Signalering en Diagnostiek bij getraumatiseerde kinderen
Anja Meenhuys, GZ-Psycholoog
Wat is een trauma? (DSM-IV) • De persoon heeft ervaren, waargenomen of is geconfronteerd met een gebeurtenis of gebeurtenissen die te maken hebben met doodsbedreiging of ernstige verwondingen of een dreiging met fysiek geweld naar zichzelf of anderen. • De reactie van de persoon bevatte intense angst. • Hulpeloosheid. • Verschrikking en afgrijzen. • Opmerking: bij kinderen kan zich dit uiten in chaotisch of geagiteerd gedrag.
Posttraumatische stressklachten (DSM-IV) • Herbelevingen, bijvoorbeeld steeds terugkerende zich opdringende herinneringen, nachtmerries of flashbacks. • Vermijding van prikkels zoals gedachten, gevoelens, activiteiten en plaatsen die geassocieerd zijn met het trauma. • Verhoogde prikkelbaarheid, zoals slaap- en concentratieproblemen, overmatige waakzaamheid en schrikreacties.
Reacties bij kinderen en adolescenten na traumatische ervaringen Kinderen vertonen in verschillende ontwikkelingsfasen uiteenlopende reacties op schokkende gebeurtenissen, die niet altijd meteen zijn te herkennen als posttraumatische stressreacties (Cohen en Mannarino, 2004)
Reacties bij kinderen na traumatische ervaringen Naast de symptomen genoemd in de DSM-IV kan ook sprake zijn van: 1-6 jaar: •Regressief, agressief en destructief gedrag •Separatieangst •Posttraumatisch spel •Angst om te gaan slapen en dromen over monsters
Reacties bij kinderen na traumatische ervaringen 6-12 jaar: •Piekeren (schuld, verantwoordelijkheid). •Concentratieproblemen en verslechtering van schoolprestaties. •Agressieve en angstinducerende fantasieën. •Herhalen van het trauma in spel, tekeningen en gesprek. •Overspoeld raken door verdriet en angsten. •Slaapproblemen en nachtmerries. •Lichamelijke klachten (hoofdpijn, buikpijn).
Reacties bij kinderen na traumatische ervaringen 12-18 jaar: •Schaamte en schuldgevoelens. •Angst om “abnormaal” gevonden te worden. •Agressieve en destructieve fantasieën. •Grote kans op risicovol gedrag. •Toename conflicten met ouders. •Zich terugtrekken. •Middelenmisbruik. (Beer en de Roos, 2008)
Verwerking bij kinderen: 80% verwerkt een gebeurtenis zonder hulpverlening 20% ontwikkelt problemen Factoren die hierbij een rol spelen: • de aard van de gebeurtenis • hoe het kind functioneerde vóór de gebeurtenis • het temperament van het kind • de vaardigheden van het kind • de vaardigheden van de ouders • de reactie van de ouders
Wat is seksueel misbruik?
Seksuele contacten van (jong) volwassenen met kinderen jonger dan 16 jaar, die plaatsvinden tegen de zin van het kind of zonder dat het kind deze contacten kan weigeren. Daders zetten het kind emotioneel onder druk, dwingen het of weten door hun overwicht te bereiken dat het zich niet aan de seksuele toenaderingen kan onttrekken.
Hoe vaak komt seksueel misbruik voor?
Bijna 40% van alle vrouwen heeft vóór hun 16e levensjaar één of meer negatieve ervaringen met seksueel misbruik. Ruim 15 % van de vrouwen voor het 16e levensjaar een negatieve seksuele ervaring meegemaakt met een familielid. Ongeveer 24 % van de vrouwen voor het 16e levensjaar geconfronteerd met (meestal eenmalig) seksueel misbruik door iemand die niet toe de familiekring behoorde; een oudere jongen, onderwijzer, buurman.
Signalen
“ÉÉN SIGNAAL IS GEEN SIGNAAL”
SIGNALEN SEKSUEEL MISBRUIK • • • • • • • • • • • • •
Angst voor aanraken. Angst voor mannen/ vrees voor bepaalde mensen of plekken. Zich niet durven uitkleden (bijv. bij sport). Een negatief lichaamsbeeld. Overwaakzaamheid. Buitensporige schrikreactie. Zeer beperkte mogelijkheden tot het uiten van affectie. Niet durven genieten van dingen. Plotselinge terugval schoolprestaties. Plotselinge verandering in gedrag of relaties met anderen. Concentratieproblemen. Spraakproblemen en taalverwerkingsstoornissen. Spijbelen.
