SIGNATUUR MICROVORM: SHELF NUMBER MICROFORM:
BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD MOEDERNEGATIEF OPSLAGNUMMER: MASTER NEGATIVE STORAGE NUMBER:
IMM69L-00041.,
Fata-morgana Fata-morgana en andere verhalen: leesboekje in verband met het opiumvraagstuk in Insulinde! uitg. door de Anti-Opiumvereeniging (AOV) ; (voorw. door A.K. de Groot). - [Batavia( : Vorkink, (1933). - 96 p. : iII. ; 16 cm
Signatuur van origineel! Shelf number of original copy: M cc 171 Signatuur microvorm ! Shelf number microform: MMETA0214
MMETA 0214
Filmsoort / Size o/film : Beeldplaatsing / Image placement: Reductie moederfilm / Reduction master film:
16mm COMIC/UB
15 : I
Startdatum verfilming / Datefilming began :
'tb'-~' 2000
Camera-operateur / Camera operator:
C - oJpjOff
,.
FATAMORGANA EN ANDERE VERHALEN LEESBOEKJE IN VERBAND MET HET OPIUMVRUB. STUK IN INSULINDE
Uitgegeven door de
ANTI.OPIUMVEREENIGING BATAVIA
1II DlI'llijlnnJi~r'Îmlll 'l l 00760403
. ~ FATA-MORGANA EN ANDERE VERHALEN LEESBOEKJE IN V ERBAND MET HET OPIUMVRAAGSTUK IN INSULINDE
UITGEGEVEN door de A n ti - Opium vere eniging Batavia. -
N . V. IlHJ. VO RKIN .
/
Inhoud. t. Fata-morgana. 2.
0 ver
3.
Een v ree m d e te gen
4.
Ver hit ten .
0
p i u m. geb r u i ken bes t r ij din g. 5
t eIl ing.
5. Wat s c: hol ier e nop Ja v a van het %a
gen e n h oor den.
6. Wat kan 7.
0
n z e jeu 9 d doe n.
Mat t h. 25; 3 I .45.
0
pium
Inleiding en Voorwoord : Dit boekje bedoelt in verhaa ltrant de jeugd van on ze middelb. scholen en ook ouderen ee ni ge voorlich tin g te geven en op te w kken tot wakkere strijd ers tege n de belagers va n volksge zondheid en wel vaart. Indien de uitga ve van dit boekske dit doel medehelpt verwezenlijken. za l het Bestuur der A. O. V. zich daa rover hartelijk ver· blijden. A. K. DE GROOT. Secr. Batavia Centrum, Fe bruari '33.
LIJST VAN DE ILLUSTRATIES : I. 2.
Gang in Senen. Ontmoetingshuis en Wijkverpleging aan SenenBatavia. 3. (Voorhee n en than s). 4. De drukke buurt. 5. Anti Opiumpaviljoen van 't Zend. Hospitaal te Bandoeng. 6. Doorgangshuis en kolonie te Tandjoeng West. 7. Verre van de groote stad. (Ps. 104) 8. Paverplant. 9. Diverse pijpen met mooie inscripties. 10. Type van Jav. schuivers. 11 . Strijdt den goeden strijd. 12. Politiestand op Pasar Gambir afd. Smokkelhandel. 13. Als de winden waaien. moeten de wortels van de boomen sterk zij n. (Beeldspraak). 14. Anti Opiumweek te Batavia. 15. Bede. 16. ..De Goede Herder" als onze Leidsma n. 17. Chineesche Pad vinderij met een doek "Opiumvrij Indie". 18. Dankbaar voor het oogsten. 19. Pasar Gambirstand va n de LO.G.T. en A.O.V. 20. Het Licht der W ereld.
FATA.MORGANA. Hij woonde aan Pasar Sen en, een Chin. buurt in 't centrum van Biltilvia. Eigenlijk kWilm hij van de Zuidkust van Sumiltra. Daar was een veertig jaren geleden zijn vader heengetrokken, zij waren den hongersnood in hun eigen provincie in China ontvlucht en hadden geprobeerd in het Lampoeng~che te werken. Eerst in Te loek en daarna meer in het binnenland, maar de zaken Wil ren niet zoo voorspoedig gegailn Misschien was het beter geloopen als spel en opium in het gezin niet hadden ,geheerscht. Maar die tijd in het Lampoengsche was voorbij. Lang rekte Na Joe Tek zich uit. 't Was benauwd in het krot. Hoe kon het ook
-
(,'allg aall Sm elI (Djagal).
II -
lang deed hij het al niet. Zeker wel dertig jaren. 't Was met dobbelen begonnen. Z 'n makkers wonnen steeds, eindelijk was hij er achter gekomen. Immers opium verscherpte hun verstand en dat deed hém dan verliezen. Toen was hij ook begonnen en had het geleerd. totdat hij l'r niet meer buiten kon. Stel je ook voor, hoe zou je het kunnen laten? Hij had 't wel l'ens geprobeerd, noodgedwongen door geldgebrek. Maar dan kwaml'n de pijnen en de angst. Wie zou dit kunnen begrijpen. Geloopen had hij en geld geleend, voor een speelhuis gewaakt, spionnendiensten verricht, zijn vrouw geld afgeperst. Maar nu was zij er niet meer, en de kinderen waren arm. Zoo nu en dan nam hij een paar pakjes sigaretten uit hnn kleine waroeng, maar dan schreeuwde zij en gooidl' hem bijna de waroeng uit. Het ellendige was, dat hij met weinig opium en djitjing niet meer kon volstaan. Nu ja het was verminderd, nadat hij in Tjisaroea, in het ,Methodistenhospitaal was verpleegd, maar er af, n~en . hoe zou dit mogelijk zijn. Integendeel. in den laatsten tijd was het erger dan ooit tevoren. 't W as daarbij nog een beroerde tijd. "Malaise" heette dit. Nu Joe Tek voelde het terdege. Het was een tocr om aan de kost te komen, Schuifelend ging hij voort. In den schemerdonkeren gang, bijna aan het eind, klopte hij zachtjes aan. Hier woonde Janus. Janus was vroeger verbandmeester geweest. Aan lager wal geraakt, leefde hij nu in den beruchten gang en wist door allerlei een bestaan te vinden. Hij werd v3ak bestolen en de klanten waren brutaal, vooral nu er zooveel concurrentie kwam. Laatst had hij zijn naam gegeven aan een speelhuis, maar dat had hem het gevang bezorgd, evenals die morfine-perkara van vroeger.
-
12 -
Joe Tek mompelde een paar onverstaanbare woorden. De deur ging op een kier open. "Apa"? Of toean Janus er was? Bij het herkennen van elkander was het wantrouwen overwonnen en Joe Sin trad binnen. In het half duister stonden drie bedden, het vertrek was tamelijk klein. Tegenover Janus lag eell Indo en meer achteraan, in het derde bed een Chi· nees, die bezig was opium te verhitten. Joe Tek en Janus waren al gauw in fluistergesprek verzonken. Lodewijk draaide zich maar om. Hij had van nacht niet veel geslapen . Hij was door Janus geperst een oogje in het zeil te houden. Nu ja, hij had zijn knuisten wel niet behoeven te gebruiken, maar hij gevoelde zich lam en suf. Zoo nu en dan vloekte Janus. Hij was wel lang in de Oost en kon zich best in het Melajoe uitdrukken, vloeken deed hij echter het gemakkelijkst in zijn moedertaal. bngz
-
13
snoof hij de dampen op. Bámi had hij besteld en niet lang daarna stond het bord voor hem en deed hij zich te goed aan het vermicelliachtig gerecht. Tegenover hem zat een brief. besteller een kop heete koffie te slurpen. Gluiperig keek Jac Tek met zijn sluwe oogjes onder het eten om zich heen. Was het werkelijk zoo, vergiste hij zich niet ? Kijk er eens aa n. daar schoof Tan Eng In ook op de bank. Tan, zijn oude kameraad uit Bekassie. Tan zag er ordentlijk uit. Dat was vroeger wel anders geweest. Maar hij vertelde nu, dat hij nog niet lang geleden een papier in handen had gekregen. waarop stond, dat men van zijn zwarten duivel kon worden genezen. In Bancloeng genazen ze je in 14 dagen en als jE' niet kon betalen, dan kostte het niets. Nu hoe zou je ook. Die geleerde mens.hen, dachten wel, dat, als je voor één gulden of drie schoof, je dan evengoed drie gulden in een zjekenh uis kon betalen, maar ze vergaten dat je als sch uiver van de hand in de tand leefde. Zoo gewonnen zoo geronnen. J(' leven was eigenlijk één wedloop om het zwarte goed. Wat zou je in het ziekenhuis voor handwerk kunnen doen. Daarbij was je zoo beroerd, en zoo lam! Tan ratelde maar door, en vertelde van het ziekenhuis wa3r zoovele ~rhuivers kwamen. Als je 'n sterke wil had kon je er genezen worden. Joe Sin dacht aan zijn ouders. Die waren allang dood en hij had be· loofd voor hun graven te zullen zorgen. Maar hoe kon hij dat nu doen. Hoevele keeren was het al Tjeng Beng geweest, maar van een vervulling van gedane beloften was niets gekomen. Joe Tek gevoelde zich schuldig. Hij moest ook maar weer eens probeeren er af te komen. "Vie weet, de doktoren waren zoo knap tegenwoordig. Even een strootje, hij groette Tan en stapte in zijn deeleman. Hij moest
14uitkijken naJr een Arabier en slechts drie keer fluiten. Uit het station stroomden reeds de menschen. Een Europeaan riep een taxi aan en snorde weg. Chineezen gingen druk pratend en bewegend voorbij. Of hij mee mocht rijnen, natuurlijk, het was hém; en de koffer stond reeds bij den koet· sier in de deeleman. De bioscoop langs en de hoo(j~ brug val". Tanahabang op, om verder bij Petamboeran een kampoeng in te slaan. Verre van mooi was het huis van den Arabier, maar Na Joe Tek had hier geen oog voor, daarbinnen onderzocht hij de koffer met groote aandacht en haalde er drie kleine pakjes uit, lucifersdoosjes naar het scheen. in werkelijkheid het beroemde witte goedje waar in de smokkel heel wat aan te verdienen is. Het was Dinsdag schoot Joe Tek in de gedachten. de avond waarop de zendeling op Pasar Senen kwam en van de Tao Li vertelde. Gezellig zat hij al in de kll'inc stadsautobus en liet zich naar Senen terugrijden. In de bus zaten eenige Maleiers en nog een vrouw, die haar best deed wat op de vrachtprijs af te pingelen. wat haar echter niet gelukte. Nu dit zaakje was gelukkig voor elkaar gekomen. Jan'Js zou wel blij wezen en hem een extra !:Ielooning gegeven. Het was goed bezet in het gebouwtje van de Anti Opiumvereeniging aan Pasar Sajoer. Lustig speelde de gramofoon eenige Chin. en Engelsche liedjes. Thee en koek werd rondgedeeld. Een auto stond stil vcor het zaaltje. D.i.!. vier Belanda's stapten uit. nog een aut() met enkele welgestelde Chineezen en een bekend dokter gingen ook al naar binnen en onderhielden zich met de bezoekers. Ja. het was de avond voor d~ oud-opium patiënten en heden wel een bijzondere avond, omdat het Bestuur besloten had een insigne te
-
16-
geven aan dié patiënten, die gedurende een jaar na hun genezing geen opium hadden aangeraakt. Het werd een complete maaltijd. Rijst werd op schalen binnengedragen, groenten, bámi, sambalans en wat dies meer zij. Na Joe Tek zag het zwijgend aan. In de hoek zaten 6 mannen en 2 vrouwen. uit verschillende deelen van Batavia. Nu ja. het was geen wonder. dat hij geen insigne kreeg . Hoewel hij heel hard liep voor de Anti-Opium. was hij toch lang niet vrij van het gebruik, maar het moest anders worden. Het werd stil in het zaaltje. alleer. buiten op de Sajoermarkt, schreeuwden kinderen en probeerden eenige autobussen Lich een doorgang te verschaffen . Ze kwa men uit de bergen met groenten. De voorzitter ~prak een woord tot de trouwe oud-patiënten. Hij sprak van de moeite van het volhouden en van den zegen van het overwinnen. Men moest niet vergeten, dat God een mensch wil helpen. Nu was de boodschap: werpt Uw bekommernIssen op H em, want Hij zorgt voor U . Ook de dokter nam nog even het woord. Hoevele menschen beschouwen het opium niet als een medicijn. Zij begaan dan echter een groote domheid . W ant er zijn tegenw'.)()rdig medicijnen, die duizend kee r beter zijn en ons gelukkig niet tot slaaf maken. Als je opium gebruikt, kan je er wel af, maar hierbij moet je je wil geducht trainen. Wij vinden het een groote eer, rnenschen te ontmoeten , die dit een jaar lang hebben geprobeerd: jelui verdienen een ster. Laat dit een voorbeeld voor de anderen mogen zijn. Aangedaan zaten de volhouders in hun hoekje Onder het opspelden van het insIgne stond een Hokkian Chinees uit Palmerah spontaan op en zeide: "Moge de Heer mij helpen om nooit weer slaaf te worden".
Het gehot/w VQt/
OIIS
;11 1933.
