september 2013
05
Mediawijsheid worden we ooit wijzer?
inhoud
aan deze kunstzone werken de volgende vakverenigingen mee
colofon kunstzone Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs Nummer 5, september 2013 Kunstzone wordt uitgegeven door Stichting Kunstzone hoofd - en eindredactie
Ruud van der Meer
saskia van der linden
jan cLAIRE verschaeren GOOSSENS
Hoofdredactie
Hoofdredactie
Eindredactie
Eindredactie
Ruud van der Meer //
[email protected] Saskia van der Linden //
[email protected] Jan Verschaeren //
[email protected] Claire Goossens //
[email protected]
REDACTIE
BDD Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama // www.docentendrama.nl NBDK Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars //www.nbdk.nl vllt Sectie Nederlands van Vereniging Leraren Levende Talen // www.levendetalen.nl > Talensecties > Nederlands vls* Vereniging Leraren Schoolmuziek //www.vls-cmhf.nl vonkc* Vereniging Onderwijs Kunst & Cultuur // www.vonkc.nl *Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
abonnement
jan van gemert
olga de kort
liesbeth kleuver
Drama
Muziek
PO
Henk langenhuijsen
Literatuur
Binnenland: € 49,75 // Buitenland: € 72,50 Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november. SSN: 1570-7989
thema: mediawijsheid
legenda po
Vo
MBO
18
HBO
wandelgids door het medialandschap Algemeen
Beeldend
Muziek
Dans
Digitale lessen met Webwalk
Drama
Paul rooyackers
thea vuik
janneke van wijk
Dans
Beeldend
Beeldend/ AV
Mediawijs worden met behulp van een game
muziekkameleon
Literatuur
media
Muziekles met de iPad
ckv
Thema & cover
30
digitale renaissance
themacoördinatie: Janneke van Wijk cover: Leerlingen met de app Rockmate Foto: Ko Smidt Zie: ‘Muziekkameleon’ Vormgeving en druk
Visie op kunsteducatie en mediawijsheid
32 12
Mediawijsheid: Waar te beginnen? Wat moet doen?
Tips voor gebruik van foto’s op internet
mediawijsheid
art direction & design Jenny Kan (Art Direction & Design) // www.jenniness.com
druk
20
14
Oproep voor verdieping in nieuwe didactische werkvormen
Hoi-Man Hau // Fotografie
Winnende lessenserie over mediacultuur en mediawijsheid
misbruik & manipulatie
koets, paard, benzine
fotografie
Jan Verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 RL Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected]
de wereld in je broekzak
06
movies that matter Films over mensenrechten
34
mediawijsheidmarkt
De jaarlijkse Mediawijsheidmarkt georganiseerd door Mediawijzer.net
38
september 2013
05
vocaallab
Muziektheaterproducties met VO-leerlingen
BUDDY-REDACTIE Heske ten Cate Barry van Druten Tamara Kho Arjaan Verheule
monstermedia
28
Veldhuis Media Raalte // www.veldhuismedia.nl
verkoop advertenties
26
stichting kunstzone Jan Verschaeren Kluppelshuizenweg 32 7608 RL Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected]
22
Mediawijsheid
flipping the classroom
worden we ooit wijzer?
Wilt u contact met de redactie? Zie onze website voor de emailadressen. Stichting Kunstzone. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Mediawijsheid op Merewade College met ArtFactory en iPads.
www.kunstzone.nl & volg ons! Volg ons op: www.twitter.com/kunstzone www.facebook.com/kunstzone.nl www.youtube.com/user/kunstzone
10
keurmerk mediawijsheid
Keurmerk Mediawijsheidschool bewaakt de kwaliteit van mediawijsheid
16
24
40
Dramavoorstelling Scars van De Utrechtse Spelen
Onderonsje over mediawijsheid in Nederland
Crossover voorstellingen bij dans en drama
intermenselijke wijsheid
Het gebruik, niet de middelen!
de theatrale boodschap
en verder
Helpdesk arbeidsvoorwaarden voor VLS- en VONKC-leden
De VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehar-tiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door Remko Littooij. De spreekuren zijn geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: Hoe zit het met mijn FPU?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort.
2
Handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. Zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt. Arbeidsvoorwaarden VLS/VONKC t.a.v. Remko Littooij Kluppelshuizenweg 32 7608 RL ALMELO (06) 16500695
Telefonische bereikbaarheid helpdesk
l l
maandagochtend van 9 tot 10 uur woensdagavond van 17 tot 19 uur
Als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een bericht achterlaten. Dan wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld.
E-mail VONKC:
[email protected] E-mail VLS:
[email protected]
kunstzone.nl
02 03 04 04 05 09 13 19 25 29 42 44 46 48 50 52 53
Helpdesk VLS/VONKC Inhoudsopgave Redactioneel Kunstzone Strip De Starter Kunstzone Cartoon Nabeschouwingen Centrale Examens Krassen Digizone Kick-offs Examens Kunsteducatie Noord Hoe overleef je de toekomst? Zelf liedjes schrijven What The Art?! School of Performing Arts Kathmandu Muziekdocenten voor de klas @Web: Krasse knar
september 2013
54 56 59 60 62 64 65 66
Dertig identieke paashazen Op Braziliaanse slippers LKCA-activiteiten Lovestory Ingezonden brief Boeksignalementen Recensies Actief met CKV
3
redactioneel
de starter
WAT DOE JE IN JE MEDIAONWIJSHEID?
Ruud van der Meer hoofdredacteur
Kunstzone verandert zo ongeveer constant. We proberen samen met de markt antwoord te geven op de veranderende behoefte van ons publiek. Alle kranten en tijdschriften veranderen, tekst wordt vervangen door beeld, alles wordt visueler gemaakt. Lekker laagdrempelig en het zijn plaatjes die meer vertellen dan duizend woorden. Ze glijden nu eenmaal makkelijker naar binnen dan geschreven tekst. Maar plaatjes liegen of kunnen dat of vervormen de werkelijkheid. We komen ongemerkt in het gebied van mediawijsheid. We leven niet alleen in een steeds meer visueel gestuurde wereld, maar die wereld willen we ook hier en meteen onder handbereik hebben. Alles moet een app hebben, de informatie teruggebracht tot voor verteerde, hapklare gekonfijte brokken. IPad op schoot, swipend door apps besef ik dat ik vaak niet meer lees, maar voorgeselecteerde plaatjes bekijk en koppensnel. De wereld teruggebracht tot Nijntje-plaatjes met teksten op niveau B2 van het Europees Referentie Kader (ERK B2)? Hoe zo vrije wil en objectief? Ik wens mijn leerlingen hoger te achten. Probleem is dat ik me ook realiseer dat mijn generatie deze wereld niet in zijn DNA heeft zitten. Ik moet me alles eigen maken, ben niet met een ingebouwde smartphone geboren. Met beeldcultuur heb ik voeling, maar voor alles wat cross- en sociaalmediaal is, moet ik moeite doen. Ik snap niets van iedereen die mij wil lastig vallen met allerlei non-informatie over hun dagelijkse bezigheden. Natuurlijk zijn er blogs die de moeite waard zijn, maar het hier en meteen staat me tegen. Ik twitter en blog daarom uit principe niet en zit spaarzaam op sociale media platforms. Deels weerstand, deels ondeskundigheid. Wat doe je dus in je mediaonwijsheid? Ik weet het niet. Of misschien beter, ik weet het nog niet. Mediawijsheid waart door het onderwijs als het onontdekte land. De naam alleen al: mediawijsheid! Trendy, hot. Als een nieuw snoepje ligt het op de tong, maar weinigen weten
precies wat ervan te verwachten. Natuurlijk, de specialisten hebben het allemaal al uitgezocht en onder woorden gebracht. Er zijn al complete lespakketten, maar ik weet niet of die echt antwoord geven op de vraag die er van uit de maatschappij gesteld wordt: Maak onze jeugd mediawijs! Mijn tegenvraag is nog steeds wat mediawijsheid nu precies is en bij welk vak of vakkencluster het thuishoort. Ook interessant is de vraag hoe je er als school mee om zou moeten gaan. Voortvarende scholen nemen mediawijsheid nu al als uitgangspunt van hun curriculum. Er zijn scholen die er projectweken aan besteden en er zijn scholen die de aandacht hiervoor aan verschillende vakken hebben toegewezen. Bij ons op school weten we het nog niet. We weten ook niet zo goed hoe we het wel te weten zouden kunnen komen. Iedere partij die nu zegt dat ze de wijsheid in pacht heeft, heeft een belang. Ik heb moeite om hen op hun mooie blauwe ogen te vertrouwen. Dan maar met Kunstzone op onderzoek. We hopen u in ieder geval een scala van benaderingen te geven en misschien ook wel een weg er doorheen. Op weg naar de interpretatie van mediawijsheid die het best bij u en uw situatie past. Ik wens u en mezelf veel succes. DE VLAG UIT U hebt het waarschijnlijk al gehoord: CKV voor HAVO en VWO en de Cultuurkaart blijven. In het sombere recessielandschap mogen we eindelijk een bescheiden feestje vieren. Dankzij uw stem, een uitstekende lobby en omdat we bewindslieden hebben die met wijsheid hebben willen luisteren. Hulde en de vlag uit! Dank voor uw betrokkenheid, dank voor alle inspanning. Er zijn wel aanpassingen. Meer lezen? www.kunstzone.nl/ckv.
