SIRIUS cluster ouderenpsychiatrie informatiebrochure voor verwijzers versie oktober 2013
welkom
Het clusterteam van SIRIUS wil je, via deze brochure, informatie aanbieden over de doelgroepen, de doelstellingen en het therapeutisch aanbod van de cluster OUDERENPSYCHIATRIE. Deze brochure is een eerste kennismaking . Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij één van onze medewerkers. Aarzel niet om dit te doen. We zien het als één van onze taken om bruggen te slaan met andere zorgverstrekkers in de zorgnetwerken rond de ouderen met psychische zorgen. We wensen je alvast veel leesgenot.
inhoudstafel I. één van de zorgclusters van ASSTER II. een cluster met twee behandeltrajecten de doelgroepen de doelstellingen behandeltrajecten traject “cognitieve stoornissen” traject “functionele stoornissen”
III. opnamecriteria en opnameprocedure IV. het algemeen zorgpad van opname tot observatiebespreking van evolutie – naar volgende evolutiebespreking
V. de algemene zorgvisie de behandeling is geïndividualiseerd de behandeling is gebaseerd op de consensus tussen de verschillende betrokken partijen (“partnerschap”) de behandeling is wetenschappelijk onderbouwd gecombineerd met de bestaande expertise. de behandeling streeft stepped care na binnen een zorgketen elke medewerker is ons visitekaartje elke medewerker is lerende
VI. het therapeutisch denkkader systeemtheorie verbredingen naar contextuele en oplossingsgerichte
IV. contactname
één van de zorgclusters van asster
psychiatrisch verzorgings tehuis
psychiatrisch ziekenhuis
KINDEREN JONGEREN
VOLWASSENEN
OUDEREN
SIRIUS: een clusters met twee behandeltrajecten nakijken
de doelgroep De cluster ouderenzorg richt zich naar mannen en vrouwen vanaf 65 jaar met psychische en psychiatrische problemen. Het kan zowel gaan om stemmingsstoornissen, aanpassingsproblemen, verslaving, … als om cognitieve en psycho – organische problemen. Het complexe karakter van de problemen op hogere leeftijd maken een observatie en begeleiding, behandeling of revalidatie door een gespecialiseerde “ouderenpsychiatrische kliniek” noodzakelijk.
Voorbeelden van deze complexiteit zijn: -
vaak is er sprake van een multiple pathologie een aantal ziektebeelden zijn typisch voor de leeftijd (vb. dementie, acute verwardheid) of presenteren zich anders op hoge leeftijd (vb. depressie) combinatie van een klassiek psychiatrisch beeld met een cogniitief beeld de partners waarmee je samenwerkt zijn anders (vb. kinderen hebben een eigen gezin, rustoordsector) bejaarden tonen hun psychisch lijden vaak anders de levensgeschiedenis is ruimer
Er worden zowel ouderen in een acute crisissituatie behandeld als ouderen waarbij een psychotherapeutische behandeling noodzakelijk is, als hervalpreventie of om zich te herintegreren in de maatschappij.
de doelstellingen indicatiestelling behandeling en begeleiding resocialisatie
In een eerste fase – een observatieperiode van 3 à 4 weken – ligt de nadruk op een diepere verkenning van de zorgvraag. Op basis van (klinisch en psychodiagnostisch) onderzoek, een continue gedragsobservatie door de verschillende disciplines en overleg met de familie, wordt tijdens een interdisciplinair teamoverleg op basis van deze gegevens een indicatie gesteld. (= hoofdzorgfunctie: “indicatiestelling”) Na overleg met de oudere (en de familie) worden de doelstellingen vastgelegd voor de verdere behandeling. Ook de invulling van het concrete behandelplan wordt samen overlegd. Elke behandeling is een combinatie van het aanbieden van een aangepast en ondersteunend leefklimaat, individuele begeleiding, individuele – en groepstherapie, psychotherapie en familiebegeleiding. We zoeken ook mee naar een gepast antwoord op de vragen van mantelzorgers en professionelen in de thuissituatie. In overleg met alle betrokkenen wordt het toekomstperspectief vastgelegd. Deze herintegratie of deze overgang naar een nieuwe woonvorm, wordt samen met de patiënt en de betrokkenen voorbereid. (= hoofdzorgfunctie: “begeleiding en behandeling”) Binnen de hoofdzorgfunctie “resocialisatie” richt men zich op het versterken van de mogelijkheden en het netwerk van de oudere zodat hij zijn sociale rol terug kan opnemen. Samen met de patiënt, de mantelzorgers en externe hulpverleners wordt gezocht naar alternatieve ambulante begeleiding en dagbezigheid zodat een snelle integratie in de (nieuwe) thuissituatie mogelijk is. Na een ontslag kan – zo nodig – kortstondig een vorm van nazorg aangeboden worden.