Wijkwerk
18 Joe Tek was al met de vruchten bezig, de rijst had hem goed gesmaakt. Dat scheelde weer een paar dubbeltjes. Zooeven had Jan us hem nog vijftig cent gegeven. Toch voelde hij zich niet geheel senang. Daarvoor was hij weer teveel opiumsla3f geworden. De pijn in de botten, zijn waterige oogen en dat onbevredigend gevoel deden hem naar het opium snakken. Maar het moest toch anders worden. Hoeveel keer had de propagandist hem al aangez:en, en gezegd. Sin je moet je laten ontwennen, maar steeds had hij geloochend. Die kerel had het toch wel goed gezien en bedoelde het toch wel goed met hem. Kom, morgen zou hij hem eens bezoeken en probeeren een vrije reis naar Bandoeng te krijgen. Joe Tek stapte Pasar Sajocr over. Bijna gleed hij uit over het afval van de groenten. Tan, de bami Chinees, had het druk. Hij lette nauwelijks op Joe Tek die voorbijging. Tan wa~ ook genezen, maar zoo nu en dan werd het hem te machtig, en dan ging hij een mata opium gebruiken. Joe maakte haast, in Gang Sempit stonden in het half donker vele menschen. Er waren ook militairen, echte Hollandsche jongens. ze stonden in fluistertoon te praten. In de kamer van Joe Tek la g een Europeaan te slapen. Hij verdiende een schamel centje met het spelen op een vi ool. Zoo nu en dan was hij nach ten weg of ook wel mocht hij eens invallen voor een van de leden van het muziekgezelschap in de bioscoop. Mel gesloten oog en haalde Joe Tek de rook in. Hij kreeg een weldadig gevoel. De zorgen gleden als het ware van hem af. Voor meer dan een gulden had hij in de Gouvernementsopiumverkoopplaats gekocht en nu zou hij zich daaraan eens tegoed doen. Arme kerel! Geen kleeren haast aan het Iichaarr. cu geen dak boven het hoofd. Maar zoo was hij niet alleen.
-
20 -
zoo waren er toch duizenden. Het werd je maar niet gemakkelijk gemaakt om opium te bekomen! Nam je niet van d!> verkoopplaats van het Gouvernement, omdat je te lui was daar heen te gaan, dan was het maar een klein kunstje om smokkelwaar te koopen. Er moest toch wel heel wat op verdiend worden, dat men dit bedrijf zoo organiseerde. Joe Tek had pas van een uit China teruggekeerden sobat gehoord. dat men in de Amoy-provincie zelfs een opium belasting had ingesteld. Wie geen papaver verbouwde, moest belasting betalen, wie het verbouwde, kreeg een deel van de opbrengst uitbztaald. In het Zuiden van China was het erger dan hier. maar het kon anders hier ook wel schikken. Wie zou je beletten dit te doen? Nu ja er W
-
21 -
. Sissend. en stoomend trok de Amcrikaansche berglocomolief de trem de bergen in naar boven. O ve r kunstig iJebouw-
•~
de bruggen gi~g het. Daaronder in de diepte stroo.nde het beekje, dat mISSC h'len in d en regentijd wel een gevaarlijke stroom zou worden. .In Tde derde klas was he t vo.I 0 e menschen zaten niet rUIm.. egenover Na Joe T ek zaten A ra bieren in drukke disCUSSIe, naast hem eenige Soendaneesche schoon en met hun rr:ama en broeder wellicht. Kleurig stonden de baad'es en deden J ' d de versr- hoten J'a s van Joe Tek nog meer afsteken Pl.. re was reeds 11nepa ssecr, d men naderde de tunnel b" P . dalarang IJ a. ' waa r d e raampjes werden dichtgemaakt met lang d . d en men aa rna 10 uisternis gehuld, doortrok in e b nauwende rooksfeer Gelukk' d en e ging Na Joe T k ' b ' Ig at was voorbij, luchthappend e even mten het raamp 'e k k krijtbergen, inderdaad een prachtig J en ee naar de . panorama. N u zat d Iange reIs er bïna 0 p. 0 erabIeren A . J waren nog steeds dr ke Tek k k a.an het redeneeren. Joe ce ze eens aan. Wat een ku I . l e s he. De gewiekstheid keek hun d . e . e oogen UIt; welke zaken zouden ze nu weer afdoen en wie zou nu weder de dup~ worden. Ze vroegen aan Joe Tek, waar de reis heen ging Zoo zoo, was het Bandoeng. Voor zaken? Neen voor iets a~ders' Joe Tek vond het vervelend om van het Zieke lUIS lh' t e spre-.
-
23 -
ken. H et was tegenwoordig !jeen eer om opiumschuiver te zijn Bandoeng! .. .... koelies stormden binnen; koffers werden opgetild en de zoo veelv uldige bag a.ge van onze reizigers naar buiten gesjouwd. Hotelmakelaars deden een stonnaanval op de reizigers en probeerden hen naar hun logies te lokken. Joe Tek liet zich met den stroom uitgangwaarts voeren. Een kretek was alras ge vonden en daar ging het in draf naar Bodjongloa, 't bekende zenclingshospitaal, waa raan sinds korten tijd het anti-opium paviljoen was verbonden. Nu dat was een prachtig gebouw ' Eigenlijk te mooi en te nieuw. Vriendelijk werd Joe T ek ontvangen en zijn kleeren opgeborgen. De dokter beg reep a l ga uw zijn geva l en ga f hem w at medi cijn. Hij zou nu wel spoedig slapen en over een paar weken van het opium verlost zijn en dan die andere ziekten .. .. .. zijn dysente rie en uitslag ...... ? Oh geen nood, ook daarvoor was genezing. Bovenal had de hoofdverpleger gezegd, moest je op God ve rtrouwen . Ja op God .... .. waar was God ? Joe T ek had wel eens in den kIenteng (tempel) om hulp gevraagd en dat was vaak uitgekomen, maar God .... .. .. .... met Chin. nieuwj aa r waren er wel Chineczen die vastten en offerd en aan Toehan Allah, maar hij, Joe T ek, ha d dit nooit kunnen doen .. .... God was zoo verre .. ... . Het w as Vrijdag . Rustig zaten de mann en en vrouweo, Chineezen en Ma leiers in het gebouw bij elkaar en luisterden p.aar het verhaa l van den goeroe. Hij vertelde van een rijken landhee r, die zijn cp gezetenen ieder een ka pitadltj e gaf en toen naar China vertrok. Ieder moest zij n kle in kapitaa ltje gebruiken en er mee werken . Er waren ijve rig e landlied en, maa r ook lui e. En een was cr zelfs, die 's nachts het
-
24 -
geld van zij n heer in den grond begroef en er niets mee wilde doen . W aarom deed hij zoo? Kijk, hij dacht bij zichzelf zoo allerlei over zijn heer, allerlei vreeselijke dingen. Het geld voor zijn eigen plezier opmaken, durfde hij niet, maar er voor wCl'k~n wilde hij evenmin, want zoo overlegde hij, dat heeft geen zin. Onze baas is een schraper en hoe ik ook werk, straks zal ik toch alles, ook de winst moeten overgevt'n. Zoo dacht hij en daarom gaf hij bij de terugkomst van zijn landheer het geld netjes terug en kon 1.': alleen maar deze verklaring bij geven, "ik ke" U wel". Zie eens, zei toen de goeroe, zoo doen vele menschen met hun leven, met huo ziel, met hun liefd e, met hun goed-willen. Zij zeggen tegen God "Ik ken U wel" en ondertusschen begraven zij hun talent in den grond en doen er niets mee! Ja, sommigen keeren zich af van God en leven alleen voor zich zelven. Voor opium en drank, voor lekker eten en spel. Wil jelui sterk worden, dón moet het talent uit den grond, dan moeten wij ons oefenen in het willen zoeken van God en willen dienen van Hem. Hij is onze V ader en wil onze bekeering . Dat heeft Jezus ons zoo duidelijk gelee rd . Hij heeft ons geleerd, wat God wil. God wil dat de menschen zullen zalig worden. God is Liefde. Joe Tek zat maar te luisteren. Hij kende voldoende M aleisch om de strekking van het verhaal te begrijpen. Ja hij was die dieJl~tknecht, die zijn talent in den grond had begraven en die God had gewantrouwd en in het duister had geleefd. Joe Tek vodde zich nu heel goed. Hij was nu bijna van het opium af. Wat gauw ging het tegenwoordig en zoo zonder veel pijn. Ja, het moest anders met hem worden. Hij moest een man worden waarop de zielen
- 25 van zijn ouders met vreugde konden neerzien. Ja, dat geld voor hun gravenl Nu, je kon toch wel wat sparen en dan straks terug naar de Lampongs om die graven te verzorgen. Maar de goeroe had gezegd, dat was niet het voornaamste. Het hoogste was, dat je met Gods ziel eerst in het reine kwam. W a t zou hij daarmee bedoelen? Na Joe Tek lag stil in zijn hoekje in de slaapzaal. Er waren er die sliepen, er waren er ook, die onrustig zich heen en weer wentelden, dan weer opstonden, onder hun bed gingen liggen of ook probeerden even onder de douche te komen voor een bad. Wat wisten de buitenstaanders van dit leed, wat het beteekende om van den opiumduivel verlost te worden. Zoo tegen den vierden dag dan begonnen de narigheden: verhit gevoel, pijnen overal, hallucinaties en 0 wee als je een verborgen ziekte had, dan was het alsof na het ontwennen van het opium, nu ook alle dammen waren gebroken. W a t had Joe Tek niet vreeSelijke buikpijnen gekregen, maar gelukkig, hij was nu veel beter en dacht er zelfs aan om straks naar huis te gaan. Ja naar huis...... als Je maar een huis had! Maar wat kon hij doen? En wie wilde hem gebruiken? Vroeger de bioscoop als wachter, maar daarvoor nam men nu jongere menschen. Zou hij naar Mr. Cornelis gaan, daar was 't Doorgangshuis van de Anti-opiumvereeniging . 0) Er bleef slechts een bezwaar, men was er zoo gebonden en er werd op je gelet. Vroeger hadden enkelen het eens geprobeerd om 's nachts
0) Dit Doorgang shuis is sinds December 1932 verplaatst naar het oude bekende landgoed Tandjoeng West, door de A.O.v. voor dit doel aangekocht. Hier is een betere en lande· lijker omgeving, hier is veel werk te verzetten.
-
Doorga/lgsll/IÎs aa/l 1à/ldjoc/lg West.
27 -
uit te gaan en stilletjes opium te rooken, maar het was ontdekt en de snoodaards op staande voet ontslagen! Rustig dommelde Joe Tek in, hij kende nu geen benauwende droomen meer. Hij trok de deken over zich heen. H et was koud in Bandoeng en vooral 's nachts was het voor lui uit de achterbuurten van het snikheete Batavia soms wel eens een beetje te frisch. Daar lagen ze, vijftien kerels, sommigen pas een jaar, anderen al tientallen jaren aan het schuiven. De een begonnen door verleiding en genot, de meesten door hun beroerde levensomstandigheden, tegenslag, en achterbuurtleed, dat schijnbaar niet anders vergeten kon worden, dan door opium. Er waren er uit T eloek, ook van Tjilatjap, van Batavia de meesten. Lim Moe Sim kwam van Borneo, van Bnndjermasin. De zendeling daar, had hem overgehaald om Ilaar Bandoeng te gaan. In deze tijden was het geen wonder " Is er veel gingen. Wie kon nog 4,5 gulden per dag aan opium besteden en van djitjing werd je lichaam zoo uitgemergeld. Ontwennen betfekende voordeel, al was het ook maar voer een po,;;sje. Niet dat er geen vrouwen en mannen kwamen, die ernstig van het opium af wilden. Daar had je dat machinisten-gezin uit Telok. Die waren vrij en hadden al heel wat Javanen hierheen gebracht. En dan op de klasseafdeeling waren er toch geregeld, die behalve om het econom. motief, wel heel goed overtuigd waren, dat het opium hen niet alleen lichamelijk nanr beneden bracht, maar ook geestelijk. Je moraal ging achteruit. China zou een ander China zijn, indien dat het opium niet gekend had. Zou cr nu voor zoo'n Na Joe Tek nog hoop zijn. Zou hij standvastig blijven en zou behalve een ontwend lichaam. ook zijn ziel vernieuwd kunnen worden ...... Een ziel zóó afgestompt ... ".?
- 29 -
Ver va" de stad lII et :ooveel eI/tilde etl leed ..• (Ps. J04).
Geweldig druk was het in Mr. Comelis. Geen wonder, want het was 't eind van het Chin. Nieuwjaar. Tjap Gómch of 15e dag, dus de la
-
30 -
herinnerden zich nog wel zoo het een en ander. Vooral dat verhaal uit den bijbel, dat de se retaris had voorgelezen. V an dat huis waar de booze geest uit was verdreven. Niettegenstaande het versierd werd, kwam die booze geest terug met 7 andere geesten en kon er bezit van nemen, omdat dat huis ledig was. Van opium verlost was niet voldoende, een ledig huis moest gevuld met den Geest van den Sterkere, van God, dil:' in Jezus ons de overwinning kan geven. Zeven andere gct'sten .... .. dat was heel juist gezien . • ) Als je zoo ontwend was en je voelde je nog zoo zwa!, en licht in het hoofd, dan kwan: de verleiding. Dat leege gevoel, terwijl je gecn weerstand zon kunnen bieden. Verleiding in den vorm van spel, morfine, opium, bier en jenever, en nog zooveel andere kelijke dingen. Dan moest God wel heel machtig zijn, dat Hij je daaruit zou willen redden. 0. T. S., de beheerde: van het Doorgangshuis, had gezegd: het kon! Je moet er om vragen. In het achterkamertje van het huis knielde Joe Tek neer. Hij dacht aan het graf van zijn ouders, hij wilde een beter mensch worden en keek naar boven. In het donkere kamertie stamelde hi j, ,,0 God wees mij, armen zondaar genadig " ..... . het was stil om hem heen. Heel in de verte was nog 't geluid van vuurwerk hoorbaar. In b:t kamertje voelde Joe Tek een diepe vrede neerdalen in zijn hart. De engelen hadden gezongen in den Hemel, en op aarde kon de genade van God het werk doen in een zoekend rnenschenhart.
