SpEZialist
Jaargang 11 w Nummer 4 w december 2012
Nieuwsbrief voor verwijzers
In deze uitgave: Redactioneel w Samen werken aan goede kwaliteit van spoedzorg w Nieuw centrum Diagnostiek Brabant biedt grote voordelen voor zowel patiënten, huisartsen als specialisten w Samenwerken 2 w Werken aan goede zorg op de juiste plek w Steeds meer huisartsen met bijzondere bekwaamheden w Het laatste woord w Even voorstellen w Vertrokken SpEZialisten w Nieuwe SpEZialisten w Colofon
dr. Taco Gosens hoofdredacteur SpEZialist
Samenwerken 1! In deze jubileumeditie van de SpEZialist (tien jaar geleden rolde het eerste nummer van de drukpers) zijn de rollen eenmalig omgedraaid. Ondanks dat dit blad bedoeld is als informatiebron voor de huisartsen over wat zich allemaal in het ziekenhuis afspeelt, is in dit nummer de huisarts zelf aan het woord. De plannen om de kwaliteit van zorg voor onze patiënten te verbeteren lijken door allerlei kleine initiatieven - in zowel het ziekenhuis als de huisartsenpraktijk - tot een versnipperd beleid te leiden, waarbij bij mij af en toe de vraag opkomt of het nu echt samenwerken is of landjepik. U kent dat laatste nog wel van de lagere school. We gooiden een zakmes in de grond en verdeelden zo het land. Wie niet zo handig met het mes was, hield slechts een klein stukje grond over... In deze editie worden enkele nieuwe initiatieven belicht, waarbij de echte transmurale zorg, de zorg waar de patiënt beter van wordt, nog niet is bereikt. Deze fraaie tussenstappen blijven helaas tussenstappen omdat de medische professie bang is broodwinning te verliezen. De nieuwe kabinetsplannen streven naar loondienst voor de specialist en belonen de huisarts om zelf veel problemen op te lossen. Zo zijn er zogenaamde opvulpoli’s, maar ook huisartsen met speciale vaardigheden. De waarheid zal in het midden liggen. Landjepik is dus niet de oplossing, echt samenwerken wel! De zorg moet immers goedkoper. Niet door zorg te weigeren of onbereikbaar te maken, maar door intensief samen te werken en vooral te denken aan het belang van de patiënt en effectiviteit van de zorg.
Lynda Gelderland, Raad van Bestuur Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant
Nog intensievere samenwerking met Spoedeisende Hulp heeft meerwaarde
Samen werken aan goede kwaliteit van spoedzorg
Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant bestaat uit twee huisartsenposten in de regio Midden-Brabant. ’s Avonds, ’s nachts, in het weekend en op feestdagen kunnen patiënten bij de huisartsenposten terecht voor dringende medische (huisartsgeneeskundige) hulp. Alle telefonische hulpvragen uit de regio Midden-Brabant komen binnen bij het callcenter van de huisartsenpost aan de Lage Witsiebaan te Tilburg. Een klein deel van de patiënten (circa drie procent van het totaal) komt als zelfverwijzer. In het callcenter doen goed opgeleide medisch centralisten triage volgens het triagesysteem TAS.
TweeSteden ziekenhuis, Regionale Ambulance Voorziening (RAV), GGz/ crisisdienst, Dienstapotheek Tilburg en Waalwijk, Thebe Thuiszorg, tandartsen en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
De zorgverlening varieert van telefonisch consult, een consult op de huisartsenpost of een visite bij de patiënt thuis. De dienstdoende regiearts controleert en autoriseert binnen één uur alle medische adviezen van de medisch centralisten. Indien er aanleiding is, wordt iemand al telefonisch doorverwezen. Op jaarbasis worden er ongeveer negentigduizend verrichtingen gedaan.
Op de huisartsenposten wordt gewerkt door de aangesloten huisartsen uit de regio Midden-Brabant (circa 165 huisartsen), een pool waarnemers (niet gevestigde huisartsen in de regio), medisch centralisten (verpleegkundigen en doktersassistenten) en kantoormedewerkers. In totaal zijn er ongeveer zestig medewerkers in dienst van Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant. Daarnaast werken er ongeveer vijftien chauffeurs vanuit een in medisch vervoer gespecialiseerde organisatie.
