Sinds 100 jaar een voedingsbodem voor talent

ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN

SPECIAL ADVERTISING SECTION - 4 SEPTEMBER 2012

Sinds 100 jaar een voedingsbodem voor talent

Wat maakt van een school een topschool? Het programma? De docenten? De ligging? De studenten? Of misschien een mix van al deze factoren? De Solvay Brussels School is gelegen in de hoofdstad van Europa, biedt een professorenkorps met een nauwe band met de economische realiteit, een uniek cursusaanbod aan studenten die bekend staan om hun energie en begeestering. En die dan ook bijzonder geliefd zijn op de arbeidsmarkt. Een inkijk in de troeven van een topschool.

Inhoud De sterktes van Solvay Brussels School ontrafeld

Belgisch educatief erfgoed

Kruisbestuiving met de financiële wereld

Interview met Decaan Economen en managers Wat is de impact voor de Bruno Van Pottelsberghe van morgen getuigen studenten? P. 2

P. 4

P. 5

Academisch onderzoek in de praktijk

Diagnose van de financiële situatie

Microfinanciering en ethiek

Hoe een nieuwe crisis vermijden?

P. 6

P. 7

2

DINSDAG 4 SEPTEMBER 2012 SPECIAL ADVERTISING SECTION

FILOSOFIE

WAAR ECONOMIE EN MANAGEMENT ELKAAR ONTMOETEN Solvay Brussels School is een vruchtbare en ideale voedingsbodem voor het talent van vandaag en morgen. Daarom is de nauwe band met de economische wereld zo belangrijk. Kijk bijvoorbeeld naar het systeem in Frankrijk. Bij onze zuiderburen steunt elke kamer van koophandel haar eigen businessschool. En het niveau van de scholen? Dat is gewoon indrukwekkend, denk maar aan de HEC in Parijs. Onze Advisory Board is samengesteld uit plaatselijke zakenmensen en streeft hetzelfde doel na. Ze speelt een cruciale rol in de verankering van Solvay in de socio-economische wereld. In de Advisory Board hebben mensen als Didier Bellens, Gilles Samyn, Rob Kuijpers, Alexandre Van Damme, Daniel Janssen en Christian Jourquin een zitje. Vooraanstaande businessmensen. En toch is de Advisory Board nog te lokaal getint. Ze zou zich internationaler moeten opstellen. Op die manier kan de Solvay Brussels School ook Europese en niet-Europese studenten aantrekken. Voor onze studenten zou het een extra garantie bieden, omdat ze dan op een ruimere markt kunnen concurreren. In onze sector speelt een sterke concurrentie. Door de crisis is het moeilijker geworden om privékapitaal aan te trekken. Daarom moeten wij van onze eigen sterkte kunnen uitgaan. Solvay leidt uitstekende en erg ondernemingsgezinde studenten op. Onze bedrijven varen daar wel bij. Maar onze reputatie moet nu ook grote ondernemingen en multinationals zien te verleiden. Solvay moet zijn magneetfunctie uitbouwen. Daar kunnen Brussel en België alleen maar beter van worden. Tot slot is ons opleidingssysteem als businessschool uniek. Door cursussen chemie, fysica, marketing, recht en economie in het bachelorprogramma op te nemen, vormt Solvay mensen met een ruim en aanlokkelijk beroepsprofiel. Die troef moeten we nog meer uitspelen. Baron Alain Philippson, voorzitter van de Advisory Board Solvay Brussels School

COLOFON Onder de verantwoordelijkheid van Solvay Brussels School Verantwoordelijke uitgever: Frank Degans F.D. Rooseveltlaan 42, 1050 Brussel Een realisatie van Mediafin Publishing Info? [email protected]

© Solvay Brussels School

SOLVAY BRUSSELS SCHOOL

De sleutel tot succes Wetenschappelijk nauwgezet, universitair onderzoek. Professoren die stevig verankerd zijn in het economisch en politiek leven. En daarnaast nog: multidisciplinariteit, een internationaal netwerk en dynamische studenten. Decaan Bruno van Pottelsberghe ontrafelt de sterktes van de nieuwe Solvay faculteit.

e Solvay Brussels School of Economics and Management (SBSEM) is ontstaan uit de fusie van het departement Economische Wetenschappen en de Solvay Business School. De SBS-EM is uitgegroeid tot een volwaardige faculteit binnen de Université libre de Bruxelles. Toch beseft de Solvay Brussels School maar al te goed dat het internationaal klimaat steeds competitiever wordt. ‘Wij bevinden ons op een keerpunt. Maar wij beschikken over heel wat troeven. En die willen wij nog ontwikkelen en versterken’, benadrukt Bruno van Pottelsberghe,

D

gewoon hoogleraar technologische innovatie bij Solvay. Een gesprek met de decaan van de faculteit.

Wat is de grootste kracht van uw faculteit? Nauwgezetheid! Dat is van essentieel belang. En hoe krijg je dat? Allereerst omdat we deel uitmaken van een universiteit en daarnaast dankzij de vakbekwaamheid van onze externe professoren. De voltijdse professoren doen onderzoek en beheersen hun vakdomein perfect. Dankzij die extra dimensie onderscheiden wij ons fundamenteel van niet-universitaire instellingen.

U verwijst ook vaak naar de doeltreffendheid van het studieprogramma. Dat klopt. Aan onze school doceren erg gespecialiseerde professoren. Zij nemen ook deel aan ons bestuur. Die betrokkenheid van externe vakmensen, hoogwaar-

dige experts die werken bij grote publieke of private instellingen - dat is een specifiek kenmerk van de Solvay Brussels School. Maar het verhaal werkt ook in de andere richting. Veel van onze professoren zijn actief in de private en publieke arena. Het is onmogelijk ze allemaal op te sommen, maar enkele voorbeelden? André Sapir (vicevoorzitter van het Europees comité van toezicht op de economische en financiële stabiliteit), Peter Praet (hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank), Mathias Dewatripont (directeur van de Nationale Bank van België), Pierre Francotte (ex-CEO van Euroclear), Eric de Keuleneer (CEO CREDIBE NV) en Michel Allé (financieel directeur bij de NMBS). En we hebben ook professoren die werken in de bankwereld, zoals André Farber, of professoren gespecialiseerd in riskmanagement, zoals Hugues Pirotte, die verschillende financiële instellingen adviseert. Professor Kim Oosterlinck, gespe-

3


cialiseerd in historic finance, onderzoekt de gevolgen op lange termijn van de financiële crisissen. Zo krijg je een kruispunt waar economie en management elkaar ontmoeten. Onze studenten worden erg snel geconfronteerd met een mix van theorie en praktijk. Ze kunnen de ondernemersvisie aftoetsen tegen de normatieve doelstellingen van regeringen. Die link is absoluut noodzakelijk. “Steeds meer cursussen bestaan uit een praktische en persoonlijke uitwerking van economische of managementgerichte concepten via praktijkcases of seminaries. Bovendien geven wij ook de mogelijkheid om langdurige stages in het buitenland te lopen.”