twee behandeltrajecten cognitieve stoornissen functionele stoornissen
het traject “cognitieve stoornissen”
doelgroep Het traject “cognitieve stoornissen” richt zich vooral naar ouderen met een vorm van dementie en een bepaald gedrag dat door de oudere zelf of door zijn omgeving als (tijdelijk) erg moeilijk te hanteren ervaren wordt. Ook ouderen met (vermoedelijk) cognitieve problemen waarbij de diagnose in een ambulante zorgverlening (of in een thuissituatie) moeilijk vast te leggen is, zijn een doelgroep van dit traject.
Een schematische voorstelling van “moeilijk hanteerbaar gedrag bij dementie” vind je op de volgende bladzijde.
organisatie van het traject Dit traject situeert zich volledig op de residentiële afdeling SIRIUS 1.
het traject “functionele stoornissen” doelgroep Dit traject richt zich naar ouderen met psychiatrische zorgnoden, met “functionele stoornissen”. Dit zijn ouderen met o.a. stemming – of angststoornissen relatieproblemen aanpassingsstoornissen afhankelijkheid aan alcohol en medicatie rouwproblemen persoonlijkheidsproblemen verstoorde realiteitsbeleving vereenzaming en beperkte deelname aan het sociale leven
organisatie van het traject Dit traject situeert zich op 2 residentiële afdelingen (SIRIUS 2 & 3) en op een dagkliniek (SIRIUS 4). Voor de differentiatie tussen deze afdelingen, verwijzen we naar de “opnameprocedure”.
opnamecriteria en opnameprocedure opnamecriteria Elke oudere (vanaf 60 à 65 jaar) met psychische en psychiatrische problemen.
We kunnen geen kwalitatieve zorg aanbieden aan: o ouderen waarbij de somatische problematiek overweegt op de psychische o ouderen met een NAH – problematiek (niet aangeboren hersenproblematiek) Er is voorafgaandelijk een intake nodig voor o een opname van een persoon jonger dan 60 jaar o een rechtstreekse opname in de dagkliniek
doelstellingen van het opnamegebeuren De patiënt (en de familie / mantelzorgers) ervaart tijdens het opnamemoment een oprechte en deskundige bekommernis is voor hem/haar (hen). Omdat familie ervaart dat ze hun familielid bij bekommerde en deskundige medewerkers achterlaten, gaan ze na het opnamemoment naar huis met een overtuiging dat de keuze voor deze opname – in de omstandigheden – toch de betere keuze was. Om dit te realiseren willen we dat de medewerkers een actieve steen bijdragen tot deze belevenis. o creatie van een sfeer waarbij de opname “verwacht” is (bvb opgeruimd gesprekslokaal met drank) o gedoseerde overdracht van informatie o opname gebeurt bij voorkeur door de toekomstige persoonlijk begeleider o trachten “verbinding” te maken met pt en familie in deze moeilijke levensloopgebeurtenis De verwijzer weet dat de opname plaats vond. o Daarom informeren we elek verwijzer van elke opname via een opnamebrief.
