Signalen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij baby’s en peuters Screening in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen Mieke Dereu Mieke Meirsschaut Inge Schietecatte Griet Pattyn Dr. Ruth Raymaekers Dr. Petra Warreyn Prof. Dr. Herbert Roeyers
In samenwerking met :
Met de steun van :
Universiteit Gent – Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen – Vakgroep Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie – Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen
1
Overzicht 1. Inleiding 2. Vroege sociaal-communicatieve vaardigheden 3. De signaallijst nader bekeken
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
2
Deel 1: Inleiding
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
3
Autisme – Wat is het? • autisme of autismespectrumstoornis (ASS) • pervasieve ontwikkelingsstoornis • beperkingen op 3 domeinen: - sociale interactie - verbale en non-verbale communicatie - beperkte, zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag, interesses en activiteiten Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
4
Sociale subtypes • afzijdig: weinig initiatief, weinig interactie • passief: weinig initiatief, wel interactie • actief-maar-bizar: wel initiatief, wel interactie, maar ‘vreemd’ gemeenschappelijk: gebrek aan wederkerigheid Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
5
• Voorkomen – autismespectrumstoornis: 6 op 1000 – verhouding jongens/meisjes: 4 op 1
• Diagnose – in Vlaanderen gemiddeld gesteld op 5;9 jaar – subtiele kenmerken nochtans al zichtbaar op 9 à 12 maand – ouders bewust van problemen op 18 maand – al stabiele diagnose mogelijk op 2 jaar Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
6
Waarom screenen naar ASS bij baby’s en peuters? • vroege diagnose – vroege behandeling mogelijk – betere vooruitzichten voor ontwikkeling kind • realistischer instellen verwachtingen t.a.v. kind: ouders hebben vaak al toekomstbeeld voor de geboorte dat ze zullen moeten bijstellen
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
7
Waarom screenen naar ASS bij baby’s en peuters? • afwijkende gedrag kind beter begrijpen, zodat afstemming opvoeding mogelijk wordt • gezinsuitbreiding: nieuwe broertjes en zusjes hebben veel meer kans om ook ASS te hebben – ouders hebben het recht dit te weten • “shopping” vermijden: vaak jarenlang doorverwijzen voordat juiste diagnose wordt gesteld Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
8
Deel 2: Vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
9
Vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden •
drie vaardigheden: 1. imitatie 2. delen van aandacht 3. doen-alsofspel
• •
beperkt bij ASS van belang voor algemene ontwikkeling, in het bijzonder cognitieve, sociale, emotionele en taalontwikkeling Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
10
1. Imitatie • identiek herhalen van : -
gezichtsuitdrukkingen gebaren manipulaties van voorwerpen of andere handelingen van een persoon
• vermoedelijk aangeboren vaardigheid Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
11
bij ASS: • vooral bij jonge kinderen problemen, zowel bij imiteren van lichaamsbewegingen (niet of minder precies) als bij acties op voorwerpen • lijkt te verbeteren met de stijgende leeftijd • complexe vormen van imitatie blijven altijd moeilijk • indien imitatie, eerder doel dan manier waarop Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
12
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
13
2. Gedeelde aandacht • delen van aandacht met iemand anders over iets of iemand anders (normaal vanaf 9 maand) • op vragende/imperatieve wijze bv. “Koek?” • op declaratieve wijze bv. “Kijk, vliegtuig!” • volgend of initiërend Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
14
bij ASS problemen met: • volgen van iemands blikrichting • declaratief wijzen of tonen • vragend/imperatief wijzen (bij heel jonge kinderen) • reactie op onbekende, dubbelzinnige gedragingen/situaties • reactie op onbekend speelgoed • expressie van emoties Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
15
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
16
3. doen – alsofspel (normaal vanaf 18 maand) - doen alsof een voorwerp iets anders is - niet-bestaande eigenschap aan iets toekennen - zich een niet-aanwezig voorwerp inbeelden
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
17
bij ASS : • duidelijk minder spontaan spel • soms doen – alsofspel in duidelijke, gestructureerde situaties, maar minder flexibel, creatief, gevarieerd. • verbetering met stijgende leeftijd
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
18
