SpEZialist
Jaargang 11 w Nummer 1 w april 2012
Nieuwsbrief voor verwijzers
In deze uitgave: Redactioneel w Opleiden is belangrijke voorwaarde voor behoud en aantrekken medewerkers en kwalitatief hoogwaardige (top)klinische zorg w Onderwijsvernieuwingen in de medische vervolgopleidingen w Wat doet de medisch ethische toetsingscommissie van het St. Elisabeth allemaal? w Steeds meer aandacht voor onderzoek naar kwaliteit van leven en zorg vanuit patiëntenperspectief w Interessante onderwerpen tijdens geslaagde wetenschapsdag 2012 van St. Elisabeth en TweeSteden ziekenhuis w Nieuwe specialisten w Colofon
dr. Taco Gosens orthopedisch chirurg hoofdredacteur
Redactioneel Onderzoek en opleiding staan centraal in deze editie van de SpEZialist. Samen met patiëntenzorg zijn dat belangrijke kerntaken voor het St. Elisabeth Ziekenhuis. Waar mogelijk proberen we in het St. Elisabeth deze kerntaken te verenigen, net zoals de gerenommeerde Amerikaanse Mayo Clinic dat op symbolische wijze met drie schilden in haar logo heeft gedaan. Vanzelfsprekend is het schild dat patiëntenzorg vertegenwoordigt, groter dan de andere twee. Ook in het St. Elisabeth is de zorg voor de patiënt onze belangrijkste drijfveer en staat die centraal in alles wat we doen. In sommige gevallen kan dit tot conflicterende situaties leiden. Denk bijvoorbeeld aan de tegenstrijdige belangen tussen de zorg voor het kind of de ernstig zieke patiënt en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, met medewerking van deze patiënten. Uiteraard staat bij elke studie het belang en de veiligheid van de patiënt voorop, iets dat door de Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC) in het St. Elisabeth wordt bewaakt. Ook kunnen zich dilemma’s voordoen bij de opleiding van artsen en ander medisch personeel in relatie tot de directe patiëntenzorg. Gelukkig zorgt het hoge onderwijsniveau in het St. Elisabeth tot weloverwogen en aan alle standaarden voldoende oordelen over de bij patiënten geconstateerde problemen. Kwaliteits- en opleidingsvisitaties bewaken dit evenwicht. Dat dit dilemma slechts hypothetisch is laat een van de prijswinnaars van de Wetenschapsdag zien.
Desiree Burger, medisch manager OOC, voorzitter OVCET, affiliatiecoördinator en Henk Hendrix, manager OOC
Opleiden is belangrijke voorwaarde voor behoud en aantrekken medewerkers en kwalitatief hoogwaardige (top)klinische zorg Het St. Elisabeth Ziekenhuis is al jaren een STZ-ziekenhuis, een speciaal ziekenhuis tussen een gewoon ziekenhuis en een academisch centrum. Eén van de criteria om een STZ-ziekenhuis te worden, is dat er sprake moet zijn van een leerhuisconcept. Volgens dit concept dienen alle activiteiten op het gebied van opleiding, onderwijs en onderzoek samengebracht te worden op een centrale plaats: het leerhuis. Dit past helemaal in het streven en de ambities van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Daarom is in 2005 het Onderzoeks- en OpleidingsCentrum (OOC) opgericht. Dat heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een zelfstandig onderwijsinstituut voor de regio. Hierin verzorgen we onder één dak (bij)scholing voor medewerkers, verpleegkundigen, coassistenten en artsassistenten. Tevens is er de bibliotheek, het centrum van e-learning, het skillslab en zijn er lokalen voor bij- en nascholing.
Medische opleidingen
In de opleiding van specialisten wordt balans gezocht tussen het aanleren van een ambacht en het wetenschappelijk verklaren en onderzoeken van een medisch probleem. Terwijl aan de ene kant de opleiding tot specialist al druk genoeg is en geneeskunst en geneeskunde moeten worden gepaard, is het anderzijds wetenschappelijk en sociaal economisch wenselijk behandelingen op basis van bewezen ervaringen te selecteren.
In het St. Elisabeth geven de thema’s Lief, Lean, Kwaliteit en Veiligheid sturing aan de toekomst van het ziekenhuis. Op het eerste oog lijken deze begrippen onverenigbaar, maar het St. Elisabeth bewijst in de dagelijkse praktijk dat ze elkaar juist versterken. Daardoor neemt de kwaliteit van de patiëntenzorg merkbaar toe. Ook onderzoek en opleidingen dragen daartoe een belangrijk steentje bij, zoals u in dit nummer kunt lezen.