Samenwerking
Stage SEH-artsen
Om goede zorg aan de patiënt te kunnen bieden, werken de huisartsenposten nauw samen met partijen, zoals onder andere Spoedeisende Hulpen (SEH’s) van het St. Elisabeth Ziekenhuis en het
Vanuit de gedachte dat het waardevol is om inzicht te hebben in de werkprocessen van de huisartsenpost lopen SEH-artsen stage op de huisartsenpost. Zij ervaren >>>
ELISABETH TOPZORG | ZEKER VOOR U
>>> vervolg pagina 1 dat als waardevol. Ook de huisartsen zijn hierover enthousiast. Door kennis te hebben van elkaars werkprocessen ontstaat er meer duidelijkheid en meer begrip voor de manier van werken. Daardoor ervaart de patiënt de voordelen van een goede samenwerking in de spoedzorg.
Goede communicatie Voor de dienstdoende huisartsen en medisch ondersteunend personeel is informatie over de patiënt van essentieel belang om goede zorg te kunnen leveren. Op de huisartsenpost is inzage mogelijk
in het medisch dossier van de eigen huisarts van een patiënt. De huisarts krijgt van elk contact met de huisartsenpost een bericht. Voor wat betreft het contact met het ziekenhuis wil Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant graag een goede terugkoppeling na ontslag uit het ziekenhuis, ook tijdens de ANW-uren. Tevens bestaat de wens om patiënten digitaal door te verwijzen naar het ziekenhuis. Een digitale doorverwijzing levert een bijdrage aan patiëntveiligheid, efficiency en verhoogt de kwaliteit van zorg.
Blik op de toekomst Stichting Huisartsenposten MiddenBrabant ziet zeker de meerwaarde van een nog intensievere samenwerking met de Spoedeisende Hulp. In de toekomst zal deze samenwerking verder vormgegeven worden. Vanuit de visie van Stichting Huisartsenposten Midden-Brabant en de aangesloten huisartsen zal deze fysieke samenwerking vanaf één locatie zijn, waarbij zowel de eigen inbreng en werkwijze van zowel de specialist als de huisarts herkenbaar moet zijn.
Henk Goldschmidt en Karel-Jan van Tuijn, directie Diagnostisch Centrum Tilburg
Herijking van collegiale verhoudingen in onafhankelijk nieuw eerstelijns diagnostisch centrum
Diagnostiek Brabant biedt grote voordelen voor zowel patiënten, huisartsen als specialisten Het DCT en beide Tilburgse ziekenhuizen hebben een nieuw eerstelijns diagnostisch centrum opgericht: Diagnostiek Brabant (DB). Het principe is dat huisartsen het front office runnen en regionale specialisten uit de tweede lijn het back office. De regierol van het nieuwe DB komt te liggen bij de eerste lijn, de uitvoering van de diagnostiek vindt plaats in de tweede lijn. Op die manier ontstaat er in onze regio een nieuw soort synergie tussen huisartsen en specialisten met grote voordelen voor zowel patiënten, huisartsen als specialisten. Snelle, kwalitatief goede diagnostiek waarvan de resultaten direct in HIS verschijnen, op een zodanige manier dat medisch specialisten ook inzage hebben in eerstelijns resultaten. Geen dubbel diagnostiek, één regionaal loket voor afspraken en reserveringen en één regionale prikdienst.
‘ons kent ons’, niet primair gericht op verandering en verbetering. Toch is er ook sprake van ‘een regio in beweging’. De beide ziekenhuizen willen fuseren. De grootste huisartsenzorggroep gaat samenwerkingsverbanden aan met een regionale thuiszorgorganisatie en een buitenregionaal huisartsenlaboratorium. En het regionale huisartsenlaboratorium en de beide ziekenhuizen zetten een zelfstandig anderhalvelijns diagnostisch bedrijf in de markt.
Regionale situatie Midden-Brabant Als we naar de gezondheidsregio Midden Brabant kijken, zien we een cultuur van
Enerzijds is de collegiale coherentie dus groot, maar anderzijds is er geen cohe-
rent, regionaal beleid waarin op verantwoorde wijze het regionale patiëntenbelang wordt gediend.
