Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT
BIOREACTOREN UIT SCHIEDAM APPLIKON’S JAN VAN DE BURG: NACHTEN BIJ DE MULTI-TITRATOR
3 15e jaargang oktober 2006
• NEDERLAND KAN WINNEN! • STRATEGIEPROJECT HERLEID NAAR BELEID • TECHNOLOGY-DRIVE IN TWEEDE KAMER
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Rubrieken Milieu ■
Wet en regelgeving ■
Modern Times
21
Bewust zijn
Federatienieuws ■
14
Cao-lonen
Column Freek Rooze ■
11
Wet Werken aan Winst...
HRM & Arbeidsmarkt ■
8
REACH-regelgeving...
22
Strategieproject herleid naar beleid
41
Interview Ronald Kortenhorst 27 ■
Technology-drive
Technologiebeleid ■
Stevig investeren in kennis
Export ■
48 51
52
Europees aanbesteden
Informatie
2
4
43
Niets is te dol Wat was er eerder: de sensor of het meetprobleem? Hoe breng je applicatie en technologische mogelijkheid met elkaar in contact?
46
Strategieproject Laboratorium Technologie afgerond
Medische technologie ■
Voor de meesten van ons is de vakantie al weer bijna vergeten. Was u er dit jaar ook zo aan toe?
“Als je instrumenten ontwikkelt, móét je wel de wereldmarkt op.”
Nationale PROFIBUS dag 2006
Laboratorium Technologie ■
45
Applikon: van kennis naar toepassing
Bewust zijn
Benchmark voor system integrators
PROFIBUS ■
43
Voedingsmiddelenindustrie...
Industriële Automatisering ■
42
Niets is te dol
MinacNed ■
21
41
Tien jaar Platform Omgevingstechnologie
STC ■
40
“Moore meer”
PLOT ■
34
Electronics & Automation 2007
Industriële Elektronica ■
32
Congresprogramma
E&A 2007 ■
Een veelbesproken onderwerp, die Wet van Moore
Ondernemers industrie blijven zeer optimistisch
HET 2006 ■
“Moore meer”
30
Ness Europe maakt gebruik van PSB-regeling
Conjunctuur ■
29
56
34
Crime Scene Investigation verbroedert bedrijven LiveLab in het teken van moord met brandstichting
signalement oktober 2006
47
Kruisbestuiving
Charlie Chaplin en nu ook Bob Dylan hebben het erover. Allemaal proberen we wel eens onze tijd te duiden. Die is natuurlijk altijd modern. Tegelijk willen we ook allemaal wel graag als klassiek, tijdloos waardevol, worden gezien. Natuurlijk zijn de meesten van ons in de branche gewoon alleen maar heel actief bezig om geld te verdienen. Toch proef je het zelfs in die setting. De technologiebranches dragen altijd een beetje die ambitie, iets neerzetten in de tijd dat die tijd overleeft. We zitten niet voor niets dicht aan tegen de wetenschappelijke wereld. Bij Chaplin gebeurt er in zijn film van alles, maar ten langen leste blijft hij zelf de zwerver zonder geld die hij altijd al was. Passanten als we zijn, zetten we steeds overal wat gammele paaltjes en zijn we geneigd door te draven. Je ziet het Charlie doen. Zo veel illusie hoeven we ons niet te maken. De mijlpaal van vijftig jaar FHI verdwijnt al bijna weer uit beeld. De zesentwintigste editie van HET Instrument is nu even het belangrijkste en, dat is waar ook, er komen verkiezingen aan. Hoe heette ook alweer die man die een paar jaar geleden tijdens de verkiezingsstrijd werd vermoord? We doen van alles aan technologieontwikkeling om mensen langer te laten leven, een prettiger leven te laten leiden. En waar leidt het toe? We gaan zo veel eten en drinken dat de gemiddelde levensverwachting alleen maar naar beneden gaat. Als het waar is dat ‘science’, exacte wetenschapsresultaten zo’n beetje de enige menselijke bezigheid is die echt cumulatief is, dan zitten we nog aardig goed. Althans, dan tellen we in onze branche allemaal mee. In kunst en cultuur beklijft alleen het werk van een paar onsterfelijken. Niemand heeft tot nu toe het werk van de oude Bach kunnen verbeteren. Bob Dylan moest weer helemaal opnieuw beginnen. Elke natuurkundestudent kan op het werk van Einstein voortbouwen en nieuwe dingen uitvinden door Einsteins’ fouten te elimineren. Ook al leidt het allemaal tot weinig of niets van eeuwigheidswaarde, intussen blijft het natuurlijk verschrikkelijk leuk, ook die plaatjes van de machines van Charlie Chaplin. En hij hield er wel iets aan over: een relatie. Daar gaat het uiteindelijk in onze brancheactiviteiten toch vooral om, relaties. Dat is de eeuwigheidswaarde van alle moderne tijden. Kees Groeneveld
Procestechnologen en industriële automatiseerders raakten naar aanleiding van de Productie Proces Automatiseringdag van 2005 met elkaar in discussie
signalement oktober 2006
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MET JAN VAN BURG
Applikon: van kennis naar toepassing “Als je instrumenten ontwikkelt, móét je wel de wereldmarkt op.”
Van Burg raakte in 1970 betrokken bij de verkoop van laboratoriuminstrumenten toen hij bij Pieterman Glasindustrie begon als hoofd van het Projectenbureau. In 1973 werd een splitsing van activiteiten doorgevoerd, wat leidde tot de oprichting van Applikon, nog wel een volle dochter van de Glasindustrie. “Dat was een strategische beweging. De Glasindustrie kreeg steeds meer producten – spiegels, meubelglas, glas voor schepen, voor vliegtuigen, verwarmd glas, technische coatings… en ook een heel aantal dat voortvloeide uit de vele technische vertegenwoordigingen. Om al die marken goed te kunnen bewerken, werden er verkoopgroepen samengesteld die zich gingen bezighouden met de verschillende product-marktcombinaties.” Applikon kwam onder Van Burgs leiding. “We hielden ons toen nog met heel andere zaken bezig dan tegenwoordig. Zo hadden we een eigen glasblazerij waar 35 man werkte. Maar allengs raakte glas uit de mode… ik denk even aan de jeneverfabrieken hier in Schiedam, of aan Ketjen in Amsterdam. Die begonnen het glas in hun procesapparatuur, ooit onontbeerlijk vanwege de chemische bestendigheid, te vervangen door kunststoffen zoals Teflon en ook door rvs.”
Applikon’s president Jan van Burg is een man met twee benen stevig in de Schiedamse klei. Een vriendelijke maar gedecideerde selfmade man met een onbetwistbare dosis natuurlijk gezag. Niemand die Van Burg iets wijs maakt. Hij bouwde in 33 jaar een bedrijf op dat zich op velerlei gebied, van analytische systemen tot biotechnologie, kan meten met de grootsten.
4
signalement oktober 2006
In 1974 werd definitief alle glas afgestoten. Applikon ging zich nu helemaal richten op de laboratoriummarkt. Bij Pieterman Glasindustrie waren in de loop der tijd talloze agenturen en technische vertegenwoordigingen ondergebracht, waaronder een aantal op het gebied van technisch-wetenschappelijke apparatuur. Op hun producten zou Applikon zich helemaal gaan toeleggen. De belangrijkste kwamen van het Zwitserse Metrohm AG, dat elektrochemische analyse-instrumenten voor laboratoria maakte en al sinds de jaren vijftig door Pieterman werd vertegenwoordigd. “En de tijd was voorbij dat je zonder kennis van zaken met een instrument naar een professor kon stappen om hem zelf te laten uitleggen wat je hem wilde verkopen”, memoreert Van Burg geamuseerd. “Dus kwamen er nieuwe verkopers met een hbo-analytische achtergrond, die op voet van gelijkheid met de klant konden communiceren.” Tot 1980 zou Applikon zich voornamelijk bezighouden met analytische apparatuur bestemd voor Nederlandse laboratoria. Daarin kwam een kentering toen grote
signalement oktober 2006
industrieën zoals Dow Chemical en DSM met vragen kwamen om de geleverde Metrohmapparatuur te automatiseren en systemen te bouwen die online konden functioneren een soort van analyserobots die heel dicht bij de reactor of bij de procesleidingen konden worden geplaatst. “De eerste microprocessors die beschikbaar kwamen, de 8080 en snel daarna de 8085 van Intel, gebruikten wij als basis voor deze nieuwe systemen”, herinnert Van Burg zich. “Daar zie je al het karakter ontstaan van wat Applikon zou blijven typeren: zelf apparatuur ontwikkelen op het moment dat de markt daarom vraagt, gericht op de technieken die in ons laboratoriumprogramma voorhanden waren. Dan heb ik het over Metrohm, over pH-meters, geleidbaarheidmeters, titratie-apparatuur, voltammetrie, polarografie, ion-analyse zoals ionchromatografie, de kernpunten dus. Vandaar ook de naam Applikon: we wilden verkopen op basis van applicatie. En het achtervoegsel ‘kon’ klonk in elk geval lekker Zwitsers.”
dit is een hint – kun je niet alleen voor de Nederlandse markt aan het werk houden”, waarschuwt Van Burg. “Daarvoor is de markt veel te klein. Je moet de wereldmarkt op. Indertijd ging het om twee grote gebieden: Europa en de VS. Japan speelde geen rol: daar kwam je niet binnen. China was nog niet zo ver; en India zeker niet. Dus in onze eerste pogingen richtten wij ons op de VS en op Duitsland, Frankrijk, Engeland en Italië.”
U startte ter plaatse verkooporganisaties op? “Met vallen en opstaan”, beaamt Jan van Burg. “We begonnen in Austin, Texas. Dat kantoor werd in 1988 weer gesloten, waarna we een deel hebben ondergebracht bij Metrohm in New York. Het deel biotechnologie dat inmiddels was ontwikkeld, verhuisden we naar een van de belangrijkste streken op dat gebied: de Bay Area bij San Francisco. Hier in Nederland hebben we de diversificatie hard doorgezet: naast de laboratoriumgroep betrof dat de activiteiten biotechnologie en online analyse. Eerst waren dat nog werkdivisies, later zijn er twee bv’s van gemaakt: Applikon Analytical en Applikon Biotechnology. In Analytical vind je de groep Laboratorium terug – het pakket dat wij elders inkopen, deels in Zwitserland, deels in de VS, bestemd voor de Nederlandse markt – en de groep Analyzers. En in Biotechnology bemoeien we ons met fermentoren, bioreactoren, bestemd voor wereldwijde verkoop. Fysiek op een locatie, maar wel volledig gescheiden. Samen zijn hier zo’n 125 werknemers actief: biotechnologie met 65, analytical met 60. Beide groepen hebben vestigingen en distributors in het buitenland.”
Nam u de Zwitsers werk uit handen? “Inderdaad. De Zwitsers hadden een industrieel programma wat mij erg aansprak en wij waren dan ook een van hun grootste afnemers. Metrohm had een apparaat in het programma dat online de gevraagde actie kon uitvoeren, de multi-titrator. Ik heb er nachten bij zoekgebracht om het apparaat aan de gang te krijgen. En uiteindelijk hebben we toen zelf iets gebouwd: de ADI 2020 proces analyzer. ADI staat voor Applikon Dependable Instrument. De eerste werd geplaatst bij Dow Chemical in de Voranol-
“Ik heb nachten bij de multi-titrator doorgebracht om het apparaat aan de gang te krijgen. Uiteindelijk hebben we zelf iets gebouwd” fabriek. De volgende ging naar DSM en ook Akzo kocht er een. Tegenwoordig wordt dit soort apparaten ook voor afvalwater gebruikt.” Na het succes van de ADI 2020 werd meteen het avontuur met het buitenland gezocht. “Een bedrijf dat instrumenten ontwikkelt - en
U hebt bewust altijd het heft in eigen hand gehouden? “Wezenlijk aan Applikon is dat wij zelf ontwikkelen en zelf produceren. We ontwerpen moduletechnisch en laten veel onderdelen elders maken. De finale assemblage gebeurt zo dicht mogelijk
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MET JAN VAN BURG
bij de klant, de apparatuur is zodanig opgezet dat de distributors in het buitenland die zelf kunnen samenvoegen. Voor de kleine distributors maken we hier het complete systeem, waarna het wordt verscheept. Maar bijvoorbeeld in de VS, in Duitsland of Korea,
sensoren, redoxsensoren, zuurstofsensoren… alles wat je maar kunt bedenken bij ionanalyse. Met andere zaken dan ionanalyse houden we ons overigens niet bezig - geen gaschromatografie dus. Wij richten ons op alles wat we maar in vloeistofvorm
“De eerste analyzers die we voor Dow bouwden namen drie, vier maanden in beslag. Nu bouwen we er een in zes uur” daar assembleren ze zelf. De apparatuur is nadrukkelijk moduletechnisch opgezet. Onze analyzers zijn multifunctioneel en worden naar klantenwens opgebouwd. Dat dek je natuurlijk nooit honderd procent af, maar negentig procent lukt wel. De meeste apparatuur wordt dus opgebouwd met standaardmodules die we hier in serie vervaardigen. De tijd van klantorder tot verzending is daarmee aanzienlijk verkort. De eerste analyzers die we voor Dow bouwden, namen drie, vier maanden in beslag. Nu bouwen we een analyzer in zes uur.”
kunnen brengen om de ionen te meten, of dat nu een zak chips is of lucht. Dat laatste is overigens een interessante ontwikkeling waar we het afgelopen jaar met ECN in Petten hard aan hebben gewerkt: fijnstof in lucht is een heel belangrijk item aan het worden. Met ons systeem MARGA kunnen we gassen en aerosolen scheiden. Op basis van
ionmetingen laten zich vervolgens niet alleen zaken voorspellen op het gebied van klimaatverandering en milieu, ook cleanrooms kunnen er belangrijke informatie aan ontlenen.”
Waar stemt u zo’n ontwikkeling op af, hoe weet u welke kant het uit moet? “Onze ontwikkeling is uiteraard heel klantgericht. In dit geval bleek bij onze laboratoriumgroep dat er vanuit ECN in Petten veel vraag kwam naar ionchromatograafonderdelen. We hadden wel een flauwe notie wat ze ermee wilden, maar een van de buitendienstmedewerkers tipte ons om er echt eens te gaan kijken. Tja, en dan moet je zíén wat je daar als bedrijf mee kunt. Dat is de uitdaging. Wij zijn nagegaan of wij van de wens bij ECN een standaardproject konden maken. Dat is altijd een wisselwerking met de klant. In dit geval leidde een en ander al snel tot een licentieovereenkomst.”
Betekent dat ook dat de ontwikkeling exclusief voor ECN is? “Met dit systeem is dat niet het geval. Applikon heeft de rechten om MARGA wereldwijd te verkopen”, aldus Henri
“Het moet ook wel modulair zijn”, vult Henri Stappaerts aan. Hij is sinds 1983 betrokken bij Applikon, laatstelijk als marketing- en sales manager van de Laboratoriumgroep. Hij volgde Van Burg op in het bestuur van de branche Laboratorium Technologie, neemt zitting in de tentoonstellingscommissie van HET Instrument en is betrokken bij het Strategieproject en COAST. Stappaerts, die zich vooral bezighoudt met de grote Nederlandse accounts, vervolgt: “Ook al lijken productieprocessen op elkaar of is het eindproduct hetzelfde, het kan goed zijn dat er tijdens de productontwikkeling heel andere analyses moeten worden verricht. De samenstelling van de monsters varieert, het een is troebel, het andere helder… dat heeft direct invloed op de benodigde configuratie van de analyzer.” “We hebben driehonderd, vierhonderd modules die er, afhankelijk van de door de klant gekozen applicatie, door de engineer worden ingezet. Dan moet je denken aan normale of zeer nauwkeurige dosering, aan pH-
6
Stappaerts. De marketing- en sales manager vindt het een mooi voorbeeld van de combinatie die Applikon sterk maakt: enerzijds de handelstak die laboratoriumapparatuur verkoopt en anderzijds de analyzer-divisie en de biotechnology-divisie die producten kunnen ontwikkelen. “Vragen die bij onze buitendienst binnenkomen, blijven geen vragen - we kunnen er concreet mee aan de slag”, vervolgt hij. “Zo zijn er door de hele geschiedenis van Applikon heen pro-ducten geïnitieerd vanuit de laboratoriumhoek. Een lange lijst. Ook zijn er hier producten ontstaan die later zijn overgenomen door Metrohm, waar ze verder worden ontwikkeld.”
Hoe is Applikon in biotechnologie verzeild geraakt? “Dat is eigenlijk weer op dezelfde manier gegaan”, legt Van Burg uit. “Applikon had een vertegenwoordiging voor Franse bioreactoren. Onze klanten waren daar niet helemaal tevreden mee, vooral waar het de meet- en regelapparatuur betrof. Toen hebben we zelf iets ontwikkeld. Nu staat die apparatuur overal waar research op het gebied van de biotechnologie plaatsvindt. Ook hier is samenwerking met anderen heel belangrijk. Vanaf het vroegste uur hebben we samengewerkt met de TU Delft - daar zitten we ook vlakbij. Onze directeur van Applikon Biotechnology, Oudshoorn, komt van de TU Delft en werkte al in zijn studietijd met onze apparaten. Maar ook Wageningen, Twente, Amsterdam… je moet met de gehele universitaire en
institutionele wereld verkeren om op de hoogte zijn en te blijven.”
Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van bioreactoren? Gaat het echt richting kleiner en kleiner? “Op dit moment bouwen wij al bioreactoren van een paar milliliter en we hebben zelfs meegewerkt aan een type van een tiende milliliter, waarvan er 48 of 96 in één apparaat zijn ondergebracht. Nu streven wij ook niet naar honderdduizend liter - 1500 is bij ons de maximale grootte. Bij Genentec bijvoorbeeld willen onderzoekers heel snel resultaten zien. Dan is het van belang om met zo weinig mogelijk medium te werken. Tot nog toe werd er gewerkt met bioreactoren van een tot drie liter, soms wel zestig op een rij, zalen vol. De inspanning om elke keer een nieuwe kloon in te brengen, te kweken en te begeleiden en de reactor ook weer schoon te maken, is enorm. De oplossing is gezocht in miniaturisering en in recyclebare wegwerpdelen. Tegenwoordig kunnen er wel 600 bioreactoren op een rij.”
Staat Nederland zijn mannetje als we het hebben over instrumentatie? “Wat er in de wereld aan Nederlandse instrumentatie wordt gebruikt, is mager. Op de innoverende en producerende markt voor instrumentatie stelt Nederland niet veel voor. Dat is eigenlijk jammer, omdat we wel de infrastructuur hebben. Maar Nederlanders zijn VOC’ers… handelaren. Je kunt niet bedenken wat er in de wereld wordt gemaakt of het wordt hier wel verkocht. Hoeveel leden heeft
de branche Laboratorium Technologie? Zo’n 260? De meeste daarvan zijn inkopende en verkopende organisaties die zelf niets voortbrengen.”
In hoeverre dwingt de concurrentie u in een bepaalde richting? “Je kunt niet zitten slapen. Maar anderzijds zijn de eisen die er aan producenten worden gesteld, enorm toegenomen. Wat wij in het begin leverden aan Genentec of Bayer, paste administratief op de achterkant van een sigarendoos. Tegenwoordig staan naast elke doos met apparatuur nog twee dozen met papierwerk ter validering, met alle testen die je hebt moeten uitvoeren. Dat heeft invloed op het bestaan van bedrijven. Toen wij met biotechnologie begonnen, waren er wereldwijd zestien bedrijven mee bezig. Tegenwoordig hebben we het over zes leveranciers van redelijke omvang, Japan niet meegerekend.”
Is de concurrentie desondanks zo sterk dat u op prijs moet verkopen? “In dat straatje komen wij ook terecht. En het is niet goed als de prijs die je voor een systeem krijgt, geen afspiegeling meer is van de inspanning die je hebt moeten leveren…”
Wat stelt u er tegenover? “Innoveren. En ergens anders inkopen. Veel bedrijven doen dat al, dat is geen nieuwtje. Je moet wel. Als je ergens anders kunt produceren tegen een uurloon dat veel lager is dan hier… ‘klontje’ dat je een keer verhuist.” <
Genentec Van Burg werd begin jaren tachtig uitgenodigd door Genentec in San Francisco, toen nog een bedrijf van 300 man. Nu werken er vele duizenden. Genentec had begrepen dat Applikon via haar vestiging in Austin, Texas ook bioreactoren verkocht. Twee dagen heeft Van Burg mogen uitleggen wat er bij Applikon mogelijk was, daarna was hij nog eens vier dagen bezig met het noteren van de specificaties zoals Genentec die voor ogen had. Sindsdien is Applikon Genentec’s leverancier van bioreactoren. Bovendien bleek het bedrijf een soort kweekvijver – werknemers die in andere bedrijven met biotechnologie aan de slag gingen, kochten ook weer bioreactoren van Applikon, die daarmee een belangrijke speler in de Bay Area werd.
Metrohm MARGA: het meten van fijnstof in de lucht
signalement oktober 2006
Metrohm begon in 1943 met de ontwikkeling van ondermeer radio’s. Daar kwam bijvoorbeeld het roemruchte hifibedrijf Studer Revox uit voort. Een andere tak sloeg de chemierichting in en begon
signalement oktober 2006
met pH-meters. De nadruk in het productenprogramma kwam te liggen op het analyseren van ionen in vloeistoffen. Metrohm is een stichting met ideële doelstellingen zoals je die van een stichting mag verwachten. Hoofdzaak is om de werkgelegenheid in het Appenzeller-land rond Sankt Gallen zeker te stellen. Verder wil Metrohm een goede belastingbetaler zijn. Milieu staat ook hoog op de ranglijst. En een aanzienlijk deel van de winst vloeit terug naar ontwikkeling. Wat er over blijft, is voor de lokale gemeenschap. Daar wordt een zwembad van gebouwd, bijvoorbeeld. Een strategische overweging speelde overigens ook een rol: de stichtingvorm voorkomt vijandelijke overname. Produceren is in Zwitserland niet eenvoudig. De loonkosten zijn jarenlang buitenproportioneel geweest. Toch wist Metrohm te overleven, meestal door te investeren in automatisering. In sommige gevallen was het bedrijf daarin koploper, bijvoorbeeld toen het als derde in Europa - na Philips en Siemens - met dikkefilm-techniek startte. <
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU
■ MILIEU
Producent moet VROM informeren over inzameling en recycling
REACH-regelgeving: wat kunt u nu al doen? Anticipeer tijdig op tijdrovende zaken
De Nederlandse wettelijke kaders voor de uitvoering van de nieuwe Europese richtlijn zijn vastgelegd in de Regeling Beheer Elektr(on)ische Apparatuur (REA).