*)
Matth. 12: 43-45.
OVER OPIUM, HET GEBRUIK EN DE BESTRIJDING HIERVAN. a.)
De oorsprong van den nailm opium.
Indi~n wij over opium spreken, bedoelen wij het verdikte. klevenge en VOOI' het gebruik tot een brandbare zelfstandigheid ve~erkte sap der zaaddoozen (capsulae) van d.: "slaapbol (Papaver somnjferum) . Een honderd jaren geleden vonden duizenden in Nederland in den verbouw hiervan h~n b~st
=
-
33 -
slangenschuim, en in modern Sanskr. lexica voor opium voorkomt. Van dit apheena is dan het Beng. Hind. woord afim, het ehin. ya-pién, het Pers. afioen afgeleid. In een zeer interessant artikel "De oorsprong van het opiumrooken" (Berichten AOV No. 9) heeft Dr. Koks de verklaring gegeven van deze afleiding, welke o.i. zeer aannemelijk is. Het opiumrooken heeft niet steeds behoord tot het gebruik van den doorsnee-burger. Wij kunnen zeggen, dat pas sinds de laatste driehonderd jaren dit gebruik meer algemeen is geworden, m.a.w. is gevulgariseerd (vulgus gewone volk). Daarv6ór was opium in handen van de priesters-geneeskundigen, die de werking en bereiding geheimhielden. Er bestaan in de oudheid geheime middelen tegen slangenbeten etc., waarvan men vroeger dacht dat een van de vno bestanddeelen zou zijn, addervleesch. Evenmin als in "koemis koetjing" (kattensnor) de snor van een kat aanwezig is, is in apheena, slangenschuim of slangenvleesch aanwezig. de bestanddeelen bestonden hoofdzakelijk uit opium. Alleen wijst ons dit woord .. apheena" er op, dat de schare. die van de opium- en tjandoebereiding getuige was, als het ware hkrin schuim en slangen zag. Iets zag van een onzienlijke wereld. Dit behoeft ons niet :oozeer te verwonderen. Tjando c is afgeleid van een Sankr. woord tjand, dat brok beteekent. In de volksopvattingen bestond de gedacl:te dat eit middel niet alleen pijnstillend was, maar ook andere mogelijkheden in zich had, waaronder de gave zich met de Godl:eid te verbinden. De Godheid kon via den opstijgenden rook in innig contact komen met dit geneesmiddel, vandaar tjandoe brok (v.d. godheid). Vandaar dat zieken de rook boven het offervat moesten inademen, later op meer prakt!-
=
Papaverwltllllr.
=
-
34 -
scher wijze door een speciale pijp en lampje, schuiven. Vandaar dl' opiumoffers aan de afgestorvenen, of het branden van opium onder een heiligen boom. Indien wij het zoo zien, begrijpen wij dat opium meer is ~ewee5t, dan alleen ge~ot-, verdoovings-, en geneesmiddel. Het is geweest, het mlddrl om met de Godheid in contact te komen, zich de gunst van de goden te verzekeren en kwade verstorende machten door "ffers met dit bestanddeel af te wenden. Spreuken op oude pijpen, het randwerk aan de lampjes, soms ook wel geschi.lderde teksten in opiumkitten doen verstaan dat opiumgebruIk vroeger een gewijde handeling moet zijn geweest. Voor het Chin. ya-pién kent men bijvoorbeeld een ander woord: toe shou kBUIV middel tot geluk en lang leven. De volgende op de pijpen en lampjes voorkomende opschriften "erduidelijken de door ons gegeven verklaring:
=
= tienduizend of aanduiding voor lang leven. =
"oewan
"shou lang leven. "de vijf zegeningen des hemels". "Twee van de acht Chili. onsterfelijken"
=
"foe geluk "Laat de pijp niet slingerl'n, voor anderen gevaarlijk". "Wij moeten zelf onze fout weten". Ons licht straalt als duizenden diamanten op de aarde " (Spreuk), dwz. verheerlijking vld opiumlamp". " "Gekleurde wolkjes komen als sterren uit den hemel dwz. verheerlijking vld opiumrook. Zooals wij hierboven reeds aanduidden is het gebruik van opium Fas in de iaatste drie eel:wen meer algc:neen geworden. Daarvoor was het dus een magisch middel.
-
35 -
Vele eeuwen voor Christus was het in de landen van de Tigris en Eufraat bij de priesters reeds bekend. Door Arabieren is het plm. in 700 n.C. naar Chiaa gebracht en pas tijdens de Manchoeregeering ( 1700-1900) inzonderheid tijdens de regeering van rao Kwang meer .. Igemeen toegenomen. Door den Keizer en zijn afgezant Lin Tze Chü werd nog in 1839 een krasse poging gedaan om het opiumgebruik en den opiumhandel met Er. Indië tegen te gaan. Echter tevergeefs, hierdoor ontstond de opiumoorlog in Chica, waarin China de nederlaag leed en waardoor groote havens voor handel en verkeer werden geopend. Het opiumgebruik en de verbouw van papaver hebben daarna in China groote afmetingen genomen, het gebruik is zeer algemeen genotmiddel geworden (plm. 10 % der bevolking). het is echter voor velen geworden een gersel en een slavenketen! In het opium openbaart zich zeer terecht "de slang" die macht heeft over de menschen. Gelukkig, dat wij ook kennen een macht, die "deze slang den kop kan vermorzelen". b.) Hoe schuift men? Uit de tube haalt men met een soort van naald een zekere hoeveelheid van het vergift, en houdt het bolletje even boven de vlam van een klein olielampje. Als het begint te branden wordt het in het kleine gaatje van de kop van de opiumpijp gestopt; men zuigt aan de pijp en de rook ademt men diep in. De uitwerking van het schuiven wordt verschillend beschreven, doch in hoofdzaak geldt, dat het opium een tijdelijke opwekking geeft. De gemoedsstemming wordt verlevendigd, een gevoel van welbehagen treedt in, de kwelling van smart en zorgen wijkt, men heeft het naar den zin en aan de toekomst denkt men niet.
-
36 -
.:.) Onder welk beeld zullen wij deze gewoonte verduidelijken? Ziet ge daar die vermoede reiziger3? Op het zoo heete pad in de woestijn sleepen hun kameelen zich voort. Het water is op. al lang! Reikhalzend ziet men uit naar een oase, om zich aan het fris sche water, dat men zal vinden. te verkwikken. Men sleept zich voort, uren lang. Men zoekt den horizon af, maar zeJllder resultaat. Eindelijk staat een der reizigers stil. Hij wijst in de verte, en ja, nu ziet men het, de oase is in 't zicht! De uitg eputte reizi-gers voe len een nieuwe kracht, als nieuw leven. Met vernieu,v:len moed zetten zij hun tocht voort. Maar wat kan het toch zijn? Waarom bereikt men de schoone p!ek niet? Enkele beginnen te vreezen; anderen spreken het uit - wat men zag was een fata-morgana, een tooverbeeld, lokkend in schoonheid, maar schijn, valsch, onwaar. Arme woestijnreizigers. hun hoop is in rook vervlogen. Zij zagen schijn voor werkelijkheid aan. De smart der ontgoocheling is hun deel. Wat het fata-morgana is voor de reizigers in de woestijn. is het opium (en morfine en cocaïne) voor velen, die de ellende van het leven doonworstel(:n. Kan hun handwerk hun bevrE:diging schenken? Neen. want het is vaak slavenwerk. VlOden zij na hun arbeid een tehuis, dat hen opneemt en verademing schenkt? H eft hun gezin hen op? Hun huis is een der krotten in een van de vele achterbuurten onzer In1ische steden. Zij vinden er een familieopeenhooping, die doet denken aan een mierenhoop. Z ij hebben te kampen met ziekte en tegenslag; miskenning
-
37 -
en nog vele andere narigheden zijn hun deel. Wat kan hen helpen? Een godsdienst, die hen sterkt, kennen zij niet. Eenig vermaak, dat hen optrekt uit de sfeer van het alledaagsche is hen vreemd. Wat is gemakkelijker dan een gang naar een opiumkit! Een trek aan de pijp en de pijn trekt weg; het leed wordt vergeten. Doch dit geldt slechts voor een oog enblik. Het leed wordt niet genezen; de schuldenlast niet voldaan; de slechte behuizing niet verbeterd; de armoede niet opgeheven...... Al de ellende blijf ti Straks zal het slachtoffer te meer ontledigd staan. Alleen een brandende begeerte om opnieuw zich tot het opium te wenden, zal in hem oplaaien. Arme man, arme vrouw, ge zijt bezig u zelf steeds meer te ruïneeren! En is hrt nu alleen dit, dat de menschen door een droombeeld worden bedrogen? W as het dit alleen, wij zouden er in kunnen berusten, dat men dan toch voor een oogenblik de zorgen, de moeiten des levens vergeet , maar er IS . nog ie ts anders. De geregelde opiumgebruiker verwoest zijn lichaam. Natuurlijk weet men dit, maar. naarmate men zich meer overgeeft aan dit bedwelmend middel, wordt de b.?hoeftE' daaraan sterker. En \\oanneer de nadeelige gevolgen zich in het lichaam steeds meer doen gevoelen, is dat geen reden om het opiumgebruik na te laten, veel meer vindt men daarin nieuwe aanleiding om opnieuw te begeeren. Wij bezochten eens met een arts een ige opiumkitt ~ n. Aan enkele opiumschuivers wed gevraagd, welke verschijnselen zich voordeden, als men zich van opium onthield. H et antwoord luidde: ,,0, meneer, dan gevoelen wij ons diep ongelukkig; ons lichaam doet :lan overal pijn, ons hoofd bonst,
-
38
- 39
wij krijgen ste rke diarrheE', in een woord. we wet?n ons geen raad". Geen wonder dat deze schuivers er alles voor over hebben om een nieuwe voorraad opium te kunnen koopen. Nu :itaat de zaak niet zoo, dat alle bewoners van Jav:l opiumgebruikers zijn. Met blijdschap wordt geconstateerd, dat onder de jongemenschen het opiumgebruik afneemt. Godsdienst. sport, studie I'n nationalisme werken daartoe mee. Maar nog zijn duizenden slaven van het heuls'lp.
d.) Jaar
19 15 1920 1930 193 1
Wordt er veel geschouell? ThaiIs
2.330.000 2.610.000 1.277.000 927.000
Bruto
N.?tto
opbrengst.
opbrengst.
f 32.600.000
f 25.239.472
53.590.000 36.600.000 25.400.000
41.670.000 26.900.000 19 .~00.000
Er zijn 167.200 schuivers, die dus ieder gemiddeld per jaar Vl'rbruiken 680 mata, ter waarde van f. 204,- (1930). Er zijn ongeveer 81 .000 Chineezen en 87.000 Inheemsehen die aan cpium verslaafd zijn; hierva n gebruiken de Chineezen per hoofd Ilemiddel per jaa r 1200 mata, waarde van f. 360,en de Inheemsehen gemiddeld 355 mata, waarde van f 106.50. De grenzen van het gebruik zijn bij de Chineezen 692 tot 4238 mata en bij de Inheemsehen van 168 tot 1083 per hoofd per jaar (1930). Op Java en Madoera zijn ruim 76.000 schuive r , dat is op elke 500 menschen I. êr zijn 1050 verkoopplaatsen, 45 ('flic. kitten.
Het grootste aantal schaivers bezit Kediri en verder Madioen, Semarang, Soerabaja, Kedoe en Rembang. De gegeven cijfers zijn te laag ; er wordt ook nog opium binnengesmokkeld. Men schat het aantal clandestiene schuivers op 30.000 en de hoeveelheid gesmokkelde opium op ruim 200.000 thaiIs. Het kon wel eens heel wat mc~r zijn I De prijs der sluik-opium bedraagt 10 à 16 gulden per thaiI: dat is juist de reden, om te vermoeden, dat er heel wat meer gesmokkeld wordt. In beginsel is de Regeering vóór opiumbestrijding, maar de winst uit de opiumregie verkregen is een belangrijke ba te. Het sterk inkrimpen van den omzet moet dan ook hoofdzakelijk aan de economische crisis worden toegeschreven. Er bestaan verder z.g. verboden kringen: strek'?n, waar geen opium verkocht mag worden; de schuivers moeten verder in het bezit zijn van een licentie; de prijs is hoog gesteld, om den omzet te belemmeren; de regeering 9aat het smokkelen zooveel mogelijk tegen, zij geeft een subsidie aan opiumbestrijdings-vereenigingen. Het kwaad raakt echter niet alleen ons land, vandaar dat er internationaal voor de oplossing van dit probleem moet worden gewe rkt. Hoe wordt opium bereid?
e.)
De opil!mfabriek aan S alemba te Bat. Centrum.
De verkoop en bereiding van opium is, wat N ed. Indië hetreft. geheel in handen van de Regeering. Bij besluit van den Gouv.-G'.'lleraal van Ned . Indië van 18 Februari 1891\ No. 77 werd nl. besloten, dat het beheer van het opiummonopolie, dat oorspronkelijk slechts in eenige provincies
.;
~
.~
, (j
~
~
~
~
~\
..,...<> .: 1'1
I;j
~
H
"
~
";3
.:::
.
~
;;,
-.;;... .,..." <> <>
.,.