ELISABETH TOPZORG | ZEKER VOOR U
Voor de opleiding van aios en coassistenten werken we samen in Onderwijs- en Opleidingsregio’s (OOR’s). Die zijn de afgelopen jaren sterk in ontwikkeling gekomen. Het St. Elisabeth Ziekenhuis participeert in drie OOR’s, waarvan de meeste opleidingen in het OOR ZuidwestNederland zijn ondergebracht. Sinds 2004 zijn daardoor alle coassistenten afkomstig van het Erasmus MC. >>>
>>> vervolg van pagina 1 Sinds 2008 zijn de interne geneeskunde, kindergeneeskunde, orthopedie, klinische pathologie, kaakchirurgie, neurolo-
Er is een maal per maand multidisciplinair onderwijs (MDO). De thema’s voor deze bijeenkomsten zijn wetenschappelijk
Daarnaast is het OOC vertegenwoordigd in de kerngroep Klinische Fase van het OOR Rotterdam. Die denkt na over hoe je de coschappen het beste vorm kunt geven. De huidige structuur verandert binnenkort weer: van acte- en speciële coschappen gaan we terug naar één lang coschap per vak. Daarin wordt van tevoren een opfriscursus van een week verzorgd in Rotterdam. Op 22 maart was er in de aula een voorlichtingsavond over dit thema.
Opleiden Opleiden zien we als belangrijke voorwaarde voor het behoud en aantrekken van medewerkers en het realiseren van kwalitatief hoogwaardige (top)klinische zorg. De opleidingsvisie luidt: “Het St. Elisabeth ziet opleiding en ontwikkeling als een wezenlijk onderdeel van een groot topklinisch ziekenhuis. Opleiding maakt in diverse opzichten het verschil:
E-learning in het OOC
gie, medische microbiologie, spoedeisende hulp en radiologie ook onderdeel van het OOR Zuidwest Nederland. Heelkunde en klinische chemie zijn nog steeds aangesloten bij het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen, de gynaecologen en urologen horen bij het OOR Utrecht en de Psychiatrie loopt via Maastricht. In het OOC is er een coördinator medische opleidingen, Carlijn van Gulik. Haar taak is vooral de organisatie en logistiek van de medische opleidingen, zoals het coördineren van (proef-)visitaties en het Opleidingsfonds. Er is ook een onderwijskundige, Lieke Lalieu, ter ondersteuning van de medische vervolgopleidingen in het roerige tij van de modernisering van de medische vervolgopleidingen (waarover meer in een ander artikel in dit nummer).
onderzoek en casusbesprekingen. Niet alleen coassistenten maar ook anios, aios, specialisten, verpleegkundig specialisten en physician assistants zijn hier van harte welkom. Vier keer per jaar is er een coassistentenvergadering. Coassistenten kunnen dan aangeven wat er wel en niet goed gaat bij de verschillende vakgebieden. De coassistenten zijn daarnaast vertegenwoordigd door hun eigen co-raad, die ook initiatieven ontplooit in de inventarisatie van knelpunten. Twee keer per jaar is er overleg met de onderwijscoördinatoren van de coassistenten.
• het houdt de medewerkers scherp; • het verbetert de kwaliteit van de patiëntenzorg; • het zorgt voor werfkracht van goede en gemotiveerde medewerkers; • het heeft een positief effect op het aantrekken van patiënten. Het St. Elisabeth acht goede en afgestemde deskundigheidsbevordering belangrijk voor kwaliteit en veiligheid van de zorgprocessen. Mondige, zelfbewuste, goed opgeleide en taakverantwoordelijke medewerkers zijn essentieel voor het garanderen van continuïteit in zorg en het bereiken van de organisatiedoelen.” 1
Coassistenten Sinds vele jaren verzorgen wij de coschappen voor de coassistenten van het Erasmus MC. Er zijn coassistenten die lang blijven en gedurende hun hele coassistentschap in Tilburg wonen. Er zijn ook co’s die een aantal vakken in het St. Elisabeth Ziekenhuis volgen. Zij hebben allen toegang tot de medische bibliotheek, de elektronische leeromgeving en het intranet waar alle informatie voor de betreffende coschappen te vinden is. De entree van het OOC
2
1
uit: Strategisch Beleidsplan St. Elisabeth Ziekenhuis 2010 - 2013
Opleiden zien we als belangrijke voorwaarde voor het behoud en aantrekken van medisch specialisten (in opleiding) om daarmee kwalitatief hoogwaardige topklinische zorg te kunnen realiseren. Het is zaak om het opleidingsklimaat in stand te houden en te bevorderen. En tevens het signaleren van tekortkomingen en verbeteren van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behouden en verkrijgen van erkenningen voor (nieuwe) opleidingen die voor het ziekenhuis van betekenis zijn. Onder de verschillende aspecten die de kwaliteit en de effectiviteit van het opleiden bepalen, neemt opleidingsklimaat een centrale plaats in. Het aanwezig zijn van een open opleidingssfeer, met ruimte voor het geven en ontvangen van feedback en het melden en bespreken van fouten. Maar ook een opleiding waarin de kwaliteit van de supervisie en de beschikbare faciliteiten van een voldoende
niveau zijn. Wij streven ernaar het opleidingsklimaat te optimaliseren.