Frits H. Von Meijenfeldt
Naar verwachting treedt omstreeks 1 april 2007 de Europese REACHverordening in werking. In Brussel wordt nu nog onderhandeld over de definitieve tekst. Eind dit jaar zullen definitieve knopen worden doorgehakt over de uiteindelijke tekst van REACH. REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische Stoffen. Een EU-verordening betekent dat de regelgeving die erin is opgenomen, rechtstreekse werking heeft voor het gehele bedrijfsleven in alle 25 EU-lidstaten. Wat kunt u nu al doen? Het merendeel van de verplichtingen voor de bedrijven zal pas één jaar na de inwerkingtreding van de verordening, dus omstreeks 1 april 2008, gaan gelden. Dat lijkt ver weg, maar let op uw zaak! Alle chemische stoffen die binnen de EU op de markt worden gebracht door EUproducenten of door importeurs moeten gefaseerd worden geregistreerd bij het nieuw op te richten Europese Agentschap voor Chemische stoffen te Helsinki. Het moment van registratie (na drie, zes of elf jaar) is afhankelijk van de aard van de stof en het volume waarin de stof op de markt wordt gebracht. Aan het gebruik van sommige milieugevaarlijke stoffen zijn overigens thans reeds beperkingen gesteld.
Op grond van de REACH-verordening blijft de mogelijkheid om gebruiksbeperkingen te stellen aan chemische stoffen, bestaan.
Inventarisatie De registratieplicht voor chemische stoffen leidt ertoe dat producenten of importeurs van stoffen binnen hun eigen bedrijfsvoering op bedrijfseconomische en markttechnische gronden zullen afwegen of zij die productie of import willen continueren. Voor de meeste bedrijven in technologische branches geldt dat ze zelf geen chemische stoffen produceren. Wél kopen ze chemische stoffen, of halffabrikaten waarin chemische stoffen zijn verwerkt, op de Europese markt of ze importeren deze. Voor elk bedrijf is het daarom van belang tijdig te inventariseren of de chemische stoffen of halffabrikaten die nodig zijn voor de bedrijfsvoering, ook in de toekomst nog door leverancier(s) zullen worden geleverd. Dat zal men moeten navragen bij de leverancier(s). Mochten leveranties in de toekomst niet verzekerd zijn, dan moet men omzien naar andere leveranciers of desnoods naar andere stoffen met vergelijkbare eigenschappen. Of naar technologische innovaties om ook zonder
die stoffen producten te kunnen blijven leveren. Dat zijn tijdrovende zaken, waarop tijdig moet worden geanticipeerd. Het is overigens niet de verwachting dat veel stoffen van de markt zullen verdwijnen. Maar als uw leverancier bepaalde stoffen of halffabrikaten niet meer levert, omdat ze te gevaarlijk zijn of omdat registratie ervan als te kostbaar wordt gezien, kan dat uw bedrijfsvoering in de problemen brengen. Het is dus zaak tijdig te weten welke stoffen in uw productieproces van cruciaal belang zijn voor de continuïteit van uw bedrijf. Meer informatie over REACH is te vinden op de website www.vrom.nl/reach. Frits H. Von Meijenfeldt Clustermanager Ministerie van Economische Zaken <
Deze regeling is op 13 augustus 2004 van kracht geworden. De REA stelt dat de producent de minister van VROM binnen zes maanden na afloop van elk kalenderjaar dient te informeren over de uitvoering van het beheer inclusief de resultaten van het inzamelen en recyclen van afgedankte elektr(on)ische apparaten. Hierbij worden specifieke eisen gesteld aan rapportages over zowel de aantallen apparaten die in de markt zijn gezet als over de aantallen
Veel zaken op het gebied van de Nederlandse milieuwet- en regelgeving vloeien voort uit Europese richtlijnen. Vragen op het gebied van milieuregelgeving vanuit de leden worden geïnventariseerd en besproken binnen de milieuwerkgroep. Daarnaast wordt door de werkgroep op handen zijnde en nieuwe milieuregelgeving in de gaten gehouden en beoordeeld in hoeverre deze relevant is of kan worden voor de FHI-branches. Waar nodig worden de FHI-leden over relevante regelgeving geïnformeerd en adviseert de werkgroep het FHI-bestuur over mogelijke gezamenlijke acties en reacties. Ook worden er contacten onderhouden met andere relevante organisaties en overheidsinstanties.
Uit bovenstaande wordt duidelijk hoe belangrijk het is dat de werkgroep is samengesteld uit mensen die beroepsmatig goed op de hoogte zijn van de huidige en op handen zijnde milieuregelgeving. Momenteel bestaat de milieuwerkgroep uit de heren Beek (Adquipment Medical), Aryan Wassink (Varian), Segers (Agilent Technologies), Jehee (Fluke), mevrouw
signalement oktober 2006
De rapportage aan VROM over het kalenderjaar 2005 is inmiddels door RTA ingediend. <
FHI-milieuwerkgroep
Insiders gewenst
8
afgewerkte apparaten die zijn ingezameld voor verwerking. Voor de verwerking dienen tevens de percentages voor nuttige toepassing en hergebruik te worden aangegeven. Voor de bij RTA aangesloten bedrijven wordt deze rapportage verzorgd door Stichting RTA, die hiervoor de door de bedrijven ingediende kwartaalrapportages en de inzamel- en verwerkingsrapporten van de RTA-partner Shanks Nederland B.V. gebruikt.
signalement oktober 2006
Beuting (Hach Lange), de heer Palthe, (Vos Instrumenten) en vanuit FHI Andreas Meijer (branchemanager Laboratorium Technologie), Henk de Folter (Manager RTA en consultant) en Joas van Lent (RTA).
Informeren Eén van de doelstellingen van de werkgroep is om de leden van FHI te informeren over milieuwet- en regelgeving die op de FHI-branches van toepassing zijn. Dit gebeurt via de bestaande communicatiekanalen van FHI/RTA. Te denken valt aan het Signalement, nieuwsbrieven, de website (ook in het besloten FHI-ledendeel) of artikelen in de lokale pers. De onderwerpen die op dit moment op de agenda staan en die u ook kunt terugvinden op het besloten FHI-ledenweb zijn: WEEE, RoHS, REACH, Eco Design, Besluit Verpakkingen, Batterijrichtlijn. Kunt u een bijdrage leveren aan de milieuwerkgroep, eenmalig of als lid van de werkgroep, of kent u iemand waarvan u vindt dat deze in de FHImilieuwerkgroep zou moeten participeren, neemt u dan even contact met ons op? (Andreas Meijer tel (033) 465 70 07 of e-mail:
[email protected].) <
9
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU
■ WET- EN REGELGEVING
Besluit Verpakkingen - nog even niet
Waarom Arbodienst in combinatie met Ziekteverzuimverzekering?
FHI houdt de vinger aan de pols Besluit verpakkingen, 29 september 2006 Zoals u wellicht via de pers of anders hebt vernomen zijn er nu twee uitvoeringsorganisaties die goedkeuring hebben ontvangen voor hun bij VROM/ SenterNovem ingediende mededeling. Dat zijn Nedvang en BVNL. Er zijn echter ook nog veel andere organisaties die een plan hebben ingediend die nog geen goed- of afkeur hebben gekregen. Op dit moment worden door ons de voorwaarden voor definitieve inschrijving en de mogelijkheden voor clusterinschrijving geëvalueerd. Ons definitief advies kunt u binnen enkele weken verwachten. Mocht het u zijn ontgaan, op 21 juli heeft FHI aan al haar leden per e-mail een bericht gestuurd over de stand van zaken rondom het Besluit Verpakkingen. Het bericht over het Besluit Verpakkingen dat FHI op 21 juli verstuurde, is nog in te zien via de website http://www.stichtingrta.nl/page. php?page_id=53. De kern van de boodschap was dat het advies om nog niets te ondernemen gehandhaafd blijft. FHI
houdt de vinger aan de pols bij overheid en relevante organisaties en zal pas een advies geven als de nodige vragen bevredigend zijn beantwoord.
Advies FHI wil haar leden een goed advies kunnen geven. Aansluiting bij een collectief, zoals Nedvang of BVNL, is simpel en lijkt vooralsnog niet al te kostbaar. Maar FHI wil eerst zeker weten dat de administratieve verplichtingen voor bedrijven tot 15.000 kilogram beperkt blijven tot een minimum; dat belangenverstrengeling tussen de financiering van het beheer van zwerfafval consumentenverpakkingen en bedrijfsverpakkingen uitgesloten is; dat het beheer en financieringsmodel passen bij de branchespecifieke omstandigheden van de FHIleden en dat hun belangen in een dergelijke collectieve organisatie voldoende worden vertegenwoordigd en gewaarborgd.
Wat kunt u tot die tijd doen? U kunt zich vrijblijvend aanmelden bij het FHI-verpakkingscluster. Met uw aanmelding maken wij ons sterk voor u bij de organisa-
ties die zich met het Verpakkingsbesluit bezighouden. Uw aanmelding is geheel vrijblijvend. U meldt zich daarmee dus niet aan bij een verpakkingscollectief. Wij gebruiken uw aanmelding uitsluitend om te inventariseren voor welke FHI-leden wij in dezen de belangen vertegenwoordigen. Wij zijn zo vrij geweest de bedrijven die deel uitmaken van het FHI-cluster Convenant Verpakkingen op onze lijst te zetten. Indien één van deze bedrijven daar bezwaar tegen heeft, dan kan dit bedrijf zich bij FHI telefonisch of per e-mail afmelden (contactpersoon Joas van Lent, (033) 465 75 07 of
[email protected]). Andere bedrijven kunnen zich aanmelden door middel van het sturen van een e-mail naar
[email protected], onder vermelding van ‘vrijblijvende aanmelding’, met uw bedrijfsnaam en de naam van uw contactpersoon. Informatie en eerdere door FHI verzonden brieven over het Besluit Verpakkingen kunt u vinden op www.stichtingrta.nl onder ‘Besluit Verpakkingen’. <
Er is een behoefte bij werkgevers ontstaan voor de zogenaamde één-loketfunctie Per 1 juli 2005 de arbeidsomstandighedenwet op bepaalde punten drastisch gewijzigd. Vanaf 1 juli 2005 mag u als bedrijf kiezen hoe u preventie en begeleiding van ziekteverzuim regelt. U dient zich wel te houden aan de verplichtingen die voorvloeien uit de Wet Verbetering Poortwachter. Hieronder treft u een verkort stappenplan aan, als u ervoor kiest om dit zelf te regelen. Het stappenplan laat zien dat u als werkgever met veel punten rekening moet houden. Bij een foutieve of incomplete dossiervorming loopt u het risico dat de loondoorbetalingsverplichting na twee jaar wordt verlengd. Een conventionele ziekteverzuimverzekering biedt alleen dekking voor maximaal de eerste twee jaren van ziekteverzuim.
Eén loket Ondanks het wegvallen van de verplichting van een arbodienst, zijn er maar weinig werkgevers die daadwerkelijk hun arbocontract hebben beëindigd. Er is een behoefte bij werkgevers ontstaan voor de zogenaamde één-loketfunctie. Dit houdt in dat er één aanspreekpunt is voor de werkgever voor alle zaken met betrekking tot het verzuim. HBR Branche Verzekeringen BV, het vaste intermediair voor FHI-leden heeft in samenwerking met ArboNed en in samenspraak met FHI voor haar leden het Verzuim Compleet Pakket ontwikkeld: de verzuimverzekering gecombineerd met arbodienstverlening.
onder telefoonnummer (023)5260768 en vragen naar onderstaande contactpersonen of naar onze internetsite www.hbrbranche.nl gaan: De heer R.H. Rooker (
[email protected]) De heer E.E. Salamony (
[email protected]) De heer P. Sewnarain (
[email protected])<
Voor meer informatie of eventuele vragen kunt u uiteraard contact opnemen met HBR Branche Verzekeringen B.V., bereikbaar
Verkort stappenplan in het kader Wet Verbetering Poortwachter.
10
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
11
■ WET- EN REGELGEVING
PRESENTATIEWAND CALGONIT (HUISHOUDBEURS)
Hervorming vennootschapsbelasting 2007
Een uitgebreide beurs-checklist vindt u op www.jwbcom.nl/ checklist
UITNODIGING DRENT GOEBEL (DRUPA)
Beursstress? Niet nodig als u op tijd in actie komt. Wat wilt u communiceren tijdens de beurs, hoe wilt u dat doen en wie wilt u bereiken? Concretiseer uw plannen en werk volgens een draaiboek.
FLYER PROMAT (BOUWBEURS)
JWB verzorgt al jarenlang voor FHI en andere relaties de communicatie rondom beurzen. Thuis in beurscommunicatie en thuis in uw markt, kunnen wij u met raad en daad terzijde staan. Voor elke beurs komt er van alles op u af. Aan een aantal zaken móet u zelf uw aandacht geven, maar na een goede briefing kunt u een groot deel van het traject bij ons uitbesteden. Bel (036 522 04 84) of mail (
[email protected]) ons voor meer informatie.
JWB IS ONDER ANDERE ACTIEF VOOR : FHI (Het Instrument, Electronics & Automation en Roadshows), Reckitt Benckiser (Huishoudbeurs voor de merken Glassex, Veet, Woolite, Vanish, Calgonit e.a.), Promat (Bouwbeurs), Drent-Goebel (DRUPA), Jet Europe (Ipex en Label Expo), BRITA Waterfiltersystemen (Horecava en Huishoudbeurs)
ADVERTENTIE BRITA (HORECAVA)
Wet Werken aan Winst verlaagt vennootschapsbelasting Op 24 mei 2006 is het voorstel van de Wet Werken aan Winst (‘Wetsvoorstel’) gepubliceerd, waarin onder andere wijzigingen van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zijn opgenomen. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2007. De belangrijkste wijzigingen kort samengevat:
tarief geldt, wordt tot € 25.000,- verhoogd (is nu € 22.689,-). Tussen een belastbaar bedrag van € 25.000,- en € 60.000,zal een tarief gelden van 23,5%. Voor ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting zal de winst worden vrijgesteld voor 10%, mits wordt voldaan aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek.
Algemene tariefsverlaging vennootschapsbelasting
Deelnemingsvrijstelling
Het Wetsvoorstel verlaagt het algemene tarief voor de vennootschapsbelasting tot 25,5% vanaf 1 januari 2007. Om ook het midden- en kleinbedrijf te laten profiteren van de tariefsverlaging wordt het aanvangstarief verder verlaagd naar 20%. Het belastbaar bedrag waarvoor het aanvangs-
In het Wetsvoorstel wordt een harde 5%-grens gesteld voor het houden van een deelneming. In principe geldt het 5%-vereiste ten aanzien van het nominaal gestorte kapitaal, maar kan dat onder bepaalde omstandigheden ook ten aanzien van de stemrechten gelden. De mogelijkheid om onder omstandigheden de deelnemings-
Postbus 45 · 3890 AA Zeewolde · Gildenveld 22 · 3892 DG Zeewolde signalement oktober 2006
THEMABEELD FHI (HET INSTRUMENT 2006)
Boxenstelsel Het Wetsvoorstel introduceert een groepsrentebox ter vermijding van economische en budgettaire gevolgen als gevolg van het ontbreken van een gunstig regime voor concernfinancieringsactiviteiten. Het saldo van de ontvangen en betaalde rente ter zake van groepsleningen wordt effectief belast tegen een verlaagd tarief van 5%. Een vergelijkbare regeling wordt voorgesteld ten aanzien van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (de zogenaamde ‘Octrooibox’). Bron: Van Doorne, mei 2006 <
Beeldrecht; claims voor vergoedingen van vertonen van beelden Een aantal leden is inmiddels geconfronteerd met de stichting VIDEMA. Deze stichting meldt bedrijven dat zij een vergunning moeten aanvragen voor het vertonen van beeldmateriaal. Daarvoor moet volgens de Auteurswet een vergoeding worden betaald. Dit betekent dat elk bedrijf waarin een televisiescherm aanwezig is met deze stichting te maken zou kunnen krijgen.
T 036 - 522 04 84 · F 036 - 522 04 86 ·
[email protected] · www.jwbcom.nl
vrijstelling toe te passen op belangen van minder dan 5%, komt te vervallen.
De afgelopen maanden hebben MKB-Nederland en VNO-NCW gesprekken gevoerd met Videma om meer informatie te achterhalen over de positie en het optreden van VIDEMA. Naar aanleiding van deze gesprekken is een richtlijn opgesteld over hoe om te gaan met deze stichting. U kunt deze richtlijn downloaden op de FHI-ledenwebsite: http://leden.fhi.nl. <
13
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ HRM & ARBEIDSMARKT
■ HRM & ARBEIDSMARKT
Bedragen minimumloon per 1 juli 2006 De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon zijn per 1 juli 2006 gestegen met 0,94 procent in vergelijking met 1 januari 2006. Dit is het gevolg van de aanpassing van het wettelijk minimumloon aan de gemiddelde ontwikkeling van de cao-lonen. Op 1 januari 2007 volgt een halfjaarlijkse aanpassing.
Voor een werknemer van 23 jaar of ouder is het brutominimumloon bij een volledig dienstverband per 1 juli 2006: per maand € 1284, 60 per week € 296, 45 per dag € 59, 29
Bruto
85 % 72.5 % 61.5 % 52.5 % 45.5 % 39.5 % 34.5 % 30 %
1091, 90 931, 35 790, 05 674, 40 584, 50 507, 40 443, 20 385, 40
252, 00 214, 95 182, 30 155, 65 134, 90 117, 10 102, 30 88, 95
50, 40 42, 99 36, 46 31, 13 26, 98 23, 42 20, 46 17, 79
20 0 6 14
im
1
in hele euro’s 2006, i l ju
Net t o mi n
De netto bedragen zijn, anders dan de bruto bedragen, niet wettelijk bepaald. Ze kunnen per bedrijfstak of bedrijf verschillen. Dit komt door verschillen in inhoudingen op het loon, onder meer in verband met de premieheffing voor de sociale zekerheid. De hiernaast afgebeelde tabel geeft ter indicatie de netto minimumloonbedragen voor een alleenstaande werknemer, die is geboren in 1949 of daarna. Werknemers ouder dan 57 jaar hebben recht op een hogere arbeidskorting. In de tabel is hiermee geen rekening gehouden. <
bedrage loon np um er
Netto minimumloonbedragen per 1 juli 2006
i jul
22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
1
per dag
er
per week
(109 cao’s onderzocht) is in 42 gevallen beperkt tot 170 procent van het jaarloon tijdens de eerste twee ziektejaren. Een even groot aantal cao’s kent aanvullende betalingen, afhankelijk van de inzet van werkgever en werknemer om mee te werken aan reïntegratie. In 27 cao’s is een hogere loondoorbetaling afgesproken gedurende twee jaar, maar meestal wordt in de eerste zes maanden het salaris niet aangevuld tot 100 procent. Het volledige rapport is te vinden op www.minszw.nl, onder officiële publicaties. <
mi n
u g d l o n en p
per maand
De stijging is deels het gevolg van afspraken over een bijdrage aan de levensloop. Wordt die niet meegenomen, dan is de groei kleiner: 1,4 procent. Uit de onderzochte cao’s (87 stuks) blijkt verder veel variatie in de loonontwikkeling: voor ruim 40 procent stijgt het salaris met meer dan 2 procent. Vorig jaar bedroeg de contractloonstijging gemiddeld 0,7 procent.
Uit het onderzoek blijkt eveneens dat 79 van de 114 cao’s afspraken kennen over levensloop (70 procent van de werknemers uit het onderzoek). In 41 cao’s is een werkgeversbijdrage afgesproken, variërend van 0,8 tot 3,8 procent. Een tegemoetkoming in de ziektekostenpremie komt in 35 cao’s voor. Loondoorbetaling tijdens ziekte
je um
% van het minimumloon
De gemiddelde contractloonstijging in 2006 bedraagt 1,7 procent, zo heeft het ministerie van Sociale Zaken bekend gemaakt in de Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2006.
im
Leeftijd
Cao-lonen
leeftijd
per maand
per week
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
1094 945 820 710 620 550 499 443 385
253 218 189 164 143 127 115 102 89
Hogere overheidsbijdrage voor kosten kinderopvang Vanaf 1 januari 2007 wordt de vrijwillige werkgeversbijdrage voor de kosten van kinderopvang vervangen door een hogere overheidsbijdrage. Hiervoor wordt het werkgeversdeel van de WW-premie verhoogd. Het kabinet heeft een hogere overheidsbijdrage besloten omdat te veel werknemers (35,3%) geen of geen volwaardige bijdrage van de werkgever ontvangen in de kosten voor kinderopvang.
Werkgevers De verhoging van de overheidsbijdrage wordt bekostigd door het werkgeversdeel van de WW-premie te verhogen (ongeveer
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
0,28% van de loonsom). Het maakt daarbij niet uit hoeveel hun werknemers gebruik maken van kinderopvang. Om de werkgevers tegemoet te komen, wil het kabinet de winstbelasting voor bedrijven verlagen. Verdere besluitvorming hierover vindt plaats bij de vaststelling van de begroting voor 2007. De hogere overheidsbijdrage voor de kosten van kinderopvang geldt ook voor zelfstandigen.