De mening van de verwijzer wordt actief meegenomen in de opstart van een psychiatrische behandeling. o Daarom appreciëren we het ontvangen van een omstandige verwijsbrief of nemen we zelf contact – mits akkoord van de patiënt – om meer genuanceerde informatie te ontvangen.
nakijken procedures We bezitten interne procedures opdat elke vraag tot opname binnen dezelfde werkdag een antwoord krijgt. We bevragen de verwijzer op zo’n manier opdat we kunnen inschatten: o welk traject het meest aangewezen is voor de patiënt o welke nood aan beveiliging er is We hebben interen afspraken opdat een “gekende” patiënt kan toegewezen worden aan zijn / haar vertrouwde psychiater.
regio het traject “cognitieve stoornissen” focust zich vooral op het zuidelijk deel van de zorgregio Reling Zuid en op de naburige gemeentes van VlaamsBrabant de regio Hasselt kan voor deze doelgroep ook beroep doen op de afdeling SP gerontpsychiatrie van het AZ JESSA. het traject “functionele stoornissen” focust zich vooral op de zorgregio Reling Zuid en op de naburige gemeentes van Vlaams-Brabant
opmerking: asster heeft het plan om 24 bedden en 6 stoelen te delokaliseren naar Heusden-Zolder (St. Franciscusziekenhuis)
concreet bij een vraag tot opname van een oudere .
Telefoneer (bij voorkeur) tijdens de kantooruren naar onze opnamecoördinator op
011 788 xxx Of naar één van de contacten op de laatste pagina van deze bundel.
het algemeen zorgpad De cluster “ouderenpsychiatrie” biedt twee intramurale trajecten aan die ingebed zijn in een intra – en extramuraal zorgcircuit. Af en toe doen zorgverleners uit de thuissituatie beroep op onze expertise.
een zorgpad opgebouwd rond sleutelmomenten Elke zorgvrager doorloopt een bepaald proces, afgestemd op zijn noden. Vanuit “organisatorisch standpunt leggen we zelf het sleutelmoment “observatiebespreking” vast na ca 4 weken. Alle andere sleutelmomenten zijn i.f.v. de vragen / noden / doelstellingen van de zorgvrager en zijn netwerk. Bijvoorbeeld i.f.v. de met de zorgvrager overeengekomen doelstelling, wordt bepaald wanneer de volgende evolutiebespreking plaats vindt. Af en toe zijn er ook sleutelmomenten die minder lang vooraf zijn georganiseerd. Bijvoorbeeld door een crisis bij de zorgvrager.
van opname tot observatiebespreking Bij elke “nieuwe” zorgvrager (bij heropnames wordt dit in functie van de casus vastgelegd) wordt gedurende 3 à 4 weken een aantal acties ondernomen, teneinde een duidelijk en genuanceerd beeld te kunnen schetsen van de zorgvraag. Dit is de diagnostische fase die leidt tot medische – en tot zorgdiagnostiek. Op de volgende bladzijde vind je een overzicht van de gegevens die geïnventariseerd worden. Elk team heeft onderlinge afspraken over deze gegevensverzameling en de wijze van rapporteren ervan op de observatiebespreking. Binnen REGAS zijn hiervoor de nodige formulieren ontwikkeld.
de algemene zorgvisie de behandeling is geïndividualiseerd We willen onze zorgvragers benaderen als een unieke mens en dit vanuit het bio-psycho-sociaal en existentieel denkkader. We willen zorg bieden voor de gehele mens (integraal) in relatie tot zijn omgeving (geïntegreerd) (o.a. zijn familie).
Onze zorgvragers zijn meer dan een “psychiatrische patiënt”, veel meer dan een “psychiatrisch probleem” en nog veel meer dan “een psychiatrische diagnose”.
We willen de zorgvrager benaderen als een unieke mens. Iemand met een eigen levensgeschiedenis, met zijn (familie)relaties, met zijn coping strategieën, met rollen,… De oudere die wordt opgenomen is ook lid van een (familiaal) systeem. Geïntegreerde zorg aanbieden is zorg aanbieden in relatie met zijn omgeving, familie of andere naasten. Diegene die de zorgvraag letterlijk stelt kan de oudere zelf zijn, doch is ook heel vaak een familielid of een ander mantelzorger of een professioneel zorgverlener die in de thuiszorg (in huis of in een woonzorgcentrum) staat. Hierbij durven we stellen dat niet enkel de “patiënt centraal staat”, maar wel “de patiënt in relatie tot zijn familie of zijn steunfiguren.”