Weg naar de toekomst Om te komen tot een consistent regionaal beleid met een gedeelde visie op de ontwikkeling van de anderhalvelijnszorg in de regio, moeten er op meerdere plaatsen bruggen geslagen worden tussen de eerste en de tweede lijn. De oprichting van het nieuwe anderhalvelijns diagnostisch centrum is daarvan een voorbeeld.
>>>
2
>>> vervolg pagina 2 Het doel is een organisatie neer te zetten georganiseerd rond de patiënt, waarbij eerste en tweede lijn elkaar ondersteunen. De nieuwe organisatie geeft de huisartsen de mogelijkheid onafhankelijk te acteren en toch optimaal gebruik te kunnen maken van de regionale medisch specialistische kennis en diagnostische faciliteiten in de ziekenhuizen. De natuurlijke keten tussen huisarts en specialist in de regio blijft intact doordat resultaten voor beiden inzichtelijk zijn en de patiënt indien nodig zonder dubbeldiagnostiek kan worden overgedragen aan de tweede lijn. Vanuit het front office kan namens de huisartsen een actief afspraken- en reserveringsbeleid gevoerd worden, waarbij met inzicht in de diverse beschikbare diensten en toegangstijden de patiënt meteen de voor hem meest optimale keus kan maken.
De organisatie kan namens de eerste lijn afspraken maken met de tweede lijn over toegangstijden, standaardisatie van verwijzingen en uitbreiding van de dienstverlening. Een deel van de eenvoudige diagnostiek kan plaatsvinden op locatie van het eerstelijnscentrum. Daarnaast ontstaat door de intensieve samenwerking een platform dat kan bijdragen aan de ontwikkeling van de visie op anderhalvelijnszorg, waar ideeën gedeeld en ontwikkeld kunnen worden.
Conclusie Diagnostiek Brabant, een anderhalvelijns instelling, bindt eerste en tweedelijns gezondheidszorg op een moderne manier aan elkaar. Zodanig dat binnen de menselijke maat de patiënt centraal staat, de huisarts het voor het zeggen heeft en de medisch specialist excelleert in zijn specialistische zorg. Een soort win-winwinsituatie dus.
Wil Wouts, huisarts en voorzitter Regionale Coöperatie Huisartsen Midden-Brabant
Werken aan goede zorg op de juiste plek Nederland kent 4,5 miljoen mensen met een chronische ziekte of aandoening. Dit aantal neemt in rap tempo toe. Van elke 75-plusser heeft er één op de drie meer dan één chronische ziekte met mogelijke beperkingen als gevolg. Het idee leeft dat, door eerdere opsporing, betere behandeling en het goed opvolgen door de patiënt van de gegeven adviezen, het optreden van beperkingen door de ziekte uitgesteld kan worden. Hieraan moet dan ook meer aandacht gegeven worden. De genoemde activiteiten leiden echter tot forse zorgkosten per hoofd van de bevolking. Om een antwoord te hebben op bovenstaande is men chronische zorg in integrale zorgprogramma’s gaan organiseren. Hiervoor zijn zorggroepen in het leven geroepen. Nederland telt nu ongeveer honderdtien zorggroepen, over het hele land verspreid en variërend in grootte van tien tot tweehonderd huisartsen.
Integrale zorgprogramma’s voor onder andere diabetes mellitus, COPD en harten vaatziekten worden sinds 2010 bekostigd door een keten DBC. Geen aparte declaraties meer voor ieder aanvullend onderzoek of ieder bezoek aan huisarts, praktijkondersteuner, diëtiste of podotherapeut, maar een vast bedrag voor alle zorg rondom een chronische patiënt. >>>
Frans Blessing, huisarts Redactielid SpEZialist
Samenwerken 2! Als beginnend huisarts kwam ik terecht bij een bijna gepensioneerde huisarts in het midden van het land. Een hele week werkte ik dag en nacht vanuit zijn huis. Automatisering was nog niet aan de orde, en de groene kaart werd alleen voor administratieve doeleinden gebruikt. In een kwart eeuw is er veel veranderd. Door de ontwikkeling van de NHG standaarden, de komst van de huisartsenposten en het ontstaan van grotere samenwerkingsverbanden van huisartsen is ons vak sterk geprofessionaliseerd. De huisarts lijkt in niets meer op de traditionele arts van 25 jaar terug. En ook de huisarts specialiseert zich; er zijn inmiddels huisartsen die zich bekwaamd hebben in deelgebieden als diabetes en COPD, in diagnostische vaardigheden of specifieke behandelingen. Organisaties als de CHP, de RCH en DCT ondersteunen ons daarbij. Het digitale huisartsendossier is onmisbaar geworden voor ons dagelijks werk. In dit alles zal de samenwerking met de specialisten nog verder moeten worden ontwikkeld. Op het gebied van diabetes en COPD krijgt die samenwerking met internisten en longartsen inmiddels vorm. Maar het kan nog beter. Er zijn initiatieven voor anderhalve lijnscentra, consultatieve praktijken, ZBC’s met huisartsen en specialisten. Tegelijk moet de huisarts zijn integrale, mensgerichte blik op het individu niet vergeten. Onlangs zat ik als toehoorder bij rollenspelen tussen jonge collega’s en acteurs. Ik was verrast hoe goed ze in gespreksvoering waren getraind, hoe bedreven ze al waren in aspecten als doorvragen, samenvatten en geruststellen. Met onze volgende generatie zit het dus wel goed.