Werknemers Voor werknemers die geen of geen volwaardige bijdrage van de werkgever ontvangen, wordt de kinderopvang goedkoper. Een gezin met een inkomen van 1,5 keer modaal, met twee kinderen die drie dagen
per week op de crèche zitten, en dat geen werkgeversbijdrage krijgt, gaat er in de nieuwe situatie zo’n 185 euro per maand op vooruit. Voor ouders van wie de werkgevers nu wel bijdraagt, zal de maatregel financieel geen verschil maken. Verder wordt de aanvraag voor een bijdrage in de kosten voor kinderopvang makkelijker. Ouders hoeven alleen nog een aanvraag bij de Belastingdienst in te dienen. Het wetsvoorstel is inmiddels goedgekeurd. Dan wordt de tekst van het voorstel en het advies van de Raad van State hierover openbaar. Bron: Persbericht ministerraad <
15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ HRM & ARBEIDSMARKT
■ HRM & ARBEIDSMARKT
Ziekteverzuim relatief laag bij FHI-bedrijven Vergelijkingen gemaakt met de verzuimcijfers in de sector Uit de door ArboNed opgestelde perio-
Verzuimoorzaken
dieke brancherapportage over 2005 blijkt
Van het langdurig verzuim (langer dan vier
dat het ziekteverzuim bij FHI-bedrijven
weken) wordt 18,7% veroorzaakt door
nog steeds ruim beneden het gemid-
klachten met betrekking tot het bewe-
delde ligt. In de brancherapportage
gingsapparaat en 27,9% door psychische
komen naast algemene ontwikkelingen
aandoeningen (zie tabel 2.). Nog steeds is
en de ontwikkeling van het ziektever-
het aandeel van werkgerelateerde klachten
zuim bij de aangesloten leden, ook een
door psychische aandoeningen bij de aange-
aantal achtergronden van ziekteverzuim
sloten FHI-leden aanmerkelijk hoger (47%)
aan bod. Verder zijn er vergelijkingen
in verhouding tot de ArboNed-populatie.
Tabel 1: Totale Groep
Verzuimpercentage FHI ArboNed CBS sector CBS totaal Meldingsfrequentie FHI ArboNed CBS Sector CBS totaal WAO-indicatie FHI ArboNed UWV sector UWV totaal
gemaakt met de verzuimcijfers in de sector en van alle klanten van ArboNed.
Verzuimoorzaken In de tabel op de volgende pagina zijn de
Aangesloten bedrijven
verschillende verzuimoorzaken weergege-
Het aantal contracten van de bij ArboNed
ven. In tabel 2 staan cijfers van de branche
aangesloten leden van de FHI bedraagt 130.
en van ArboNed totaal. De cijfers van de
Bij deze leden zijn in totaal 3.001 werk-
branche hebben betrekking op 12% van de
nemers werkzaam. In de vorige verslag-
ziektegevallen waarbij een verzuimoorzaak
periode over geheel 2004 waren 138 leden
is vastgesteld. Deze gevallen zijn verantwoor-
aangesloten met 2.950 werknemers.
delijk voor 62% van het totale verzuim van
2002
2003
2004
2005
3,6% 5,2% -
3,9% 4,9% 4,6% 5,3%
3,7% 4,6% 4,4% 4,7%
3,3% 4,3% 4,0% 4,6%
3,3% 4,2% -
1,10 1,07 -
1,11 1,10 1,12 1,26
1,18 1,15 1,12 1,32
1,14 1,10 -
1,16 1,12 -
0,53% 1,22% 1,20% 1,54%
0,70% 1,09% 1,10% 1,34%
0,81% 1,00% 0,80% 0,95%
0,68% 0,89% 0,80% 0,85%
0,69% 0,89% -
CBS sector: 51 Groothandel UWV sector: (42) Groothandel II
de branche. Voor ArboNed totaal liggen deze
Ziekteverzuim en WAO
2001
percentages op resp. 17% en 70%.<
Het verzuimpercentage (gecorrigeerd voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) bij de aangesloten leden bedraagt in de verslag-
Tabel 2: Verzuimoorzaken
periode 3,3%. Over geheel 2004 was dit percentage eveneens 3,3%.
Verzuimoorzaken
Percentage gevallen
In tabel 1. staan de verzuimcijfers van het
Percentage verzuimdagen
Gemiddelde verzuimduur
totale klantenbestand van ArboNed. Deze
Percentage werkgerelateerde gevallen
Percentage werkgerelateerde verzuimdagen
cijfers zijn gecorrigeerd voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Aandoeningen a.g.v. zwangerschap en bevalling Bewegingsapparaat Letsel Overige fysieke aandoeningen Psychische aandoeningen
ArboNed berekent de WAO-indicatie van de branche door het aantal werknemers dat langer dan een jaar ziek is, te delen door het totaal aantal werknemers. Bij de vergelijking van de ArboNed-cijfers met de UWV-cijfers dient rekening te worden gehouden met het feit dat een deel van de werknemers die langer dan een jaar
FHI
ArboNed
FHI
ArboNed
FHI
ArboNed
FHI
ArboNed
FHI
ArboNed
2,7% 17,3% 7,9%
3,6% 24,6% 7,0%
1,2% 18,7% 9,5%
3,1% 26,8% 8,1%
22 55 61
48 61 65
0,0% 10,4% 2,9%
1,6% 14,0% 23,6%
0,0% 18,8% 2,3%
1,4% 14,8% 22,6%
53,2%
47,2%
42,7%
37,7%
41
45
4,2%
2,7%
2,8%
3,2%
18,9%
17,6%
27,9%
24,2%
75
77
45,2%
34,0%
47,2%
32,3%
100%
100%
100%
100%
51
56
12,8%
12,4%
18,1%
14,9%
ziek zijn, uiteindelijk geen recht heeft op
Totaal
een WAO-uitkering. De WAO-indicatie (het percentage werknemers dat langer dan een jaar ziek is) bij de aangesloten leden is 0,69%. In 2004 was dit percentage 0,68%. Aan een deel hiervan zal uiteindelijk een WAO-uitkering worden toegekend.
16
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
17
■ HRM & ARBEIDSMARKT
■ HRM & ARBEIDSMARKT
Veel gestelde vragen over de WIA
Risico gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid
Samenwerken met de medewerker
Vanaf 2007 kunnen werkgevers ervoor kiezen het WGA-risico (Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) van hun werknemers tien jaar lang voor eigen rekening te nemen. Dat betekent dat zij de uitkering dan zelf betalen of dit risico verzekeren bij een particuliere verzekeraar. Dit is de kern van een voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Werkhervatting levert bij een langere periode meer aan besparingen op
Begin 2006 werd de WAO vervangen door de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Deze wet legt de nadruk op wat werknemers nog wel kunnen, in plaats van op hun beperkingen. De invoering van de WIA raakt u als werkgever. U moet er namelijk samen met uw medewerker voor zorgen dat hij of zij naar vermogen blijft werken. Dit betekent bijvoorbeeld aanpassingen op de werkvloer of zoeken naar ander werk binnen en zelfs buiten uw organisatie. Hieronder vindt u vier veel voorkomende vragen en antwoorden over de WIA-uitkering, waar u als werkgever mee te maken kunt krijgen.
1
Wat is het gevolg als het UWV bij een claimbeoordeling voor de WIA na twee jaar arbeidsongeschiktheid oordeelt dat er sprake is van een loonverlies van minder dan 35%?
Dan is er in het stelsel van de WIA geen recht op een (ongeschiktheids)uitkering. Het uitgangspunt is dat de werknemer gewoon in dienst blijft bij de werkgever. Hoe het verder gaat na deze beoordeling is afhankelijk van de vaak zeer complexe (arbeidsrechtelijke) situatie. Zo kunnen partijen bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst in overleg aanpassen aan de nieuwe situatie en soms kan de werknemer ontslag aanvragen.
2
Wat gebeurt er als een medewerker die al een gedeeltelijke
WIA-uitkering (WGA-uitkering) heeft, opnieuw uitvalt? Voor het gedeelte waarvoor deze werknemer arbeid verrichtte vóór zijn uitval, heeft de werkgever gewoon een reïntegratieverplichting. De werkgever heeft echter geen loondoorbetalingverplichting meer. Tot vijf jaar na vaststelling van het recht op een WGA-uitkering, heeft een werknemer namelijk recht op ziekengeld tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid. Dit kan hij aanvragen bij het UWV.
3
Als snel duidelijk is dat mijn werknemer volledig arbeidsongeschikt is, moeten we dan ook het traject van twee jaar door?
Nee, uw werknemer kan dan een aanvraag indienen bij het UWV om de wachttijd voor de WIA te verkorten. Het UWV willigt dat verzoek in als er sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en er is voldaan aan de eisen voor het aanvragen van een WIA-uitkering. De verkorte wachttijd bedraagt altijd ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken. De aanvraag moet dan wel uiterlijk in de 68e week van arbeidsongeschiktheid worden gedaan.
4
Bestaat met invoering van de WIA nog steeds de mogelijkheid tot vrijwillige loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever na de periode van twee jaar?
Denkt u dat u nog wat extra tijd nodig hebt om succesvol te zijn in de reïntegratie? Dan kunt u samen met uw medewerker bij het UWV een verzoek indienen om de wachttijd te verlengen. (Via het formulier: aanvraag verlenging loondoorbetaling. U kunt dit downloaden op www.uwv.nl). Het UWV geeft dan aan hoeveel extra tijd u krijgt. Op verzoek zijn hier nog aanpassingen mogelijk.
18
aan een vertrekkende werknemer moet betalen, als compensatie voor het feit dat deze beperkt is in het uitoefenen van zijn beroep. Want wanneer is een vergoeding billijk, wie bepaalt dat? De formulering is te vaag, is het commentaar. Donner heeft aangegeven spoedig met een nieuw wetsvoorstel te
Het vaststellen van de periode dat werkgevers zelf het WGA-risico kunnen dragen, is door het kabinet toegezegd tijdens de parlementaire behandeling van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (de opvolger van de WAO), waarvan de WGA deel uitmaakt. Na het overgangsjaar 2006 kunnen alle werkgevers er in 2007 voor kiezen zelf het risico te dragen. Het alternatief is publieke verzekering bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Grotere stimulans Hoe langer werkgevers zelf het risico
Ondersteuning bij de WIA-uitkering Er zijn verschillende deskundigen die u kunnen ondersteunen bij uw reïntegratieverplichtingen en het aanvragen van een WIA-keuring. Zo kunt u ook rekenen op de ondersteuning van een bedrijfsarts of arbeidsdeskundige van ArboNed. ArboNed is de arbodienst met de beste verzuimresultaten en de hoogste klanttevredenheid. Wilt u meer weten over ArboNed, bezoek dan arboned.nl. <
Geen concurrentiebeding Het wetsvoorstel concurrentiebeding is definitief van de baan. Een meerderheid van de Eerste Kamerleden heeft op 13 juni de plannen van ministers De Geus (sociale zaken) en Donner (Justitie) naar de prullenbak verwezen. De senatoren hadden veel kritiek op de billijke vergoeding die een werkgever
Keuze
dragen, hoe groter de stimulans voor werkgevers en particuliere verzekeraars om gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers weer zo snel en volledig mogelijk aan het werk te krijgen. Werkhervatting levert bij een langere periode meer op aan besparingen op uitkeringen dan bij een kortere periode. Daardoor is het sneller lonend om te investeren in (het aan de slag helpen van) werknemers. Particuliere verzekeraars zijn wettelijk verplicht een financiële buffer op te bouwen om toekomstige uitkeringen te kunnen betalen. Voor het publieke UWV geldt dit niet. De premies van particuliere verzekeraars zouden daarom aanvankelijk hoger uitvallen dan die van het UWV. Om toch gelijkwaardige concurrentiemogelijkheden te scheppen, komt er een tijdelijke opslag op de WGA-premie van het UWV. Alle werkgevers worden voor deze hogere private en publieke premies in de aanloopfase gecompenseerd door een extra verlaging
komen. Totdat dat is aangenomen, blijven de huidige regels geldig. mr. Susanne van Dijk tel: 015-2191233
[email protected] <
signalement oktober 2006
Lagere zorgpremie voor dga’s Ondernemers met een bv betalen vanaf volgend jaar minder ziektekostenpremie. De inkomensafhankelijke premie voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) gaat omlaag van 6,5 naar 4,4 procent. Ze komt daarmee op het niveau van de premie voor zelfstandige ondernemers. MKB-Nederland heeft bij het kabinet ernstig aangedrongen op deze aanpassing en is blij met de toezegging van de ministers De Geus (Sociale Zaken) en Hoogervorst (Volksgezondheid). De meeste ondernemers betalen al de lagere premie van 4,4 procent. Directeurgrootaandeelhouders moesten het hogere tarief betalen omdat zij werden aangemerkt
signalement oktober 2006
als werknemer, ook al is dat dan in dienst van de eigen vennootschap. Dga’s betaalden daardoor sinds 1 januari fors meer aan ziektekostenpremies dan onder het oude stelsel. Sommige ondernemers waren zelfs vijf keer zo veel kwijt. Het kabinet financiert de aanpassing met een verhoging van de werknemerspremie. Werknemers betalen volgend jaar 6,45 procent inkomensafhankelijke premie in plaats van de geplande 6,4 procent. Volgens het ministerie van Volksgezondheid merken zij daar niets van. drs. Karin Kuiper MCM tel: 015-2191241
[email protected] <
van de basispremie voor arbeidsongeschiktheid. Deze compensatie bedraagt 240 miljoen euro in 2007. Bron: RVD <
SALARIS ONDERZOEK 2006 In augustus is het rapport over het Salarisonderzoek 2006 verstuurd aan de 120 deelnemers. De 22 functies die zijn meegenomen in het onderzoek zijn geanalyseerd en grafisch weergegeven. De figuren zijn zodanig vormgegeven en in het rapport toegelicht, dat de gebruiker eenvoudig met de resultaten kan omgaan. De functies zijn ook per branche geanalyseerd. De informatie voor de specifieke branche van de deelnemer is ook beschikbaar gesteld. De gebruiker van het rapport ziet in één oogopslag hoe medewerkers binnen de branche beloond worden in de betreffende functie. In het rapport is voor de relevante functies een vergelijking gemaakt met de resultaten van het Salarisonderzoek 2002 en 2004. Leden van FHI die niet hebben deelgenomen aan het salarisonderzoek kunnen het rapport aanschaffen voor € 880,- (excl. BTW). <
19
■ COLUMN FREEK ROOZE
processcontrol hét onafhankelijke vakblad over procesbesturing en analysetechniek
Process Control richt zich op professionele informatievoorziening rondom instrumentatie, analyse, regelen, besturen, gegevensacquisitie, -verwerking, technische automatisering en presentatie. Process Control bevat achtergrondartikelen, interviews, productsignaleringen, branchenieuws en beurs- en congresrapportages en kijkt ook naar wetgeving en trends. Het aandachtsgebied van het vakblad loopt van sensortechniek tot en met MES-systemen, gericht op analysetechniek en de procesautomatisering.
Wilt nu niets missen in uw vakgebied? Ga dan snel naar www.processcontrol.nl en meld u aan als abonnee!
www.processcontrol.nl
Bewust zijn
Voor de meesten van ons is de vakantie al weer bijna vergeten. Was u er dit jaar ook zo aan toe? Freek Rooze
De paar maanden voorafgaand aan ‘de grote trek’ waren voor mij dit jaar wel heel erg druk. Goed voor de omzet, maar slecht voor de geestelijke conditie. Wat mij in die laatste dagen vooral opviel, was dat ik meer moeite had om beslissingen te nemen, moeilijker dingen met elkaar kon verbinden, ja, soms zelfs moeilijker de juiste woorden kon vinden. Ik leefde op de automatische piloot, maar geloof niet dat mensen in mijn werkomgeving er iets van hebben gemerkt. Alleen voor mijzelf was het irritant. Ik was duidelijk aan vakantie toe. Op z’n tijd rust geven aan ons overgeprikkelde en overwerkte brein is natuurlijk goed voor de mens. Daarom slapen we elke nacht. Alhoewel het voor wetenschappers altijd nog een raadsel is waarom de één veel meer slaap nodig heeft dan de ander. Einstein bijvoorbeeld was een langslaper die meer dan tien uur plat moest. Churchill had aan vier à vijf uur voldoende. Het record kortslapen staat op naam van een vrouw die aan anderhalf uur per nacht voldoende had en volkomen gezond bleef.
Hoe je het ook doet; rusten moet Anders raken onze hersenen versneld in verval. Overigens treedt een dergelijk verval na het veertigste levensjaar bij iedereen van nature op door veranderingen in de hersenschors. Prof. Jolles, hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht
signalement oktober 2006
heeft na langjarig onderzoek op dit gebied trainingen ontwikkeld om beter met deze veranderende hersenfuncties om te kunnen gaan. Eén van de middelen is om regelmatig een ‘stop’ in te lassen om te overdenken waar je nu werkelijk mee bezig bent en om vervolgens de draad weer op te pakken. Cursisten konden daarna efficiënter plannen, organiseren en zich beter concentreren. Van de week vielen er twee stukken in mijn postvak die ik met het bovenstaande in verband bracht. Het eerste was Psychologie
Magazine met een artikel over ‘leven met aandacht’, waarin wordt beschreven hoe iemand die regelmatig écht aandacht heeft voor de dingen die hij doet, bewust stil staat bij hoe hij handelt, kijkt, eet, proeft, loopt fietst of de tanden poetst, wint aan levenskwaliteit. Dat gaat bij de meesten niet zomaar. Daar is training voor nodig. Maar de effecten zijn de moeite waard. De trainers claimen dat hun cursisten zich beter kunnen ontspannen, meer energie hebben, zich beter kunnen concentreren, effectiever kunnen omgaan met stressvolle situaties, meer zelfvertrouwen krijgen en beter met ondermijnende gedachten en lichamelijke of geestelijke klachten kunnen omgaan. Het tweede poststuk was de oproep voor een seminar van de nieuwe Nederlandse managementgoeroe Ben Tiggelaar. Hij beweert dat door onderzoek is aangetoond dat 95% van ons handelen onbewust en ‘automatisch’ plaatsvindt en dat veranderprocessen daarom zo slecht van de grond komen. Vooral managers moeten dus leren bewuster met dit onbewust handelen om te gaan. Is deze stroming in ‘bewust zijn’ nieuw? Welnee. Meer dan 2000 jaar geleden zei Buddha al dat mensen zouden moeten streven naar het bereiken van de hoogste staat van bewustzijn door van tijd tot tijd te mediteren en het verstand op nul te zetten. Daar heeft hij achteraf dus toch gelijk in gekregen. Freek Rooze
[email protected] < 21
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ FEDERATIENIEUWS
Nederland kán winnen
Veranderen met de omgeving
Bijna honderd adviezen van ondernemend Nederland aan een nieuw kabinet
Resultaten vijfjaarlijks Brancheonderzoek FHI beschikbaar
Minder ministeries, een belastingtarief met slechts twee schijven, meer onderwijs op topniveau, soepeler ontslagregelingen, open grenzen op de arbeidsmarkt: het zijn vijf van de 93 adviezen van MKBNederland en VNO-NCW aan een nieuw kabinet. De beide koepels presenteerden op 24 juli hun gezamenlijke economische keuzes voor de komende vier jaar: “Nederland kán winnen”. Nederland was een jaar of vijf, zes geleden een van de meest dynamische en concurrerende landen van Europa. Daarna zakte het weg, de conjunctuur stortte in en er kwam spanning in het politieke klimaat. Nu, na stevige hervormingen van het kabinet, lijken we op de goede weg terug te zijn. Het optimisme groeit weer, de werkloosheid daalt, de export stijgt. De uitdaging is om dit vast te houden en zo mogelijk te verbeteren. MKB-Nederland en VNO-NCW hebben die handschoen opgepakt en gezamenlijk 93 adviezen opgesteld voor het nieuwe kabinet dat ons land de komende vier jaar moet regeren. Wat is beslist nodig? Meer ondernemerschap en een echt andere
22
overheid. Uitblinken mag. Iedereen moet meedoen, alle potenties benutten. En tot slot: niet bang zijn voor verandering, kansen grijpen! Hieronder een selectie uit de voorstellen. Het hele rapport is terug te vinden op www.mkb.nl.
Minder regels, wel handhaven De overheid moet ondernemend Nederland beter bedienen. Dat vraagt om vertrouwen, de kunst om los te laten; minder regels stellen, maar wel handhaven. Van de duizend vergunningen in ons land kan zeker de helft worden geschrapt. Ook willen de ondernemerskoepels departementen samenvoegen. Overtollige ambtenaren kunnen het gat van de vergrijzing in het bedrijfsleven opvangen. Lastenverlichting voor bedrijven én burgers is voor de twee werkgeversorganisaties een probaat middel om de economie aan te jagen. Zij stellen daarom een belastingstelsel voor met slechts twee tarieven: 30 en 45 procent. De plannen voor verlaging van de winstbelasting moeten doorgaan. Zorgen zijn er over de verplichte bijdrage van vijftig procent aan de zorgpremie, zonder dat werkgevers invloed hebben op de hoogte daarvan.
Uitblinken mag Het onderwijs is gebaat bij een nieuw Leitmotiv: uitblinken mág. Er moet meer differentiatie komen in opleidingen, toetsing, selectie aan de poort en uitstroom. Maar ook de onderkant, de groep die minder goed meekan, mag niet worden vergeten. Snijden in managementlagen biedt ruimte om salarissen van docenten te verbeteren. Scholing en training op het werk blijven daarnaast ook belangrijk. De arbeidsmarkt moet zich openstellen voor werknemers van buiten (uit Oost-Europa). Sommige bedrijfstakken hebben nu al te kampen met gebrek aan personeel. Wie wil en kan werken, moet werken. Dat is niet alleen nodig voor de economie, maar ook de beste methode om sociale cohesie in de samenleving te versterken. Teveel mensen vallen nu nog buiten de boot.