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
19
Vroege sociaalcommunicatieve beperkingen vroege signalen voor ASS verwerkt in aantal controlevragen
= signaallijst Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
20
Deel 3: De signaallijst nader bekeken
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
21
Domein sociale interacties • sociale gerichtheid • gedeelde aandacht
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
22
Domein sociale interacties • sociale gerichtheid: – de mens is een sociaal wezen; zelfs baby’s glimlachen naar andere mensen, hebben plezier in spelletjes, kijken liever naar mensen dan naar voorwerpen, … – kinderen met autisme vertonen deze sociale gerichtheid niet of in mindere mate; ze maken nauwelijks onderscheid tussen mensen en voorwerpen
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
23
Domein sociale interacties Item 14 van de signaallijst: Het kind verkiest alleen te zijn; bv. het kind zoekt geen gezelschap bij andere kinderen of volwassenen, is niet geïnteresseerd in andere kinderen, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
24
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
25
Domein sociale interacties Item 5 van de signaallijst: Het kind vertoont zelden/nooit een sociale glimlach; bv. het kind glimlacht niet wanneer hij/zij mensen ontmoet/begroet, hij/zij glimlacht niet naar anderen tijdens oogcontact/interactie/spelen, … Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
26
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
27
Domein sociale interacties Item 23 van de signaallijst: Het kind gebruikt de hand van een andere persoon als instrument om een gewenst voorwerp te bemachtigen.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
28
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
29
Domein sociale interacties Item 21 van de signaallijst: Het kind strekt de armpjes zelden/nooit uit wanneer hij/zij zal of wil opgepakt worden.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
30
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
31
Domein sociale interacties Item 11 van de signaallijst: Het kind beleeft zelden/nooit plezier aan spelletjes (zoals kiekeboe, in het rond gezwierd worden, in de lucht gegooid worden, …).
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
32
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
33
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
34
Domein sociale interacties • sociale gerichtheid • gedeelde aandacht: plezier/bezigheden delen – zelf spontaan plezier/bezigheden proberen te delen (initiërend) – reageren op verzoek van een andere persoon om plezier/bezigheden te delen (volgend) Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
35
Domein sociale interacties Item 15 van de signaallijst: Het kind kijkt zelden/nooit mee naar een voorwerp/persoon/gebeurtenis waarnaar je wijst, hij/zij volgt zelden/nooit spontaan je blik.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
36
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
37
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
38
Domein sociale interacties Item 16 van de signaallijst: Het kind wijst zelden/nooit naar een voorwerp/persoon/gebeurtenis om zijn/haar interesse erin aan je duidelijk te maken.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
39
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
40
Domein sociale interacties Item 17 van de signaallijst: Het kind komt zelden/nooit voorwerpen aan je tonen om zijn/haar interesse erin aan je duidelijk te maken.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
41
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
42
Domein communicatie • • • •
taalproductie reageren op communicatie non-verbale communicatie imitatie Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
43
Domein communicatie • taalproductie: – mensen communiceren o.a. via taal – in het begin van de taalontwikkeling kan je zien dat baby’s brabbelen of woorden gebruiken om je aandacht te krijgen, om met je te communiceren – veel kinderen met autisme hebben een vertraagde taalontwikkeling Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
44
Domein communicatie – sommige kinderen met autisme spreken helemaal niet, andere leren spreken maar gebruiken taal amper om te communiceren – kinderen met autisme die kunnen spreken, praten vaak met een eigenaardige intonatie, vertonen echolalie, eigenaardig woordgebruik, … Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
45
Domein communicatie Items 26 tot 29 van de signaallijst:
Kon het kind brabbelen op 12 maanden? Kon het kind enkele losse woorden gebruiken op 16 maanden? Kon het kind spontaan twee-woordzinnen vormen op 24 maanden? Heeft het kind een achteruitgang in zijn/haar taalontwikkeling vertoond? Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
46
Domein communicatie • taalproductie • reageren op communicatie: – wanneer je een kind bij zijn of haar naam noemt, zal dat kind naar je kijken en zo ingaan op je vraag om met hem of haar te communiceren – veel kinderen met autisme reageren niet meteen wanneer je hun naam noemt; soms moet je hun naam heel vaak noemen voor ze reageren Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
47
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
48
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
49
Domein communicatie Item 3 van de signaallijst: Het kind reageert zelden/nooit als je zijn/haar naam noemt.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
50
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
51
Domein communicatie • taalproductie • reageren op communicatie • non-verbale communicatie: – oogcontact: tijdens sociale interacties maken mensen oogcontact; sommige kinderen met autisme doen dit zelden of op een eigenaardige manier
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
52
Domein communicatie – gebaren: mensen maken gedurende sociale interacties ook gebruik van gebaren om iets te communiceren; sommige kinderen met autisme doen dit niet – gelaatsuitdrukking: tijdens sociale interacties kan je aan andere mensen hun gelaatsuitdrukking zien hoe die persoon zich voelt; bij kinderen met autisme is dit vaak niet zo Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
53
Domein communicatie Item 1 van de signaallijst:
Het kind maakt zelden/nooit oogcontact; bv. hij/zij verbergt de ogen, vermijdt directe blik of kijkt weg als je hem/haar in de ogen wilt kijken of als je hem/haar aanspreekt, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
54
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
55
Domein communicatie Item 2 van de signaallijst: Het kind maakt abnormaal oogcontact; bv. hij/zij staart, lijkt door je heen te kijken, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
56
Domein communicatie Item 13 van de signaallijst: Het kind gebruikt zelden/nooit gebaren (zoals vaarwel wuiven, ja knikken, nee schudden, …).
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
57
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
58
Domein communicatie Item 19 van de signaallijst:
Het kind toont bij activiteiten/interacties zelden/nooit gelaatsuitdrukkingen, hij/zij toont zelden/nooit zijn/haar emoties (zoals woede, verbazing, verwarring, schrik, vreugde, verdriet, ontevredenheid, …). Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
59
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
60
Domein communicatie • • • •
taalproductie reageren op communicatie non-verbale communicatie imitatie: – de vaardigheid om te imiteren is bij de mens aangeboren – door deze vaardigheid (samen met de gedeelde aandacht) zijn we in staat om taal te leren – sommige kinderen met autisme tonen deze vaardigheid zelden of nooit Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
61
Domein communicatie Item 12 van de signaallijst: Het kind imiteert zelden/nooit bewegingen of geluiden van anderen.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
62
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
63
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
64
Domein rigiditeit/stereotypieën • spel • vreemde reactie op prikkels • stereotypieën Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
65
Domein rigiditeit/stereotypieën •
spel: – kinderen leren hun omgeving en hun eigen mogelijkheden kennen door te spelen: 1. door te verkennen wat ze allemaal kunnen doen met een speeltje => manipulatief spel 2. door speelgoed te leren gebruiken in de functie waarvoor het bedoeld is => functioneel spel 3. door te ‘doen alsof’ => doen - alsofspel of symbolisch spel
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
66
Domein rigiditeit/stereotypieën – bij kinderen met autisme is deze spelontwikkeling vaak verstoord: • ze spelen nauwelijks • ze spelen steeds op dezelfde wijze met speeltjes (bv. draaien, speelgoed op een rij zetten, …) • ze spelen enkel met delen van voorwerpen (bv. enkel aan de wieltjes van auto’s draaien) – bovendien hebben ze moeite met ‘doen alsof’ omwille van hun rigiditeit/beperkte fantasie Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
67
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 10 van de signaallijst: Het kind vertoont weinig gevarieerd manipulatief spel (manipulatief spel = een voorwerp bekijken, erop slaan, eraan voelen, …).