3
>>> vervolg pagina 3
Verschuiving Een verbeterde samenwerking tussen huisarts en specialist zou moeten leiden tot verschuiving van patiëntenstromen van tweede naar eerste lijn. In de praktijk blijkt dat gelukkig ook te gebeuren. Voorheen werd tachtig procent van de mensen met diabetes in de tweede lijn behandeld en de rest in de eerste lijn. Inmiddels heeft er een omkering van die getallen plaatsgevonden. Tachtig procent van de diabeten wordt nu in de eerste lijn behandeld. Voor COPD is de verwachting dat hetzelfde staat te gebeuren. Dit gebeurt in de regio Midden Brabant meestentijds in goede samenwerking tussen diabetologen en longartsen van het St. Elisabeth Ziekenhuis en TweeSteden Ziekenhuis. Voor de patiënten betekent dit dat ze de zorg dicht bij huis kunnen krijgen. Vaak door de praktijkondersteuner (POH), die meer tijd tot haar beschikking heeft. Uit onderzoek blijkt dat de patiënten daar zeer tevreden over zijn. Bij complexe problematiek is er altijd overleg met de huisarts en de specialist.
Zorgstandaard Beide beroepsgroepen zijn vertegenwoordigd in de commissies die de zorgstandaard bepalen, de normen voor goede zorg stellen en de indicaties voor verwijzen en terugverwijzen gezamenlijk vaststellen. Eindelijk worden de specialisten verlost van een hoeveelheid eerstelijns werk
waar ze in het verleden niet gemakkelijk afstand van deden, mede omdat niet op voorhand duidelijk was of elke huisartsenpraktijk het benodigde niveau van zorgkwaliteit kon leveren. Door de zorggroepen is daar duidelijkheid in gekomen. In samenspraak is de zorgstandaard en de benodigde kwaliteit benoemd. De zorggroep verzorgt de scholing, maakt door het keteninformatiesysteem de registratie mogelijk en begeleidt de huisartsenpraktijken met een coachingsfunctionaris die op locatie ondersteuning biedt. De zorggroep verzorgt ook de verantwoording naar de ziektekostenverzekering die eisen stelt op de gebieden van goed bestuur, transparantie en registratie. Waren de ziektekostenverzekeraars in de opstartfase mogelijk nog coulant, door de recente ontwikkelingen stellen ze zich zeer streng op en eisen strikte uitvoering van de contractuele verplichtingen. Ze willen duidelijkheid over de zorg die door de huisartsen geleverd kan worden en welke zorg bij de specialist hoort. Op deze manier dragen ze ook bij aan een verbeterde samenwerking tussen huisarts en specialist. Het blijkt namelijk, dat de veranderde patiëntenstromen niet hebben geleid tot de verwachte besparingen. Er was helemaal geen besparing, eerder een overschrijding.