Ruud
strip
4
kunstzone.nl
destarter Kim Kokkelink
Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? Redactie en samenstelling: Janneke van Wijk
I
k ben geboren in Ootmarsum, een klein stadje tegen de Duitse grens in Twente. In een mooie, groene, rustige omgeving, maar overal ver van weg. De dichtstbijzijnde middelbare school lag twaalf kilometer verderop in Oldenzaal. Tijdens de opleiding Kunst en Educatie heb ik mijn afstudeerstage gedaan bij Cubiss, de provinciale serviceorganisatie voor bibliotheken in Noord-Brabant. Mijn afstudeeropdracht was gericht op mediawijsheid in de muziekeducatie. Op de kunstopleiding heb ik nauwelijks iets gehad over mediawijsheid. De basisbeginselen van programma’s als Adobe Photoshop en Adobe Premiere heb ik daar wel geleerd. Het beheersen van deze twee programma’s zijn wel onmisbaar als je als mediawijsheidspecialist werkt. Een week voor mijn afstuderen heb ik gesolliciteerd op de functie van mediacoach in Ridderkerk. Daar kon ik toen meteen aan de slag. Een half jaar later werd ik domeinspecialist mediawijsheid en daarna educatieconsulent. De meeste basisscholen besteden weinig aandacht aan mediawijsheid. Dit heeft vaak ook vaak te maken met het gebrek aan computers. Een aantal basisscholen in ons werkgebied doet jaarlijks mee met het spel Mediamasters van mediawijzer.net. En er zijn een aantal scholen die jaarlijks een ouderavond organiseren over sociale media of veilig internet. Op VO-scholen in ons werkgebied besteden de meeste scholen wel aandacht aan informatievaardigheden. Dit gaat dan via de mediathecarissen in de mediatheek. Op een aantal scholen is er een opgeleide mediacoach en daar besteden ze structureel aandacht aan mediawijsheid. Voordat ik een les ontwikkel, zoek ik altijd eerst contact met een leerkracht
september 2013
maak in mijn lessen veelvuldig gebruik van deze tools, vooral in mijn buitenschoolse lessen die ik aanbied aan brede scholen. Binnen de bibliotheek wordt mediawijsheid breed gedragen. Gelukkig ziet onze directie en het management ook het belang van mediawijsheid in. Het is een speerpunt van onze organisatie. We hanteren een eigen ontwikkeld competentiemodel met leerdoelen. Dit ligt aan de basis van de lessen die we aanbieden. Ook zijn de lessen gekoppeld aan kerndoelen.
cv kim
Geboortedatum 13 mei 1983 Woonplaats Tilburg Opleiding Docent BK&V + HBO Master Kunsteducatie Beroep educatieconsulent en mediacoach PO/VO + combinatiefunctionaris K&C Werkplek Bibliotheek A tot Z Dordrecht + Sport en Welzijn Ridderkerk Favoriete tv/film The Big Bang Theory Favoriete muziek Novastar Favoriet boek Norwegian Wood van Maruki Murakami Favoriet gerecht Indiase curry Passies/hobby’s Lezen en zwemmen Onmisbaar
ding Pointer/presenter voor afstandsbediening van digibord uit het onderwijs en bespreek samen met hem mijn lesidee. Daarna voer ik een of meerdere pilots uit in een klas om het niveau te testen. De pilots worden geëvalueerd en daarna stel ik de les bij en komt het in ons aanbod. Het internet staat vol met geweldige webtools zoals Glogster EDU van www.glogster.com, een tool waarmee je interactieve posters kunt maken. Deze tools bieden een geweldige kans om vakoverstijgend bezig te zijn met kunsteducatie en mediawijsheid. Ik kom tot nu toe weinig scholen tegen die hier gebruik van maken. Ik
“Tijdens de opleiding Kunst en Educatie heb ik mijn afstudeerstage gedaan bij Cubiss, de provinciale service-organisatie voor bibliotheken in NoordBrabant. Mijn afstudeeropdracht was gericht op mediawijsheid in de muziekeducatie.” Mediawijsheid is sinds een aantal jaren één van de taken van de bibliotheek. Niet alle bibliotheken in Nederland besteden er evenveel aandacht aan. Sommige richten zich alleen op het onderdeel informatievaardigheid. Ik vind zelf dat mediawijsheid breder aangepakt moet worden. Scholen vragen juist ook op andere onderdelen ondersteuning van ons, met name bij het onderdeel veilig internet. Ik vind dit ook echt een taak die bij de bibliotheek thuis hoort. Het heeft alles te maken met media en informatie en hoe daar bewust mee om te gaan. v
5
competentiemodel voor mediawijsheid
thema: mediawijsheid
bruikmakend van de mediawijsheidcompetenties en -niveaus. Van belang is dat deze leermiddelenbanken openbaar en vrij door iedereen te gebruiken zijn. Wikiwijs kan mogelijk als platform gebruikt worden. Stimuleringsregeling PO
Mediawijzer.net heeft afgelopen jaren verschillende projecten gesubsidieerd via stimuleringsregelingen. Een overzicht hiervan staat op hun website. Het doel van de regeling in 2013 is om bij te dragen aan inbedding van mediawijsheid in het POcurriculum. Er zijn drie onderwerpen vastgesteld: 1. Een leermiddelenbank mediawijsheid voor leerlingen in het PO, te gebruiken door leerkrachten in de dagelijkse praktijk; 2. Een leermiddelenbank mediawijsheid voor de PABO; 3. Een leermiddelenbank voor leerkrachten.
Figuur 1: Mediawijsheid competentiemodel
Het theoretisch kader voor het PO biedt onder meer een analyse van 26 bestaande methodes over mediawijsheid en een beschrijving van verschillende niveaus en taken voor leerlingen in het basisonderwijs. Het is opgesteld door ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Van belang is dat de leermiddelen openbaar zijn en door iedereen te gebruiken.
Competentiemodel voor
mediawijsheid
Vragen op schoolniveau
Waar moet je beginnen, wat doe je zelf en wanneer werk je samen? Media-opvoeding, media-educatie, audiovisuele vorming en sinds 2005 - als term - mediawijsheid worden al jaren vanuit diverse invalshoeken omarmd: kunstzinnigheid, zelfontplooiing, burgerschap, informatievaardigheden, kritisch bewustzijn, ICT. Mediawijzer.net signaleert een grote diversiteit in de benadering van mediawijsheid bij projecten. Om structuur aan te brengen in het aanbod is met verschillende partijen een competentiemodel opgesteld. Bestaand lesmateriaal en bestaande leerlijnen kunnen tegen dit competentiemodel aangehouden worden om te bekijken welke aspecten van mediawijsheid aan bod komen. Een belangrijke stap in de goede richting. Nu nog een platform waar ook alle ervaringen gedeeld kunnen worden. Po/VO // AUTEUR: AUTEUR: JANNEKE VAN WIJK //
I
n 2005 is het containerbegrip mediawijsheid geïntroduceerd. Voor die tijd was het containerbegrip audiovisuele vorming in gebruik. Onderdeel daarvan waren media-educatie en audiovisuele vormgeving. Kennis van de taal van beeld en geluid lag ten grondslag aan deze deelgebieden, overigens wel vanuit verschillende doelstellingen. Het zelf produceren van media is niet per se een voorwaarde om toch kritisch met media om te kunnen gaan. Verschillende instellingen en docenten uit Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd in de Vereniging Kontaktgroep Audiovisuele Vorming (VKAV), sinds
6
1 januari 2012 gefuseerd met VONKC, hebben zich dertig jaar lang hard gemaakt voor dit vakgebied. Mediawijzer.net is in 2008 op initiatief van het ministerie van OCW en het toenmalige ministerie van Jeugd & Gezin opgezet als mediawijsheidexpertisecentrum. Mediawijzer.net heeft als missie: het verbinden, versterken en inspireren van mediawijsheid-initiatieven en -organisaties. Inmiddels zijn meer dan achthonderd partners aangesloten bij het netwerk. Legitimering van mediawijsheid ligt onder andere in het belang van burgerschapsonderwijs dat de
Raad voor Cultuur heeft benadrukt. Competentiemodel mediawijsheid
De Raad voor Cultuur introduceerde het begrip mediawijsheid in 2005 als: ’[…] het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Deze beschrijving wordt door velen gezien als zeer correct, maar ook lastig om in de praktijk mee te werken. Want als je niet goed weet waar mediawijsheid concreet voor staat, hoe kun je er dan onderzoek naar doen,
kunstzone.nl
Figuur 2: PO-stappenplan
lesmateriaal voor ontwikkelen, laat staan het meten? Om deze vragen te beantwoorden heeft Mediawijzer.net het Mediawijsheid Competentiemodel (zie Figuur 1) ontwikkeld. Zowel voor bestaand materiaal als nieuw te ontwikkelen materiaal is dit een basis om mee te werken. De rol van Mediawijzer.net
Mediawijzer.net organiseert elk jaar een mediawijsheidmarkt (zie pagina 34, 35 en 36) waar de netwerkpartners elkaar kunnen ontmoeten, kennis uitwisselen en ervaringen delen. Verder organiseert ze expertsessies. Mary Berkhout, programmamanager Mediawijzer.net: ‘De expertsessies worden vaak georganiseerd rondom een concrete vraag of rondom een actueel onderwerp opgezet. Voorbeelden daarvan zijn: Mediawijsheid integreren in het PO en Media-opvoeding voor de allerkleinsten. Middels de expertmeetings brengt Me-
september 2013
diawijzer.net relevante kennis bijeen en zorgt dat deze gedeeld wordt binnen het netwerk. Op die manier is samen met een aantal netwerkpartners het model met de tien competenties opgesteld. Dat model is echt bedoeld als handvat of als checklist om als aanbieder te bepalen welk aspecten van mediawijsheid in het eigen aanbod zijn afgedekt en welke niet of minder. Een belangrijke extra stap is dat Mediawijzer.net de competenties heeft ingedeeld in niveaus en per doelgroep heeft beschreven, bijvoorbeeld docenten, PABO, bibliotheekmedewerkers. Voor leerlingen in groep 1/2 , in groep 3/4, enzovoort, zijn ook taken omschreven. De stimuleringsregelingen van Mediawijzer.net richten zich op onderwerpen waarvoor nog geen activiteiten zijn, daar waar de hiaten liggen. Dit jaar nodigen ze het netwerk uit om leermiddelenbanken te ontwikkelen waarbij vraag en aanbod voor het basisonderwijs bij elkaar gebracht kunnen worden, ge-
Als we spreken over mediawijsheid op schoolniveau, dan is een van de eerste vragen: Is mediawijsheid een zelfstandig vak? Over deze vraag worden momenteel verhitte discussie gevoerd. Je kunt je voorstellen dat er - binnen een degelijke borging van kwaliteit - diverse mogelijkheden zijn die van school tot school verschillen. In het primair onderwijs speelt deze vraag minder. Dat komt vooral door de organisatie van het PO. Daar worden de diverse vakken door een of twee docenten gegeven. Ook door het niveau van mediawijsheid speelt daar de vraag over de autonomie van het vak minder. Toch is theoretisch gezien - ook in het PO - de vraag wel van belang. De school besluit op basis van een visie van het team of mediawijsheid als autonoom vak een plek in het curriculum krijgt, dan wel geïntegreerd wordt in de diverse vakken, ofwel dat mediawijsheid door middel van vakoverstijgende projecten vorm krijgt. Het team zal een visie moeten ontwikkelen gekoppeld aan de eigenschappen van mediawijsheid. Men zal het gezamenlijk eens moeten zijn over de aanpak. Op welke manier maken we onze leerlingen weerbaar in de mediale wereld, over de didactiek? Welke wegen kiezen we als team om leerlingen wegwijs en vaardig te maken, en welke accenten leggen we? Spreek op schoolniveau af wie deze mediawijze kar gaat trekken en welke steun en
7
thema: mediawijsheid
competentiemodel voor mediawijsheid
Overweeg als school waarbij je ondersteuning nodig hebt. Dat kan zijn bij het formuleren van een visie, het opstellen van leerlijnen, het bijscholen van het team tot en met bepaalde gastlessen. Een project met de regionale omroep biedt bijvoorbeeld technische en publicatiemogelijkheden die een school niet heeft en die het project wel een waardevolle dimensie geven. De fotograaf, journalist of andere expert heeft kennis en ervaring opgedaan die je als docent met je dagelijkse drukke bezigheden niet één-twee-drie inhaalt en instellingen die zich al jaren landelijk met mediawijsheid bezighouden hebben meer overzicht dan je binnen de muren van een school kunt vinden. Die muren van de school kun je ook overbruggen door een samenwerking aan te gaan met een andere school waarbij samen leren, uitwisselen en evalueren grote waarde hebben. v
Mediawijs op Montessorischool Nieuw Vreugd en Rust. Foto: Janneke van Wijk
facilitering er komt. Deze keuzes vertaald naar meerjarenplannen voor de invoering van mediawijsheid aangevuld met het formuleren van leerlijnen zijn een goede basis om ermee aan de slag te gaan. Voor het PO is er het Stappenplan mediawijsheid. In het VO kennen de cultuurprofielscholen een werkdocument Mediawijsheid invoeren in het curriculum, dat voor iedereen van hun website te downloaden is. De Thorbecke Scholengemeenschap in Zwolle heeft voor het voortgezet onderwijs een doorlopende lijn mediawijsheid ontwikkeld. Allemaal instrumenten die de vragen en antwoorden in de juiste volgorde en het juiste perspectief plaatsen. Niet eerst ‘Zullen we aan dit project meedoen?’ en later bedenken of het in de schoolvisie past en welk vervolg het moet krijgen. Kort gezegd, voorkom als school dat je mediawijze projecten als losse modules over de hoofden van de leerlingen heen stort en je doel voorbij schiet. Een beleidsmatige implementatie is daarnaast ook een grotere waarborg voor evaluatie van mediawijsheid op schoolniveau. Kijk aan het eind van het schooljaar waar je staat en bekijk welke (tussen)doelen je hebt behaald. Onderwijstrends en mediawijsheid
Daarnaast hebben scholen te maken met diverse onderwijstrends. Zelf keuzes maken en inspraak hebben staan hoog in het vaandel. Belangrijk is onderscheidend te zijn. Scholen profileren zich duidelijker: van technasium tot cultuurprofielschool, mediawijsheidschool, Steve Jobs-school of excellente school. Iedere school is op zoek naar eigenheid, maar ook naar een gezamenlijk predicaat. Docenten kiezen hun eigen manier van professionaliseren, zoals bijvoorbeeld het inschrijven in het lerarenregister, en leerlingen hebben behoefte om te kunnen kiezen hoe ze hun leerstof tot zich nemen. Er zijn scholen die overgaan op het Bring Your Own Device
8
(BYOD)-principe. Maar ook leeropbrengsten zijn belangrijk in het onderwijs. Meten is weten. In reactie op een lange reeks onderwijsvernieuwingen klonk een paar jaar geleden de roep om evidence based onderwijs. Ofwel: onderwijs dat wetenschappelijk bewezen effectief is. Ook voor mediawijsheid is de noodzaak tot het ontwikkelen van toetsen.
