hoofd van het Center for Clinical Trials aan de Johns Hopkins Universiteit (Baltimore) en hoofd van het US Cochrane Center. Prof. Kay Dickersin was ook de spreker tijdens de laatste Grand Rounds. Het filmpje daarvan kun je terugkijken op intranet.
berichten uit de krant. Dat waren vaak onderwerpen die te maken hadden met public health (openbare gezondheidzorg, red) en epidemiologie. Omdat ik daar weinig van wist ben ik me er noodgedwongen in gaan verdiepen. Ik raakte steeds meer geboeid door deze vakgebieden en ben halverwege de jaren tachtig promotieonderzoek gaan doen in de epidemiologie en public health. Via die vakgebieden kwam ik bijna vanzelf in aanraking met het onderwerp systematische reviews en de kwaliteit daarvan. Deze reviews vatten samen hoe de stand van zaken is op een bepaald gebied van de gezondheidszorg. Idealiter vormt deze kennis de basis voor het medisch handelen en voor het maken van politieke keuzen ten aanzien van de gezondheidszorg. Het is dus belangrijk dat die reviews ook echt weergeven wat bijvoorbeeld werkt bij een bepaalde aandoening en wat niet. Ze moeten een eerlijk overzicht geven van alle beschikbare kennis over het betreffende onderwerp. Ik kwam erachter dat dit niet altijd het geval is. Van tal van klinische studies, vooral studies gefinancierd door farmaceutische bedrijven, zijn de resultaten nooit gepubliceerd of niet juist weergegeven, blijkt uit ons onderzoek. Tot op de dag van vandaag zoeken we naar manieren om dit te veranderen.’ Eerder deze maand riepen Dickersin en haar onderzoeksgroep in het medisch vakblad BMJ onderzoekers en medische vakbladen op mee te doen aan het RIATproposal: restoring invisible and abandoned trials. Als de sponsor de resultaten van een studie niet of niet correct publiceert moeten de onderzoekers dit zelf doen. Waar komt uw aandacht voor patient empowerment vandaan? ‘Ook dat komt voort uit een persoonlijke ervaring. In 1986, toen ik werkte aan mijn promotieonderzoek, werd bij mij borstkanker vastgesteld. Ik kwam daardoor in contact met een groep vrouwen die protesteerden tegen de te trage voortgang van het onderzoek naar kanker. Als wetenschappelijk geschoolde deelnemer aan die groep werd ik al snel naar voren geschoven als er gesproken moest worden met onderzoeksorganisaties en beleidsmakers. Ik vond echter dat in principe iedere patiënt betrokken moet kunnen raken bij het medisch wetenschappelijk onderzoek. Teruggrijpend op de jaren zestig en zeventig, toen ik als zo velen van mijn leeftijd
5
Foto: Frank Muller
in de VS betrokken was bij de demonstraties tegen de Vietnamoorlog, begon ik met teach-ins. Ik leerde andere vrouwen met borstkanker de taal van de wetenschapper en de taal van het klinisch onderzoek. Onderzoek moeten we niet overlaten aan artsen en andere wetenschappers. De patiënt bezit namelijk iets dat zij niet hebben: ervaring met het leven met de betreffende aandoening. Daarom is het belangrijk dat de patiënt aan tafel aanschuift als de klinische studies worden ontworpen. Een voorbeeld: bij een onderzoek in de reumatologie meenden de artsen dat het verminderen van de pijn voor de patiënten het belangrijkste eindpunt van de studie moest zijn. Totdat zij van patiënten te horen kregen dat de voordurende vermoeidheid als gevolg van het moeilijk kunnen slapen veel zwaarder voor de patiënten woog. Nog een voorbeeld: pijn wordt in studies meestal gemeten door patiënten te vragen de ervaren pijn aan te geven met een getal tussen 0 en 10. Waarbij 10 de meest erge pijn is die ze ooit hebben gehad. Een patiënte zei echter: hoe weet ik of dat de meest erge pijn is? Misschien is de pijn morgen nog erger. Vraag liever welke dingen ik als gevolg van de pijn niet meer kan uitvoeren.’ Dat is patient empowerment in het wetenschappelijk onderzoek. Wat is belangrijk voor patiënt empowerment in de behandeling? ‘Patiënten moeten de mogelijkheid hebben zich goed op de hoogte te stellen van de verschillende opties tijdens de behandeling. Door dit te vragen aan de behandeld arts of door zelf op zoek te gaan naar informatie. In de VS is hiervoor onder andere de website PubMed Health opgezet. Hier kunnen mensen in begrijpelijke taal allerlei informatie vinden over medicijnen, tests, en de resultaten van klinisch onderzoek. Patiënten moeten niet bang zijn om vragen te stellen aan de artsen en artsen moeten niet schrikken om bevraagd te worden. Daarbij mag de patiënt zelf uitmaken hoeveel hij over zijn ziekte en behandeling wil weten. Het is ook aan de patiënt om te bepalen of hij zelf wil kiezen uit verschillende behandelopties of dat hij dat liever aan de arts overlaat. Het is vooral belangrijk dat de patiënt weet dat er meestal niet één beste behandeling is en ook dat de dokter ook niet altijd weet wat de beste optie is.’ n
r ep o r t a ge
Informatie delen op afstand en elkaar toch recht in de ogen kunnen kijken. Dat kan met FaceTalk, het videoconsult dat snel terrein wint, binnen en buiten het Radboud. Patiënten zien hun arts thuis vanachter het beeldscherm. ‘Afstand is geen issue meer.’ M a r j a n W a s s e n a a r e n Ne l l eke D i n n i s s e n
Neuroloog Rianne Esselink en huisarts Henk Schers (Eerstelijnsgeneeskunde) voeren beiden een FaceTalk consult met d lange reis af te leggen voor een consult.’
Meekijken via het beeldscherm ‘Goedemorgen’, antwoordt mevrouw Veerananda vanachter haar beeldscherm in Thailand. Zij is Parkinsonpatiënt en verblijft regelmatig in het buitenland. Daarom heeft ze met neuroloog Rianne Esselink een FaceTalkconsult. ‘Ik kijk even of ik het geluid nog wat harder kan zetten’, zegt Esselink. Op het ene scherm zijn de neuroloog en de patiënt in beeld, op het andere scherm staat het elektronisch patiëntendossier (EPD), waarin Esselink kan kijken en gegevens bijwerken. Na een kort
inleidend praatje over Thailand hoort de neuroloog dat het goed gaat met mevrouw Veerananda. ‘De laatste keer dat we elkaar op de poli zagen, hebben we u drie keer per dag amantadine voorgeschreven, hoe gaat het daarmee?’, vraagt Esselink. Mevrouw Veerananda heeft door de ziekte van Parkinson af en toe last van periodes met overbeweeglijkheid, zogenaamde dyskinesieën. Amantadine vermindert deze overtollige bewegingenlast. Terwijl de patiënt vertelt, houdt Esselink het EPD
bij. Eventueel kan ze dit EPD ook aan de patiënt tonen. ‘Amantadine is niet verkrijgbaar in Thailand’, meldt mevrouw Veerananda ondertussen. ‘Kan de Radboudapotheek dit medicijn opsturen? Zo gaan de vragen en antwoorden over en weer. Je zou bijna denken dat patiënt en arts fysiek tegenover elkaar zitten, zo natuurlijk en geconcentreerd verloopt het FaceTalkgesprek. Na een kwartier sluit Esselink het gesprek af. Mocht mevrouw Veerananda nog vragen hebben, dan kan zij deze via de mail stellen of zelf een aanvraag doen voor een FaceTalkgesprek. Esselink is enthousiast over FaceTalk. ‘Vroeger hadden we veel telefonische consulten, dan zag je de patiënt niet. Nu zie ik ze op het scherm. Het is niet alleen persoonlijker, maar ik kan ook zien of er fysiek veranderingen zijn. Laatst had ik een patiënt, die zelf met de iPad opnam hoe hij door de kamer liep, zodat ik het kon bekijken. Dat was fantastisch. Mensen hoeven niet iedere keer een lange reis af te leggen voor een consult. Voor Parkinsonpatiënten wel zo prettig. En ik merk dat mensen het ook leuk vinden. Ze vergeten heel snel dat er een camera op hen is gericht.’
