Singer Laren
Museumbeleidsplan 2012-2016
1
Inhoud Inleiding 1. Collectiebeschrijving 1.1. Ontstaan Oorspronkelijke collectiekernen 1.2. Verzamelbeleid Aankopen Schenkingen en legaten Bruiklenen 1.3. De kernwaarde van de collectie 2. Toekomstig verzamelbeleid 2.1 Algemene verzamelcriteria 2.2 Procedure van verwerving 2.3 Afstoting van kunstwerken 3. Collectieregistratie en documentatie 3.1 Registratie Digitale ontsluiting collectie 3.2 Onderzoek 3.3 Documentatie Bibliotheek Archieven (Beeldarchief, Documentaire archieven, Persarchief) 4. Behoud en beheer 4.1 Gebruik van de collectie Permanente presentatie eigen collectie Bruikleenverkeer Kortdurende uitgaande bruiklenen Langdurige uitgaande bruiklenen Binnenkomende bruiklenen 4.2 De depots Depot 1 t/m 4 Depotsituatie algemeen Behoudstaken 4.3 Beveiliging 4.4 Conservering en restauratie 5. Presentatiebeleid 5.1 Collectie 5.2 Wisseltentoonstellingen 5.3 Hedendaagse kunst 5.4 Educatiebeleid en publieksactiviteiten Publieksbegeleiding (Families, Volwassenen, Wedstrijd, Scholieren) Infotainment 5.5 Communicatie- en marketingbeleid Communicatiestrategie Marketingcommunicatiedoelstellingen Marketingdoelgroepen (Bezoekers, Organisaties/bedrijven) Boodschap Middelen Doelgroepen-middelenmatrix Samenvatting en actiepunten Geraadpleegde publicaties Bijlagen
p. 3 p. 4 p. 5 p. 6 p. 7 p. 8 p. 9 p. 10 p. 11 p. 13
p. 16
p. 17
p. 19 p. 21
p. 24 p. 26
p. 28 p. 32
2
Inleiding De Stichting Singer Memorial Foundation is een particuliere stichting, opgericht in 1954 op initiatief van mevrouw Anna Singer-Brugh (1878-1962), de weduwe van de Amerikaanse schilder William Henry Singer Jr. (1868-1943). De stichting beheert de nalatenschap van het echtpaar Singer, bestaande uit een kunstcollectie, een museum, een theater en hun voormalige woonhuis met tuin, villa De Wilde Zwanen. Het Singer museum en theater en de verhuur van de accommodatie vormen de centrale activiteiten van de stichting. Het museum concentreert zich in haar verzamelbeleid op beeldende kunst uit de periode 1880-1950, met een voorkeur voor 1905-1930. Voor het presentatiebeleid worden bredere criteria gehanteerd, waarbij behalve de verzamelperiode ook de oorsprong van het museum uit een particuliere verzameling, de relatie met het theater en de relatie met kunstenaarsdorpen Laren en Blaricum uitgangspunten zijn. Rond en in het theater organiseert Singer een cultureel programma. De binnen- en buitenaccommodatie wordt verhuurd aan derden. De stichting treedt voor alle activiteiten naar buiten onder de naam SINGER LAREN. Als missie geldt: SINGER LAREN maakt je op een ontspannen wijze deelgenoot van de rijke wereld van kunst en cultuur. Dit museumbeleidsplan beschrijft de stand van zaken met betrekking tot de collectie, als basis voor prioriteiten en actieplannen op het terrein van behoud en beheer en verwerving, presentatie, educatie en marketing- en communicatie. Voorliggend museumbeleidsplan sluit aan op het Collectieplan 2008-2011. Dit beleidsstuk is een intern en extern document dat met instemming van de Commissie van Beheer is vastgesteld. Jan Rudolph de Lorm, directeur museumzaken Laren, september 2012
3
1. Collectiebeschrijving 1.1.Ontstaan Singer Laren dankt zijn ontstaan aan een particulier initiatief. Anna Singer-Brugh vatte na de Tweede Wereldoorlog het idee op een museum en concertzaal te stichten ter nagedachtenis aan haar in 1943 overleden man William H. Singer jr. Dit Amerikaanse echtpaar, dat sinds 1902 met onderbrekingen in de internationale kunstenaarskolonie Laren woonde, had in de periode 1901-1956 een verzameling bijeengebracht van Nederlandse, Franse en Amerikaanse kunstenaars van circa 2000 voorwerpen: de Singer Collectie. Met een deel daarvan hebben zij in 1931 het Washington County Museum of Fine Arts gesticht in Hagerstown (Maryland, USA), Anna’s geboorteplaats. Na het overlijden van William in 1943 zocht Anna voor het resterende deel een goede bestemming. Als locatie koos zij hun voormalige woonvilla in Laren De Wilde Zwanen. De Stichting Singer Memorial Foundation kwam in 1954 tot stand, na goedkeuring van de plannen door de Gemeenteraad van Laren en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland. Anna Singer verschafte de middelen voor de bouw van museum en concertzaal, die als vleugels ter weerszijden aan de villa verrezen. Aan de stichting schonk zij het terrein met de gebouwen, een gedeelte van haar kunstcollectie en een fundatiekapitaal. In 1956 vond de opening van Singer Laren plaats. Van de oorspronkelijke Singer Collectie bevindt zich thans nog een deel in de door het echtpaar Singer in 1921 gebouwde villa Dalheim in Olden (Noorwegen), waar zij een groot deel van hun leven doorbrachten. Na de dood van Anna Singer in 1962 werd de boedel definitief verdeeld. Bij die gelegenheid ging ook een legaat naar het Vestlandske Kunstindustrimuseum (West-Noors Museum voor Toegepaste Kunst) in Bergen (Noorwegen) en kwam een tweede legaat naar Laren. De door Anna Singer geschonken collectie vormt de basis van het huidige museale bezit van Singer Laren. Daarbij inbegrepen zijn ook de schenkingen die zij in de jaren na 1956 deed, alsmede het legaat na haar overlijden in 1962. De schenkingen en het legaat bestonden uit schilderijen, tekeningen, aquarellen en grafiek uit de tweede helft van de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw van Nederlandse, Franse en Amerikaanse kunstenaars, waaronder een omvangrijke groep werken van William Singer zelf; beeldhouwwerken uit dezelfde periode van voornamelijk Nederlandse en Franse beeldhouwers en meubilair en andere voorwerpen van kunstnijverheid van uiteenlopende aard, waaronder Aziatisch porselein. Oorspronkelijke collectiekernen Het onderzoek Loving Art uit 2006 bevestigde dat in de Singer Collectie de nadruk ligt op traditionele laat 19de- en begin 20ste-eeuwse kunst. De voorkeur van het echtpaar ging uit naar figuratieve en impressionistische voorstellingen; expressionisme en abstractie werden genegeerd. In de Singer Collectie is een aantal kernen te onderscheiden: laat 19de-eeuwse Franse schilders van de School van Barbizon en hun navolgers, Amerikaanse impressionisten, Larense schilders in de traditie van de kolonieschilderkunst van Laren en Nederlandse impressionisten. Het collectieonderzoek maakte duidelijk dat in het museum in Hagerstown de grootste groep Amerikaanse impressionisten terecht is gekomen. Daarnaast bleek dat er een uitzonderlijk grote kern van werken op papier in hun basiscollectie aanwezig was, circa 1000 stuks, die vrijwel in zijn geheel naar Singer Laren is gegaan. Ook verzamelden de Singers een relatief grote groep beeldhouwwerken, bijna 200, die zich nu ook voor het merendeel in Laren bevindt. Nieuw was de constatering dat er een relatief grote kern aziatica aanwezig is, van overigens zeer wisselende kwaliteit. Het merendeel van die kern bevindt zich in de verzameling van het West-Noorse Museum voor Decoratieve Kunst in Bergen (Noorwegen). 4
Daarnaast is gebleken dat de Singers ook belangstelling koesterden voor oude meesters, waarmee ze bijdroegen aan de verdere opbouw van de museumverzameling voor Hagerstown na de opening in 1931. Een kleine kern daarvan is echter ook in het museum in Bergen en slechts enkele stukken zijn in Laren, voornamelijk religieuze sculptuur. Van het door het echtpaar verzamelde meubilair is een belangrijk deel in Olden achtergebleven en functioneert daar nu als museale voorwerpen in de setting van het historische huismuseum. Een kleine groep meubels bevindt zich in Laren waaronder de zeer belangrijke Tiffany-lamp. Alle Singer locaties bezitten een of meer piano’s/vleugels. Onder de interieurstukken bevindt zich ook nog een groep textilia in Singer Laren. Wat betreft de door William Singer zelf geproduceerde kunst is duidelijk geworden dat Singer Laren met ruim 230 werken veruit de grootste verzameling bezit. Het onderzoek naar Singers oeuvre en ontwikkeling laat zien dat niettemin nog sleutelstukken missen om zijn hele ontwikkeling te kunnen tonen. Deze bevinden zich deels in bekend buitenlands particulier bezit. Een belangrijk deel daarvan is weliswaar ingevuld door de royale schenking van de heer Joseph J. Szymanski in 2008 van 18 schilderijen en 5 werken op papier. Enkele leemten blijven desondanks nog bestaan (zie ook 2). 1.2 Verzamelbeleid Al snel na de stichting van het museum in 1956 ontstond de behoefte de collectie verder uit te breiden. Daarbij werd deels door verzameld in de traditie van de Singers, maar men richtte zich ook op de verwerving van nieuwe groepen schilders zoals de Haagse School en de Amsterdamse impressionisten. Voor onderhoud en uitbreiding van de collectie werd in 1961 de Stichting Vrienden van het Singer Museum opgericht. Met als hoofddoel het bijeen brengen van financiën om aankopen mogelijk te maken, zorgde de stichting voor een reeks belangrijke aankopen van Nederlandse schilderkunst rond de eeuwwisseling, waaronder werk van Floris Verster, Jacob Maris, Willem Witsen, Co Breman en Suze Robertson. Tegenwoordig is de Stichting Vrienden formeel de eigenaar van de collectie en draagt in lijn daarmee de zorg voor het behoud en beheer. In 1991 werd de verzamelkoers deels verlegd. Singer Laren formuleerde een nieuw aandachtsgebied voor zowel de collectie als presentaties. Gekozen werd voor uitbreiding met de klassiek moderne Nederlandse kunstenaars, bij voorkeur met een relatie met het Gooi, met als nieuw doel ook de ontwikkeling van Laren als - internationale - kunstenaarskolonie te presenteren. De Singers hadden eenzijdig conservatief en figuratief verzameld, waardoor in het beeld van de kolonieperiode belangrijk werk van vernieuwers als de neo-impressionisten, luministen, kubisten, constructivisten en expressionisten ontbrak. Werken van kunstenaars als Jan Sluijters, Leo Gestel, Piet Mondriaan, Bart van der Leck, Chris Beekman, Jacoba van Heemskerck, Lodewijk Schelfhout, Herman Kruyder, Otto van Rees, Gustave De Smet, Frits Van den Berghe en Max Liebermann kwamen op het verlanglijstje (zie ook 2). Dankzij aankopen met steun van de Stichting Vrienden van het Singer Museum, fondsen (Prins Bernhard Cultuurfonds, Vereniging Rembrandt en BankGiroLoterij), schenkingen en langdurige bruiklenen van particulieren, bleek het mogelijk sindsdien verschillende kunstwerken van bovengenoemde kunstenaars aan de collectie van Singer Laren toe te voegen. Deze werken bieden een verbreding, nuancering en completering van de kunstproductie van de kunstenaarskolonie Laren/Blaricum.