“het is veel belangrijker om te weten welke persoon de ziekte heeft, dan welke ziekte de persoon heeft” (Hippocrates)
Pagina 16 van 27
We willen investeren in het verzamelen van informatie over die unieke persoon opdat we hem kunnen pogen te begrijpen (dit is anders dan oordelen). Hierbij denken we o.a. aan: de reden van opname volgens de verschillende betrokkenen: hulpvraag en verwachtingen naar de behandeling het levensverhaal (auto – en heteroanamnese; waarvan ziektegeschiedenis een onderdeel is) iemands competenties (resources) het uittekenen van een genogram om de familierelaties te begrijpen de copingmechanismes diagnostiek op indicatie (psycho, logo, kiné, ergo) ;…
Omwille van dat “unieke”, willen we een geïndividualiseerde zorg aanbieden. In een volgend stuk wordt verder ingegaan op de afstemming van deze zorg. Naar organisatie van zorg betekent dit niet “louter individuele contacten”. Geïndividualiseerde zorg kan ook via groepscontacten worden aangeboden.
de behandeling is gebaseerd op de consensus tussen de verschillende betrokken partijen (“partnerschap”) Tussen het interdisciplinair team en de zorgvrager wordt de zorg afgestemd. Deze afstemming gebeurt via een dialoog tussen gelijkwaardige partners (enerzijds de patiënt en zijn systeem (familie) als ervaringsdeskundige en anderzijds het interdisciplinaire team als inhoudelijk deskundige). Deze afstemming gebeurt tijdens de formele ankerpunten binnen het zorgproces. Deze keuze merken we evenwel vooral in alle contacten met patiënt en zijn familie, deze partnerschapsgedachte moet een attitude zijn. We benaderen hen op een wijze waarbij we veel rekening houden met autonomie, zelfbeschikking, eigen verantwoordelijkheid. Ook het streven naar een consensus (o.a. over het behandelplan) binnen het team vinden we belangrijk. Daarom kiezen we expliciet voor een interdisciplinaire samenwerking. Elke discipline heeft disciplinegebonden én gemeenschappelijke taken. Elk teamlid heeft én een gezamenlijke verantwoordelijkheid én een persoonlijke verantwoordelijkheid.
Deze consensus vinden we terug op 2 niveaus: tussen team en zorgvrager (vraaggerichte zorg) binnen het team (interdisciplinaire samenwerking) Deze consensus (overeenstemming) hoeven we niet terug te vinden op het niveau van de zorgvrager (meningsverschil).
Pagina 17 van 27
De consensus tussen het team en de zorgvrager: vraaggerichte zorg. Tussen het interdisciplinair team en de zorgvrager wordt de zorg afgestemd Deze afstemming gebeurt via een dialoog tussen gelijkwaardige partners: enerzijds de patiënt en zijn systeem als ervaringsdeskundige en anderzijds het interdisciplinaire team als inhoudelijk deskundige. Tijdens de ankerpunten van het zorgproces is er een formeel overleg tussen het interdisciplinair team en de patiënt en zijn systeem. Tijdens dit overleg wordt een consensus nagestreefd tussen de zorgvraag (al dan niet expliciet geformuleerd) en de aangereikte deskundigheid. deze consensus levert ook een behandelingsmandaat op op deze ankerpunten durven we ook geformuleerde hypotheses bijsturen mogelijke ankerpunten of sleutelmomenten tijdens een zorgproces zijn meestal die momenten waarop interdisciplinair teamoverleg nodig is o aanmelding o opname o observatiebespreking o evolutiebesprekingen o ontslagvoorbereiding o ontslag o (eventueel) nazorg o ook plotse veranderingen bij een zorgvrager kunnen aanleiding vormen tot zo’n ankerpunt