Non-verbale communicatie
AIOS Stefanie van den Bosch: ‘De lip, neus, kaak en het gehemelte zijn heel goed te beoordelen via FaceTalk.’
6
Elkaar recht in de ogen kunnen kijken is belangrijk, beaamt cardioloog Arie van Dijk. Samen met verpleegkundig specialist Daphne Doze bekijkt hij hoe ze FaceTalk kunnen inzetten bij hun patiëntengroep, mensen met aangeboren (congenitale) hartafwijkingen. Sinds 2009 wordt de congenitale hartchirurgie in Utrecht gedaan, maar Van Dijk voert met zijn patiënten het gesprek voorafgaand aan de operatie. ‘Nu zie ik deze mensen vijftien minuten op de poli, daarna vertrekken ze naar Utrecht waar ze verder begeleid worden. Deze gesprekken zou ik niet telefonisch, maar wel heel goed via FaceTalk kunnen doen. Ik wil namelijk de reacties van patiënten kunnen peilen, als ik de complicaties en risico’s met hen bespreek. FaceTalk biedt die mogelijkheid.’ Ook het Nijmegen Clinical Screening Instrument (NCSI) wil Van Dijk straks via FaceTalk bespreken met
r a db o de 9 - 2 0 1 3
FaceTalk geeft patiënten meer regie
‘Desktopsharing is handig als je beelden wilt bespreken met een collega’
de patiënt in Thailand. ‘Mensen hoeven niet iedere keer een
de patiënt. ‘Dit is een vragenlijst om inzicht te krijgen in de acceptatie van en aanpassing aan hun ziekte. Als ik de uitslag met patiënten bespreek, wil ik hun nonverbale reactie kunnen zien. FaceTalk is dan handig, ook omdat dit een categorie patiënten betreft die vaak verder weg woont.’
Multidisciplinair overleg Hoewel FaceTalk nog niet officieel in gebruik is genomen bij Cardiologie, hebben Van Dijk en Doze er al wel ervaring mee opgedaan. Van Dijk voerde onlangs een FaceTalkgesprek met een cardioloog in Utrecht. Met name het ‘desktopsharing’ is voor hem een belangrijke meerwaarde. ‘Hiermee kan ik informatie op mijn desktop delen met medisch specialisten elders. Zij zien hetzelfde als wat ik zie op mijn beeldscherm. Handig als je beelden wilt bespreken met een collega.’ Verpleegkundig specialist Daphne Doze organiseerde begin dit jaar een multidisciplinaire bespreking via FaceTalk. ‘Het betrof een complexe casus. De mevrouw om wie het ging, stond op het punt een belangrijke beslissing te nemen, maar hikte daar lang tegenaan. Doordat er meerdere disciplines uit verschillende academische centra bij betrokken waren, liet de afstemming te wensen over. Met behulp van FaceTalk hebben we toen alle partijen bij elkaar gebracht, inclusief de patiënt zelf, haar vader en haar broer die in het buitenland verbleef. De patiënt was nu in de gelegenheid om haar vragen in de groep te stellen. De specialisten konden elkaars meningen inventariseren en daarna een uitspraak doen. Voor deze mevrouw was het nu mogelijk om de knoop door te hakken.’
De patiëntjes blijven dan thuis en laten wederom met behulp van camerabeelden in de mond kijken. Alleen maken ze ditmaal gebruik van tablet of smartphone. Van den Bosch: ‘We willen weten of dat ook werkt, of er genoeg licht is. Zo niet, dan geven we patiënten in de toekomst een webcam mee. De patiëntjes vinden het overigens geweldig. Als je ze vraagt, of ze de dokter willen zien of liever thuis achter de computer blijven, dan is de keus wat hen betreft snel gemaakt.’ Van den Bosch, die onderzoek doet naar patiëntgerichte internetinterventies, is overtuigd van de meerwaarde van FaceTalk. ‘Kinderen die met een schisis worden geboren, zijn tot hun achttiende verbonden aan het schisisteam van het Radboud. Sommige patiënten moeten 150 km rijden voor een controle. FaceTalk is een patiëntvriendelijke oplossing. Mensen hoeven niet te reizen en kinderen worden niet omringd door tien witte jassen.’ Ook voor artsen biedt FaceTalk volgens Van den Bosch voordelen. ‘Het consult wordt er beter van. De fysieke consulten vinden nu plaats in een grote, drukke ruimte met meerdere patiënten. Een FaceTalkgesprek kun je achter je pc doen, zonder achtergrondruis.’ Het is de bedoeling dat de multidisciplinaire controleconsulten van het schisisteam straks via FaceTalk zullen verlopen. Van den Bosch gaat voor deze consulten een doelmatigheidsonderzoek doen, waarbij zij kijkt naar patiëntgerichtheid en doelmatigheid. ‘Patiëntjes en hun ouders hoeven nu niet meer een hele dag vrij te nemen voor een bezoek aan de poli. Die maatschappelijke kosten willen we in kaart brengen. Natuurlijk zullen we bij twijfel of bij precaire situaties altijd de patiënt op het fysieke spreekuur uitnodigen. Maar dat neemt niet weg dat we de mogelijkheden moeten blijven onderzoeken. Ontwikkelingen als FaceTalk zijn als een rijdende trein. Je stapt er op of niet, maar de trein rijdt wel.’ n
Persoonsgerichte zorg is een van de speerpunten van het UMC St Radboud. FaceTalk is een instrument dat deze ambitie helpt waarmaken. Het reizen wordt voor patiënten tot een minimum teruggebracht en patiënten kunnen met verschillende zorgverleners tegelijkertijd een videogesprek voeren. Niet voor niets heeft de Raad van Bestuur FaceTalk tot standaard verheven voor patiëntencommunicatie via videobeelden.
Hoe werkt het? FaceTalk is ontwikkeld door het Radboud REshape Innovation Center. Bij een FaceTalkgesprek is er, net als bij een ‘echt’ consult, face-toface contact tussen zorgprofessional en patiënt, door een hoogwaardige online beeldverbinding. Daardoor kunnen patiënten niet alleen vertellen wat voor gezondheidsprobleem zij ondervinden, maar het probleem ook daadwerkelijk laten zien. De zorgverlener kijkt mee via het beeldscherm. Bovendien is het mogelijk om meer deelnemers uit te nodigen voor het gesprek, zoals een specialist, de eigen huisarts, een lotgenoot of een mantelzorger. De zorgprofessional nodigt de patiënt uit. Gesprekken kunnen direct worden gestart of via een afspraak ingepland worden. Alleen de zorgprofessional heeft een account nodig.
