Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw
Serologische testen in de routine diagnostiek: een update Dr. Ellen Van Driessche, DVM, MSc, PhD
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
2
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
3
Inleiding: antigeen • De meeste effectieve antigenen zijn grote, rigide (vaste vorm), chemisch complexe moleculen en normaal nieteigen aan het dier of mens
• Epitoop = het deel van het antigeen dat herkend wordt door de antistof • Soorten: bacterie, virus, dierlijke cel ...
4
Inleiding: antistof Er bestaan verschillende antistoffenfracties die verschillende eigenschappen hebben: IgG 1 monomeer, agglutinerend IgA 1-2 monomeren, agglutinerend
IgM begin infectie, agglutinerend, 5 monomeren IgD 1 monomeer
IgE 1 monomeer Elke serologische test kijkt slechts naar een deel van de immuunrespons 5
Inleiding: antigeen-antilichaambinding • Komt tot stand door niet-covalente krachten: ‐ zwakke krachten ‐ talrijk en daardoor zeer sterk • Evenwichtsreactie: Ag + As Ag-As
6
Inleiding: affiniteit • Sterkte van de binding tussen 1 epitoop van het antigeen en 1 antigeen-bindende zijde van het antistof • Of vermogen van 1 antistofmolecule om aan 1 epitoop te binden • Beïnvloedende parameters : pH, temp, reactietijd, vaste fase……
• AVIDITEIT : functionele term die de prestatie van een POLYKLONAAL antiserum in een welbepaalde test weergeeft Polyklonaal antiserum bevat antistoffen gericht tegen verschillende epitopen van een antigeen Monoklonaal antiserum bevat antistoffen tegen slechts 1 epitoop van een antigeen
7
Inleiding: sensitiviteit & specificiteit Testkarakteristieken van specifieke test:
1. Sensitiviteit Kans (%) dat een test een positief resultaat geeft in een populatie 100% positief voor de geteste ziekte
Maat voor vals-negatieve resultaten bv. PRRSv Se = 98,8%
2. Specificiteit Kans (%) dat een test een negatief resultaat geeft in een populatie 100% negatief voor de geteste ziekte Maat voor vals-positieve resultaten bv. PRRSv Sp = 99,9% 8
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
9
AGPT: agar gel precipitatie test Algemeen principe precipitatie Equivalentiepunt =
Conc immuuncomplexen
Y YY
precipitatielijn
Y Y
Afnemende concentratie As
As
Y
YYYY
Y Y
Y
Afnemende concentratie Ag
Ag
10
AGPT: agar gel precipitatie test Principe :
antigeen in oplossing en te onderzoeken serum (As) diffunderen naar elkaar toe doorheen een gel
bij optimale concentratie zal precipitatie optreden
precipitaat wordt vastgehouden door de gel
11
AGPT: agar gel precipitatie test Praktische uitvoering (dubbele immunodiffusie)
Ag
As
12
AGPT: agar gel precipitatie test • Redelijk ongevoelige test : er moeten veel As en Ag aanwezig zijn zodat de grote complexen ontstaan • Met dit type test kan zowel Ag als As geïdentificeerd worden in serum • Geschikt Ag : 40000-60000 Dalton • Niet kwantitatief • pH buffer gel en temperatuur beïnvloeden de precipitatiereactie • In labo: pluimveeanalysen zoals Adeno, AI, IB, ILT, Marek, Reo 13
AGPT: agar gel precipitatie test • Voordelen ‐ Eenvoudige test ‐ Minimum 24h (overnacht incubatie) ‐ Lage kostprijs • Nadelen
‐ Lage sensitiviteit ‐ Lage specificiteit
14
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