Het traditionele vijfjaarlijks FHI-brancheonderzoek vond plaats in het voorjaar van 2006. In het totaal werkten 492 FHI-leden en 32 VLW-leden mee. Deze respons maakte een goede analyse van de belangrijkste onderdelen mogelijk. De ontwikkeling van de branchegerelateerde omzet van 1995 tot 2005 geeft per branche een wisselend beeld, wat vanzelfsprekend te maken heeft met de wijzigingen in de verschillende branches en hun afzetmarkten. De verdeling van de omzet over productgroepen en afzetmarkten geeft de lezer van het eindrapport zinnige informatie over de situatie en de ontwikkeling in de branche.
...mét de omgeving De rapportage van het brancheonderzoek kreeg de titel ‘Veranderen met de omge-
ving’ mee. De wijzigingen in de vier branches geven namelijk aan dat de individuele leden zich hebben moeten handhaven in een sterk gewijzigde omgeving. Het belang van verschillende afzetmarkten van de branche Industriële Elektronica, de gewijzigde rol van productgroepen in de branches Industriële Automatisering en Laboratorium Technologie en de sterke groei van het aantal leden in de branche Medische Technologie geven aan dat elke branche zijn eigen verhaal in de afgelopen vijf jaar heeft beleefd. Maar de boodschap is dezelfde voor allen: wees alert op de omgeving. Het eindrapport is een rijke bron aan informatie. Naast de genoemde verdelingen wordt de omzet verdeeld over regio’s, functies en herkomst van geleverde goederen. Ook de ontwikkeling en de verdeling van het personeel komt aan de orde.
Milieu en aanbesteding Speciale onderwerpen die in het onderzoek zijn meegenomen betreffen de nieuwe milieuwetgeving en openbaar aanbesteden. Twee onderwerpen die verschillend beleefd worden in de branches, maar voor ieder bedrijf van belang kunnen zijn. Ook de kansen en bedreigingen zijn uitgevraagd en worden gerapporteerd. De leden die meegewerkt hebben aan de schriftelijke respons, ontvangen een gratis exemplaar van het rapport. Andere leden kunnen voor € 110,- (exclusief BTW) een rapport aanschaffen. De prijs voor niet-leden is € 220,- (exclusief BTW). Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
drs. Joep Rats, tel: 015-2191283
[email protected] <
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
23
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ FEDERATIENIEUWS
Arie Rolloos wint FHI Golfcup 2006
Strategieproject herleid naar beleid
Jaarlijkse federatie-evenement breekt weer records Arie Rolloos, directeur-eigenaar van de firma Rolloos Systems, is winnaar geworden van de achttiende editie van het FHI Golftournament. In een veld van 88 wedstrijdspelers scoorde Rolloos met driekwart handicapverrekening 39 punten. Hij bleef daarmee twee winnaars van eerdere edities, Christine Mendlik (Medi Lease B.V.) en Pim Wieske (Dewit Industrial Sensors (DIS)) Respectievelijk drie en zes punten voor. Net als vorig jaar was de wedstrijdbaan weer helemaal vol en met bijna honderd clinicspelers boekte het evenement een nieuw record. Gelukkig bleek de baan van golfvereniging Edda-Huzid groot genoeg om ook de masterclinic nog een mooi negen holes-traject te kunnen laten lopen. Het weer hield zich op 31 augustus ook wonderbaarlijk goed en met haring en korenwijn onderweg en een uitstekend buffet werden de sfeer en de stemming optimaal.
Informeel sportief Het jaarlijkse evenement voldeed opnieuw aan haar doelstelling: een informeel, sportief, gemoedelijk samenzijn van leden van alle vier de verschillende FHI-branches en een aantal relaties/toeleveranciers van FHI. Met dank aan de golfcommissie, Gejan Starink (Panasonic), Willem van Raalte (DaVinci Europe), Willem Snijders (Snijders Scientific) en Renée Boerma (FHI). Dankzij de hoofdsponsors (Arti’70, Phoenix Contact, en Jaarbeurs Utrecht) en de subsponsors (ATH Techniek, Graydon, JWB Creatieve Communicatie, Drukkerij van de Ridder, Koning & Hartman, Muntz Marketing Communicatie, HBR Branche Verzekeringen en Van der Zalm trainingen) konden de deelnamekosten laag blijven en drukken de kosten van het totaal niet op de FHI-begroting. Volgend jaar staat het 19e FHI Golftournament opnieuw gepland voor de laatste donderdag van augustus.<
24
Het strategieproject is afgerond.
In beeld
een brochure verschenen waarin ondermeer
De rapportage voor alle vier branches
Het moest de verdienste van het Stra-
de supply chain opnieuw is gedefinieerd.
wordt nu openbaar gemaakt: volledig -
tegieproject worden om deze complexe
in een uitgebreide brochure en daarnaast
constructies in beeld te brengen – niet
Bij Industriële Automatisering is dit proces
als snel leesbare managementinfo.
alleen per branche, maar ook per cluster.
nu halfweg, daar gaat de discussie enerzijds
Met diverse van dergelijke clusters werden
nog over de opkomst van IT en ander-
Per branche komt er een specifieke bijlage
stakeholdersanalyses gedaan en competen-
zijds over de aanpassing op de nieuwe
met een beschrijving van de gevolgde
tiematrices gedefinieerd en ingevuld. Die
behoeften in de procestechnologie. In de
procedure en wat er in het kader van het
zijn vervolgens weer aan klantengroepen
branche Laboratorium Technologie is het
project precies is gedaan. Items die voor alle
voorgelegd, die bij de diverse activiteiten
duidelijk dat de relatie met de verschillende
vier de branches gelden, zoals Europees
hun specifieke wensen en verwachtingen
klantengroepen moet worden versterkt.
aanbesteden, zijn al onderkend. Federatief
kenbaar konden maken. Dat was bijvoor-
Vanuit de leveranciers wordt meer inhou-
zijn ook onderwerpen als consortiumvor-
beeld het geval op een PPA-dag, waar bleek
delijkheid gevraagd, meer toegevoegde
ming en security geïdentificeerd.
dat industriële automatiseerders beter met
waarde met name richting academici. De
procestechnologen moeten communiceren.
branche Medische Technologie ten slotte
Voorgeschiedenis
De belangrijkste onderwerpen in het
is gedwongen reactief-strategisch bezig
Door de algehele recessie moest de branche
Strategieproject waren:
geweest met de veranderingen in het
Industriële Automatisering zich beraden
• Balanskeuze tussen handel, technologie
zorgstelsel. Het ledental nam sterk toe. Men
op haar positie. Grote projecten, zoals ooit
Arie Rolloos
Longest Heren Longest Dames -
Michiel Wieske, Dewit Industrial Sensors (DIS) Riekje Valkenburg, GE Druck Nederland bv
-
Frank Pruschen, Comdes Componenten Gerda de Raad, Yokogawa Nederland B.V.
En dan de grote wedstrijd Arie Rolloos, Rolloos Systems B.V. Christine Mendlik - Medi Lease B.V. Pim Wieske, Dewit Industrial Sensors (DIS) Mark van Son, Technische Handelsonderneminn Romex Noud Grimberg, Aurora Borealis Control Joost Timmerman, KROHNE Nederland B.V. Arnaud v.d. Putte, Acros Organics BVBA Johan Govers, Arti ‘70 Standbouw B.V. Ton Bol, A-B-T bv Dick van Renssen, Rensco Paul Bogaers, Emba Techniek bv
39 stableford pt 36 stableford pt 33 stableford pt 32 stableford pt 31 stableford pt 31 stableford pt 31 stableford pt 30 stableford pt 29 stableford pt 29 stableford pt 29 stableford pt
Clinic Lennard van de Bandt, Adinco B.V. Andreas Meijer, FHI Alfred Wesseling, Simac Quadcore bv
signalement oktober 2006
realiseert zich dat onderhandelingen met
in de Botlek, bleven uit en grote bedrijven
• Openbare aanbestedingen
zorgverzekeraars beter verlopen namens
gingen steeds internationaler opereren.
• Standaardcontracten
een groep. Bovendien dreigen er remmin-
De taskforce die vanuit het bestuur werd
• Milieu en duurzaamheid
gen in innovatie als gevolg van de huidige
gevormd om zich met die veranderingen
• Procestechnologie als aanjager van
diagnose-behandelcombinaties. Een ander
bezig te houden, kreeg al snel boven water dat een dergelijke dynamiek zich ook in de andere branches voordeed. In dezelfde
Neary heren Neary dames
en projecten
tijd zocht de overheid input voor haar Industriebrief. Daarop werd ook voor de
investeringen • Weglekken van de markt door het weglekken van kennis • Overschrijding van de branche door
gevaar is de aanbestedingspolitiek. De uitkomsten van het Strategieproject worden nog weer gekoppeld aan de uitkomsten van het brancheonderzoek. <
integratie van technologieën
andere branches een taskforce gevormd.
• Dynamiek in clusters/marktsegmenten
Samen konden die dan misschien meteen
• Behoefte aan consortiumvorming
het antwoord vinden op de vraag welke
• (IT) Security-problematiek
consequenties de veranderingen hadden voor FHI als organisatie.
Terug naar beleid De laatste fase van het Strategieproject
Voor het geheel werd subsidie aangevraagd,
betrof de actie om alle vergaarde ervarin-
die er met name kwam voor een kennispo-
gen en conclusies te vervatten in beleid.
sitiestudie. Het verkrijgen van de antwoor-
Daarbij moest antwoord komen op vragen
den op de vragen die er speelden, kon
als: zijn de huidige clusters nog relevant?
daarmee worden geïntegreerd in bestaande
Moeten er clusters bij? Of moeten er clusters
en nieuwe activiteiten. Eenmaal per jaar
verdwijnen? Zo ontstonden in de branche
ontmoetten de vier taskforces elkaar op
Industriële Elektronica bijvoorbeeld de
federatief niveau, waarbij veel synergie tus-
clusters IT Room Infra en Design Tools. Bij
sen de branches bleek te bestaan. Natuurlijk
Medische Technologie werd het cluster
ging het om verschillende markten, maar
Medische Implantaten gevormd en bij
problematiek als globalisering en onduide-
Laboratorium Technologie wordt gewerkt
lijkheid over wie nu eigenlijk de stakehol-
aan het cluster Contractlabs. Voor Industriële
ders waren, speelde in elk van de branches,
Automatisering is er de duidelijke link met
zij het wel heel extreem in de Medische
microsysteemtechnologie en procestechno-
Technologie. In geen enkele branche zijn zo-
logie, daar is een traject gestart voor work-
veel organisaties actief als in deze branche:
shops met procestechnologen. Uiteindelijk
huisartsenverenigingen, patiëntenvereni-
heeft het Strategieproject ertoe geleid dat
gingen, verzekeraars, beroepsverenigingen
de branchebesturen zich zijn gaan heroriën-
voor instrumentatiespecialisten en vele
teren op de eigen missie en visie. Daarover
andere verenigingen en belangengroepen.
is in de branche Industriële Elektronica al
signalement oktober 2006
25
■ INTERVIEW
Komende verkiezingen: Hoeveel ‘technology-drive’ komt er in de kamer? Interview met Ronald Kortenhorst, lid 2e kamer voor het CDA
Passief
Binnenkort mogen we weer turen naar
niks. Diensteneconomie. Wanneer sluit de
Toenemend draagvlak voor industrie kreeg
de stemcomputer en aangeven wíe op
laatste poort? Niks geen besef van 70%
effect. Hoewel moeizaam kwam er een écht
moet gaan komen voor onze belangen.
toegevoegde waarde in onze export. Of
begin met de aanpak van tegenstrijdige
Een moment van terugblik naar de
besef dat Nederland in veel niches gewoon
regelgeving. Ook (via overigens een ‘motie
afgelopen vier jaar. Een periode waarin
wereldleider is. Niks geen besef dat ‘de
Kortenhorst’) kwam er een ‘verbod’ op
technologie én industrie, steeds vaker in
koek groter maken’ minstens zo belangrijk
nieuwe regelgeving die verder gaat dan
de politiek kwamen. We kijken terug met
is als ‘hoe verdelen we de koek eerlijk?’
Europa. Het taboe rondom een flexibeler
ir. Roland Kortenhorst uit Joure (CDA),
Maar ja, de meeste collega’s, heel oprechte
arbeidsmarkt is aan het wegvallen.
zelf oud-ondernemer, en initiatiefne-
en hard werkende mensen. Maar ex-onder-
Kortenhorst over die jaren: “Wat hielp was
mer van het ook door FHI gesponsorde
wijs, ex-ambtenaar of ex-diensten. Voor hen
dat ook de regering het gewoon inzag: er is
‘Industriepoort’.
is industrie vaak een vreemde.
maar één grootste motor: de industrie. Maar
Door een serie ‘industrielezingen’, met
voor dat dit ook door iedere ambtenaar
De Tweede Kamer werd een plotselinge
bevriende ondernemers georganiseerd,
wordt gesnapt. We zijn nog lang niet klaar.”
wending in zijn loopbaan. “Toen ze me
begonnen we met een soort promotie
vroegen dacht ik: Wat moet ik daar? Laat
onder Kamerleden. Met als insteek
Zijn plek op de CDA-lijst lijkt voor Korten-
mij lekker in het bedrijfsleven blijven. Toch
maatschappelijke problemen, zoals de
horst veilig. CU’er Arie Slob en VVD’er Charlie
vond ik het wel een eer. En ik was het
gezondheidszorg. Kamerleden keken hun
Aptroot staan ook goed. Voor de andere
eens met wie mij vroeg. Er zitten te weinig
ogen uit met bijvoorbeeld het verhaal van
woordvoerders is het onzekerder. ‘Bewust
praktijkondernemers in de politiek!”
Vitatron Arnhem over pacemakers. Dit
kiezen’ blijft voor de industrie van belang.
soort promotie uit het veld werkte. Al snel
Kortenhorst “Hans van Baalen (VVD) zei
Op 23 mei 2002 verruilde Kortenhorst zijn
hadden we clubje zeg maar industriepolitici.
ooit: “Iedereen moet natuurlijk zélf zijn
directiestoel voor een Kamerzetel. Dat was
Arie Slob (Christen-Unie), Eske van Egerschot
partij kiezen. Maar stem dan op een woord-
behoorlijk wennen. “In het begin was het
(VVD) en Bert Bakker (D66) en Luuk Blom
voerder die jouw belang vertegenwoordigt!
eigenlijk één grote desillusie. Misschien
(PvdA). We organiseerden veel tussen
Want binnen álle partijen geldt: hoe méér
naïef, maar ik dacht dat er in de Kamer
politiek en bedrijven. In de politieke arena
directe stemmen, hoe méér gewicht in hun
over mijn wereld, die van technologie
was de ommezwaai met de motie voor een
fractie.” Dat geldt uiteraard ook voor de
en industrie, diep werd nagedacht. Maar
‘Industriebrief’.
Industrie! <
Een veel gehoorde klacht is dat bureaus passief zouden zijn. Hebben wij geen last van. Van passiviteit. Wel van passieviteit. Dat zorgt ervoor dat wij ook in deze tijd een gezonde groei doormaken. Groeit u mee?
signalement oktober 2006
27
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ TECHNOLOGIEBELEID
Vruchtbaar overleg op hoog niveau
Europees Parlement:
Zes miljard euro voor mkb in Kaderprogramma R&D
Wisselwerking tussen onderwijs en wetenschap en bedrijfsleven MKB-Nederland en FHI hebben onlangs uitvoerig overlegd met een ongewoon
“Helaas gaat er ook nog wel eens wat mis”
‘zware’ delegatie op het ministerie van OCW. De besproken problematiek betrof de eenzijdige benadering van de relatie tussen universiteiten en bedrijfsleven.
Marcel van den Broek
Loek Hermans, Ton Ravesloot en Gertrud Visser (MKB-Nederland), alsook voorzitter Marcel van den Broek en directeur Kees
Regionaal versus nationaal
bedrijf gaat werken en daar promoveert - is
Groeneveld (FHI) spraken in Den Haag met
Een duidelijke stellingname dan weer bij de
soms ver te zoeken. De projecten die nu tot
een ongewoon zware OCW-delegatie die
keuze van de minister voor een regionale
stand komen, lopen veelal al langer - een
naast minister Van der Hoeven bestond uit
invalshoek met betrekking tot mbo en hbo.
hoogleraar die zijn programma doorzet en
haar directeur-generaal en enkele hoge
MKB-Nederland en FHI brengen hier tegenin
daar financiering voor zoekt... Omdat de
ambtenaren. Het is MKB-Nederland en FHI al
dat hun leden onmogelijk regionaal kunnen
beoordelingscommissie ook is samengesteld
tijden een doorn in het oog dat nog steeds
gaan opereren - de richting daar is juist
uit voornamelijk hoogleraren, is het al snel
wordt geroepen hoeveel kennis er is op de
mondiaal. Daar komt nog bij dat er regionaal
‘professoren onder elkaar’.
universiteiten en hoe weinig die kennis door
bijvoorbeeld niet eens overal laboratorium-
Een andere zaak waarvoor op het ministerie
het bedrijfsleven wordt gekocht. Zij vragen
scholen zijn. Voor bedrijven in die regio is
gelukkig belangstelling was, is de RAAK-
daarom aandacht voor het omgekeerde:
samenwerking dan zinloos. MKB-Nederland
subsidie voor hbo’s, waarbij scholen in de
universiteiten hebben allang een relatie
en FHI, die zelf in principe nationaal opereren,
regio met bedrijven aan de slag moeten om
met bedrijven, want ze kopen daarvan.
zien overigens best het probleem van de
de relatie te verbeteren. De Development
Begin daar nu eens. Deze invalshoek bracht
minister. Onderwijs moet je eigenlijk wel
Club verzorgt een dergelijk traject via Saxion Hogeschool, dat heel goed verloopt. Positief
“De projecten die nu tot stand komen, lopen veelal al langer” Maria van der Hoeven
Het Europees Parlement heeft voor
euro op (50 miljoen per jaar). Hiermee is
aan de thematische programma’s, waar
elkaar gekregen dat het budget voor
een voor het mkb belangrijke stap genomen
het bulk van het budget zit. De Europese
de mkb-specifieke budgetten Craft en
om het zevende Kaderprogramma r&d vast
mkb-koepel UEAPME heeft er juist altijd voor
Collective Research wordt verhoogd
te stellen, dat gaat lopen van 2007 tot 2013.
gepleit dat wel concrete mkb-budgetten
van 430 miljoen naar 1,3 miljard euro.
In 2005 heeft de Europese Commissie een
worden geborgd om te bewijzen dat Europa
Minstens vijftien procent van de budget-
voorstel ingediend waarin de mkb-specifie-
inderdaad het mkb niet alleen in woord wil
ten voor thematische programma’s dient
ke programma’s Craft en Collective Research
bevorderen, maar ook in daad. Het Europees
bovendien te worden besteed
werden gecontinueerd. Het gaat dan om
Parlement heeft de Europese Commissie nu
aan het mkb, (4,9 miljard euro van de
kleinschalige programma’s die het mogelijk
op dit terrein gecorrigeerd.