.:;,
d
"-
~
\I
~
-
42 -
van Java bij wijze van proef was ingevoerd, uitgebreid zou worden onder den naam .. Opiumr~gie ". Als uitvloeisel van dit besluit moest toen het landhuis Struijswijk, gelegen aan den weg van 8atavia naar Buitenzorg op de grens der gemeente Mr. Cornelis, en reeds ingericht voor de fabricage van een beperkte hoeveelheid. worden verbouwd tot ecn permanente fabriek met een capaciteit voldoende om de fabricage van het in de toekomst in den archipel te gebruiken opium te garandeeren. De nieuwe fabriek begon haar werkzaamheden in 1901. Het front van de fabriek, dat een lengte van 130 M. beslaat, bestaat uit een laag gebouw, dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor kantoren van de zaak. De gronden voor dit complex zijn met boomen, heesters, grasvelden en bloembedden bedekt, zoodat het aanzicht geheel verschillt:nd is van dat, dat men in het algemeen zich van een fabriek d~nkt en de meeste voorbijgangers hebben er dan ook geen vermoeden van, dat zulk een uitgebreide zaak als de opiumfabriek zich achter dat parkachtige front bevindt. De fabriek is niet alleen ingericht voor het bereiden van opium, doch ook voor Itct fabriceeren van het verpakkingsmateriaal, dwz. de tinnen tuben, waarin h('t opium wordt verkocht en de kleine houten kistj es en pakkisten, die di~nen om de gevulde tuben te vervoeren naar de verschillende opslagplaatsen in den archipel. Voor dit doel is de fabriek onderverdeeld in de volgende afdeelingen: kantoren, opslagplaatsen. laboratoria, electr. centrale, tuben fabriek, m('chan. timm~rwerkplaats , mechan. opiumbereiding , mengka mer, mechanische vulling en verzegeling der tuben , expcditie ~n reparatie-werkplaats. Op de
- 43 gronden achter de fabriek zijn de woning van den beheerder, een paar opslagplaatsen, h~t huisje van den Dieselmutor, en de electr. watercentrale gelegcn. Hier zijn ook woonplaatsen ingericht voor de werklieden. die uit Midden-Java zijn aangeworven. Deze woningen bieden ruimte voor 320 w\::rklieden. De fabriek wordt beheerd door den directeur, een chemisch ingenieur, bijgestaan door een staf van ongeveer 70 Europeanen. Het aantal Inheemschen dat bij de fabriek in dienst is bedraagt plm, 700 man. 's Nachts worden de terreinen rondom de fabriek schitterend verlicht met duizendkaars lampen en goed bewaakt. Dit is een noodzakelijke maatregel ten einde inbraak of brand te voorkomen. Het /'Uwe materiaal. Aangezien in Ned. Indië geen opium mag worden verbouwd, moet het ruwe materiaal uit het buitenland worden betrokken. Het opium dat hier momenteel wordt gebruikt komt voornamelijk uit Bengal('n en Perzië. De Regeering h~eft met het Br. Indische Gouvernement een contract gesloten voor d~ lc\'erantie van het materiaal. De prijs, die in 1901 ongeveer f 980,- per pikoeI bedro~g, is nu reeds gestegen tot ongeveer f 3200,- per pikoeI. Daar gevreesd moest worden voor een tekort aan materiaal, teneinde zooveel opium te kunnen fabriceeren, dat in de behoefte daaraan kon worden voorzien, wordt tegenwoordig ook opium betrokken uit Perzië en Turkije. Het extract hiervan wordt vermengd met B('ngaalsche tjandoe. Het Perzische opium werd in den beginne gekocht van eenige kooplieden in Singapore, maar wordt sedert Januari 1928 direct uit het land van oorsprong aangevoerd. Teneinde bekend te worden met de verkoopcondities in genoemde landen en om met de voornaamste leveranciers in contact te komen, wer-
- 45 -
rww
V Uil
.laf' Sdl/lIt'frs.
den de Directeur der fabriek en het Hoofd van de Opiumregie in het najaar van 1927 door de Regeering naar Perzië gezonden. De opiumberf'iding, In een speciale afdceling worden dl' ingevoerde bollen gespleten, en het ruwe opium, zoo zullen we het maar noemen, er uit genomen en verzameld in groote koperen sdlalen, HEtgeen in de omhullende blaren van de bollen blijft zitten, wordt speciaal bewerkt, gezuiverd en later weer met het eerste gemengd, Om nict te breedvoerig te zijn, zullen wij in 't kort het procédé volgen van den inhoud der koperen schalen, Ze zijn van koper, daar andere metalen aangetast worden. Dit ruwe opium dan wordt, met water gemengd, verhit in ketels, geroerd, en door filters geperst, waarna men na verdamping van het overtollige water een dikke taaie stroop krijgt, die weer na menging met den inhouci dier voornoemde koperen schalen in gelijksoortige koperen pannen als een vrij dikke laag van eenige centimeters wordt uitgestreken, Deze pannen gaan naar een volgende afdeeling en worden boven een houtskool vuur verhit en de opiumkoeken er bij dunne laagjes uitgehaald, Dit vcrhittingsproces is noodig, ten einde de bijbestanddeelen (caoutchouc e.a,) in het ruwe opium te doen verkolen; ze worden daardoor onoplosbaar in water en kunnen la ter gemakkelijk worden vernijderd. Hoe dunner Je laagjes zijn, die telkens uit de pannen worden gehaald, des te beter is 't resultaat, des te lekkerder het opium later, want dit proces geeft er aroma aan , Men heeft hiervoor geroutineerde werkers noodig. 'Ne hebben nu de z,g. roostkoeken gekregen, die hard zijn en broos, Dezr gaan naar een volgende afdeeling waar
-
-
46 -
ze opgelost in water, vervolgens verwarmd, geroerd, uitgespoeld en ingedampt worden, tot men, nadat er nog wat suiker door gemengd is, tenslotte het eigenlijk ruwe opium krijgt, een dikke strooperige vloeistof, die in aarden potten opgeslagen wordt. De inhoud van zoo'n eenvoudig potje , 'ertegenwoordigt een waarde van circa f 15.000,- en de geheele voorraad in de fabriek 10 millioen gulden. Deze afdeellng is streng afgesloten en alleen toegankelijk voor hen, die speciale permissie hebben. De Directeur leidt U verder en brengt U daar, waar de z.g. djitjing bewerkt wordt. Djitjing is het uitschraapsel, uit de opiumpijpjes, dat, na onderzocht te zijn of het voldoend!" zuiver is en niet vervalscnt met gebrande koffie, mais, suiker enz. met de af te leveren opium gemengd wordt en hieraan een smakelijke geur geeft, voor de fijnproevers onontbeerlijk. Nu zijn we klaar met het opium, en wordt ons gedemonstreerd, hoe het in de tuben komt, hoe deze nog nauwkeurig worden gesorteerd om dan verpakt hun weg te vinden naar de depöts, over geheel Indië verspreid. De kistjes en ook de tuben 2'ijn verschillend van grootte. De kleinste tube bevat Y2 mata 192 m. gr., eene hoeveelheid genoeg voor 2 pijpjes, hier op Java een verkoopswaarde hebbende van 15 ct. Een normale rooker gebruikt 's mor · gens Y2 en 's avonds Y2 mata: de misbruikers gaan wel tot 15 mata per dag. Om in alle finesses aan te geven hoe de verpakking geschiedt, hoe voor verschillende gebieden diverse kleuren en verpakkingen zijn, ten einde knoeierij gemakkelijk te constateeren, zo!.! hier te veel plaats vragen. Ook heb ik U langs en niet door de verschillende werkplaatsen gevoerd, waar van Banka-tin, gemengd met een
=
47 -
J ~1o lood, de alliage voor de tuben wordt gemaakt, en hoe deze bereid worden. Niet minder interessant is de afdeeling voor houtbewerking. Het geheeIe bedrijf, dat eene oppervlakte beslaat van circa 3 bouw, wordt electrisch gedreven. De contröle op 't ..gappen" is zéér streng. Het personeel. waaronder een 700-tal Inheemschc en Chineesche werklieden, gaat bij den ingang tot het midden terrein door een zaal, waar zij zich ontkleeden, en passeeren in Adamscostnum een smalle gang met tourniquet, om in de tweede záal te komen waar ze hun werkpak aantrekken. Bij het verlaten der fabriek gaat het omgekeerd, zoodat van "iets meenemen" geen kwestie kan zijn.
Hoewel wij onze bewondering uitspreken over de volmaaktheid van de organisatie van dit bedrijf, koesteren wij de levendige hoop, dat in deze eeuw, waarin de opening van de fabriek plaatsvond, ook de dag zal gloren, waarop de fabricage in dit voor velen onheil stichtend goed, overbodig zal zijn geworden, zood at de inrichting gesloten kan worden.
f.)
Internationale pogingen.
Het is een geluk. dat Europa en Amerika er zich mee zijn gaan bemoeien: de opium conferenties leiden tot conventies, die op den duur kans hebben zoo positief te worden dat het kwaad in zijn wortel aangetast, wordt uitgeroeid. ' Maar zoover is het nog niet. Het is dus nOIl noodig de publieke opinie te bewerken en de inzichten omtrent de groote gevaren, verbonden aan het gebruiken van opium te verspreiden. Verder kan men trachten, de lijders, de opiophagen er toe te brengen zich te onthouden van het schuiven. Dit is ma-
-
48 -
gelijk. Hoe sterk verslavend het gif ook is, wanneer het :;lachtoffer het ernstig meent, dat hij bevrijd wil worden, dan is het mogelijk, hem te genezen. Er zijn verschillende methoden. Het meest wordt gebruikt de ontwenningsmethode. EIken dag een kleinere dosis, een andere omgeving. injecties, liefst in een anti-opium hospitaal, de leiding van een deskundig arts, die hart heeft voor zijn werk en ' ·oor zijn patiënten, en daardoor het zoo noodige overwicht kunnen in enkele weken een patiënt weer op het goede spoor brengen. Maar de groote moeilijkheid zit hem in het vervolg. Wat gebeurt er met den patiënt, die genezen naar zijn oude omgeving terugkeert? Gewoonlijk zijn dezelfde oorzaken, die h~ m vroeger tot schuiven brachten nog aanwezig en er is groote kans, dat hij opnieuw begint; 50010 mislukkingen zijn niet zeldzaam. Daarom organiseeren de opiumbestrijdingsvereenigingen, waarvan de anti-opiumvereeniging en de Intern. Orde van Goede Tempelieren de voornaamste zijn, nazorgsdiensten. Men tracht de genezen patiënten aan geregeld we rk te helpen, houdt contact met hen, laat hen geregeld bijeenkomen en zoo mogelijk medewerken aan de opiumbestrijding. Ware de telkens terugkeerende verleiding er niet, deze menschen zouden hun betere leven gemakkelijker kunnen volhouden. En zoo komen wij van zelf op de wenschelijkheid van een opium-verbod. De zwakken moeten tegen zich zelf in bescherming genomen worden, mede tot heil van hun verwanten, en van de geheele maatscha ppij. Het doorvoeren '/an een verbod zou moeten bestaan in het staken van den aanplant van de papaver, behalve voor medische doeleinden.
Strijdt den goeden strijd.
-
50 -
Dl' ControJê hierop is buitengewoon mOeilijk en daarnaast bestaan de fiscale en andere bezwaren, zoodat het nog wel cen tijd zal duren, voor het ernst wordt. De Comm.-Ekstrand, die het vraagstuk in de jaren 1928 tot 1930 voor den Volkenbond grondig onderzocht, kwam tot de volgende conclusies: .. verlaging van den prijs van het regie-opium, ten einde .. den smokkelhandel minder winstgevend te maken; .. verkoop van opium uitsluitend van regeeringswege; ..volIedige licentieering en rantsoeneering van de "schuivers; opium rookverbod voor personen onder de ,,21. zoo mogelijk onder de 25 jaar. .. verplichting om alleen in openbare, daarvoor aangewe"zen gelegenh('den te schuiven"; .. verplichte inlevering van een zekere hoeveelheid dji"tjlng, alvorens nieuw opium te kunnen krijgen; "verbetering van de geneeskundige behandeling van ..schuivers; .. het houden van de opiuminkomsten buiten den gewo"nen dienst van de begrooting en bestemming van het "overschot. na aftrek van de kosten der regie met bij"behoeren, voor speciale, met de opiumbestrijding enz. "verband houdende aangelegenheden." Door deze aanbevolen maatregelen toe te passen, komt mcn stellig al een heel eind; het is dus te hopen, dat er spoedig mee begonnen wordt. De slechte economische toestanden hebben inmiddels een aanzienlijke daling in het debiet van de regie doen ontstaan, waaruit wel blijkt, hoezeer het verbruik samenhangt met den welstand van den schuiver.
-- 51 g.}
Uitleg van vreemde !Voorden:
Mata Thail Clandestien
= 0.3 gram (prijs 0.30). = 38,6 gram.
Sluik-opium Conferentie
-=
Conventie Positief Fiscaal Debiet Djitjing
=
Djitjingko
=
verborgen; hier: zonder licentie of vergunningsbrief. gesmokkeld. om betaling van invoerrechten te ontduiken . bespreking door afgevaardigden van verschillende regeeringen . overeenkomst. hier: met krachtige uitwerking. v.h. standpunt van den belastingsdiensI' bezien. omzet. uit de opiumpijpen geschraapte korst, feitelijk beteekent het .. 2e reiniging". zalfachtige (ko ) djitjing en tengko be teekent ko (zalf), die bij een teng (lamp) behoort, dat is dus tjandoe.
h.} Een goed boek. "Indië en het Opium", uitgave van de Internat. Orde va!! Goede Tempelieren. (Laan Trivelli 27, Bat. c.); een goed boek om over dit vraagstuk nader te worden ingelicht. (Prijs f. 2.50.). i.)