15
Agglutinatietesten • Algemeen principe: Agglutinatie is een fenomeen gekenmerkt door een massaal samenklitten van partikels in suspensie ten gevolge van een As-Ag binding : er vormen zich aggregaten die met het blote oog of microscopisch zichtbaar zijn • Partikels : bacteriën, RBC, Ag met diameter van 0.1 - 10 µm (> dan bij precipitatie testen) : hoe meer epitopen, hoe betere agglutinerende capaciteit • IgM antistoffen beter agglutinerend dan IgG: IgM meer bindingsplaatsen
16
Agglutinatietesten Agglutinatie testen gevoeliger dan precipitatietest omwille van een toename in aviditeit en een betere detectie (AG is veel groter en vooral beter te zien) Agglutinatie: signaal vlugger optreden - langer waarneembaar Conc immuuncompexen
Equivalentiepunt = precipitatielijn
Y Y YY Y
Y
YYYY
Y Y
Y
Afnemende concentratie Ag Afnemende concentratie As 17
Aggl. testen : snelle draagglas-agglutinatie • Deze test laat toe As aan te tonen tegenover bacteriële Ag of Ag gecoat op latex partikels • In labo: Rose-Bengaal test (Brucellose) : aantonen IgG1 test met lage aviditeit
POS
NEG
Ag Serum
18
Aggl. testen : snelle draagglas-agglutinatie
POS
NEG
19
Agglutinatietesten • Voordelen ‐ Zeer snelle test (enkele minuten) ‐ Lage kostprijs
• Nadelen ‐ Lagere specificiteit door mogelijke interferentie met andere agglutinerende elementen in serum
20
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
21
Hemagglutinatie-inhibitietest Algemeen principe: • Staaltype: SERUM A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
B C
D
E
F
G
H
1/2
• Opeenvolgende tweevoudige verdunningen van het serumstaal in de cupjes • Toevoegen van een constante hoeveelheid virus (4 HAU) : virus die kan binden aan receptoren op membraan van
RBC • Incubatie 1h – 20°C 22
Hemagglutinatie-inhibitietest Positief serum
Negatief serum
Y Y Y Y Y
Antistof Virus RBC
Toevoegen RBC
Y Y Y Y Incuberen
Y Y Y Y
23
Hemagglutinatie-inhibitietest Interpretatie: De HI-titer is het omgekeerde van de serumverdunning die nog juist inhibitie geeft van de hemagglutinatie, rekening houdend met de startverdunning van serum
24
Hemagglutinatie-inhibitietest Well n°
SIV - H1N1
SIV – H1N2 / H3N2
Parvovirus
1
2
20
8
2
4
40
16
3
8
80
32
4
16
160
64
5
32
320
128
6
64
640
256
7
128
1280
512
8
256
2560
1024
9
512
5120
2048
10
1024
10240
4096
25
Hemagglutinatie-inhibitietest Klinische interpretatie SIV: H1N2 / H3N2
interpretatie
H1N1
< 20
NEGATIEF
<4
≥ 20
POSITIEF
≥4
≥ 320
INFECTIETITER
≥ 64
• Seroconversie bij gepaarde sera: ‐ Titerstijging x4 ‐ bv. H3N2: 40 160 of 160 640
26
Hemagglutinatie-inhibitietest Klinische interpretatie Parvo
• Maternale immuniteit tot 5 mnd • Negatief, vaccinatie of infectie titer
resultaat
interpretatie
<8
NEGATIEF
Niet besmet
≥8
POSITIEF
Besmet/vaccinatie
> 512
POSITIEF
Infectietiter zeug
≥ 256
POSITIEF
Infectietiter foeti (> 70 d dracht)
27
Hemagglutinatie-inhibitietest • Voordelen ‐ Goedkope test ‐ Duidelijke hoogte titer ~ hoeveelheid antistoffen serum
• Nadelen ‐ Zeer arbeidsintensief ‐ Aflezing vereist ervaring laborant
28
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
29
ELISA • Enzyme-Linked Immunosorbent Assay • Algemeen principe: Een Ag-As binding aantonen gebruikmakend van een enzyme als merker en een vaste drager ELISA detectie mogelijk van: antigeen antistoffen ELISA-varianten: Direct/indirect Sandwich/competitieve/blocking