Wat zijn de voordelen? Een consult met een patiënt of een multidisciplinair overleg, het kan allemaal met FaceTalk. Extra apparatuur en hardware is niet nodig, een pc, laptop, tablet of smartphone – allen met camera- volstaat, naast natuurlijk een goed werkende internetverbinding. Maximaal twaalf personen kunnen tegelijkertijd overleggen. Dat bespaart veel reistijd en –kosten, voor patiënt en zorgprofessional. Naast face-to-face contact biedt FaceTalk de mogelijkheid om informatie, zoals beelden en EPD, te delen. Het is bovendien het enige videoconsult dat voldoet aan de veiligheidsnorm (NEN7510/7512) voor het delen van informatie op afstand. Sinds 1 januari van dit jaar wordt bij een herhaalbezoek aan de medisch specialist een videoconsult op dezelfde manier bekostigd als een fysiek consult.
Meer weten of aan de slag? Kijk voor meer informatie of het aanvragen van een account op www. facetalk.nl. Het FaceTalk-team organiseert wekelijks vrij toegankelijke introductiesessies bij het REshape Center (route 911). Kijk op de FaceTalk-groep op Yammer voor data en tijden, of mail naar info@ facetalk.nl. Adviesgroep Procesverbetering en -Innovatie (PVI) helpt afdelingen bij de invoering van FaceTalk. Servicedesk ICT biedt hulp bij technische vragen. Via huisleverancier Switch kunnen webcams worden besteld (Intranet: Services ➞ Switch).
Schisis beoordelen De patiënt in de ogen kunnen kijken is belangrijk. Maar kun je een patiënt op afstand beoordelen? Stefanie van den Bosch, AIOS Mond-, Kaak-, Aangezichtschirurgie (MKA), denkt van wel. Zij deed onlangs een pilot met schisispatiëntjes om erachter te komen of je met een videoconsult een gespleten lip-, kaak- en gehemelte kunt beoordelen. ‘We hebben de patiënten in de ene ruimte gezet, achter een computer met een afneembare webcam. De kinderen konden die zelf naar de mond brengen. De artsen keken vanuit een andere ruimte naar de beelden. Daarna volgde een fysiek consult. Het bleek dat de schisis heel goed op afstand beoordeeld kon worden, afhankelijk van de medewerking van het kind.’ De komende periode start zij met een proef op afstand.
Tijdens Radboud City op 2 juni maakte het publiek kennis met de mogelijkheden van FaceTalk.
7
i n bed r i j f / a d v e r t e n t i e s
En de prijs is… een gratis ALERT-cursus Ruim 150 medewerkers hebben 18 april deelgenomen aan het minisymposium ‘Hoe herken ik de vitaal bedreigde patiënt’. De cursus werd zeer positief beoordeeld, bleek uit een digitale enquête die door iets meer dan de helft van de deelnemers is ingevuld. Wie ’m invulde deed automatisch mee aan een loterij. Met als toepasselijke prijs: een gratis deelname aan de ALERT-cursus, of eenExpertisecentrum ander onderwijskundig Op 18 juni CathyUniversiteit van Beek van de Raad van voor taal endoel. communicatie vanheeft de Radboud Nijmegen Bestuur de prijzen uitgereikt aan Eline Limpers, verpleegkundige op Heelkunde, en Rinus van Breda, verpleegkundige op de Spoedeisende Hulp. ‘We willen een dergelijk symposium om het jaar gaan houden’, vertelt intensivist Bernard Fikkers, die hetKAAIJ symposiumADVOCATEN samen met Maarten van Vliet, Hematologie, heeft georganiseerd.
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Klachten
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Servicebedrijf opent gezamenlijk meldpunt Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Van schoonmakers, ICT’ers en inkopers tot adviseurs procesverbetering en en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso. webredacteuren. Binnen het Servicebedrijf van het UMC St Radboud zijn talloze ondersteunende disciplines verenigd. De circa duizend medewerkers van het Naamloos-4 1 Servicebedrijf hebben iedere dag maar één doel voor ogen: zorgen dat de collega’s die zich met patiëntenzorg, medisch onderwijs en onderzoek bezighouden, topkwaliteit kunnen leveren tegen zo laag mogelijke kosten. Toch kan het voorkomen dat er ergens iets niet goed gaat. De verschillende productgroepen binnen het Servicebedrijf starten daarom een gezamenlijk klachtenmeldpunt op Intranet. Doel van dit digitale klachtenmeldpunt is te zorgen dat de dienstverlening van het Servicebedrijf nog verder verbetert. Heb je een klacht? Je vindt het klachtenmeldpunt op Intranet op de pagina ‘Services’.
28-02-13 15:04
Naamloos-4 1
28-02-13 15:04
WIE MAAKT HET RADBOUD MEDEWERKERS WIE MAAKT HET RADBOUD M LEKKER MAKKELIJK? LEKKER MAKKELIJK? Ga naar radboud.meeus.com of laat ons op het PIP uw voordeel berekenen!
Ga naar radboud.meeus.com of laat ons op het PIP uw voordeel berekenen!
Medewerkers van UMC St Radboud kiezen bewust voor de beste verzekering, pensioen of hypotheek. Op het gebied van verzekeringen bent u bij Meeùs aan het juiste adres. Met heldere communicatie en realistische oplossingen die zijn toegesneden op uw situatie. Altijd bij u in de buurt én op de hoogte wat er speelt in de gezondheidszorg. Zo heeft Meeùs met UMC St Radboud een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld die u veel voordeel bieden. - Tot 35% korting op uw privéverzekeringen - Korting op uw hypotheek - Deze kortingen blijven behouden bij uit dienst treden - Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering
Medewerkers van UMC St Radboud kiezen bewust voor de beste verzekering, pensioen of hypotheek. Op het gebied van verzekeringen bent u bij Meeùs aan het juiste adres. Met heldere communicatie en realistische oplossingen die zijn toegesneden op uw situatie. Altijd bij u in de buurt én op de hoogte wat er speelt in de gezondheidszorg. Zo heeft Meeùs met UMC St Radboud een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld die u veel voordeel bieden. - Tot 35% korting op uw privéverzekeringen - Korting op uw hypotheek - Deze kortingen blijven behouden bij uit dienst treden - Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering
Meer weten? Loop op maandag binnen bij het PIP (Personeels Informatie Punt) Of maak een afspraak T 026 400 12 11 (radboudlijn) E
[email protected]
Meer weten? Loop op maandag binnen bij het PIP (Personeels Informatie Punt) Of maak een afspraak T 026 400 12 11 (radboudlijn) E
[email protected]
8
o n de r z o ek
radbode 9 - 2013
‘Het is belangrijk de patiënt te kennen’ Personalized Healthcare is een belangrijk item in de nieuwe strategie van het UMC St Radboud. Aan internist/ infectioloog Mihai Netea en geneticus Joris Veltman de vraag: hoe geven jullie hier invulling aan? Jannie Meussen Vijf hoogleraren hebben de afgelopen weken meegewerkt aan een kort filmpje, dat gisteren (26 juni) is vertoond tijdens het NCEBP-congres: Working together on Personalized Healthcare. Het is zo’n veelomvattend begrip. Maak het eens wat concreter vanuit jullie vakgebied, is de vraag aan Mihai Netea en Joris Veltman. Netea relativeert meteen: ‘Eigenlijk is het helemaal niet nieuw. Hippocrates zei al: “Het is belangrijk de patiënt te kennen, niet de ziekte.” Elke goede arts kijkt altijd al naar het unieke van een patiënt.’ Nieuwe technologieën, met de genetica als belangrijke pijler, maken het mogelijk om nog meer zorg op maat te bieden. Iemands sociale leefomgeving heeft invloed op gezondheid. Aan de andere kant heb je erfelijk materiaal van je ouders meegekregen. Sinds vijf jaar beschikt het Radboud als een van de eersten ter wereld over de techniek van exoom sequencing. Daarmee kun je alle genen van iemand aflezen. ‘In 2012 hebben we dat bij duizend mensen gedaan’, vertelt Veltman. ‘Dat onderzoek duurt nu nog maanden, maar binnen een paar jaar kan dat in een paar minuten. Dat betekent dat de arts straks naast andere onderzoeken, ook even een genenplaatje kan aanvragen. Zo kan hij persoonsgerichte diagnoses stellen en behandelingen inzetten.’