SIGNALEN SEKSUEEL MISBRUIK • Vroeg op school komen en laat weggaan en weinig of nooit afwezig zijn. • Weinig/slechte relaties met leeftijdsgenoten of een onvermogen vrienden te maken. • Niet deelnemen aan schoolse en sociale activiteiten. • Zeer meegaand gedrag. • Gebrek aan vertrouwen/ negatief zelfbeeld. • Praten over een nieuwe, oudere vriend en daar vaak komen. • Geheimpje hebben met een volwassene en daar niet over (mogen) praten. • Depressieve gevoelens/plotselinge wisseling in de stemming. • Zelfverwonding. • Zeer veel problemen in de pubertijd. • Slaapproblemen (nachtmerries, bang voor donker, bang voor monsters). • Toiletvrees of angst voor plassen en/of drukken. • Pijn bij ontlasten en/of urineren.
SIGNALEN SEKSUEEL MISBRUIK • • • • • • • • • • • •
Sperma in anus, vagina of keel. Bloed in ondergoed bij jonge kinderen. Publiekelijk masturberen en tonen van geslachtsdelen. Moeite met het aangaan van vriendschappen. Ontbreken van fantasie in spel en veel agressie in spel. Agressief gedrag/ delinquent gedrag. Niet bij de leeftijd passend seksueel gedrag vertonen. Verlies van eetlust/eetproblemen/herhaald optredende buikpijnen. Duimzuigen/bedplassen/ nagelbijten. Plotseling over veel zakgeld beschikken. Stijf of niet durven bewegen (benen of billen stijf tegen elkaar). ‘Vleugeltjes ‘ als schouders.
(Bron: o.a. ‘’Seksueel misbruik van jonge kinderen’’ door Francien Lamers-Winkelman)
SIGNALEN BINNEN HET GEZIN • Zeer gesloten gezin (sociaal geïsoleerd, vijandig tegenover de buitenwereld, geen echte vriendschapsrelaties). • Overheersende vader. • Onderdanige, zwakke moeder. • Gebrek aan werkelijke betrokkenheid en genegenheid. • Kind draagt veel gezinsverantwoordelijkheid, krijgt veel volwassen taken. • Ongebruikelijke slaap- en bad/douche situaties.
(Bron: o.a. ‘’Seksueel misbruik van jonge kinderen’’ door Francien Lamers-Winkelman)
NORMALE GEDRAGINGEN VAN KINDEREN Peuters en kleuters: • • • • •
Nieuwsgierig naar hun eigen lichaam en van anderen. Bloot fijn vinden, spelen met hun geslachtsdelen. Ontdekken jongen/meisje zijn. ‘vieze’ woorden leren. Seksuele spelletjes; doktertje spelen, vader en moedertje spelen.
NORMALE GEDRAGINGEN VAN KINDEREN Basisschoolkinderen: • • • •
Experimenteren met seks, maar meer in het verborgene. Gaan zich schamen. Aan hun eigen geslachtsdeel zitten; aanraken, strelen. Seksuele spelletjes met een ander kind (doktertje spelen, elkaars geslachtsdelen bekijken/aanraken).
NORMALE GEDRAGINGEN VAN KINDEREN Pubertijd: • • • • • • •
Begin pubertijd (meisjes rond 10e, jongens rond 12e jaar). Grote lichamelijke veranderingen. Seksuele fantasieën. Meer schaamte/onzekerheid over eigen lichaam. Interesse in seks in de media. Zelfbevrediging in privé-omgeving . Rond 14-15 jaar zoeken jongens en meisjes persoonlijker contact met elkaar. • Één op de drie zestienjarigen heeft ervaring met geslachtsgemeenschap. • Rond hun 18e verjaardag heeft ongeveer de helft van de jongen hun eerste geslachtsgemeenschap.
ATTITUDE
• • • •
Open houding Goed kunnen observeren Alert zijn Bespreekbaar durven maken
VERMOEDEN SEKSUEEL MISBRUIK • • • • • •
Oberveer het kind gedurende een periode aandachtig. Overleggen met collega/vertrouwenspersoon. Probeer met het kind te praten. Gesprek met ouders/verzorgers. Melding doen (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling ,AMK). Overleg hulpverleners ; BJZ, GGZ.
Hulpverleningstraject Aanmelding door Artsen (o.a. Huisarts/kinderarts)
Aanmelding door BJZ
Intake bij Gelderse Roos
Onderzoeksvraag: - (Spel-)Observatie - Psychiatrisch onderzoek - Psychologisch onderzoek - Systeemtaxatie
Indicatieoverleg in het Team
Start Behandeling
SMK (Seksueel Misbruik Kinderen) • • • • •
Rijnstate ziekenhuis Zedenpolitie BJZ (AMK) GGD Gelderse Roos, afdeling Jeugd