Adressen: van de Anti-Opiumvcreeniging. (AOV).
Voorzitter:
Kerkstraat 66 te Mr. Comelis. (Tel. Mr. C.
Secretaris:
409.) Parapatan Gambir 1. B. C. (Tel. W. 290.)
-
52 -
Penningm. : Djati Petamboeran 11. B. C. Wijkverpleging : Oude-Stationsweg 16-17 B. C. (Telef. W. 3177.) Doorgangshuis en Kolonie te Tandjoengwest. (Pasar Minggoe). Geasphalteerde weg tot P. M.; ± 9 K.M. van Mr. Cornelis.
VREEMDE TEGENSTELLING. Dimitrius Leboutis en Dr. Antonio Pagador. Het was nict alleen zijn minzaamheid. die onzen Dimi· trius Leboutis den credietverschaffenden naam van een "ouden, eenvaardigen heer" verschafte. Zijn lange, golvenJe patriarchenbaard, zij n degelijk-Muzelmansche kleedij en niet in het minst zijn smettelooze naam hebben hem hoofdzakelijk daaraan geholpen. Hij had zijn gastvrije woning aan de Grande Rue de Pera, zijn groote pakhuizen in Galata en zijn eigen telefoon op de stamtafel van 't Hotel Tokatlean. Hij was bij uitstl'k de man, "waarmede men zaken kon ooen". Een klein proces heeft, onba rmhartig als alle processen zijn, het merkwaardige leven van dezen man ontleed. Thans is Leboutis voor de wereld slechts een schurk, wiens naam hoogstens nog eens in de rubriek "schandaaltjes" van de een of andere boulevardkrant g('noemd zal worden. Wie hem kende, de onde Leboutis, kán het haast niet gelooven ...... Deze man zou de grootste heroine-smokkelaar van onzen tijd zijn? Toch is het waarheid. Hij leverde zijn verdoovende middelen slechts "per ton". Zijn agenten zaten in Londen, Rome, Parijs en Weenen! Op ieder schip had hij een steward, een matroos of een stoker, die zijn waren oversmokkelde. Zij kregen nauwkeurige instructies. Als wij zijn carrière nagaan, valt het ons op, hoe hardnekkig hij op zijn doel afging. Toen hij dertig jaar was, verkocht hij nog steeds couranten, stormde hij met zijn dag bladen over de loopplank van jUist-aangekomen stoomschepen. Daar begon zijn ca rrière.
-
54 -
Een kapitein riep hem bij zich en wist hem over te halen lusschen zijn couranten regelmatig een geringe hoeveelheid Opium op het schip te smokkelen. Slim als Dimitrius was, zag hij dadelijk in, dat hier een kans voor hem lag. Nu ging hij systematisch te werk. De leverancier van den kapitein was slechts korten tijd zijn leeraar. AI spoedig had hij diens bronnen ontdekt; onmiddellijk verbrak hij het contract, in de zeer juiste verwachting, dat dit toch waardeloos was, daar de levcrancicr zich niet had kunnen beklagen, zonder zelf achter de tralies te komen. En van dien tijd af ging hij op zoek naar afnemers. In kroegen, en aan particulieren wist hij zijn waren te verkoopen. Hij kon nu beter leven dan vroeger en begon zijn baard te verzorgen. Dikwijls ook ging hij naar Stamboul en zocht het huis uit, dat hij binnen tien jaren wilde koopen .... . . En hij heeft het gekocht! Toen hij vijftig jaar was, verdween hij uit Galata en vestigde zich voor goed in zijn huis te Stamboul. Daar werd hij degene, dien men een "ouden, eerwaardigen heer" noemde. Officieel had hij een drogisterij in Cairo, een verfhandel in Galata en had hij een sterken a fk eer van alcohol! Sedert ongeveer vijf jaar had hij in zekeren zin de heroine-standaard van de wereld in handen, zonder dat een mensch uit zij n omgeving er iets van vermoedde. In Cairo kreeg men voor de eerste maal argwaan, maar zijn smettelooze naam motiveerde de vrijspraak tcn gevolge van gebrek aan bewijzen. Nadien liet hij Cairo meer links liggen en concentreerde zijn h,lndel geheel op Stamboul. Hij vermoedde niet, dat zijn correspondentie nauwkeurig nagegaan werd. Hij ontving zijn vercijferde bestellingen en .. .. ..
-
55 -
leverde. Einde Augustus ontving hij een telegrafische bestelling uit Londen en wist hij 5 ton heroine op een klein Grieksch vrachtschip te smokkelen. De kapitein was eel) ingewijde. De waar was bestemd voor Plymouth. Hij werd gearresteerd en zijn advocaten konden hem dit maal niet meer van het beklaagdenbankje redden .. .... De uitgebreide vooronderzoekingen erachten materiaal bijeen, dat niet alleen een honderdtal menschen hevig compromitteerde, doch dat te.gelijkertijd een ruim overzicht gaf van de zakelijke transacti es van dezen man. De bewuste 5 ton heroine hadden hem b.v. 15.000 P . Sterling gekost. Zijn Britsche aannemer betaalde echter 10.000 Pond per ton. Hii verdiende aan zijn waar dus gercgeld circa 236% ! Z ij n jaarlijkschc omzet bedroeg ongeveer 72 ton verdoovendp middelen. Zijn havens waren Triëst, Marseille en Plymouth. De Kleinhandel had hij geheel opgegeven. Voor de loc al!' markt hld hij tal van onderagenten, zooals een fabrikant zij n veriegenwoordigers h eeft. H et meest interessante van het geheele proces was wel, dat Dinitrius Leboutis niet één uur gevangenisstraf kreeg. Hij w/rd alleen uit het land verbannen, daar hij een Armeniër is. Waarschijnlijk echter zal het proces een geweldigp. nasle!p hebben in alle landen, daar tal van Engelsche en Franlche afnemers met naam en toenaam bekend Lijn ge\Voreen en enkele tientallen tolbrambten betrapt konden woreen. D! .. oude. er:. eerwaardige hecr" heeft Turkije reeds verlatei. Hij werd naar het station gebracht en uitgeleid!' Qedlan als een national!' held! Honderden leefden van zijn :.velladen, die hij als tegenhanger van zijn schanddaden
-
56 -
rijkelijk aan vele armen bewees. Zijn vermogen schat men op " millioen Turksche Ponden! Zijn laatste daad, voor zijn vertrek, was de schenking van zijn huis te Stamboul aan de Blindt'nzorg.
Dr. Pagador. Antonio Pa gador heeft zijn leven aan slechts één doel gewijd. H ij wilde namelijk den verboden handel in verdoovende middelen beperken en zoo mogelijk uitroeien. Hij ontzag moeite noch arbeid om tot dit doel te geraken. Z onder aarzelen deed hij daarvoor een schitterende praktij k aan ka nt. Pagador had gemakkelijk veel geid kunnen verdienen, want vcr buiten Spanj e was hij zelfs beroemd om de succesvolle ge neeswijze, die hij op narcoticagebruikers toepaste. V an heinde en ver kwamen patiënten , die zich onder zijn behandeling wilden stellen. Maar P agador begreep, dat dit maar half werk was. H ii wist. dat hij zijn doel alleen bereiken kon, a ls hij h~t kwaad bij den wortel aantastte en uit die wetenschap trok hij zij n gevolgtrekking . Hij deed zij n practijk aan kant e:! reisde naa r Genève. Daar wendde hij zich tot den Volkenbond en omdat men wist, da t Pagador een deskun-:lige op gebi!d van verdoovende middelen was, na m men hem op in de commissie, die zich met het opium verbod bezighoudt. Spoedig speelde P agador daarin een leidende rol e1 ter. slotte droeg de V olkenbond hem op als zijn ve rtegen~oor diger naar Amerika te gaan, om daar den ongeoorlotfden handel in bedwe lmende middelen te bestudeeren. Dat was des te meer noorl ig, omdat juist in de V ereenigde Saten conce rns van handelaren in verdoovende middelen wlren cpgt'richt, welke door machtige personen gefinancierd verden.
-
57 -
Voor alles moest de heele kust van den Stillen O ceaan, van San Francisco tot Valpa raiso worden nagegaan Tevens moest men echter ook in New York nauwkeurige nasporingen doen, want daar is deze handel bijna uitsluitend in handen der kleurlingen, die in geheime bonden georganiseerd zijn en die de politie. douane en Justitie met aanzienlijke sommen omkoopen. Dr. P agador stond voor een zeer moeilijke taak. Hij wist. dat hij ze slechts kon volbrengen. wanneer hij een gelijksoortige tegenorganisatie in het leven zou roepen. Maandenlang reisde hij van New York naar Valparaiso heen en weer, om een juist inzicht te krijgen in de organisatie der ~ mokkelaarsbenden. Daarbij was het voor hem een groot voordeel. dat hij zich als afgevaardigde van den Volkenbond van den steun der overheid kon verzekeren. Het gelukte hem, nieuwe verscherpte politiemaatregelen, ja. in verscheidene staten zelfs nieuwe wetten tot bestrijding van den handel in narcotica te doen invoeren. Slechts een enkele staat. namelijk Peru. maakte bezwaren, want de toenmalige presiden t Leguia wilde er zich niet toe leen en den sluikhandel krachtdadig teg t'n te gaan. Toen Leguia echter afgetreden was, ondersteunde men ook in Peru den ijverigen bestrijder der smokkelaars. De smokkelhandel kon dezen gang van zaken niet rustig aanzien. Daar Z(' wisten. dat P agadot' niet was om te koClpen, besloten ze hem uit den weg te ruimen. Zij deden dit juist op het tijdstip. dat hun slachtoffer op het punt stond. zij n werk te voltooien . Dr. Pagador wilde naar Peru reizen om daar de laatste voorbereidingen te treffen tot een krachtige bestrijding van den handel in verdooving smidde len. V elt'
-
-
:-. :
"!l'
59 -
vrienden vergezelden hem tot aan het schip. Juist toen dit zich in beweging wilde zetten, sprong er nog een man aan boord. Niemand lette in het begin op dezen bijna te laat gekomen passagier. De reis verliep normaal en Dr. Pagador verkeerde klaarblijkelijk in de beste gezondheid. Toen het schip echter Colon bereikte, waar het kolen innam, dronk de dokter aan land een glas melk. Van dit "ogenblik af vertoonden zich vergiftigingsverschijnselen. Hij leed veel pijn. Daar hij deskundige was op dit gebied, stelde hij de diagnose. Hij was vergiftigd en wel met een geheim~ zinnig Oostersch vergif, dat pas langzamerhand gaat uit~ werken. het lichaam geleidelijk verwoest en waarvoor nog geen tegengif bekend is. Toen het schip in Peru aankwam. stierf dr. Pagador.
VERHITTEN I n deo p i u m kit.
Ik ben ren persoon, die in gemakkelijke om~tandigheden leef t'n van gemak houd. Eten, drinken, losbandigdheid en dobbelen zijn zaken, die voor mijn gevoelens in het geheel geen bekoring bezitten. Toch is er één ding, waarin ik groot behagen schep en dat is voor anderen opium verhitten. Dit komt, doordat ik vroeger een vriend had, die opium schoof en die zelf de kunst van het verhitten van opium niet verstond. Ik ging iederen dag naar zijn huis om een praatje te maken en lag dan naast hem op de rustbank om behulpzaam te zijn bij het verhitten van het opium. In het begin beschouwde ik zulks slechts als een grap, maar door de vele malen, welke ik dit deed, werd het van I!everlede een hartstocht en ik kon er tenslotte geen dag meer zonder. Later ging deze vriend elders zaken doen en vanaf Cien tijd, dat hij vertrokken was, was er voor mij geen opium meer te verhitten. waa rdoor ik me hoogst onaangenaam voelde en den geheelen dag treurig in huis zat. Zelfs dacht ik er niet aan te eten, terwijl mijn geheele lichaam pijnlijk aanvoelde, zooals bij iema nd. die hartstocht voor opium heeft. Dier. dag kwam plotseling de gedachte bij me op, uat ik een neef had die een opiumkit exploiteerde en het dus heel wel doenlijk zou zijn naar die kit te gaan om voor de stamgasten opium te verhitten. Op deze wijze zou ik mijn hartstocht kunnen bevredigen. Toen ik het middagmaal genuttigd had. holde ik rechtstreeks naar zijn huis en pas was ik tot de deur genaderd of ik hoorde binnen een groote luidruchtigheid. Ik duwde het gordijn terzijde om te kijken, wat er gaande wa~
6\ -
en zag slechts een g
-
62 -
Toen mijn neef zich omkeerde en mij zag staan, was hij ten zeerste verbaasd en zeide tot mij: "Zeg, wanneer ben jij hier binnengekomen. Vroeger ben je hier nooit geweest en nu je me vandaag plotseling met een bezoek vereert, denk ik, dat je komt om je hartstocht te bevredigen? Ik zeide: "Neen, ik kom hier niet om te schuiven, maar om aan mijn hartstocht van opium verhitten te voldoen". Hij wees naar de leege plaats tegenover den mageren man en zeide: "Ga daar dan maar zitten". Ik zat daar een poosje en dacht er juist over om met den ouden man een praatje te beginnen, en het opium voor hem te verhitten, toen ik merkte, dat hij er reeds genoeg van had en zijn jas aantrok om te vertrekken. Daarop nam ik den dikken gast met het roode gez;cht wat nauwkeuriger op. Deze droeg buitengewoon prachtige kleeren en aan de vingers twee ringen met schitterende diamanten. Hij leunde op de tafel en had een groote schotel roode ~eroosterde haaienvinnen voor zich uitgestald, waarvan hij smakelijk aan het smullen was. Mijn neef introduceerde hem aan mij en zeide: "Dit is Mijnheer Nioe, de broeder van den direct~ur van het Mijnwezen. Hij komt hier iederen dag schuiven en is mijn allerbeste klant. Het treft goed, dat je gekomen bent. want nu kun je met hem een praatje maken". Ik knoopte dan ook terstond een gesprek met hem aan en hij vertelde het volgende:
Als de willdel/ WQQ;e/1 ;1/ het Jevtll, moe/til de wortels sterk :ijll.
