Woensdag 13 oktober 2010 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Openingsspeech – Audiovisuele archieven in de 21e eeuw Geachte aanwezigen, Commissaris Kroes, Conferentievoorzitter Westerhof,
Sinds zijn ontstaan, iets meer dan een eeuw geleden, spreekt cinema tot de verbeelding. Pioniers als de gebroeders Lumière, Thomas Edison maar ook onze eigen Jozef Plateau, bedachten een nieuwe beeldtaal en tastten als eersten de mogelijkheid van deze nieuwe kunstvorm af. Cinema werd – terecht – de zevende kunst.
In de daaropvolgende jaren en decennia verfijnde en innoveerde men de filmtaal steeds meer en beter, en de Europese film bloeide. De historische films uit Italië, het Duits expressionisme maar ook het 1
Frans surrealisme zijn maar enkele van de Europese stromingen die blijvend hun stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van de film. Bepaalde kaskrakers zoals bijvoorbeeld Fritz Lang’s Metropolis toonden bovendien aan dat een groot publiek open stond voor creatieve en eigenzinnige werken.
De bioscoop was toen ook meer dan een aanbieder van louter films. Het is nu nauwelijks voor te stellen maar vroeger stonden nieuwsverslagen en zelfs series gewoon geprogrammeerd vóór de hoofdfilm. De cinema was voor de meesten de enige blik op de wereld. Pas met de opkomst van de televisie in de jaren vijftig zou de invloed van de bioscoop verminderen.
Een belangrijk gevolg van de opkomst van de televisie was niet alleen dat nieuwsuitzendingen een groter publiek bereikten maar ook dat nieuwe series speciaal voor televisie gefilmd en uitgezonden werden. In België behoort Kapitein Zeppos tot ons collectief geheugen. De zeer succesvolle jeugdserie met die heerlijke, alom bekende 2
openingstune werd zelfs uitgezonden in Finland en Zweden en kende dankzij de BBC ook succes in Groot-Brittannië. Meer nog dan de bioscoop konden openbare omroepen dankzij het toenemende succes van de televisie een groot publiek bereiken. En films die niet langer in omloop waren, kregen nieuw leven ingeblazen door ze op te nemen in de dagelijkse programmering. Met de opkomst van de videocassette en iets later de dvd en andere digitale dragers ontstond een nieuwe bron voor audiovisuele werken. Niet alleen oude en nieuwe films maar ook televisieprogramma’s en videokunstwerken kregen en krijgen een tweede leven dankzij die digitale dragers. Dat leidt soms tot vreemde situaties. De Amerikaanse animatiereeks Family Guy werd na één seizoen geschrapt, maar de fans kochten zo massaal de dvd’s dat de zender Fox zich min of meer verplicht zag om nog een seizoen te programmeren. Intussen zit de serie aan haar achtste seizoen. De Britse serie Yes, Minister – nota bene 30 jaar geleden gemaakt wordt nog altijd herbekeken en verkocht op dvd. Politieke satire is natuurlijk van alle tijden. 3
De multimediale mogelijkheden van vandaag zorgen er ook voor dat artiesten als Kurt d’Haeseleer (Belgische multimediakunstenaar die met ‘pixel-soaps’ werkt) en Francis Alÿs (bekende Belgische kunstenaar die nu in Wiels exposeert) niet langer alleen binnen museale context te bewonderen zijn.
Dankzij de nieuwe technologie worden prachtig remasterde versies van klassiekers weer uitgebracht en merk je dat A bout de souffle of La Dolce Vita nog steeds veel jonge kijkers kunnen bekoren. Bovendien vinden ook weinig bekende en experimentele films een weg naar het publiek dankzij de relatief lage kosten die gepaard gaan met omzetten van films naar dvd en blu-ray. Waar films of series vroeger een beperkte levensduur hadden omdat televisiezenders, filmmaatschappijen en filmcuratoren verplicht waren keuzes te maken, kan één ieder op elk moment zelf zijn eigen keuze maken. ‘Net gemist’ wordt nooit gemist.
4
Maar, dames en heren, dit is maar een deel van het verhaal. We hebben een héél rijk en waardevol film- en televisieverleden. Eén waarbij jong en oud bijna constant kunnen zappen van nieuw naar klassiek en terug. Maar achter dat positieve verhaal gaat een grote teloorgang te keer. Zo zijn van de populaire Vlaamse sitcom uit 1955 Schipper naast Mathilde slechts 9 van de 185 afleveringen bewaard gebleven, van veel andere programma’s en uitzendingen zelfs dat niet.