5
Aankopen Ten aanzien van aankopen is Singer Laren zeer selectief en sterk gericht op het verwerven van objecten (met name schilderijen en beeldhouwwerken) die aansluiten op bovengenoemde criteria van het verzamelbeleid, waarbij het vooral gaat om het opvullen van hiaten in de collectie. Belangrijkste afweging is steeds dat werk wordt verworven om aan het publiek te tonen, en niet voor het depot. Singer Laren werd in 2007 beneficiënt van de BankGiroLoterij. In 2007 werd de voorstudie in olieverf voor Bal Tabarin (1907) van Jan Sluijters aangekocht. En in 2009 kon hierdoor uit particulier bezit het monumentale Portret van Tonia Stieltjes (ca. 1922) van Jan Sluijters worden verworven. In 2011 kon tevens met steun van de BankGiroLoterij uit particulier bezit een schilderij van Anton Mauve, Huiswaarts (1874), uit zijn Haagse periode aan de colelctie worden toegevoegd. Deze aanwinst vormt een schakelstuk tussen de werken van de Haagse school en school van Barbizon en het Larense werk van Mauve en daarmee met de kunstproductie uit Laren vanaf 1880. Ook werd in 2011 op een veiling het schilderij Gooische boer (ca. 1918-1919) aangekocht van de relatief onbekende Ernst Leyden (1892-1969), die goed bevriend was met Jan Sluijters. Leyden schilderde het portret vermoedelijk in de periode 1918-1919, waarin hij in Blaricum verbleef. Door de expressionistische stijlkenmerken en het onderwerp sluit het in verschillende opzichten nauw aan op de collectie en het verzamelbeleid van Singer Laren. Na de beeldenroof in januari 2007 werden voor de Singertuin enkele hedendaagse beeldhouwwerken aangekocht van Guido Geelen (eveneens met gelden van de BankGiro Loterij), Maria Roosen, Judith Pfaeltzer en Bert Frijns. Schenkingen en legaten Schenkingen en legaten zijn voor Singer Laren een belangrijk middel van verwerven. Naast de al genoemde schenkingen kreeg Singer Laren als dank voor het beheer van de collectie Van Dongen van de familie diverse tekeningen, waaronder werken van Isaac Israels, Willem de Zwart, Matthijs Maris, George Hendrik Breitner en sculpturen van John Rädecker en Albert Meertens. In 1981 en 1985 werd een omvangrijke collectie werken van Ferdinand Hart Nibbrig geschonken, waarmee Singer Laren thans de grootste museale collectie kunstwerken van deze schilder bezit. Van betekenis was eveneens de schenking in 1993 van de Collectie Groeneveld. Deze 236 stuks tellende verzameling omvat schilderijen, werken op papier en beeldhouwkunst van vooral Nederlandse kunstenaars van 1880 tot 1995. Een bijzonder geschenk was het schilderij Windvlaag (Coup de vent) van Raoul Dufy, aangeboden in 1998 door Sara Lee Corporation uit Chicago, naar aanleiding van de tentoonstelling van de Sara Lee-tentoonstelling die in Singer Laren plaatsvond. Het expressionistische karakter van het werk sluit goed aan bij de Nederlandse expressionistische stukken uit de collectie. Twee belangrijke schilderijen van Gijs Bosch Reitz werden geschonken door de familie van de kunstenaar in 1997, twee werken van Co Breman door een particulier in 1999 en een bloemstuk van Jacob Doeser door de K.F. Heinstichting in 2006. In 2010 ontving Singer Laren een schenking van belangrijke grafiek uit particulier bezit, met werk van Bart van der Leck, Lodewijk Schelfhout en Dick Ket. In 2011 ontving Singer Laren twee legaten: een selectie glassculpturen van Dorothé van Driel en de volledige nalatenschap van Nel Vasbinder, waaruit een beperkte selectie van werken van Nel Vasbinder zelf, en enkele werken van andere kunstenaars (Jan Toorop, Carel van Pampus en Jan Rijlaarsdam) in de collectie werden opgenomen.
6
Bruiklenen Bruiklenen zijn een adequaat middel gebleken om de ambities met betrekking tot het in 1991 geformuleerde aandachtsgebied van de klassiek modernen te vervullen. Van particulieren kreeg Singer bruiklenen van schilderijen van met name Else Berg, Bart van der Leck, Leo Gestel, Mommie Schwarz, Jan Toorop en Hendrik Wiegersma. Al langer waren werken van bijvoorbeeld Isaac Israels en George H. Breitner in bruikleen. In totaal heeft Singer Laren momenteel werk van ruim 25 particulieren voor langere tijd in bruikleen. Een deel van de langdurige museale bruiklenen is hierboven genoemd. In aanvulling daarop zijn ook de bruiklenen van de Gemeente Laren, evenals het schilderij van Anton Mauve van het Rijksmuseum. In 1997 kreeg het museum op eigen initiatief zowel een groot aantal tekeningen van Leo Gestel van het Instituut Collectie Nederland in langdurig bruikleen, als belangrijke stukken van Herman Kruyder en Quirijn van Tiel uit de collectie Regnault. De bruiklenen van het Kröller-Müller Museum van Chris Beekman, Ferdinand Hart Nibbrig en Bart van der Leck zijn verlengd t/m 2014. In 2006, en opnieuw in 2011, zijn alle langdurige bruiklenen onder de loep genomen ten aanzien van de wenselijkheid van de verlenging van de bruikleensituatie. Eerder werd de collectie Van Dongen, die veel tekeningen van Nederlandse kunstenaars uit de 16de tot en met de 20ste eeuw omvatte, geretourneerd. In 2007 haalde het Stedelijk Museum het schilderij De drie gebroeders Gert, Jan en Teus de Leeuw van Ferdinand Hart Nibbrig terug voor de nieuwe opstelling van de eigen collectie. In 2011 beëindigde Singer Laren een langdurig bruikleen van twee schilderijen en een aquarel van Jacob Dooijewaard uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam. Deze schilderijen werden zelden geëxposeerd en de collectie van Singer Laren bevat een groot aantal andere werken van Jacob Dooijewaard. De bruikleen van Vincent van Gogh werd door het van Gogh Museum in 2008, na één jaar, niet verlengd. In de tussentijd is een poging gedaan een nieuw langdurig bruikleen van Vincent van Gogh van het Van Gogh Museum te verwerven, echter zonder succes. Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Sluijters’ (17 september 2011 – 22 januari 2012) heeft Singer Laren enkele schilderijen van Sluijters in langdurig bruikleen te verwerven, waaronder een Larens werk uit de periode 1910-1911 uit de collectie van het Stedelijk Museum Schiedam. Bovengenoemde aankopen, schenkingen, legaten en bruiklenen hebben in de jaren na de opening van het museum in 1956 de basiscollectie van William en Anna Singer in ruime mate aangevuld en in een bredere kunsthistorische context geplaatst. Het totale aantal werken in de collectie is in die tijd verdubbeld. Van belang is op te merken dat een zeer belangrijk deel van de gezichtsbepalende modernistische stukken langdurige bruiklenen betreft, die de continuïteit van de collectie op dat aspect buitengewoon kwetsbaar maakt. Voor de langere termijn moet gezocht worden naar sterke waarborgen voor het definitieve verwerven van die bruiklenen ofwel de vervanging door alternatieven in eigendom te verwerven (zie ook 2). De komende periode blijft dan ook actief gelobbyd worden om de verwerving van enkele, voor de collectie onmisbare bruiklenen te verwerven middels aankoop, schenking of legatering.
7
1.3 De kernwaarde van de collectie De kern van de museale collectie van Singer Laren wordt gevormd door schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken uit de periode 1880-1950. De waarde van het ensemble door de particuliere herkomst van de oorspronkelijke collectie vormt de eerste kernwaarde van de verzameling. De samenstelling werpt licht op de verzamelgeschiedenis van particuliere collecties in Nederland rond 1900 en laat zich vergelijken met andere particuliere verzamelingen uit die ontstaansperiode. De Singers verzamelden naar hun persoonlijke smaak, deels van relaties en kunstenaarsvrienden. Dat verklaart de aanwezigheid van vele Larense kunstenaars, maar ook Amerikaanse impressionisten. Vanaf 1921 werden de Singers geadviseerd door Joop Siedenburg van Kunsthandel Frans Buffa & Zonen, hetgeen leidde tot groei van de kern Franse Barbizonschilders en ook tot meer belangstelling voor beeldhouwkunst, met name voor het werk van Auguste Rodin. Na de dood van William Singer in 1943 deed Anna nog een aantal belangwekkende aankopen ter versterking van haar verrassend grote verzameling werken op papier. Het geheel vormt zo een uniek ensemble en een persoonlijk kunsthistorisch document. De tweede – onderscheidende – kernwaarde van de collectie van Singer Laren is de cultuurhistorische waarde van de omvangrijke groep kunstwerken van kunstenaars die in de omgeving van Laren en Blaricum woonden en werkten. Zowel traditionele als modernistische kunstenaars zijn daarin vertegenwoordigd en hun werk verwijst naar de artistieke ontwikkeling van Laren als kunstenaarskolonie, die een afspiegeling vormt van de ontwikkeling van de moderne kunst in Nederland.
8
2. Toekomstig verzamelbeleid Het verzamelbeleid blijft gebaseerd op hetgeen in 1991 is geformuleerd, al heeft sindsdien een aantal accentverschuivingen in de prioriteiten plaatsgevonden. Gezien de beperkte middelen blijft het actieve verzamelen zoveel mogelijk gekoppeld aan het presentatiebeleid onder het motto: Singer Laren verzamelt niet voor het depot. Ook blijft de band met Laren van belang. Voor de aanvaarding van schenkingen en legaten worden ruimere criteria gehanteerd. Zodoende kunnen ook werken worden verworven die naar verwachting zelden tot nooit geëxposeerd zullen worden, maar die een documentaire waarde hebben voor de collectie. Ook zijn aanvullingen mogelijk op het oeuvre van een kunstenaar die al met werk(en) in de collectie vertegenwoordigd is, maar van wie niet actief naar aanvullend werk wordt gezocht. Om dit verzamelbeleid te realiseren onderhoudt Singer Laren contact met een brede - zich uitbreidende - groep particuliere verzamelaars. Daarnaast heeft de conservator tot taak het aanbod op de markt (o.a. relevante veilingen) te scannen. Singer Laren zal daarnaast doorgaan met het zoeken naar passende bruiklenen bij collega-musea en privé-verzamelaars. Waar het gaat om aankopen kan Singer Laren de collectie niet uitsluitend op eigen financiële kracht aanvullen. Daarvoor is naast steun van de Stichting Vrienden van het Singer Museum ook de steun van particuliere fondsen nodig. Singer Laren is op allerlei manieren actief in het onderhouden van deze relaties. Singer Laren is sinds 2007 beneficiënt van de BankGiro Loterij. De jaarlijkse ondersteuning van de BankGiroLoterij is in 2011 verlengd t/m 31 december 2015. 2.1 Algemene verzamelcriteria - Kunstwerken uit de periode 1880-1950, met een voorkeur voor 1905-1930. - Kunstwerken van kunstenaars die in de omgeving van Laren gewoond en gewerkt hebben of belangrijk zijn voor de (inter)nationale kunsthistorische context. - Vertegenwoordigers van stromingen als impressionisme, neo-impressionisme, luminisme, kubisme, constructivisme en expressionisme. Nog altijd mist Singer Laren adequate schilderijen van Lodewijk Schelfhout, Otto van Rees, Frits Van den Berghe, Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerck, Jan Toorop, Leo Gestel en Max Liebermann. - Vervanging van gezichtsbepalende stukken die nu nog in langdurig bruikleen zijn. De modernistische kern is voor een belangrijk deel ingevuld met langdurig bruiklenen, hetgeen voor de langere termijn een onzekere factor is. Singer streeft naar verwerving van de bewuste stukken, of zoekt adequate vervanging door middel van alternatieve aankopen. Daartoe zijn prioriteiten gesteld (Kruyder, Van der Leck). - Aanvulling Singertuin na de beeldenroof in 2007. In de zomer van 2009 werden de eerste aankopen voor de Singertuin gedaan. In 2011 werd in het kader van de Singer Prijs een beeld van Dorothé van Driel aan de Singertuin toegevoegd. De Singer Prijs zal de komende edities worden uitgereikt aan een beeldhouwer, van wie een beeld voor de Singertuin wordt aangekocht of die de opdracht krijgt een beeld speciaal hiervoor te vervaardigen (zie 5.3). - Topkwaliteit op het traditionele verzamelgebied van de Singers. - Werk van William Singer. Op basis van het onderzoek naar het werk van William Singer voor de tentoonstelling en de publicatie William Singer American Impressionist (2008) is een inventarisatie gemaakt van werken die voor verwerving in aanmerking komen.