E-learning E-learning is ruim drie jaar geleden geïntroduceerd als onderwijsvorm voor de bij- en nascholing van verpleegkundigen. Sindsdien is e-learning uitgegroeid tot een onderwijsvorm die niet meer uit het ziekenhuis weg te denken is. De huidige generatie aios is al vanaf de lagere school opgegroeid met internet. Zij vindt het niet meer dan normaal dat e-learning ook in de opleiding geneeskunde beschikbaar is. De komende jaren verwachten we dan ook een toename in de vraag naar en acceptatie van e-learning als onderwijsvorm in de medische vervolgopleidingen. Op dit moment zijn al verschillende medische modules ontwikkeld. Bij de opleidingen neurologie, radiologie en heelkunde maken de aios hier al gebruik van.
Voorbeelden van ontwikkelde e-learning modules zijn lumbaalpunctie, delier, hersendood, port a cath, vaatchirurgie heelkunde, centrale lijn en auscultatie longen.
Toekomst Wij hopen in de toekomst nog steeds met veel plezier en enthousiasme onze opleidingen voor (co)assistenten, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten op grote schaal te kunnen verzorgen. Het opleidingsland blijft veranderen en zichzelf verbeteren. Steeds meer opleidingen worden geïntegreerd om zo veel mogelijk mensen te kunnen opleiden, zoals e-learning en multidisciplinaire opleidingsmomenten. We hopen in de toekomst het MDO en de KNMG-lunches vanuit de huisartsen meer samen te voegen tot één geheel, zodat we een zo gemêleerd mogelijk publiek bereiken. En zo nog meer van elkaar leren!
Lieke Lalieu MSc, onderwijskundige, en Carlijn van Gulik , coördinator medische opleidingen
Ook meer competentiegericht opleiden volgens CanMEDS-rollen
Onderwijsvernieuwingen in de medische vervolgopleidingen
Met de modernisering van de medische vervolgopleidingen is begin 2004 landelijk gestart. Aanleiding waren eerder verschenen rapporten, zoals De Arts van Straks en De Zorg van Morgen. Die rapporten signaleerden knelpunten in de medische opleidingen. De belangrijkste waren de lengte van de totale opleiding, slechte aansluiting tussen initiële en de vervolgopleidingen en de inflexibiliteit om te kunnen switchen tijdens de vervolgopleidingen tot medisch specialist. Daarnaast bestond de wens om meer competentiegericht te gaan opleiden, volgens de CanMEDS-rollen die ook centraal staan in de huisartsopleiding. Alle medische vervolgopleidingen hebben nieuwe opleidingsplannen gemaakt. Daarin staan de zeven CanMEDS-rollen centraal die de goed functionerende medisch specialist kenmerken. In deze landelijke opleidingsplannen is aandacht voor competenties zoals communicatie, organisatie en samenwerking. Ook worden andere begeleidings- en evaluatieinstrumenten verplicht gesteld. Directe observatie van de arts in opleiding tot medisch specialist (aios), gerichte opbouwende feedback en het bijhouden van een portfolio maken hier onderdeel van uit.
De OVCET Het St. Elisabeth Ziekenhuis heeft een Centrale Opleidingscommissie: de OVCET. Hierin zijn alle opleiders vertegenwoordigd, evenals een lid van de Raad van Bestuur, een afvaardiging van de arts-assistentenvereniging (VAGEZ), de manager OOC, de coördinator medische opleidingen en de onderwijskundige. De OVCET, onder leiding van Desiree Burger (chirurg / intensivist) , komt vijf keer per jaar bij elkaar. Zij vervult een centrale rol in de medische vervolgopleidingen, GGZ-opleidingen en Bèta opleidingen. Tot de kerntaken van de OVCET behoren het bewaken van de kwaliteit van de opleidingen en het opleidingsklimaat, het ondersteunen bij visitaties, het bevorderen van kennisuitwisseling en het bemiddelen bij geschillen tussen AIOS en opleiders.
>>>
3
>>> vervolg van pagina 3
Werkbaar plan Veel opleidingen in het St. Elisabeth Ziekenhuis hebben het landelijke opleidingsplan verder uitgewerkt naar een werkbaar plan op lokaal niveau. In dit lokale opleidingsplan maken ze inzichtelijk hoe hun opleiding in elkaar steekt en wat de aios uiteindelijk moet kennen en kunnen. In samenspraak met de opleider stelt de aios op basis van het lokale opleidingsplan een individueel opleidingsplan samen. Door de vernieuwingen krijgt de aios meer sturing over de persoonlijke invulling van zijn/haar opleiding. Competentiegericht onderwijs is betrekkelijk nieuw voor de opleidende vakgroepen. Vanuit het Opleidings- en OnderzoeksCentrum (OOC) en vanuit het dagelijks bestuur van de centrale opleidingscommissie (OVCET) wordt ondersteuning geboden en worden initiatieven ontplooid om één en ander mogelijk te maken. Zo ondersteunt een onderwijskundige de implementatie van de nieuwe begeleidings- en evaluatieinstrumenten op de werkvloer, organiseert het OOC bijscholingen op het gebied van didactiek (Teach the Teacher cursus) en wisselen opleiders kennis en ervaringen met elkaar uit in de OVCET.