32 miljard). In totaal wordt voor het mkb
maken voor ondernemers en brancheorga-
6,2 miljard euro uitgetrokken, tegenover
nisaties om grensoverschrijdende projecten
mr. Ullrich Schröder
2,1 miljard uit het vorige programma.
op te zetten en deze voor vijftig procent
kantoor MKB-Nederland in Brussel
gesubsidieerd te krijgen. De Commissie
tel: +32-22307290
De verhoging van het budget levert het
wilde echter geen specifieke budgetten
[email protected] <
Nederlandse mkb ongeveer 370 miljoen
vaststellen voor deelname van het mkb
Innovatieplatform:
Stevig investeren in kennis
is ook de berichtgeving over lectoren,
Het komende kabinet moet volgens het
er moet meer geld naar wetenschappelijk
toegang kunnen krijgen tot de publieke
een onderwerp waarmee FHI overigens
Innovatieplatform jaarlijks structureel
onderzoek en ook het mkb moet een deel
kennisbasis, waardoor zij de aanwezige
als organisatie - via DevLab - de meeste
meer geld in de kenniseconomie steken.
van het geld krijgen om onderzoek te
kennis niet optimaal kunnen benutten.
ervaring heeft. Helaas gaat er ook nog wel
In 2011 moet het budget oplopen tot
kunnen doen en bruikbare producten te
eens wat mis, vooral als niet duidelijk is
zeker zes miljard euro per jaar. Alleen
ontwikkelen.
drs. Ton Ravesloot,
wat er van een lector wordt verwacht. Om
zo schaart Nederland zich in de top van
In de Kennisinvesteringsagenda wordt een
tel: 015-2191256
toegevoegde waarde te kunnen leveren,
innovatieve economieën. Dat staat in
aantal structurele maatregelen voorgesteld
[email protected] <
heeft de lector een drietraps steuntje in de
de Kennisinvesteringsagenda (KIA) van
om het mkb en ondernemerschap te sti-
rug nodig – van het ministerie, van FHI en
het Innovatieplatform. MKB-Nederland
muleren, zoals het uitbouwen en bundelen
van de eigen organisatie.
ondersteunt het pleidooi. De onderne-
van initiatieven voor kennisuitwisseling en
merskoepel waarschuwt tegelijk dat
samenwerking tussen kennisinstellingen en
de minister ertoe te informeren naar
regionaal inbedden, gezien het voedingsge-
allerlei regelingen die zij in gang heeft
bied, de beschikbaarheid van docenten en
gezet om de relatie tussen universiteiten
dergelijke. Het regionaal versus nationaal
Samen
mkb-bedrijven toegang moeten blijven
het mkb. Verder moet het mkb meer kansen
en bedrijfsleven te stimuleren. Zo is een
betreft voornamelijk het mbo en hbo. Aca-
Tot slot dan nog de ‘tegenstelling’ uni-
houden tot publieke kennis.
krijgen door gerichte onderzoeksopdrachten.
heel lijstje afgewerkt, te beginnen bij
demisch is het allemaal niet zo’n probleem.
versiteiten versus bedrijfsleven, waar doorgaans wordt geredeneerd dat de kennis
Nederland moet het hebben van kennis en
Sleutelgebieden
Jet-Net scholieren moet stimuleren om voor
Casuïstiek
van universiteiten te gelde moet worden
creativiteit. Om meer te kunnen innoveren,
Om de publieke kennisbasis te versterken,
techniek te kiezen. Het probleem dat zich bij
De directeur-generaal heeft nu verzocht
gemaakt bij de bedrijven. Maar dat werkt
gelden drie voorwaarden: een zo goed
wil het IP meer focussen op sleutelgebieden
Jet-Net voordoet, geldt vooral de klei-
om casuïstiek van wat er niet loopt, met
niet, zeker niet bij de kleine bedrijven. Die
mogelijk opgeleide beroepsbevolking; een
en grote programma’s. MKB-Nederland
nere bedrijven. Grote bedrijven maken er
name waar het universiteit versus be-
hebben het geld gewoon niet. Heel anders
uitstekende kennisbasis; en hoog inno-
waarschuwt dat verder focussen op gespan-
eenvoudig iemand voor vrij die coördineert
drijfsleven betreft. Eén van die zaken is de
wordt het, als kleine bedrijven samen grote
vatief vermogen en ondernemerschap bij
nen voet staat met de toegankelijkheid. TNO
dat werknemers van technische afdelingen
Casimir-regeling. Gesignaleerd wordt dat
klanten gaan werven. Een mooi voorbeeld
bedrijven.
bijvoorbeeld is de afgelopen
worden ingeschakeld. Voor kleine bedrijven
die regeling weer dreigt te vervallen in de
is Applikon, dat twintig jaar geleden van de
is dat echter veel lastiger te organiseren.
oude patronen, zoals dat al eerder gebeurde
Universiteit Wageningen de opdracht kreeg
Onderwijs en onderzoek
geworden voor grote groe-
Een volgend onderwerp betrof de samen-
met tweede geldstromen via STW. Het
voor de bouw van een bioreactor. Met de
Het Innovatieplatform (IP) wil de extra
pen bedrijven die niet passen
werking met betrekking tot de WetenWeek,
element van vernieuwing - bijvoorbeeld
kennis die het bedrijf daarmee ontwikkelde,
miljarden vooral inzetten voor onderwijs
binnen de door TNO gekozen
een samenwerking die goed verloopt.
dat iemand vanuit de universiteit bij een
kon het zo de wereldmarkt op. <
en onderzoek. Lerarenopleidingen moeten
thema’s. Vooral de toepassers
worden versterkt, klassen moeten kleiner,
in het mkb zouden moeilijker
de middelbare scholen, waar het project
28
signalement oktober 2006
jaren slechter toegankelijk
signalement oktober 2006
29
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ EXPORT
Overzich t internat ionale beurzen en congress en
■ EXPORT
NESS Europe maakt met succes en in successie gebruik van de PSB-regeling
‘Export van neuro-elektrostimulatie gestimuleerd’ Het Programma Starters op Buitenlandse markten is een subsidie regeling van de EVD, het agentschap van het ministerie van EZ dat ondernemers en publieke organisaties ondersteunt bij het internationaal ondernemen en samenwerken. FHI is één van de uitvoerders van deze regeling. Signalement sprak met Cees Zuiderwijk van NESS Europe over het aandeel van de PSB-regeling in het exportsucces van zijn bedrijf. NESS Ltd. is een Israëlisch, technisch R&Dgeoriënteerd bedrijf op het gebied van nietinvasieve functionele elektrostimulatie. Haar producten worden op de markt gebracht in de VS door Bioness, in Europa door NESS Europe, gevestigd in Ridderkerk.
HET Instrument 2006 (www.hetinstrument.nl) Utrecht, 30 oktober t/m 3 november 2006
CeBIT 2007 (www.cebit.de) Hannover (Duitsland), 15 t/m 21 maart 2007
Electronica 2006 (www.electronica.de) Messe München (Duitsland), 11 t/m 17 november 2006
Empack (www.easyfairs.com) Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch, 4 t/m 5 april 2007
Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf Trade Fair Centre (Duitsland), 15 t/m 18 november 2006
Hannover Messe (www.hannovermesse.de) Hannover (Duitsland), 16 t/m 20 april 2007
SPS/IPC/DRIVES 2006 Electric Automation, Systems & Components (www.mesago.de) Frankfurt (Duitsland), 28 t/m 30 november 2006
Interkama (www.hannovermesse.de) Hannover (Duitsland), 16 t/m 20 april 2007
Pittcon (www.pittcon.org) Chicago Illinois (USA) 25 februari t/m 2 maart 2007
30
R+D in life sciences (http://www.messebasel.ch/ca/cc/ss/) Basel (Zwitserland), 5 t/m 11 mei 2007
Flowshow 2007 Utrecht, 23 t/m 24 mei 2007 Electronics & Automation 2007 (www.eabeurs.nl) Utrecht, 23 t/m 25 mei 2007 Ilmac 2007 (www.ilmac.ch) Basel Messe (Zwitserland), 25 t/m 28 september 2007 Biotechnica (www.biotechnica.de) Hannover (Duitsland) 9 t/m 11 oktober 2007 SPS/IPC/DRIVES 2007 Electric Automation, Systems & Components (www.mesago.de) Frankfurt (Duitsland), 27 t/m 29 november 2007
signalement oktober 2006
“NESS is leidend op het gebied van neurorevalidatie. De naam staat voor Neuromuscular Electrical Stimulation Systems. We hebben het hier over een doorbraaktechnologie”, vertelt Cees Zuiderwijk, “op het gebied van de niet-invasieve functionele elektrostimulatie, een product dat wordt gebruikt voor mensen die centraal neurologisch letsel hebben opgelopen als gevolg van een beroerte of een andere hersenaandoening. Waar het met name om gaat, is de NESS H200, een verstevigde orthese bedoeld voor het stimuleren van de perifere zenuwen in de onderarm. Bij het prikkelen van die zenuwen beweegt de verlamde arm. En zodoende blijft die arm in tact. Zou je niet stimuleren, dan wordt de arm spastisch: er ontstaan allerlei complicaties en de arm gaat pijn doen. De H200 geeft prikkels af, precies zoals de hersenen dat doen. De beweging die daarvan het gevolg is, wordt teruggekoppeld naar de hersenen. Daarmee worden de hersenen geïnformeerd dat de arm functioneel is. Dat stimuleert op zijn beurt weer de vorming van nieuwe synapsen, nieuwe verbindingen, die zorgen dat de functie van die arm wordt ondersteund. We maken daar gebruik van het lerend vermogen van de hersenen. Een verlamming herstellen, dat lukt niet. Maar we kunnen wel de functie verbeteren en voorkomen dat er complicaties ontstaan.”
signalement oktober 2006
“Een vereiste is dat de perifere zenuw heel precies wordt aangesproken. Als je een hand en een onderarm wilt bewegen, moeten de prikkels op vijf verschillende punten worden afgegeven. En die plekken zitten bij elke patiënt ergens anders. Eigenlijk moet een patiënt ervoor naar een fysiotherapeut of naar een revalidatiecentrum. Maar als je een beroerte hebt gehad, sta je met twee, drie maanden weer buiten. Dan krijg je hooguit nog twee maal in de week fysiotherapie. Er is dus een systeem nodig waarmee de patiënt zelf, dagelijks thuis intensief verder kan revalideren. Zélf kan de patiënt die elektroden niet plakken, hij weet de juiste plekken niet. Daarom is deze orthese nodig: een soort spalk die de patiënt makkelijk zelf kan bevestigen. De spalk is verbonden met een eenvoudig regelkastje van waaruit de benodigde oefenprogramma’s kunnen worden gestart.” “De productie is een zaak tussen NESS Ltd. in Israël en NESS Europe; die regelen we samen en wordt voor het grootste deel uitbesteed. Dat gebeurt dan weer in samenwerking met een van onze aandeelhouders, Dow Chemical. Maar de verantwoordelijkheid voor de marketing in Europa ligt geheel bij NESS Europe.” Zuiderwijk hield zich in zijn bijna twintigjarige loopbaan bij Enraf-Nonius al bezig met internationalisering en bereisde meer dan zeventig landen. Hij zette verkoopkantoren en distributiekanalen op - hij weet dus ‘hoe het werkt’ in de verschillende landen. Toen hij in april 2005 tijdens een informatiebijeenkomst van FHI over de PSB-regeling hoorde, nam hij direct contact op met Harry van de Pol.
EVD dat de aanvraag was goedgekeurd. Dat ging heel vlot. In 2006 hetzelfde voor Duitsland: half januari diende ik de aanvraag in en half februari had ik al weer bericht van goedkeuring. Toen wist ik al hoe het moest. Ik had het aanvraagformulier meteen zelf ingevuld en aan Harry van de Pol doorgestuurd ter beoordeling. Hij had nog een paar suggesties en die heb ik doorgevoerd.” “Harry van de Pol is hier buitengewoon instrumenteel. Hij begrijpt precies waar ik mee bezig ben, heeft maar een half woord nodig om te weten hoe ik mijn aanvraag moet formuleren. Hij was bijzonder behulpzaam en daarom verliep de aanvraag ook vlekkeloos. Ik vond het uitermate plezierig om met hem samen te werken; voor mij was die PSB-regeling per slot van rekening nieuw. Het aanvraagformulier is op zich niet zo ingewikkeld, maar je moet toch een projectbeschrijving geven en je motivatie goed verwoorden. Je moet verder aangeven hoe je je keuze hebt gemaakt en een slotanalyse geven. Dan is het goed als daar iemand bij is die én verstand heeft van export én van de PSB-regeling.” Waar gebruikt u de subsidie voor - in die zin - wat doet u wat u anders niet (zo) zou doen? “Als wij gaan exporteren, moeten we in het doelland productinhoudelijke seminars verzorgen, wetenschappelijke bijeenkomsten, maar ook trainingen. Daarvoor is drukwerk nodig, trainingsmateriaal, dvd’s… Maar ook juridisch advies. Al die zaken vallen onder de PSB-regeling, die het mogelijk maakt om dit soort zaken professioneler aan te pakken. Je kunt je dus beter presenteren.” Voor meer informatie, neem contact op met Andreas Meijer, tel. (033) 457507. <
Hoe werkt dat nou met Harry van de Pol, die FHI hiervoor heeft ingehuurd? “Ik heb met de hulp van Harry onmiddellijk een aanvraag ingediend - voor een wat kleiner bedrijf als NESS is zo een relatief eenvoudig verkrijgbare bijdrage natuurlijk altijd welkom. In mei ging mijn aanvraag met betrekking tot export naar Engeland de deur uit en half juni kreeg ik bericht van de
31
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
■ CONJUNCTUUR
Inflatie 1,4 procent in augustus
Ondernemers industrie blijven zeer optimistisch
Nederland behoort nog steeds tot de landen met de laagste inflatie in de eurozone
De ondernemers in de industrie blijven zeer optimistisch. Het producentenvertrouwen kwam in september 2006 uit op 7,9. Dat is vrijwel even hoog als in augustus.
Producentenvertrouwen saldo % positieve en negatieve antwoorden 12 8 4 -0 -4 -8 -12
De inflatie kwam in augustus uit op 1,4 procent. Dat is 0,1 procentpunt meer dan in juli. De inflatie wordt berekend uit de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Van een aantal verse artikelen is deze maand de prijs fors omhoog gegaan. Vooral aardappelen waren duurder dan een jaar eerder, maar ook verse groenten, vers fruit, bloemen en planten stegen sterk in prijs. De prijsstijging van kleding en schoeisel was in augustus sterker dan in augustus vorig jaar. Daardoor had de prijsontwikkeling van deze artikelen een verhogend effect op de inflatie. De prijsontwikkelingen van benzine en gas hadden juist een verlagend effect. Aan de 1,4 procent inflatie in augustus droegen de in het afgelopen jaar gestegen kosten voor huisvesting, water en energie 1,0 procentpunt bij. Vervoer droeg 0,3 procent bij. Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten hadden juist
32
2003
2004
2005
2006
een verlagend effect van 0,5 procentpunt. Dit komt vooral door het afschaffen van het gebuikersdeel van de OZB per 1 januari 2006.
hoger dan in juli. Nederland behoort nog steeds tot de landen met de laagste inflatie in de eurozone.
Voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie worden aparte geharmoniseerde indices berekend. Volgens deze methode was de Nederlandse inflatie in augustus 1,9 procent. Dit is iets
Eurostat, het Europese statistische bureau, berekende voor augustus een inflatie in de eurozone van 2,3 procent. De inflatie in de eurozone loopt iets terug. In juli was de inflatie in de eurozone 2,4 procent. <
De stemming onder de ondernemers is in de afgelopen twaalf maanden sterk verbeterd. Een jaar geleden lag het producentenvertrouwen nog op 1,3. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. De ondernemers in de industrie waren in september in vergelijking met de voorgaande maand vrijwel even tevreden over hun toekomstige productie en orderpositie.
De industriële ondernemers waren wel iets minder positief over hun voorraad gereed product. De producenten van investeringsgoederen waren flink positiever over de productie in de komende maanden. Uit de Conjunctuurtest van september blijkt dat de stemming in de meeste branches van augustus op september niet veel veranderd is.<
Inflatie
Producentenvertrouwen
%
saldo % positieve en negatieve antwoorden
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0
2003
2004
2005
2006
signalement oktober 2006
12 8 4 -0 -4 -8 -12
2003
signalement oktober 2006
2004
2005
2006
33
Congresprogramma HET Instrument van ongekend gewicht Technologische innovatiepush op komst Het congresprogramma van HET Instrument heeft langzamerhand bijna net zoveel gewicht als de beurs HET Instrument. Twintig titels van evenzovele seminars of debatsessies, verdeeld over vijf dagen, brengen ruim tweehonderd presentatoren of debaters op het podium. In totaal worden ongeveer tweeduizend congresgangers verwacht. Vooral ook om het niveau van de congresdeelnemers te bewaken zijn de meeste seminars alleen toegankelijk voor betalende deelnemers. Het totale programma overziend, moet de conclusie zijn dat een zo uitgebreid en diepgaand geheel nog niet eerder is vertoond in technologisch Nederland.
Leitmotiv Centraal thema of ‘Leitmotiv’ voor de meeste sessies is ‘veiligheid, gezondheid, milieu, geen technologie, geen toekomst’. Dat thema wordt vooral technologisch ingevuld door deskundigen uit bedrijven, leveranciers en toepassers van de technologie alsmede door tal van wetenschappers en onderzoekers. De drie branches van FHI die HET Instrument vormen ‘dragen’ elk een aantal seminars.
Industriële Elektronica De elektronicabranche richt zich op de voortgang van RoHS, de nieuw ingevoerde wetgeving met betrekking tot schadelijke
stoffen in producten; op hightech productontwikkeling via consortiumvorming in een ‘Denktank’; op de ontwikkeling en toepassing van sensoren in het veld. Het aan de elektronicabranche gelieerde Platform OmgevingsTechnologie PLOT heeft haar jaarlijkse conferentie over testen en beproeven dit keer ook gekoppeld aan HET Instrument. Het microsysteem- en nanotechnologiecluster MinacNed doet hetzelfde met de jaarlijkse MicroNanoConferentie. Deze nieuwe snelgroeiende branchegroep vult zelfs drie ochtenden in: micronano in medische diagnostiek; microfluidics; en micronano in food & nutrition.
De luxe van een DenkTank staat u ter beschikking Op HET Instrument 2006 De definitie in de dikke ‘Van Dale’ geeft de luxe van een denktank aan: ‘een groep deskundigen die specifieke problemen bestudeert en voorstellen doet voor de oplossing ervan’. Moet u zich voorstellen. U loopt in de praktijk tegen allerlei ideeën aan, doordat u bij uw klanten mogelijkheden voor verbetering ziet. Die verbeteringen zijn direct verbonden aan uw product of dienst en dus wilt u innoveren. Had u maar een DenkTank ter beschikking.
Team van ontwikkelaars Op HET Instrument 2006 is die luxe beschik-
Industriële Automatisering
Laboratorium Technologie
De branche industriële automatisering bereidt een veelbelovende ‘Lagerhuissessie’ voor over de complexiteit van adequate toepassing van informatietechnologie in de industrie. Daarnaast organiseert die branche twee lezingenseries: over ‘functional safety in the plant’; over watertechnologie en proceswater. Samen met de stichting SCIOS organiseert de branche een sessie over veiligheids- en milieu-inspecties aan stookinstallaties. De branche laboratoriumtechnologie is partner van de industriële automatiseringsbranche bij het seminar ‘in process analyse’.
De laboratoriumbranche organiseert zelf twee sessies: het lab van de toekomst en robotics in het lab. In dezelfde sfeer vult het kennisplatform LabManagers de titel kennismanagement in het lab in. De beroepsverenigingen voor respectievelijk gentherapie, massaspectometrie en vacuümtechniek houden tijdens HET Instrument elk hun najaarscongres. Voor de aankomende chemisch technologen is er het KNCVseminar toekomst in de analytische chemie.
34
baar. U kunt uw eigen idee voor een product of dienst toetsen of er richting aan geven met een team van deskundige ontwikkelaars. De DenkTank van de Development Club is de gehele beursweek fysiek beschikbaar in Hal 8. De deskundigheid van de deelnemers ligt op de volgende vakgebieden: • Draadloze communicatie • Sensornetwerken • Energiezuinige elektronica • Medische elektronica • Realtime applicaties • Werkbaar maken van een innovatie • Machine-naar-Machine communicatie • Laboratoriumtechnologie
Rond het thema DenkTank wordt op 1 november 2006, tijdens HET Instrument, een seminar georganiseerd. Misschien is één van de sprekers illustratief voor het principe. Tijdens een bijeenkomst van agrariërs kwam het idee op om logo’s in te zaaien op een akker van zes hectare. De Kverneland Group Mechatronics maakte dit mogelijk met een satellietgestuurd inzaaisysteem. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
middag 1 november met een groots verkiezingsdebat met prominente verkiezingskanidaten van de belangrijke politieke partijen over het innovatie- en technologiebeleid voor de toekomst. FHI, federatie van technologiebranches, hoopt en verwacht als organisator van HET Instrument dat van de unieke combinatie van beleid en inhoud een sterke technologische innovatiepush zal uitgaan in de Nederlandse economie. <
Het totale programma wordt gecompleteerd en beleeft een hoogtepunt op woensdagsignalement oktober 2006
signalement oktober 2006
35
RoHS - Wetgeving & praktijk Wat eist uw klant van u? De branche Industriële Elektronica organiseert tijdens HET Instrument 2006 weer een seminar over RoHS. Doel van dit seminar is praktische informatie te geven aan de Nederlandse industrie over de voortgang in de implementatie van de RoHS-wetgeving. In november 2005 werd door FHI een RoHScongres georganiseerd waar 450 betalende bezoekers op afkwamen. De onduidelijkheid van de wetgeving en de dreigende drastische gevolgen voor gevoerde producten waren de aanleiding voor die grote opkomst.
Wat is sinds 1 juli 2006 de praktijk voor bedrijven? De structuur van het seminar is gebaseerd op de stelling, dat klanten sneller richting RoHS-compliancy gaan en daarbij de betrouwbaarheid gegarandeerd willen hebben. Wat zijn hiervan de praktijkvoorbeelden bij OEM’ers en hoe ontwikkelt de wereldwijde bedrijfsketen zich? Hoe staat het met de handhaving bij bedrijven en hoe kunnen garanties of keurmerken afgegeven worden? Op dinsdag 31 oktober 2006 geven de sprekers een helder beeld van de praktijk
zoals die zich sinds eind vorig jaar heeft ontwikkeld. De bezoeker krijgt daarmee klinkende voorbeelden waaraan men zelf in het eigen bedrijf een praktisch vervolg kan geven. Als afsluitende presentatie wordt getoond hoe een andere bedrijfsketen een vergelijkbare problematiek heeft opgelost in België. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected]<
Bezoek van scholen aan HET Instrument 2006 Dit jaar wordt het bezoek van studenten en scholieren aan HET Instrument nadrukkelijk gestructureerd. In groepen van maximaal tien personen worden de studenten in een bepaalde route over de beursvloer geleid, waar participerende exposanten een demonstratie of presentatie verzorgen. De voorkeur voor een route kan door de begeleider van een groep scholieren worden aangegeven. Op de site
36
www.hetinstrument.nl worden de deelnemende bedrijven en hun activiteiten binnen dit project beschreven. De begeleider kan een voorkeur voor zes tot tien bedrijven aangeven. De bedrijven die meedoen aan dit project geven in vijftien minuten een beeld van hun activiteiten. Bij menig bedrijf kan de groep actief zijn met techniek aan de hand van een demo. Naar aanleiding van de aanmelding krijgt een begeleider een route van bedrijven, standnummers en timing teruggekoppeld in
Testtechnologie: spanningsveld tussen economie, veiligheid en betrouwbaarheid PLOT-seminar De afgelopen tien jaar hebben er op het gebied van testtechnologie belangrijke ontwikkelingen plaatsvonden. Via robuustheidtesten gaat de weg nu verder langs HALT en HASS richting ‘systeemdenken’. Ooit was testen vooral bedoeld om te bewijzen dat er aan de specificatie werd voldaan. Een eerste ontwikkeling was om tests te combineren, bijvoorbeeld temperatuur en trillen. En men begon met sequentieel testen, waarbij de volgorde van dergelijke gecombineerde testen een rol speelt: een valtest met daarna een temperatuurtest geeft andere resultaten dan omgekeerd. Bottleneck bij het testen bleef lange tijd, dat er nog teveel per afzonderlijke test werd gedacht, terwijl juist de samenhang in het complete systeem cruciaal is. Langzamerhand ontstaat er nu een verandering in de analysemethode. De trend is richting robuustheidstesten. En belangrijke termen hier zijn HALT en HASS, van Highly Accelerated Life Testing en Highly
Accelerated Stress Screening. Versneld testen, daar draait het tegenwoordig om. Een uiterst belangrijke factor in de ontwikkeling van een product is immers de doorlooptijd, die met name in de telecomindustrie het succes van de investering bepaalt. Als een ontwikkeling een maand te laat op de markt komt, is de investering al niet meer terug te verdienen. De doorlooptijd is dus cruciaal. Dat betekent automatisch: snel testen. HALT en HASS maken dat mogelijk.