We willen op termijn vorming aanbieden om deze omslag naar “permanente dialoog” te maken. De zorgvraag is een combinatie van zorgbehoefte en zorgpreferentie: omvat meer dan een (vraag naar) (medische) diagnose kan geformuleerd worden door patiënt en familie (zorgpreferentie) + kan tevens gevraagd worden door andere externe betrokkenen (zorgverleners, mantelzorgers, …) wordt ook opgemerkt door de hulpverleners (via gericht observeren of andere methodieken worden de competenties en de zorgnoden in kaart gebracht) o het gedrag van de patiënt en van zijn familie beschouwen we als communicatie o integrale zorg (biologisch – psychisch – sociaal – existentieel) is inherent aan ouderenpsychiatrische zorgverlening
Vraaggerichte zorg gaat uit van een mensbeeld dat beter strookt met de huidige opvatting over hoe het leven er idealiter uitziet, namelijk de mens als een autonoom wezen. Binnen ‘vraaggerichte’ zorg stelt men de cliënt als persoon centraal. Vroeger was dit vaak niet zo. Mensen werden meer als een groep gezien en benaderd. Er werd gekeken hoe het met hun klachten, beperkingen en handicaps stond. In het woonzorgcentrum bijvoorbeeld werden de mensen in groepen ingedeeld naargelang de zwaarte van de problematiek. Bij zorg die vraaggericht wordt verleend, kantelen de verhoudingen tussen de drie partijen. De hulpverlener en de patiënt komen op een gelijk niveau te staan en de organisatie heeft een ondersteunende rol.. De hulpverlener en de patiënt worden op deze manier een soort partners. Dit veronderstelt dat ze met elkaar in overleg gaan, dat ze samen vastleggen wat de belangrijkste aandachtspunten binnen de verzorging zijn. In onderstaand schema valt de gelijkwaardigheid tussen hulpverlener en patiënt op en de ondersteunende rol van de organisatie. patiënt (+ systeem)
interdisciplinair team Pagina 18 van 27
Organisatie Het Trimbosinstituut omschrijft1 een vraaggerichte zorgproces binnen GGZ met volgende kenmerken: gelijkwaardigheid: de hulpverlener gaat een gelijkwaardige en respectvolle hulpverleningsrelatie aan met de cliënt, waarbij hij de cliënt ruimte geeft om zijn ervaringskennis in te brengen. behandelingsovereenkomst: de hulpverlener stelt samen met de cliënt een behandelovereenkomst op waarin alle afspraken zijn vastgelegd. De hulpverlener en de cliënt houden zich aan deze overeenkomst. De behandelovereenkomst kan op elk gewenst moment worden aangepast, mits beide partijen daarmee akkoord gaan. voorlichting op maat: de hulpverlener zorgt ervoor dat de cliënt in alle stadia van het primaire proces beschikt over objectieve informatie over de ervaren klachten van de cliënt, het zorgaanbod van de instelling, de inhoud van de zorg en andere zorgmogelijkheden binnen en buiten de instelling. integrale probleemverkenning: de hulpverlener exploreert de hulpvraag vanuit het referentiekader van de cliënt, waarbij wordt aangesloten bij diens sociaal-culturele context, cognitieve vaardigheden, mogelijkheden, verwachtingen en behoeften. individueel zorgaanbod: de hulpverlener zorgt ervoor dat de gerealiseerde hulp aansluit bij de vraag van de cliënt. Indien de cliënt van mening is dat de geboden zorg niet (meer) passend is, is de hulpverlener verantwoordelijk voor de realisering van andere zorg binnen of buiten de instelling. Cliënten hebben vrije keuze in behandelaar en behandellocatie. wilsbeschikking: de mogelijkheid tot het aangaan van een zelfbeschikkingscontract of crisiskaart en het vastleggen van een wilsverklaring is een vast onderdeel van het hulpverleningsproces
De consensus binnen het team: interdisciplinaire samenwerking.