9
2.2 Procedure bij verwerving De directeur museumzaken en de conservator stellen aankopen voor en beoordelen aangeboden schenkingen en legaten. Hierover wordt advies gevraagd aan en uitgebracht door het museumlid van de Commissie van Beheer. De uiteindelijke beslissing over aankopen, schenkingen en legaten wordt gemaakt door de Commissie van Beheer. Voordat een schenking of legaat wordt geaccepteerd, wordt door de conservator en de directeur museumzaken afgewogen of deze in voldoende mate in het collectieprofiel past en of er geen sprake is van verdubbeling. Vervolgens wordt in overleg met de directeur museumzaken door de Commissie van Beheer besloten of tot opname in de collectie wordt overgegaan. Aanvaarding van een schenking of legaat hangt ook af van de herkomst van het/de betreffende werk(en). Hierom doet de conservator eerst onderzoek naar de eigendomsgeschiedenis. Dit aan de hand van een interview met de (nabestaanden of vertegenwoordiger van de) aanbieder, opschriften, merken en etiketten op de achterzijde van het werk, beschikbare literatuur (monografieën en catalogi) en pers- en beelddocumentatie aanwezig in de bibliotheek van Singer Laren en bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) te Den Haag. Schenkingen of legaten kunnen ook worden aanvaard met het doel deze niet in de collectie op te nemen, maar te verkopen. Zodoende worden middelen verkregen voor het verwerven van aanwinsten in de toekomst. Het komt regelmatig voor dat aangeboden schenkingen of legaten niet worden aanvaard. 2.3. Afstoting van kunstwerken Het verzamelen en beheren van museale objecten behoort tot de kerntaken van een museum. De basis voor de collectie van Singer Laren is ontstaan als ensemble dat door particuliere verzamelaars is bijeengebracht. Die verzameling is in de eerste vijftig jaar waarin het museum nu bestaat gericht uitgebreid, mede dankzij belangrijke schenkingen en fondsen van particulieren. De collectie is juridisch eigendom van de Stichting Vrienden van het Singer Museum. Voor 2008 heeft een herinventarisatie van alle schilderijen en alle werken op papier en beeldhouwwerken plaatsgevonden. Hoewel de A t/m E kwaliteitscategorieën nog moeten worden geactualiseerd is het voorlopige inzicht in de omvang van de categorie D en E dermate gering dat er geen aanleiding tot het agenderen van een beleid voor (selectie en) afstoting van kunstwerken. Daarbij komt dat voor Singer Laren als particuliere organisatie omzichtigheid is geboden in dergelijke processen, omdat er snel een signaal uitgaat van gebrek aan continuïteit en waardering voor de met veel moeite verworven steun. Mocht in de toekomst toch een voornemen tot afstoting van een deel van de collectie ontstaan, dan wordt dezelfde interne procedure gevolgd als bij verwervingen (zie 2.2) en zal de procedure zoals omschreven in de Leidraad Afstoten van Museale Objecten (LAMO) van de Nederlandse Museumvereniging worden - voor zover mogelijk - gevolgd.
10
3. Collectieregistratie, -onderzoek en documentatie 3.1 Registratie De collectie van Singer Laren bevatte (inclusief langdurig bruiklenen) op 1 december 2011: 778 schilderijen; 2047 werken op papier (tekeningen, aquarellen en grafiek); 232 beeldhouwwerken; 273 stukken kunstnijverheid, meubels en overige objecten; 33 reproducties (zoals affiches en boekillustraties); 10 stuks fotografie (van Gerald Van der Kaap, G.J. Kocken en Bert Verhoeff). 3373 objecten in totaal. De gehele collectie is geregistreerd in een digitaal collectieregistratiesysteem: Adlib. Om te beginnen zijn vanaf 2005 de basisgegevens uit het oude inventariskaartsysteem ingevoerd. Deze basisregistratie is in 2009 voltooid voor de gehele collectie. Vrijwel de gehele collectie is geheel digitaal gefotografeerd en verwijzingen naar deze beeldbestanden zijn in de database ingevoerd. De registratie en beschrijving van nieuwe aanwinsten worden regelmatig verricht onder verantwoordelijkheid van de conservator. Het inventariskaartensysteem wordt sinds medio 2010 niet meer aangevuld, maar wordt als schaduwbestand bewaard. Een registratieformulier vervangt de oude inventariskaarten. Deze formulieren worden handmatig ingevuld en als schaduwbestand bewaard. Voor alle nieuwe objecten in Adlib geldt dat de volgende gegevens worden ingevoerd: Identificatie: instellingsnaam, afdeling, collectie (indien relevant), objectnummer, objectnaam, titel (incl. andere bekende titels en vertaalde titel), beschrijving; Vervaardiging/datering: vervaardiger, datering van, tot en onder beschrijving de datering nogmaals t.b.v. uit te printen sjablonen etc.; Beschrijving: fysieke beschrijving, techniek, materiaal, afmetingen [hoogte x breedte x diepte, van drager en sokkel, excl./incl. lijst], afmetingen (vrije tekst) [hoogte x breedte cm/mm]; Iconografie: hoofdmotief algemeen en specifiek; Opschriften/merken: soort, positie, inhoud, beschrijving, interpretatie, transliteratie, bijzonderheden [alles indien en zo vaak als van toepassing]; Nummer/relaties: indien van toepassing soort, nummer en instelling [het inv.nr. van bruiklenen uit museaal bezit, Collectie Groeneveld o.i.d. en verwijzing naar bijvoorbeeld de RKD-database]; Documentatie: tot nu toe zijn, op enkele uitzonderingen na, alleen die publicaties vermeld die in de bibliotheek van Singer Laren aanwezig zijn. In de toekomst kan deze registratie worden uitgebreid naar alle bekende tentoonstellingen. Reproducties: referentie naar digitale foto (bij nieuwe aanwinsten wordt in eerste instantie naar een voorlopige werkfoto verwezen, totdat er een digitale opname op hoge resolutie door een professionele fotograaf is gemaakt). Toestand/conservering: indien bekend of voorkomend worden hier gegevens over de conditie, conserverings- en restauratiebehandeling(en) toegevoegd. Aanbevelingen/vereisten: credit line (wordt ingevuld bij schenkingen en legaten, en indien bij aankopen fondsen vermeld dienen te worden) Waarde: waarde, Val., taxateur (Iedere deelcollectie wordt voor de verzekering iedere 5 jaar opnieuw getaxeerd. In 2011 is de schilderijencollectie opnieuw getaxeerd, in 2012 volgen de werken op papier en in 2013 de beeldhouwwerken, allen op objectniveau. De overige deelcollecties worden iedere vijf jaar als totaal getaxeerd.) Verwerving: datum, methode, van, veiling en lot.nr. (indien van toepassing), plaats en (indien van toepassing) aankoopprijs en bijzonderheden. 11
Eigendomsgeschiedenis: voor zover bekend of kan worden nagegaan zal dit veld de komende periode worden ingevuld. De herkomstgeschiedenis van de schilderijen, beeldhouwwerken en werken op papier is voor de uitgave van drie collectiecatalogi (2002 en 2010) onderzocht en gepubliceerd. Standplaats: vaste standplaats en huidige standplaats [begindatum, einddatum en standplaats]. Van ieder object wordt iedere wijziging van standplaats in Adlib geregistreerd. Daarnaast houdt de museumstaf een register van in- en uitgaande objecten bij (zie bijlagen: in- en uitformulier). Tentoonstellingen: tot nu toe zijn, op enkele uitzonderingen na, alleen die tentoonstellingen vermeld waarvan de catalogus in de bibliotheek van Singer Laren aanwezig is. In de toekomst zou deze registratie kunnen worden uitgebreid naar alle bekende tentoonstellingen. Bruiklenen: uitgaande bruiklenen worden tevens in Adlib ingevoerd en verschijnen indien van toepassing in dit veld. Etiketten: vanaf 2008 worden de etiketteksten bij de objecten op zaal ingevoerd. Het invoeren van het papieren archief met etiketten van de eigen collectie zou met terugwerkende kracht verwezenlijkt kunnen worden. Dit heeft echter geen prioriteit. De basisregistratie* van de deelcollecties schilderijen, beeldhouwwerken en werk op papier is inmiddels uitgebreid met de velden iconografie, nummers/relaties, documentatie, toestand/ conservering, aanbevelingen/vereisten, verwerving, tentoonstellingen en etiketten. De komende tijd zal de eigendomsgeschiedenis van de schilderijen, beelden en tekeningen in het registratiesysteem worden ingevoerd. Digitale ontsluiting collectie Voor het museumpubliek is een selectie van 100 topstukken ontsloten via een computerprogramma, waarmee men op een groot beeldscherm een eigen tentoonstelling kan samenstellen. Vanaf medio 2011 is via een nieuwe website een selectie van 20 topstukken ontsloten met een afbeelding, de technische gegevens (vervaardiger, titel, datering, techniek, afmetingen, herkomst) en een korte tekst. Voor digitale ontsluiting van de gehele collectie voor het publiek is in de nieuwe website niet gekozen. In de komende periode zal worden onderzocht of en op welke manier en in welke mate (de gehele of een deel van de collectie en welke objectgegevens) de collectie ook voor het algemene publiek eenvoudig via internet ontsloten kan worden. Singer Laren richt zich daarbij op deelname aan nationale collectiedigitaliserings- en -ontsluitingsprojecten (bv via het RKD of RCE’s DIMCoN).
* Onder basisregistratie wordt verstaan: instellingsnaam, objectnummer, afdeling (deelcollectie), objectnaam, titel, korte beschrijving, vervaardiger, datering, techniek, afmetingen, huidige eigenaar, wijze van verwerving, datum en methode van verwerving, standplaats, waarde (voor verzekering) en verwijzing naar afbeelding. 12
3.2 Onderzoek In 2002 verscheen de eerste volledige bestandscatalogus van schilderijen, bijna 40 jaar na de laatste bestandscatalogus van de collectie uit 1963. In 2006 verscheen de publicatie Loving Art over de verzamelgeschiedenis van William en Anna Singer. Daarin is een volledig overzicht opgenomen van de Singer Collectie die thans over Laren, Hagerstown, Olden en Bergen is verspreid. Dat onderzoek heeft veel nieuwe informatie opgeleverd over de herkomst van objecten. Het onderzoek naar het werk van William Singer ten behoeve van de tentoonstelling William Singer American impressionist en de begeleidende publicatie heeft een grote hoeveelheid informatie geleverd over zowel het werk van William Singer in Singer Laren, als over werk dat zich elders in particuliere en museale collecties bevindt. Dergelijk onderzoek maakt ook helderder volgens welke lijnen zowel de oorspronkelijke Singer-collectie als het contingent Willam Singer-werken zou moeten worden uitgebreid (zie ook 2). In de periode 2005-2009 zijn de collecties werken op papier en beeldhouwkunst door vrijwilligers geregistreerd in het digitale collectieregistratiesysteem. Deze uitgebreide inventarisatie en aanvullend onderzoek vormen de basis voor de bestandcatalogi van beide collectie-onderdelen die in 2010 zijn gepubliceerd, begeleid door een presentatie van een keuze uit beide deelcollecties ‘Collectie Singer’ in de zomer van 2010. 3.3 Documentatie De collectie schilderijen is over het algemeen goed gedocumenteerd. In het digitale collectieregistratiesysteem zijn herkomst, literatuur en tentoonstellingen waar bekend vermeld en worden steeds aangevuld. Ook andere interessante gegevens zoals de topografie van een voorstelling, afgebeelde personen of het bestaan van voorstudies worden vermeld als ze tijdens onderzoek of naar aanleiding van een tentoonstelling bekend werden en worden zijn in het collectieregistratiesysteem ontsloten. Dergelijke nieuwe informatie verhoogde in een aantal gevallen de cultuurhistorische waarde van een object. De deelcollecties werken op papier en sculptuur zijn door het onderzoek ter voorbereiding van de collectiecatalogi veel beter gedocumenteerd dan daarvoor het geval was. Daardoor is meer bekend geworden over bijvoorbeeld de herkomstgeschiedenis van de werken, voor zover die in eigen archief, literatuur en via overige documentatie in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) te Den Haag was na te gaan. Voor zover mogelijk is alle beschikbare documentatie en literatuur gekopieerd en aan het archief toegevoegd of aangeschaft voor de bibliotheek. Niet alle documentatie kan momenteel worden ontsloten in het registratiesysteem. Het papieren archief en de bibliotheek van het museum zullen daarom altijd een belangrijke bron van informatie blijven. Voor zover mogelijk worden verwijzingen naar beschikbare documentatie, niet alleen naar literatuur, maar ook naar andere archiefstukken en documenten, vermeld. Bibliotheek Singer Laren beschikt over een handbibliotheek die alleen toegankelijk is voor medewerkers. Op afspraak kunnen ook onderzoekers of studenten hiervan gebruik maken. De documentatie is dagelijks van belang bij voorbereidend onderzoek voor tentoonstellingen en als naslag voor kunstwerken, kunstenaars en kunststromingen die vertegenwoordigd zijn in de collectie. Twee vrijwillige medewerkers hebben in de periode 2006-2009 de bibliotheekgegevens ingevoerd in een digitale bibliotheekdatabase (Adlib). Daarna is een trefwoordensysteem toegevoegd en zijn relaties aangebracht tussen de literatuur en de objecten in de Singer Collectie. Op die manier is de bibliotheek volledig digitaal ontsloten.