Focus op de gebruiker Op componentniveau gebeurt er niet zoveel meer. Componenten zijn vaak al gekwalificeerd en aardig robuust. Door gebruik te maken van zogeheten ‘proven blocks’ hoeven ze dan niet meer te worden getest. Daarom wordt nu meer dan ooit gekeken naar de samenhang, naar interacties, waarbij bijvoorbeeld ook de software een rol speelt. En de gebruiker komt nadrukkelijk in beeld. Producten moeten gebruikersvriendelijker worden. De samenhang,
de integratie van elektronica, mechanica en software, is daar belangrijk.
Noodzaak Het systeemdenken wordt een noodzaak. Bij een bedrijf als Sony-Ericsson in Emmen, waar honderd werknemers nieuwe producten op het gebied van ‘wireless connectivity’ ontwikkelen, is er zelfs een speciale afdeling voor opgezet. Steeds wordt daar het totale systeem in ogenschouw genomen. Een sleutelwoord is Root Cause Analysis – waarbij wordt getracht onderliggende faaloorzaken te doorgronden. Faalmechanismen zijn van nature heel complex. Vorig jaar dacht men in de elektronica-industrie bijvoorbeeld het loodvrij solderen wel onder de knie te hebben. Alle testen wezen erop dat de producten voldeden aan de betrouwbaarheidseisen. Maar dit jaar was er toch even een terugval en bleken er nieuwe faalmechanismen op te treden. <
voorbereiding op het beursbezoek. Voor de studenten en scholieren is er ook een prijsvraag verbonden aan het beursbezoek. De prijzen worden mogelijk gemaakt door Museum Boerhaave, Actermium en STC Brielle. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
37
Op zoek naar een geschikt souvenirtje om na een inspirerende beursdag het thuisfront te verrassen? Bezoekers van HET Instrument hoeven niet lang te zoeken. Op de beurs vinden zij het cadeau bij uitstek: een zeer persoonlijk parfum. Op de LivePIL (Production Integration Line) wordt aan de hand van een uitgekiende vragenlijst een geïndividualiseerde geur gecomponeerd onder de naam HET o6 – met een knipoog naar Chanel No 5. De LivePIL wil laten zien dat automatisering kan worden gebruikt om een product compleet te individualiseren. Het parfum
LivePIL produceert persoonlijk parfum
Crime Scene Investigation verbroedert bedrijven
HET o6, Fair Water op klantenwens
LiveLab in het teken van ‘Moord met brandstichting’
de deelnemende bedrijven. De informatie wordt vervolgens met WiFi draadloos naar de LivePIL doorgezonden. Als de bezoeker daar even later aankomt, hoeft hij/zij alleen nog maar zijn badge te scannen en het productieproces begint. Binnen vier minuten rolt het flesje van de band.
In 2002 was het nog een eenvoudig mobiel laboratorium. In 2004 was het al een serieus laboratorium onder de naam LiveLab, waar kaas werd gemaakt. Deze editie van HET Instrument beleven we de overtreffende trap van LiveLab ‘CSI’: een compleet forensisch laboratorium waar een moord met brandstichting wordt ontrafeld. In totaal 32 bedrijven werken er samen aan een echte crime scene investigation.
Speciaal voor de beurs Het productieproces, van het scannen van de badge tot aan het kant en klare flesje parfum, is volledig geautomatiseerd. De binnengekomen informatie vanuit de stands wordt doorgestuurd naar de bunker met lege flesjes. Die krijgen een etiket voorzien van naam en code.
eerlijke beurswater verwijst naar het beursthema Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Het 120 m2 grote LivePIL-paviljoen wordt rondom beschermd met behulp van een lichtscherm. Als bezoekers dit op een of andere manier onderbreken, gaat een alarm. Wanneer ook nog een tweede scherm wordt getriggerd, stopt het gehele productieproces. De veiligheid van de bezoeker is daarmee dubbel gewaarborgd. <
In overleg met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) werd een veelomvattende fictieve casus gekozen: ‘Moord met brandstichting’. Bezoekers kunnen over een traject door de stand al slalommend langs laboratorium-tafels alle processen van een forensisch onderzoek van dichtbij meemaken. Maar liefst 32 bedrijven laten aan de hand van de nieuwste apparatuur zien hoe forensisch onderzoek vandaag de dag wordt verricht.
Zelf uitzoeken Bij de ingang van de 150 m2 grote stand is de plaats delict nagebouwd. Aan het begin van het traject kijken de bezoekers door een moet automatisering tastbaar te maken. Daarnaast wil de LivePIL de multidisciplinaire mogelijkheden tussen FHI-leden illustreren. En zo’n gerobotiseerde parfumfabriek is natuurlijk een regelrechte publiekstrekker. Er is een directe link tussen de deelnemende bedrijven en de bezoekers. Van deze laatste groep wordt verwacht dat ze actief meedenken bij de ontwikkeling van hun nieuwe geur. Op basis van een in te vullen lijst met karaktereigenschappen wordt een uniek parfum ontwikkeld dat precies bij de bezoeker past. Dit gebeurt op de stands van
38
raam naar een slachtoffer in zijn verbrande huis. Met wat basisinformatie worden ze naar binnen gestuurd. Wat er precies is gebeurd, mogen ze zelf uitzoeken. Studenten van de opleidingen Forensisch Onderzoek (Hogeschool van Amsterdam) en Hoger Laboratorium Onderwijs (Saxion Hogeschool Deventer) verzorgen rondleidingen en geven uitleg bij de verschillende apparaten. Op de route wordt onder meer onderzoek verricht op glasscherven, kruitsporen en explosieven. Bij de uitgang hebben de bezoekers de eerste beginselen van forensisch onderzoek onder de knie en is het hun duidelijk – als zij tenminste goed hebben opgelet – hoe de dader te werk is gegaan.
Populair Dankzij het succes van het paviljoen op de beurs van 2004 stonden bedrijven in de rij om mee te werken aan dit laboratorium. Het thema is natuurlijk ook aansprekend. Tv-programma’s zoals Crime Scene Investigation zijn populairder dan ooit. Maar ook in het echte leven horen we steeds vaker over het fenomeen forensisch onderzoek. HET Instrument laat de kans dan
ook niet voorbij gaan om de bezoeker te informeren over de laatste ontwikkelingen op dit gebied. LiveLab is niet zozeer een commerciële aangelegenheid. Bedrijven zijn niet met een vertegenwoordiger in het paviljoen aanwezig. Het geheel staat in het teken van de bezoeker.
Samenwerking Naast het feit dat LiveLab een van de publiekstrekkers van de beurs is, simpelweg omdat het zo leuk is, laat het paviljoen ook goed zien wat er kan worden bereikt als verschillende bedrijven samenwerken. Zo staat er bijvoorbeeld een apparaat dat is samengesteld door drie leveranciers. Eén zorgde voor het apparaat, een ander leverde de computer en een derde was goed voor de software. Met het NFI werd bepaald welke apparaten er in het paviljoen moesten komen om het laboratorium zo compleet mogelijk te maken. Alle meubilair op LiveLab wordt verzorgd door GWS Systems, Oosteind.
<
Een visionsysteem checkt of het etiket recht zit. Een anderhalve meter lange robotarm zet het flesje vervolgens in een dispensermachine. Deze machine is speciaal voor de beurs gebouwd door VanWyk Systems. Het flesje wordt gevuld met een mix van meer dan 100 van de 150 grondstoffen, ondergaat nog een paar tests, krijgt een dop en komt op een lopende band naar buiten.
Eau de Foire De parfumproductlijn gaat Eau de Foire heten. In het Engels is dat Fair Water. Dit
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
39
ELECTRONICS & AUTOMATION 2007
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
■ E&A 2007
■ COLUMN
Vooruitblik naar drie dagen in mei
“Moore meer”
FHI organiseert de enige elektronicabeurs in de Benelux
Paul Petersen
… dat zegt mijn tweetalige zoon Alex als hij meer melk of koekjes wilt. Wat de elektronica-industrie al decennia roept is voor hem een uitdrukking van de laatste achttien maanden, ‘precies’ een cyclus van Moore’s Law. Een veelbesproken onderwerp, die Wet van Moore. Maar volgens IIkka Tuomi is Moore’s Law een eigen leven gaan leiden. ‘The historically inaccurate 18 months doubling time has been extremely widely used. It is possible even to find fictive quotes of Moore’s 1975 presentation saying: The number of transistors per chip will double every 18 months’ staat in paragraaf 4 van zijn paper ‘The lives and Death of Moore’s Law’.
Zo’n tweehonderd Benelux-bedrijven uit de elektronicabranche presenteren zich van 23 tot en met 25 mei 2007 in Hal 8 van de Jaarbeurs Utrecht. In de afgelopen jaren is een uitgekiende, efficiënte formule uitgekristalliseerd. De beurs is opgebouwd met compacte en betaalbare standaardstands. De beursvloer is zodanig compact dat de bezoeker in één dagdeel alle stands kan hebben bezocht die voor hem relevant zijn. Een welbestede dag wordt het, als hij het andere dagdeel wijdt aan een congres. Door de betrokkenheid van leden van de
40
Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Elektronica wordt een kosteneffectieve organisatie gerealiseerd, waarbij FHI een trackrecord heeft in technologiemarketing, zowel in events voor specifieke doelgroepen als in de organisatie van HET Instrument. De betrokkenheid van exposerende bedrijven kent ook grote voordelen bij het opzetten van een congresprogramma.
onderwerpen van de congressen. Zo komen wireless technology, ad-hocsensornetwerken, nanotechnologie, polymere elektronica en design tooling aan de orde. De bedrijfsketen is sinds dit jaar helder geformuleerd in een Value Chain en al jaren beschreven in productgroepen met toepassingsgebieden en afzetmarkten. Voor de deelnemer en de bezoeker is Electronics & Automation helder en bereikbaar.
Congressen
Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] www.eabeurs.nl<
De complexiteit van de technologie en de beheersbaarheid van die complexiteit binnen de bedrijfsketen komt tot uiting in
signalement oktober 2006
Misschien is het een beetje vloeken in de kerk, maar ik vraag me diezelfde achttien maanden af of er nog wel sprake mag zijn van Moore’s Law. Is het niet gewoon Moore’s Target geworden en rennen we daar met z’n allen achteraan, om achteraf telkens weer te constateren dat de wetmatigheid klopt? Een andere wet, die van Murphy, is minstens even bekend en, ach, wat maakt het uit of dat wel echt een wetmatigheid is. Maar bij Moore’s Law is de technologische en economische impact enorm. Zoals Tuomi in zijn inleiding schrijft: ‘Indeed, sociologically Moore’s Law is a fascinating case of how myths are manufactured in the modern society and how such myths rapidly propagate into scientific articles, speeches of leading industrialists, and government policy reports around the world.’ De paper behandelt uitvoerig de volledige uitleg van Moore’s Law, de wijzigingen in die wet en de veronderstelde bewijslast.
signalement oktober 2006
Om niet te blijven citeren uit zijn werk, haal ik de samenvatting aan: ‘Moore’s Law has been an important benchmark for developments in microelectronics and information processing for over three decades. During this time, its applications and interpretations have proliferated and expanded, often far beyond the validity of the original assumptions made by Moore. Technical considerations of optimal chip manufacturing costs have been expanded to processor performance, economics of computing, and social development. It is therefore useful to review the various interpretations of Moore’s Law and empirical evidence that could support them. Such an analysis reveals that semiconductor technology has evolved during the last four decades under very special economic conditions. In particular, the rapid development of microelectronics implies that economic and social demand has played a limited role in this industry. Contrary to popular claims, it appears that the common versions of Moore’s Law have not been valid during the last decades. As semiconductors are becoming important in economy and society, Moore’s Law is now becoming an increasingly misleading predictor of future developments.’
aan allerlei bedrijfstakken heeft gegeven en dat de Wet van Moore een belangrijke rol heeft gespeeld bij de innovaties. Mijn bedenkingen gaan kort gezegd over ‘selling yourself short’. De investeringen verdubbelen, de prijzen halveren en dus moeten de applicaties verviervoudigen om de gang er in te houden. Om even terug te haken op IIkka Tuomi: ‘From an economic point of view, Moore’s Law was a rather fascinating law. It implied that the development of integrated circuits was completely determined by manufacturing costs. Moore’s Law, therefore, defines a completely new economy. In this economy, demand is infinite.’ Om te verwachten dat een kritische noot een wereldwijde industrie op andere gedachten kan brengen, lijkt me te gortig. Vanuit de organisatie van evenementen en beurzen herkennen we oplevingen in vele sectoren. In allerlei consumententoepassingen wordt de exponentiële groei van applicaties ook nog steeds herkend. Die groei zal wel doorzetten, maar of het nou exact voldoet aan een wet van Moore … daar blijf ik over nadenken. Paul Petersen Branchemanager Industriële Electronica<
Mocht u denken dat dit een cynische en sceptische benadering is, dan geeft ook Intel op zijn website aan dat er beperkingen zijn, maar dat de obstakels door research zullen worden doorbroken. Daarnaast zijn er verschillende deskundigen die de fysieke grenzen zien naderen. Het staat buiten kijf dat de halfgeleiderindustrie veel technologische mogelijkheden
41
■ PLOT
■ STC
Tien jaar Platform Omgevingstechnologie
Niets is te dol Seminar ‘Sensoren in het veld’
Testtechnologie verbroedert overigens wel Op initiatief van Harro Jansen, Garmt Grommers en Peter van Harmelen ontstond in 1995 het Platform Omgevingstechnologie. Doel: testen om uiteindelijk tot producten te komen die in praktijkomstandigheden net zo functioneren als door de klant mag worden verwacht. Want daar draait het om in het vakgebied omgevingstechnologie. PLOT is een zelfstandige vereniging die wordt gefaciliteerd door FHI en telt op dit moment zo’n veertig leden. Ruwweg zijn deze onder te verdelen in drie groepen: leveranciers van apparatuur, laboratoria waar op commerciële basis testen worden uitgevoerd en personen die in een grote organisatie verantwoordelijk zijn voor de totale teststrategie en daartoe een eigen laboratorium beheren. Bij het definiëren van het begrip testen ontstaan makkelijk misverstanden. Want er is een duidelijk onderscheid tussen ‘functioneel’ testen en de soort testen waar de PLOT-leden bij betrokken zijn. Functioneel testen houdt zich bezig met de vraag: Doetie het? En in het kader van een omgevingstest luidt de vraag: Blijft-ie het doen?
Garantie Testtechnologie wordt steeds belangrijker. Met de invoering van loodvrij solderen bijvoorbeeld (voortvloeiend uit de RoHSregelgeving), gaan bedrijven ineens garanties vragen met betrekking tot de duurzaamheid. Vroeger werd daar niet naar getaald. Nu moeten versnelde verouderingstests zoals HALT en HASS uitsluitsel geven over levensduur en betrouwbaarheid. Testtechnologie verbroedert overigens wel: het komt voor dat regelrechte concurrenten hun testervaringen uitwisselen en soms zelfs hun testfaciliteiten.
Wat was er eerder: de sensor of het meetprobleem? Hoe breng je applicatie en technologische mogelijkheid met elkaar in contact? De aloude tegenstelling. De ondertitel van het seminar ‘Sensoren in het veld’ is dan ook: Niets is te dol, alles is te meten maar het gaat niet vanzelf...
logie, maar evengoed Industriële Elektronica. Bij de vraag met welke branche de PLOT-leden zich het meest verwant voelden, is gekozen voor Industriële Elektronica. Elektronica is dan ook een belangrijk item als het om testen gaat. Maar er is meer. De velden waarin PLOT-leden actief opereren, zijn elektrisch, mechanisch en terrestrisch. Een bedrijf als Eaton Automotive (verstelbare autospiegels) test bijvoorbeeld op vandaalbestendigheid, Atlas beproeft verven en lakken op kleur en op weersbestendigheid, Philips is er - naast Medical en Applied Technologies - bij betrokken in verband met de scheerapparaten, Sony Ericsson test Bluetooth en andere wireless-toepassingen en DARE!! voert EMC-testen uit. En onlangs schoof DAF Trucks aan.
De behoefte aan sensortechnologie is booming, al is dat niet meteen terug te zien in concrete marktcijfers. Maar de behoefte blijkt in de micro/nano-wereld, hij blijkt ook in verband met het Pre Project Management Fonds: waar wordt geïnnoveerd, bestaat behoefte aan sensortechnologie. Een voorbeeld is de Betuwelijn, waar men in tunnels de trein wilde kunnen detecteren. Er is behoorlijk geworsteld met de vraag welke soort sensortechnologie hier kon worden gebruikt. Uiteindelijk is bij Turck in Zwolle veel engineeringkracht geïnvesteerd om tot een goede oplossing te komen.
Delen van kennis PLOT is uiterst actief als het gaat om het uitdragen van kennis. Veelzeggend in dit opzicht is de website www.plot.nl, waar gratis zogeheten OTB’s (Omgevingstechnologie voor beginners) kunnen worden gedownload met onderwerpen zoals schoktesten, trillingtesten, zoutsproeitesten en gecombineerde trilling- en temperatuurtesten. Voor PLOT is intussen een competentiematrix ontwikkeld. En na jaren werd in 2005 weer een seminar georganiseerd, bij KEMA. Werd op de afgelopen ledenvergadering bij FCI Electronics al even aandacht besteed aan het tienjarig bestaan; tijdens HET Instrument wordt dat nog eens dunnetjes overgedaan in de vorm van een feestelijke borrel op 1 november.
Eenmalig Voor een bedrijf in de procestechnologie - altijd al bezig met instrumentatie en het optimaliseren van sensorsystemen - is de zoektocht naar de juiste sensor niet zo diepzinnig. Het probleem begint echter bij een bedrijf dat eenmalig een sensoroplossing nodig heeft. Bij wie moet het terecht? De sensorleverancier zelf heeft niet altijd voldoende applicatiekennis. En hoe beslis je hoeveel tijd de ontwikkeling van een sensor mag kosten? Als er achter een bepaalde vraag onvoldoende belofte voor omzetvolume zit, kan het al snel niet meer uit. Daarom speelt sensortechnologie zo’n belangrijke rol bij technologische innovatie: gaat het om grote aantallen? Of mag het niets kosten?
ervaring wordt gedeeld. Maar het blijft een probleem om projecten binnen te halen waarin bedrijven bereid zijn te investeren. Het draait uiteindelijk om business development: niet de technologie is het probleem, maar de toepassing. Die moet commercieel haalbaar zijn. Voor meer informatie: FHI, Nicole Eestermans Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
Sfeer Zo langzamerhand begint in de Sensor Technologie Club weliswaar een sfeer vergelijkbaar met die in de Development Club te ontstaan, waar veel kennis en
“Een voorbeeld is de Betuwelijn, waar men in tunnels de trein wilde kunnen detecteren”
Voor meer informatie: FHI, Sandra van Dusschoten Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
Elektronica PLOT-leden zijn te vinden in verschillende FHI-branches: veel Laboratorium Techno-
42
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
43
■ MINACNED
Branchegroep MinacNed presenteert roadmap Food & Nutrition
Voedingsmiddelenindustrie zoekt nieuwe wegen ������������������������������ ���������� �����������
�������������� ���������������
apparaten die lokaal (op de boerderij of bij de consument) operationeel zijn (filteren, mengen, emulgeren, geïndividualiseerde voeding).
���������������������� ��������������������������������������� ������������������������������������� ��������������������������������������� ��������������������������������������� �������������������������������������� ������������������������
�������������������� ��������������������� �������� ���������������� ���������
��������������������
Emulsies, textuur en deliverysystemen (het vervaardigen van voeding met een andere textuur en/of een andere samenstelling.) Het gaat dan bijvoorbeeld om dubbele emulsies (water-in-vet-in-water). Daarmee wordt bereiding van ingrediënten met een zeer laag vetgehalte mogelijk. Deliverysystemen zijn toepassingen waarbij waardevolle ingrediënten precies gedoseerd en geprogrammeerd vrijkomen, bijvoorbeeld tijdens het eten (geurstoffen) of in het lichaam (kwetsbare nutriënten).
������������� ������ ���������� �������������� ���������� �������������������
������������������ ������������
�������������������� �����������������
������ ���������� ������������ ���������������
������������������ �� �������������������
�����
��������������������������������������������� ������������������������������������� ���������������������������������������� ��������������������������������������������
�� ��������������
���������� �����������
�� ��������������
�����
������
����� ������ ������������������
Op vrijdag 3 november presenteert MinacNed samen met het ministerie van Economische Zaken de uitkomsten van de ontwikkeling van de roadmap micronano in food & nutrition. Samen met de voedingsmiddelenindustrie is in de afgelopen maanden gezocht naar de mogelijkheden die de huidige technologie kan bieden voor innovatie in producten en processen in de voedselketen. Op initiatief van MinacNed werd in december 2005 een start gemaakt met de Roadmap Microsysteem/nanotechnologie en Food & Nutrition. Het doel was een concreet beeld te geven van de kansen en mogelijkheden die deze technologieën bieden aan de Nederlandse voedingsmiddelensector en haar toeleveranciers. Voor bedrijven in de voedingsmiddelensector komen de toepassingen nu snel binnen bereik.