Binnen het interdisciplinaire samenwerken (IDSW) worden de taken van elke discipline verdeeld tussen eigen en gemeenschappelijke taken. Er zijn een aantal taken die zo fundamenteel zijn voor een goede psychiatrische zorgverlening, dat het onontbeerlijk is dat alle zorgverstrekkers de vaardigheden hebben om deze taken uit te oefenen. Een belangrijke gemeenschappelijke taak is het communiceren en het scheppen van een goed zorg- en leefklimaat om de groei en de ontwikkeling van patiënten te bevorderen. Maar er zijn ook een aantal taken die een zo grote professionele deskundigheid vereisen, dat alleen wie deze beroepsopleiding genoten heeft over voldoende vaardigheden beschikt om deze taken uit te voeren. Sommige taken veronderstellen een specifiek medische, paramedische of verpleegkundige vakbekwaamheid. Er is een hele gradatie mogelijk in de verdeling van de taken van de disciplines tussen eigen en gemeenschappelijke taken.
1
H. van Diest, B. van Wijngaarden, J Wijngaarden, De vraag ontleed. Criteria voor vraaggerichte geestelijke gezondheidszorg. (Trimbosreeks 2002 – 5)
Pagina 19 van 27
Deze verdeling van taken doet recht aan de specificiteit van de verschillende disciplines. Elke beroepsgroep kan vanuit zijn specifieke deskundigheid een eigen bijdrage leveren. Deze verdeling wijst ook op de complementariteit van de disciplines. De verschillende beroepsgroepen vullen elkaar aan tot een verscheiden aanbod van psychiatrische zorgverlening. Specificiteit en complementariteit van de disciplines vormen de kern van het interdisciplinair samenwerken. is geen doel op zich, maar een middel om kwaliteitsvolle psychiatrische zorg te verstrekken aan een groep patiënten. Hiervoor draagt het ID team een gezamenlijke verantwoordelijkheid (een collectieve en een persoonlijke).
IDSW
Het ID team hanteert een collectief beroepsgeheim. Dit betekent dat alle informatie over een patiënt die noodzakelijk is voor een goede zorgverlening kan gedeeld worden onder de zorgverstrekkers die verantwoordelijk zijn voor de zorgverlening voor die patiënt. Omdat de meeste patiënten zich niet bewust zijn van het collectief karakter van het beroepsgeheim wordt hen in een informatiebrochure, bij de intake of zodra dit met hen bespreekbaar is, meegedeeld dat de informatie over patiënten kan gedeeld worden onder de zorgverstrekkers van het team. Gezien de situatie van onze doelgroep steeds complex is, moeten de verschillende perspectieven van de verschillende zorgverstrekkers aan bod kunnen komen. Een ID teamoverleg is nodig. Het ID team zorgt per patiënt voor een geactualiseerd individueel behandelplan.. o
De zorgverstrekkers worden uitgedaagd om door overleg te zoeken naar overeenstemming (= consensus). Consensus betekent dat de zorgverstrekkers kunnen overeenstemmen in hun aanvoelen en hun opvattingen.
Het interdisciplinaire team kan alleen zijn gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen, indien de teamleden hun persoonlijke verantwoordelijkheid opnemen.
het meningsverschil binnen het systeem van de patiënt
Tijdens de behandeling is het belangrijk dat we zicht krijgen op eventuele meningsverschillen binnen een familie. Uit voorgaande is al duidelijk dat we de oudere patiënt ook beschouwen als een “evenwaardige betekenisverlener”. Klassiek is het meningsverschil over het toekomstperspectief van de patiënt. Overkoepelend is er vaak een streven naar goede zorg. Het naast elkaar zetten van de verschillende perspectieven (waarheden) is vaak verhelderend. Investeren in een consensus binnen de familie van de zorgvrager, kan een ontslagperspectief ondersteunen.
Pagina 20 van 27
de behandeling is wetenschappelijk onderbouwd gecombineerd met de bestaande expertise. In de ontwikkeling van de zorgpaden willen we methodisch werken. Een zorgpad zien we als een combinatie van enerzijds wetenschappelijk onderbouwde zorg en anderzijds de bestaande expertise. Deze eigen expertise bestaat uit competenties, kennis, interne richtlijnen en therapeutische vaardigheden. Als cluster wensen we ook een Pagina 21 van 27 standaard zorgproces uit te werken, dat opgebouwd is rond sleutelmomenten.