‘Benaderbaarheid van de opleider en supervisoren’, ‘onderlinge samenwerking van a(n)ios‘ en ‘de formele opleider weet hoe ver ik ben in mijn opleiding’ waarderen de aios het meest positief.
Kwaliteiten De SetQ was nog niet eerder gehouden in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Dit onderzoek spitst zich toe op de kwaliteiten van individuele opleiders. Dit jaar hebben vijf opleidingen meegedaan (heelkunde, neurologie, orthopedie, radiologie en de spoedeisende geneeskunde). Van hen hebben 56 specialisten in een uitgebreide vragenlijst aangegeven hoe zij zichzelf zien als opleider. Tegelijkertijd hebben 66 aios aangegeven hoe zij naar hun diverse opleiders en supervisoren kijken. ‘Bejegening’, ‘feedback’ en ‘het opleidingsklimaat’ scoorden erg hoog. De individuele opleiders hebben (anoniem) de beoordelingen van de aios ontvangen. De feedback kan aanleiding zijn om gericht bepaalde aspecten van het functioneren als opleider verder te verbeteren. Uit de D-RECT en SetQ kwam één duidelijk verbeterpunt voor de opleidingen in
het St. Elisabeth Ziekenhuis naar voren: opleiders en aios kunnen nog winst behalen door de leerdoelen en verwachtingen van de aios vaker te bespreken tijdens de opleiding. Dat maakt het mogelijk om sneller en gerichter aandacht te geven aan eventuele verbeterpunten.
Opleidingsvisitatie Ook de manier van visiteren is als gevolg van de modernisering van de medische vervolgopleidingen gewijzigd. De visitatoren van de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) zijn sinds 1 januari 2011 over op een visitatie ‘nieuwe stijl’ met een systematiek die meer aansluit bij de moderne, competentiegerichte vervolgopleiding. Meer dan voorheen toetst de opleidingsgroep zichzelf door zelfevaluatie en kwaliteitsindicatoren. Door zichzelf als opleidingsgroep doelen te stellen en deze regelmatig te evalueren ontstaat een systeem van interne kwaliteitszorg. De visitatoren van de MSRC toetsen één keer in de vijf jaar of de opleiding zijn interne kwaliteitszorg op orde heeft. Op die manier beoogt de MSRC de visitatie ook in te zetten als instrument om de kwaliteit van de opleidingen te verhogen.
Opleidingsklimaat Een veilig en ondersteunend opleidingsklimaat is van groot belang voor de ontwikkeling van aios. Uit onderzoek is bekend dat het positief kan bijdragen aan onder meer de motivatie, het zelfvertrouwen en de academische prestaties van aios. Daarnaast bestaat er in een ziekenhuis dat intensief opleidt automatisch veel aandacht voor vernieuwing en kennisvermeerdering. Uiteindelijk plukt de patiënt daar de vruchten van. Het St. Elisabeth Ziekenhuis heeft daarom onlangs twee wetenschappelijk gevalideerde vragenlijsten onder de aios uitgezet: de Dutch Residency Educational Climate Test (D-RECT) en de Systematic Evaluation of Teaching Qualities (SetQ). Via de D-RECT hebben 75 aios hun opleidingsplaats beoordeeld op elf deelgebieden. Het St. Elisabeth Ziekenhuis scoort op alle deelgebieden bovengemiddeld.
4
HET ETALAGEPROJECT De overheid bepaalt de financiering en de instroomcapaciteit van de medische (vervolg)opleidingen. Sinds 1 januari 2007 verloopt de bekostiging van alle medische vervolgopleidingen via het Opleidingsfonds. Bij de oprichting van het Opleidingsfonds is het ‘rugzakmodel’ genoemd, waarmee wordt bedoeld dat het geld de aios volgt. Dit model past in een systematiek waarbij de goed geïnformeerde aios zelf kiest waar hij of zij de vooropleiding c.q. het laatste deel van de opleiding volgt. Het idee is dat opleidingen met elkaar gaan concurreren op kwaliteit om aios te krijgen voor de vooropleiding en/of de laatste één of twee jaar van de opleiding. Ze kunnen dat doen door hun prestaties online ‘in de etalage te zetten’ op www.opleidingsetalage.nl. De verwachting is dat aios op basis van het geëtaleerde een weloverwogen keuze maken voor het in hun ogen beste opleidingsziekenhuis. Op deze manier wil het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de opleidingenmarkt meer transparant en beter bestuurbaar maken. Het Etalageproject biedt het St. Elisabeth Ziekenhuis een mooi platform om aan de buitenwereld zichtbaar te maken dat we een aantrekkelijk aanbod aan vooropleidingen en differentiaties in huis hebben.