Specialisatie… door integratie? In zekere zin wel. Veel van onze opleidingen hebben een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak die de economie en het management overstijgt. Wij maken deel uit van een volledige universiteit, en daardoor hebben we toegang tot een hele reeks vaardigheden die onze professoren recht, geschiedenis, politieke wetenschappen, politechniek,… in de lessen overdragen aan de cursisten.

Had de fusie tussen Economische Wetenschappen en Solvay concrete gevolgen op het niveau van het onderwijs? Absoluut. Sinds de fusie zetten wij volop in op het kruispunt waar economie en

‘Managementprincipes moeten rekening houden met het sociaaleconomisch klimaat. Want elk economisch beleid heeft consequenties voor het bedrijf. Het doel en ook de kracht van onze faculteit bestaat erin dat we die twee werelden verenigen en met elkaar in verband brengen. Zo zetten we studenten aan tot reflectie.’ Professor Bruno van Pottelsberghe, Decaan van de Solvay Brussels School of Economics and Management

management elkaar ontmoeten. Want de economie is een belangrijk theoretisch fundament van de onderneming. Managementprincipes moeten rekening houden met het sociaaleconomisch klimaat. Want elk economisch beleid heeft consequenties voor het bedrijf. Het doel en ook de kracht van onze faculteit bestaat erin dat we die twee werelden verenigen en met elkaar in verband brengen. Zo zetten we onze studenten aan tot reflectie. De interdisciplinariteit en de variëteit aan

INTERNATIONAAL

professoren financiën kan op al onze niches worden toegepast. Wij hebben vermaarde specialisten in alle disciplines die wij onderwijzen, zoals economie en competentiemanagement, arbeidseconomie en humanresourcesmanagement, innovatiebeleid en –strategie, of zelfs op het vlak van alles wat met globalisering te maken heeft. Professor Carine Peeters is een vermaarde offshore-experte. De professoren Paola Conconi en Maurizio Zanardi zijn dan weer gespecialiseerd in het economisch beleid gekoppeld aan de internationale handel. En de professoren Antonio Estache en Estelle Cantillon zijn experts over energieregulering. Professor Estache werkte lange tijd bij de Wereldbank. En Estelle Cantillon was nadien professor aan de Harvard Business School.

Bestaat er zoiets als ‘dé Solvay student’?

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Internationaal: een dynamiek in vier punten De Solvay Brussels School wil zich doen gelden op de erg concurrentiële markt van management- en economiefaculteiten. Ze trekt daarom de kaart van veeleisendheid en internationalisering.

Studenten aan onze school herken je aan hun besluitvaardigheid, hun dynamisme en hun deelname aan het bestuur van onze instelling. Die kenmerken uiten zich zowel tijdens hun studies, in de studentenvereniging, als daarna, in het kader van het Alumni-netwerk van afgestudeerde Solvay-studenten. Dat internationaal netwerk telt meer dan 19.000 leden. Het is een belangrijke troef voor pas afgestudeerden die zich in het actieve leven storten. Het helpt hen om wereldwijd contacten te leggen.

NA DE LESSEN... De SBS-EM ontwikkelde binnen zijn muren een klimaat dat het ondernemerschap van de studenten bevordert. De Kring Solvay, een van de meest actieve studentenkringen van de universiteit, en het Studentenbureau zetten heel wat initiatieven op die sterk lijken op mini start-ups. Het Campus Recruitment Office helpt om contacten te leggen met werkgevers. Het Solvay Business Game trekt elk jaar studenten uit heel Europa aan voor een competitie onder het toeziend oog van rekruteerders. De Solvay Summer School laat elke zomer buitenlandse studenten de campus ontdekken. De Student Finance Club organiseert conferenties om dieper te gaan dan de academische inhoud. De Student Consulting Club doet consultancy en wordt omkaderd door partners zoals Deloitte, AT Kearney of The House of Marketing.

2

Omkaderde stages buiten België ‘Vanaf volgend jaar kunnen de studenten van drie van onze masters kiezen voor een stage van vier tot zes maanden en het einde van hun studies dus met vier maanden uitstellen. Het gaat om voltijdse stages in grote ondernemingen, die zoveel mogelijk in het buitenland georganiseerd worden. Bedrijven hechten veel waarde aan zulke stages. Het geeft hen de kans om kandidaat-werknemers te beoordelen. En voor de student is het een unieke ervaring op het terrein.’

3


Heeft de Solvay Brussels School nog andere troeven? Onze school ligt in Brussel, een Europees centrum voor internationale regulering en politiek. Dat is een onbetwistbare geografische troef. Wij bevinden ons in het middelpunt van een draaischijf. Daardoor hebben wij gemakkelijk toegang tot de industriële en politieke wereld. Onze faculteit heeft al jarenlang een belangrijk voordeel als het gaat over onderzoek. Onze drie onderzoekscentra zijn daarvan het bewijs: DULBEA voor de toegepaste economie, het Centre Emile Bernheim voor management en financiewezen, en ECARES voor het geavanceerd onderzoek naar economie en statistiek. En dan is er nog het nieuwe centrum iCite. Dat wordt een multidisciplinair centrum voor technologie, innovatie en kennis. Dit centrum bewijst het ondernemerschap van onze faculteit. Ik zou ook nog de meertaligheid van onze studenten willen benadrukken. Zij moeten drie talen spreken: Frans, Nederlands en Engels. Of als ze uit het buitenland komen: Frans, Engels en Duits. Of eventueel een andere derde taal. En tot slot is er nog het Erasmus uitwisselingsprogramma dat wij al twaalf jaar ondersteunen en dat verplicht deel uitmaakt van onze belangrijkste masters. Wij zijn er trots op dat we het Europees kader fors overschrijden. Wereldwijd hebben we 120 partners. Volgend jaar vertrekken 356 studenten naar het buitenland. Uiteraard naar Europese landen, maar ook naar Japan, Canada, de Verenigde Staten, Peru, Thailand of China. Dat zijn intense en unieke ervaringen die voor jongeren tegenwoordig een must zijn. Dat zijn dus heel wat troeven. En zo kunnen onze studenten, onze professoren en onze vorsers onze ‘nieuwe’ faculteit opbouwen, terwijl hun wetenschappelijke en professionele eigenheid bewaard blijft.

gevorderd en zou deze herfst klaar kunnen zijn.’

