Signalering spraak- en taalproblemen
Signalering spraak- en taalproblemen
1
Inleiding Communiceren en anderen begrijpen is een belangrijk fundament in je leven. Het stelt je in staat grip te krijgen op de wereld om je heen, contacten aan te gaan, zelf begrepen te worden en is de basis van een leven lang leren. Als de ontwikkeling van de communicatie bij jonge kinderen niet goed verloopt kan dit ernstige gevolgen hebben voor het leerproces en het omgaan met anderen. Daarom is vroegtijdige signalering van spraaktaalproblemen van groot belang. Logopedisten zijn op basis van hun opleiding en deskundigheid de aangewezen professionals om de spraaktaalontwikkeling te beoordelen. Juist bij kinderen waarbij de spraaktaalontwikkeling achterblijft is het van belang om onderscheid te maken tussen een taal achterstand en een taalstoornis. Beide problemen vereisen een andere aanpak. De preventieve logopedie stelt zich tot doel om spraak-taalproblemen vroegtijdig te signaleren en te voorzien in passende ondersteuning. Definitie preventieve logopedie: Interventies die uitgevoerd worden door een logopedist, gericht op het bevorderen van de (voorwaarden voor de) normale communicatieve ontwikkeling, teneinde stagnatie in die ontwikkeling of gerelateerde ontwikkelingsgebieden (o.a. sociaal-emotioneel, leerprestaties) te voorkomen (= primaire preventieve logopedie), alsmede interventies die gericht zijn op het vroegtijdig onderkennen van problemen in de (voorwaarden voor de) communicatieve ontwikkeling en/of gerelateerde ontwikkelingsgebieden, teneinde verergering zo snel en effectief mogelijk tegen te gaan (= secundaire preventieve logopedie)
Signalering spraak- en taalproblemen
Uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen staat in het middelpunt van de belangstelling; zowel vanuit de jeugdgezondheidszorg (preventie) als de voor- en vroegschoolse educatie (onderwijs). Er worden (politieke) discussies gevoerd over verplicht bezoek van alle peuters aan de peuterspeelzaal. De handreiking uniforme signalering van taalachterstanden (NCJ) wordt “vertaald” naar een richtlijn voor de jeugdgezondheidszorg. Inmiddels staat vast dat voor- en vroegschoolse educatie (VVE) niet voldoet bij een kind met een spraaktaalontwikkelingsstoornis. U kunt met het inzetten van preventieve logopedie bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van spraak-taalontwikkelingsproblemen waarmee de inzet van VVE efficiënter wordt. Vroegsignalering van spraak-taalproblemen en preventieve voorlichting is een taak uit het basistakenpakket. Recent is de handreiking uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen verschenen (NCJ, 2013). De praktijk wijst uit dat inzet van een logopedist voor het (vroeg)signaleren van spraak-taalproblemen bijdraagt aan een efficiënte en effectieve uitvoering van deze taken, een tijdige inzet van passende ondersteuning, heldere adviezen aan ouders en een kortere behandeling wanneer dit is vereist. Deze brochure geeft een overzicht van preventieve logopedische diensten waarover gemeenten, GGD, samenwerkingsverbanden en scholen kunnen beschikken in het kader van het basistakenpakket JGZ of het onderwijsachterstandenbeleid. De producten zijn zodanig beschreven dat elk product op maat van de opdrachtgever kan worden geleverd. Zo wordt voor iedere vraag gezocht naar een passend aanbod. In overleg met de aanbieder van de producten worden prestatie-indicatoren opgesteld die passen bij uw eigen wensen en inzichten.