dr. Anneke van der Wurff, patholoog, voorzitter METC
Wat doet de medisch ethische toetsingscommissie allemaal? De Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC) van het St. Elisabeth Ziekenhuis toetst medisch wetenschappelijk onderzoek dat binnen het ziekenhuis plaatsvindt. De commissie toetst ook onderzoek van de Universiteit van Tilburg (UvT), voor zover dat betrekking heeft op mensen. Er zijn momenteel gesprekken met de GGZ Breburg gaande om ook hun onderzoek te beoordelen. Wat is nu medisch wetenschappelijk onderzoek? Volgens de WMO betreft dat onderzoek waarbij personen aan handelingen worden onderworpen of waarbij aan hen een bepaalde gedragswijze wordt opgelegd. Belangrijk bij de beoordeling of onderzoek inderdaad WMO-plichtig is, is de vraag of er op een of andere manier inbreuk wordt gemaakt op de integriteit van personen. De WMO (Wet Mensgebonden Onderzoek) is sinds 1999 van kracht. Deze wet bepaalt dat je alleen onderzoek met mensen mag doen als dit getoetst is door een erkende commissie. De METC van het St. Elisabeth Ziekenhuis is een dergelijke erkende commissie.
Hoofdtaak De hoofdtaak is om onderzoek op wetenschappelijke, medisch- ethische en
juridische aspecten te beoordelen aan de hand van (inter)nationale wetgeving en richtlijnen. Daarnaast heeft de METC ook adviestaken. Zij adviseert de Raad van Bestuur over de uitvoerbaarheid binnen het St. Elisabeth Ziekenhuis van multicenter onderzoek. De METC geeft ook advies over onderzoek dat niet onder de WMO valt, maar waarbij wel gebruik gemaakt wordt van patiëntengegevens of -materialen. Dan wordt vooral gelet op de bescherming van de privacy. De ervaring leert dat tijdschriften steeds vaker eisen dat onderzoek, ook niet WMO-plichtig, getoetst moet zijn door een erkende commissie voordat zij tot publicatie overgaan. In de commissie hebben naast artsen, farmacoloog, apotheker, jurist, ethicus en een methodoloog, ook niet medici
zitting. Zij letten onder meer op de leesbaarheid van de informatiebrieven voor patiënten. Expertise is dus op een ruim vlak aanwezig.
Onderzoek indienen? Voor het indienen van een onderzoek is het handig de website van het St. Elisabeth Ziekenhuis te raadplegen, via het kopje “Ik ben onderzoeker”. Hier staan ook de links aangegeven naar de CCMO, de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek, met ook hier duidelijke informatie over de wijze van indienen. Bij twijfel of een onderzoek wel/niet WMO-plichtig is, is altijd overleg mogelijk met de secretaris van de commissie. Specifieke methodologische en/of statistische vragen kunnen gesteld worden aan de in ons ziekenhuis gedetacheerde UvT onderzoeker, die elke maandag op het OOC aanwezig is.
dr. Brenda den Oudsten, onderzoekscoördinator/implementatiefellow
Steeds meer aandacht voor onderzoek naar kwaliteit van leven en zorg vanuit patiëntenperspectief In de (para)medische zorg is veel aandacht voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Naast medische onderzoeken, naar onder meer het effect van behandelingen op de gemiddelde overlevingsduur, is er steeds meer aandacht voor onderzoek naar kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg vanuit het patiëntenperspectief. Het uiteindelijke doel is dat het resultaten oplevert die leiden tot een verbetering van de zorg. In ons ziekenhuis is veel variatie in onderwerpen en in het type onderzoek dat we verrichten. Op alle afdelingen doen we in meer of mindere mate onderzoek. De onderzoeken worden geïnitieerd door de medewerkers zelf, dan wel met samenwerkingspartners (zoals de UvT), of andere partijen (zoals het Integraal Kankercentrum Zuid).
Zo is afgelopen jaar op de eerste hulp een studie gestart naar herstel van patiënten met een pols- of enkelbreuk. De ervaring leert dat een dergelijke breuk bij sommige patiënten een lange nasleep heeft, maar daar is nog weinig over bekend. We volgen patiënten nu tot één jaar na de breuk. Daarbij brengen we in kaart hoe de breuk het dagelijks leven van patiënten
beïnvloedt. Bij orthopedie voeren we studies uit naar kwaliteit van leven na onder meer heup- en hernia operaties.