13
De bibliotheek is ingedeeld naar de volgende rubrieken: - monografieën over kunstenaars op alfabetische volgorde van naam kunstenaar; - (thema)tentoonstellingen op alfabetische volgorde van plaats museum; - collectiecatalogi van musea op alfabetische volgorde van plaats museum; - diverse deelrubrieken (toegepaste kunst, architectuur, kunstenaarsdorpen etc.). Wegens ruimtegebrek zijn publicaties over onderwerpen buiten het onderzoeks-, verzamel- of presentatiegebied deels afgestoten, maar hier is nog een extra slag te maken. Aanvullingen geschieden door aankoop of ruilverkeer met andere (museum-) bibliotheken. Wanneer werken uit de eigen collectie worden uitgeleend voor een tentoonstelling ontvangt het museum een exemplaar van de bijbehorende publicatie. De conservator houdt bij welke nieuwe kunsthistorische literatuur, van monografieën tot tentoonstellingscatalogi en proefschriften worden uitgebracht en besluit aan de hand van het onderzoeks-, presentatie- en verzamelgebied welke boeken worden aangeschaft. Hiervoor is jaarlijks een beperkt budget beschikbaar. De registratie van nieuwe boeken vormt nu een deeltaak van een vrijwilliger. Door gebrek aan middelen is de bibliotheek in het verleden niet altijd consequent opgebouwd. Sommige standaardwerken ontbreken daardoor. Hiervoor dient een kritische inventarisatie te worden gemaakt voor een gerichte aanvulling die voor de komende jaren moet worden gerealiseerd. Een deel van de titels zal nog slechts antiquarisch verkrijgbaar zijn. Wat betreft de oorspronkelijke bibliotheek van de Singers is duidelijk geworden dat die zich voor zover nog aanwezig, grotendeels in Olden bevindt, waar ook een uitvoerige muziek platencollectie voor grammofoon wordt bewaard. Gestreefd wordt naar het ook in Singer Laren inzichtelijk maken van het boeken- en platenbezit door middel van een (digitale) catalogus. Archieven: Beeldarchief In Singer Laren zijn verschillende beeldarchieven aanwezig. Digitaal beeldmateriaal van de eigen collectie is van groot belang voor de collectieregistratie en uitwisseling van gegevens. De recent gemaakte digitale collectiebeelden zijn gekoppeld aan de digitale database en zijn daarnaast in hoge resolutie beschikbaar voor publicaties en publicitaire doeleinden. Ten behoeve van de eigen documentatie wordt recent beeldmateriaal van eigen exposities en evenementen bewaard. Daarnaast bestaat aan fotoarchief met historische beelden, dat deels is gedigitaliseerd ten behoeve van publicaties en presentaties. Al deze documentatie is goed toegankelijk voor de museumstaf en op verzoek door onderzoekers of studenten in te zien. Documentaire archieven Voor Singer Laren zelf wordt het na een halve eeuw archiveren tijd een archiefsysteem op te zetten, opdat de groeiende verzameling informatie en documentatie op termijn toegankelijk blijft. Alleen op deze wijze kan de vergaarde kennis voor het nageslacht zinvol behouden blijven. Daarbij is het van belang dat de schat aan documentatie en informatie die de recente onderzoeken Loving Art en William Singer hebben opgeleverd ook voor derden toegankelijk wordt gemaakt en blijft. Daarnaast zijn enkele ‘archieven’ aanwezig van grote kunst- en cultuurhistorische waarde. Het gaat om een aanzienlijke hoeveelheid documentatie afkomstig van Anna Singer, archiefmateriaal van kunstenaar en huisvriend Jaap Dooijewaard en onderzoeksmateriaal van de Gooise journalist Jan Koenraads. Het betreft voornamelijk oude foto’s, brieven en documenten van allerlei aard, die onmisbaar zijn voor de kennis van het ontstaan van het museum en het verleden van Laren als kunstenaarsdorp. De gegevens zijn weliswaar gesorteerd en globaal geïnventariseerd, maar niet in detail gearchiveerd. Ook recent verworven cultuurhistorisch materiaal zoals de nalatenschap van Willem Dooijewaard, geschonken in 2008 en 2010 door de Amsterdamse kunsthandelaar Leo Haks is niet ontsloten. 14
Persarchief Persmateriaal met betrekking tot Singer Laren - museum en theater - is in een persarchief ondergebracht. Met hulp van een externe knipseldienst worden de diverse artikelen en aankondigingen met betrekking tot het museum verzameld, die vervolgens door vrijwilligsters in plakboeken worden geordend. Per tentoonstelling vindt daarnaast een registratie plaats van digitale vermeldingen.
15
4. Behoud en beheer 4.1 Gebruik van de collectie Permanente presentatie eigen collectie Sinds december 2003 kende Singer Laren een permanente presentatie van de eigen collectie. In 2006 zijn de betreffende tuinzalen hiertoe geklimatiseerd. Met regelmatige wisselingen gelijktijdig met de tijdelijke tentoonstellingen in zaal 1 t/m 6 - wordt de achtergrond van de Singers als verzamelaars en de kunst van Laren belicht, alsmede de rol van Laren als kunstenaarskolonie in de ontwikkeling van de moderne kunst in de eerste helft van de 20ste eeuw in Nederland. Dat kan een algemene selectie van topstukken zijn, een monografische presentatie, een themapresentatie (zoals ‘Kleurrijk Singer’, 2010) of een overzicht van een belangrijke schenking (zoals de schenkingen Hart Nibbrig en de Collectie Groeneveld, gepland voorjaar 2012). In de Dooijewaardzaal zijn in de periode 2003-2008 onder de titel ‘Singer Solo’ elk half jaar wisselende kernen uit de collectie getoond (met Jacob Dooijewaard, tekeningen van Leo Gestel, Sint Jansprocessie, Ferdinand Hart Nibbrig, Martin Borgord, Breitner & Israels, Aat Veldhoen en het dagboek van Roosje van Lelyveld). Weliswaar niet onder dezelfde titel, zal de programmering van de tuinzalen de komende periode volgens dezelfde principes gehandhaafd blijven, en worden aangevuld met actuele presentaties (zie ook 5.3). In de tuinzalen is ook een aparte plek voor de presentatie van aanwinsten. Een aantal schilderijen uit de collectie wordt getoond in de salon van villa De Wilde Zwanen, nu in gebruik als foyer van museum en theater. Gezien de klimatologische omstandigheden is gekozen voor werken die van minder groot kunsthistorisch belang zijn voor het museum, maar toch de juiste uitstraling hebben. De meeste werken in de foyer zijn beschermd met een glas-plaat en voorzien van een beveiligd ophangsysteem. In juni 2012 is de foyer opgeknapt. De muren en plafonds werden wit geschilderd en er is een nieuw beveiligd ophangsysteem gemonteerd en spots met led-verlichting om de schilderijen uit te lichten. Bij de herinrichting is een nieuwe selectie van schilderijen opgehangen, die voortaan vaker gewisseld wordt (tweejaarlijks). Schilderijen die tot die tijd in de foyer hingen, worden bekeken op conditie en worden zo nodig geconserveerd of gerestaureerd. Bruikleenverkeer: Kortdurende uitgaande bruiklenen Als gevolg van het toenemend aantal tentoonstellingen en de publicatie van de collectiecatalogi in 2002 en 2010 is het aantal bruikleenaanvragen de laatste jaren toegenomen. Omdat bruiklenen bijdragen aan een grotere bekendheid, waardering en gezag van Singer Laren bij het publiek en collega-instellingen, stemt Singer Laren met bruikleenverzoeken in, zo lang de conditie van de betreffende werken het toelaat en de werken in de gevraagde periode niet onmisbaar zijn in presentaties van de eigen collectie. Daarnaast krijgen de objecten bredere of nieuwe betekenis in de context van die presentaties en winnen daarmee aan inhoud en kennis van het object, die ten goede komt aan Singer Laren. De mogelijkheid van het uitlenen van werken uit eigen bezit aan (hoofd)sponsors is gezien de kwetsbaarheid en de onvoldoende garanties voor de conditie en veiligheid afgebouwd. Dat geldt ook voor voormalige bruiklenen aan relaties en particulieren. Dit beleid wordt in de toekomst voortgezet. Singer Laren sluit bij uitgaande bruiklenen een eigen bruikleenovereenkomst. De eisen die wij stellen ten aanzien van uitgaande bruiklenen zijn aangegeven in de bijlage bij de bruikleen16
overeenkomst (zie bijlage). Singer Laren houdt kortdurende uitgaande bruiklenen in dekking onder de eigen verzekering bij AON Artscope. Voor licht- en klimaatomstandigheden en beveiliging stelt Singer Laren de eisen zoals die gelden in het museale veld en worden beschreven in Spectrum-N.1.0 (2007), De richtlijnen voor het museale binnenklimaat van het Klimaatnetwerk en Lichtlijnen van het ICN. Singer Laren eist dat bruiklenen vervoerd worden door een professioneel kunsttransportbedrijf. Intern wordt een conditierapport van de uitgaande bruiklenen opgemaakt alvorens deze opgehaald worden. Singer Laren stuurt soms een koerier mee met het transport van uitgaande bruiklenen. Langdurige uitgaande bruiklenen Singer Laren voert sinds 2011 een actief beleid tot het in langdurig bruikleen geven van objecten uit de collectie die niet tot de kern van de collectie van Singer Laren behoren en/of die zelden tot nooit in het museum worden geëxposeerd, maar wel van hoge kwaliteit zijn en beter tot hun recht komen in een andere museale collectie, zoals middeleeuwse en 17deeeuwse kunstvoorwerpen. De conservator heeft hiertoe in 2011 een selectie gemaakt van werken uit de collectie die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Naar aanleiding van een artikel in Trouw in de serie ‘Kunst uit de kelder’ is het eerste contact gelegd met het Stedelijk Museum Alkmaar inzake een 17de-eeuws winterlandschap van Claes Dirckz van der Heck. Museum Drachten heeft voor een tentoonstelling over de gebroeders Thijs en Evert Rinsema een houtblok van Thijs Rinsema tijdelijk in bruikleen. Ook dit werk zou wellicht beter tot zijn recht kunnen komen als langdurig bruikleen aan Museum Drachten. Binnenkomende bruiklenen Singer Laren houdt zich voor de contractafspraken, het transport en handling van binnenkomende bruiklenen aan de richtlijnen zoals die worden gesteld in Spectrum-N.1.0 (2007), De richtlijnen voor het museale binnenklimaat van het Klimaatnetwerk en Lichtlijnen van het ICN. Dit blijkt onder andere uit de planning die per tentoonstelling wordt gehanteerd (zie bijlage: standaard tentoonstellingsplanning). Singer Laren heeft een geschreven procedure voor transporten, zowel voor uitgaande als binnenkomende bruiklenen (zie bijlage: protocol kunsttransport). Singer Laren heeft tevens een faciliteitenrapport beschikbaar (zie bijlage: faciliteitenrapport). 4.2 De depots Het onderhoud van een collectie begint met een juiste passieve conservering, dat wil zeggen het zorgdragen voor de ideale omgevingsfactoren voor de verzameling. In 2006 is vanwege de aanleg van een nieuwe klimaatinstallatie in zaal 7 t/m 9 op het voormalige tuinzaalterras een Orangerie aangebouwd als klimaatbuffer tussen het buiten- en museale binnenklimaat. Onder die Orangerie is een geheel nieuw depot gerealiseerd dat is aangesloten op een nieuwe klimaat-installatie. Met ook de aansluiting van een ouder ondergronds depot daarop is de totale depot-ruimte uitgebreid en geoptimaliseerd. Daartoe heeft ook een interne verhuizing plaatsgevonden. Depots 2, 3 en 4 worden op een constante temperatuur van 19°C en luchtvochtigheid van 53% gehouden. Dat geldt eveneens voor de museumzalen. De controle op het klimaat vindt centraal plaats via een computergestuurd gebouwbeheerssysteem.