3
Signalering spraak- en taalproblemen
Inhoud
4
•
Verkorte weergave van alle producten preventieve logopedie
5
•
Spraak-taalscreening
7
•
Eerste fase diagnostiek spraak en taal
9
•
Spraak-taaldiagnostiek
11
•
Toeleiding verwijzing diagnostiek of behandeling
13
•
Indirecte interventie
15
•
Voorlichting aan ouder en professionals
17
•
Deskundigheidsbevordering / coaching
18
•
Monitoring en evaluatie
20
Signalering spraak- en taalproblemen
Verkorte weergave van alle producten preventieve logopedie Product
Leeftijd
Inhoud
Samenwerking
Inzet logopedie
Spraaktaalscreening
Rond 2 jaar
Bij twijfel over
Gemeente/ GGD/
Na voorselectie door derden ziet
spraaktaalontwikkeling door
thuiszorgorganisatie/
de logopedist het kind en brengt
professional of ouders wordt
peuterspeelzalen/
advies uit
een onderzoek gedaan
kinderdagverblijven
Uitvoering handreiking
Gemeente/ GGD/
Na voorselectie door derden
uniforme signalering van
thuiszorgorganisatie
neemt de logopedist de
2-jarigen
Eerste fasediagnostiek
Regulier
taalachterstanden bij
taalstandaard af en brengt advies
jonge kinderen (NCJ, 2013).
uit
Onderdeel basistakenpakket JGZ. Spraak-taaldiagnostiek
Spraaktaalscreening
Alle leeftijden
Regulier
5-jarigen Toeleiding verwijzing
Op verzoek van derden
Gemeente/ GGD/
Logopedist neemt diagnostische
neemt de logopedist een
thuiszorgorganisatie/
testen af en geeft advies
diagnostische test af en geeft
peuterspeelzalen/
advies
kinderdagverblijven
Onderdeel basistakenpakket
Gemeenten/ GGD/ scholen
JGZ. Alle leeftijden
Alle kinderen worden door de logopedist gescreend
Bij twijfel over de
Gemeente/ GGD/
Na signalering
diagnostiek of
spraaktaalontwikkeling geeft
thuiszorgorganisatie/
spraaktaalproblematiek
behandeling
de logopedist advies en
peuterspeelzalen/
leidt logopedist ouders toe
ondersteuning op maat
kinderdagverblijven
naar nadere diagnostiek en behandeling
5
Signalering spraak- en taalproblemen
Indirecte interventie
Alle leeftijden
Zonder dat sprake is
Gemeente/ GGD/
De logopedist geeft algemene
van behandeling geeft
thuiszorgorganisatie/
adviezen over het stimuleren van
de logopedist tips aan
peuterspeelzalen/
de spraaktaalontwikkeling aan
ouders en anderen om de
kinderdagverblijven/
ouders, context van het gezin,
spraaktaalontwikkeling te
scholen
of andere bij het kind betrokken
stimuleren
professionals
Voorlichting aan ouders
Niet van
Voorlichting over
Gemeente/ GGD/
Logopedist wordt ingezet
en professionals
toepassing
spraaktaalontwikkeling
thuiszorgorganisatie/
om specifieke voorlichting of
is onderdeel van
peuterspeelzalen/
deskundigheidsbevordering
basistakenpakket JGZ
kinderdagverblijven/
te geven over de
scholen
spraaktaalontwikkeling
Niet van
Alle professionals die toezien
Gemeente/ GGD/
De logopedist geeft trainingen
toepassing
op de ontwikkeling van
thuiszorgorganisatie/
aan en begeleidt de bij het kind
kinderen kunnen worden
peuterspeelzalen/
betrokken professionals
geschoold op het gebied
kinderdagverblijven/
van (vroeg)signalering van
scholen
spraaktaalstoornissen Monitoring en evaluatie
Alle leeftijden
Door monitoring kan advies
Gemeente/ GGD/
De logopedist neemt deel aan
op maat worden gegeven over
thuiszorgorganisatie/
de evaluatie van trajecten die
grotere groepen
peuterspeelzalen/
betrekking hebben op de spraak-
kinderdagverblijven/
en taalontwikkeling.
scholen
6
Signalering spraak- en taalproblemen
Spraak-taalscreening Inhoud Wanneer er twijfels zijn over de spraaktaalontwikkeling van een kind kan de logopedist een screening afnemen of een groepsobservatie in de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf doen. Als vangnet voor kinderen bij wie spraak-/ taalachterstanden tijdens de 2-jarigenscreening nog niet vastgesteld kunnen worden of de problemen pas later ontstaan, is er de 5-jarigenscreening. Uit de screening volgt een advies aan de ouders voor verdere diagnostiek of logopedische aandacht per kind. Er vindt een terugkoppeling plaats naar de opdrachtgever.