30
ELISA – directe antistof-ELISA: PRRSv
Stap 1
Bloed Serum
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
+
+ Wassen +
-
-
-
31
ELISA – directe antistof-ELISA: PRRSv
Stap 7
Stap 6
+
NEG
Incubatie
POS
+
32
ELISA – directe antistof-ELISA: PRRSv
33
ELISA – directe antistof-ELISA: PRRSv
34
ELISA – indirecte antistof-ELISA: Auj gE
Stap 1
Bloed Serum
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
+
+ Wassen +
-
-
-
35
ELISA – indirecte antistof-ELISA: Auj gE
Stap 6
Stap 7 POS
+
-
Stopoplosssing
NEG
+
-
36
ELISA – antigen-ELISA: rotavirus
Stap 1
Stap 2
Stap 3
+
Conjugaat
-
-
Stap 4
Mest
+ -
Detectie Ag
+
+
Wassen
-
37
ELISA – antigen-ELISA: rotavirus
Stap 5
+ -
Stap 6
Incubatie
NEG
POS
+ -
38
ELISA •
Voordelen ‐ Snelle techniek en werken op vaste drager : grote aviditeit want veel Ag op kleine oppervlakte : gevoelige testmethode ‐ Men kan richten op welke soort As men wil werken : IgG, IgM… ‐ Gebruik van een enzymatische reactie die een versterking van het verkregen signaal veroorzaakt : er moet slechts weinig Ag-As complexen gevormd worden om toch een sterk signaal te krijgen ‐ Standaardisatie (ringtesten) ‐ Automatisatie mogelijk
•
Nadelen ‐ Dure commerciële kits ‐ Het coaten van de platen moet met zorg gebeuren : zuiver Ag noodzakelijk anders daling specificiteit van de test 39
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
40
Serum poolen – interpretatie? • Objectief ‐ Bekijken of serum poolen een ‘kostenbesparende’ optie is voor groepsdiagnostiek ‐ Interpretatie bij combinaties van negatieve en positieve serumstalen
• Materiaal & Methoden ‐ Serumstalen met gekend PRRSv S/P-ratio ‐ Pools van 5 serumstalen ‐ Diverse combinaties van negatieve, zwak, matig en hoog positieve PRRSv S/P-ratios 41
01333
11233
01332
11232
00233
01133
01322
11123
00133
01132
00223
11113
01222
11112
11122
00033
01113
00123
01122
00222
00023
00113
00122
01112
00013
00022
00112
01111
00003
00012
00111
00002
00011
00001
3
2
1
0
S/P-ratio
Serum poolen – interpretatie? Serumpool combinaties
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
Codes
42
Serum poolen – interpretatie? • Duidelijk verband tussen aantal positieve dieren en mate van positiviteit • Poolen van serumstalen moet toch zeer omzichtig geïnterpreteerd worden ‐ Slechts bij 5 negatieve stalen of 1 licht positief staal blijft de pool negatief ‐ Van zodra een sterk positieve of meerdere licht positieve dieren in de pool = positief! ‐ Indien infectiegraad (% positieve dieren of individuele titers) van belang is, dan gaat een groot deel van de informatie verloren!! ALTIJD POSITIEF 43
Serologie in routinediagnostiek: update 1. Inleiding
2. Serologische testen 1. Agar gel precipitatie test (AGPT) 2. Agglutinatietest (AG) 3. Hemagglutinatie-inhibitietest (HI) 4. ELISA
3. Serum poolen – interpretatie? 4. Conclusies
44
Conclusie Wat hebben we vandaag geleerd? 1. HI-test vereist 4x titerstijging voor seroconversie 2. ELISA ruwe data gewenst: opvragen van S/P, SN, blocking % en GEEN OD-waarden 3. Serum poolen leidt tot verlies van informatie
45
Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw
Dank u 46