En dan is er de roep om aandacht voor 21e eeuwse vaardigheden, de 21st Century Skills: communicatie, samenwerken, ICT geletterdheid, creativiteit, kritische denken, probleemoplosvaardigheden, sociale en culturele vaardigheden en ook burgerschap. In samenhang met al deze trends kan een keuze voor de wijze van invoering van mediawijsheid gemaakt worden. Voor de docent zijn genoeg aanknopingspunten om zich verder te ontwikkelen. Wat kun je met mediawijsheid?
Als docent neem je deel aan het formuleren van een duidelijke visie en ben je de uitvoerder en opsteller van de meerjarenplannen en leerlijnen mediawijsheid. Je kunt dit doen in opdracht van de teamleiding, je kunt de voortrekker zijn die mediawijsheid bij de staf als onderwerp aankaart of je kiest de tussenweg en steunt een voortrekker in zijn pleidooi. Kies actief voor een rol die het best bij je past. Je kunt je bij het formuleren van de leerlijnen laten inspireren verschillende bronnen zoals het handboek voor mediawijsheid, de films van www.leraar24.nl of artikelen in Kunstzone. Kijk in elk geval ook goed naar het competentiemodel van Mediawijzer.net. Vergelijk daarbij de competenties met de kerndoelen van de diverse vakgebieden. Diverse partijen rondom het onderwijs kunnen helpen met het ontwikkelen van visie en de integratie van mediawijsheid. Onder andere bibliotheken, musea, uitgeverijen, culturele instellingen en bedrijven bieden lesmateriaal, workshops, onder-
steunende middelen of adviesdiensten die de school kan gebruiken voor professionalisering of het invullen van het aanbod in de klas. Op internet zijn tools en onderzoeken te vinden die ondersteuning kunnen bieden bij het ontwikkelen van visie. Bijvoorbeeld Thorbecke Scholengemeenschap heeft een visie geformuleerd volgens Vier in Balans en ROC Deltion laat in zijn werkprocessen en competenties samenhang zien tussen ICT en competentiegericht onderwijs. Zie het kader Nieuwsgierig geworden?. Randvoorwaarde voor integratie van mediawijsheid in het onderwijs is dat een school een duidelijke visie formuleert en deze vertaalt naar meerjarenplannen en leerlijnen mediawijsheid.
rol van de bibiliotheek
nieuwsgierig geworden?
Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) wil de maatschappelijke betekenis van bibliotheken vergroten. Hiervoor gaat het SIOB relaties aan met diverse partijen en sectoren en versterken bestaande samenwerkingsverbanden.
Eigentijds Onderwijs? Het gebruik en ontwikkelen van ‘rich media‘ in het vo en het mbo, Onderzoek E.M. Sikkema, HKU. Dit onderzoek is als pdf te downloaden van www.cultuurnetwerk.nl en www.cultuurplein.nl.
De Bibliotheek op school is een leerlijn van de bibliotheek en valt onder maatschappelijke verankering. In het POstappenplan mediawijsheid in het primair onderwijs wordt de Bibliotheek op School genoemd.
www.mediawijzer.net www.mediawijs.wikiwijs.nl www.filmenmediawijsheid.nl www.mediawijsheid.nl www.samenmediawijs.kennisnet.nl www.mediacultuur.net www.debibliotheekopschool.nl www.skvr.nl/kunstid http://vierinbalans.onderwijstools.nl www.mocca-amsterdam.nl/tools-eninstrumenten www.cultuurplein.nl www.mediawijsheidscholen.nl www.slo.nl www.kunstzone.nl
Het SIOB is een mediacoachopleiding voor bibliotheekprofessionals gestart. De Nationale Opleiding MediaCoach (NOMC) verzorgt sinds 2007 mediacoachopleidingen. Deze mediacoaches zijn onder andere werkzaam in de bibliotheek, het onderwijs en de jeugdzorg.
Als docent kun je je laten inspireren door het competentiemodel. Op basis van het model kun je bepalen welke competenties je nodig hebt. Welke competenties heb je zelf of welke hebben je collega’s al? Niet alle expertise hoeft van buiten de school te komen. Ontwikkel visie met je team en bepaal waar je ondersteuning nodig hebt. Vergelijk de competenties met de kerndoelen van je vakgebied. Op basis van dit model kun je bepalen voor welke competenties bijscholing nodig is. De waarde van een gezamenlijke scholing ligt in het feit dat de neuzen van de individuele docenten dezelfde kant uit wijzen, de zelfde taal gebruiken en op basis van gemeenschappelijke basiskennis opereren. De praktijk wijst uit dat de competenties van de verschillende docenten op het gebied van mediawijsheid erg verschillen. Dat pleit voor aanvullende scholing op divers niveau. Deze scholing zou je kunnen bijhouden op www.registerleraar.nl. In het dossier kun je bijhouden wat je doet aan professionele ontwikkeling. In vier jaar tijd moet een registerleraar hier tenminste 160 uur aan besteden.
kunstzone.nl
september 2013
9
keurmerk voor mediawijsheid scholen
thema: mediawijsheid
Aanbod
Ambities van de stichting
Aan de oproep van de Raad voor Cultuur werd in ruime mate gehoor gegeven. Activiteiten en initiatieven rond mediawijsheid schoten als paddenstoelen uit de grond. Via tal van verspreid over het land geïnitieerde projecten - vaak door de Mediawijzer Stimuleringsregeling financieel mogelijk gemaakt - is intussen een uiteenlopend aanbod van (digitaal) materiaal beschikbaar gekomen. Dat aanbod beoogt gebruikers ervan mediawijs te maken. Het zal niemand verbazen dat veel van deze projectopbrengsten op educatie gericht zijn, en onder andere te vinden op de themasite Mediawijsheid van Wikiwijs. Naast een plan van aanpak voor de invoering van lessen mediawijsheid, een modelbegroting voor VO-scholen en een 36-tal eindtermen voor mediawijsheid, biedt deze site een corpus aan lesmateriaal gerangschikt rond mediawijsheidthema’s. Dit lesmateriaal is bedoeld voor de eerste drie leerjaren VMBO-T/HAVO/VWO, uitgaande van twee lesuren per week. Door de thematische ordening zijn ook afzonderlijke blokjes van dit materiaal goed te gebruiken om mediawijsheid in bestaande vakken te integreren. Behalve dergelijke websites vormen de elders in deze Kunstzone besproken publicaties van Mediawijzer.net een handzaam en helder kader voor invoering van mediawijsheidlessen.
De Stichting Mediawijsheidscholen bewaakt niet alleen de kwaliteit van het media-onderwijs aan scholen die het keurmerk hebben verkregen, maar adviseert, begeleidt en ondersteunt ook scholen die het keurmerk willen aanvragen. Daarnaast biedt de stichting een platform waarop de scholen kunnen communiceren en hun ervaringen met het geven van mediawijsheidlessen kunnen uitwisselen. Zo organiseert de stichting conferenties en studiemiddagen voor de scholen die zich tot nu toe hebben aangemeld dan wel hiervoor belangstelling hebben getoond. Een andere ambitie van de stichting is te onderzoeken of mediawijsheid op termijn een examenvak zou kunnen worden.
Keurmerk voor kwaliteitsbewaking
Nu inderdaad steeds meer PO- en VO-scholen belangstelling zijn gaan tonen voor invoering van mediawijsheid in het eigen leerplan (als apart schoolvak dan wel geïntegreerd in bestaande vakken), is de tijd rijp om hierop te anticiperen door te komen tot landelijke kwaliteitsbewaking en afstemming. Hierdoor wordt bovendien voorkomen dat elke school zijn eigen wiel uitvindt.
Foto’s: Thorbecke Scholengemeenschap
keurmerk voor
mediawijsheidscholen
voorziet in behoefte
Wie in het algemeen moeite doet zich te verdiepen in het aanbod van diensten en activiteiten op het gebied van mediawijsheid, zal in hoge mate onder de indruk zijn van de omvang hiervan. Het is op zichzelf al aan te duiden als een soort media(wijsheid)hype! Het keurmerk beoogt het rustige en helderheid scheppende antwoord hierop te zijn. VO // AUTEUR: WIM HILBERDINK //
S
edert augustus 2012 kunnen scholen met serieuze belangstelling voor het geven van lessen mediawijsheid zich aanmelden bij de Stichting Mediawijsheidscholen, toezichthouder voor de kwaliteitsbewaking van mediawijsheid in het onderwijs. Waarom de oprichting van een dergelijke instelling noodzakelijk is gebleken, zal in onderstaande worden toegelicht.