de prognose en welke medicijnen juist wel of niet zullen aanslaan. Of neem bepaalde progressieve stofwisselingsziekten, waarbij je het proces van verslechtering kunt vertragen met een dieet. Straks kun je bij wijze van spreken een baby op de IC met een onbekende aandoening hierop al screenen.’ Zo speelt genetica bij vrijwel elke ziekte een rol, volgens Veltman. Niet alleen in de zoektocht naar oorzaken, maar ook in de wijze van behandeling. De laatste drie jaar werkt hij nauw samen met Mihai Netea. ‘Wij kunnen niet alleen het DNA van de mens in kaart brengen, maar ook de miljarden micro-organismen en bacteriën die hij bij zich draagt.’ Volgens Netea gaat daarmee een wereld voor zijn vakgebied open. ‘We zien nu bijvoorbeeld dat defecten in bepaalde genen van het DNA de patiënten soms gevoeliger maken voor infecties van bepaalde type bacteriën of schimmels. Dat hebben we onlangs vastgesteld bij een specifieke ernstige schimmelinfectie, die bijna niet te onderdrukken is. Deze patiënten hebben allemaal hetzelfde gendefect. In bepaalde omstandigheden combineren wij bij hen nu de traditionele antischimmelcrèmes met immuuntherapie met gamma-interferon. Dat levert betere resultaten op. Zo onderzoeken wij ook hoe het afweersysteem de Candida albicans, één van de veroorzakers van bloedvergiftiging, kan herkennen en elimineren.’ Steeds meer specialismen zullen profijt hebben van de nieuwe technologieën. Binnen vijf tot tien jaar zal het een boost aan aanknopingspunten opleveren. Volgens hen is het daarom belangrijker dan ooit, dat wetenschappers elkaar opzoeken: ‘Want we kunnen elkaar versterken.’ Kanker, diabetes, schizofrenie, al deze ziekten hebben genetische componenten. Veltman: ‘Als je straks van
wetenswaardig Traumachirurgie: alle hens aan dek Schaalvergroting in de gezondheidszorg en vergaande specialisatie leiden tot kostenvermindering, maar niet automatisch tot een betere zorgkwaliteit. Dat een dokter iets vaak doet, betekent niet vanzelfsprekend dat hij of zij het ook béter doet. De beste manier om kwaliteit van zorg veilig te stellen is om de werkwijze van ziekenhuizen en van individuele artsen doorlopend onderling te vergelijken en te analyseren, met de gezondheidswinst van de patiënt als maatstaf. Leer van elkaar. Waarom doet de één het beter dan de ander? Dit is één van de punten die prof. dr. Michael Edwards aan de orde stelde in zijn oratie als hoogleraar Traumachirurgie. Nieuws, www.umcn.nl, 20 juni.
Nieuwe resistente schimmel in woonhuizen Onderzoekers van het Radboud publiceren in Clinical Infectious Diseases de ontdekking van een nieuwe resistente aspergillusschimmel in Nederland. Ze hebben de schimmel niet alleen aangetroffen bij patiënten, maar ook in woonhuizen. Het is al de tweede resistente schimmelvariant die in korte tijd in Nederland is aangetroffen. Patiënten met deze resistente schimmels zijn moeilijk te behandelen. De onderzoekers vermoeden dat de resistente schimmel is ontstaan door het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen schimmels in de leefomgeving, zoals bijvoorbeeld bij gewasbescherming in de landbouw. Nieuws, www.umcn.nl, 19 juni.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Joris Veltman werkte mee aan een film over Personalized Healthcare.
Concreet voor de patiënt Veltman somt wat voorbeelden op. ‘Neem een patiënt met longkanker, daarvan heb je verschillende vormen. Straks kunnen we met één druk op de knop de exacte kankersoort bepalen. Dat geeft beter zicht op
Personalized Healtcare In de nieuwe strategie is Personalized Healthcare als volgt geformuleerd: ‘Het betekent dat we diagnostiek en therapieën zoveel mogelijk afstemmen op de specifieke eigenschappen en behoefte van de patiënt. Op het gebied van genetica, biologie en fysiologie, maar ook op de psyche en de sociale omgeving van de patiënt.’ Bijgaand artikel focust vooral op het gebied van de genetica.
Foto: Frank Muller
een patiënt met schizofrenie weet dat hij subtype a of b heeft, kun je medicijnen doelgerichter inzetten. Kortom: meer maatwerk leveren.’
Patiënt betrekken En waar is de patiënt zelf in dit plaatje, bijvoorbeeld bij dit genoomonderzoek? ‘We gaan uiteraard uit van hún wensen. Wat doe je bijvoorbeeld met toevalsbevindingen? Stel, we zoeken naar een oogafwijking en zien dat iemand een sterk verhoogde aanleg heeft voor een bepaalde kankersoort. We vragen vooraf of ze dat willen weten. Ze kunnen er in de nabije toekomst bijvoorbeeld voor kiezen om alleen geïnformeerd te worden over behandelbare ziektes.’ Het is volgens Veltman overigens een illusie dat als je je DNA kent, je je toekomst kent en weet aan welke ziekte je zult overlijden. ‘Vergelijk het met het weer, dat kun je ook niet verder dan twee weken vooruit voorspellen.’ n
9
• Promotie drs. Carlijn van Gaal, donderdag 27 juni, 13.00 uur. Titel: Pathways and crossroads in adolescent and young adult (“AYA”) cancer, with emphasis on rhabdomyosarcoma • Afscheidscollege prof. dr. Mark Vierhout, hoogleraar Algemene Gynaecologie, in het bijzonder Bekkenbodemproblematiek, vrijdag 28 juni, 15.45 uur. Titel rede: Het werd, het was, het wordt • Promotie drs. Sander Hilberink, maandag 1 juli, 13.30 uur. Titel: Smoking cessation support for COPD patients in general practice • Promotie drs. Tewe Verhage, dinsdag 2 juli, 12.30 uur. Titel: Integral assessment of health status in COPD. Need, merits and significance • Promotie drs. René Aquarius, dinsdag 2 juli, 15.30 uur. Titel: Causes and effects of spinal fractures • Promotie drs. John van de Ven, donderdag 4 juli, 13.00 uur. Titel: Cuticular drusen. Clinical and genetic studies on a subtype of agerelated macular degeneration • Afscheidsrede prof. dr. Toine Lagro-Janssen, hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, vrijdag 5 juli, 15.00 uur. Titel rede: Gender, Gelijkheid en de Geneeskunde. Locatie: St Stevenskerk * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda.
radbode 9 - 2013
‘Epic leeft steeds meer’ Vervolg van de voorpagina
Van medisch specialist tot verpleegkundige, van laborant tot baliemedewerker en van paramedicus tot diëtist: allemaal moeten ze een training volgen om met Epic te kunnen werken. Elke medewerker moet de training(en) volgen die voor zijn of haar beroep van belang zijn. Zo zijn er aparte trainingen voor bijvoorbeeld de neuroloog, orthopeed en uroloog, voor diverse verpleegkundige beroepen, voor de paramedicus, verloskundige, laborant en diëtist, maar ook voor de typist, baliemedewerker en zorgplanner. Sommige medewerkers vertegenwoordigen meerdere rollen en hebben zodoende ook meerdere trainingen die ze volgen.