Verklaringen Men zoekt naar verklaringen voor de hoge kosten bij beide partijen. Bij de huisarts, omdat die onvoldoende actief patiënten naar de eerste lijn weet terug te halen en daar te houden. Bij de specialisten, omdat er allerlei opvulpoli’s ontstonden, waarbij niet zelden nieuwe en duurdere DBC’s geopend werden. Wat betreft de situatie in Midden-Brabant heeft dit het CZ doen besluiten om de hele ontwikkeling even aan te houden. Nu een door de minister van VWS ingestelde evaluatiecommissie Integrale Bekostiging ondubbelzinnig tot een positief advies komt, doet het CZ weer mee. CZ eist wel strikte naleving van alle afspraken, ook op het gebied van de gewenste substitutie. Dat dwingt de coöperatie nog nadrukkelijker afspraken te maken met specialisten en ziekenhuizen over inhoudelijke samenwerking, delen van data, meedoen met het KIS-systeem en substitutie van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn. Deze opdracht of, beter, deze uitdaging zal maken dat de coöperatie een grote rol in de toekomstige ontwikkelingen rondom chronische zorg toebedeeld zal krijgen. Wij zijn er klaar voor.
De minister heeft de meerkosten door tariefsverlaging teruggevorderd bij de huisartsen. Onnodig te zeggen dat die daar niet gecharmeerd van waren.
Opvulpoli De term ‘opvulpoli’ gebruiken ziektekostenverzekeraars om de groei van speciale poliklinieken aan te duiden. Ziekenhuizen ‘openen’ steeds vaker nieuwe poliklinieken met een aparte naam, zoals snurkpoli en prostaatpoli. Het gaat daarbij om zorg die vaak al regulier wordt geleverd, maar nu een aparte naam krijgt. Zo brengen ziekenhuizen bij patiënten onder de aandacht dat ze specifieke kennis bieden en dat bij de zorg meerdere disciplines betrokken zijn. Ziekenhuizen willen hiermee ook extra patiënten trekken. De ziektekostenverzekeraars vinden dit, over het algemeen, een slechte ontwikkeling.
4
Paul v.d. Broek, kaderarts DM mede namens Leonie Tromp kaderarts Hart- en Vaatziekten en Frans Blessing, kaderarts COPD in opleiding
Versterking van eerstelijnszorg staat op de eerste plaats
Steeds meer huisartsen met bijzondere bekwaamheden Steeds meer huisartsen kiezen ervoor om zich naast generalist verder te specialiseren. Hiervoor zijn er in de afgelopen jaren allerlei opleidingen ontwikkeld. De beroepsgroep van huisartsen, georganiseerd in de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), wil met registers de kwaliteit van deze (bijzondere) huisartsenzorg borgen, (regionale) kwaliteitsverbetering op specifieke terreinen ondersteunen en andere partijen duidelijkheid geven over de bijzondere bekwaamheden van de betreffende huisartsen. Versterking van de eerstelijns zorg staat bij dit streven voorop. Bij de opening van de eerste registers in januari 2007, was het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) een nog onbekende afkorting voor de beroepsgroep huisartsen. Vijf jaar later is het CHBB een begrip. Maar liefst 2.509 registraties zijn intussen verleend aan ruim 2.000 huisartsen. Op dit moment werken er bij de Regionale Coöperatie Huisartsen (RCH) Midden-Brabant drie kaderhuisartsen om de DBC’s betreffende COPD, DM type 2 en Hart- en Vaatziekten verder inhoudelijk vorm te geven. Hiervoor wordt ook intensief overleg gevoerd met de betreffende specialisten (vooral de longartsen en internisten met diabetische interesse; mogelijk snel uitgebreid met de neurologen en cardiologen vanwege de hart- en vaatziekten) uit de tweede lijn van zowel het St. Elisabeth als het TweeSteden ziekenhuis.
Behandelprotocollen Er worden behandelprotocollen opgezet voor de verschillende ziektebeelden in de eerste lijn en afspraken gemaakt over door- en terugverwijzing naar de tweede lijn. De resultaten van deze zorg worden gemonitord. De deelnemers krijgen feedback over de behaalde resultaten. Verder wordt er nascholing georganiseerd over relevante onderwerpen, waarbij meestal ook sprekers uit de tweede lijn worden
betrokken. Het streven is om de eerstelijns protocollen aan te laten sluiten aan de zorg in de tweede lijn. Voor de DM type 2 is er al ruim tien jaar een regionale transmurale richtlijn aanwezig. Die is ontstaan na intensief overleg met alle betrokken partijen rond de DM-zorg, inclusief de patiënten via de Diabetes Vereniging Nederland. Ook is er sinds enkele jaren een protocol voor de diabetische voet waarin de afspraken zijn vastgelegd tussen de eerste en tweede lijn. Er wordt met een Keten Informatie Systeem (KIS) gewerkt aan een betere communicatie tussen de verschillende zorgverleners die betrokken zijn bij zorg rondom een patiënt. Met dit KIS kunnen ook individuele zorgplannen opgesteld worden. Behandeldoelen worden in overleg met de patiënt vastgelegd in het elektronisch dossier. Bij multi-pathologie worden de verschillende zorgprotocollen in elkaar geschoven waardoor de zorg en controle van de verschillende ziektes efficiënter kan verlopen.