VASTSTELLING ‘Onderwijs is de sector die het meest onderhevig is aan internationale concurrentie. Management- en economiestudenten zijn ontzettend mobiel. Zij voelen zich vaak geroepen om een studie in het buitenland te gaan volgen. Sinds de hervorming van Bologna zijn bachelors en masters strikt van elkaar gescheiden. En wat merken we? Heel wat studenten verlaten ons na hun drie bachelorjaren om hun masterdiploma in een buitenlandse school te behalen. Voor hen is dat natuurlijk fantastisch. Maar wij moeten er wel voor zorgen dat het geen eenrichtingverkeer is en dat wij ook aantrekkelijk genoeg zijn voor buitenlandse studenten die hun master bij ons komen volgen. Wij moeten het niveau van onze instelling dus hoog houden en buitenlandse masterstudenten aantrekken.’

DE DYNAMIEK

1

Nieuwe ambitieuze internationale partnerships ‘Onze studenten moesten al vier maanden in het buitenland studeren. Maar nu schakelen we over naar een hogere versnelling. Wij willen de komende twee jaar nieuwe verbeterde overeenkomsten afsluiten, zodat onze studenten een heel jaar in het buitenland kunnen gaan studeren. Daarom werken wij vandaag aan twee pistes. Wij willen bijvoorbeeld komen tot dubbele diploma’s, waarbij de jaren gevalideerd worden die de student in beide instellingen heeft doorgebracht. Daarnaast willen we binnen een netwerk met Europese en nietEuropese partners een internationale master ontwikkelen. Dat project is al ver

Professoren van diverse afkomst ‘Om de internationale dimensie van de faculteit nog te versterken, leveren wij een bijzondere inspanning om buitenlandse lesgevers aan te trekken. Zo hebben wij onlangs de Amerikaanse professor Kevin Jackson aangeworven, specialist in maatschappelijk verantwoord ondernemen. De professoren Bluemelhuber (marketing) en Becht (corporate governance) komen uit Duitsland, de professoren Zanardi, Giannone en Conconi uit Italië…

4

Onze aanwezigheid in het buitenland versterken ‘De Solvay Brussels School is al 15 jaar stevig verankerd in Vietnam. We geven daar Executive Education (meer bepaald een MBA) op twee campussen in Hanoi en Ho Chi Minh City. En we organiseren ook IT-managementopleidingen met lokale partners in Dubai en Aix-enProvence. Onlangs nog lanceerden we in Polen een programma rond vastgoedmanagement. Zo laten we wereldwijd heel wat visitekaartjes achter. En daarvan moeten we de vruchten nu plukken.’

Executive Education: levenslang leren Het departement Executive Education van de SBS-EM bestaat al ruim 30 jaar. De opleiding tilt managers en high potentials tot een hoger niveau. Sinds kort biedt de School ook opleidingen ‘op maat’ aan.

D

e opleidingsmarkt gericht op het executive management, namelijk bestuurders en high potential kaderleden, heeft de wind in de zeilen. Seminaries, halftijdse MBA-opleidingen, gespecialiseerde masters… Zowat overal duiken nieuwe programma’s op, sluiten instellingen samenwerkingsverbanden en worden er nieuwe initiatieven opgezet. De cel Executive Education van de Solvay Brussels School of Economics and Management (SBS-EM) wordt aangestuurd door een nieuwe ploeg onder leiding van Olivier Witmeur. Het departement zet in op kwaliteit en de voortdurende actualisering van programma’s. Via een groter aanbod wil het een nieuw publiek aantrekken. ‘Wie bieden twaalf modules aan die toegankelijk zijn voor kaderleden. Daarnaast kunnen ondernemingen ook voor opleidingen op maat bij ons terecht’, zegt Olivier Witmeur, Deputy Dean Executive Education. De School investeert fors in ‘in company’ opleidingen. Interne experts van het bedrijf staan het academisch korps van de SBS-

EM dan bij. ‘Dankzij die formule kunnen we op consistente wijze inspelen op de behoeften van onze klanten’, merkt Olivier Witmeur op. ‘Ze bewijst ook ons streven naar opleidingen die onmiddellijk op het terrein toepasbaar zijn.’ Grote klanten zoals AG Insurance en Swift hebben de formules al uitgeprobeerd. De School ontwikkelde ook het opleidingsproject Strategio voor de Waalse pool BioWin, en het project MBA-Highlight voor VOKA in Limburg. De meest succesvolle executive opleidingen zijn die rond crisisbeheer, coaching, financiën en riskmanagement. In dat segment heeft de Solvay Brussels School haar programma’s sterk uitgebreid tot retail en distributie, bedrijfsvastgoed, audit en informatieveiligheid. Ook andere formules doen het erg goed, zoals het ‘Accelerated Management Programme’, dat een aantal essentiële managementskills bundelt, bestemd voor high potentials. Of ook het Executive Programme in Management en Filosofie dat aan zijn tweede editie begint. Vanwege het internationale cursistenpubliek is Engels de voertaal. Slechts enkele programma's worden in het Frans aangeboden, die trouwens heel wat Nederlandstalige deelneemers aantrekken, aldus Nicolas Meeus, Director van Solvay Executive Education. De SBS-EM biedt ook een nieuw gamma ‘accelerate’ programma’s aan: korte opleidingen van enkele dagen tot maximaal drie maanden, die managers snel een aantal specifieke vaardigheden bij brengen. Voor die cursussen heeft de School, zowel in België als in het buitenland, haar strategie nog verder uitgebouwd: samenwerkingsverbanden sluiten, kennis delen en professoren uitwisselen. Op die manier genieten ondernemingen van een betere return on investment.

4


ALGEMEEN MANAGEMENT

DE ECONOMEN, FINANCIEEL EXPERTS EN MANAGERS VAN MORGEN

Een eeuw praktijkgerichte en veeleisende opleidingen

Getuigenissen

‘De Master in Business Engineering van de SBSEM blijft een referentie en een vaste waarde. De opleiding combineert wetenschappelijke en technologische kennis met managementskills en een voortdurend streven naar topprestaties.’ Nicolas van Zeebroeck, Academisch directeur Master in Business Engineering

‘Onze school ligt in Brussel, de hoofdstad van Europa. Daardoor trekken we studenten aan van diverse nationaliteiten. Wij scoren dan ook bijzonder goed in culturele diversiteit.’ Hugues Pirotte, Academisch directeur Solvay MBA 2009-2012


De Solvay Brussels School of Economics & Management behoort tot het Belgisch educatief erfgoed. Hier worden de economen, financieel experts en managers van morgen klaargestoomd. Dat gebeurt sinds 1899 in het departement Economie van de ULB en sinds 1903 in de handelsschool. De school investeert ook al dertig jaar lang in permanente vorming.