Oproep aan de samenleving
Na de oprichting van het Expertisecentrum Mediawijsheid in 2008 hebben inmiddels meer dan 800 partners zich aangemeld bij deze netwerkorganisatie, die zichzelf tegenwoordig dan ook niet voor niets Mediawijzer.net noemt. Veel van die partners zijn educatieve instellingen. Op weinig terreinen zal een oorspronkelijk door de Raad voor Cultuur in het leven geroepen vraag zoveel aanbod hebben gegenereerd als op het gebied van mediawijsheid. Immers, genoemde Raad deed in 2005 in de
10
adviesnota Mediawijsheid. De ontwikkeling van nieuw burgerschap een oproep aan de samenleving om in het kader van goed burgerschap/burgerschapsvorming meer aandacht te besteden aan mediawijsheid. Met name het onderwijs zou hierbij een even belangrijke als voor de hand liggende rol kunnen spelen. De Raad voor Cultuur formuleerde dat het wenselijk is dat scholen in hun lesprogramma anticiperen op de huidige, substantieel gemedialiseerde maatschappij, waarin onophoudelijk enorme hoeveelheden mediaboodschappen worden uitgewisseld via smartphones, internet, televisie, film, reclame, enzovoort. Via mediawijsheidlessen kunnen jongeren leren op een verantwoorde, assertieve, creatieve en intelligente manier met (nieuwe) media om te gaan. Daarbij ligt de nadruk op het beschermen van burgers/jongeren tegen negatieve invloeden van media (receptief) en het goed kunnen gebruiken van de creatieve mogelijkheden van media (productief).
kunstzone.nl
Onder aanvoering van de Thorbecke Scholengemeenschap (TSG) te Zwolle heeft tijdens het schooljaar 2011-2012 een netwerk van VO-scholen de oprichting van de eerder genoemde Stichting Mediawijsheidscholen voorbereid. Dit project, genaamd Een beschermd kwaliteitskeurmerk voor Mediawijsheidscholen, betrof een samenwerking van de TSG met het Atlas College (Hoorn e.o.), CSG Comenius (Leeuwarden), CSG Bogerman (locatie Koudum) en EYE Film Instituut te Amsterdam. Doel van het project was een onafhankelijke organisatie in het leven te roepen, die een keurmerk voor mediawijsheidscholen toekent, vergelijkbaar met de landelijke toezichthouders van technasiumscholen en cultuurprofielscholen. De doelgroep betreft VO-docenten, schoolbesturen en -directies die van mediawijsheidlessen serieus werk willen maken en behoefte hebben aan certificering en ondersteuning. Omdat landelijke organisaties zoals Kennisnet en de Onderwijsinspectie hier geen taak zien, voorkomt een dergelijke organisatie dat het ontbreken van een gecoördineerde kwaliteitbewaking leidt tot wildgroei en devaluatie van mediawijsheid op scholen. Plezierig voor scholen en docenten, maar uiteindelijk ook voor ouders en leerlingen, die met het keurmerk een zekere waarborg hebben voor het mediawijsheidonderwijs en de kwaliteit die zij op een bepaalde school kunnen verwachten.
Voorlopig richt de stichting zich vooral op het voortgezet onderwijs. Wellicht kan deze organisatie in de toekomst ook iets betekenen voor andere typen onderwijs. De Mediawijsheidschool biedt scholen en docenten in elk geval een fantastische mogelijkheid om leerlingen kwalitatief verantwoord kennis te laten maken met vele, boeiende facetten van mediawijsheid. v nieuwsgierig geworden? Stichting Mediawijsheidscholen Informatie over het keurmerk en de activiteiten van de Stichting Mediawijsheidscholen vindt u op www.mediawijsheidscholen.nl. siTeS http://mediawijsheid-vo.wikiwijs.nl www.mediawijzer.net
advertentie
Criteria en randvoorwaarden
Om het keurmerk Mediawijsheidschool te kunnen voeren, moet een school voldoen aan vooraf geformuleerde kwaliteitseisen. Zo wordt er, naast vakinhoudelijke en personele criteria, ook een duidelijke beleidsmatige keuze voor mediawijsheid verwacht. Bovendien dient het management van de school ervoor te zorgen dat aan een aantal randvoorwaarden is voldaan. Voor het aanvragen van het keurmerk heeft de stichting een procedure vastgesteld. Daarbij is voorzien in een geleidelijke opbouw van de criteria. Op deze wijze krijgen scholen als aspirant drie jaar de tijd om aan de kwaliteitseisen te voldoen. Een aspirant-keurmerk is een optie. Om mediawijsheidcertificering te verkrijgen alsmede te behouden, worden accreditatie- en visitatiesessies georganiseerd.
september 2013
11
misbruik & manipulatie
thema: mediawijsheid
Adobe Photoshop. Bewerking: Melissa Wolff
plaatjes. Tegenwoordig wordt er bij veel camera’s een programmaatje geleverd waarin je zelf makkelijk bewerkingen kunt doen. Jongeren willen zichzelf en hun familieleden er perfect uit laten zien. Voor € 2,69 koop je de app Facetune. In een paar seconden heb je een portret ontdaan van wallen, puistjes en haal je er eventueel een paar kilo’s af en binnen een seconde heb je dit gedeeld op sociale media. De app is zo ontworpen dat je in no time iets kunt posten, zonder de consequenties ervan te overzien. Een andere app is Groupshot (79 cent). De iPhone-app heeft een bijzondere truc. Je laadt verschillende groepsfoto’s in, met je vingertop veeg je over de foto; de app herkent gezichten en zoekt automatisch naar het overeenkomstige gezicht waar bijvoorbeeld wel de ogen van open zijn. Daardoor kun je eenvoudig een perfecte familiefoto schieten. Dit zorgt voor een verbluffend resultaat, maar de foto is niet overeenkomstig de waarheid. De vraag is of het misbruik is om iemand bewust van de foto af te halen.
Leren kijken naar (digitale) fotografie
Misbruik & Manipulatie AUTEUR: URSULA VAN DE BUNTE
Wat zijn de regels? Wereldwijd zijn er zeker zevenhonderd miljoen telefoons die de mogelijkheid hebben om foto’s te maken. Op deze manier houdt iedereen zich tegenwoordig bewust of onbewust bezig met fotografie. Op Facebook worden er jaarlijks driehonderd miljoen foto’s geplaatst. De foto’s op Instagram en Twitter zijn amper bij te houden. Als iemand een foto van je maakt zonder jouw toestemming en dit plaatst op internet, dan kun je je alleen maar verzetten tegen openbaarmaking als je daar een redelijk belang bij hebt. Het portretrecht is heel beperkt. De beperkingen kunnen zijn: privacy-overwegingen, als iemand je foto gebruikt om er geld aan te verdienen, als de afbeelding wordt gebruikt om reclame
12
of propaganda te maken voor iets waar je niet achter staat. Of als je in een afbeelding voor schut wordt gezet, als het slecht is voor het imago. Fotografiewet
Zweden is het eerste land dat sinds 1 juli 2013 het plaatsen van fotografie en film in de privésfeer zonder toestemming verbiedt. Dit geldt voor beelden op straat, in de tuin of foto’s tijdens verjaardagfeestjes. De Zweedse regering wil met de nieuwe fotografiewet voorkomen dat het privéleven van haar burgers zomaar met iedereen wordt gedeeld via bijvoorbeeld internetdiensten als Instagram, Facebook Twitter en YouTube. Stiekem gemaakte opnames die voor de gefotografeerde kwetsend kunnen zijn, mogen niet meer
6. Vertel leerlingen dat de foto-app Instagram foto’s verkoopt
voor advertentiedoeleinden. De enige manier om hier onderuit te komen, is door je account op te heffen. 7. Vertel je leerlingen dat, als ze een stageplaats zoeken, het
bedrijf eerst op sociale media gaat checken wat er over je te vinden is. Het is niet handig om foto’s van feestjes, dronkenschap, enzovoort te plaatsen. 8. Adviseer om een goede profielfoto te plaatsen. 9. Neem als docent eens de proef op de som en laat klassi-
kaal zien wat er bijvoorbeeld te vinden is over een leerling. Ze kunnen zelf ervaren dat googlen op hun eigen naam soms een schrikreactie teweeg kan brengen.
Misbruik
10. Laat leerlingen weten hoe je foto’s kunt afschermen op Face-
Ongevraagd misbruik is het om foto-albums van je vrienden te doorzoeken en daar ongevraagd afdrukken van te maken. Met een speciale app is het mogelijk om mokken, mousepads, sleutelhangers, enzovoort te bestellen met de afbeeldingen van iemand anders. Het is maar dat je het weet. Misbruik van je eigen foto’s kun je opsporen met Google Image Search. Je kunt een foto naar de zoekbalk van dit programma slepen of zoeken op de URL (internetadres) van een afbeelding. Met behulp van de speciale plug-ins voor Firefox en Chrome kun je dit zelfs nog gemakkelijker doen. De app Touch Retouch verwijdert een voorwerp dat je uit een foto wilt hebben. Bijvoorbeeld je hebt op je vakantie een foto gemaakt waarin mensen (vrienden, familieleden) voorkomen die je er niet in wilt hebben. Je klikt op de persoon en vervolgens vervangt de app het voor een doorlopende achtergrond. Op deze manier wordt het dus mogelijk om misbruik te maken van beeld. Waar je je vrienden echt mee te kijk kunt zetten, is de app FatBooth. Deze transformeert het gezicht van iemand tot een gezellige dikkerd en met de app Photowarp bepaal je zelf de zogenaamde schade aan het gezicht.
book. Facebook heeft een instellingsmogelijkheid die ervoor zorgt dat (Facebook-)apps je foto’s niet kunnen gebruiken: - Ga naar Facebook en klik rechtsboven op het tandwieltje. - Klik in het dropdown-menu op Privacyinstellingen. - Klik in het linkermenu op Apps. - Scroll naar beneden en klik op Bewerken achter Apps die anderen gebruiken. - Vink alles uit waar je je niet prettig bij voelt, maar met name natuurlijk Mijn foto’s. 11. Vertel leerlingen dat alles wat op internet aan foto’s geplaatst
wordt, er niet meer afgehaald kan worden. Het zal je blijven achtervolgen. Het is belangrijk om leerlingen hiervan op de hoogte te brengen, zodat ze vooraf bedenken wat je wel en niet wilt plaatsen op internet! v Ursula van de Bunte is fotograaf en docent fotografie aan het CIBAP te Zwolle. Ze geeft op verzoek op school workshops Fotografie en leren kijken. www.ursulafotografie.nl
Wat is wijsheid? Tips voor docenten 1. Bepaal aan het begin van het schooljaar wat jouw regel is
Vrijwel iedereen heeft wel een mobiele telefoon met een camera. Zonder nadenken wordt er van alles op sociale media geplaatst. Zijn hier regels voor? Mag dit zomaar? Hoe ga je als docent hiermee om?