E-mail consult In 2012 gaan we met het e-mail consult starten. Daarbij kan de huisarts via mail aan de internist een specifieke vraag stellen over zijn patiënt met DM en heeft de
internist inzage in het elektronisch dossier van de betreffende patiënt om deze vraag adequaat te kunnen beantwoorden, zonder de patiënt te zien en op een voor hem/haar geschikt moment. Met de internist-endocrinologen heeft de RCH zeker tweemaal per jaar overleg om de knelpunten, wensen, verbeterpunten rondom DM type 2 te bespreken en mogelijk op te lossen voor zowel de eerste als de tweede lijn. Zowel de endocrinologen van het St. Elisabeth ziekenhuis als van het TweeSteden ziekenhuis werken hier enthousiast aan mee. In de toekomst zal ook de patiënt via het KIS inzage kunnen krijgen in zijn eigen elektronische dossier betreffende zijn chronische ziekte.
Kaderhuisarts Hoe ziet nu een opleiding tot kaderhuisarts er uit? In mijn geval is het een kaderopleiding DM type 2 die twee jaar duurde. Centraal in de opleiding staan het ziektebeeld, opzetten van goede en transparante zorg, beoordelen van wetenschappelijke artikelen, houden van presentaties en onderhandelen (met collega’s en instellingen). In een groep van tien geïnteresseerde collega-huisartsen heb ik tien maal één dag plenair onderwijs gevolgd op verschillende universiteiten over specifieke DM onderwerpen. Er is twee maal twee >>>
5
>>> vervolg pagina 5 opeenvolgende dagen gesproken over bijkomende onderwerpen (zoals presenteren, motiveren, onderhandelen, het werk en de rol van de kaderarts). Verder waren er zeven keer intervisiebijeenkomsten in een kleiner regionaal verband (in dit geval een groep van vier huisartsen). Ik heb ook stages in het ziekenhuis gelopen bij de internisten, diabetesverpleegkundigen, oogheelkundepoli (in verband met diabetische retinopathie) en de voetenpoli (in verband met de diabetische voet). Deze stages heb ik verdeeld over beide ziekenhuizen in Tilburg. Bezoek aan een meerdaags internationaal symposium was een vereiste (in dit geval EASD 2011 in Lissabon). Al met al heeft de opleiding ongeveer vierhonderd studiebelastinguren gevergd. Ik ben daarnaast al jaren betrokken bij de transmurale richtlijn DM type 2 en heb
meegewerkt aan het protocol diabetische voet. Beide activiteiten vallen onder de vlag van het Zorgnetwerk MiddenBrabant en zijn tot stand gekomen na intensief overleg tussen alle betrokken partijen (en dat zijn er erg veel voor de DM-zorg!).
verleners (paramedici en specialisten in de tweede lijn), zorg op maat dicht bij de patiënt, bevorderen van zelfmanagement van de patiënt en transparantie in de zorg door kwaliteitsmetingen en rapportages. Overleg en samenwerking met de tweede lijn zijn hiervoor onontbeerlijk.
Intensief overleg In de regio Midden-Brabant is regelmatig en intensief overleg tussen de eerste en tweede lijn en paramedici over goede en continue DM-zorg. Door dit goede contact weten we wat er speelt bij elkaar, kunnen we problemen snel en efficiënt aanpakken en is er begrip voor elkaars werkwijze. Hierin lopen wij duidelijk voor op vele andere regio’s. Daarom wordt er ook buiten onze regio door kaderartsen DM gekeken en gevraagd naar de richtlijnen die wij hier hebben opgesteld.