‘T

oen ik besloot om Business Engineering te studeren, ben ik mijn licht gaan opsteken bij familie en bij vakmensen uit de industrie’, zegt Quentin Berge, laatstejaarsstudent van de Master in Business Engineering. ‘Allemaal hebben ze mij Solvay aangeraden. De argumenten die ik het vaakst hoorde, waren de kwaliteit van het onderwijs, de reputatie en de carrièremogelijkheden. Maar ook het rijke studentenleven.’ Marc Jacobs, laatstejaarsstudent Business Engineering, is net als Quentin zeer actief in de extracurriculaire activiteiten. Hij beaamt wat zijn studiegenoot vertelt: ‘Naast het academische aspect, spreekt vooral de hyperactiviteit van de studentenverenigingen mij aan. Nu ik hier ben, wil ik zoveel mogelijk meemaken. Ik neem dan ook deel aan initiatieven die de studenten organiseren, zoals Solvay Campus Recruitment of Solvay Business Game. Solvay biedt veel van zulke opportuniteiten, en het aanbod groeit voortdurend. Je leert er ontzettend veel, je hebt veel contacten met bedrijven, je moet er klanten en teams beheren,….’ Marc is vicevoorzitter van de Solvay Kring en Quentin is een van de oprichters van de Student Consulting Club. Wat is volgens hen dé manier om het in de bedrijfswereld te maken? Al vanaf de schoolbanken er in ondergedompeld raken.

VOOR ELK PUBLIEK • Bachelors (1e cyclus) in Economische Wetenschappen en Business Engineering • Masters (2e cyclus) in Economische Wetenschappen en Business Engineering * • Executive Education (3e cyclus) in General Management, Finance & Tax Management, Leadership & Coaching, Marketing & Sales, Entrepreneurship, IT Management, Outsourcing, Real-Estate, Retail & Distribution, Healthcare & Biomedical industry, Public Management * Er zijn verschillende specialisaties. Meer info vindt u op www.solvay.edu

Ook Charlotte le Beau de Hemricourt, studente en faculteitsafgevaardigde in de derde Bachelor Economische Wetenschappen, leidt na de lessen een zeer actief bestaan. ‘Na de fusie van de richtingen management en economie, dacht iedereen dat de studentenactiviteiten voornamelijk voorbehouden zouden zijn voor Business Engineers. Maar dat heeft niet lang geduurd. De studentenactiviteiten zijn tegenwoordig gespreid. En dit jaar is de voorzitster van het Studentenbureau een economiste.’ Dankzij de fusie uit 2008 promoveerde de Solvay School tot een volwaardige universitaire faculteit in de ULB. De scheiding tussen de richtingen is trouwens niet zo uitgesproken. Charlotte vertelt: ‘Ik heb één jaar Business Engineering gevolgd, maar ben om familiale redenen gestopt. Maar in dat jaar heb ik ontdekt dat economie mijn passie was. Voordien had ik nooit economie gevolgd. Professoren zoals Mathias Dewatripont, Peter Praet, Antonio Estache en André Sapir hebben mij doen inzien dat mijn toekomst daar lag. Ik ben van richting veranderd. En drie jaar later heb ik daar nog geen seconde spijt van gehad. Ik werk aan een thesis over de oliemarkt en de Verenigde Arabische Emiraten in de hoop op een carrière in Dubai.’

Specifieke profielen Via haar bachelor- en masteropleidingen leidt de Solvay Brussels School de managers en financieel experts van morgen op. Maar via haar departement voor permanente vorming, Solvay Executive Education, geeft ze ook opleiding aan de huidige managers. De drie General Management programma’s zijn gericht op specifieke profielen. ‘Ik vond het belangrijk om de vaardigheden die ik op het terrein verworven heb, voort te ontwikkelen. En om mijn toolbox uit te breiden’, zegt Patricia Testa, Director Public Affairs voor het bedrijf Avaya en deelneemster aan de editie 2012 van de Executive Master in Management (EMM). Die opleiding bestaat al ruim veertig jaar, dankzij haar diepe verankering in de echte bedrijfswereld. ‘Naast mijn juridische

opleiding wilde ik extra kennis opdoen om meer horizontaal te werken met diverse personen in het bedrijf. Ik was vooral geïnteresseerd in de manier waarop het programma georganiseerd werd, in de pedagogische methode en het multidisciplinair professoraal team. Ik was niet op zoek naar de zoveelste theoretische opleiding, maar wel naar ‘case studies’. Daarbij word je geconfronteerd met een realiteit die je pragmatisch en efficiënt op het terrein tracht op te lossen. En precies dat zocht ik.’ De Solvay MBA of Master in Business Administration is dan weer een opleiding die uitgesproken gericht is op de internationale ervaring van het leven in Brussel. ‘Brussel telt veel internationale organisaties. In de cursus zat ik naast executives uit verschillende bedrijfstakken’, vertelt Vali Lalioti, onafhankelijke coach die in 2009 de Solvay MBA volgde. ‘Ik kreeg de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen met uiterst intelligente, toegewijde en geëngageerde mensen. Dat maakte de vele gesprekken nog rijker. Ik leerde er niet alleen van de professoren, maar ook van al die andere deelnemers die naar Brussel verhuisd waren om voor internationale ondernemingen te werken.’ Deze laatste twee opleidingen van het lange type zijn voorbehouden voor managers met een aantal jaren professionele ervaring. Maar ook pas afgestudeerde talenten die van de ene dag op de andere te maken krijgen met managementverantwoordelijkheden hebben nood aan specifieke opleidingen. In amper zestien dagen gaat het Accelerated Management Programme (AMP) die uitdaging aan. ‘Ik heb lang getwijfeld tussen een langere managementopleiding en een spoedcursus’, zegt Cédric Stappaerts, Deputy Commissioning Manager bij GDF Suez Electrabel. ‘Mijn keuze voor de spoedcursus is een kwestie van timing. Ik maak binnenkort promotie en ik wilde die fase van mijn carrière combineren met een degelijke en tastbare opleiding. Omdat deelnemers aan het programma van Solvay op het einde echt geëvalueerd worden, leek die opleiding mij waardevoller dan andere programma’s.’