Foto: Marc van Teeffelen
Allereerst worden in de zomer de trainers opgeleid, vanaf 2 september worden de superusers geschoold. Deze gebruikers komen nét iets meer te weten over Epic en vormen een vraagbaak wanneer hun collega’s worden opgeleid. Dit laatste gebeurt vanaf 16 september: vanaf dan wordt elke gebruiker getraind.
Warm draaien Bij Urologie gaan er vanuit staf, polikliniek en verpleegafdeling in totaal zo’n 120 medewerkers op training. Draait de afdeling al warm voor het nieuwe EPD? ‘Op de verpleegafdeling leeft het bij de een meer dan bij de ander’, zegt seniorverpleegkundige Rein Jansen. ‘Dit hangt ook af van iemands aandachtsveld. Mensen die bijvoorbeeld specifiek met medicatieveiligheid of pijnregistratie bezig zijn, denken al heel erg na over de praktische uitvoer van het nieuwe EPD.’ ‘Over het algemeen zijn de leidinggevende, de superusers en de mensen in de “readiness teams” het meest aan het warm draaien op onze afdeling’, vertelt bedrijfsleider Sietske Huizer. ‘Bij de medisch specialisten leeft het nieuwe EPD steeds meer, omdat meer concreet en zichtbaar wordt hoe het EPD gaat werken. Ze zijn nu bijvoorbeeld heel erg bezig met de mogelijkheden van dicteren en een andere, meer automatische manier van brieven maken.’ ‘Medewerkers op de poli zijn uiteraard op de hoogte, maar weten nog niet wat Epic precies gaat betekenen én veranderen specifiek voor hun werkprocessen’, vertelt hoofdverpleegkundige Suzanne Teunissen. ‘Ze zijn ook nog niet in de gelegenheid geweest om een demo te zien die op hun deelspecialisme of taak is gemaakt. Voor sommigen is het nog te vaag en te algemeen. Het is prettig dat mensen straks in de training eindelijk leren wat het werken met Epic concreet betekent.’ GM
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Hanny Cobussen-Boekhorst
Op 1 juni was het alweer 25 jaar geleden dat Hanny Cobussen-Boekhorst in het UMC St Radboud kwam werken. Na het behalen van de A-opleiding werkte ze eerst vijf jaar in het Sint Annaziekenhuis in Oss voordat ze naar Nijmegen kwam. Sinds 1988 werkt ze als verpleegkundige in ons ziekenhuis waar we haar zeer dankbaar voor zijn. Ze begon op verpleegafdeling Urologie/Gynaecologie, waar ze zich specialiseerde in stoma en incontinentie. In 1992 stapte ze over naar de polikliniek en sinds 2006 mag ze zich verpleegkundig specialist noemen. Velen kennen haar in die rol waar ze zeer deskundige adviezen geeft bij stoma en continentieproblemen bij zowel kinderen als volwassenen. Ze viert haar 25-jarig jubileum met haar collega’s van afdeling Urologie. Wij hopen nog vele jaren gebruik te maken van haar expertise. Namens alle collega’s van urologie, Suzanne Teunissen, hoofdverpleegkundige polikliniek urologie
Bianca Nijboer
Na een paar maanden als stagiaire in de Inwendige Geneeskunde in 1987 kiest Bianca resoluut voor een loopbaan in de zorg. Op 16 Juni 1988 wordt zij administratief medewerkster bij dezelfde afdeling, om twee jaar later als secretaresse bij Orthopedie aan de slag te gaan. Ze blijft daar bijna tien jaren actief en bouwt haar loopbaan en netwerk in het Radboud voorbeeldig uit door ervaring en verdere opleidingen intensief te combineren. Dit blijft leidinggevenden niet onopgemerkt en dus wordt ze in 1999 managementassistente van het Clusterbestuur Hoofd, Hals, Huid. Een paar jaar later komt daar nog de taak als hoofd secretariaat bij. In de overgang naar een clusterloze structuur wordt Bianca als geheimtip door Gerhard Hoskens doorgeseind aan het bestuur van de afdeling MKA. De medewerkers van de afdeling MKA zijn nog steeds verheugd dat Bianca in 2007 de overstap maakt en als stafmedewerker de leiding van het secretariaat op zich neemt. Haar zonnig gemoed, intelligente vorm van leidinggeven en haar voorbeeldige vlijt doen de afdeling elke dag opnieuw weer goed. We zijn Bianca voor 25 jaren onvoorwaardelijke inzet uiterst dankbaar. We kijken een verdere langjarige samenwerking met veel vreugde en vertrouwen tegemoet. Stefaan Bergé, afdelingshoofd MKA Albert Jan Mante, bedrijfsleider MKA
Wim Tamboer
Senior research analist Wim Tamboer was op 1 april hier 40 jaar in dienst. Vanaf de start van zijn werkzaamheden in 1973 heeft hij veel bijgedragen aan de opbouw en groei van het onderzoekslaboratorium van de afdeling Nierziekten. Vorig jaar ontving hij de Radboudpluim van decaan prof. dr. P. Smits, als blijk van waardering voor zijn enorme inzet en staat van dienst. Menig promovendus en post-doc heeft kunnen profiteren van zijn allround expertise, in met name de biochemische technieken. Tijdens zijn loopbaan heeft hij met het onderzoekslaboratorium Nierziekten op maar liefst zeven verschillende locaties vertoeft. Hij heeft belangrijke technologische ontwikkelingen meegemaakt, zoals de introductie van de ELISA, monoklonale antistoffen en PCR. Wim Tamboer is de verpersoonlijking van de term ‘no-nonsense’, geen woorden maar daden. Met zijn inventiviteit, loyaliteit en bijdrage aan de organisatie van het onderzoekslaboratorium vervult hij binnen ons team een voorbeeldfunctie. Geheel in de stijl van Wim zal hij zijn jubileum vieren in kleine kring. Dr. J. van der Vlag, hoofd onderzoekslaboratorium Nierziekten Prof. Dr. L. Hilbrands, hoofd (a.i.) afdeling Nierziekten
Prof. dr. ir. J.M. Thijssen
Op 1 juni 1963 kwam prof. dr. ir. J.M. Thijssen in dienst als kandidaat assistent bij de Faculteit Wis- en Natuurkunde van de Katholieke Universiteit t.b.v. de afdeling Medische Fysica. Per 1 juli 1964 werd dit contract omgezet in een vast- assistenten contract. Al snel volgde een benoeming tot universitair hoofddocent bij de afdeling Oogheelkunde waar hij de echografie introduceerde. Prof. Thijssen ontwikkelde zich als getalenteerd onderzoeker die al snel wereldfaam kreeg voor zijn werk op het gebied van weefselherkenning met echografie. Hij organiseerde internationale congressen en haalde veel Europese subsidies binnen. In 1995 verruilde hij de Oogheelkunde voor de Kindergeneeskunde waar hij echografische toepassingen voor de Kindercardiologie, Kinderneurologie en