Centrale vragen Centrale vragen zijn: hoe verloopt het herstel na een dergelijke operatie en in hoeverre zijn er risicofactoren te identifi>>>
5
>>> vervolg van pagina 5 ceren voor verminderd herstel? We doen ook kwalitatieve studies naar bijvoorbeeld de zorgbehoeften van patiënten na een diagnose darmkanker. Naast algemene zorgbehoeften is er ook aandacht voor specifieke thema’s zoals seksualiteit. Uitkomsten van dit onderzoek zullen leiden tot een aantal aanbevelingen voor de zorg. In de (nabije) toekomst worden de bevindingen van deze studies gepresenteerd. Een onderzoek dat al resultaten heeft opgeleverd, is de studie waarin een psychosociale screeningslijst is ontwikkeld en gevalideerd (PDQ-BC). Deze lijst detecteert psychosociale problematiek bij vrouwen met borstkanker. Recent zijn de resultaten gepubliceerd in Supportive Care in Cancer. De screeningslijst wordt in het St. Elisabeth Ziekenhuis ingezet.
Toepassing Nadat onderzoek is afgelopen, geldt vaak dat de stap naar toepassing van onderzoeksuitkomsten in de praktijk een lastige opgave blijkt. Om bevindingen om te
kunnen zetten naar actiepunten, is kennis van verandermanagement noodzakelijk. Ook op dit vlak timmert het ziekenhuis aan de weg. Op dit moment zijn er acht ZonMW implementatiefellows in de academische ziekenhuizen en twee in topklinische ziekenhuizen, waarvan er één fellow verbonden is aan het St. Elisabeth. Deze fellows worden mede gesubsidieerd door ZonMW. Zij adviseren binnen de eigen instelling clinici en onderzoekers over implementatie en implementatieonderzoek. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de
ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. De fellows zijn dan ook aangesteld om onderzoek naar implementatie van doelmatige interventies te stimuleren door onderzoeksvoorstellen te initiëren en daarbij te adviseren. Daarnaast zetten de fellows in hun eigen ziekenhuis een kennisnetwerk op. Als in de praktijk blijkt dat zorg doelmatiger, veiliger, dan wel effectiever kan, adviseren de fellows hoe medewerkers dit kunnen realiseren. Doel is om ook in de komende jaren het onderzoek te faciliteren, kennis over verandermanagement te verbeteren en het implementatieonderzoek uit te breiden.
Dr. Brenda den Oudsten werkt als universitair docent aan de UvT. Zij is tevens gedetacheerd naar het ziekenhuis (afdeling OOC) om het ziekenhuispersoneel te ondersteunen bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Medewerkers kunnen ook praktisch advies krijgen over hoe innovaties in te bedden in de zorg. Per mei 2010 heeft het St. Elisabeth Ziekenhuis, met cofinanciering van ZonMW, Den Oudsten aangesteld als implementatiefellow.
Wetenschapsdagcommissie 2012, TweeSteden ziekenhuis
Interessante onderwerpen tijdens geslaagde Wetenschapsdag 2012 van St. Elisabeth en TweeSteden ziekenhuis Veel vakgebieden waren met een poster of presentatie vertegenwoordigd tijdens de gezamenlijke Wetenschapsdag van het St. Elisabeth Ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis, op 20 januari in het auditorium van het TweeSteden ziekenhuis. In het eerste deel van het programma stond de chirurgie centraal. Een breed spectrum van onderwerpen kwam aan bod. Zo vertelde J. Pawiroredjo (anios chirurgie TSz) over het nut van endoVAC therapie bij presacrale abcessen en bij naadlekkage na rectumresecties. Daarna volgde een presentatie van K. de Jonge (wondconsulent TSZ) over het belang van hygiënisch werken tijdens de wondzorg. Vervolgens kwam L. Graat (aios chirurgie EZ) aan het woord over de incidentie van complicaties bij appendectomieën verricht door de chirurg versus de chirurg in opleiding. Er blijkt geen hogere incidentie van complicaties te zijn wanneer deze
operaties door arts-assistenten onder supervisie of zelfstandig worden verricht. Een andere kant van de chirurgische zorg belichtte J. Hassink (ziekenhuisapotheker i.o. TSz en EZ). Zijn studie toont aan dat fouten in het toedienen van medicatie te verminderen zijn wanneer je hierbij een barcodesysteem gebruikt.