‘Na 40 jaar van multidisciplinaire managementopleidingen, blijft het EMM meer dan ooit de plek bij uitstek om prestaties te optimaliseren en vaardigheden te laten evolueren naar leiderschap en management.’ Karim Chouikri, Academisch mededirecteur Executive Master in Management

‘Wat de SBS-EM voor mij betekent? De autonomie om te ondernemen en de wil om te excelleren, zowel in onderzoek als in onderwijs’ Carine Peeters, Professor International Business & Strategy aan de Solvay Brussels School

‘Wij zijn er echt in geslaagd om een coherente opleiding te ontwikkelen die niet te lang duurt, maar ook weer niet te kort is. Een opleiding die voldoende diepgang heeft, zodat de deelnemers zich de basiseigenschappen van het management eigen kunnen maken.’ Michel Verstraeten, Vice-decaan van de SBS-EM en Academisch directeur Accelerated Management Programme

5


FINANCIËN


‘Dankzij mijn functie blijf ik op de hoogte van de politiek-economische vraagstukken, alsook van de reacties van de ondernemingen, en kan ik de link leggen tussen theorie en praktijk.’ Mathias Dewatripont, Professor Economische Wetenschappen aan de Solvay Brussels School, Directeur van de Nationale Bank van België

© Emy Elleboog

Van Solvay naar NBB M

athias Dewatripont, voltijds professor Economische Wetenschappen en sinds 2000 aangesloten bij de Solvay Brussels School of Economics and Management (SBS-EM), werd op 18 mei 2011 door de regering voorgedragen voor de functie van directeur van de Nationale Bank. Hij moet het vertrek van Guy Quaden en Peter Praet opvangen.

Kruisbestuiving Mathias Dewatripont nam van Peter Praet de dossiers rond financiële stabiliteit en prudentieel beleid over. Ook Peter Praet heeft nog les gegeven aan de SBS-EM. ‘Toen ikzelf studeerde, was Roland Beauvois mijn professor monetaire theorie. Nog een directeur van de Nationale Bank. Er lijkt dus een zekere link te bestaan tussen onze opleidingsprogramma’s en de NBB. Er werken hier trouwens heel wat economen en Business Engineers.’

Multitasking Dewatriponts departement is verantwoordelijk voor het prudentieel beleid en de financiële stabiliteit. Sinds 1 april staat de NBB in voor het toezicht op de banken en verzekeringsondernemingen. ‘Wij zijn in die domeinen ook op Europees en wereldvlak actief. Ik vertegenwoordig bijvoorbeeld België op het Baselcomité voor Banktoezicht, dat de prudentiële regels vastlegt. België zit rond de tafel met de landen van de G20. Toen ik in mei 2011 aankwam, waren de algemene principes van Basel III al vastgelegd. Maar er was nog veel werk aan de winkel, onder meer rond de definitie van het eigen vermogen, de vermindering van de procycliciteit, en de regels met betrekking tot liquiditeit. Ik heb ook een zitje in het Committee on the Global Financial System, dat gelieerd is met de Bank voor Internationale Betalingen in Basel (BIB). Dat is de oudste internationale financiële instelling.’

Heel wat beslissingen vallen tegenwoordig buiten onze landsgrenzen, vooral dan op Europees vlak. ‘Ik zit ook in de Europese Bankenautoriteit (EBA). Die is belast met de stresstests die geleid hebben tot de herkapitalisatieplannen voor bepaalde banken.’ De herkapitalisatieplannen (die eind juni 2012 vervallen) zijn gebaseerd op een ratio waarbij de activa van de bank gewogen worden in functie van de risico’s, in combinatie met een buffer (berekend eind september 2011) gekoppeld aan de haircut (herschikking) van overheidsschulden. ‘Dexia is momenteel uit koers, maar KBC heeft de klip al genomen. De herkapitalisatieplannen worden voortgezet voor een aantal Europese banken, maar het is niet altijd een gemakkelijke klus, zoals we bijvoorbeeld zien bij de Spaanse banken.’ De NBB bepaalt trouwens niet langer de intrestvoet, maar de ECB stelt de toonaangevende rentes vast. Gouverneur Luc Coene vertoeft dan ook regelmatig in Frankfurt, waar hij in de Governing

Council zit van de ECB. Hij doet dat samen met Peter Praet, een van de zes leden van de directie, en Chief Economist bij de ECB. In die functie bepaalt hij de diagnose van de eurozone, die dan weer aan de basis ligt van het te voeren beleid.

Toezicht op de banksector Over het netelig Dexia-dossier, zegt Dewatripont: ‘De regering heeft ons in april 2001 het toezicht op de bankensector toevertrouwd. Vanaf dan heeft de NBB ernaar gestreefd het liquiditeitsrisico te verlagen. Dexia was al sinds 2008 bezig met saneren. Jammer genoeg gebeurde dat niet snel genoeg. Vooral omdat de staatsschuldencrisis in de zomer van 2011 nog in kracht toenam. Onze instelling heeft een rol gespeeld in de beslissing van de Belgische regering om 4 miljard op tafel te leggen voor de wederaankoop en zo Belfius te beschermen. Onze huidige gouverneur Luc Coene was erg actief betrokken bij de

aanpak van de crisis van 2008. Dat was een van onze sterktes. Als centrale en toezichthoudende bankiers, kunnen wij instellingen met liquiditeitstekorten helpen, maar uiteindelijk hoeven wij niet zelf in de portemonnee te tasten. De overheden moeten de nodige herkapitaliseringen of garanties toekennen, via de onderhandelingen tussen België, Frankrijk en Luxemburg voor wat het dossier Dexia betreft.’

Impact voor de studenten ‘Dankzij mijn functie bij de NBB blijf ik op de hoogte van de politiek-economische vraagstukken, en van de reacties van de ondernemingen – in dit geval de banken verzekeringssector - op de evolutie van het regelgevend kader. Daardoor kan ik, na 25 jaar in de academische wereld, perfect de link leggen tussen theorie en praktijk. Het geeft enorm veel voldoening om dat te kunnen. En om dat alles te kunnen uitleggen aan studenten van 2e Bachelor.’

Vurig pleidooi voor onderwijs en solidariteit adat hij in 1972 afgestudeerd was als ingenieur, begon Gilles Samyn te werken in de financiële wereld. Uiteindelijk belandde hij aan het hoofd van de Nationale Portefeuillemaatschappij. Daarnaast is Samyn de geëngageerde voorzitter van de vzw Solvay Schools Alumni, de vereniging van oud-studenten van de Solvay Brussels School of Economics and Management van de ULB en van de Solvay Business School van de VUB. Een stevig netwerk van 19.000 alumni, die samen in meer dan 60 landen actief zijn. Dankzij de betrokkenheid van de leden kwam er het nieuwe gebouw van de School en de leerstoel ‘Experiences in management’.

N

Waar komt de naam Solvay Schools Alumni vandaan? We moesten de alumni van de VUB en de ULB met elkaar fuseren. Als een ingenieur naar New York wordt gekatapulteerd, is het niet belangrijk of hij aan de VUB of de ULB heeft gestudeerd. Hij komt uit dezelfde gietvorm - die van de Solvay school. Net zoals ik 40 jaar geleden.