In de regio is er gelukkig een goede band tussen de eerste en tweede lijn. Die is terug te vinden in de regionale richtlijnen maar ook in de tweejaarlijkse Barning nascholing.
Met onze regionale collega kaderartsen streven we met de geprotocolleerde zorg naar een verbetering van de zorg voor chronische zieken in de eerste lijn, betere communicatie met de verschillende zorg-
De kaderartsen hopen dat met de gedegen en geprotocolleerde zorg ook substitutie van tweedelijnszorg naar de eerste lijn verder vorm gaat krijgen. Goede en betaalbare zorg door de juiste hulpverlener, dichtbij en in overleg met de betrokken patiënt. Dit moet leiden tot kwalitatief optimale en op het individu afgestelde zorg waardoor de patiënt met een chronische aandoening langer en plezieriger kan leven.
College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden Het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden is door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) opgericht om registers voor huisartsen met bijzondere bekwaamheden in het leven te roepen. De beroepsgroep wil met deze registers de kwaliteit van (bijzondere) huisartsenzorg borgen, (regionale) kwaliteitsverbetering op specifieke terreinen ondersteunen en andere partijen duidelijkheid geven over de bijzondere bekwaamheden van de betreffende huisartsen. Versterking van de eerstelijns zorg staat bij dit streven voorop. Het betreft huisartsen die met succes één of meer aanvullende opleidingen hebben gevolgd in de volgende onderwerpen: Verloskunde, Echografie, Justitiële huisartsenzorg, Oogheelkunde, Reizigersadvisering, Kaderhuisarts Supervisor, Kaderhuisarts Astma/COPD, Kaderhuisarts Beleid en beheer, Kaderhuisarts Diabetes, Kaderhuisarts GGZ, Kaderhuisarts Hart- en Vaatziekten, Kaderhuisarts Ouderengeneeskunde, Kaderhuisarts PZ, Kaderhuisarts Urogynaecologie en Erkend Kwaliteitsconsulent. Het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) heeft intussen 2.509 registraties verleend aan ruim tweeduizend huisartsen. Om de registratie te behouden moet een huisarts voldoen aan specifieke kwaliteitseisen die per specialisatie zijn opgesteld en elke vijf jaar worden getoetst. Ook in de regio Midden-Brabant zijn er steeds meer huisartsen met bijzondere bekwaamheden.
6
Simone Zeddeman Projectleider ‘eerstelijns zaken’ Dr. Jan de Graaff oud-hoofdredacteur
Het laatste woord Verrast ben ik wel door de uitnodiging een bijdrage te mogen leveren aan de jarige SpEZialist. Als je al weer zeven jaar buiten beeld bent, verwacht je dat niet. Wel klinkt de titel “het laatste woord” - de redactionele vrijheid van het blad - wat vreemd in beschouwing genomen dat dit nummer een feestnummer is en hoort te preluderen op een glorierijke toekomst. De vraag was: hoe is het eigenlijk begonnen met dit blad. Een korte vraag en ook een kort antwoord: door jaloezie. Volgens De Dikke van Dale betekent jaloezie, afgunst, nijd, vooral minnenijd en dat laatste is soms een sterke drijfveer om wat voor elkaar te krijgen. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw zag ik in de ziekenhuisbibliotheek, in de jaren dat je wel naar de bieb moest om te kunnen lezen wat er in en buiten je vakgebied gebeurde, tijdschriften liggen van andere ziekenhuizen waarvan de inhoud door de specialisten van het desbetreffende ziekenhuis met wetenschappelijke artikelen van eigen hand waren gevuld. Competitief als ik was, vond ik dat wij, specialisten van het St. Elisabeth Ziekenhuis, angry young doctors, dat ook moesten doen. Alleen kon ik dat niet voor elkaar krijgen en daarom vroeg ik als nog jonge opleider aan andere opleiders van destijds, Wijffels, Lockefeer, Op de Coul en Van der Tas of zij hier ook voor voelden en mee wilden doen. Dat gesprek viel niet mee, beter nog: het viel gewoon tegen want ze vonden het maar onzin en hadden er geen behoefte aan. Ja, daar sta je dan met een mooie droom. Maar het aardige van een droom is, dat je kunt blijven doordromen, want lukt het niet vandaag dan misschien wel morgen. De jaloezie bleef knagen, de drijfveer bleef bestaan. Het heeft daarna wel lang geduurd eer de droom werkelijkheid werd. Pas toen ik stafvoorzitter was, begin deze eeuw, en de mogelijkheid had nieuwe plannen aan te kondigen, lukte het mij een aantal stafleden te interesseren
Even voorstellen: Simone Zeddeman werkt sinds 1 december 2011 als programma manager in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Zij houdt zich onder meer bezig met de introductie van een systematiek om grote projecten te managen. Daarnaast is zij projectleider en contactpersoon voor alle eerstelijns zaken. Momenteel is zij verantwoordelijk voor de oprichting van het nieuwe ‘anderhalfdelijns’ diagnostisch centrum ‘Diagnostiek Brabant’. Verder start zij nog dit jaar het project ‘Implementatie Zorgdomein’ op, samen met een collega uit het TweeSteden ziekenhuis. Simone heeft eerder gewerkt bij het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Daar gaf zij als manager leiding aan de afdeling Radiologie. Nadat ze de overstap maakte naar het projectmanagement, was Simone als projectleider onder meer verantwoordelijk voor de ingebruikname van de nieuwbouwlocatie en de verhuizing. Simone is bereikbaar via (013) 539 21 82 en
[email protected].