17
De kunstcollectie van Singer Laren is thans ondergebracht in vier depots. Depot 1 Dit ondergrondse depot is niet aangesloten op de klimaatinstallatie en wordt thans gebruikt als archiefdepot en opslag van expositiemateriaal. Depot 2 Dit ondergrondse depot onder het museum bevat het C-deel van de verzameling schilderijen. Door de aansluiting op de klimaatinstallatie zijn de klimaat-condities hier sterk verbeterd. De werken hangen op oude schuifrekken, die vervangen moeten worden om schade aan de kunstwerken te voorkomen en een efficiëntere indeling van het depot te bereiken. Depot 3 In dit nieuwe, in 2007 gebouwde, ondergrondse depot bevindt zich de volledige collectie werken op papier, met uitzondering van ingelijste stukken die in depot 4 aan rekken hangen. Daarnaast zijn beeldhouwkunst en toegepaste kunst, waaronder ook meubels in dit nieuwe depot ondergebracht. De werken op papier zijn grotendeels in passe-partout gezet en opgeborgen in zuurvrije kartonnen dozen in stellingkasten. De meubels staan - onder katoenen hoezen - op vlonders en in open stellingkasten in een half afgesloten deel van het depot. De beelden staan in open stellingkasten. De kleinste beelden en de toegepaste kunst, zoals keramiek, staan in afgesloten houten kasten. Textiel (vloer- en wandkleden) is merendeels opgerold in katoenen hoezen. Op termijn moet voor de textiel nog een speciaal rek komen. Voor de ingelijste pastels uit depot 4 en voor de nog binnen te komen beeldhouwkunst uit de collectie Groeneveld en de schenking van de Stichting Dorothé van Driel zijn in december 2010 nieuwe stellingen aangeschaft en geplaatst in depot 3. Er is een computer met aansluiting op de digitale collectiedatabase. Depot 4 (vroeger Het nieuwe depot genoemd) De belangrijkste (A en B) collectie schilderijen van bijna 600 stuks hangt in dit uit 1989 stammende bovengrondse depot op moderne gelagerde uitschuifbare rekken. Het aantal schuifrekken is in 2007 sterk uitgebreid om plaats te bieden aan nieuwe aanwinsten, langdurige bruiklenen en aan de Collectie Groeneveld, die eind 2010 naar aanleiding van het overlijden van de heer Groeneveld naar het museum is overgebracht. In dit depot vinden tevens de meeste handelingen plaats met betrekking tot het uitlenen zoals in- en uitpakken van kunstwerken, fotograferen en overige onderhoud van de objecten. Hoewel er momenteel nog ruimte is in de schuifrekken, dient het de aanbeveling nieuwe rekken aan te schaffen om ook in de toekomst plaats te kunnen bieden aan aanwinsten en langdurige bruiklenen en bruiklenen voor tentoonstellingen. Er is ruimte voor de plaatsing van extra rekken, al gaat dat ten koste van de beschikbare ruimte voor werktafels en dus aan de werkruimte voor het uitvoeren van bovengenoemde handelingen. Depotsituatie algemeen Door de recente nieuwbouw en aanpassingen is de kwaliteit van de depots goed. Voor de opslag van (houten wissel-)lijsten is een ruimte beschikbaar in de werkplaats van de technische dienst. Wat ontbreekt is een aparte quarantaineruimte voor werkzaamheden die niet in depots plaats kunnen vinden, zoals inspectie van nieuw ingekomen kunstwerken op besmettingen. Er is binnen Singer Laren onvoldoende ruimte beschikbaar om een aparte quarantaineruimte te creëren. Hiervoor zou in voorkomende gevallen extern ruimte gehuurd moeten worden. 18
In voorgaande periode (Collectieplan 2008-2011) is gesproken over het mogelijk onderbrengen van de collecties van de gemeenten Laren, Blaricum en Eemnes, die gefuseerd zijn (BEL samenwerking). Wegens de beperkte ruimte in de depots van Singer Laren is het onhaalbaar gebleken de gehele kunstcollectie van de BEL-gemeenten onderdak te bieden. Singer Laren heeft nu slechts 12 langdurig bruiklenen in beheer. Behoudstaken Activiteiten als schoonmaak, onderhoud en controle op het gebied van schimmels en ongedierte vinden regulier plaats. Momenteel is dat een taak van de technische dienst, die daarvoor een medewerker met specifieke taken heeft belast die in overleg met de conservator ook werkzaamheden verricht die samenhangen met het in- en uitgaand bruikleenverkeer. Het geheel van die taken is te klein om er een aparte depotbeheerder voor in dienst te nemen, zelfs op parttime basis. De onderlinge afstemming en in planning vormt echter regelmatig een probleem door de grote werkdruk bij de technische dienst. Onderzocht moet worden welk deel van de taken zich leent voor het op freelance basis uitbesteden ervan. Noodzakelijk bij behoud- en beheerstaken van de collectie is kennis van de algemene omgang met kunstvoorwerpen. In 2007 hebben alle betrokken medewerkers daartoe een in-company training gehad voor het hanteren van kunstvoorwerpen, klimaatcondities, herkennen en afhandelen van besmettingen met ongedierte etc. Dergelijke trainingen dienen in de toekomst regelmatig herhaald te worden zowel voor bestaande als nieuwe werknemers. 4.3. Beveiliging Met de eerder genoemde nieuwbouw van depots is ook de beveiliging opnieuw getoetst en geoptimaliseerd. Daarnaast heeft Singer Laren zich onderworpen aan een kwaliteitsbeoordeling in het kader van de Museumregistratie die in 2005 opnieuw werd toegekend. In 2007 zijn elektronische sleutels, gekoppeld aan een aanwezigheidsregistratie, ingevoerd. Na de beeldenroof in de Singertuin in januari 2007 zijn in de loop van dat jaar aanvullende beveiligingsmaatregelen getroffen. In verband met het verkrijgen van een langdurig bruikleen werd Singer Laren in 2008 getoetst aan de beveiligingscondities van het Van Gogh Museum en kreeg daarbij een compliment voor het beveiligingsbeleid. De grote brand in het Armando Museum in oktober 2007 heeft Singer Laren bewust gemaakt van de noodzaak van een evacuatieplan voor de kunst. 4.4. Conservering en restauratie Naast de passieve conservering, de bewaarcondities zoals hierboven beschreven, is actieve conservering een belangrijk aspect van het beheer en behoud van de collectie. Bedoeld worden dan maatregelen aan het voorwerp zelf om verval te verhinderen. Het museum beschikt niet over een eigen restaurator, maar maakt gebruik van externe restauratoren op de verschillende vakgebieden. Sinds 1986 stelt de Stichting Vrienden van het Singer Museum financiële middelen beschikbaar voor conservering van de collectie. Met deze middelen werden voorzieningen voor de depots aangeschaft en zijn in de loop der jaren gestaag kunstwerken gerestaureerd. In het kader van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud werden tussen 1996 en 1999 alle schilderijen uit de collectie bekeken en waar nodig direct preventief behandeld. Alle nadere adviezen omtrent verdere restauratie zijn sindsdien gedeeltelijk uitgevoerd, soms in relatie tot presentaties of bruiklenen maar ook los daarvan, al naar gelang de prioriteit. In 2007 is een nieuw gefaseerd restauratieplan opgesteld voor de periode tot en met 2009. Daarin zijn alle werken opgenomen die nog resteerden uit eerdere plannen. De hele collectie werken op papier onderzocht en zo nodig actief geconserveerd. Het grootste gedeelte is voorzien van nieuwe, zuurvrije passe-partouts en wordt in zuurvrije dozen bewaard. 19
De collectie beeldhouwwerken is gecontroleerd op conditie. Alle beelden in de tuin zijn in 2004 geconserveerd, in 2005 gecontroleerd en in 2008 opnieuw behandeld. Voor 2012 is de behandeling voor het enige na de beeldroof in 2007 in de Singertuin overgebleven brons, Tournooiridders van Eric Claus gepland. Ook zal dan behandeling van de nieuwe beelden in de Singertuin van Judith Pfaeltzer (brons), Guido Geelen (aluminium), Pépé Grégoire (brons, geplaatst in juni 2010) en Dorothé van Driel (brons en glas, geplaatst in februari 2011) plaatsvinden. De Braamboot van Maria Roosen uit 2009 werd in 2011 behandeld (de boot is opnieuw geteerd, de glazen bollen schoongemaakt). Ook het gecoate beeld Sign van Margot Zanstra zal in 2012 worden schoongemaakt. Een van de museummedewerkers poetst de drie glazen balansen van Bert Frijns wekelijks. De door de beeldenroof in 2007 zwaar gehavende Denker van Rodin is na een uitvoerig restauratieproces in zijn uiterlijke vorm en voorkomen hersteld. Vanwege de gebruikte restauratietechnieken is het beeld te kwetsbaar om nog buiten op te stellen. De Denker heeft nu een permanente plaats in de Van den Brinkgalerij. Voor een restant werken op papier uit de Collectie Groeneveld, dat nog geen zuurvrije passepartouts heeft, en de aanwinsten op papier vanaf 2010 moet worden gestart met behandeling. Tevens moet de komende periode een plan met prioritering worden opgesteld voor de behandeling van nieuw verworven schilderijen. Ook dient een aantal lijsten aandacht te krijgen en moet de gehele collectie schilderijen opnieuw worden bekeken op condities. Aan de hand daarvan zal een nieuw meerjarenplan voor conserverings- en restauratiebehandelingen opgesteld worden.