Wat streeft uw vereniging na? Als je afstudeert van een befaamde school, heb je oud-studenten nodig. Mij hebben ze alvast enorm geholpen. Ik vind dat alumni tot hun 30-35 jaar een peter of meter moeten krijgen. Daarna is het hun beurt om jongeren bij te staan. En om hun professionele ervaring met het netwerk te delen.

Wat houdt uw mandaat in? Ik werk al sinds 2005 aan een sterk netwerk en bied de scholen mijn onvoorwaardelijke steun aan. Dat leidt tot een positieve spiraal. Bewijs daarvan? Ons Congres 2012 dat op 15 oktober plaats vindt. Vermaarde sprekers debatteren er over het thema flexibiliteit. Het is de bedoeling dat het congres in dezelfde sfeer verloopt als de Congressen die Ernest Solvay sinds 1911 organiseerde om aan de top van de kennispiramide te blijven meedraaien. Wij hopen om via een systeem van schenkingen 100.000 euro bijeen te krijgen. Dat geld dient om de activiteiten van de school te financieren en onze nieuwe ‘endowment’ te spijzen. Nog een voorbeeld: de lessen die Nobelprijslaureaten geven. Voor de bachelors is dat een onvergetelijke kans. Ik heb zelf gelijkaardige ervaringen gehad en ik kijk ernaar uit om de jongeren van nu hetzelfde te bieden. Ik geef nog les aan de universiteit en ontvang studenten op zoek naar een job. Dankzij de positieve spiraal, in gang gezet door de acties van de Solvay Schools Alumni en gevoed door de kwaliteit van het onderwijs aan onze scholen, wordt het mogelijk om ons internationaal nog meer te profileren. Daar vaart het hele netwerk bij, én onze scholen. Met het oog op die positieve spiraal en de onderlinge versterking komen de decanen, vicedecanen en studenten van de twee scholen om de drie maanden samen met de Solvay School Alumni, om de samenwerking te bespreken.

Reikt u onze regeringen een helpende hand toe? Europese regeringen en landen moeten het onderwijs steunen. De grote Franse leningen ter ondersteuning van de universiteiten gaan alvast in de goede richting. Ook in België is het onderwijs van uitmuntende kwaliteit. Ons universitair systeem behoort tot de meest democratische ter wereld en de prijs-kwaliteitverhouding is uniek. De crisis heeft onze middelen beperkt. Maar kwaliteit hangt niet alleen af van de ingezette middelen, maar ook van de juiste inzet van de middelen.

U dringt erg aan op permanente vorming. We moeten allemaal langer werken. Dat is onvermijdelijk. En ook flexibiliteit is een must geworden. De rol van de School en van de Alumni bestaat erin dat proces te ondersteunen. We dienen als trigger voor de nieuwe maatschappelijke onderwerpen, om ons erin te verdiepen in het kader van permanente vorming. Wij doen dat via onze conferenties en de scholen doen dat via de Executive Education programma’s. De ULB en de VUB beschikken met de Solvay Brussels & Business Schools over een kroonjuweel. Een cruciale troef voor de uitstraling en het imago van België. Door het krappe budget zijn arbitrages noodzakelijk tussen de verschillende faculteiten (politechniek, geneeskunde…). Toch is de noodzaak groot om dringend te investeren in onze scholen.

‘Dankzij de positieve spiraal, in gang gezet door de acties van de Solvay Schools Alumni en gevoed door de kwaliteit van het onderwijs aan onze scholen, wordt het mogelijk om ons nog meer internationaal te profileren.’ Gilles Samyn, Voorzitter van de Solvay Schools Alumni

© Thierry Dubois

6


iCite, multidisciplinair onderzoekscentrum gefocust op innovatie

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Microfinanciering en ethiek ienduizend kilometer scheiden ons van Marek Hudon. Vanuit het 20 graden warmere Hanoi praat hij over zijn carrière. Professor Hudon doet onderzoek naar microfinanciering, en zette na een stop in Kenia koers naar Vietnam. Daar werkt hij aan zijn onderzoek in het kader van het CERMi, dat verbonden is met de Solvay Brussels School (ULB) en de faculteit Warocqué van de universiteit van Bergen (UMONS). Samen met Ariane Szafarz en Marc Labie is hij bestuurder van het centrum, dat een tiental doctorandi en een dertigtal geassocieerde onderzoekers telt.

T

Twee landen die op alle vlakken elkaars tegenpool zijn? Ze zijn verschillend, maar wel complementair. In sommige instellingen vindt een proces van institutionele veranderingen plaats en evolueert de ‘non profit’ logica naar een ‘for profit’ logica, die vaak het gevolg is van de commercialisering van de sector. Verrassend genoeg is dat proces – wellicht om sociaalpolitieke redenen – het verst gevorderd in Kenia. Dat land telt namelijk meer microfinancieringsinstellingen. Een van die instellingen heeft zich zelfs omgevormd tot een volwaardige commerciële bank.

Wat heeft u naar Vietnam gedreven? Mijn passie voor ‘social finance’ in de zuidelijke landen. Ik ben sinds een jaar op wetenschappelijke missie in Vietnam. Ik bestu-

‘Het veranderingsproces is het verst gevorderd in Kenia. Dat land telt meer omgevormde microfinancieringsinstellingen dan Vietnam.’ Marek Hudon, Professor aan de Solvay Brussels School

deer er het transformatieproces van de instellingen die belast zijn met projecten van microfinanciering. Mijn werk kadert in een vergelijkende studie tussen Kenia en Vietnam.

Die commercialisering leidt tot ethische problemen… Ongetwijfeld. Vooral wat de voorwaarden betreft die worden toegepast voor ‘eerlijke’ prijzen en rentevoeten. Aspecten die dus te maken hebben met sociale rechtvaardigheid. Ook de verdeling van de toegevoegde waarde die gegenereerd wordt, staat centraal in mijn onderzoek.

Hoe gaat u bij uw onderzoek te werk? Ik volg een drieledige benadering. In de eerste plaats is die kwantitatief en baseer ik mij op een gegevensbank van microfinancieringsinstellingen verspreid over de hele wereld. Vervolgens richt ik mij op het kwalitatieve aspect. Daarvoor ontmoet ik 50 tot 60 beheerders, cliënten en andere spelers. Tot slot komt het theoretische deel aan bod. Dat bestaat uit de analyse van de ethische kwesties, zoals: Wat is een eerlijke rentevoet als je aan armen leent?


ichele Cincera is professor Industriële Economie aan de Solvay Brussels School. Hij verdeelt zijn tijd tussen lesgeven en onderzoek. Zijn doel? De internationale dimensie van de faculteit uitbouwen. Daarom ook werkt hij mee aan het nieuwe multidisciplinair onderzoekscentrum iCite (International Centre for Innovation, Technology and Education Studies). Michele Cincera wordt directeur van iCite, professor André Sapir is de voorzitter.