Recht en gebruik
Collectie (van de journalist Hans Aarsman) waarbij een nieuwsfoto uitgeplozen wordt. Zeer interessant om je leerlingen mee te geven. Zo leer je ze bewuster kijken.
zomaar gemaakt en verspreid worden op internet. Manipulatie
Met het computerprogramma Adobe Photoshop, ook wel digitale botox genoemd, is het vrij eenvoudig om beelden aan te passen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik als fotograaf ook hieraan meedoe. Huid soften (zachter maken), pukkels weghalen, dikke bovenarmen smaller maken, buikjes wegwerken, maar dan net op die manier dat de klant het niet door heeft.
ten aanzien van mobiel gebruik. Het kan zijn dat iemand foto’s of filmopnames maakt van je les. Een voorbeeld hiervan is het verhaal van Paul Rooyackers. Tijdens een van zijn lessen is hij gefilmd terwijl hij een Marokkaans dansje doet voor een jarige studente. Een spontaan cadeautje van hem voor haar, omdat ze geen cadeau had gekregen van haar familie. Als je nu, na een aantal jaren, googlet op Paul Rooyackers is dat een van de eerste dingen die je over hem te zien krijgt. Of hij daar blij mee is…? 2. ‘Sinds drie jaar ben ik docent en tijdens een van mijn eerste lessen stond ik echt verbaasd dat leerlingen het huiswerk dat ik op het bord schreef fotografeerden en dat tijdens de les aantekeningen werden gemaakt op de telefoon. Tsja, wen er maar aan, of niet…’ 3. Tijdens een teamvergadering vertelde een collega dat ze
Cito-nabeschouwingen van de centrale examens
U bent gewend om in de Kunstzone van eind augustus de CITO-nabeschouwingen van de centrale examens aan te treffen. Die krijgen speciale aandacht in de eind oktober verschijnende Kunstzone 6-2013. Wel vindt u op www.kunstzone.nl/examens al een paar nabeschouwingen.
voorafgaand aan de les een mandje liet rondgaan en iedereen zijn mobieltje moest inleveren. 4. Leer leerlingen bewuster kijken naar foto’s. Ik begin elke foto-
Wat is nog echt? De slogan What you see is what you get gaat niet meer op. Is wat je ziet wel echt? Vooral tieners zijn hier gevoelig voor. Met name jonge meisjes meten zichzelf aan de supergeshopte
kunstzone.nl
grafieles met een foto die ik op de beamer zet. We gaan de foto met elkaar een paar minuten analyseren. Soms met verrassende uitkomst. 5. In de Volkskrant staat elke vrijdag een foto uit de Aarsman
september 2013
13
een koets gaat niet harder
thema: mediawijsheid
zeggen. Kinderen van nu zijn vluchtig, ongeduldig. En door het virtuele verliezen ze hun waardering voor het reële, het artistieke, het echte. De kunsten zijn het tegengif voor ‘al die games’. Hierbij moet de mond getuit worden alsof men zojuist vol in een citroen heeft gebeten. Ik ben een groot pleitbezorger voor de inzet van games en play in de didactische context. Ik ben ook een groot kunst- en cultuurliefhebber, een fel pleitbezorger voor cultuureducatie, een muziekliefhebber en amateur musicus, een museumbezoeker. Volgens mij kan de eerste de tweede enorm versterken. De reden is de eerder genoemde nieuwe taligheid, of nieuwe geletterdheid.
‘Bij nieuwe technologie die mensen verandert, hoort een veranderde didactiek.’ Tot de komst van de computer was technologie een middel dat iets doorgaf. Mediatechniek was een vorm van zenden, en wij als gebruikers konden de boodschap ontvangen. Beluisteren (radio), en later bekijken en beluisteren (televisie). De rol als gebruiker was die van ontvanger. Het was niet mogelijk de beleving van de boodschap te veranderen. De computer verandert dat radicaal vanaf 1982. De huiskamer en het kantoor worden in korte tijd overspoeld met computertechnologie. We moeten wennen aan interactie. Games zijn de entertainmentpoot van de interactie. Op dit moment speelt meer dan 95% van de jongeren games op computer, console of smartphone. Bijna dertig uur per week spreken ze interactietaal met hun apparaten. Vooral buiten schooluren, want op school gaat bijna alles uit. Mobieltjes worden ingenomen, één computer per acht tot twaalf leerlingen.
Stills uit ‘A Magazine Is an iPad That Does Not Work’.
een koets gaat niet harder als je het paard benzine geeft Een oproep aan het onderwijs zich te verdiepen in nieuwe didactische werkvormen Het didactische veld worstelt al een hele tijd met de opkomst van technologie. Eerst waren het vooral pc’s, vervolgens werden het smartboards en nu zijn het tablets. En wat gaat het hard, he? Toch hebben deze middelen het onderwijs weinig veranderd. En dat is niet zo verwonderlijk: de didactiek werd en wordt nauwelijks aangepast. VO // AUTEUR: WILLEM-JAN RENGER
De echte verschuiving zit echter niet in de techniek zelf. Hoewel de gesprekken steeds gaan over apparaten, platformen, draden en wifi, is het de mens zelf die het meest verandert. Wat de televisie heeft gedaan voor beeldtaal, doet de computer voor een nieuwe vorm van taligheid: de taal van interactie. Een complexe taal, die veel verder gaat dan ‘Ik druk op een knop en er gebeurt iets’. Een taal waarin games worden geschreven door een nieuwe generatie auteurs. Een taal waarin apps worden gemaakt, kleine handige interactieve programmaatjes die goed zijn voor één functie. Jongeren groeien op met die taal. Op een recent filmpje op YouTube probeert een klein meisje haar iPad-kennis (haar interactie grammatica) toe te passen op een tijdschrift (http://
14
youtu.be/aXV-yaFmQNk). Het is een variant op een peuter die voor een tv staat en met een veegbeweging van de iPad naar een andere zender wil. Voor hem is de tv stuk. Er komt een generatie aan die nu al na haar eerste levensjaar technologie ontmoet die ze met hun handen leren bedienen. Vijf jaar geleden bestond de iPhone nog niet eens. Ondertussen heeft de basisschool van mijn kinderen net e-mail geïntroduceerd (sic!) voor communicatie met de ouders. Een gat van 20 jaar. Je kunt je afvragen of dit wel een probleem is? Veel docenten, met name in het kunstonderwijs, hoor ik het tegenovergestelde
kunstzone.nl
Met de ontwikkeling van die nieuwe taligheid ontdekken jongeren nog iets anders: wat je beleeft kun je beïnvloeden door datgene wat je doet. Een game laat je in vrijheid keuzes maken en handelen, en als je wint komt het door wat je zelf hebt gedaan. Daarbij bieden games vaak een rijke schakering aan handelingen of werkwoorden die de speler kan kiezen. In de combinaties van al die mogelijkheden schuilen oneindige belevingsnuances. In zijn paper Confronting the Challenges of Participatory Culture: Media Education for the 21st Century schetst Henry Jenkins van het toonaangevende MIT een helder beeld van de participatieve verwachtingen van de nieuwe generatie en wat dit betekent voor onze educatie. En bekeken vanuit de ogen van de generatie die opgroeit met technologie van nu is onze traditionele zendontvang taligheid vaak maar saai. Je kunt alleen maar lezen en luisteren en niets zelf ontdekken door iets te doen. Voor hen werkt ontdekken in een museum door een laatje open te doen waarin een voorwerp zit verstopt, vooral op de lachspieren. Dat is niet wat ze bedoelen met iets doen. Zij zoeken naar vele malen complexere combinaties van doen waardoor ze de inhoud stukje bij beetje ontrafelen. Veel van wat we voor hen ontwikkelen is te eenvoudig. Interactieve taal is complex, het mag ingewikkeld zijn. Het kunstonderwijs heeft een groot voordeel ten opzichte van veel andere schoolvakken. Het is van nature rijker aan werkwoorden en handelingen. Maar daarmee is de kous niet af. Want als de didactiek rondom die handelingen nog steeds vooral zenden-ontvangen is, zal een groeiend deel van de leerlingen toch afhaken. Misschien herkent u het verschijnsel van de hobbyhopper. Een jaar dansles, dan piano, jaar drummen, dan zijn ze verdwenen (‘Judo lijkt me
september 2013
wel wat’) om bij streetdance weer op te duiken. Het heeft deels te maken met de didactiek. Didactiek die vroeger prima werkte, maar nu minder effectief blijkt. En dit probleem speelt niet alleen in het onderwijs. De Nederlandse Tennisbond is met een groot programma bezig om jeugdleden aan zich te blijven binden. De reden is het hobbyhoppen. De leercurve in tennis is dusdanig lang voor je een wedstrijd kunt spelen en alle slagen beheerst, dat veel jeugdleden afhaken op de lange weg van nuttige oefeningen. Daardoor bereiken ze nooit het punt waarop de sport hen terugbetaalt met wedstrijdplezier en winnen. Ditzelfde heb ik menig directeur van een kunstencentrum horen beamen. Waarschijnlijk woedt er in uw instelling, als het even niet over bezuiniging of crisis gaat, ook een discussie over nieuwe technologie: ‘We moeten iets met sociale media!’ of ‘Twitter jij al?’ Als deze zinnen op uw school rondgaan, staat de focus nog verkeerd. Het probleem met de technologie van de 21e eeuw is niet de technologie zelf. Het is de generatiekloof die is ontstaan, tussen mensen die op latere leeftijd opeens interactieve taal moesten leren en kinderen die vloeiend tweetalig opgroeien. De werkelijke uitdaging is in mijn ogen om in de didactiek de expressie te vinden van deze taligheid. Dit kan met - maar grappig genoeg ook zonder - inzet van technologie. Wij hebben zelf hiervoor de term ludodidaktiek geÏntroduceerd, het ontwerpen van lesmethoden of leermaterialen op basis van game- en spelprincipes. Of anders gezegd, materiaal geschreven in interactieve taal. Zonder investering in deze nieuwe vorm van didactiek heeft het aanleggen van het zoveelste computernetwerk of ophangen van weer een digiboard weinig zin. Een koets gaat niet harder rijden als je het paard benzine laat drinken. Bij nieuwe technologie die mensen verandert, hoort een veranderde didactiek. Pas dan komt de inzet van technologie in het onderwijs tot zijn recht. Dat technologie daarbij de kunsten ook nog verschrikkelijk veel te bieden heeft, is weer een heel ander verhaal. Dus stop met twitteren en facebooken, en klagen dat het zoveel tijd kost. Verdiep u in de didactiek van de 21e eeuw. Dan komt de technologie vanzelf. Of laat u gidsen door een leerling, ze spreken de taal vaak vloeiend. v Willem-Jan Renger is programmaleider Applied Game Design aan
Ludodidactiek
De term ludodidactiek is op de faculteit Kunst, Media & Technologie van Hogeschool voor de Kunsten Utrecht geïntroduceerd om een naam te geven aan een vorm van didactiek die zij hebben ontwikkeld, maar die een bredere toepassingscontext kent dan alleen ons eigen onderwijs. Ludodidactiek is een bijzondere vorm van het ontwerpen van leerprocessen waarbij gebruik wordt gemaakt van ontwerpprincipes en -methodes die ten grondslag liggen aan het ontwerpen van games.