20
5. Presentatiebeleid Singer Laren is voor haar inkomsten sterk afhankelijk van het bezoek aan het museum en ‘leeft’ daarmee in feite van haar presentatiebeleid. Voor een financieel gezond Singer Laren is het noodzakelijk jaarlijks minimaal 100.000 betalende bezoekers te trekken. Daarvoor zijn de tentoonstellingen sterk publieksgericht. De Singer Collectie en haar identiteit zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. In 2003 is bewust gekozen voor een sterkere oriëntatie op de kernidentiteit van het museum en de collectie - het unique selling point en de branding van het merk SINGER LAREN - en is het aantal presentaties beperkt en in tijd gestructureerd. Dat beleid wordt de komende jaren voorgezet. 5.1. Collectie In het licht van de branding ontstond een permanente presentatie van de eigen collectie, die voordien ad hoc in tijdelijke tentoonstellingen werd getoond. Daartoe werden de tuinzalen (zaal 7 t/m 9) gereserveerd die in 2006 werden geklimatiseerd. In de tuinzalen worden wisselende presentaties georganiseerd van werken uit de eigen collectie, waarbij thema’s worden gekozen die zoveel mogelijk aansluiten bij de tijdelijke tentoonstellingen in zaal 1 t/m 6. In de eerste helft van 2010 was dat ‘Kleurrijk Singer’, een presentatie van schilderijen waarin kleur een belangrijke rol speelt. Aansluitend werden met de Singer Memorial Collection (najaar 2010 t/m voorjaar 2011) hoogtepunten uit de eigen collectie getoond. In de zogenoemde Dooijewaardzaal (9) kunnen kleine tentoonstellingen worden georganiseerd die zoveel mogelijk inspelen op de actualiteit en/of een lokaal karakter hebben. Deze tentoonstellingen bevatten niet noodzakelijk werken uit de eigen collectie. Zo vond van 16 maart t/m 25 april 2010 ‘Herman van Veen schildert Etude F’ plaats, een tentoonstelling van nieuw werk van Herman van Veen, ter gelegenheid van diens 65ste verjaardag. En van 27 april t/m 29 augustus 2010 ‘Bij ons in het Gooi, fotografie van Bert Verhoeff’, met documentaire foto’s van het Gooi die eerder verschenen in de Volkskrant. In het kader van lokale verbondenheid was van 23 oktober t/m 5 december 2010 ‘Door de wol geverfd. Weverijen in Laren’ te zien. Deze tentoonstelling, deels met werken uit de eigen collectie, werd gemaakt in samenwerking met de Historische kring Laren. 5.2. Wisseltentoonstellingen Planning en inhoud In de zalen 1 t/m 6 presenteert het museum binnen het geformuleerde aandachtsgebied drie grote wisseltentoonstellingen per jaar. De grootste financiële en personele inspanning vindt op dat terrein plaats, waarmee ook de meeste aandacht van de bezoekers getrokken wordt. De programmering is vastgelegd in vaste periodes en wordt in principe drie jaar vooruit vastgesteld. De jaarkalender ziet er als volgt uit: Zomer: mei/juni t/m augustus, gevolgd door ontruiming museum voor Laren Jazz begin september Najaar/Winter: half september t/m half december of t/m half januari, d.w.z. zonder of met Kerstmis. Winter/Voorjaar: half december/half januari t/m mei/juni, d.w.z. met of zonder Kerstmis, gevolgd door de meivakanties (en Pinksteren). De beslissing of een tentoonstelling al dan niet de kerstperiode omvat hangt samen met de te verwachten bezoekers voor het onderwerp rond kerst. 21
Singer Laren streeft ernaar tijdens de zomermaanden zoveel mogelijk particuliere collecties te presenteren. Daarnaast streeft Singer Laren naar uitwisseling van haar collectie met die van verwante, buitenlandse museale verzamelingen. Deze kunnen nationaal of internationaal van aard zijn en een brug slaan naar de hedendaagse beeldende kunst. Ook de Singers verzamelden kunst van hun tijd. Hiermee verbreedt Singer Laren haar tentoonstellingsbeleid. Primair richt het museale aandachtsgebied zich, in het verlengde van de collectie, op nationale en internationale beeldende kunst uit de periode 1880-1950. Binnen dat tijdvak zijn specifieke onderwerpen geformuleerd die op natuurlijke wijze verband houden met de collectie en locatie van Singer Laren. Verzamelen en verzamelaars Sara Lee - 1997, Ahlers - 1998, Gemeentekrediet - 1999, Collectie Meentwijck – 2000, Caldic Collectie - 2004, Collectie Simon - 2004, J.F.S. Esser Collectie - 2006, Loving Art - 2006, Schilders van de Ziel – 2007, Facing China – 2011, Jan des Bouvrie. Art & Design – 2012, Cobra tot Dumas. Collectie De Heus-Zomer – 2013, Hollands impressionisme uit particulier bezit – 2013 Internationale kunstenaarskolonies Van Barbizon tot Laren - 2002, Panorama Laren - 2003, Schildersdorpen in Nederland - 2004, Dutch Utopia. Amerikaanse kunstenaars in Nederland 1880-1914 – 2010, Made in Laren – 2014. De omslag van 19de-eeuwse - academiekunst naar - 20ste-eeuwse - moderne kunst Leo Gestel - 1993, Expressionisme in Nederland - 1994, Ferdinand Hart Nibbrig 1996, Jan Sluijters - 1999, Sigisbert (Gijs) Bosch Reitz - 2002, Otto van Rees - 2003, Schilders van Berlijn - 2004, Dirk Smorenberg - 2005, Dirk Filarski - 2005, Tiffany 2008-2009, Mauve - 2009-2010, Art Nouveau - 2010, Sluijters – 2011, Erotique Rodin – 2012, Henri le Sidaner – 2013, Leo Gestel - 2014 Beeldhouwkunst (Auguste Rodin - 1995, Camille Claudel - 2001, Ossip Zadkine - 2003, Ewald Mataré - 2005, Rodin. De Denker denkt weer – 2011 en ook Erotique Rodin - 2012) Deze onderwerpen zijn niet dwingend, maar bieden binnen de veelheid van mogelijkheden en de bewaking van het profiel van Singer Laren een behulpzaam kader. Singer Laren houdt een traditie omhoog van fraai vormgegeven tentoonstellingen door toonaangevende ontwerpers. In 2008 hebben de Commissie van Beheer en directie toekomstverkenningen verricht, die hebben geleid tot een voorkeur voor een systeem waarbij één tentoonstelling per jaar wordt geprogrammeerd als grote publiekstrekker, die ook extra investeringen legitimeert. Voorbeelden hiervan zijn de tentoonstelling ‘Mauve’ (18 september 2009 t/m 17 januari 2010), georganiseerd in samenwerking met het Teylers Museum in Haarlem. Deze tentoonstelling bood een retrospectief van een van de kernfiguren van de Larense School, die bovendien een wegbereider was voor de moderne kunst in Nederland, en benadrukte daarnaast de relatie van Singer Laren met zijn Amerikaanse wortels. ‘Dutch Utopia. Amerikaanse kunstenaars in Nederland 1880-1914’ (17 september 2010 t/m 16 januari 2011) was ook gewijd aan de wortels van Singer Laren, namelijk de trek van Amerikaanse kunstenaars naar Nederland rond 1900. De tentoonstelling werd georganiseerd in samenwerking met drie Amerikaanse musea. ‘Rodin. De Denker denkt weer’ (28 januari t/m 22 mei 2011) was geheel gewijd aan het topwerk van de Singer Collectie en benadrukt de rol van Singer Laren als hét Rodinmuseum van Nederland. Dit sluit aan bij eerder gehouden exposities als ‘Auguste Rodin’ (1995) en ‘Camille Claudel’ (2001). Voor het najaar van 2012 staat de volgende tentoonstelling over het werk van Rodin geprogrammeerd: ‘Erotique Rodin’, wederom in samenwerking met Musée 22
Rodin in Parijs. Deze tentoonstelling zal een relatief onbekend, maar belangrijk aspect belichten van het oeuvre van de Franse meester, namelijk zijn erotische tekeningen. De grote overzichtstentoonstelling ‘Sluijters’ (16 september 2011 t/m 5 februari 2012), georganiseerd in samenwerking met het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag was een succesvolle publiekstrekker met ruim 115.000 bezoekers. Mede in verband met het ambitieniveau van Singer Laren eens per jaar een publiekstrekker te organiseren gericht op internationale beeldende kunst uit de periode 1880-1950, en ook met het oog op uitwisseling van de eigen collectie met externe museale verzamelingen, richt de museumstaf zich op het onderhouden en intensiveren van het nationale en internationale netwerk. In het voorjaar van 2012 organiseerde Singer Laren een tentoonstelling geprogrammeerd met hoogtepunten uit de collectie van het Museum Künste der Westküste op het Duitse Waddeneiland Föhr: ‘Schilders aan zee’ (16 februari t/m 28 mei 2012). Vrijwel gelijktijdig met deze tentoonstelling in Singer Laren zou de ‘Singer Memorial Collection’ in dit Duitse museum getoond worden. Deze tentoonstelling kon echter geen doorgang vinden door een smeulende brand met veel rookontwikkeling in de zalen van het Museum Kunst der Westküste in de nacht van 23 op 24 februari 2012. Tien dagen voor de opening van de tentoonstelling moest het museum haar deuren sluiten. 5.3. Hedendaagse kunst Op meer toegespitste wijze dan voorheen wordt thans vorm en inhoud gegeven aan de presentatie van hedendaagse kunst. Eens per twee jaar worden de leden van de Kunstenaarsvereniging Laren-Blaricum uitgenodigd in het museum hun recente werk te presenteren. Via het vroegere lidmaatschap van William Singer wordt op een natuurlijke wijze een relatie gelegd naar de traditionele kunstenaarsgemeenschap van het Gooi. Door de presentatie te gieten in een verkooptentoonstelling krijgt ook het aspect van het eigentijdse verzamelen inhoud. Een tweede invulling van de presentatie van hedendaagse kunst is de in nauwe samenwerking met de Stichting Vrienden van het Singer Museum in 2007 gerevitaliseerde Singer Prijs. Deze oeuvreprijs wordt tweejaarlijks toegekend aan een Nederlandse kunstenaar. De winnaar wordt gepresenteerd in Singer Laren met een tentoonstelling. In 2007 was dat de multimediaal werkende fotograaf Gerald Van Der Kaap (1959), in 2009 Maria Roosen (1957) en in 2011 is de prijs postuum toegekend aan Dorothé van Driel (1957-2006). Voor de Singer Laren collectie wordt bovendien een aankoop gedaan van de winnende kunstenaar. Op deze wijze wordt een relatie gelegd met de kunstverzamelaars William en Anna Singer die immers ook eigentijdse kunst verzamelden. Op die manier ontstaat een eigenzinnige kern van hedendaagse kunst in de Singer Laren Collectie. De voorwaarden van de prijs zijn zodanig dat de aan te kopen werken inhoudelijk in de collectie passen. De komende edities zal de prijs gekoppeld zijn aan een kunstenaar van wie het werk bestemd is voor de nieuwe Singertuin, die na de beeldenroof van januari 2007 is ingericht met hedendaagse beeldhouwkunst. Deze weg is ingeslagen met de eerder genoemde in 2009 verworven beelden (zie punt 4.4). In 2011 werd een sculptuur van Dorothé van Driel in de tuin geplaatst. In 2012 is een nieuwe jury voor de Singer Prijs samengesteld. Hierin zal een expert op het gebied van beeldhouwkunst gevraagd worden zitting te nemen. Voor het overige kan hedendaagse kunst - zoals eerder aangegeven - deel uitmaken van de tentoonstellingsprogrammering. In het kader van particuliere kunstcollecties kunnen ’s zomers zaal 1 t/m 6 worden gebruikt, zoals bij ‘Facing China’ in 2011 en Cobra tot Dumas. Collectie De Heuz-Zomer’ jan-mei 2013. Kleinere exposities vinden plaats in de Dooijewaardzaal (tuinzaal 9). In 2010 hebben tentoonstellingen met werk van Herman van Veen en Bert Verhoeff hieraan invulling gegeven. In 2008 werd in diezelfde zaal het werk van Aat Veldhoen uit de eigen collectie getoond. 23