M

Wat wil dat nieuwe centrum bereiken? Met iCite transformeren we het ‘Centre d’Économie de la Connaissance’ (CEC) tot een multidisciplinair onderzoekscentrum. Doel van het centrum? Een beter begrip van de procedés om nieuwe kennis te creëren en te verspreiden. Opmerkelijk aan die ‘reactivering’ is dat er professoren en experts uit verschillende vakgebieden (economie, management, strategie, geschiedenis…) worden samengebracht, die zich allemaal focussen op één centraal thema: innovatie. In het nieuwe onderzoekscentrum werken voltijds 15 professoren. Zij maken theoretische en empirische analyses in erg gevarieerde domeinen, zoals het onderwijsbeleid, de prestaties en ranking van universiteiten en onderzoekscentra, de intellectuele eigendomsrechten, of de economische en strategische impact van de informatietechnologie.

Enkele voorbeelden? Vaak wordt de ranking van universiteiten als maatstaf voor de kwaliteit van het hoger onderwijs beschouwd. Maar Catherine Dehon dringt er op aan om die rankings met de nodige voorzichtigheid te hanteren. Volgens haar moet je niet de rankings vrezen, maar wel de gebruikers van zulke rankings.1 Manuel Hensmans zoekt uit waarom sommige ondernemingen slagen in strategische vernieuwingen en andere niet. Uit zijn onderzoek blijkt dat drie factoren de kans op succes bepalen: het vermogen om intern alternatieve coalities te smeden, het voortdurend opnieuw ter discussie stellen van de status quo en het profiteren van ‘gelukkige ongevallen’ met als doel noodzakelijke strategische veranderingen door te voeren.2 De ontwikkeling van het commercieel internet in de jaren 90 werd lang beschouwd als een stimulans voor innovatie, omdat we toegang kregen tot ver verwijderde kennis en middelen. Dankzij internet zijn de coördinatie- en communicatiekosten gedaald en werd samenwerken van op afstand praktischer en voordeliger. Dat blijkt uit recent onderzoek van Nicolas van Zeebroeck. De invoering van het internet door grote ondernemingen veroorzaakte een sterke reorganisatie van de onderzoeksactiviteiten. Dankzij internet konden onderzoekers uit verschillende entiteiten gemakkelijker van op afstand met elkaar samenwerken.3 1

Dehon, Catherine, Dirk Jacobs, Ranking Universities, Université de Bruxelles Ed., maart 2009. Johnson, Gerry, George S. Yip, Manuel Hensmans, Achieving Successful Strategic Transformation, MIT Sloan Management review, maart 2012. Manuel Hensmans en zijn medeauteurs schreven over datzelfde onderwerp een boek dat eind dit jaar verschijnt bij Palgrave-Macmillan. 3 Forman, Chris, Nicolas van Zeebroeck, From Wires to Partners: How the Internet Has Fostered R&D Collaborations Within Firms, Management Science, april 2012. 2

© Shutterstock

ECARES, Drie studiedomeinen, drie uitdagingen atrick Legros en Davy Paindaveine zijn gewoon hoogleraar aan de Solvay Brussels School of Economics and Management en mededirecteur van ECARES (European center for advanced research in Economics and Statistics). In dat centrum voor fundamenteel onderzoek werken 26 professoren, een tiental post-doctorandi en meer dan 60 doctorandi. Hun onderzoek is toegespitst op economie, econometrie en statistiek. ECARES doet voornamelijk aan fundamenteel onderzoek. Al laat het zich ook leiden door reële toepassingen uit de wereld van de economie, financiën en bedrijven. Dat blijkt uit de volgende voorbeelden van onderzoeksthema’s. In het luik economie zijn heel wat onderzoeken gericht op organisatorische aspecten, op de relaties tussen markten en ondernemingen. ‘Wij bestuderen bijvoorbeeld in welke mate de specifieke kenmerken van industrieën de beslissingen over verticale integratie beïnvloeden. Onze onderzoekers buigen zich ook over de rol die reglementering en corporate governance spelen in de financiële crisis. Andere onderzoeken hebben dan weer

P

betrekking op de internationale economie, bijvoorbeeld de gevolgen van de internationale vrijhandelsverdragen op de beslissing om aan outsourcing te doen.’ De tweede pijler, de econometrie, tracht

Tot slot is er het statistische deel van de opdracht. Dat brengt synergie tot stand met het econometrische luik en tracht tijdreeksen te voorspellen. Zoiets kan nuttig zijn in het kader van voorraadbeheer.

‘Wij bestuderen de massa aan beschikbare macro-economische gegevens. De bedoeling? De voorspellende waarde gekoppeld aan de evolutie van het bbp of van de financiële markten, verhogen.’ Patrick Legros, Gewoon hoogleraar aan de Solvay Brussels School

bijvoorbeeld methodes te ontwikkelen om ‘het heden te voorspellen’ of om de gevolgen van de bancaire en financiële regelgevingen te analyseren. ‘Onze fellows bestuderen de massa aan beschikbare macro-economische gegevens om de voorspellende waarde van de evolutie van het bbp (bruto binnenlands product) of van de financiële markten te verhogen. Ze ontwikkelden een methode die heel wat centrale banken toepassen.’

Andere studies hebben betrekking op de optimalisatie van beursportefeuilles (optimalisatie van het rendement en risicocontrole) waarbij rekening wordt gehouden met de transactiekosten. ‘De rode draad bestaat erin het tijdelijke aspect van een groot aantal activa onder controle te houden door hun onderlinge afhankelijkheid zo goed mogelijk te beheersen’, preciseren de professoren Legros en Paindaveine.

7


ONDERZOEK EN INNOVATIE


Systeemrisico en Eurobonds avid Veredas, professor Quantitative Finance aan de ULB (zowel op master- als doctoraatsniveau), voert in Madrid een onderzoekopdracht uit bij de Nationale Bank van Spanje.

D

Waarom bent u naar Spanje getrokken? Europa maakt turbulente tijden mee. Door echt ter plaatse te zijn, in de lokalen van de Nationale Bank van Spanje, kan ik de vinger aan de pols houden. Ik volg de ontwikkelingen van het systeemrisico op de voet, en dan in het bijzonder van de Eurobonds.