Nieuwsgierig geworden?
De HKU verzorgt voor docenten een Masterprogramma Kunsteducatie met een specialisatie Nieuwe Geletterdheid. Daarnaast verzorgt de HKU lezingen en workshops over ludodidaktiek. Wilt u meer weten? http://gi.hku.nl. Of mail naar
[email protected].
15
intermenselijke wijsheid
thema: mediawijsheid
Scène van Voorstelling in de klas. Foto: Rob ter Bekke
Scène van Voorstelling in de klas. Foto: Rob ter Bekke
Schoolvoorstelling Scars is pleidooi voor écht contact
intermenselijke wijsheid Jongeren opnieuw bewust maken van de kracht van het intermenselijke contact, via toneel, live en dicht op de huid van het publiek. Dat is wat theatergezelschap De Utrechtse Spelen (DUS) beoogt met de nieuwe voorstelling in de klas: Scars. In een tijd waarin technologische hoogstandjes onze onderlinge communicatie regeren, mag het face-to-face contact tussen mensen niet verwaarloosd worden. Deze gedachtegang biedt een interessante invalshoek voor reflectie in het kader van mediawijsheid. VO // AUTEUR: CLAIRE GOOSSENS
D
e Utrechtse Spelen is sinds 2009 het theatergezelschap voor de stad en de regio Utrecht. Scars is de derde voorstelling in de klas die het gezelschap produceert. Eerder waren Geweld… Nee (over zinloos geweld) en Hét (over seksualiteit) succesvolle educatieve projecten. Deze keer draait het verhaal van de voorstelling om gedoe op Facebook met dramatische consequenties. Corien Baart is artistiek coördinator en dramaturg bij De Utrechtse Spelen en is tevens één van de breinen achter Scars. De voorstelling in de klas is volgens Corien ‘een mooie tweezijdige manier om jongeren met toneelspel in aanraking te brengen. Niet alleen met het thema van de voorstelling, maar ook met wat acteren is. Bovendien kan toneel helpen om mensen bewust te maken van problemen of fenomenen.’
Docent als thermometer
Om inspiratie op te doen voor de nieuwste voorstelling is Corien samen met een educatiemedewerkster in gesprek gegaan met diverse docenten uit het voortgezet onder-
16
wijs. De docent werd zodoende gepolst als ware hij een thermometer van de samenleving. Corien: ‘Wij willen ook dat de voorstelling aansluit bij waar zij behoefte aan hebben: wat zijn relevante problemen die zij bespreekbaar willen maken? Je brengt een voorstelling natuurlijk in de eerste plaats als kunstwerk. Maar als je specifiek bij iemand in de klas komt, wil je dat ook de inhoud aansluit bij waar zij in het onderwijs mee bezig zijn.’ Bij de geraadpleegde docenten verscheen het onderwerp mediawijsheid dan ook bovenaan hun lijstje.
sociale media. Scars is erop gericht dat leerlingen onderling met elkaar blijven praten. Dat vraagt dus om een soort intermenselijke wijsheid.’
‘Scars is erop gericht dat leerlingen onderling met elkaar blijven praten. Dat vraagt dus om een soort intermenselijke wijsheid.’
Intermenselijke wijsheid
Scars reflecteert op de huidige tijd, op de verruwing van de omgang van jonge mensen met elkaar en hoe groepsdruk wordt versterkt door sociale media. Een belangrijke inspiratiebron voor het thema van de voorstelling vond Corien in het boek Alone Together van cultuuranalist Sherry Turkle: ‘Zij beschrijft in haar boek dat jongeren het bijna verleren om gewoon face-to-face een gesprek met elkaar aan te gaan, doordat ze zo veel met elkaar communiceren via mobiele telefoons en
Oud-docent schrijft toneelstukken
De Utrechtse Spelen vroeg de Britse schrijfster Vivienne Franzmann om de toneeltekst te schrijven. Eerder schreef zij het prijswinnende toneelstuk Mogadishu, over een geëscaleerd conflict tussen een docent en een leerling. In Scars draait het plot om een prille liefdesrelatie tussen twee jongeren die stukloopt door een impulsieve daad op Facebook. Met haar
kunstzone.nl
dertien jaar ervaring als leraar in het middelbaar onderwijs heeft Franzmann het nodige meegemaakt, wat volgens Corien de toneeltekst alleen maar ten goede komt: ‘Dat merk je aan haar taalgebruik, aan hoe de jongeren in het stuk met elkaar omgaan, en aan de gevoeligheid van de onderwerpen.’
Nagesprek met leerlingen en acteurs. Foto: Sanne Peper
Scars wordt gespeeld van september t/m december 2013 en eventueel in het voorjaar van 2014, maandag t/m vrijdag. In verschillende steden door het hele land (speelsteden waar ook Mogadishu op tournee gaat). Meer boekingsinformatie? Mail naar
[email protected]. v
Meer dan het praktisch nut
Mediawijsheid is vanuit de overheid nadrukkelijk gericht op het aanleren van kennis en vaardigheden om optimaal te kunnen participeren in onze democratische samenleving. Maar als het gaat om persoonlijke en emotionele aangelegenheden heb je niet zo veel aan je mediahandigheid. ‘Als het erop aankomt,’ zegt Corien, ‘zoeken mensen elkaar liever op, die behoefte blijft. Je kunt online een condoleanceregister tekenen, maar dat is toch anders dan wanneer je bij elkaar komt om je gevoelens te delen. Ik zou het leuk vinden als jongeren blijven inzien dat het directe intermenselijke contact een waarde heeft. Bovendien raakt dit de essentie van wat theater is: levend, in het hier en nu.’ Mogelijk kunnen dus kunst en cultuur, en theater in het bijzonder, een belangrijke functie vervullen als het gaat om reflectie hierop. Corien knikt instemmend: ‘Zodat je je denken hierover verdiept en niet alleen maar het praktisch nut ervan inziet.’ Scars
Scars wordt geregisseerd door tweetalig theatermaker Nick Bruckman en ook de cast bestaat uit tweetalige acteurs: Melody Klaver, Tim Theunissen en Judith Amsenga. De voorstelling wordt daarom ook in het Engels aangeboden.
september 2013
Scars
Scars wordt geregisseerd door tweetalig theatermaker Nick Bruckman en ook de cast bestaat uit tweetalige acteurs: Melody Klaver, Tim Theunissen en Judith Amsenga. Daarom wordt de voorstelling ook in het Engels aangeboden. Scars wordt gespeeld van september t/m december 2013 en eventueel in het voorjaar van 2014, maandag t/m vrijdag. In verschillende steden door het hele land (speelsteden waar ook Mogadishu op tournee gaat). Meer boekingsinformatie? Mail naar
[email protected]. Over Scars: www.deutrechtsespelen.nl > DUS 15+ > Voorstelling in de klas
Waar gaat Scars over?
Scars is een voorstelling die in het klaslokaal wordt opgevoerd. Het verhaal draait om leerlingen onderling en mediawijsheid/digitaal burgerschap. Wanneer de knappe en mysterieuze Nick voor het eerst naar een nieuwe school gaat, is hij binnen de kortste keren trending topic. De roddels en jaloerse geluiden zijn dan ook niet van de lucht als hij bevriend raakt met de nuchtere Laila. Ze worden verliefd. Wanneer Laila uit een onduidelijke foto op Facebook concludeert dat hij haar ontrouw is, onthult zij impulsief, met één druk op de knop, zijn grootste geheim met de wereld.
Profiel van Sherry Turkle op TED.com: www.ted.com/speakers/sherry_ turkle.html Website van Sherry Turkles boek Alone Together – Why we expect more from technology and less from each other: www.alonetogetherbook.com Mogadishu wordt door De Utrechtse Spelen gespeeld vanaf oktober 2013: www.deutrechtsespelen.nl > Voorstellingen > Mogadishu
17
krassen
wandelgids het medialandschap film is door overal
Kra ssen
Een film monteren met Webwalk. Foto: Stephane ‘Stuggi’ Ragnit
‘To be a teacher is my greatest work of art.’ naar citaat van Joseph Beuys
De zomervakantie zit er weer op. Voor de oudere leerlingen betekent dit ook dat de vakantiebaantjes zijn afgelopen. In de horeca, op het land, in winkels of in de fabriek. Het dagelijks leven van leerlingen zag er in de zomer heel anders uit. In mijn geval betekende dit hele zomers preizaden tellen. Ik voel ze nog op het puntje van mijn vinger van links naar rechts schuiven. Het tellen werd een automatisme. Net als voor al die leerlingen bestond mijn zomer uit eentonig werk met op de achtergrond de radio met Arbeidsvitaminen. Toch vond ik dat niet erg. Ik leerde al snel tellen en praten tegelijk, veel praten. Sterker nog, ik kon tellen en tegelijk de sterkste verhalen verzinnen. Samen met mijn collega-preizaden-tellers creëerden we hele verhalenbundels in ons hoofd. Vertellen, zingen, ritmisch tikken en zelfs dansen, het kan allemaal gedaan worden tijdens eentonig werk. Dat bewijst Sam Curtis met behulp van gevonden videobeelden in het werk Did anyone ever tell you that you’re beautiful when you’re following orders? (www.vimeo.com/61605281). Het is een ode aan mensen die creativiteit toevoegen aan eentonig werk: een beatboxende bouwvakker, een buschauffeur die uit volle borst zingt en een schoonmaker die van elke handeling een dans maakt. Curtis laat zien dat er altijd ruimte is te vinden in de rigide structuren van je werk, al kunnen we dit alleen zien als we onze eigen grenzen ter discussie stellen. Curtis laat zien dat de werkvloer verandert in een soundtrack, gespeeld op een repeterende beat van eentonigheid.