Vertrokken SpEZialisten
M. Bonnet, orthopedisch chirurg
dr. K.H. Schuur, radioloog
dr. M.H.J. Verhofstad, chirurg
om een eigen blad uit te geven, inhoud gegeven door de specialisten van het St. Elisabeth. Al vrij snel was de interesse van specialisten en ook anderen om een bijdrage te leveren aan het blad groot en dat is in al die jaren ook zo gebleven. Het is een springlevend blad, reden om de hele staf en in het bijzonder de redactie hiermee te feliciteren. Het aardige is natuurlijk dat een droom met een scheutje jaloezie is uitgekomen.
7
Nieuwe SpEZialisten: naam : Marion Schaap specialisme : SEH-arts aandachtsgebied : traumatologie en fractuurbehandeling opleiding en TweeSteden ziekenhuis en St. Elisabeth laatste werkplek : Ziekenhuis
naam : Madelon Slits specialisme : psychiater en kinderen- en jeugdpsychiater aandachtsgebied : kinder- en jeugdpsychiatrie opleiding : GGZ Breburg; Erasmus MC-Sophia en Yulius laatste werkplek : Yulius Barendrecht
naam : dr. Alexander Venmans specialisme : radioloog aandachtsgebied : algemene radiologie; mammadiagnostiek opleiding : AMC, St. Elisabeth Ziekenhuis laatste werkplek : Laurentius Ziekenhuis Roermond
naam : Liselotte Lamers specialisme : neurochirurg aandachtsgebied : algemene neurochirurgie opleiding : UMC St. Radboud en Canisius Wilhelmina Ziekenhuis laatste werkplek : Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam
naam : dr. Erik Nout specialisme : kaakchirurg aandachtsgebied : orthognathische chirurgie en pre-prothetische chirurgie opleiding en : Erasmus MC (stages in St. Elisabeth Ziekenhuis laatste werkplek en UZ Brussel)
naam : Johan van de Minkelis specialisme : anesthesioloog aandachtsgebied : pijnbestrijding opleiding en laatste werkplek : St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Colofon SpEZialist Uitgave van de Vereniging Medische Staf (VMS) van het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Hoofdredacteur dr. T. Gosens, orthopedisch chirurg Eindredacteur W. Pleunis, hoofd Communicatie Redactie F. Blessing, huisarts E. Schouten, revalidatie-arts F. van Tilborg, radioloog dr. J. Verzijl, ziekenhuisapotheker Redactiesecretariaat Mw. S. Meijer, ambtelijk secretaris bestuur VMS St. Elisabeth Ziekenhuis Postbus 90151, 5000 LC Tilburg tel. 013 5392309 e-mail:
[email protected] Fotografie: Medische Fotografie St. Elisabeth Ziekenhuis Vormgeving: RAL, reclame-adviesbureau, Tilburg Lay-out/druk: DekoVerdivas, Tilburg Oplage: 450 exemplaren Artikelen of gedeelten uit SpEZialist mogen slechts overgenomen worden na toestemming van de redactie en met bronvermelding.
8 ELISABETH TOPZORG | ZEKER VOOR U