Dat zijn twee onderwerpen die sterk in de financiële belangstelling staan. Ze bepalen rechtstreeks de huidige tendensen. Tendensen die gedomineerd worden door het probleem van de overheidsschulden en de financiële regelgeving. Die twee problemen houden Europa in een wurggreep. Europa is ten prooi gevallen aan een crisis die haar oorsprong zowel bij de overheid als bij de financiële wereld vindt. Europa zit in een duivelse spiraal. Private financiële instellingen moeten door de regeringen gered worden, terwijl de landen verplicht zijn die tussenkomst te financieren met overheidsschulden. Maar gezien de nood aan budgettaire besparingen, zijn ze verplicht de belastingen te verhogen en te snoeien in de overheidsuitgaven. Met als gevolg? De economie ligt op apengapen.

© Brendon Howard/Shutterstock.com

Het wordt dus de uitdaging om een gelijkaardige crisis te voorkomen. Kunt u dankzij uw onderzoek bepaalde ideeën naar voren schuiven? Financieel moet er een strengere algemene regelgeving komen. Ik denk aan de volgende maatregelen: een hervorming van de markt van complexe afgeleide producten die momenteel niet op de beurs verhandeld worden (OTC), meer transparantie in de betalingen en leningen tussen de financiële instellingen (meer bepaald commerciële banken, verzekeringsmaatschappijen, het parallel bancair systeem, fondsen met hefboomwerking (hedge funds) en investeringsmaatschappijen) en tot slot, het optrekken van het eigen vermogen van de ‘systeemrelevante’ instellingen.

U bedoelt de banken? Nee, niet noodzakelijk. Elke financiële instelling houdt een potentieel systeemrisico in. De Amerikaanse verzekeringsgigant American International Group bijvoorbeeld was in 2008 ‘systeemrelevant’ door zijn tradingactiviteiten op niet-conventionele verzekeringsproducten. Uit het onderzoek van mijn team blijkt dat verzekeringsmaatschappijen steeds systeemrelevanter wor-

© Shutterstock

den. Soms zelfs meer nog dan de grote internationale banken.

En wat met de euro-obligaties? Door de ene de hemel ingeprezen, door de andere verguisd. Wat het luik van de Europese overheidsfinanciën betreft, woedt er inderdaad een hevig debat rond de ‘Eurobonds’. Aanhangers meten Eurobonds een onberispelijke geloofwaardigheid toe. Ze zouden ook beter bestand zijn tegen schokgolven, en

bovendien een gunstige invloed hebben op de liquiditeit. Dat klopt, maar slechts onder bepaalde voorwaarden. Zo moeten de overheidsbudgetten in evenwicht zijn, is er algemene financiële stabiliteit nodig, plus meer fiscaal toezicht en coördinatie in het beleid op pan-Europees niveau. Stuk voor stuk voorwaarden die vandaag niet vervuld zijn.

U bent niet de enige die dat beweert, de markten lijken het met u eens te zijn…

‘Als we kijken naar de hoge risicopremie voor leningen van perifere landen, is de situatie nog ver van stabiel.’ David Veredas, Professor Quantitative Finance aan de ULB

De markten gedragen zich in dit dossier

Het belang van een internationale reputatie et Centre Emile Bernheim (CEB) wordt gefinancierd door de Bernheim stichting. Het CEB is samengesteld uit professoren, doctorandi, onderzoekers en assistenten van de faculteit bedrijfskunde van de ULB en treedt multidisciplinair op. De teams van het CEB werken in verschillende onderzoeksdomeinen: human resources, strategie, internationale economie, financiewezen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, milieubeheer, boekhouding en controle… Directeur van het CEB is Pierre-Guillaume Méon, professor aan de ULB en aan de Solvay Brussels School. Hij vertelt over de twee hoofdtaken van het centrum. ‘Het fundamenteel en toegepast onderzoek in bedrijfskunde blijft onze voornaamste activiteit. Daarnaast voeren onze onderzoekers ook expertiseen consultancyopdrachten uit in ondernemingen. Zo ondertekenen we binnenkort een akkoord met een onderneming uit

H


de voedingsindustrie. Dankzij de steun van die onderneming kunnen professor Patricia Garcia-Prieto en ikzelf een team samenstellen dat gespecialiseerd is in sociale psychologie. Dat team gaat de altruïstische gedragingen van de consument bestuderen.’

Samenwerking De onderzoekers van het Centre Emile Bernheim werken buiten het centrum. Maar ze stellen hun resultaten wel voor in het centrum op interne seminaries, vooraleer ze deelnemen aan colloquia. Daarna volgt een internationale publicatie. ‘Onze teams zijn uitermate actief en dynamisch. Wij zijn in zoveel domeinen actief dat het moeilijk is om één enkel onderzoeksthema naar voren te schuiven.. Maar microfinanciering, offshoring en historic finance zijn thema’s die momenteel actief worden bestudeerd’, zegt Pierre-Guillaume Méon. Volgens de directeur van het centrum bestaat de grootste uitdaging erin om mensen uit verschillende vakgebieden met elkaar te laten samenwerken. ‘Om hen in de best mogelijke omstandigheden te laten opereren zodat hun samenwerking leidt tot nieuwe kennis. Kennis die internationaal de interesse kan opwekken van onderzoekers, managers en professoren en hen ook verheldering kan brengen.’

zeker niet irrationeel. Als we kijken naar de hoge risicopremie voor leningen van landen als Griekenland, Spanje en Italië, is de situatie nog ver van stabiel. Wat blijkt uit het onderzoek van mijn team? Extreme gebeurtenissen doen het rendement op overheidspapier van landen van de eurozone al drie jaar lang veel drastischer stijgen dan vroeger. Dus als we vandaag Eurobonds in omloop zouden brengen, zou de risicopremie sterk bepaald worden door de moeilijkheden in de perifere landen van de Eurozone.

WIST U DAT? 쐍 Een opleiding management of economie volgen en streven naar hoge functies belet u niet om het hart op de juiste plaats te hebben. Zo waren het studenten van Solvay die in 1985 de eerste Resto du Cœur oprichtten. Een liefdadigheidsinstelling met als missie het voeden en helpen van mensen in nood. Een concept dat later navolging zou krijgen in Frankrijk en gepopulariseerd werd door de Franse komiek Coluche. 쐍 In de Solvay Brussels School leren we vooral om te slagen, wat ook het professionele domein is. Het beste bewijs hiervoor? Twee Belgische humoristen die zich laten opmerken in Parijs: Alex Vizorek en “Walter”.

How far will you go ? Discover our portfolio of programmes on

www.solvay.edu Quality education and research in economics and MANAGEMENTFORALLPROÚLESANDPROFESSIONALNEEDS

Bachelors & Masters p MBA’s p Executive Education Doctoral programmes

+32 2 650 65 65 [email protected]

i

Sinds 100 jaar een voedingsbodem voor talent

Recommend Documents