-64"De magere gast, die juist vertrokken is en wiens scheldnaam "Lie de driemaal Geschraapte" is, is een rijkaard bij ons IJit de buurt. Hij heeft zijn geld door het nemen van zware woekerrente gemaakt". Ik vroeg hem daarop: "Waarom was hij zoo boos op den bediende? Hij maakte zich zoo kwaad, alsof hij met een aartsvijand te doen had", Hij antwoordde: "Deze Lie heeft een bijzonder slecht humeur en men ~an den bediende dan ook geen vern'ijt maken. Ik zal de zaak aan U meedeelen, dan kunt U zelf uitmaken, wie gelijk heeft. Hij komt hier eIken dag driemaal schuiven. Ieder keer schuift hij tien mata maar dan ook voor geen cent meer. Iedere trek is heel kort, zood at hij over tien mata wel twintigmaal kan doen. Ook de wijze van schuiven is zeer specifiek. Bij elke trek wordt de pijp niet bewogen en hij past ook op, dat de rook niet door de neusgaten ontsnapt. Zoodra hij een trekje aan de pijp heeft gedaan, drinkt hij snel een kop warme thee Iceg, waardoor alle rook in de maag terecht komt. Daarom is hij ook zoo bang, dat iemand, gedurende het schuiven, tot hem zal spreken. Hoe kon de nieuw gehuurde bediende nu weten, dat hij zulk een slecht humeur heeft? Toen hij zijn trek nog niet beëindigd had, vroeg de bediende hem wat soort ververschingen hij wilde gebruiken. De oude stopte daarom een oogenblik met trekken en kon niet verhinderen, dat een weinig rook door zijn neusgat ontsnapte. Daardoor kon deze trek niet voor vol gelden, waardoor hij iets meer moest schuiven, aangezien nu tien mata niet voldoende was en hij dus nog een paar cent meer moest besteden, kon hij
-
65 -
zijn woede niet inhouden, want een cent wordt door hem als een leven beschouwd. Hij luchtte daarom zijn boosheid op den bediende. Deze eigenaardige mentaliteit kan men niet anders dan met ongepast bestempelen. Als er volgens mijn opvatting was gehandeld, zou ik hem vast de deur uitgegooid hebben en niet hebben toegestaan ooit weer binnen te komen", Mijn neef mengde zich in het gesprek en zeide: "In zoo'n geval denk ik steeds: Ik besta van het ~ouden van een opumkit en hoevcrl onrecht me ook worde aangedaan, toch ...... Pas had hij dit gezegd of plotseling werd het gordijn geopend en een andere -g ast trad binnen, die zich tegenover mij neerzette op de plaats die door Lie was ingenomen geweest. Deze gast had een rond dik gezicht zonder eenige kleur. Hij knipte aanhoudend met de oogleden als iemand, die nog niet geslapen heeft. Ik vroeg hem beleefd naar zijn naam en hij mompelde zoo iets als Ko. Daarop vroeg ik hem !laar zijn voornaam, maar hierop gaf hij geen antwoord. Hij strekte zich op de bank uit en greep naar den lepel om een balletje opium te stampen. Daarna draaide hij het boven de lamp, maar hij had het nog slechts 4 of 5 maal rondgedraaid (;f zijn oogleden sloten zich en openden zich niet weer. Het opium op het lepeltje siste en het grootste deel liep langs het lampeglas omlaag. Ik riep hem wel tienmaal, eer hij wakker werd en ik zeide tot hem: "Het is zonde zooals U dat opium verspilt: Laat mij het voor U verhitten" . Met halfgesloten oogleden knikte hij tegen mij. Ik had eerst cenige àagen geen opium verhit en was meer dan belust om die hartstocht te bevredigen. Toen ik kl3al' was met verhitten, stopte
-
66 -
ik het in de pijp en wilde deze aan hem toereiken, maar zag, dat hij weer was ingeslapen. Ik riep hem verscheidene malen vergeefs. Er bleef me niets over dan hem met de pijp op zijn kaak te tikken. De pijpekop stootte tegen zijn gebit en hierdoor werd hij wakker. Hij greep de pijp en begon de rook in te slikken. Maar pas had hij eenige trekken gedaan of zijn oogen sloten zich opnieuw en de pijp gleed hem uit den mond. Ik greep de pijp en tikte hem er weer mee op den mond. Voor iederen trek moest ik hem eenige tientallen malen aansporen, totdat tenslotte dat opium verschoven was. De bediende, die door den ouden Lie was uitgescholden was erg bedroefd en stond in de deuropening, terwijl de tranen hem langs de wangen biggelden. Toen hij zag, dat ik Ko met de pijp op zijn gebit sloeg, kon hij echter zijn lachen niet bedwingen. . Toen de heer Nioe zijn maaltijd beëindigd had, schonk hij de rest van zijn haaievinnen aan den bediende en opstaande zei hij tegen mij: .. Uit de wijze waarop U voor :iit soort man opium verhit, blijkt dat U heelemaal niet gehaast is. Zelfs een bediende, die er eenige dubbeltjes mee hoopt te krijgen, zou geen geduld hebbE:O hem zoo te bedienen. Waarom spant U zich zoo voor hem in?" Ik zei: .. Opium verhitten vind ik het mooiste werk. Om die hartstocht te bevredigen, komt het er niet op aan hoeveel moeite ik me moet getroosten. Hoe lastig het is, ik kan alles verdragen. Bovendien beschouw ik het als een aardige grap om opium voor hem te verhitten. Als U ziet hoe hij is, is het dan niet vermakelijk?" Nog had ik deze woorden niet goed uitgesproken, of ik hoorde aan de andcre zijde een geluid, alsof er iets op den
-
67 -
grond viel. Toen ik rechtop ging zitten, zag ik pas, dat op de bank, waarop de genoemde Chang lag, nog een gast zich had uitgestrekt, die klaarblijkelijk nog maar kort geleden was binnengekomen. Doordat ik bij het stoppen van de pijp van Ko mijn volle aandacht aan het branden besteed had. had ik niet gehoord, dat andere schuivers binnengekomen waren. Ik zag nu, dat de gast een klein persoon met een klein gezicht was. Zijn beide wangen waren door een baard bedekt, die op een wonderbaarlijke wijze gegroeid was. Toen hij op de bank was gaan liggen, met uitgestrekte heenen, zag hij er net als een lijk uit. Hij liet zijn schoenen l' P den grond vallen, zoodat ze van een hoogte van vier of vijf voet neerploften. Dit was het geluid, dat ik zoo pa~ gehoord had. De heer Nioe lag met hem op dezelfde bank. Plotseling richtte de eerste zich op en knipoogde tegen me. Ik snapt!> niet, wat hij daarmee wilde beduiden en in mijn hart rezen gedachten van twijfel op. Ik had hem nog niet kunnen vragen, wat deze gebaarde gast voor persoon was, toen een meisje van omstreeks 12 of 13 jaar binnenkwam, dat rcchtstreeks op den gast afliep en tegen hem zeide: .. Mijnheer. de jonge mijnheer heeft influenza en Mevrouw vraagt U om snel een dokter te gaan halen" . De gast antwoordde stotterend: .. Als ik met schuiven klaar ben, zal ik gaan". Het di€'nstmeisje was nog niet lang weggegaan, of ze kwam weer binnensnellen, om hij hem aan te dringen te gaan. Maar hij had nog niet voldoende geschoven. Het meisje bleef echter zoo aandringen, dat er voor hem niets anders op zat, dan haar naar buiten te volgen. Nadat hij was heengegaan, stond de heer Nioe op en
-
69 -
zeide: "Deze man heet Tjen en is een oude wetgeleerde. Bij het schuiven heeft hij een heel eigenaardig gebrek, en wel. dat hij telkens, wanneer hij schuift, de schoenen op den grond moet laten vallen. Als de schoenen goed vallen heeft hij voldoende geschoven. Toen de schoenen zoo pas op den grond vielen, heeft U toen niet zelf er naar gezien? HIJ zegt tegen de menschen: "Per dag moet men drie maal schuiven en iederen keer slechts tien trekjes". Ik lig hier iederen dag naast hem op de bank en weet daardoor, dat men op zijn woorden in het geheel niet aan kan. Als hij tien trekken genomen heeft moet hij zijn schoenen op den grond laten vallen, om een teeken te krijgen, bijv. voor hij de schoenen op den grond werpt, denkt hij bij zich zelf: De beide schoenen moeten rechtop staan, of de beide schoenen moeten omgekeerd vallen, óf een schoen moet rechtop staan en één omgekeerd. Als ze op den grond vallen op de wijze, zooals hij zich gedacht had, dan beschouwt hij dit als een teeken, dat hij voldoende geschoven heeft. Als het echter anders uitkomt, dan worden de tien trekken niet geteld en begint hij opnieuw tien trekken te schuiven, om daarop voor de tweede Ir.aal de schoenen uit te schoppen en hij gaat biermee zoolang door, totdat het teeken juist uitkomt en dan is zijn hartstocht naar opium bevredigd. Het gebeurt maar heel zelden, dat na de eerste tien trekken de schoenen op de juiste wijze op den grond terecht komen. Somtijds doet hij er meer dan tienmaal over. Op zijn minst schuift hij dus een hoeveelheid van tien trekken, op zijn hoogst een goed aantal boven de honderd. Het aantal is echter heelemaal niet vast. Zoo net vielen de schoenen ook niet op de
- 70 gewenschte wijze, zoodat hij nog niet genoeg geschoven heeft en over een oogenblik stellig nog weer terugkomt". Wat de heer Nioe vertelde, kwam mij wel wat onwaarschijnlijk voor en ik kon het niet alles zoo maar als waar aannemen. Op dit oogenblik had de heer Ko genoeg opium geschoven om zijn hartstocht te bevredigen en opende zijn oogen. Hij dankte mij verscheidene malen en uitte tal van beleefdheidsfrazen waarop hij verdween. Ofschoon hij reeds bevredigd was, was dit met mij, wat het verhitten van opium betreft, nog niet het geval. Daarom vatte ik juist het plan op, om naast den heer Nioe te gaan liggen om voor hem 110g een tiental malen het opium te verhitten en dan naar huis te gaan, toen ik buiten stappen hoorde en iemand haastip naar binnen kwam ijlen. De bediende had voor den heer Nioe thee gezet en wilde met dt'n ketel heet water naar buiten gaan, waardoor hij tegen den gast opbotste en languit op den grond viel; het kokende water stroomde over den vloer. Ik zag op en inderdaad wa~ het Tjen met de groote baard. Hij krabbelde over het lichaam van den bediende en hinkend begaf hij zich regelrecht naar de plaats tegenover mij . Zijn geheele gezicht was aschgrauw gekleurd terwijl gl'oote zweetdroppels als wittp boonen op zijn voorhoofd parelden. Hijgend en kuchend zeide hij met horten en stooten tegen mij: "Ik .... .. ik ...... kan .. .. .. geen .. .. .. adem ...... krijgen .. .. .. ik heb nog niet voldoende .. .... geschoven en verzoek U ...... eenige trekken voor mij ...... te bereiden". Ik verhitte oogenblikkelijk een tiental trekken voor hem en toen hij deze ge:iChoven had, hernam zijn gelaat langzamerhand weer de ~'ewone tint. Vanaf zijn bank schopte hij zijn schoenen uit om zijn
-
71
teek en te zien en wenschte één schoen rechtop en één omgekeerd uit te werpen en inderdaad was aan zijn verwachting voldaan, waardoor hij plotseling zeer opgeruimd werd en van den bank op den grond sprong. Glimlachend wuifde hij met zijn hand in mijn richting en zeide: Dank tI zeer. Ik heb nu genoeg geschoven en ga nu naar huis om voor mijn ziek zoontje te zorgen". Dit gezegd hebbend ging hij heen, maar zijn beeld is steeds in mijn gedachten pebleven. Nadat Tjen met de ·groote baard vertrokken was, bleven de heer Nioe en ik samen over. Vanaf het oogenblik, dat hij haaienvinnen zat te eten en geschoven had op den bank, waren nu reeds meer dan vier uren verstreken. En nu was hij hezig nog een beetje te schuiven. Ik nam tegenover hem plaats, om nog een paar pijpjes voor hem te verhitten. De bediende kwam van buiten aanloopen. In zijn handen droeg hij twee kommen met heete meelspijs, die hij op het tafeltje op den bank neerzette, zeggende: "Dit is een cadeautje van onzen baas". De het'r Nioe richtte zich tot mijn nt'ef met de woorden: "Dank u, dank u, waarom maakt u toch zooveel onkosten?" Toen hij de meelspijs genuttigd had, strekte hij zich opnieuw op den bank uit om te schuiven. Ik vroeg hem: "Hoeveel schuift u eigenlijk wel per dag ?" Hij zei: .. Ik wil u niet bedriegen. Mijn hartstocht kan moeilijk bevredigd worden. Van 's morgens tot 's avonds kan ik het aantal trekken niet berekenen. Ook het aantal keeren niet. Bovendien zijn mijn trekken buitengewoon groot. Als ik het aantal tel, dan schuif ik ongeveer twee of drie. Nadat ik 's morgens om ongeveer 11 uur ben opgestaan, ga ik, zelfs zonder mijn gezicht te wasschen, regelrecht naar hier om
-
"Aan Uw :el en is hel al gelegen"
73 -
te schuiven. En pas 's nachts om ongeveer 2 uur keer ik huiswaarts. Mijn drie maaltijden per dag gebruik ik alle hier. Die bestel ik van het eethuis aan den overkant en ze brengen me het eten op bepaalde tijden. Waar ik vooral veel van houd is roodgebraden haaienvinnen. Iedere maaltijd omvat vast dat gerecht. Omdat ik iederen dag zulke goede dingen eet, is mijn .gezicht, ofschoon ik veel opium !Schuif. toch nog rood en dik, zoodat ik heelemaal geen opiumkleur vertoon". Ik zei: "U is wel zeer rijk. U woont in een mooi groot huls en heeft tal van bedienden en bovendien een goeden kok, die voor u kan koken. Waarom houdt gij Uw lampje niet in Uw eigen huis en gaat iederen dag naar deze kit?" Hij antwoordde: "Ik rook hier rustig en alle zaken zijn veel gerieflijker dan thuis. Hoe goed de bedienden me thuis ook zouden helpen, ik zou nooit bevredigd worden. Verleden jaar had ik op zekeren dag bij het opstaan pijn in het hoofd en mijn vrouw zei thuis tegen me: "Je bent gisteren te laat uit de kit naar huis gegaan en hebt onderweg kou gevat. Het is beter, dat je vandaag niet uitgaat en den dokter vraagt om wat medicijn voor te schrijven. Als je kan transpireeren, zal je wel gauw beter zijn. Ik luisterde naar haar woorden en stak de lamp thuls aan. Maar ofschoon ik een halven dag doorschoof, voelde ik me niet voldaan. Het was net alsof ik nog heclemaal niet geschoven had. Mijn vrouw gaf me wat oude medicijn te drinken, maar na tienmaal een mond vol ingenomen te hebben, voelde ik me niets beter. Ik werd zenuwachtig en er zat niets anders op dan dat ik, het mocht waaien of niet, naar de kit trok. Daar strekte ik me op de bank uit en nog had ik geen tien trek-
- 74 -
- 75-
ken gedaan, of ik was reeds voldaan. Ook de hOOfdpijn was weg en de koorts voelde ik niet meer. Toen ik thuis kwam, vertelde ik dit alles aan mijn vrouwen zij zeide: .. Je hebt inderdaad een eigenaardig gebrelo:. Ik denk dat je in je vorige incarnatie veel schuIdIm aan een kithouder hebt gehad en daarom moet je in dit leven die schuld afbetalen". Vanaf dien tijd heeft ze me niet verhinderd naar de kit te gaan en ik geloof, dat, ofschoon ze er een grap van maakte, er toch veel waars in haar woorden schuilt".