5.4. Educatiebeleid en publieksactiviteiten Singer Laren is als geen ander museum gericht op de wensen van het publiek. De organisatie is voor haar voortbestaan in hoge mate afhankelijk van betalende bezoekers en doet alles om het hen naar de zin te maken, zonder daarbij de kwaliteit uit het oog te verliezen. Naast de toegankelijke en interessante tentoonstellingen en goede publicaties, vindt er een keur aan activiteiten en evenementen plaats, voor zowel volwassenen, kinderen als ook scholen. De afdeling educatie probeert het unieke karakter van Singer Laren, waarbij theater en museum samenkomen onder één dak, tot uiting te brengen in het educatieve beleid. Publieksbegeleiding Tijdelijke tentoonstellingen en de collectie worden altijd begeleid door goede zaalteksten, een betekenisvolle vormgeving, een audiotour en diverse publieksactiviteiten. Daarnaast zorgt een team van freelance rondleiders voor inhoudelijk sterke rondleidingen die al jaren zeer goed worden gewaardeerd door onze bezoekers. De rondleiders worden aangestuurd door de afdeling educatie. Singer Laren verschaft informatie en begeleiding en waar nodig training. De afdeling educatie blijft steeds zoeken naar nieuwe vormen die het publiek op een levendige manier betrekken bij en informeren over de tentoonstellingen en de eigen collectie. Volwassenen Naast de audiotour, rondleidingen, lezingen en workshops zoeken wij altijd naar geschikte middelen om ook het volwassene publiek op een heldere en informatieve manier bij de tentoonstelling te betrekken. Zo zijn wij in 2010 en 2011 de samenwerking aangegaan met het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie). Zowel bij de tentoonstelling ‘Dutch Utopia’ als ‘Sluijters’ kon de bezoeker na afloop van de tentoonstelling een digitale catalogus raadplegen. De tentoonstelling ‘Dutch Utopia’ werd zo voorzien van veel extra informatie over de thema’s, kunstenaars en kunstwerken uit de tentoonstelling. Tijdens het overzicht ‘Sluijters’ lanceerde het RKD in samenwerking met Singer Laren een digitale bestandscatalogus van Jan Sluijters met een kerncollectie van bijna 1500 kunstwerken via de database RKDimages. Doel van de catalogus was het in kaart brengen en documenteren van het geschilderde oeuvre van Jan Sluijters. Deze digitale databases geven het publiek ook de mogelijkheid om zich na het museumbezoek extra over de getoonde en daaraan gerelateerde kunstwerken te laten informeren. Families Voor zowel jeugd als volwassenen biedt Singer Laren een uitgebreid programma bestaande uit workshops, speurtochten en diverse publieksactiviteiten die per tentoonstelling wisselen. Sinds 2006 richten wij ons nadrukkelijk ook op families. Dat doen we met workshops waaraan (groot)ouders en (klein)kinderen gezamenlijk kunnen deelnemen. Een jaarlijks terugkerend evenement is de Kinderkunstdag. Deze gratis Kinderkunstdag is in 2006 gestart. Kinderen nemen hier individueel aan deel. Zij maken gedurende de dag kennis met het brede aanbod van beeldende kunsten en podiumkunsten in Singer Laren. De dag is van begin af aan een groot succes. Met ruim 120 kinderen is de dag steevast volgeboekt. Singer Laren meent in de Kinderkunstdag een belangrijk instrument te hebben gevonden waarmee elk jaar een wisselende groep kinderen met het culturele aanbod kennismaakt. Sinds een aantal jaar is het programma uitgebreid met optredens in het theater en presentaties door de kinderen waarbij vrienden en familie worden uitgenodigd. De Young Singers is onze ‘jongste’ groep supporters en heeft als doel om dertigers en veertigers met hart voor kunst te mobiliseren om Singer Laren te behouden. Met deze supportersgroep benaderen wij niet alleen volwassenen, maar het hele gezin. Sinds 2011 organiseren we voor deze groep een jaarlijkse Familiedag met feestelijk familieprogramma voor zowel kinderen als ouders. Iedereen neem deel aan een workshop of activiteit in het museum of theater. De dag wordt afgesloten met een borrel in de Orangerie met een deejay of live muziek. 24
Wedstrijd Met enige regelmaat organiseert Singer Laren een wedstrijd waarbij de museumbezoeker actief bij de in het museum getoonde beeldende kunst wordt betrokken. Deelname is open voor iedereen. De wedstrijd is altijd gerelateerd aan de lopende tentoonstelling, in 2010 was deze gekoppeld aan de tentoonstelling ‘Dutch Utopia’ (foto’s geïnspireerd op Nederland als paradijs), in 2011 aan ‘Sluijters’ (geschilderde portretten geïnspireerd op het werk van Jan Sluijters). Voor het najaar van 2012 staat een wedstrijd op het programma tijdens ‘Erotique Rodin’ (tekeningen naar model). Het ingezonden werk wordt geëxposeerd in de Van den Brink galerij van het museum. Naast de juryprijs worden twee publieksprijzen uitgereikt, één door de museumbezoekers en een via facebook. Vanwege het succes van deze interactie met het publiek wil Singer Laren de wedstrijden tot een jaarlijks terugkerende activiteit maken. Scholieren Singer Laren wil leerlingen op een speelse en ontspannen manier laten kennismaken met toneel, muziek, cabaret, beeldende kunst en creativiteit. Dat doen we door middel van workshops, museumlessen, speurtochten en kijkwijzers. Voor groepen leerlingen bieden we verschillende projecten aan, die leerlingen actief kunst laten beleven, elk vanuit een andere invalshoek. Het educatieve beleid wordt ontwikkeld door de afdeling educatie in samenspraak met de directeur museumzaken. Ook de uitvoering hiervan ligt in handen van de afdeling educatie. Daarnaast wordt het lesmateriaal uitgebreid geëvalueerd met de scholen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het curriculum van de school. Singer Laren streeft ernaar om een aansprekend en verfrissend aanbod te ontwikkelen dat altijd verband houdt met de tijdelijke tentoonstellingen respectievelijk de eigen collectie. Bij iedere tijdelijke tentoonstelling wordt materiaal ontwikkeld voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Dit materiaal bestaat uit een voorbereidende les, speurtocht en een kijkwijzer. De rondleiders ontwikkelen samen met de afdeling educatie een rondleiding voor de scholen die aansluit op het, door de afdeling educatie ontwikkelde lesmateriaal. Naast dit reguliere materiaal streeft de afdeling educatie ernaar om steeds een nieuwe invalshoek te vinden die aansluit bij het thema en de inhoud van een tentoonstelling en die leerlingen daar op een verrassende manier bij weet te betrekken. In verschillende educatieve projecten is de inhoud van de eigen collectie naar voren gebracht, waarbij veel aandacht is voor de overgang binnen de beeldende kunst naar de moderne tijd (rond 1900). De afdeling educatie streeft ernaar om het aanbod te blijven ‘verversen’ en lopende projecten zo nodig te herzien of eventueel te vervangen. Momenteel lopen er vijf projecten voor het lager- en middelbaar onderwijs: -
Maak een tentoonstelling (lager en middelbaar onderwijs); Horen, zien en doen (lager onderwijs); Lievelingen (lager onderwijs); Een rare kwast (lager onderwijs); Spot en Laila (lager onderwijs).
Het project Spot en Laila kwam in 2011 tot stand mede dankzij financiering door het VSBfonds. Het project koppelt het verhaal van ‘de Singers’ aan de lopende tentoonstelling, waardoor het kijken naar de kunstwerken voor kleuters een echte belevenis wordt. In een les in de klas maken de kinderen met behulp van een prentenboek kennis met de honden van William en Anna Singer. In het museum ontdekken de kinderen samen met de hondjes, met behulp van alle zintuigen, werk uit de eigen collectie en/of tijdelijke tentoonstelling. Spot en Laila brengt het verhalende element en kunst op een speelse wijze samen. Het project is ontwikkeld voor leerlingen van groep 1 t/m 3 (leeftijd 4-6 jaar). Voor deze jongste doelgroep was nog niet eerder een project van dergelijke overkoepelende omvang ontwikkeld. Het vormt daarmee een bijzondere aanvulling op ons educatieve aanbod.
25
Singer Laren heeft tevens permanente aandacht voor samenwerking met het onderwijs in de regio. Er wordt aldoor gewerkt aan het versterken van een meer structurele regionale samenwerking. Ondanks dat Singer Laren het enige kunstmuseum in de regio is blijkt het nog steeds niet goed bereikbaar te zijn voor alle scholen. Singer Laren wil daarom onderzoek doen naar de mogelijkheid van gratis busvervoer of andere vormen van vervoer waarbij deze drempel kan worden weggenomen. Singer Laren blijft initiatieven ontwikkelen om het museum - en theater - in de regio meer onder de aandacht van het onderwijs te brengen en gelooft daarbij in samenwerking met partners van culturele instellingen. In 2011 is Singer Laren gestart met een samenwerkingsproject met het Muziekcentrum van de omroep. Leerlingen maken kennis met muziek en beeldende kunst. Zij ontdekken op welke manier deze elkaar kunnen beïnvloeden en inspireren. Ook in de toekomst wil Singer deze vormen van samenwerking blijven voortzetten en uitbreiden. Infotainment Regelmatig biedt Singer Laren in het museum met behulp van theater of muziek een extra betekenislaag aan en daarmee een unieke ervaring. Vanwege de daarmee gepaard gaande kosten zijn de mogelijkheden daartoe vooralsnog beperkt. Als de middelen het zouden toestaan, zou deze aanpak een meer geïntegreerd onderdeel van de vaste presentatie kunnen worden. De schaal en de intimiteit van Singer en de aard van het publiek lenen zich daar uitstekend voor. In een dergelijke context moet de traditionele kunsthistorische informatie aangepast en uitgebreid worden met andersoortige tekst, met trefwoorden, met ondersteunend visueel materiaal, audiofiles, input uit andere disciplines etc. Educatoren en conservatoren moeten op dit punt worden bijgeschoold en daarnaast zal gebruik gemaakt moeten worden van externe expertise. 5.5 Communicatie- en marketingbeleid Communicatiestrategie Singer Laren profileert zich als museum dat aantrekkelijke tijdelijke tentoonstellingen organiseert voor een breed publiek. De nadruk van de communicatie ligt op het beïnvloeden van de doelgroep door middel van massacommunicatie. Singer Laren richt zich op de hoogopgeleide, enigszins conservatieve, cultureel actieve werkende en gepensioneerde mannen en vrouwen van 55+ uit heel Nederland. In het bijzonder op de ambitieuze, actieve en beetje conservatieve vrouw van begin 50 met al wat oudere kinderen. Marketingcommunicatiedoelstellingen (wat willen we met publiciteit bereiken?) 1.1 Per jaar tenminste 100.000 betalende bezoekers naar Singer Laren trekken; 1.2 Het merk Singer Laren versterken (Singer Laren moet bij de top 20 van musea in Nederland horen); 1.3 Bezoekers aan ons binden, draagvlak creëren e-mailadressen vergaren, vrijwilligers en Singer Supporters werven. Marketingdoelgroepen Bezoekers 1. Frequente bezoekers van Singer Laren uit heel Nederland (‘fans’, nieuwsbriefabonnees); 2. Bezoekers van musea en tentoonstellingen uit heel Nederland met interesse in kunst (museumkaarthouders); 3. (Groot)ouders met kinderen uit de regio Gooi en Vechtstreek met culturele interesse (Singer Supporters, deelnemers workshops); 26
4. Dagjesmensen uit heel Nederland met de regio Gooi en Vechtstreek als bestemming en met culturele interesse; 5. Leerlingen basis- en voortgezet onderwijs uit de regio Gooi en Vechtstreek. Organisaties/bedrijven 1. Intermediairs van cultuuronderwijs; 2. (Oud-personeels)verenigingen, serviceclubs (zoals Lions en Rotary), etc.; 3. Culturele organisaties (zoals balletscholen) uit de regio Gooi en Vechtstreek. Boodschap We willen dat bezoekers Singer Laren een aangename en stijlvolle plek vinden waar ze kunnen genieten van inspirerende, overzichtelijke museale tentoonstellingen van hoge kwaliteit. Een tentoonstelling in Singer Laren is altijd bijzonder en mag niet gemist worden. Middelen De tentoonstellingen in Singer Laren zijn toegankelijk voor een breed publiek, daarom wordt veelal gebruik gemaakt van massacommunicatie. De doelgroep moet worden overgehaald worden om Singer Laren te bezoeken. We richten ons over het algemeen dus op kunst- en cultuurliefhebbers die al vaak naar musea gaan. Omdat we ons willen profileren als een Amerk zoeken we samenwerkingspartners met dezelfde status en een groot bereik. We zetten diverse communicatiemiddelen in tijdens de eerste vier weken van een tentoonstelling. Daarnaast organiseren we een speciale preview voor Singer Supporters en krijgen vrijwilligers een rondleiding en extra aandacht om de betrokkenheid te vergroten. Middelen die ingezet worden zijn: landelijke buitenreclame (affiche), landelijke folder verspreiding, advertenties in landelijke dagbladen, kunsttijdschriften en glossy’s, radiospotjes, online advertenties en trailers, e-nieuwsbrieven naar abonnees, website en vrije publiciteit, perspreview. Doelgroepen-middelenmatrix Middelen Affiche Folder verspreiding Advertenties e-nieuwsbrief Evenementen Website Website uitwisseling
Doelgroep 1 Doelgroep 2 X X X X
Doelgroep 3 Doelgroep 4 x x x
X x x X
x x x x
X X
x x
Doelgroep 5 X
X X
27