10
Bedankt voor de hartverwarmende reacties, die ik heb ontvangen na het overlijden van mijn lieve man Rinus Jongma. Ria Jongma-Bosma Soest, juni 2013
Neonatologie ontwikkelde. Hij was lid van de gezondheidsraad en bestuurlid van de Nederlandse Vereniging voor Klinisch Fysica. Na zijn pensionering in 2004 is hij vrijwillig verbonden gebleven aan het Medical UltraSound Imaging Centre (MUSIC) van de afdeling Radiologie waar hij een bijdrage levert aan verfijning van echografische technieken voor het verbeteren van de diagnostiek. Chris de Korte, hoofd MUSIC Radiologie
Peter Verbroekken
Per 1 juni was onze collega, Peter Verbroekken, hier 25 jaar in dienst. Vanaf 1988 heeft hij in velerlei functies en op diverse plekken zijn kennis en kunde laten zien en vergroot. Binnen het specialisme MDL werkte hij bij het voedingsteam en als hoofdverpleegkundige van de verpleegafdeling E20. Alhoewel hij deze laatste functie prima uitvoerde, lag daar uiteindelijk niet zijn hart. Hij maakte een duidelijke keuze en keerde terug in de directe patiëntenzorg. Daar waar het allemaal om draait, aan het bed van de patiënt, levert hij nu met veel plezier zijn grote bijdrage. Na diverse verhuizingen met Algemeen Interne Geneeskunde heeft hij al weer enkele jaren zijn draai gevonden op verpleegafdeling EOV. Hier is altijd wat te beleven en dat past Peter helemaal. Binnen zijn vele rollen, naar patiënt en familie, als zorgcoördinator, als fijne maar ook kritische collega, als doorpakker bij het opruimen van de berging, als begeleider van studenten en nieuwe medewerkers laat hij dit telkens weer zien. Liefst had Peter zijn jubileum stilletjes voorbij laten gaan, maar dan kent hij zijn collega’s toch nog niet goed. Tijdens een feestelijke, sportieve en gezellige avond is hij volledig in het zonnetje gezet, compleet met een verkwikkende duik. We hopen dat hij nog lang ons team blijft versterken! Anita van Rossum, hoofdverpleegkundige EOV
Toine Lagro
Op 5 juli neemt prof. dr. Toine LagroJanssen afscheid als hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen. Zij doet dat met een symposium en een afscheidscollege, in de St Stevenskerk in Nijmegen. Toine Lagro is verbonden aan de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van het UMC St Radboud speelt, onder leiding van Toine Lagro, al jaren een baanbrekende rol. De nationaal en internationaal hooggewaardeerde onderzoeken hebben een schat aan kennis opgeleverd. Tijdens het symposium op 5 juli, met de alleszeggende titel Gender-Sensitive Medicine: From Science To Education And Care, worden deze onderzoeken in de schijnwerpers gezet. Haar afscheidscollege heeft als thema Gender, Gelijkheid en Geneeskunde. Toine Lagro was grondlegger van het Universitair Gezondheidscentrum Heyendael en initiatiefneemster en hoofd van het Centrum voor Seksueel en Familiaal Geweld (SFG). Die laatste taak zal zij ook na 5 juli blijven vervullen. Toine blijft na haar afscheid nog actief betrokken bij het medisch onderwijs en het begeleiden van promovendi. ‘Toine zag als mens en als huisarts misstanden waar iets aan gedaan moest worden. Op veel onderwerpen was ze daarin haar tijd ver vooruit. Ze kon zich, vond ze zelf, niet afzijdig houden. Onderwerpen als seksueel geweld en genderverschillen in ziekte heeft ze als geen ander in Nederland aangekaart. En ze kwam met oplossingen! Naast huisarts was Toine ook onderzoeker en docent. Ze was op veel plaatsen en in veel rollen aanwezig in het curriculum. Ze won diverse onderwijsprijzen. Haar onderzoeksporfolio was even veelzijdig als zijzelf, waarbij zorg voor kwetsbare groepen en het onderwerp gender steeds de rode draad waren’, aldus Pim Assendelft, afdelingshoofd Eerstelijnsgeneeskunde.
radbode 9 - 2013
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van Annet Bongaerts, verpleegkundige bij Kinderoncologie.
Boos uit machteloosheid ‘Vijf, zes jaar geleden maakte ik kennis met een hele boze moeder op de poli. Ze kwam ziedend naar me toe bij de verpleegpost. “Ik zit hier nu al uren op die arts te wachten met een doodziek kind. Ik ga naar huis….” En ze vertrok op hoge poten. Later hoorde ik dat ze met iedereen over alles ruzie maakte. Ze was op z’n zachtst uitgedrukt een zeer dwingende vrouw. Maanden later ontmoette ik haar opnieuw, nu op de dagbehandeling. Ik had gehoord dat haar zoontje inmiddels palliatief was en niet meer zou genezen. Ik moest hem een roesje geven voor een gehooronderzoek. Ze kwam wéér boos binnen: dit was niet goed en dat was verkeerd… Ik bekeek het dossier en dacht, wat moet een kind dat palliatief is nog met een gehooronderzoek! “Lukt het je allemaal wel?”, vroeg ik haar belangstellend. “En als ik zeg dat het niet lukt, wat doe je dan…” zei ze snibbig. “Ik kan je kind niet beter maken, ik heb geen toverstaf, maar ik kan wel kijken wat je nodig hebt”, vervolgde ik rustig. En ik vroeg haar waar het gehooronderzoek voor nodig was. Ze vertelde dat ze de laatste dagen geen contact meer kon krijgen met haar kind, ze dacht dat hij niet meer kon horen. “Jeetje, hoe machteloos moet je je voelen”, zei ik meelevend. “Ik wil een MRI”, zei ze dwingend, toen inderdaad bleek dat het gehoor van haar zoontje nihil was. “Wat heb je nog aan zo’n MRI?”, vroeg ik haar voorzichtig. “We kunnen beter helpen hoe je nog wél met hem kunt communiceren, bijvoorbeeld met thuisbegeleiding van KNO.” Zo werd het geregeld. “Ik bel over een paar dagen hoe het gaat”, zei ik bij haar vertrek. “Dat doe je toch niet…”, was haar reactie. Maar ik voelde dat ze wel ietsje milder werd.