Workshops In zes workshops (met in totaal circa zestig deelnemers) hebben foodbedrijven, kennisinstellingen en bedrijven op het gebied van de microsysteem- en nanotechnologie, verkend welke reële toepassingsmogelijkheden er binnen de voedingsmiddelensector bestaan. Daaruit kwamen vier kansrijke thema’s naar voren; binnen elk daarvan lopen de ‘roads’ naar specifieke toepassingen die binnen vijf jaar zijn te realiseren en concreet benoembare voordelen hebben.
Filteren en fractioneren (het ontwikkelen van procestechnologische componenten in de vorm van zeven en filters.) Toepassingsmogelijkheden liggen onder andere bij het zuiveren en filteren van grondstoffen en halffabrikaten, bij gefractioneerd scheiden en bij koud steriliseren. Ook kan men denken aan apparatuur die ongezonde bestanddelen (zoals verzadigde vetten) vervangt door gezonde bestanddelen (onverzadigde vetten). Sensorsystemen en processing (het ontwikkelen van sensoren en diagnostische kits die sneller en goedkoper dan nu kan, de kwaliteit van voeding meten, het productieproces monitoren en microbiële verontreiniging tijdig detecteren.) Tevens down scaling van de productie en bereiding van voeding. Dat kan in de vorm van
De roadmap is onlangs afgerond. Specifiek voor de voedingsmiddelensector is een poster gemaakt die de concrete mogelijkheden van microsysteem- en nanotechnologie in de voedingsmiddelensector letterlijk ‘in kaart’ brengt. <
������������������������� �������������������� ����������� �����������
���������������� ������������� ���������������
����������������������
������������������� ��������� �������� �����������
����������������� �������������� ��������� ������������������� �����������������
����������������������������������������� ������������������������������������ ����������������������������������������� ��������������������������������������� ����������������������������������� ���������������������
���� ��������������� ���������������������� ���������������������������� ������������������
���������������������
�� ������������������� �� �������������������� �� ����������������������
����� ���������� �����
signalement oktober 2006
Verpakking & Logistiek (het beter verpakken van ingrediënten van voedsel, bijvoorbeeld als bescherming tegen oxidatie of tegen licht. Plus de koppeling van die verpakking met sensoren en/of RFID´s.) Sensoren kunnen de status van voeding in de verpakking signaleren en waar mogelijk zelf corrigeren. RFID´s kunnen informatie dragen over de samenstelling, herkomst en/of actuele status van voeding (zoals het vitaminegehalte of de hardheid van fruit).
�� �����������
�����
������
������������������������������������������������ ���������������������������������������������� ����������������������������������������������� ����������������������������
����� ������ ������������������
45
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Benchmark voor system integrators
Kruisbestuiving
Ronde tafel is het eens: korting wil iedereen wel De Rondetafelconferentie (RTC) voor industrial system integrators is terug van even weggeweest. Door omstandigheden kwam het er in 2004 en 2005 niet van, maar op 22 juni 2006 was kasteel De Schaffelaar te Barneveld weer een passend decor voor een nieuwe ISI RTC. Deze unieke bijeenkomsten, waar openlijk tussen klant en leverancier wordt gesproken, geven de deelnemers meer inzicht in de ontwikkelingen en de relaties in hun werkgebied.
Relatie tussen plantowner en system integrator System integrators hebben over het algemeen de wens om langdurige samenwerkingsverbanden te onderhouden met plantowners. Deze wens wordt ook door veel plantowners gedeeld. Elke keer opnieuw het wiel uitvinden betekent immers extra risico en kosten. Kennis van de ‘installed base’ en weten wat je aan elkaar hebt... dat betaalt zich ook uit. De samenwerkingsverbanden kunnen zover gaan dat men bij elkaar in de keuken laat kijken om te achterhalen waar nog optimalisatie nodig is. De mogelijke schaduwkant daarvan is een groeiend gebrek aan innovatie door het ontbreken van frisse, nieuwe ideeën. Bestendige relaties hoeven niet per definitie te leiden tot langdurige contracten. Maar hoe zit het dan met de verantwoordelijkheden van de system integrator? Kan een system integrator zoveel verantwoordelijkheid nemen voor de business van de plantowner dat dit leidt tot prestatie-/performancecontracten? En kan een system integrator de rol van aannemer (plantbuilder) op zich nemen? Tenzij er sprake is van zogeheten ‘design & constructcontracten’, kan over het algemeen een system integrator niet verantwoordelijk worden gesteld voor de business van de plant of voor de bouw van projecten. De productieverantwoordelijkheid
blijft altijd in handen van de plantowner en die zal deze - buiten eventuele afspraken op het gebied van serviceonderhoud, eventueel via een minimale ‘downtime’-garantie - niet uit handen willen geven. Ook de rol van aannemer blijkt niet echt te passen bij integrators. Vaak bepaalt het automatiseringsdeel van een project (klein, maar hoogtechnologisch gespecialiseerd) een groot deel van de kosten en dan is het ook niet logisch een system integrator verantwoordelijk te maken voor een compleet project. Binnen dat kader hebben de plantowners het liefst ‘off the shelf producten’ voor al hun projecten. Bij grote complexe projecten voelt men een sterke afhankelijkheid van de DCS-leveranciers. Leveranciers van producten, meet-, regel- en analyseapparatuur hebben meestal niet de kennis in huis om complete automatiseringsoplossingen te definiëren, te engineeren en te implementeren. De positie van de system integrator ligt dan ook tussen die van de grote DCSleveranciers en die van productleveranciers.
Kwaliteit en kennis in projecten Door de verticale automatisering en standaardisering van operating software verschuift de functie van system integrator steeds meer naar die van een IT-bedrijf. Naast de proceskennis die een system integrator moet hebben om de taal van de klant te kunnen spreken en om überhaupt de opdracht te kunnen verwerven, moet de system integrator ook steeds meer kennis hebben van bijvoorbeeld MES-applicaties en IT security. Dit werd kenmerkend omschreven door één van de deelnemers: “IT’ers hebben een witte boorden-imago en een system integrator wordt vergeleken met de loodgieter – en dat terwijl de projecten binnen de industriële automatisering minstens zo complex zijn als in de traditionele IT-omgeving.” Deze onderschatting van de werkzaamheden maakt het overigens voor
de system integrator niet eenvoudiger. De klant denkt ‘even’ wat software te kopen waarmee de output van zijn corebusiness wordt gegenereerd.
Innovatie in de plant System integrators zullen ook zelf moeten komen met ideeën voor innovatie in de plants. Elke plantowner wil als eerste door een andere plantowner bewezen technologie in huis hebben, aangezien de corebusiness belangrijk is en er geen risico wordt genomen. Het is eigenlijk een contradictio in terminis. De innovatiedrempel kan worden overwonnen door eerst projecten met lage risico’s te kiezen voor nieuwe technologische oplossingen, goede fall back scenario’s, en service agreements. Overigens is het wel zo dat informatietechnologie teveel wordt verkocht als kostenreductie en efficiencyverbetering en te weinig als product en procesinnovatie en capaciteitsvergroting. Dit heeft deels te maken met de contactpersonen binnen de plant. Een plantowner is kostengedreven en daar dus gevoeliger voor dan de COO, CIO en CEO, die meer profit- en innovatiegedreven zijn. Een andere drempel voor innovatie en de total cost of ownership benadering, vormen de financieel gedreven inkooptrajecten. Inkoop als specialisme bestaat bij de gratie van ‘targets’. Als dan ook de system integrators niet mogen meepraten over innovatietrajecten met langere termijnscope voor processen en de organisatie, dan blijft er weinig speelruimte over. En dat system integrators mogen meepraten over kortetermijnbesparingen is niet zo verbazend: korting wil iedereen wel in zijn zak steken. Voor meer informatie: FHI, Eelco van Harten Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
Procestechnologen en instrumentatie Procestechnologen en industriële automatiseerders raakten naar aanleiding van de Productie Proces Automatiseringdag van 2005 met elkaar in discussie - inspirerend en uitdagend naar de toekomst. Hoewel beide groepen elkaar niet kenden, was de discussie informatief. Sterker nog, Friesland Foods legde na de discussie meteen een technologische wensenlijst neer bij FHI. In de discussie tussen procestechnologen en industriële automatiseerders werd al snel duidelijk dat er nog veel winst te halen valt als de verschillende disciplines (automatiseringsspecialisten, procestechnologen en productieverantwoordelijken) met elkaar om de tafel gaan zitten. Zo zit Huntsman al tijden met de wens om de zogeheten loog-scrubbers, die niets toevoegen aan het productieproces maar bij een calamiteit de ontsnappende chemicaliën moeten neutraliseren, uit de planttekeningen te verwijderen. Daar zijn echter wel slimmere instrumenten en automatiseringsoplossingen voor nodig die dusdanig veilig zijn dat de hardwareoplossingen overbodig worden. Dat vraagt een uitgebreide communicatie tussen de verschillende disciplines. Hier ligt ook meteen een aandachtspunt: voor productiebedrijven is de primaire taak om producten te maken en ligt de focus niet direct bij plantverbeteringen. Iets soortgelijks geldt voor de automatiseerders, zij willen graag nieuwe instrumentatie en oplossingen ontwikkelen en willen daarom best meedenken, maar dan moet er wel een markt voor zijn. En mede daarom worden er nog steeds bij iedere nieuwe plant loog-scrubbers gebouwd.
Groot en klein Overigens zijn er wel verschillen tussen de grote chemische productieplants en de kleine chemische bedrijven. Bij de kleinere productiebedrijven ligt de focus veel meer op batchproductie dan op continue productie en is de grip op procescontrole dus heel belangrijk. Het snel kunnen wisselen tussen productiebatches met zo kort mogelijke
46
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
insteltijden is wenselijk. Ditzelfde geldt ook voor de voedingsmiddelenindustrie. Friesland Foods heeft bijvoorbeeld behoefte aan flexibele en zeer toegankelijke software die het mogelijk maakt om (bovenop bestaande PLC/SCADA-infrastructuur) in de processen Model Based Control te introduceren. Dit is iets wat in de grote procesindustrie met grote DCS-systemen geregeld wordt toegepast. Het maken en ontwikkelen van modellen is echter een prijzige aangelegenheid. Maar aangezien ook de voedingsmiddelenindustrie steeds meer te maken krijgt met schaalvergroting, liggen hier zeker kansen.
Minifabrieken Bovengenoemde wensen spelen op dit moment in de proces- en voedingsmiddelenindustrie. Als we naar de toekomst kijken, zien we dat de universiteiten en de grote chemische bedrijven veel onderzoek doen naar zogeheten microreactoren. Deze minifabrieken hebben als groot voordeel dat ze bijzonder veilig en veel beter controleerbaar zijn. Maar voor goed werkende microreactoren zijn echter zuivere grondstoffen nodig om vervuiling en dichtslibben van de vaak zeer kleine pijpjes te voorkomen. De gap met mogelijke toepassingen is mede daarom nog erg groot en het zal wel even duren voordat vele kleine microreactoren een grote plant vervangen. Het belangrijkste doel voorlopig is productontwikkeling en daarmee zijn de eerste resultaten al geboekt.
Organisatorisch Andere uitdagingen voor nieuwe samenwerkingsverbanden tussen automatiseerders en productiebedrijven liggen er op het organisatorische vlak. De procestechnologen vinden de onderlinge verschillen tussen instrumentatieleveranciers toch wel erg klein en de instrumentatie heeft veel functionaliteit die niet wordt gebruikt. De wens van de productiebedrijven is het verkrijgen van betrouwbare metingen (cijfers) en heeft de focus niet op de apparatuur die de meting uitvoert. Daar ligt dan ook de schone kans voor de instrumentatieleveranciers. Naast kennis van selecteren van meetprincipes,
inbouwen, kalibreren, onderhoud en het tegengaan van vervuiling en dergelijke, zal de leverancier dan ook kennis moeten ontwikkelen van processtromen en de interactie met meetinstrumenten. Hiervoor is het belangrijk om goed geschoold personeel te vinden. Er is geen opleidingsgebied met focus op procesautomatisering en er zijn nauwelijks onderzoekers en promovendi die zich richten op procesautomatisering. Industriële automatisering ligt op dit moment nog het dichtst bij elektronica en werktuigbouw, wat meteen de kloof aangeeft richting chemie. Wellicht kunnen we het succes van de mechatronica volgen en komt er een opleiding voor chemitronicaspecialisten die het grote belang van de procesindustrie voor West-Europa zeker kunnen stellen.
Samen Nu al kunnen de productspecialisten uit de FHI-branches Industriële Automatisering gebruik maken van de basis die is gelegd: de procestechnologen staan open voor samenwerking. Als de branche nu inspringt, kan het nieuwe paradigma ontstaan en krijgt de beschikbare meet- en regeltechniek in de ontwerpfase van processen een belangrijke plaats. Als daarna de investeringsbeslissing voor een nieuwe plant wordt genomen, dan is de instrumentatieleverancier optimaal voorgesorteerd. Voor meer informatie: FHI, Eelco van Harten Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
47
PROFIBUS
Toeleveranciers moeten meer komen met voordelen voor de klant
Geslaagde deelname aan Aquatech
Gastpresentaties tijdens seminar op Pomp.NL-plein op Industrial Processing
Wens voor Waterdag in 2007
Dolf van Eendenburg heeft op verzoek van het vakblad Pomp.NL tijdens de beurs Industrial Processing verschillende presentaties over Life-Cycle-Costs gegeven. Onder de titel ‘Veldbustechnologie zorgt voor meer winst’ zijn de bezoekers geïnformeerd over PROFIBUS-eigenschappen die hiertoe leiden.
PROFIBUS Nederland heeft dit jaar voor de eerste keer deelgenomen aan de internationale vakbeurs Aquatech in Amsterdam. Van 26 tot en met 29 september bezochten vele duizenden bezoekers uit talloze landen deze beurs.
Werd in het verleden veldbustechnologie ingezet om initiële besparingen te realiseren, zoals besparing op kabels, besparing op
montage-uren en besparing op componenten. Nu wordt steeds duidelijker dat tijdens de operationele fase nog veel grotere voordelen te behalen zijn. Zoals een hogere productie, een vergroting van de kwaliteit en besparing op energiekosten.
Life-Cycle-Costs Uit verschillende discussies is duidelijk geworden dat Life-Cycle-Costs een thema is dat steeds belangrijker wordt bij het nemen van investeringsbeslissingen. Steeds meer
bedrijven zijn op basis hiervan of op basis van de Total-Costs-of-Ownership concepten aan het uitwerken. Een belangrijke opmerking van de eindgebruikers is dat leveranciers zelf vaak niet goed de voordelen kunnen aangeven. Ze noemen dan vaak de voordelen van hun producten en komen niet met de voordelen van hun producten voor het uiteindelijke productieproces. Ook aan deze kant is dus nog het nodige te realiseren! <
De ervaringen van PROFIBUS Nederland zijn positief. Er is een duidelijke wens
bij de watermarkt, zowel de binnen- als buitenlandse, om meer te weten te komen over deze communicatietechnologie. Veel bedrijven zijn op dit moment bezig om bestaande installaties te moderniseren en zijn zoekende naar nieuwe concepten om de kwaliteit verder te verhogen. Ook zien we een toenemende trend naar het besparen in energiekosten. De inzet van PROFIBUS
biedt kansen om ook op dit terrein grote voordelen te behalen. Tot slot hebben we veel support gekregen om ook in 2007 een speciale dag voor de Nederlandse watermarkt te organiseren. Dit in navolging op de waterdagen in de afgelopen twee jaar. Op verzoek wordt ook bekeken of het mogelijk is om ‘pompen’ hierbij te betrekken. <
De Nationale PROFIBUS dag Congres en beurs op 23 november 2006 in Ede
23 november 2006
ale PROFIBUS den: ersoon,
De Nationale PROFIBUS dag
eek voor
cht op
14 ®
aleprofibusdag.nl
Energiebesparing, efficiënter gebruik van de fte’s, een betere kwaliteit, meer productie, flexibilisering, een schoner milieu, beter gebruik van de grondstoffen, …
- 461 66 38 De Nationale PROFIBUS dag is er op gericht om de deelnemers kennis te laten maken met de eigenschappen van PROFIBUS- en PROFINET-technologie die invloed hebben op al deze resultaten.
.........................
.........................
........................
.........................
®
........................
.........................
Tijdens De Nationale PROFIBUS dag 2006 wordt ingegaan op de technologie, op het juist toepassen hiervan en op de resultaten die door het toepassen worden bereikt.
........................
........................
.........................
.........................
V e r e n i g i n g
P R O F I B U S
Energiebesparing, efficiënter gebruik van de fte’s, een betere kwaliteit, meer productie, flexibilisering, een schoner milieu, beter gebruik van de grondstoffen… De Nationale PROFIBUS dag is erop gericht om de deelnemers kennis te laten maken met de eigenschappen van PROFIBUS- en PROFINET-technologie die invloed hebben op al deze resultaten. Tijdens De Nationale PROFIBUS dag 2006 wordt ingegaan op de technologie, op het juist toepassen hiervan en op de resultaten die door het toepassen worden bereikt.
Platform Meer dan twintig presentaties verdeeld over drie zalen, met twee keynote-speeches en de mogelijkheid van gratis consultancy bieden de bezoekers een uitstekende bron om uitgebreide kennis op te doen rondom PROFIBUS en PROFINET. Daarnaast is De Nationale PROFIBUS dag ook een prima platform om andere gebruikers te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. De Nationale PROFIBUS dag 2006 vindt plaats in het CineMec in Ede. <
N e d e r l a n d
VOORUITBLIK PROFIBUS OP HET INSTRUMENT Nog een paar dagen en dan gaan de deuren van HET Instrument weer open. PROFIBUS Nederland is er klaar voor. Bezoekers van de stand kunnen kennis maken met nieuwe ontwikkelingen en innovaties binnen PROFIBUS en PROFINET. HET Instrument is een belangrijk platform om bezoekers te informeren over de voordelen van PROFIBUS en PROFINET als het gaat om besparingen, flexibiliteit en verhoging van kwaliteit en productie, dus over de toegevoegde waarde van deze communicatietechnologie. Verder kunnen bezoekers veertien PROFIBUS-leden ontmoeten die zich met eigen producten en diensten op de stand presenteren. Dagelijks vindt daar ook een verloting plaats. Rond 16.00 uur wordt de prijswinnaar op de PROFIBUSstand bekendgemaakt. <
e r l a n d
48
signalement oktober 2006
signalement oktober2006
49
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
MKB-Nederland:
Strategieproject Laboratorium Technologie afgerond
Introductie nieuwe energiemeter via markt MKB-Nederland is blij met de plannen van het ministerie van Economische Zaken om de energiemarkt voor kleinverbruikers te verbeteren. Maar de werkgeverskoepel is kritisch over de plannen om de digitale energiemeter verplicht via de netwerkbeheerder aan te bieden. Weliswaar gaan energiebedrijven steeds beter om met hun administratie, maar afnemers hebben nog steeds duizenden klachten per jaar. Het ministerie wil een ‘leveranciersmodel’ invoeren als enig model voor de kleinverbruikersmarkt. Dit model geeft helderheid omdat de klant één aanspreekpunt heeft. De minister wil een vastrecht invoeren voor de kosten van energietransport. Zo’n vastrecht maakt de kosten die in rekening komen voor de klant echter minder transparant, aldus MKB-Nederland. Bovendien stimuleert een vast bedrag voor het transport minder tot energiebesparing omdat een deel van de kosten toch al vastligt.
Wie?
Leden hebben subsidiekraan nog onvoldoende gevonden
MKB-Nederland plaatst ook een kanttekening bij de invoering van digitale meters. Deze meters hebben ontegenzeggelijk een aantal voordelen. Zo bieden ze meer inzicht in het verbruikspatroon, verminderen ze de kans op fouten en maken ze differentiatie in contracten mogelijk. Daarnaast kunnen ze helpen bij energiemanagement. De vraag is echter op welke manier de invoering moet gebeuren. De minister wil dat door de netwerkbeheerder laten doen. MKB-Nederland pleit ervoor om de installatiebedrijven in te schakelen. Verbruikers moeten zelf kunnen bepalen of en wanneer ze een nieuwe meter willen, en door wie ze die laten aanleggen.
De verslaglegging van het strategieproject voor de branche Laboratorium Technologie is afgerond en ingediend bij SenterNovem. Het branchebestuur werkt nu aan een document voor het federatiebestuur en de lidbedrijven in de branche. Dat document moet richting geven aan strategie en beleid.
Voor meer informatie: FHI, ing. Han de Groot Telefoon (015) 2191248 e-mail:
[email protected] <
Standaard Service Overeenkomst voor de Industriële Automatisering? Of het nu gaat om service op eigen producten of onderhoud aan complete installaties, service wordt als dienstverlening voor de branche Industriële Automatisering steeds belangrijker. Reden voor FHI om te inventariseren of er behoefte is aan ondersteuning bij het opstellen van servicecontracten. De mini-enquête die is gehouden onder de leden, bevestigt dat service als vorm van dienstverlening belangrijk is. Het merendeel van de geënquêteerde bedrijven geeft aan graag ondersteuning te krijgen in de vorm van een ‘blauwdruk’ servicecontract of richtlijnen voor het opstellen van een contract. Een van de mogelijkheden is dat
50
de branche Industriële Automatisering, net als de branche Medische Technologie, gebruik gaat maken van een standaard serviceovereenkomst. Dit contract is in samenspraak met de belangrijkste klantgroepen opgesteld en wordt als basis gebruikt bij contractbesprekingen. Het bestuur van de branche Industriële Automatisering buigt zich binnenkort over de vraag hoe zij hier het beste invulling aan kan geven, zodat ook binnen de branche Industriële Automatisering een gedegen overeenkomst kan worden gebruikt. Voor meer informatie: FHI, Eelco van Harten Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
signalement oktober 2006
Het strategieproject, was tot dusverre vooral inventariserend gericht op ontwikkelingen bij de leden van de branche en hun stakeholders in de markt. Bedrijven kunnen met de uitkomsten van de kennispositiestudie die werd uitgevoerd hun marktpositie beter in beeld krijgen. En de branche kan er concreet activiteiten mee ontwikkelen om de technologie-uitwisseling tussen bedrijven, kennisinstellingen en zorginstellingen te versterken. Naast een beschrijving van de branche Laboratorium Technologie, de markt en de stakeholders, zijn in de eindrapportage de belangrijkste trends en ontwikkelingen binnen de laboratoriumtechnologie opgenomen. Het gaat dan om trends als automatisering en robotisering, kwaliteit, hogedoorvoertechnologie, at lineapplicaties, maatwerk en onderhoud door derden. Binnen de (markt)ontwikkelingen zijn duurzaamheid, openbare aanbestedingen, standaardcontracten en raamovereenkomsten, veiligheid, kennisontwikkeling, consortiavorming, specialisatie en internationalisatie nader uitgewerkt.