Werkvorm Bij screening of vroegsignalering van twee- en driejarigen neemt de logopedist een test af, bijvoorbeeld op peuterspeelzalen/ kinderdagverblijven bij kinderen met risico op een spraaktaalachterstand. Bij vroegsignalering ziet de logopedist die kinderen die op basis van twijfels over de spraaktaalontwikkeling uit een groep worden gehaald. Deze selectie kan zowel door een consultatiebureau medewerker als door een pedagogisch medewerker of de ouders zijn geweest. De screening is ontwikkeld voor de vijfjarigen. Deze vindt individueel plaats met behulp van het Logopedische Screenings Instrument of in de groep met behulp van een gestandaardiseerd observatie-instrument. Een screening betekent dat alle kinderen van een leeftijdsgroep worden gezien.
7
Signalering spraak- en taalproblemen
Een screening kost weinig tijd per kind en na afloop is pluis/ niet pluis vastgesteld. Bij een niet pluis zal de logopedist het kind voor nader onderzoek doorsturen. De groepsobservatie kost minder tijd en geeft een algemener beeld dan de individuele screening. De vraag die in beide gevallen beantwoord wordt, is of er mogelijk sprake is van een spraaktaalachterstand c.q. stoornis. Bij de individuele screening let de logopedist onder andere op gespreksvaardigheid, woordenschat, zinsbegrip en productie, logisch redeneren, auditieve vaardigheden, articulatie, mondgedrag, vloeiend spreken en stem. Bij de groepsobservatie let de logopedist op taalbegrip en -productie, articulatie, interactie en concentratie. Om een betrouwbaar beeld te krijgen observeert zij de kinderen tijdens verschillende activiteiten, zoals in een kringgesprek, tijdens het doen van opdrachten en in vrij spel, ook op het schoolplein. In combinatie met de groepsobservatie neemt de logopedist bij de leerkracht een interview af.
Instrument Voor dit product worden de gestandaardiseerde instrumenten SNEL (Spraak- en taal Normen Eerste Lijn) of het taalscreeningsinstrument (TSI) gebruikt.
Prestatie-indicatoren In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan:
8
•
Het aantal individuele screeningen of kinderen die gezien zijn
•
Het aantal verwijzingen
•
De gevonden stoornissen, volgens de internationale standaard ICF
•
De wijze van terugkoppeling aan de opdrachtgever
•
Evaluatieverslag
Signalering spraak- en taalproblemen
Eerste fase diagnostiek Inhoud Tijdens het periodiek consult van tweejarige kinderen beoordeelt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige de spraaktaalontwikkeling met het van Wiechenonderzoek/ SNEL (Spraak- en taal Normen Eerste Lijn). Wanneer een kind op de 2-jarigenscreening “twijfel”scoort, kan de logopedist eerste fasediagnostiek uitvoeren. Dit is een gerichte observatie van de communicatie en spraak- en taalvaardigheid van het kind aan de hand waarvan de spraaktaalontwikkeling wordt beoordeeld. Uit onderzoek1 blijkt dat 5 tot 7% van de kinderen een taalontwikkelingsstoornis heeft. De verwachting is dat bij inzet van de handreiking ongeveer 2% van de kinderen wordt verwezen voor eerste fasediagnostiek.
Werkvormen Logopedisch spreekuur: tijdens een spreekuur observeert de logopedist de spraak- taalontwikkeling van het kind met behulp van de Taalstandaard. Daarbij wordt, het liefst in de thuissituatie, breed naar de ontwikkeling van een kind gekeken. De handreiking uniforme signalering van taalachterstanden2 beschrijft de hantering van de Taalstandaard. Observatie: de logopedist komt voor directe observatie in de thuissituatie, op de groep in de (VVE-) peuterspeelzaal, kinderdagverblijf.