zellig met U te praten, zoodat we later nog heel lang samen kunnen zijn. Voorloopig moet ik echter afscheid nemen. Morgen zien we elkaar dan weer."
Mijn neef mengde zich in het gesprek en zei: .. Mevrouw schertst slechts en hoe zou er geloof aan die woorden gehecht kunnen worden. Dat mijnheer hier schuift vloeit voort uit zijn goedhartigheid, om mij een bestaan te geven en daar ben ik zeer dankbaar voor. Het leven is tegenwoordig eenige malen duurder dan vroeger. Mijn gezin telt meer dan tien personen en dan komt er heel wat kijken. En als ik mijnheer niet had om mij tI! steunen en alleen arme stakkers hier kwamen schuiven, dan had ik de zaak reeds lang kunnen sluiten en zou mijn gezin reeds verhongerd zijn, U zult dit wel met mI! eens zijn". Ondertusschen was het reeds donker geworden en in huis moest men de lamp reeds aansteken. Ook had ik reeds meer dan genoeg opium verhit en dacht er over naar huis te gaan om het avondeten te nuttigen. Maar de heer Nioe was erg opgeruimd en wilde me nog niet laten gaan. Ik moest beslist blijwn om zijn rood gebakken haaienvinnen te proeven. Maar ik zei: "U is inderdaad erg gastvrij, maar U moet me het niet kwalijk nemen. Ik kan iederen dag hier komen om voor U opium te verhitten en een paar uur ge-
WAT SCHOLIEREN OP JAVA VAN HET. OPIUM ZAGEN EN HOORDEN. 1. Ik heb een vriendinnetje, ook een Chinees eh meisje net als ik. Onlangs vertelde ze me 't volgende: - O ch kon ik maar studeeren! - W aarom ben je niet naar school gegaan ? vroeg ik. - Mijn va~er schuift. H ij doet 's morgens, 's middags en 's avonds niets dnn schuiven. Aan zijn kinderen denkt hij zelden, nan de huishouding heelemaal niet. Daar moet zijn vrouw voor zorgen. Moeder moet ze lfs zorgen, dat er altijd crium in voorraad is, - Is dat niet een schandaal? Dat de kinderen niet naar school gaan, dat ze slecht gekleed gaan, dat ze ziek zijn, iets, waarover een normale vader zich altijd ongerust maakt, daar geeft hij niets om. Op 't laatst kan hij de huur niet meer betalen. Ik beklaag 't meisje. Zijn aIJe schui vers dan zoo? Dan moeten wij, jongemensrhen, zorgen, dat de Anti-Opiumvereenigiug ook haar doel bereikt, nl. dat al die ongelukkigen ook verlost worden van hun verslaafdheid. Ik noem ze ongelukkigen, omdat ze 't huiselijk geluk niet hebben. Zulke menschen voelen zich ook altijd ziek. Ze kunnen zich weer gezond gevoelen, als ze worden opgenomen en verpleegd, Dat kost aIJemaal natuurlijk geld maar wie medelijden heeft met die schuivers en hun gezinnen, zal niet naar een beetje omzien en zal met genoegen bijdragen tot 't goedi! doel. Wij zuIJen elkaar helpen zooveel we kunnen. "De Goede Herder" als onze Leidsman.
- 78 -
- 79 -
11. Toen ik nog klein was, vertelt een jongen, gingen mijn vrienden en ik naar een ouden man. Als we c!aar kwamen zat hij meestal opium te schuiven. Terwijl hij op de balebale lag, zaten wij grinnikend bij hem, want zijn pijp maakte een leuk geluid. Naast de bale-bale stond een tafeltje met een lamp en een blikje opium. Hij mengde het opium met een brandbaar goedje en vervolgens stak hij dat in zijn pijp en beqon te schuiven. Even genoot hij in zijn wellust; de rook ontsnapte langzaam uit zijn neus. Eens vroegen we, waarom hij dat toch deed. Hij vertelde rustig, want menschen, die opium schuiven, zijn heel kalm. Eens was hij ziek geweest. Het middel, dat hem genas. was opium. Maar toen hij genezen was, was het opium hem de baas. Van de leege blikjes maakte hij soldeersel, dat was zijn vak. Eigenlijk kwamen we bij hem om naar zijn werk te kijken. Een andere man schoof niet zoo rustig. Bij elke trek moest hij erg hoesten. Zijn gelaat was bleek en mager en zijn lippen waren zwart. Hij was arm. Vroeger kende hij betere tijden. 0, wat is opium een naar ding! Zonen van luitenants en kapiteins maakte het tot barongans.
ten. Dat deed ik ook. 't Duurde niet lang, of ik rook dp onaangename opium lucht. Toen begreep ik, wat mijn metgezel deed en waarom hij er zoo mager en bleek uitzag. Eenige dagen later vertelde hij me, dat hij aan lager wal was geraakt door 't opiumschuiven. En toch hield hij niet op. Meermalen zag ik hem daar binnengaan. Tot mijn spijt kwam ik later tot de ontdekking, dat er meer zulke huizen waren. waar de menschen naar toe gingen om te schuiven. Datzelfde Is ook zoo bij de Javanen en niet minder, zooals ik zag.
111. Een andere jongen vertelt: Eens moest ik met een Chinees ergens heen om boodschappen te doen. Daar we slechts één fiets hadden. moesten wij tweëen op één fkts rijden. Op den terugweg stopte de Chinees bij een vriend. Hij zei, dat ik buiten moest wach-
IV. Een jongen uit Sragen vertelt: Vroeger verkocht het Gouvernement geen opium. De Chineezen deden dat. Mijn grootvader verkocht vroeger ook opium. Iedereen mocht opium koopen. Men verkocht opium niet in bltkjes, maar in opgerolde bladeren. In Sragen zie ik bijna eIken dag iemand opium schuiven, zoowel Chineezen als Javanen. Ik ken een Javaan, die erg rijk is en wel vijf gulden opium per dag schuift. Maar hij wordt niet arm. Hij is juist de rijkste man. Velen worden wel arm. Een schuiver heeft me verteld, dat schuiven 't lichaam sterk maakt. Na het schuiven kan hij wel een fiets met één hand optillen. Maar als hij nict schuift, kan hij niets. V. Lees wat een meisje sch rijft: Opiumschuivers hebben we hier in Solo erg veel. Vooral arme menschen zijn slaven van het opium geworden.
-
80 -
Ik ken een man, die nog geen gulden venlient en toch schuift. Hij denkt er niet aan om kleeren voor zijn vrouw en kinderen te koopen. Als hij mé!ar eIken dag opium kan schuiven, dan is 't genoeg. Bleek en mager ligt hij bij een klein vuurtje. De pijp en alles ligt gereed naast hem. Het opium maakt hij tot kleine bolletjes. Als ik hem zoo zie liggen met het pijpje in den mond dan denk ik bij mezelf: Waarom maakt hij zelf toch zijn lichaam zoo slecht? Soms doen schuivers raar. Wat ze bezitten en wat verkocht kan worden brengen ze naar het pandhuis. En wat doen ze met 't geld, dat ze daarvoor krijgen? Wel, ze koopen weer opium. Ik kende ook een man, die geen geld had om opium te koopen. Hij stierf. VI. Een Javaansch spreeKwoord zegt: "Eerst eet de man het opium, maar daarna eet het opium den man". Opium is als de pest voor de menschen. Met iemand, die opium rookt, gaat het net als met iemand. die van den berg rolt; 't gaat al harder en harder! Zijn gezondheid wordt steeds meer ondermijnd. Ten slotte blijft er van hem alleen de schaduw van wat hij was. Vaak wordt zoo iemand een dief. VII. lil een zekere kampong woont een opiumschuiver. Hij is niet zoo erg arm, want hij laat een loods bouwen die men bambon noemt. Eerst schuift die man niet. EIken dag komen tientallen menschen naar zijn huis, natuurlijk om te schuiven.
81 Maar door de geur van de opiumlucht, die niet van de bambon weg kan komen, vindt de eigenaar het toch aardig om een schuifje te doen. Van lieverlede krijgt het opium hem te pakken. Er zijn menschen, die zeggen, dat men arm wordt, als men schuift. Dat i~ ook zoo! Maar bij dezen man is het zoo niet. Want als iemand binnenkomt, dan behoeft de eigenaar zelf niet~ te koopen. Hij schuift met den gast mee. Als il'mand thuis schuift, dan kan hij niet zoo lekker .. droomen" als in een bambon. De rook kan hier niet zoo gemakkelijk weg. En sommigen zijn tevreden met den geur van het opium. 't Is erg gevaarlijk om dicht bij een bambon te wonen. De geur trekt als het ware aan. VIII. Een meisje zegt, dat de smokkelhandel met den daJ grooter wordt, doordat er zooveel opiumrookers zijn. Rijken koopen het opium op tegen lagen prijs van de smokkelaars om met winst aan de rookers te verkoopen. IX. I" een dèsa woonde een hadji. Hij was erg rijk, had ('en ruim huis, eenige sawah's en drie karbouwen. EIken Vrijdag ging hij naar de missigit. Maar 't volgend jaar mislukte zijn padioogst. Hij moest opnemen bij een Chinees. Het geleende geld bracht hem geen geluk. Dikwijls zat hij bedrukt in de galerij. Zijn vriend ried hem aan opium te schuiven. In 't begin wilde hij er niets van hooren. Eindelijk gaf hij toe. Hij voelde zich krachtig. Maar dit gevoel verdween weer spoedig. Zijn hoofd werd zwaar; hij werd slaperig.
-
82 -
Den volgenden dag voelde hij zich loom en moe. Zijn vriend ried hem aan nog eens opium te nemen. Hij bezweek. Eindelijk kon hij er niet meer buiten. Zijn geld was op. Hij bezat slechts een huisje met erf. Hoe moest hij aan geld komen? De hadji wist. dat vrouwen 's nachts naar de passer gingen met geld in hun buikband. Eens gingen ze weer. De voorste en de achterste droegen een fakkel. Voorzichtig liepen ze. Plotseling een gil! Toen de vrouwen angstig omkeken. zagen ze een vrouw met een man worstelen. Ze riep: .. Neem mijn geld. hadji. maar doe mij geen kwaad'" Toen de man bemerkte. dat hij herkend was. vluchtte hij weg. Den volgenden dag zag men den eens zoo rijken hadji geboeid tusschen agenten naar de gevangenis gaan. Arme manl X.
Een Chineesche jongen uit de dessa schreef mij :
Een Javaansche schuiver mengt het opium met een soort tabak. groen van kleur nl. bakal. Ze verdunnen dus het opium; dat is niet. omdat onverdund opium schadelijker is. maar omdat ze anders hun opium te gauw opschuiven. Schuivers kunnen we kennen aan hun vuile baadje. tenminste Javaansche schuivers uit de dessa. Moeder zei: .. Ze kunnen niet eens één cent besteden voor een stukje zeep om hun kleeren te wasschen. En al kunnen ze 't koopen. dan zijn ze te lui"".