Posterpresentaties Tijdens de lunch en andere pauze waren er posterpresentaties. Hier werden casereports en onderzoek van de verschil-
lende vakgebieden gepresenteerd. Aan bod kwamen interessante onderwerpen op het gebied van de chirurgie, MDL, interne, geriatrie, neurologie, IC, revalidatiegeneeskunde, medische microbiologie, kindergeneeskunde, radiologie en medische psychologie. De onderwerpen varieerden van urinomen, therapietrouw bij colitis ulcerosa, migrerende galwegstents, bijschildklieradenomen, tot passagère blindheid na CAG, somatische screening bij psychiatrische patiënten en antilichaamprofielen na vaccinatie bij influenza A. >>>
6
>>> vervolg van pagina 6 Uiteraard waren er nog vele andere interessante posters die we door ruimtegebrek helaas niet allemaal kunnen noemen. Na de lunch was het tijd voor presentaties van de neurologie en geriatrie. M. Faes (aios geriatrie TSz) informeerde het publiek over een multifactorieel valpreventieprogramma voor de geriatrische vallende patiënt. De volgende presentatie door I. Evers (aios neurologie EZ) handelde over klinische symptomen als prognostische factoren van het subduraal hematoom. Deze sessie werd afgesloten door P. Maat (aios neurologie EZ) met zijn voordracht over limbische encefalitis met anti-NDMA receptor antistoffen.
Mooie beschouwing
van gastspreker prof. dr. Pleij. Ook zonder enige visuele ondersteuning hingen alle aanwezigen aan zijn lippen. Zij genoten van zijn verhaal over de Nederlandse mentaliteit en het saamhorigheidsgevoel. Daarna was het tijd voor de laatste ronde van de presentaties. Als eerste vertelde M. de Kiefte (aios radiologie EZ) over het succes van embolisatie van de a. uterina voor myomen. Vervolgens sprak R. Oomen (anios urologie TSz) over funiculus spermaticus blokkade, gevolgd door microchirurgische denervatie als behandeling voor chronische orchialgie. N. Janssen (aios interne geneeskunde TSz) sloot het wetenschappelijk gedeelte van de dag af met zijn voordracht over herkenning van en cytokine-inductie door bacteroides fragilis in het kader van de aangeboren afweer.
Winnaars Aan het eind van de geslaagde wetenschapsdag koos de wetenschappelijke jury, bestaande uit R. van den Berg, dr. B. Langenhoff en B. Jansen, de beste presentatie en poster. Winnaar in de categorie presentaties was aios chirurgie L. Graat met zijn betoog over “De opleiding heelkunde en kwaliteit van zorg: bestaat er een verhoogde incidentie van complicaties bij appendectomieën verricht door chirurg of chirurg in opleiding”. In de categorie posters is aios geriatrie M. Faes als winnaar gekozen met “Multifactorial fall prevention for pairs of frail communitydwelling older fallers and their informal caregivers: a dead end for complex interventions in the frailest fallers”.
De medische wetenschap werd vervolgens afgewisseld met een mooie beschouwing
Prijswinnaar Wetenschapsdag 2012, categorie “Presentaties” Leon Graat, aios chirurgie
Is er een verhoogde incidentie van complicaties bij appendectomieën verricht door chirurg of chirurg in opleiding? In een tijd waarin kwaliteit van zorg ook aandacht krijgt van anderen dan de professionals zelf ontstaat er een discussie over kwaliteit van zorg in relatie tot de medisch specialistische opleiding. Tijdens de opleiding heelkunde doorloopt de assistent-chirurg een proces waarin hij van volledige supervisie door een chirurg overgaat naar (grotendeels) zelfstandig uitvoeren van diverse operaties. Is er een verhoogde incidentie van complicaties bij appendectomieën verricht door chirurg of chirurg in opleiding? Appendectomie is één van de meest voorkomende opleidingsingrepen in Nederlandse ziekenhuizen. Deze is daarom uitstekend te gebruiken als model voor de huidige wijze van opleiden. Doel van deze retrospectieve analyse van een prospectief geregistreerde cohort was te onderzoeken of er een verschil is in incidentie van postoperatieve complicaties na appendectomieën uitgevoerd door chirurgen als operateur (C), chirurgen in opleiding als operateur geassisteerd door een chirurg (CG) en chirurgen in opleiding als zelfstandig operateur (ZO). Methoden Alle patiënten die tussen 2000 en 2009 in ons ziekenhuis een appendectomie wegens (verdenking op) appendicitis ondergingen, zijn geïncludeerd. Patiënten geopereerd door C, patiënten geopereerd door CG en patiënten geopereerd door ZO zijn met elkaar vergeleken. Resultaten In totaal ondergingen 1538 patiënten een appendectomie. 87 Patiënten met een follow-up korter dan zeven dagen zijn geëxcludeerd. Van de overgebleven 1451 patiënten zijn er 333 (22,9%) door C geopereerd, 557 (38,4%) door CG en 561 (38,7%) door ZO. De patiënten in de drie groepen waren vergelijkbaar wat onder meer leeftijd, geslacht, duur van de klachten en mortaliteit. Zonder correctie voor confounders was de incidentie van complicaties gelijk tussen de drie groepen (C 20% vs CG 17% vs ZO 16%; p>0.05 C vs CG, C vs ZO, CG vs ZO). Ook na correctie voor leeftijd, ASA-classificatie, operatieduur, type operatie, tijd van diagnose tot operatie en aanwezigheid van perforatie was er geen significant verschil in complicaties tussen de groepen (CG OR 0.80, 95% CI 0.57-1.13, p 0.21; ZO OR 0.78, 95% CI 0.55-1.10, p 0.15). Conclusie De huidige wijze van opleiden waarbij arts-assistenten onder supervisie of zelfstandig operaties uitvoeren leidt bij appendectomieën niet tot een hogere incidentie van complicaties. Deze wijze van opleiden is daarom veilig en leidt niet tot een mindere kwaliteit van zorg.