‘Ze vocht voor haar kind, maar vocht eigenlijk tegen alles en iedereen’ Zo’n boze moeder met een doodziek kind, dat maakt veel indruk op iedereen. Het werd me opeens zo duidelijk waar die boosheid vandaan kwam. Pure machteloosheid. Ze vocht voor haar kind, natuurlijk vocht ze voor haar kind. Dat is toch het ergste wat je kan overkomen, je eigen kind verliezen. Maar eigenlijk vocht ze tegen alles en iedereen en gooide ze met haar gedrag haar eigen ruiten in. Het is een extreem voorbeeld, maar voor mij was het echt een eyeopener. Ik besefte opeens dat je als medewerker zo vaak een oordeel velt op basis van iemands gedrag, in plaats van oog te hebben voor de laag die daaronder ligt: waaróm gedraagt iemand zich zo, wat zit erachter? En hoe kan ik daarin helpen? Ik ben daar sinds die tijd veel alerter op. Iedereen reageert anders op moeilijke situaties. Juist door je in te leven in die ander, krijg je contact. En dat contact schept vertrouwen. Als je écht ‘ziet’ wat die ander beweegt, en elkaar daarin bereikt, kun je zoveel meer voor elkaar betekenen.’ Jannie Meussen
Stan Janssen: ‘We zouden ons bij elke invoering van nieuwe systeemonderdelen steeds moeten afvragen of het de bedoeling van onze organisatie ondersteunt.’ Foto: Frank Muller
Systeem mag “bedoeling” niet voorbijschieten Indicatoren en procedures zijn onmisbaar bij het verlenen van goede zorg. Een gevaar is echter wel dat we steeds meer denken vanuit dergelijke systemen in plaats van de échte bedoeling van ons werk. Stan Janssen stelt dat het zorgverleners én het systeem helpt als we weten of de toegepaste werkwijze daadwerkelijk leidt tot de beste zorg met de beste uitkomsten.
HET BETOOG Kort geleden concludeerde minister Schippers dat het declaratiesysteem van de zorg ingewikkeld en onbegrijpelijk is. Toen ik die commotie daarover zag, moest ik denken aan het boek “Verdraaide Organisatie” van Wouter Hart. Hij staat daarbij stil bij de vele systemen (beleid, procedures, veiligheid, kwaliteit) die ons in de zorg omringen en wat dit doet met de “bedoeling” van de organisatie. De “bedoeling” van een ziekenhuis is om goede en veilige zorg te verlenen aan patiënten. We omringen ons met systemen, zoals kwaliteitsindicatoren en procedures, die hierbij onmisbaar zijn. Maar als je goed kijkt, zie je dat zorgorganisaties steeds meer vanuit het systeem zijn gaan denken. Met als ultieme doel: “het systeem moet kloppen”. Daar besteden steeds meer mensen in zorgorganisaties tijd aan, ook de zorgverleners zelf. En daar zit de crux: hoe zorgen we ervoor dat de systemen de professional ondersteunen bij zijn bedoeling van de zorg én tegelijk de organisatie helpen om externe verantwoording af te leggen?
Gummen en laden Wouter Hart introduceert twee belangrijke begrippen in zijn boek: “gummen” en “laden”. De organisatie moet steeds nagaan bij het introduceren van een systeemonderdeel in hoeverre het de bedoeling van de organisatie ondersteunt. Ook bij bestaande systeemonderdelen zou men moeten nagaan of die bijdragen aan de bedoeling. Zo niet, dan zouden die “gegumd” kunnen worden. Zo is de thuiszorgorganisatie Buurtzorg mijns inziens een goed voorbeeld waar men onderdelen van het
11
systeem kan weggummen. Bijvoorbeeld het weglaten van de centrale patiëntenplanning, want het team van wijkverpleegkundigen is zelf zeer goed in staat om het werk in te delen. De ervaring is dat ze dat zelfs beter en efficiënter kunnen, omdat zij de patiënt door en door kennen. Wie weet zijn wij in ons UMC hier en daar ook te ver doorgeschoten in denken vanuit het systeem in plaats van de bedoeling. We zouden ons in elk geval bij elke invoering van nieuwe systeemonderdelen steeds moeten afvragen of het de bedoeling van onze organisatie ondersteunt. Het zou mooi zijn als we daar met elkaar een dialoog over kunnen hebben. Dit betekent echter niet dat je zomaar alles kunt weggummen. Want aan de ander kant staat het begrip “laden”. Dat wil zeggen dat je de bedoeling moet laden met de waarden die je als organisatie belangrijk vindt, en daar kan een systeem juist bij helpen. Als ziekenhuis wil je bijvoorbeeld lijnsepsis of decubitus (doorligwonden) tot een minimum beperken. Dan zijn goede meetmethoden essentieel om dit inzichtelijk te maken.
‘Real time’ feedback Mijn overtuiging is dat het zorgverleners én het systeem helpt als men weet of de toegepaste werkwijze ook daadwerkelijk leidt tot de beste zorg met de beste uitkomsten. Feedback werkt het beste als zorgverleners direct zien – ‘real time’, en dus niet na enkele weken of maanden – wat het resultaat is van hun zorg. Want directe feedback maakt het verbeteren van de zorg een stuk gemakkelijker. Stel dat de zorgverlener op een scorebord ziet dat er al 117 dagen géén decubitus of lijnsepsis voorkomt op zijn afdeling. Wat zou er gebeuren als op een dag de teller op nul springt? Wat doet dat met de betrokken zorgverleners? Ervaringen in Mayo Clinics in de VS leert dat bij deze vorm van feedback zorgverleners en kwaliteitsmedewerkers zeer goed kijken of de registraties en protocollen (systemen) kloppen en of ze werkelijk de bedoeling van de zorg ondersteunen. Zo’n scorebord met bijbehorende protocollen helpt hulpverleners bij het maken van de juiste keuzes om te verbeteren. Is dat niet de bedoeling en de ambitie van ons allemaal? Daarnaast krijgen (externe) instanties niet een ondoorzichtige “rekening”, maar een doorzichtige uitkomst van de zorg. Stan Janssen, adviseur Procesverbetering & Innovatie
a c t u ee l
radbode 9 - 2013
Radboudstrategie in praktijk ‘A significant impact on healthcare’ maken. Dat is onze missie als UMC St Radboud. Er is een speciale button op intranet ingericht: ‘Onze strategie’. De Raad van Bestuur wil dat zoveel mogelijk medewerkers de strategie kennen en er uiteraard ook naar handelen. Dat doen we door persoonsgerichte zorg en aantoonbaar onderscheidende kwaliteit te leveren, duurzame netwerken aan te gaan en doelmatig te werken. Radbode vroeg een aantal medewerkers: hoe breng jij het al in de praktijk? Jannie Meussen
Ellen van Steenveldt IC-verpleegkundige Neonatologie In mijn werk als verpleegkundige op Neonatologie zijn de missie en kernwaarden van het Radboud dagelijks aan de orde. De patiënt als partner is voor ons belangrijk. Onlangs heeft onze afdeling het VOC keurmerk (patiëntenvereniging) ontvangen. We betrekken ouders in de zorg voor hun kind. Momenteel zijn we samen met deze patiëntenvereniging aan het kijken, hoe we ouders kunnen betrekken bij de DIM-procedure (decentraal incidenten melden). We willen hen de mogelijkheid geven om dingen die zij signaleren, vanuit het patiëntenperspectief, te verbeteren. In de tien jaar dat ik op de afdeling werk, is er veel veranderd en verbeterd. Een mooi recent voorbeeld daarvan is het terugdringen van de kathetergerelateerde bloedvergiftiging met 65 procent. In een klimaat waar opleiden en bijscholen hoog in het vaandel staan, leer ik nog elke dag nieuwe vaardigheden. Alles ten goede van de patiëntenzorg. Het is voor mij belangrijk om betrokken te blijven en persoonsgericht te blijven denken en werken. Het gaat tenslotte om de patiënt. Daar ligt mijn hart, er zijn voor de patiënt en zijn/haar ouders.