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
68
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
69
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 20 van de signaallijst: Het kind vertoont zelden/nooit functioneel spel (functioneel spel = spelmateriaal op de gepaste wijze gebruiken; bv. slaan met een hamer, een fopspeen in de mond van een pop steken, …). Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
70
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
71
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 25 van de signaallijst: Het kind vertoont zelden/nooit symbolisch spel (symbolisch spel of doen – alsofspel; bv. een kopje naar de mond brengen om te doen alsof hij/zij drinkt, een banaan als telefoonhoorn gebruiken en doen alsof hij/zij telefoneert, spelen met een pop en doen alsof de pop kan lopen, alsof de pop tegen hem/haar of andere poppen praat, …). Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
72
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
73
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
74
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 6 van de signaallijst: Het kind vertoont maar een beperkte activiteit; bv. het kind speelt niet zonder aanmoediging, is heel stil, heeft een gebrek aan nieuwsgierigheid, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
75
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 24 van de signaallijst: Het kind heeft een buitengewone interesse in bepaalde voorwerpen (bv. voorwerpen die blinken/glinsteren of auto’s), in bewegende voorwerpen (bv. wasmachines/ ventilators) of in delen van voorwerpen (bv. wieltjes van een auto), hij/zij rangschikt vaak voorwerpen op een rij, laat steeds voorwerpen draaien of steekt alles in de mond. Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
76
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
77
Domein rigiditeit/stereotypieën • Spel • Vreemde reactie op prikkels: Kinderen met autisme hebben soms een eigenaardige reactie op geluiden, op lichtinval, op aanrakingen, … – sommige kinderen reageren helemaal niet op geluiden of enkel op bepaalde geluiden (bv. enkel op gefluister of op het geluid van voorbijrijdende wagens) – sommige kinderen lijken overgevoelig te zijn voor bepaalde geluiden Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
78
Domein rigiditeit/stereotypieën – sommige kinderen houden niet van aanrakingen, andere kinderen willen zelf alles aanraken – sommige kinderen bekijken alles van héél dichtbij, gaan overal aan ruiken of likken – door bepaalde stimuli (licht, geluid, een verandering in de omgeving, bepaalde kleuren) kunnen ze heel erg schrikken of boos worden Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
79
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 7 van de signaallijst: Het kind wordt niet graag aangeraakt of geknuffeld.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
80
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 4 van de signaallijst: Het kind reageert zelden/nooit op geluiden in de omgeving, lijkt doof te zijn.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
81
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 9 van de signaallijst: Het kind vertoont vreemd zintuiglijk gedrag; bv. aan voorwerpen gaan likken, voelen of ruiken, fel licht in de ogen laten spelen, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
82
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
83
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 18 van de signaallijst: Het kind reageert snel gefrustreerd op veranderingen in de omgeving, hij/zij toont een overdreven reactie bij een kleine bron van frustratie.
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
84
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
85
Domein rigiditeit/stereotypieën • Spel • Vreemde reactie op prikkels • Stereotypieën: kinderen met autisme vertonen vaak stereotiepe en zich herhalende motorische maniërismen: – fladderen met de handen – wiegen – friemelen met de vingers net voor het eigen gezicht – complexe bewegingen of houdingen met het hele lichaam –… Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
86
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 8 van de signaallijst: Het kind vertoont stereotiep gedrag; bv. heen en weer schommelen, met de handen fladderen, heel vaak naar de eigen handen kijken, …
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
87
Domein rigiditeit/stereotypieën Item 22 van signaallijst: Het kind vertoont ongewone houdingen; bv. hij/zij zit met de benen in elkaar gestrengeld, met het hoofd tegen de voeten, hij/zij huppelt of loopt steeds op de tenen, … Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
88
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
89
Autisme herkennen op jonge leeftijd zelden is er sprake van een absoluut ontbreken van vaardigheden zoals oogcontact, taal, spel, … in vergelijking met kinderen die zich normaal ontwikkelen vertonen ze deze sociaal-communicatieve vaardigheden wél opvallend minder frequent en is de kwaliteit van de vaardigheden afwijkend Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
90
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
91
Bedankt voor jullie aandacht… • zijn er nog vragen, bedenkingen,…? • KDV’s die wensen mee te werken kunnen alvast naam + adres opgeven en krijgen een startpakket mee • later inschrijven kan via onderstaande contactgegevens: – Tel: 09/264.86.94 – Email:
[email protected]
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
92
– Post:
t.a.v. Mieke Dereu, Mieke Meirsschaut of Ruth Raymaekers Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie Henri Dunantlaan 2 9000 Gent
Deze vorming werd mogelijk gemaakt door: Steunpunt Expertisenetwerken
Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby’s en peuters
93