1
Law, J., Lindsay, G., Peacey, N., Gascoigne M., Soloff, N., Radford, J., Band, S., & Fitzgerald L. (2000). Provision for Children with Speech and Language Needs In England and Wales: Facilitating Communication Between Education and Health Services. DfES Publications: www.dfes.gov.uk/research/
2
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid(NCJ, 2013) Handreiking Uniforme signalering taalachterstanden
9
Signalering spraak- en taalproblemen
Daarbij wordt gebruik gemaakt van observatieformulieren waarbij de taalontwikkeling van een kind wordt beoordeeld. De uitkomsten worden besproken met ouders en eventueel pedagogisch medewerker. Bij noodzaak worden vervolgstappen geïnitieerd.
Instrument Voor het beoordelen van spraaktaalontwikkeling in de eerste fasediagnostiek wordt de Taalstandaard gebruikt. In de handleiding van de Taalstandaard staat beschreven dat de afname gemiddeld een uur per kind vraagt. Daarbij is geen rekening gehouden met administratie- en reistijd. Prestatie-indicatoren In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan:
10
•
Het aantal kinderen dat gezien is
•
Het aantal verwijzingen
•
De gevonden stoornissen, volgens de internationale standaard ICF
•
De wijze van terugkoppeling aan de opdrachtgever
•
Evaluatieverslag
Signalering spraak- en taalproblemen
Spraak-taaldiagnostiek Inhoud Op indicatie van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige, ouders, pedagogisch medewerkster of leerkracht verricht de logopedist diagnostisch onderzoek naar de spraaktaalontwikkeling van een individueel kind. Daarbij wordt gekeken naar de wijze waarop het kind deel kan nemen aan de (voor) schoolse activiteiten in termen van activiteiten en participatieniveau zoals het deel kunnen nemen aan een kringgesprek en het kunnen uiten van wensen.
Werkvormen Logopedisch spreekuur: de logopedist verricht tijdens een spreekuur op het consultatiebureau, uitgebreide diagnostiek met genormeerde taaltestinstrumenten om de ernst en de aard van de taalachterstand in kaart te brengen. De tijdsinvestering hangt af van de mate van ernst van de stoornis. Na afloop is een logopedische diagnose vastgesteld. Deze wordt met de ouders besproken. Er vindt een terugkoppeling plaats naar de (jeugd)arts. Onderzoek op indicatie: op locatie (peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, basisschool) met genormeerde instrumenten. De tijdsinvestering hangt af van de mate van ernst van de stoornis. Na afloop is een logopedische diagnose vastgesteld. Deze wordt met de ouders besproken. Er vindt een terugkoppeling plaats naar de (jeugd)arts.
3
De COTAN beoordeelt psychodiagnostische instrumenten waaronder tests, vragenlijsten en observatieschalen
11
Signalering spraak- en taalproblemen
Instrument Voor het diagnosticeren van de spraaktaalontwikkeling worden COTAN3 genormeerde taaltestinstrumenten gebruikt. Voor meer informatie over COTAN www.cotan.nl
Prestatie-indicatoren In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan: Het aantal kinderen dat gezien is Het aantal verwijzingen De gevonden stoornissen, volgens de internationale standaard ICF De wijze van terugkoppeling aan de opdrachtgever Evaluatieverslag
12
Signalering spraak- en taalproblemen
Toeleiding verwijzing diagnostiek of behandeling Inhoud Na signalering van een spraaktaalachterstand wordt de logopedist geraadpleegd over het vervolgtraject: het op verwijzing toeleiden naar diagnostiek en/of behandeling. In een gesprek met ouders kan de logopedist hen informeren over de gevolgen van een spraaktaalachterstand en wat de mogelijkheden zijn voor diagnostiek en behandeling.
Werkvorm Logopedisch spreekuur: hierin wordt ouders inzicht gegeven in de spraak-taalproblemen van hun kind. De logopedist regelt de toeleiding naar een multidisciplinair taalteam voor nadere diagnostiek of de toeleiding naar logopedische behandeling in een logopediepraktijk.