Jeroen Klevering afdelingshoofd Oogheelkunde Als leiding van de afdeling Oogheelkunde hebben we beleid ontwikkeld dat uitgaat van de vier speerpunten. Zo werken we aan een kwaliteitssysteem waarin zowel objectieve operatieve data zijn opgenomen als het oordeel van patiënten over de operatie. We zijn in gesprek met omringende ziekenhuizen om de oogzorg in de
ethiek
regio vorm te geven, beschikbare kennis te delen, en om te bezien waar de mogelijkheden voor gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek liggen. Tegelijkertijd realiseren we ons dat wij als leiding onmogelijk voor elk onderdeel binnen onze afdeling de juiste maatregelen kunnen verzinnen. Simpelweg omdat we de werkomgeving niet zo goed kennen als de mensen die er de hele dag werken. Daarom ben ik met groepen medewerkers in gesprek gegaan over de strategie. We discussiëren over hoe de ideale afdeling Oogheelkunde er voor hen uitziet, hoe afhankelijk een patiënt zich kan voelen en waarom we doen wát we doen. Dan blijkt dat onze medewerkers vaak uitstekende ideeën hebben over verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de persoonsgerichte zorg op en rond hun eigen werkplek.
Marjo Peters Manager Diëtetiek en Darmfalen Wij als diëtisten en verpleegkundig consulenten van de afdeling Diëtetiek en Darmfalen zijn onderscheidend, omdat we onze begeleiding richten op patiëntengroepen die specialistische zorg vragen. Denk daarbij aan metabole ziekten, chronische nierinsufficiëntie, oncologische aandoeningen en darmfalen. Door het volume aan patiënten dat we begeleiden met incidenteel voorkomende ziektebeelden, bouwen we aan onze expertise en zijn we in staat de ingezette behandeling te evalueren en te verbeteren. Adviseren van patiënten met multipele aandoeningen vraagt een advies op maat en een intensieve samenwerking met de patiënt. Onze deskundigheid delen we binnen landelijke netwerken, waarin we actief participeren. De prestatiebekostiging van Diëtetiek dwingt ons al enkele jaren om steeds doelmatiger te werken. Onderscheidend zijn en blijven vereist registratie, evaluatie en innovatie. Het is een uitdaging hier binnen het huidige tarief ruimte voor te creëren.
Gerben Ferwerda arts-onderzoeker Laboratorium Kindergeneeskunde Infectieziekten Toen ik voor het eerst ‘onze’ missie hoorde, dacht ik: dat doen we toch al jaren? Sinds ik in het UMC St Radboud werk (2004), heb ik vele mensen ontmoet die in het onderzoek, het onderwijs en in de kliniek hun omgeving
Individu en collectiviteit
verkrachters die jarenlang hun donkere motieven verbergen en op een gegeven moment manifesteren en uitleven. Wat de meesten van ons op een recht pad houdt, is een besef dat wat onze drijfveren ook zijn, we verantwoordelijk zijn voor wat we doen. En daar zijn we trots op.
De meest aangrijpende en ook de mooiste film van de laatste maanden was voor mij ongetwijfeld Hannah Ahrendt, regie Margaretha von Trotta. Over de politiek filosofe (1906-1975) die het proces Eichmann meemaakte en er een boek over schreef: Eichmann in Jerusalem: a Report on the Banality of Evil. Oorlogsmisdadiger Eichmann was geen fanatieke jodenhater, stelt Arendt. Hij was een kleurloze kantoorklerk die kritiekloos deed wat hem was opgedragen en zichzelf niet als verantwoordelijk daarvoor beschouwde. Een nobody. Arendt werd verguisd om deze reportage. Bij “het kwaad” denken we, behalve aan de holocaust, meestal aan seriemoordenaars of serie-
Maar makkelijk is dat niet altijd en zeker niet altijd leuk. Hoeveel leidinggevenden vinden kritische medewerkers echt prettig? Hoeveel kritische medewerkers vinden een leefbare, liefst vruchtbare manier van werken in een organisatie? Hoeveel daarentegen slikken
12
inspireerden met vernieuwende ideeën en die zorg op het hoogste niveau leverden. Voor mij is dan ook de voorgestelde strategie een erkenning van de kwaliteit die het Radboud al in huis heeft en waaraan we met elkaar verder bouwen. Investeren in talent hoort ook hierbij. De afgelopen jaren ben ik actief betrokken bij het selecteren en begeleiden van studenten voor het Honoursprogramma. Daarnaast neem ik sinds het begin van dit jaar deel aan de eerste Radb oud Galilei Track. Hierin krijgen veelbelovende onderzoekers en opleiders de mogelijkheid om naast hun professionele ontwikkeling ook te investeren in hun persoonlijke en sociale groei. Ik heb ervaren dat met deze initiatieven voor talenten we niet alleen binnen het Radboud maar ook daarbuiten toppers afleveren die een ‘significante’ rol zullen gaan spelen voor de zorg.
‘Waaruit blijkt dat wat we doen ook goed doen’ Erwin Sponselee bedrijfsleider Verloskunde en Gynaecologie ‘Ik woon diverse teambesprekingen op onze afdeling bij. Daar praten we met elkaar over hoe we invulling kunnen geven aan de strategische speerpunten, met name wat het voor individuele medewerkers en het team betekent.’ We zijn als afdeling vorig jaar begonnen met de vraag: ‘Waaruit blijkt dat wat we doen ook goed doen.’ Hoe tonen we onze kwaliteit aan? Zo hebben we een set indicatoren samengesteld en bespreken we deze elk kwartaal in het MT van de afdeling. We gaan ze ook voorleggen aan onze patiënten om daarop feedback te krijgen. Ik draag ook op een directere manier bij aan de strategie. Ik ben lid van het dagelijks bestuur van het consortium ‘Nijmegen bevalt goed’. Dat is een intensief samenwerkingsverband tussen de eerstelijns verloskundigen (CVN), het CWZ, de Kraamzorg van ZZG en de GGD Nijmegen. Daarnaast ondertekenen we binnenkort een overeenkomst met CWZ en Rijnstate om onze gynaecologisch oncologen in deze ziekenhuizen te detacheren, om centralisatie van het ovariumcarcinoom te bewerkstelligen. n Benieuwd naar de strategie van het UMC St Radboud. Klik op de button ‘Onze strategie’ op intranet.
alles in en verworden tot kleurloze kantoorklerken die alles uitvoeren wat ze wordt opgedragen? Verantwoordelijk zijn is best een hoge eis om aan jezelf te stellen. Je kunt verantwoordelijk zijn en het toch helemaal verkeerd doen. Je kunt de plank op duizend manieren misslaan. Vervolgens word je gevraagd verantwoording af te leggen. Dat kan heel vervelend zijn. En toch lijkt dat te zijn waar het om gaat: beschouw ik mezelf als verantwoordelijk of niet? Niet moordlust is de essentie van het kwaad, niet hebzucht, niet rassenhaat. Dat zijn slechts aandriften die de meeste mensen voor zich houden. Het gaat om afzien van je eigen oordeelsvorming, om gedachteloos meedoen, om domweg doen wat van je verwacht wordt, ongeacht wat het is, en vervolgens menen dat je “er niets aan kunt doen”, dat je verder je handen in onschuld kunt wassen. In een gemeenschap functioneren ontslaat mij niet van de taak om individu te zijn. Iemand te zijn in plaats van niemand. En daarbij niet te rekenen op applaus. Carla Bal