Net als de overheid (audit) vinden we wetenschappelijk onderbouwde zorg erg belangrijk. We willen weet hebben van effectieve interventies en deze kennis up to date houden. Daarnaast moet dit vanzelfsprekend ook geïntegreerd worden in het
concreet zorgproces. We willen deze protocollen / richtlijnen beschouwen als handvaten. Naast de wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen, is er op beide campussen ook “een rugzak” aan opgebouwde competenties, zowel kennis , interne richtlijnen als
therapeutische vaardigheden. We vinden het belangrijk dat deze aangewend wordt.
In het hoofdstuk “algemeen zorgplan” vind je een beschrijving van het standaard zorgplan en van de gehanteerde protocollen. Daar vind je tevens een beschrijving van het therapeutisch denkkader.
Pagina 22 van 27
de behandeling streeft stepped care na binnen een zorgketen We willen meewerken aan de vermaatschappelijking van psychiatrische zorg. Daarom investeren we in de draagkracht van de familie of in deze van het woonzorgcentrum. Daarnaast willen we zoeken naar alternatieve ambulante doorverwijsmogelijkheden of via daghospitalisatie aanbieden.
Vanuit een onderschrijven van de basisgedachten omtrent vermaatschappelijking van psychiatrische zorg, streven we naar getrapte zorg”. Hieronder begrijpen we groeien naar een situatie waarbij we niet meer en niet minder behandelingsmogelijkheden bieden dan noodzakelijk is voor de behandeling van de zorgvraag. Slaat de behandeling niet voldoende aan, dan wordt de zorg intensiever. Het is ook mogelijk dat de klachten zo ernstig zijn dat direct via een intensiever programma behandeld wordt. Op deze wijze streven we zorg op maat na. De getrapte zorg verloopt niet alleen van algemene zorg naar zeer specialistische zorg, maar ook de omgekeerde richting is mogelijk. Op dit moment kunnen we een deeltijdbehandeling of een residentiele behandeling aanbieden. Wanneer een zorgvrager niet voor deze vormen in aanmerking komt, kunnen we verder verwijzen. In de toekomst wordt ook een afdeling ouderenpsychiatrie gedelokaliseerd naar het St.-Franciscusziekenhuis te Heusden-Zolder. We werken ook samen met de afdeling “SP PSYCHOGERIATRIE” in het Jessaziekenhuis.. Daarnaast dringen ook andere organisatievormen zich op. Bijvoorbeeld: o o o o o o
Poliklinische activiteiten (psychiater & psycholoog) Casuïstische outreaching ingebed in de nazorg Coaching van teams werkzaam in wzc (zie project Limburg) Coaching van huisartsen Aanbieden van vorming …
Vermaatschappelijking van zorg impliceert ook dat we – binnen de grenzen van onze mogelijkheden – de “mantel” van de patiënt moeten steunen. Dit kan op 2 manieren: familiebegeleiding opdat de draagkracht in de thuissituatie verhoogt afstemming met een woonzorgcentrum (of een andere residentiële voorziening): zowel casuïstisch als coachend (zie hoger)
Pagina 23 van 27
elke medewerker is ons visitekaartje De attitude waarin de zorg wordt aangeboden vinden we cruciaal. Medewerkers zijn bewust van het eigen aandeel in de communicatie met patiënten, families en collega’s.