Instrument Het KITS-2 protocol van de FENAC4 wordt gebruikt voor toeleiding naar multidisciplinair onderzoek in een audiologisch centrum5. Dit protocol wordt uitgevoerd bij: •
kinderen jonger dan 3 jaar bij twijfels over de taalontwikkeling
•
kinderen tussen 3-4 jaar met een duidelijke taalprobleem
•
kinderen vanaf 4 jaar die onvoldoende vooruitgang hebben geboekt in de logopedische behandeling
• 4 5
meertalige kinderen met een probleem in de taal die zij het best beheersen (thuistaal) FENAC: FENAC is de Nederlandse Federatie van Audiologische Centra. Het audiologisch centrum is het centrum voor gehoor, taal en spraak.
13
Signalering spraak- en taalproblemen
Bij oudere kinderen wordt verwezen bij een ernstige spraaktaalachterstand of bij een vermoeden van een combinatie met andere problematiek.
Prestatie-indicatoren In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan:
14
•
Het aantal kinderen dat gezien is
•
Het aantal verwijzingen
•
De gevonden stoornissen, volgens de internationale standaard ICF
•
De wijze van terugkoppeling aan de opdrachtgever
•
Evaluatieverslag
Signalering spraak- en taalproblemen
Indirecte interventie Inhoud Naar aanleiding van het signaleren van spraak-taalproblemen kan indirecte interventie nodig zijn. De logopedist geeft adviezen over het stimuleren van de spraaktaalontwikkeling aan ouders, de sociale omgeving van het kind, of andere bij het kind betrokken professionals (pedagogisch medewerkers peuterspeelzaal of kinderdagverblijf, leerkrachten, jeugdarts/ jeugdverpleegkundigen).
Werkvormen Telefonische consultatie: de logopedist wordt telefonisch geconsulteerd door ouders of andere betrokken professionals; Logopedisch spreekuur: na observatie door logopedist of op verzoek van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige geeft de logopedist aan ouders adviezen op maat voor de spraaktaalontwikkeling van hun kind; Deelname aan multidisciplinair overleg: de logopedist maakt deel uit van de multidisciplinaire overleggen op o.a. (voor-)scholen. Door deelname aan (multidisciplinaire) overleggen verhoogt en onderhoudt de preventief werkende logopedist de signaalgevoeligheid van de professionals voor logopedische stoornissen, o.a. stoornissen die zich op latere leeftijd ontwikkelen of behandeld kunnen worden (stoornis in de auditieve vaardigheden of fonetische stoornissen). Instrumenten Er wordt gebruik gemaakt van de communicatieprincipes uit taalstimuleringsprogramma’s zoals TOLK of Hanen. Dit zijn programma’s waarbij ouders met behulp van film, kijkvragen en heldere principes om de taal te stimuleren, actief betrokken worden bij de taalstimulering van hun kind.
15
Signalering spraak- en taalproblemen
Prestatie-indicatoren In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan:
16
•
Het aantal ouders dat gezien/ gesproken is
•
De aard van de adviezen
•
De wijze van terugkoppeling aan de opdrachtgever
•
Evaluatieverslag
Signalering spraak- en taalproblemen
Voorlichting aan ouders en professionals Inhoud De logopedist geeft voorlichting aan ouders en betrokken professionals (pedagogisch medewerkers peuterspeelzaal en kinderdagverblijf, leerkrachten, jeugdarts/ jeugdverpleegkundige) over normale spraaktaalverwerving, verschil tussen taalachterstand en taalontwikkelingsstoornis, taalstimulering en de signalering van spraak-taalproblemen. Daarnaast kan voorlichting gegeven worden over meertaligheid/ meertalig opvoeden, stem, stotteren, mondzorg/ afwijkend mondgedrag en luisteren/ horen. Dit product is gericht op de brede doelgroep van ouders en betrokken professionals en is niet specifiek gericht op individuele kinderen.