Samenvatting De Stichting Singer Memorial Foundation werd in 1954 opgericht. Deze particuliere stichting beheert de nalatenschap van het echtpaar William Henry Singer jr. (1868-1943) en Anna Singer-Brugh (1878-1962), bestaand uit een kunstcollectie, museum, theater en hun voormalige woonhuis, villa De Wilde Zwanen te Laren. De stichting treedt voor alle activiteiten naar buiten onder de merknaam Singer Laren. Als missie geldt: Singer Laren maakt je op ontspannen wijze deelgenoot van de rijke wereld van kunst en cultuur. Deze missie is omschreven in een Brandguide. De Brandguide dient als basis voor alle activiteiten die worden georganiseerd in en door Singer Laren. Collectie In de collectie van Singer Laren ligt de nadruk op beeldende kunst (schilderijen, beeldhouwwerken, werk op papier en kunstnijverheid) uit de periode 1880-1950. Daarin zijn de volgende kernen aan te wijzen: laat 19de-eeuwse Franse schilders (school van Barbizon en navolgers), Amerikaanse impressionisten, Larense schilders in de traditie van de kolonieschilderkunst van Laren en Nederlandse impressionisten en andere modernisten. De door het echtpaar Singer bijeengebrachte ensemble omvatte circa 2000 kunstvoorwerpen. Sinds de opening van het museum in 1956 is de collectie uitgebreid tot zo’n 3400 objecten. De belangrijkste kernwaarde van de collectie is de particuliere herkomst van het geheel. Daarnaast is de collectie van cultuurhistorisch waarde door de verwevenheid met kunstenaarskolonie Laren/Blaricum. De in 1961 opgerichte Stichting Vrienden van het Singer Museum is formeel eigenaar van de collectie en biedt financiële middelen voor onderhoud en uitbreiding van de collectie. Verzamelbeleid Sinds 1991 is de verzamelkoers van Singer Laren verlegd naar klassiek moderne kunstenaars. Met aanwinsten en bruiklenen van modernistische werken uit de periode 1905-1930 wordt het beeld van de kunstproductie uit kunstenaarskolonie Laren/Blaricum van een bredere context voorzien en nuanceert en completeert daarmee de oorspronkelijke Singer Collectie. Voor aankopen selecteert Singer Laren het aanbod streng, gericht op het opvullen van hiaten op het gebied van het modernisme (periode 1880-1950, met een voorkeur voor de periode 1905-1930), waarbij als belangrijkste argument telt dat een aanwinst ook regelmatig geëxposeerd zal worden. Enkele hiaten in de collectie worden op dit moment opgevuld met langdurig bruiklenen. Er wordt naar gestreefd de belangrijkste hiervan te verwerven. Ten aanzien van schenkingen en legaten worden bredere criteria gehanteerd. Voor aanwinsten voor de beeldentuin wordt nadrukkelijk gekeken naar hedendaagse beeldende kunstenaars. Over afstoting wordt voorlopig niet gedacht. Wel wordt ernaar gestreefd enkele vreemde eenden in de bijt, veelal onderdeel van de oorspronkelijke Singer Collectie, in langdurig bruikleen onder te brengen bij collega-musea, indien die werken daar regelmatig geëxposeerd zullen worden. Onderzoek, registratie en ontsluiting In het verleden is uitputtend onderzoek verricht naar de Singer Collectie, die dan ook goed gedocumenteerd is in het eigen archief en waarover uitgebreid gepubliceerd is. De gehele collectie is de afgelopen jaren geregistreerd in een digitaal registratiesysteem (Adlib) op een uitgebreid niveau, inclusief digitale fotografie. De registratie van de deelcollecties schilderijen, beeldhouwwerken en werk op papier wordt de komende jaren verder uitgebreid, zodat de resultaten van eerder onderzoek op het gebied van verwerving, eigendomsgeschiedenis en opschriften/etiketten ook digitaal ontsloten wordt. Voor digitale ontsluiting van de gehele collectie voor het publiek is in de nieuwe website (2011) niet gekozen. In de komende periode zal worden onderzocht of en op welke manier en in welke mate de collectie via internet ontsloten kan worden. 28
Beheer en behoud De collectie van Singer Laren is ondergebracht in verschillende depots binnenshuis, verdeeld per deelcollectie en wat betreft de schilderijen is een onderverdeling gemaakt op basis van het belang voor de collectie. Net als in de tentoonstellingszalen worden de temperatuur en luchtvochtigheid constant gehouden. Met de nieuwbouw van de Orangerie en depot 3 en het klimatiseren van de tuinzalen in 2006 is ook de beveiliging opnieuw getoetst en geoptimaliseerd. Sinds 1986 stelt de Stichting Vrienden van het Singer Museum financiële middelen ter beschikking voor het beheer en behoud van de collectie. De conditie van het grootste deel van de kunstwerken en schilderijlijsten is goed. In voorgaande perioden is De komende periode zal een nieuw meerjarenplan voor prioriteiten betreffende het beheer- en behoud van de collectie worden opgesteld, waarin enkele al gesignaleerde aandachtspunten worden opgenomen. Voor conserverings- en restauratiebehandelingen van kunstvoorwerpen uit de collectie huurt Singer Laren externe conservatoren en restauratoren in. Presentatiebeleid Tentoonstellingen in Singer Laren zijn altijd sterk publieksgericht, inspirerend, van hoge kwaliteit en aantrekkelijk vormgegeven, die niet gemist mogen worden. Singer Laren dient jaarlijks minimaal 100.000 betalende bezoekers te trekken. De grootste personele en financiële inspanning vindt dan ook op het terrein van presentaties plaats. Singer Laren organiseert jaarlijks drie grote tentoonstellingen (in zaal 1 t/m 6/9), waarvan één publiekstrekker. Daarnaast is er een randprogrammering van themapresentaties uit de eigen collectie, vaste tweejaarlijkse elementen als de kunstenaarsvereniging Laren-Blaricum en de Singer Prijs en actuele presentaties in de tuinzalen en Dooijewaardzaal (zaal 7 t/m 9). In zaal 7 is tevens een plek voor het tonen van nieuwe aanwinsten. Speerpunten van het presentatiebeleid zijn: - Nationale of internationale klassiek moderne beeldende kunst (en kunstnijverheid) uit de periode 1880-1950; - Particuliere collecties; - Aandacht voor hedendaagse kunst en verzamelaars; - Inspelen op de actualiteit (van lokaal tot internationaal); - Samenwerking/uitwisseling met andere - buitenlandse - musea; - Lokale verbondenheid met kunstenaarskolonie Laren/Blaricum. Educatiebeleid Singer Laren organiseert naast toegankelijke en interessante tentoonstellingen een keur aan activiteiten en evenementen voor volwassenen, kinderen in privé- en schoolverband. Tentoonstellingen worden altijd begeleid door goede zaalteksten, een betekenisvolle vormgeving en een audiotour. Daarnaast organiseert Singer Laren rondleidingen, lezingen en workshops. Sinds 2006 richten wij ons nadrukkelijk ook op families, met workshops, de jaarlijkse Kinderkunstdag en de Familiedag voor de Young Singers, de jongste supportersgroep van Singer Laren. Met enige regelmaat organiseert Singer Laren een wedstrijd waarmee de museumbezoeker actief bij de in het museum getoonde beeldende kunst wordt betrokken. Scholieren van lagere en middelbare scholen zijn een belangrijke doelgroep voor Singer Laren. Voor groepen scholieren bieden wij verschillende projecten, waarbij we leerlingen van het lager en middelbaar onderwijs workshops, museumlessen en kijkwijzers aanbieden. Voor individuele bezoekers is tevens altijd een speurtocht beschikbaar. Singer Laren blijft initiatieven ontwikkelen die het museum – en het theater – meer onder de aandacht brengen van het onderwijs en werkt daarbij samen met culturele instellingen. In de komende periode wordt onderzocht van welke nieuwe audiovisuele en technologische middelen gebruik gemaakt kan worden bij de ontwikkeling van nieuw educatief materiaal, met het oog op de wensen en behoeften van de belangrijkste doelgroepen van Singer Laren. 29
Communicatie- en marketingbeleid Singer Laren richt zich op de hoogopgeleide, enigszins conservatieve, cultureel actieve werkende en gepensioneerde mannen en vrouwen van 55+ uit heel Nederland. In het bijzonder op de ambitieuze, actieve en beetje conservatieve vrouw van begin 50 met al wat oudere kinderen. We richten ons op kunst- en cultuurliefhebbers die al vaak musea bezoeken. Het belangrijkste middel dat wordt ingezet om deze groep te bereiken is massacommunicatie via de media. De belangrijkste marketingdoelstellingen zijn: - Jaarlijks minimaal 100.000 bezoekers binnenhalen; - Het merk Singer Laren versterken; - Bezoekers aan Singer Laren binden (supporters werven). Omdat Singer Laren zich op een breed publiek richt, maakt het gebruik van massacommunicatie. Singer Laren profileert zich als een A-merk en biedt speciale benefits voor de Singer Supportersgroepen.
30
Actiepunten Collectie - Depot 2: nieuw rek aanschaffen voor textiel; - Depot 4: bij voorkeur nieuwe schuifrekken plaatsen t.b.v. opslag tijdelijke bruiklenen; - Pastels uit depot 4 overbrengen naar nieuwe rekken in depot 3; - Periodieke (vijfjaarlijkse) hertaxatie deelcollecties: 2012 werken op papier, 2013 beeldhouwwerken, 2014 overige deelcollecties, 2016 schilderijen); - Uitbreiden collectieregistratie: velden herkomst, opschriften/merken in deelcollecties schilderijen, beeldhouwwerken en werk op papier (indien mogelijk van grafiek); - Nieuw meerjarenplan opstellen t.b.v. conservering- en restauratie schilderijen; - Restant werk op papier van zuurvrije passe-partouts laten voorzien en zo nodig laten behandelen; - Hiaten bibliotheek opvullen; - Inventarisatie mogelijk af te stoten boeken uit bibliotheek; - Aanschaffen twee nieuwe kasten voor bibliotheek (in kantoor directeur museumzaken); - Boeken- en platenbezit Singers in Olden digitaliseren en ontsluiten; - Tweejaarlijks wisselen opstelling Singer Collectie in foyer; - Initiëren langdurig uitgaande bruiklenen aan collega-instellingen; - Herhalingscursus medewerkers inzake handling kunstobjecten; - Wisselen inrichting foyer medio 2012 en daarna tweejaarlijks opstelling wisselen; - Verkenning mogelijkheden digitaal ontsluiten van de kerncollectie via internet; - 2016: opstellen nieuw collectieplan en laten goedkeuren door Commissie van Beheer. Presentatiebeleid - Vasthouden aan uitgezette beleid; - Ontwikkelen tentoonstellingsprogrammering voor de toekomst; - In tentoonstellingsprogrammering inspelen op actualiteit. Educatiebeleid - Zoeken naar nieuwe vormen om het publiek te betrekken bij en informeren over tentoonstellingen en de eigen collectie; - Organiseren van publieksactiviteiten bij iedere tentoonstelling en bij presentaties van de eigen collectie; - Versterken regionale samenwerking met andere culturele instellingen, scholen etc.; - Toepassen nieuwe audiovisuele mogelijkheden en technologieën in educatieve aanbod (ipads, iphones etc), afgestemd op de belangrijkste doelgroepen van Singer Laren. Communicatie- en marketingbeleid - Vasthouden aan uitgezette beleid: - Jaaarlijks minstens 100.000 betalende bezoekers trekken; - Het merk Singer Laren versterken; - Bezoekers binden.
31
Geraadpleegde publicaties Emke Raassen-Kruimel e.a., Reflectie van een collectie, Laren 1992; Marijke Estourgie-Beijer e.a., Collectie Groeneveld. Schenking aan het Singer Museum, Laren 1995; Ann Blokland e.a., Collectie Singer. Schilderijen, Laren-Zwolle 2002; Ingrid Brons, Agnes de Rijk, Collectie Singer. Beelden, Laren-Zwolle 2010; Fieke Tissink, Singer Laren (Ludion Gids), Amsterdam-Gent 2003; Carole Denninger-Schreuder, Schilders van Laren, Bussum 2003; Helen Schretlen, Loving Art. De William & Anna Singer Collectie, Laren-Zwolle 2006; Helen Schretlen, William Singer American Impressionist, Laren-Zwolle 2008; Linda Barendse, Jacqueline de Raad, Emke Raasen-Kruimel, Helen Schretlen, Marguerite Tuijn, Collectie Singer. Tekeningen en prenten, Zwolle-Laren 2010; Louk Tilanus, François Blanchetière, Tonny Beentjes, Rozemarijn van der Molen, Arjan de Koomen, Agnes de Rijk, Rodin De Denker denkt weer, Bussum-Laren 2011; Jaarverslagen Singer Laren; Brand guide Singer Laren, 2003, update in 2011. Ineke Middag, Collectieplan 2008-2011, december 2008; Annemarie Vels Heijn, Notitie aankoopbeleid, Museumcommissie Singer Laren, 14-4-2005; Spectrum-N.1.0 (2007); De richtlijnen voor het museale binnenklimaat van het Klimaatnetwerk; Lichtlijnen van het ICN;
Bijlagen - In- en uitformulier - Bruikleenovereenkomst - Standaard tentoonstellingsplanning - Protocol kunsttransport - Faciliteitenrapport - Registratieformulier nieuwe aanwinst
32