wandelgids door het internetlandschap ICT wordt steeds meer gebruikt. E-mail, leerlingvolgsystemen en ELO’s zijn gemeengoed geworden. De iPads rukken op in de klas. Het internet is een vrijwel onbegrensd platform voor opslag en uitwisseling van gegevens. Artikelen, beeld en geluid zijn online in overvloed aanwezig. VO // AUTEUR: BARRY VAN DRUTEN
D
ocenten willen graag gebruik maken van deze bronnen, bijvoorbeeld bij een geschiedenisles waar ze vragen beantwoorden met een Wikipedia-pagina over de driehoekshandel door de West-Indische Compagnie. Vervolgens klikken ze door naar een fragment van de film Amistad om daar vragen te beantwoorden over de levensomstandigheden aan boord van een slavenschip. Er zijn veel digitale hulpmiddelen voor het koppelen, verzamelen of presenteren van deze bronnen: tutorials op YouTube en Vimeo, online-presentaties met Prezi of Slightshare en het rangschikken van internetbronnen met Storify. Je kunt met deze zogenaamde e-learning tools een krachtige, op leerlingen en hun specifieke behoeften afgestelde leeromgeving creëren. Dit klinkt fantastisch, alleen het kost wel tijd en je moet het maar net allemaal begrijpen of weten te vinden. Webwalk is een digitaal hulpmiddel die de didactische mogelijkheden van internet voor het onderwijs wil ontsluiten. Voor de
18
docent is het een tijdbesparende en toegankelijke manier om digitale lessen aan te bieden. Voor de leerlingen is het als een werkboek door het internetlandschap. Webwalk stuurt de browser aan en ziet er uit als een soort popup-schermpje. De leerlingen kunnen vooruit en achteruit klikken en hun antwoorden per onderdeel invullen. De docent bepaalt de route. De leerling volgt deze, al vragen beantwoordend. Iedere voor de lesstof handige website kan daarin worden opgenomen. Ook mediabestanden (film, foto’s, geluidsbestanden) die niet online staan, kunnen worden ingevoegd. Niet op tijd af is geen probleem: er kan gestopt worden. De volgende keer gaat Webwalk verder waar de leerling gebleven was. Thuis verder werken kan ook: de leerling installeert de software en kan aan de slag. Voor het functioneren van Webwalk moeten twee programma worden geïnstalleerd. De te bezoeken sites mogen niet afgeschermd worden. Afstemming met de ICT-medewerker is daarom gewenst. Webwalk werd aanvankelijk gemaakt voor op jongeren gerichte mediaworkshops van Digital Playground. Op zoek naar
kunstzone.nl
een minder subsidie-afhankelijke positie kwamen zij op het idee om Webwalk aan scholen aan te bieden. Er is een gratis demoaccount en een betaalde account. De grootste beperking van de gratis account is dat de gemaakte Webwalk niet toegankelijk is voor de leerling. Er is bijvoorbeeld geen toegang tot het leerlingvolgsysteem. Ook is er geen inzicht in de voortgang van de leerling. Voor serieus gebruik in de klas of op school moet er een licentie worden gekocht. Slim van Digital Playground is dat zij gratis een serie voorgebakken Webwalks over mediawijsheid aanbieden. Dit is wellicht een manier om docenten en schoolleiding te motiveren tot het investeren van tijd of geld. Door de hoge mate van controle (de docent bepaalde tenslotte waar de leerlingen op internet zijn) heeft een Webwalk iets van een traditioneel werkboek. De digitaal onderlegde docent kan misschien net zo makkelijk met de al bestaande gratis programma’ s werken. Wanneer je op een goed georganiseerde school met digitale ambities werkt, dan is Webwalk met wat ondersteuning toch een handige aanvulling op het lesprogramma van elke vakgroep.
september 2013
Voor ons begint weer een jaar werk: vol met lesvoorbereidingen, orde houden, cijferregistratie en natuurlijk het lesgeven aan leerlingen. Onze taken zijn allerminst eentonig en we doen het allemaal voor de leerlingen. Toch verdienen al die bergen werk een ode. Laten we daar dan zelf voor zorgen met de video van Curtis als inspiratiebron. Ik zal het goede voorbeeld geven en aan alle docenten denken als ik het beeldaspect ruimtelijkheid al dansend uitleg. Zoeken jullie dan je eigen grens op door een luidruchtig ritme te produceren tijdens het invoeren van cijfers? Of een keer zingend les te geven?
Mirjam
Mirjam van Tilburg is hogeschooldocent en coördinator bij Willem de Kooning Academie / Opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving.
19
debat overmovies europeze grenzen that matter
thema: mediawijsheid
Mediawijsheid
In The Green Wave delen Iraniërs via blogs hun ervaringen, gedachten en gevoelens. Sociale media waren al niet meer weg te denken tijdens de verkiezingen in 2009. Het lesmateriaal bij de film gaat ook in op de rol van sociale media. Want waarom waren deze juist zo belangrijk tijdens de verkiezingen? De traditionele media in Iran zijn in handen van de overheid. Er is slechts één tvzender en vaak is er sprake van censuur. De kracht van de sociale media is juist dat deze ook toegankelijk zijn voor het volk, waardoor er vele zenders zijn. Iraniërs kunnen op deze manier hun persoonlijke meningen delen, onafhankelijk van de heersende opvatting. Reacties van leerlingen op The Green Wave
‘Het was heel goed en ik denk dat mensen door deze film bewuster zullen zijn van hun vrijheid en hoe het is aan de andere kant van de wereld.’ (Barleus Gymnasium) ‘Het is realistisch en schokkend. Doordat de eigen verhalen van de burgers worden verteld, leef je mee en begrijp je ze.’ (Bredero Lyceum, VWO) ‘Het is heftig om te zien maar ook goed om te weten hoeveel vrijheid wij hebben vergeleken met hen. Ze hebben echt hun emoties geuit en ik vond het onwijs moedig van ze hoe ze hun ervaringen hebben verteld.’
Linksboven: Bron: www.politicalhumor.about.com/od/iran/ig/iran-cartoons > Iran Election Cartoons. Linksonder: Scholieren die zojuist The Green Wave hebben gezien. Foto: Phil Hemmis Rechts: Journaliste Dore van Duivenbode in gesprek met documentairemaakster Nafiss Nia (links) en politiek verslaggeefster Solmaz Mahoudi (rechts) in het naprogramma van The Green Wave tijdens de Young Amnesty Film Days 2013. Foto: Phil Hemmis
movies that matter
opent ogen
De camera als maatschappelijk wapen tegen onverschilligheid? Ieder jaar vindt tijdens het Movies that Matter Festival een filmfestival voor jongeren plaats met mensenrechten als thema: de Young Amnesty Film Days. Speciaal voor scholieren uit het VO en het MBO worden in Amsterdam en in Den Haag een week lang educatievertoningen georganiseerd. Stichting Movies that Matter wil door middel van film mensen de ogen openen voor schendingen van mensenrechten en menselijke waardigheid. VO // AUTEUR: ANNE VAN WIJK
I
ran (2009) - Aan de vooravond van de verkiezingen heerst een opgetogen sfeer: er is hoop op verandering. De verkiezingen verlopen echter niet zoals gehoopt. Tijdens de stemrondes raken stembiljetten plotseling op, sluiten stemkantoren en liggen hele communicatienetwerken ineens plat. Hoop slaat om in wanhoop. Als reactie gaan mensen de straat op om te demonstreren en dragen borden met de tekst: ‘Waar is mijn stem gebleven?’. Het regime reageert met grof geweld op het protest. Iran voelt voor veel burgers op dit moment als een grote gevangenis, waar mensenrechten geen plaats kennen.
Vrijheid van meningsuiting
Veel landen hebben de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens geratificeerd. Een universeel recht dat altijd en overal geldt, is het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 19). Toch worden op veel plekken in de wereld burgers, journalisten en advocaten onderdrukt of zelfs vervolgd voor het uiten
20
van hun mening. Schendingen van mensenrechten zijn helaas aan de orde van de dag, hier ver vandaan maar ook dichtbij. Filmfestival
Even weg van de schoolbanken en met de klas naar het filmhuis. Dat deden ruim 4000 leerlingen tijdens het Movies that Matter Festival eind maart dit jaar. Neerploffen in de bioscoopstoelen en het witte doek zijn werk laten doen. Elke film vertelde hier een eigen verhaal en nam de jongeren mee naar een andere wereld. Een wereld van daklozen, vluchtelingen of misschien wel van jongeren zoals zij, die er ook gewoon bij willen horen. Het bijzondere aan het festival zijn de verdiepingsprogramma’s. Na elke film volgt een gesprek met de maker(s) van de film en/ of een deskundige. Leerlingen kunnen vragen stellen en hun ervaringen delen. Zo was voor de leerlingen uit de bovenbouw van HAVO en VWO de film The Green Wave geprogrammeerd. In een combinatie
kunstzone.nl
van animatie en real life beelden laat de film zien hoe vrijheid van meningsuiting in Iran wordt ingeperkt. Geweld en bloederige scènes wisselen elkaar af op het doek en maken indruk. Na afloop was het muisstil in de zaal. Te gast in het naprogramma waren twee Iraanse vluchtelingen, politiek verslaggeefster Solmaz Mahmoudi en de documentairemaakster Nafiss Nia. Solmaz haalde het dilemma aan waar veel jongeren in Iran mee kampen: kiezen voor je eigen veiligheid of toch de straat op gaan om te protesteren? Solmaz riep de Nederlandse jongeren op zich vooral bewust te zijn van de mogelijkheid in Nederland om te gaan stemmen. In Iran riskeren mensen hun leven om te stemmen voor vrijheid! Informatie-overdracht en bewustmaking
Uit het rapport Wat weten Nederlanders van mensenrechten? (2005) van de Liga voor de Rechten van de Mens blijkt dat veel Nederlanders weinig kennis van mensenrechten hebben: 64,7% heeft van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) gehoord en slechts 21% van de respondenten weet dat de UVRM is opgesteld door de Verenigde Naties. De wereld audiovisualiseert in rap tempo. Bewegend beeld en beeldtaal worden, met name voor jongeren, van steeds groter belang voor informatie-overdracht en bewustmaking. Wat in woord en geschrift soms niet lukt, krijgt het bewegende beeld wel voor elkaar. Dat stellen verschillende onderzoeken zoals Film leert ogen openen (Movies that Matter, 2007) en De effecten van nieuwe media op jongeren van 12 - 14 jaar (Stichting Leerplan Ontwikkeling, 2007). Mensenrechteneducatie
Hoe kunnen burgers zich organiseren in een dictatuur? En wat zijn hierin fundamentele (mensen)rechten? Waarom leven er nog steeds zoveel mensen in armoede, aan de andere kant van de wereld, maar ook dicht bij huis? En hoe zit het met vrijheid van godsdienst? Mensenrechteneducatie raakt veel verschillende thema’s en is breed toe te passen. Het is erop gericht om leerlingen kennis te laten maken met principes als gelijkheid, verdraagzaamheid en respect voor menselijke waardigheid. Movies that Matter vertoont films waarbij deze fundamentele onderwerpen
september 2013
centraal staan. De films (en het lesmateriaal) sluiten in het VO aan bij vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer, maar ook bij bijvoorbeeld CKV en levensbeschouwing. In het MBO sluiten de films aan bij burgerschapsvorming. Ontmoeting
De stilte na afloop van een film is vaak veelzeggend. Het is vaak zo stil dat elke stap hoorbaar is wanneer een gast het podium op komt om zich voor te stellen. Movies that Matter gelooft in de ontmoeting. De ontmoeting met iemand uit de realiteit, die zelf heeft meegemaakt wat zich zojuist op het witte doek afspeelde. En de impact die een dergelijke ontmoeting kan hebben. Wat als de camera er nu niet was geweest? Dan weten we zeker dat onverschilligheid blijft bestaan. Film is een prikkelend medium. Het helpt jongeren om zich in te leven in personages en hun situatie. En dat maakt wat los. Bewustwording van het belang van mensenrechten, maar ook emotie. Beeld komt meteen binnen in het hart, waar woorden eerst nog via het hoofd gaan. Het stimuleert inlevingsvermogen en leidt tot meer begrip voor andere meningen. Het mooiste is wanneer er een dialoog wordt aangewakkerd, die jongeren stimuleert om bij te dragen aan een rechtvaardige samenleving. En dat zou zomaar kunnen beginnen in een bioscoopzaal. v Anne van Wijk is stagiaire educatie & didactiek bij Movies that Matter. Lesmateriaal
Om de voorstellingen klassikaal voor te bereiden en/of na te bespreken, is gratis lesmateriaal beschikbaar. Voorbeelden vindt u via www.moviesthatmatter.nl > EDUCATIE > LESMATERIAAL. De filmvertoningen en het lesmateriaal sluiten aan bij diverse vakken. Docenten kunnen films en bijbehorend lesmateriaal gratis bestellen door te mailen naar
[email protected].