7
Prijswinnaar Wetenschapsdag 2012, categorie “Posters” dr. Miriam Faes, klinisch geriater in opleiding/bewegingswetenschapper TweeSteden ziekenhuis
Cursus valpreventie voor kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers Meer dan dertig procent van de zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder valt elk jaar, met (ernstig) lichamelijk letsel als gevolg. Vooral de 520.000 zelfstandig wonende kwetsbare ouderen lopen een verhoogd risico om te vallen. Jaarlijks bedragen de kosten ten gevolge van vallen voor de Nederlandse samenleving 605 miljoen euro. In mijn promotieonderzoek heb ik een cursus ontwikkeld voor kwetsbare ouderen, gericht op het voorkomen van vallen. De cursus bestond uit informatie over valpreventie en valangst en oefeningen voor het verbeteren van evenwicht en de spierkracht. De cursus omvatte tien lessen, twee keer in de week gegeven door een fysiotherapeut en een psycholoog. Niet alleen de ouderen maar ook de mantelzorgers namen deel aan de cursus. Veel kwetsbare ouderen hebben geheugenproblemen, waardoor ze moeite hebben om valpreventietips en bewegingsoefeningen te onthouden. De mantelzorgers konden hun naasten thuis helpen met het in praktijk brengen van de tips en het oefenen. De mantelzorgers kregen in de cursus ondersteuning om de zorg voor hun naasten beter aan te kunnen. Lagere kwaliteit van leven Uit ons onderzoek is gebleken dat vijftig procent van de mantelzorgers van kwetsbare ouderen die vallen een lagere kwaliteit van leven ervaart dan de Nederlandse normpopulatie en dat twintig procent van hen overbelast is. Gebleken is dat - ondanks het enthousiasme van de deelnemers - de cursus geen effect had op de valfrequentie. Waarschijnlijk omdat de cursus te intensief was. Daarom is een minder intensieve valpreventiecursus voor in de thuissituatie ontwikkeld. Verder is het belangrijk bij iedere kwetsbare oudere een geriatrische analyse van het valprobleem te maken en een medicatiereview uit te voeren. Referentie: Faes MC, Reelick MF, Melis RJ, Borm GF, Esselink RA, OldeRikkert MG. Multifactorial fall prevention for pairs of frail community-dwelling older fallers and their informal caregivers: A dead end for complex interventions in the frailest fallers. J Am Med DirAssoc2011; 12:451-458. Proefschrift: MC Faes. Complex health care interventions in geriatrics. Development and evaluation of a multifactorial falls-prevention intervention. ISBN 978 90 5335 432 2.
Nieuwe SpEZialisten 2012-1: naam : specialisme : aandachtsgebied : opleiding : laatste werkplek :
Marc Durian interne geneeskunde-haematologie haematologie Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht en EMC Rotterdam Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
naam : specialisme : aandachtsgebied : opleiding & : laatste werkplek
Tim van der Kley cardiologie o.a. elektrofysiologie Rijnland ziekenhuis Leiderdorp en Leids Universitair Medisch Centrum
8 ELISABETH TOPZORG | ZEKER VOOR U
Colofon SpEZialist Uitgave van de Vereniging Medische Staf (VMS) van het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Hoofdredacteur dr. T. Gosens, orthopedisch chirurg Eindredacteur W. Pleunis, hoofd Communicatie Redactie F. Blessing, huisarts E. Schouten, revalidatie-arts F. van Tilborg, radioloog dr. J. Verzijl, ziekenhuisapotheker Redactiesecretariaat Mw. S. Meijer, ambtelijk secretaris bestuur VMS St. Elisabeth Ziekenhuis Postbus 90151 5000 LC Tilburg tel. 013 5392309 e-mail:
[email protected] Fotografie: Medische Fotografie St. Elisabeth Ziekenhuis en Els van der Lichte Vormgeving: RAL, reclame-adviesbureau, Tilburg Lay-out/druk: DekoVerdivas, Tilburg Oplage: 450 exemplaren Artikelen of gedeelten uit SpEZialist mogen slechts overgenomen worden na toestemming van de redactie en met bronvermelding.