Wat films betreft, is de situatie al even schrijnend. De Film Foundation van de bekende Amerikaanse regisseur Martin Scorcese schat dat tot 80% van de Amerikaanse films uit de periode 1894-1930 verloren gegaan zijn. Dat percentage geldt ook voor de Europese stille film, volgens Martin Koerber, curator van het Deutsche Kinemathek Museum. Het zijn hallucinante cijfers die ons met de neus op de feiten drukken. Als we ons audiovisueel erfgoed voor de toekomst veilig willen stellen, dan moeten we dringend de handen uit de mouwen te steken. 5
Het grote struikelblok is niet onwil maar wel de specificiteit van audiovisuele werken. Waar bij schilderijen of beeldhouwwerken het gebruikte materiaal intrinsiek deel uitmaakt van het werk, geldt dit in veel mindere mate voor een audiovisueel werk. De originele master van een film verschilt namelijk niet van de kopijen die in omloop zijn. Dat kan een vals gevoel van veiligheid doen ontstaan.
Een blijvende investering in nieuwe dragers is dan ook essentieel, als we ons cinematografische en audiovisuele erfgoed willen beschermen. Een belangrijke aanzet hiervoor is het lijvige rapport “On the challenges for European film heritage from the analogue and the digital era” dat de Europese Commissie in juli publiceerde. Het rapport richt zich weliswaar enkel tot het cinematografisch erfgoed. Maar je kunt dit makkelijk vertalen naar de televisiesector, wiens geschiedenis minstens even belangrijk is.
6
De voorbije jaren hebben verschillende organisaties, waaronder filmmusea, erfgoedinstellingen en omroepen belangrijke inspanningen geleverd om het eigen erfgoed veilig te stellen. Initiatieven zoals het afgeronde project Bewaring en Ontsluiting van Multimedia Data in Vlaanderen, Vlaanderen in Beeld, en Archipel zijn hiervoor opgestart en ook Europeana wil zijn steentje bijdragen door de audiovisuele werken te ontsluiten. Want, en ik herhaal dit altijd voor erfgoed, bewaring van werken moet altijd gepaard gaan met ontsluiting, en liefst voor een zo groot mogelijk publiek.
Ik ben dan ook blij dat we vandaag en morgen tijdens deze conferentie zoveel verschillende mensen uit het veld mogen verwelkomen die niet alleen een passie voor cinematografische en audiovisuele werken delen maar ook beseffen hoe belangrijk dit erfgoed voor toekomstige generaties is. De volgende twee dagen kunnen we samen leren uit best practices van anderen, horen we hoe we met ons eigen erfgoed om kunnen gaan en op welke
7
manieren een samenwerking tussen en over sectoren heen gevormd kan worden. Want staan we niet allemaal voor dezelfde uitdagingen?
Hier in Gent gaan we de Waalse Krook oprichten, een gecentraliseerd en gedigitaliseerd audiovisueel archief. Het wordt een immens belangrijk project dat naast het Instituut voor Bewaring en Ontsluiting, ook een Bibliotheek van de toekomst en een Centrum voor Nieuwe Media zal zijn. Verleden, heden en toekomst zullen er op een prachtige manier op elkaar kunnen inspelen. Met de oprichting tonen we onze gemeenschap maar ook Europa en de rest van de wereld dat we onze cultuur, ons audiovisueel erfgoed naar waarde schatten. We moeten daarin investeren – ook al leven we in budgettair moeilijke tijden – daarvoor is cultuur véél te belangrijk en is de tand des tijds véél te destructief.
Dames en heren, we weten allemaal hoe belangrijk ons audiovisueel erfgoed is, niet alleen voor ons zelf maar ook om onze culturele diversiteit te tonen. Wie is niet onder de indruk van zeer 8
verschillende maar geniale regisseurs als Federico Fellini of Alfred Hitchcock? Wie leeft niet mee met documentairebeelden uit de twee wereldoorlogen die ons continent teisterden? Audiovisuele werken kunnen ons verwonderen, verbazen, engageren, ontroeren en stimuleren. Laten we er samen voor zorgen dat ook toekomstige generaties dit mogen ervaren.
Ik wens u een vruchtbare en boeiende conferentie toe.
Dank voor uw aandacht.
Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
9