Psychiatrische zorg beschouwen we als meer dan dienstverlening. Het volstaat niet om de zorg in mooie processen uit te tekenen of om volgens richtlijnen te werken. De attitude waarin de diensten worden aangeboden beschouwen we als cruciaal. De patiënten krijgen niet alleen zorg (dienstverlening), ze “beleven” ook zorg. de “belevenis” is van een nog hogere kwaliteit dan de dienst op zich (zit samen met bejegening, respect, …) medewerkers moeten dus gedenkwaardige gebeurtenissen creëren die een plaats hebben binnen de evolutie die gemaakt wil worden. Hiervoor is de eigen persoon het instrument. Ter illustratie: Tijdens het opnamegesprek moet de patiënt ervaren dat er échte inspanningen gemaakt worden om hem te begrijpen, dat er oprechte belangstelling is. Tijdens een opnamegesprek moet een familie aanvoelen dat ze hun familielid met een zekere gerustheid kunnen achterlaten. Tijdens een intiem toilet laat de zorgkundige aan de patiënt weten dat dit geen vanzelfsprekende actie is.
elke medewerker is lerende De uitdagingen van de toekomst zijn dermate complex dat we creatieve zelfstandig denkende medewerkers nodig hebben. Daarom willen we investeren in een werkplekPagina 24 van 27 als leerplek (met ruimte voor feedback) en in een coachende leiderschapsstijl. Vanzelfsprekend is iedereen individueel
Om in te kunnen spelen op nieuwe en complexe zorgsituaties hebben we creatieve zelfstandig denkende medewerkers nodig, die hun (up to date) kennis kunnen toepassen. De werkplek is dus een leerplek. De werkplek wordt zo georganiseerd dat medewerkers elkaar kunnen “ontmoeten”. Er is bij alle medewerkers een bepaalde (vastgelegde) basiskennis. Kennis wordt interdisciplinair gedeeld. Een medewerker wordt niet afgerekend op fouten. Een kritische houding naar zichzelf en de werkcontext mag wel verwacht worden. Leren berust ook op die individuele verantwoordelijkheid. Elke medewerker moet zelf kennis, kunde, vaardigheden, … willen verwerven om deze te gaan gebruiken. Dit is een cruciaal evaluatiecriterium. Elke medewerker kan een collega aanspreken (feedback geven). o dit vraagt veiligheid en betrokkenheid in een team o elkaar kunnen aanspreken, dwars doorheen alle hiërarchie o zeker de vraag “zijn we nog binnen de fundamentele principes bezig” moet binnen het interdisciplinaire team gesteld kunnen worden Elke medewerker stelt zich ook aantrekkelijk (“open”) op om feedback aan te geven. Daarom willen we investeren in de professionele ontwikkeling van medewerkers. We investeren in een lerende organisatie. eigen vormingsbeleid (zowel extern als intern) (ook afspraken nodig op clusterniveau) suggesties tegenover de invulling van het vormingsplan zijn welkom, bvb o permanente dialoog met patiënt o …
Pagina 25 van 27
het therapeutisch denkkader nakijken : invoegen in vorige
Pagina 26 van 27
contactname Voor een opname, neem je best telefonisch contact met 011 788 xxx Of bij één van de maatschappelijk werkers: Ooms Willy 011 788 860 Naveau Chris 011 788 861 Frederix Ingrid 011 788 862 Heeren Astrid 011 788 360
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
De psychiaters zijn bereikbaar op: dr. Hannes Jos 011 788 801 dr. Adriaensen Jan 011 788 802 dr. Einfinger Geraldine 011 788 402
[email protected] [email protected] [email protected]
Informatie over een afdeling, kan je verkrijgen via cognitieve stoornissen = sirius 1 afdelingshoofd Leynen Benny 011 788 810 psycholoog Punga Christophe 011 788 850 functionele stoornissen sirius 2 afdelingshoofd Merken Vicky psycholoog Pauwels Evelyn sirius 3 afdelingshoofd psycholoog
011 788 820 011 788 851
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
Vandereyt Vanessa 011 788 830
[email protected] Stefani Smits 011 788 852
[email protected]
sirius 4 = dagkliniek afdelingshoofd Schoubs Bea psycholoog Anckaert Katleen
011 788 840 011 788 853
[email protected] [email protected]
Algemene informatie over de cluster, kan je verkrijgen via beleidspsychiater zorgmanager
dr. Hannes Jos Beyen Franky
011 788 801 011 788 800
[email protected] [email protected]
Pagina 27 van 27