Werkvorm Voorlichting: de logopedist geeft voorlichting binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin, op peuterspeelzalen/ kinderdagverblijven, basisscholen en bibliotheken aan professionals en ouders; De inhoud en duur van de voorlichting wordt afgestemd op de vraag en de doelgroep. Spreekuur: Centrum voor Jeugd en Gezin/ telefonisch (e-mail)spreekuur van de logopedist: de logopedist is op gezette tijden beschikbaar voor vragen.
Prestatie-indicator In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan: Evaluatieverslag naar aanleiding van een kwalitatieve en kwantitatieve enquête bij de deelnemers, mondeling of schriftelijk. 17
Signalering spraak- en taalproblemen
Deskundigheidsbevordering/ coaching Inhoud De logopedist geeft trainingen aan en begeleidt de bij het kind betrokken professionals (kinderdagverblijf en peuterspeelzaal medewerkers, leerkrachten, jeugdarts/ jeugdverpleegkundigen). Het doel is het bevorderen van de kennis over normale spraaktaalontwikkeling, over het verschil tussen een taalachterstand en een taalontwikkelingsstoornis en over de signalering van spraak-taalproblemen. De logopedist kan dit ook combineren met individuele begeleiding van een beroepskracht op de werkvloer.
Werkvormen Eén of meerdaagse trainingen. Taalstimuleringsprogramma; Project: de logopedist kan spraaktaalstimuleringsprojecten opzetten op peuterspeelzalen en basisscholen bij voorbeeld over de fase van beginnende geletterdheid of meertaligheid/ meertalig opvoeden; De inhoud van de training is op maat en afgestemd op de vraag en de doelgroep. Coaching: middels coaching en het aanbieden van cursussen ondersteunt de logopedist de leerkrachten en peuterspeelzaalmedewerkers bij het signaleren van spraak- taalproblemen, bij het begeleid verwijzen (toeleiding) wanneer ouders onvoldoende de spraaktaalproblematiek inzien, of bij het opstellen van een handelingsplan. In overleg worden het aantal individuele- en groepscoachingsmomenten vastgesteld.
18
Signalering spraak- en taalproblemen
Instrumenten Een programma als TOLK of Hanen (signalering en taalstimulering). Dit zijn programma’s waarbij ouders met behulp van film, kijkvragen en heldere principes om de taal te stimuleren, actief betrokken worden bij de taalstimulering van hun kind. Prestatie-indicator In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan: Evaluatieverslag naar aanleiding van een kwalitatieve en kwantitatieve enquête bij de deelnemers, mondeling of schriftelijk.
19
Signalering spraak- en taalproblemen
Monitoring en evaluatie Inhoud De logopedist neemt deel aan de evaluatie van trajecten van de gemeente die betrekking hebben op de spraak- en taalontwikkeling. Een voorbeeld is evaluatie van VVE-trajecten door systematische monitoring van VVE-kinderen in het basisonderwijs: Een nulmeting bij de start van het basisschool (4 jaar) •
een tussenevaluatie (5jaar)
•
een eindevaluatie (6 jaar)
In samenwerking met het onderwijs wordt de evaluatie uitgevoerd, besproken, het vervolgtraject bepaald en gezorgd voor registratie met betrekking tot de gegevens van het individuele kind en de verantwoording van het VVE-traject.
Werkvormen Systematische evaluatie: Op afgesproken evaluatiemomenten gegevens verzamelen over taalvaardigheid met afgesproken instrumenten.
Instrumenten Onderdelen van COTAN genormeerde taaltestinstrumenten en observatie-instrumenten.
Prestatie-indicator In overleg met de opdrachtgever worden per product prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan een overzicht van verzamelde gegevens met analyse. 20
Signalering spraak- en taalproblemen
Voor vragen over deze informatie kan contact worden opgenomen met de logopedist die het u aanbood of kunt u contact opnemen met de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie www.nvlf.nl © 2014
Colofon Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met: Vakgroep preventieve logopedie van GGD Nederland, en de volgende NVLF-medewerkers: Bea Kunst-Verberne Elly Cox Marguerite Boersma Marliek Schulte Ruud Nannes
21