-
83 -
T en slotte: XI. O p een dag kwam een man bij den eigenaar van een batikkerij . De man was ziek; daarom gaf de baas hem wat pillen en zei. dat hij dien dag niet behoefde te werken. Na een week kwam hij weer terug. Maar wat was er met hem gebeurd? Hij zag er erger uit en vuil. Gewoonlijk droeg hij een fatsoenlijke kain en zijn haren waren goed gekamd. Doch nu? Zijn oogen zijn diep ingezonken en zijn gezicht is van kleur veranderd. Vroeger had hij zooals andere Javanen een bruine tint. maar nu. bleek. geelachtig en wezenloos. Zelfs zijn loopen is nu veranderd. Het gaat met hem alles nu zoo langzaam. Tóen was hij handig in zijn werk. nü traag. alsof zijn ledematen zwaarder zijn geworden. En waar is de gouden ring. dien hij gewoonlijk aan zijn linkerhand droeg ? Ik zou gaarne weten. wat er in di.: week met hem gebeurd is . .. Zeg Mangoen. ben je al heelemaal beterT' .. Ja tvean". .. En waarom ben je nu zoo langzaam in je werk?" ..Tidak, toean", .. Je moet me eens nauwkeurig ve rtellen, wat er in die zeven dagen met je gebeurd is" . Aarzelend en verlegen antwoordde hij: ..Ik heb opium geschoven, toean". .. Van wien kreeg je dan het geld?" .. Ik heb mijn ring verpand, toean".
84 "En waarom ga je dan opium schuiven? Dat kOJt toch veel geld?" "Ja toean, maar Wirjo was ook eens ziek en toen heeft hij opium geschoven en is beter geworden. Hij vertelde mij dat iemand hem gezegd had, dat er geen betere medicijn is dan opium. Daarom heb ik ook opium gebruikt en ben nu beter". "En ga je dan altijd opium schuiven?" "Ja toean, als ik niet schuif, dan word ik weer zià. Dat heeft Wirjo ook gezegd en hij schuift ook geregeld." "Maar, wat Wil'jo zegt, is heelemaal niet waar." "Ik ben al beter, toean". "Neen. je bent eigenlijk nog ziek. Je zegt maar, dat Je heelemaal beter bent". "Ik gebruik maar èèn mata per dag, toean." Zoo gaat het: De een leert den ander schuiven.
WAT KAN ONZE JEUGD DOEN 1
De Gezondheicübrigade. Laat ons eens luisteren wat Dl'. Peverelli hierover in de Icorte Berichten vertelt: De afdeeling Medisch-Hygiënische Propaganda van den Dienst der Volksgezondheid stelt zich ten doel, de bevolking geleidelijk hygiënische begrippen bij te brengen. Dit moeilijke, maar belanqrijke werk werd reeds op vers.:hillende plaatsen met succes bekroond. Drie jaar geleden werd een poging gedaan om ook het opgroeiend geslacht te betrekken in den strijd tegen slechte en gevaarlijke gewoonten, den strijd tegen de besmettelijke ziekten, die deze landen zoo zeer teisteren. Hoe onnoemelijk veel leed en lijden wordt veroorzaakt door onwetendheid, hoeveel kunnen wij zelven niet bijdragen tot ons levensgeluk door onze gezondheid te bewaken als een kostbaren schat, waarvan de waarde helaas door velen eerst wordt beseft na het doorstaan van een ernstige ziekte. Wij moeten dus de kinderen begrippen bijbrengen omtrent gezondheid en, gebaseerd daarop, trachten hun te leeren gezonde gewoonten aan te nemen. Hangt de toekomstige welvaart van deze landen niet ten nauwste samen met den gezondheidstoestand en is deze niet afhankelijk van ge.onde, hygiënische gewoonten? Velen van U zullen opmerken. dat ook thuis den kinderen reeds goede gewoonten en hygiënische begrippen worden bijgebracht. Gelukkig het kind, dat onder deze omstandigheden verkeert. Maar hoevelen, in het bijzond~r onder het Inheemsche deel van de bevolking , missen dit voorrecht.
-
Padv;lIderij eell d.ek oll/rollend.
87 -
En bovendien, wnt gebeurt er wanneer de kinderen onder de oogen van de ouders vanc1aan zijn? Het kan dus geen kwaad, wanneer de kinderen dat op school nog eens hooren, in een anderen vorm, onder vele vormen. En wat zullen deze gedachten gemakkelijk in het kinderbrein post vatten, wanneer ze geïllustreerd worden door filmvoorstellingen, het bezoek aan een hygiënisch museum en door zelve een blik door den microscoop te werpen, waardoor de wondere wereld van het kleine ook voor hen even ontsluierd woràt. Hoeveel sterker nog wordt dit alles, wanneer de kinderen lid zijn van een schoolvereeniging, met hun eigen onderwijzers als leiders en leermeesters, met insignes, vlaggen, wedstrijden en een schoolblaadje, een vereeniging, die zich ten doel stelt te strijden voor Gezondheid. Dat is de "GEZONDHEIDS-BRIGADE", Gezamenlijk, onderwijzers en artsen, zullen wij werken om den gezondheidstoestand van het kind te bevorderen, om het een inzicht te geven in het wezen en de verspreiding van enkele gevaarlijke ziekten, die in deze tropische landen onze gezondheid bedreigen, en in de bestrijding en voorkoming ervan. En de kennis op school opgedaan, wordt meegenomen naar huis, ook als dit staat in den kampong. Daar zullen de platen van de Brigade opgehangen worden, daar zullen in de toekomst de G.B.-ers werken als kleine propagandisten. Nu na ruim drie jaar werken, zijn ongeveer 30.000 kinderen met een insigne getooid, een schild. dat hen moge beschermen tegen de invloeden van de verraderlijke belagers
- 89van onze gezondheid. En meer dan dit aantal loopt rond, verlangend naar een dergelijk insigne. Op 45 plaatsen in den archipel vinden wij brigades, op 29 plaatsen zijn plaatse!. Comité·s. 504 Scholen zijn aangesloten, daarvan 139 met Hollandsch en 365 met Maleisch als voertaal. 781 Onderwijzers verleen en hun medewerking, waarvan 218 Holl. ~n 563 Mal. sprekenden. Het ledental nadert de 30.000 te weten 6.311 Hollandsch en 22.977 Ma! sprekenden. 2.) Propaganda-maken voor medische ontwenning in de Ziekenhuizen. De volgende ziekenhuizen of klinieken helpen geregeld de opiophagen, welke meestal na een kuur van 2 weken hiervan zijn verlost. In 1931 plm. 2000 personen, in 1932 plm. 2500 personen Oplophallen .11_ b.hand.1d In 1932 In d. vol oen de Hospitalen
I
INH.
I~v-;:-
Zendingshosp. B.ndoeng· Foerwakarta
M.I.ng Klaten
55
4
5 2
24
Keboemen Poer woredjo
Poc r wodadl Solo PoerbollnllOo Modlow.rno (O.I .) Wono.obo
810r. Pollkl. T long Hw. te Semar.ng Pekalonll·n C.S.Z. Batavla
.
Dallkhaar ,'oor hel oogsllll.
Hospit •• 1
Semarano·
Bol.ng iTjigoed ig (Res. Suiten:orll) Vereen, Z ieken zorg Solo
·)JAr.bie ren 3. Europeane n 6.
I
118
15
4 7
3 I 1 5 I
2 28
3 36 273
2 32
I
I
CHIN.
",n, I vr. 7rB 95 345 125 I 37 2 108 1 5 18
"
32 16 10 J
37
2
27 7 10 11
1 I I 2
J8 113
i'!
I
-
91 -
Een mooi voorbeeld hebben wij in de actie van HCS leerlingen te Solo; uit een brief lichten wij het volgende: "U zult wel denken, dat de Anti-Opium HCS Messen "'oIo dood is, want we hebben in een jaar niets meer van ('ns laten hooren. Maar we zijn springlevend. hoor. Dat zal U zeker wel veel plezier doen, maar nog meer plezier zult U hebben, als U hoort, dat onze vereeniging rijk is geworden. Centje voor centje hebben we met z'n allen gespaard. Op ons Spaarbankboekje staat nu al honderd gulden (f, 100.-) zonder de rente. Dat sparen ging wel moeilijk, omdat vele kinderen liever hun centje versnoepten, dan dat zij hun geld offerden, Maar onze onderwijzers lieten elke week door Auw Kwie Tiok, bijgenaamd den Generaal, een jongen uit de tweede klas, het geld ophalen. En als we niet wilden betalen, dan keek hij boos, die kleine jongen. Wij schaamden ons, als wij geen cent bij ons hadden. Zoo kwam het, dat we geregeld onze bijdrage stortten. Vier maanden geleden kwam mijnheer Tan van de Solosche afdeeling der AOV él l eens informeeren, hoeveel geld we in kas hadden. Hij vertelde, dat er in Solo een Anti-Oipumpaviljoen zou worden gebouwd. Dat vonden we erg mooi. We besloten nu het heele bedrag voor dat goede werk te besteden, Dat vindt U natuurlijk buitengewoon goed, nietwaar? Schrijft U ('ns nog eens? Zendt U ons eens een mooi leesboek met ve rhalen over het Opium? We willen er zoo graag nog wat meer van weten. Met beTeefde groeten, ook van onze onderwijzers. Voor de 1.1. der Anti-Opium H .C.S. O. T . H. 1.1. der 7e-klas.
- 92 3.) Propaganda maken dat er in de Oosthoek en in Mid den-Java op den duur een kolonie en doorgangshuis komt voor oud-schuivers, evenals op W.-Java 4.) Verspreiden van pamflctten en platen tcr waarschuwing tegen opium-misbruik. 5.) Prijsvraag. uiterlijk in te zenden voor Juli 1934 echter hoe eerder hoe liever. Voor kder een troostprijs. voor de winners: prachtige geschenken. Dit zijn de vragen en gevraagd wordt een antwoord van minstens 8 á 10 cahierkantjes.
a. Wat hebt ge van het opiumgebruik in Uw omgeving gehoord en zelf gezien? b. Kent ge eenige verhalen of oude sprookjes. waarin opium een rol speelt. Vertelt het eens uitvoerig . c. Schrijf eens eenige gezegden op uit het Javaansch. Maleisch of Chineesch. Wij bedoelen klassieke. maar ook volksgezegden. zooals .. madat ma kan orang ". d. Wordt in Uw omgeving opium nog door den d0ekoen of in den tempel voor offers of medicijn aangewend? Hoe dan ? e. Wat zijn naar je meening de beste wegen om opium te bestrijden? Welke methoden zouden wij kunnen toepassen? Antwoord in te zenden aan het Secretariaat A. D.v. Parapatan 1. Batavia Centrum.
W01l1lur
de Zoon des Alrnschell kom I . . . . . .
95 SCHILDERING VAN HET LAATSTE OORDEEL. Naar de verta ling von Obbln/!.Brollwer.
Matth eus: Wanneer dan de zoon des menschen komt, in zijne heerlijkheid en al de engelen met hem, dan zal hij zich zetten op den troon zijner heerlijkheid, en voor zijn aangezicht zullen alle volkeren verzameld worden. En hij zal hen van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij stellen aan zijne rechterhand en de bokken aan zijne linkerhand. Dan zal de koning spreken tot hen, die aan zijne rechterhand staan: komt, gij gezegenden mijns vaders, beërft het koninkrijk, dat u bereid was van de grondlegging der wereld. W ant ik was hongerig en gij hebt mij te eten gegeven, ik was dorstig en gij hebt mij te drinken gegeven, ik was een vreemdeling en gij hebt mij geherbergd, naakt, en gij hebt mij gekleed, krank, en gij hebt mij bezocht, in de gevangenis, en gij zijt tot mij gekomen.
3\-XXV.
32
33
34
35
36
Dan zullen de rechtvaa rdigen hem a ntwoorden en zeggen : Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en hebben u te eten, of dorstig en hebben u te drinken gegeven ? wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en hebben u geherbergd, of naakt hebben wij u gekleed? en wanneer hebben wij u kranK gezien of in de gevangenis en zijn tot u gekomen? En de koning zal hun antwoorden en zeggen: voorwaar, ik zeg u :
37
38
39 'I Q
voonoover gij dat gedaan hebt aan eenen van dez e mijne geringste broederen , zoo hebt gij het mij gedaan. Dan zal hij ook spreken tot degenen, die aan zijne iinkerhand staan : 4\ gaat \ eg van mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor den duivel en zijne engelen bereid is. Want ik was hongerig en gij hebt mij niet te eten gegeven, 42 ik was dorstig eu gij hebt mij niet te drinken gegeven, ik v. as een vreemdeling en gij hebt mij nk t geherbergd , 43 naakt, en gij hebt mij niet gekleed, krank in de gevangenis, en gij hebt mij niet bezocht.
-
96
Dan zullen ook zij alltwoorden en zeggen: Heer. wanneer hebben Wij u hongerig gezien of vreemdeling of naakt
of dorstig
of krilnk of in de gevangenis. en hebben u niet gediend? Dan zal hij hun antwoorden en zeggen: voorwaar. ik zeg u : voorzoover gij dat niet gedaan hebt aan een dezer geringsten. Zoo hebt gij het ook mij niet geddan. En dezen zullen heengaan in de eeuwige straf. 46 doch de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
-
H
N. V. IIU. 'OIllI"IC, al.