Kennisoverdracht en technologieuitwisseling Voorbeelden van kennisoverdracht en technologie-uitwisseling, het belangrijkste doel van het strategieproject laboratoriumtechnologie, passeren in het derde deel van de rapportage de revue. Hier wordt geïllustreerd hoe FHI de kennisoverdracht en technologie-uitwisseling in de branche Laboratorium Technologie ter harte neemt en stimuleert om bij te dragen aan het succesvol opereren van haar brancheleden, nu en in de toekomst. De volgende voorbeelden worden beschreven: • Het COAST-project voor het behoud en de
signalement oktober 2006
verdere ontwikkeling van de analytische chemie in Nederland. In dit project werken mkb-bedrijven nauw samen met de Universiteit van Amsterdam om te komen tot innovatieve producten met een maatschappelijke relevantie. • De actieve kennisontwikkeling vanuit het mkb door nauwere samenwerking tussen brancheleden en de universiteiten. Hier wordt door FHI aangestuurd op tweerichtingsverkeer, zodat universiteiten en mkb-bedrijven tot synergie kunnen komen. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij universiteiten alle onderzoeksgelden krijgen toegekend en vervolgens bij het mkb aankloppen voor een korting op hightech apparatuur. Hier is de FHI-filosofie dat juist het mkb een bron van kennisontwikkeling kan zijn voor de universiteiten. • De diverse bijeenkomsten, trainingen, roadshows en workshops die FHI organiseert voor haar leden. Te denken valt aan clustermeetings, de Biotech Roadshow, de conferentie Labanalyse en brancheoverschrijdende workshops, zoals de applicatietraining ‘Biotechnologie voor niet-biotechnologen’. • De opkomst van virtual labs. FHI is aanjager van laboratoriumconsortia die via internet analysefaciliteiten bieden aan derden ofwel virtuele laboratoria. Hierin wordt samengewerkt door zowel brancheleden en niet-brancheleden en worden innovatieve analysediensten aangeboden, die anders niet beschikbaar zouden zijn voor het traditionele lab. • Het cluster contractlabs. Omdat contractlaboratoria deel uitmaken van de labtechnologieketen en deze bedrijven nog niet goed georganiseerd zijn, heeft FHI voorgesteld als platform te fungeren. Zo kan er ondersteuning worden gegeven aan lobbyactiviteiten, bijvoorbeeld op het gebied van internationale (milieu)regelgeving en kunnen er zaken
in gezamenlijkheid worden aangepakt en geregeld. • Congressen tijdens HET Instrument. Het congresprogramma diept diverse thema’s uit die in de eindrapportage zijn opgenomen. • Ketendenken. FHI pleit voor meer ketendenken in de verschillende branches. Basisgedachte is om samenwerkingsverbanden op te zetten tussen de verschillen FHI-branches, zodat klanten uiteindelijk nog beter bediend kunnen worden. Laboratorium Technologie kan door nauwer samen te werken met de FHI-branches Industriële Elektronica en Industriële Automatisering tot synergie komen. Immers, binnen de branches komen dezelfde ontwikkelingen voor en worden de technieken over en weer gebruikt. Integratie van technieken vraagt om een brancheoverschrijdende aanpak. Dit gebeurt overigens al, maar nog onvoldoende. FHI wijst de brancheleden erop dat bedrijven meer gebruik zouden kunnen maken van subsidieregelingen die de overheid biedt voor innovatie. De Omnibussubsidieregeling geeft mkb-leden financiële armslag om samen met kennisinstellingen innovatietrajecten in te gaan. Voorwaarde is wel dat er intensief wordt samengewerkt tussen de bedrijven om voldoende kritische massa te genereren. Tot nu toe hebben de brancheleden van Laboratorium Technologie de subsidiekraan van de overheid onvoldoende weten te vinden. FHI roept daarom op meer gebruik te maken van deze financiële instrumenten om het product ‘laboratoriumtechnologie’ nog beter op de kaart te zetten en succes ook in de toekomst te verzekeren. Voor meer informatie: FHI, Andreas Meijer, Telefoon (033) 4657507 e-mail:
[email protected] <
51
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Europees aanbesteden Eerst betalen, dan pas documenten Steeds vaker worden de medische en laboratoriumbranche geconfronteerd met Europese aanbestedingen waarbij bedrijven eerst een bedrag over moeten maken alvorens over de noodzakelijke documenten/bestekken te kunnen beschikken. Dit is veel leden een doorn in het oog.
Recentelijk is FHI door meerdere leden benaderd over de aankondigingen van twee aanbestedingen van Stichting ‘t Lange Land Ziekenhuis Zoetermeer. Dit ziekenhuis vroeg voor het verkrijgen van de bestekken bedragen van respectievelijk € 1.000,- en € 1.500,-. FHI is van mening dat deze bedragen buitensporig zijn en mede in het licht van het EG-Verdrag, de Richtlijn Werken, Leveringen en Diensten (2004/18/EG) en het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten van 16 juli 2005 (Bao) onrechtmatig. Door het heffen van aanzienlijke bedragen die in geen enkele verhouding staan tot de gemaakte repro- en portokosten, worden ten onrechte drempels opgeworpen die de vrije concurrentie en marktwerking belemmeren. Het lijkt er bovendien alleszins op dat het ziekenhuis de kosten van de aanbesteding probeert te verhalen op de leveranciers.
Kosten voor de aanbesteder FHI stelt zich op het standpunt dat daar waar aanbestedende diensten kosten maken voor het samenstellen van documentatie en het bestek, deze kosten gedragen dienen te worden door de aanbestedende dienst zelf. FHI heeft het ziekenhuis dan ook dringend verzocht om in lijn met de wetgeving en geldende beginselen van aanbestedingsrecht het bestek en de relevante documenten, behorende bij de aanbestedingen, om niet beschikbaar te stellen aan de sector. FHI heeft daarbij tevens aangekondigd dat zij bij afwijzing van het verzoek rechtsmaatregelen zou treffen. Het ziekenhuis heeft hierop besloten het bestek en de relevante documenten om niet beschikbaar te stellen aan de sector. Voor nadere informatie over Europese aanbestedingen in de zorgsector kunt u contact opnemen met: Luc H.M. Knaven van FHI, telefoon (033-4657507), e-mail:
[email protected]. Op www.fhi.nl/aanbesteden kunt u nadere informatie terugvinden. <
52
signalement oktober 2006
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Continuïteit afhandeling declaraties Zorgverzekeraars niet in staat chaos te voorkomen In 2005 heeft FHI in een schrijven aan Zorgverzekeraars Nederland haar zorg geuit over de dreigende administratieve chaos rondom de invoering van de basisverzekering. Ondanks geruststellende woorden vanuit zorgverzekeraars zijn deze niet in staat gebleken om voor de branche chaos te voorkomen. Veel FHI-bedrijven zijn hierdoor geconfronteerd met aanzienlijke extra inspanningen en kosten. Daarnaast hebben veel leden nog steeds te maken met openstaande declaraties.
Budget voor ICT in de zorg moet drie keer hoger
Bevoorschotting en verrekenen
Zorg- en welzijnssector blijven achter bij markt
De investeringen in informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de zorg en welzijn lopen achter bij investeringen in de marktsector – en dat terwijl ICTtoepassingen oplossingen kunnen bieden voor de uitdagingen waar de sectoren zorg en welzijn voor staan: vergrijzing, individualisme en gebrek aan personeel. Het Economisch Instituut voor het Middenen Kleinbedrijf (EIM) heeft in opdracht van MKB-Nederland de (on)mogelijkheden van ICT-oplossingen in de zorg en welzijn onderzocht en vergeleken met het bedrijfsleven. Hieruit blijkt onder meer dat maximaal anderhalve procent van het totale budget aan ICT wordt uitgegeven tegen vijf procent in het bedrijfsleven en zelfs acht procent in de banksector.
54
Het EIM concludeert dat de sector redelijk heeft geïnvesteerd in het primaire proces: medische apparatuur en applicatiesoftware, maar dat ICT een forse investering vergt die niet snel wordt terugverdiend. Een probleem is er met het uitwisselen van patiëntendossiers tussen organisaties/ afdelingen. Dit komt voor een belangrijk deel door gebrek aan standaarden. De verschillende eisen van gemeenten en verzekeraars rondom declaraties leiden tot onnodig hoge administratieve lasten.
Drievoudig Om het ICT-gebruik in de sector zorg en welzijn te verhogen naar het niveau van het bedrijfsleven, zal het huidige investeringsniveau moeten verdrievoudigen. Voor de korte termijn is daarvoor, volgens MKB-Nederland,
een aantal maatregelen noodzakelijk. De overheid moet ondernemers aanjagen door vermogen beschikbaar te stellen en/of financieringsfaciliteiten te bieden. Het inkorten van de afschrijvingstermijnen biedt eveneens meer ruimte om te investeren. MKB-Nederland beveelt daarnaast aan dat er afspraken worden gemaakt over open standaarden (nationaal en op brancheniveau), om gegevensuitwisseling te bevorderen. Administratieve lasten kunnen worden teruggedrongen als de verzekeraar/ overheid hiervoor de software levert. Het volledige onderzoek en de reactie van MKB-Nederland daarop is te vinden op www.mkb.nl. <
signalement oktober 2006
Veel bedrijven hebben momenteel aanzienlijke bedragen (> € 1.000.000,-) openstaan die nog niet zijn voldaan en waarbij er nog geen zicht op is dat deze op korte termijn gaan worden voldaan. Declaraties zijn en worden door de oude of de nieuwe zorgverzekeraar met grote regelmaat afgewezen met de mededeling ‘niet bij ons verzekerd’. De onderlinge verrekening blijkt in de praktijk niet of slecht te werken. FHI-leden dreigen daarvan de dupe te worden. Dit probleem doet zich breed voor.
Onverzekerd Patiënten blijken ineens onverzekerd te zijn en toch producten en diensten te ontvangen van leveranciers. De vraag dient zich aan bij wie de gemaakte kosten kunnen worden verhaald...
Marktinformatie De contracten die leveranciers met de verzekeraars hebben afgesloten, verschillen van elkaar. Een probleem, zowel voor de leverancier als voor de oude zorgverzekeraar, is welke prijsinformatie op de factuur voor de nieuwe verzekeraar moet worden opgenomen. Dit werkt marktverstorend. De praktijk leert dat facturen met reële inschattingen van de kosten nog vaak worden afgewezen. In een aantal gevallen
signalement oktober 2006
is onduidelijk waar de patiënt zich heeft herverzekerd; Vecozo geeft in deze gevallen geen uitsluitsel. Er zijn dan al wel prestaties geleverd en dus kosten gemaakt. Deze zijn vooralsnog nergens te declareren.
Vecozo Via Vecozo koppelt VPZ polisnummers terug met een -1 of -2 enzovoorts. Deze polisnummers worden automatisch opgenomen in de machtigingen. Echter als deze polisnummers worden ingediend, worden ze niet betaald wegens: ‘foutief polisnummer’.
Extra werk De branche levert producten en diensten aan grote aantallen patiënten. Doordat de branche in hoge mate is geautomatiseerd, is zij normaliter in staat de levering van producten en diensten op efficiënte wijze administratief af te handelen. In de nu ontstane situatie zijn bedrijven gedwongen een belangrijke hoeveelheid werk handmatig af te handelen. Het handmatig uitzoeken en opnieuw verwerken leidt vanwege de grote aantallen dan ook tot zeer veel extra werk en kosten voor de branche. In juli heeft een overleg plaatsgevonden met Zorgverzekeraars Nederland. Hierbij is afgesproken dat ZN er bij individuele leden op aan zal dringen zo snel mogelijk te komen met oplossingen. In oktober zal opnieuw een overleg plaatsvinden met de Zorgverzekeraars. Doelstelling van dit overleg is eventuele nieuwe problemen in 2007 te voorkomen. <
55
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
Handelscontacten
AGENDA 2006 / 2007
Aanvraag lidmaatschap
Kijk voor de meest actuele stand van zaken op Branche Industriële Elektronica
www.fhi.nl/fhi/evenementen
Gevraagd: Vertegenwoordigers, importeurs en samenwerkingspartners De innovatieve onderneming Heltschl GmbH ontwikkelt, produceert en verkoopt therapeutische softlaser-apparatuur. Aangeboden worden accugevoede handlaserapparatuur evenals netgevoede vlaktelaserapparaten in zichtbare golflengte (roodlichtlaser). De apparaten worden bij pijntherapie, ter behandeling van wondgenezingsstoringen evenals voor acupunctuur toegepast. Door voortdurende research, samenwerking met universiteiten en wetenschappers evenals een kwaliteitsmanagementsysteem wordt een hoge productstandaard gegarandeerd.
Gevraagd: Technisch Commercieel Medewerker (m/v) Eurolectron BV is een technische handelsonderneming voor de professionele elektronica-industrie. In Nieuwegein zijn wij op zoek naar een fulltime medewerker voor
de verkoop van onze producten, Test en Measurement, in de Benelux. Meer informatie via www.eurolectron.com E-mail:
[email protected]
Oostenrijkse firma zoekt in Nederland een competente handelspartner g.tec ontwikkelt en fabriceert biomedische apparatuur voor het opvangen en analyseren van hersensignalen (EEGelektro-encephalogram), hartsignalen (ECG-elektrocardiogram), spieractiviteit (EMG-elektromyogram), oogbewegingen (EOG-elektro-oculogram), ademhaling en andere biosignalen (signalen welke gemeten kunnen worden op menselijke of dierlijke lichamen). De apparaten zijn zeer flexibel en gemakkelijk uit te breiden en daardoor voornamelijk in gebruik bij universiteiten, universitaire ziekenhuizen, researchcentra en researchafdelingen van bedrijven. Toepassingsgebieden zijn hersenonderzoek,
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten.
Industriële Elektronica Renée Boerma, telefoon: (033) 4657507
Industriële Automatisering U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de managementassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn.
Esther van Ingen, telefoon: (033) 4657507
Laboratorium Technologie Sandra van Dusschoten, telefoon: (033) 4651063
Medische Technologie Sandra van Dusschoten, telefoon: (033) 4651063 <
oktober • 30 oktober t/m 3 november HET Instrument (http://www.hetinstrument.nl)
8 november • Platformoverleg tussen NMi Certin, Verispect en het ministerie van Economische Zaken en VLW
cardiologie, hersencomputer interface communicatie, physiologie, psychologie, biosignaalverwerking en onderwijs. Contact: Dr. Christoph Guger E-mail:
[email protected] Telefoon: +43 (0)7251-22240-12
november • 6 november Bijeenkomst van de werkgroep ‘Wettelijke Metrologie’ te Frankfurt am Main (D)
23 november • De Nationale PROFIBUS dag CineMec, Ede
Interface Inc. is looking for distributors in the Netherlands
8 november • Ledenvergadering VLW
Interface Inc. is leading manufacturer of force and torque transducers offering a full line of Load Cells, Torque Transducers and Instrumentation to fill all of most Force and Torque Measurement needs. For more information: www.interfaceforce.com of www.interfaceforce.eu Contact: René Storms E-mail:
[email protected] Telefoon: +49.0.2166216645 <
Aantal personen: 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 95,00 € 138,00 € 230,00
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00 per dagdeel
28 november • Design Tools NH Koningshof, Veldhoven
VANUIT DE LEDENKRING Industriële Elektronica Per 1 juli 2006 is Applied Instruments verhuisd naar: Edisonweg 39D, 4382 NV VLISSINGEN. Telefoonnummer: 0118488499, Faxnummer: 0118-488498, de overige gegevens blijven ongewijzigd.
Flexim Instruments Benelux is binnen Berkel en Rodenrijs verhuisd naar de Berkelse poort 127, 2651 JX. Telefoon- en faxnummer zijn ongewijzigd.
WorkSphere bv Willem Dreeslaan 14 3515 GB UTRECHT Het leveringsprogramma omvat de verkoop, engineering, uitvoering, ondersteuning en het onderhoud van alle werkzaamheden met betrekking tot het inrichten van een serverruimte, met name op het gebied van renovatie, onderhoud en nieuwbouw.
Branche Industriële Automatisering Ceréma B.V./BYK-Gardner Nederland Oostermaat 7 7623 CS BORNE De firma geeft consulten over de toepassing, het gebruik en de verkoop van (optische) meetinstrumenten voor het meten van kleur, glans en helderheid van materialen en eindproducten. Simac Quadcore b.v. De Run 1101 5503 LB VELDHOVEN Simac Quadcore realiseert automatiseringsoplossingen voor industriële processen en creëert oplossingen gebaseerd op connectiviteit.
Medische Technologie
Per heden is de Postbusnummer van Elincom Electronics B.V. opgeheven.
Per heden is SensorMedics B.V. verhuisd naar: De Molen 8-10, 3994 DB HOUTEN, Postbus 461, 3990 GG HOUTEN.
Industriële Automatisering
Industriële Elektronica
Konica Minolta Photo Imaging Benelux B.V. is verhuisd en heeft een nieuwe naam gekregen. De nieuwe gegevens zijn nu: Konica Minolta Sensing Europe B.V. Edisonbaan 14E 3439 MN NIEUWEGEIN Tel: 030-2481200 Fax: 030-2481280 Internet: www.konicaminoltaeurope.com
Per september 2006 is 2connect-IT verhuisd naar: Dorpstraat 173, 5504 HE VELDHOVEN. Postbus 5500 AB VELDHOVEN.
Medische Technologie Per 2 oktober 2006 is de bedrijfsnaam Equip Medikey B.V. verder gegaan onder de naam AMBU B.V.
* incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector 56
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
57
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
Nieuwe leden
Handige links
Branche Industriële Elektronica D&D Mechatronics Lampersveldpad 5 5446 BS WANROIJ Lidnummer: 1473
Croon Elektrotechniek b.v. Postbus 6073 3002 AB ROTTERDAM Lidnummer: 1484
AvansPlus Heerbaan 14-40 4817 NL BREDA Lidnummer: 1474
Branche Industriële Automatisering
Initial Hokatex B.V. Postbus 745 2270 AS VOORBURG Lidnummer: 1476
Initial Hokatex B.V. Postbus 745 2270 AS VOORBURG Lidnummer: 1476
Stimag B.V. Parellaan 22 2132 WS HOOFDDORP Lidnummer: 1471
Lasent B.V. Postbus 1073 1440 BB PURMEREND Lidnummer: 1477
Simac Quadcore B.V. Postbus 57 5500 AB VELDHOVEN Lidnummer: 1483
Remtech Nederland B.V. Verlengde Poolsewg 34 4818 CL BREDA Lidnummer: 1470
AMB – I.T. Holding B.V. Zuiderhoutlaan 4 2012 PJ HAARLEM Lidnummer: 1485
Rittal B.V. Postbus 246 6900 AE ZEVENAAR Lidnummer: 1475
Branche Laboratorium Technologie
NIEUW
AEMAS Souvereinstraat 8c 4903 RH OOSTERHOUT Lidnummer: 1480 Anton Paar Benelux BVBA Kortrijksesteenweg 88 B-9830 SINT-MARTENS-LATEM – BELGIE Lidnummer: 1478
www.bedrijvenloket.nl Eén loket voor ondernemers. Om de dienstverlening van de overheid aan ondernemers te verbeteren heeft het ministerie van Economische Zaken het initiatief genomen om het Bedrijvenloket te ontwikkelen. Op deze site kunnen ondernemers terecht voor al hun vragen aan de overheid.
Molecular Devices Ltd. Korteweg 38 7315 CN APELDOORN Lidnummer: 1481 Smartcoded B.V. Stadseiland 84 8243 HV LELYSTAD Lidnummer: 1482 Techema B.V. Nijverheidsweg 11 3471 GZ KAMERIK Lidnummer: 1479
Branche Medische Technologie Guidant Nederland B.V. Kuifmees 56 3435 RG NIEUWEGEIN Lidnummer: 1472<
www.internationaalondernemen. nl/dossiers/innovatie.asp.
COLOFON Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 4657507 Fax: (033) 4616638 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder
Branche Industriële Automatisering en Branche Industriële Elektronica Op 4 september 2006 is Birgit Albersen in dienst gekomen als branchemedewerkster voor beide branches. Haar e-mailadres is;
[email protected] <
Nederlandse bedrijven moeten het op buitenlandse markten hebben van de meerwaarde die zij aan een product toevoegen: van technologische vondsten tot continue kwaliteitsverbetering en maatwerk. Innovatief ondernemen is een must voor het MKB. Deze site geeft informatie en handige links over onder andere octrooien.
www.instrumentengids.nl FHI geeft elke twee jaar de Instrumentengids uit. Naast de papieren versie is deze informatie ook op Internet beschikbaar. www.instrumentengids.nl is een zoeksysteem voor alle technologiebedrijven. <
Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
58
signalement oktober 2006
signalement oktober 2006
59