21
flipping the classroom
thema: mediawijsheid
Annemarie van Esch
Ook tijdens de dramalessen worden de iPads gebruikt. Foto: Annemarie van Esch
Leerlingen filmen met een blue screen als achtergrond. Foto: Annemarie van Esch
Leerling aan de slag met Photoshop. Foto: Annemarie van Esch
Flipping
the Classroom
moeilijkste onderdelen: naar jezelf kijken en jezelf willen verbeteren.’
ArtFactory & iPad-klassen op het Merewade College
iPad-klassen
Annemarie van Esch is dramadocent op het Merewade College in Gorinchem en mede-ontwikkelaar van het op mediawijsheid gerichte kunstvak ArtFactory. Dit schooljaar start haar school bovendien met iPad-klassen, waar Annemarie vooral na het volgen van een iCamp buitengewoon enthousiast over is. Ze is een groot voorstander van het principe van Flipping the Classroom. Hier spreekt een docent die veranderingen niet vreest, maar met open armen ontvangt. VO // AUTEUR: CLAIRE GOOSSENS
F
lipping the Classroom is een organisatievorm van onderwijs waarbij klassikale kennisoverdracht wordt vervangen door video’s en eventuele andere vormen van online instructie. Dankzij het gebruik van – modernere – technologie kan een docent meer tijd besteden aan interactie met leerlingen in plaats van ze de les te lezen. Met de komst van iPads in de klassen probeert het Merewade College komend schooljaar een grote slag te slaan in het betrekken van de leerling bij zijn of haar eigen onderwijs. Ook het nieuwe kunstvak ArtFactory wil breken met de traditionele, passieve vorm van onderwijs. Schwung
De ontwikkeling van ArtFactory begon in het schooljaar 2010-2011, als vak wordt het sinds 2011 aan de leerlingen aangeboden. Samen met de schooldirectie werd er door de kunstdocenten nagedacht over hoe de school beter kon aansluiten op de leerlingen en het onderwijs van nu. Het initiatief voor ArtFactory kwam tevens voort uit concurrentie-overwegingen, zo zegt Annemarie: ‘Want we hebben behoorlijk wat concurrentie hier
22
in de regio. We zijn gaan brainstormen over de vraag: wat missen we nog? We kwamen uit op digitale kunst en multimedia. Zo kwamen we ook uit op een stukje mediawijsheid.’ ArtFactory
ArtFactory is de kunstvariant van andere talentstromen op het Merewade College, zoals het Technasium, Fast Lane Discovery en Sports. Leerlingen van MAVO (VMBO-TL), HAVO én VWO volgen het vak vier uur per week. Vijf diverse hoofddisciplines komen aan bod in het eerste jaar: film, animatie, muziekbewerking, fotobewerking en HTML - ofwel websites bouwen. In de eerste twee jaar krijgen leerlingen in een soort roulatiesysteem de basis aangereikt. Elke discipline volgen ze 7 à 8 weken en ronden ze af met een productie. In de tweede klas ontwerpen en bouwen ze een website waarop al hun producten komen te staan. Die website is nog beschermd binnen de school, dus niet openbaar. In de derde klas is het de bedoeling dat ze uit allerlei opdrachten kiezen wat aansluit bij hun eigen interesse. De leerlingen gaan dan hun verworven basisvaardigheden toepassen,
waarbij de verschillende disciplines bij elkaar komen. De rol van mediawijsheid
Mediawijsheid loopt als een rode draad door het programma, volledig verweven met de rest van het vak. ‘ArtFactory is alles in één,’ vertelt Annemarie. ‘Leerlingen leren vaardigheden aan om mediaproducties te maken en stellen zichzelf daarbij de vragen: waarom maak ik het, voor wie maak ik het, met welk doel maak ik het, en hoe maak ik het? Dat omhelst alles wat mediawijsheid aangaat. Wij vinden zelf dat we veel breder werken dan louter met mediawijsheid. Dit vak heeft een andere opzet dan bijvoorbeeld bij het Thorbecke College in Zwolle dat met mediawijsheid is begonnen. Naast film richten wij ons ook op animatie, muziekbewerking, fotografie en het bouwen van eigen websites. De nadruk ligt echt op digitale kunst met mediawijsheid als subdoel. Proces en product zijn daarin allebei belangrijk. We zijn zeker niet alleen maar gericht op het product. Reflectie is iets wat leerlingen verschrikkelijk vinden, maar wat wij heel belangrijk vinden. Dat is een van de
kunstzone.nl
Tijdens een studiedag met collega’s polste Annemarie eens hoe het zat met hun interesse in het werken met iPads in de klas. ‘Toen bleek dat velen daar heel erg open voor stonden en graag veel interactiever wilden werken. Omdat er zo veel nieuwe mogelijkheden zijn op ICT-gebied, en wij blijven in het onderwijs maar zitten met ons boekje en werkschrift. Ons OLC zit altijd vol, daar moet je voor je klas een plek reserveren, zo kan je nooit eens inspelen op actualiteiten. Met iPads breng je de buitenwereld naar binnen. Zo kun je inspelen op de 21e eeuw. Misschien bestaat de iPad over 5 of 10 jaar niet meer of bestaat er alweer iets anders. Dat maakt niet uit, want het is steeds maar een middel. Het doel is om veel beter aan te sluiten bij de leerling van nu.’ Kleine stap, grote droom
‘Waar wij naartoe willen, is dat leerlingen een veel actievere rol krijgen. Leerlingen
zitten tot nu toe te veel achterover, zo van: ‘Oké, zeg het maar, wat moet ik doen? Zegt u maar wat ik moet gaan doen.’ Wat wij willen is dat een leerling het lokaal binnenkomt, z’n iPad pakt en inlogt op z’n systeem en vervolgens ziet waar hij mee bezig is en waar het naartoe gaat. Basisschoolkinderen komen hier binnen met een behoorlijke zelfstandigheid, maar wij rammen het daarna er weer helemaal uit. Dat is doodzonde. Dus door schoolbreed de iPad in te zetten, willen we leerlingen meer actief betrekken bij de school. Als ik even mag dromen, dan denk ik dat er straks geen lokalen of klassen meer zijn. De iPad-klas is een heel kleine stap in die richting.’ In schooljaar 2013-2014 starten twee pilotklassen met de iPad: 4-HAVO en 1-VWO. Voor die leerlingen wordt de iPad ingevoerd voor in principe alle vakken. Niet onbelangrijk is dat ook ouders enthousiast zijn over de iPad-klassen. De iPads moeten leerlingen namelijk zelf betalen. ‘Ik denk dat ouders inzien dat het interessant onderwijs oplevert en dat hun kind dan gemotiveerder op school zit.’v
Geïnteresseerd geraakt?
• • • • •
www.knewton.com/flipped-classroom www.kennisnet.nl > thema’s > Flipping the Classroom www.screenr.com www.merewade.nl > Wijdschildlaan > Onderwijs > Onderwijsaanbod > ArtFactory Het iCamp wordt gegeven door Fons van den Berg van Seegenius. Hij is een van de vier speciaal door Apple opgeleide Apple Education Mentors in Nederland. Kijk voor meer informatie over workshops en trainingen op www.seegenius.nl/apd.
september 2013
Keurmerk van Stichting Mediawijsheidscholen
Het Merewade College in Gorinchem is verbonden aan de Stichting Mediawijsheidscholen en heeft een aspirantkeurmerk gekregen. Annemarie: ‘Vanaf komend jaar (2013-2014), als we ArtFactory ook aan de derde klas gaan geven, gaan wij aan hun kerndoelen voldoen. Zo’n keurmerk is voor de school naar buiten toe redelijk belangrijk. We zouden graag willen dat het keurmerk ons ook een duidelijke concurrentiepositie oplevert. Maar die discussie loopt nog. Het Ministerie van OCW wil juist dat heel veel scholen daar mee bezig zijn, want het is belangrijk voor elke leerling.’
Docenten op iCamp
Wat leer je op een iCamp? Annemarie: ‘Het is geen knoppencursus, maar gaat in op het waarom: waarom die iPad, wat verandert er aan het onderwijs, wat willen we dat er verandert, en hoe willen we onze lessen inrichten? Je gaat er onderzoeken hoe je de iPad kunt inzetten in jouw eigen vak. Er zit ook een kort gedeelte in over leuke en bruikbare apps. Een app die wij bijvoorbeeld graag gebruiken voor het interactiever maken van de les is Nearpod. Of je kunt iTunes U gebruiken om zelf lesmateriaal te maken in de vorm van een interactief e-book met links naar websites.’
23
digizone
het gebruik, niet de middelen!.
HET GEBRUIK niet de middelen!
De laatste ontwikkelingen vanuit Digischool.
Een gesprek over de rol van ouders en school De een kent de angst van ouders en de ander de belasting van docenten. Beiden zijn even gepassioneerd: komen ze eruit met zijn tweeën? Welke rol hebben ouders en docenten als het gaat om mediawijsheid? Justine Pardoen en Saskia van der Linden gaan in gesprek. Setting: een oude Amsterdamse stadswijk, een doordeweekse namiddag met verse jus d’orange en twee cappuccino’s.
Saskia van der Linden (links) en Justine Pardoen (rechts). Foto: Tom van Dorp
AUTEURS: JUSTINE PARDOEN & SASKIA VAN DER LINDEN
Justine Pardoen (JP): ‘Hoe gaat het met jouw mediawijsheid tegenwoordig?’ Saskia van der Linden (SvdL): ‘Mijn eigen wijsheid? Spannende tijden! Het netwerken met sociale media, meedoen met initiatieven als De Correspondent en Medialogica van Argos TV volgen!’ JP: ‘Spannend als in avontuurlijk! Ook met gevaren?’ SvdL: ‘Nee, maar als het gaat om media en jongeren zie ik elders wel die eenzijdige belangstelling voor gevaar. Van Twitter tot de krant bepalen deze grote nieuwsmedia wat onderwerp is van mediawijsheid en -opvoeding: bangalijsten, cyberpesten, internetverslaving, enzovoort. Ik zie die problemen ook, maar als de hashtag mediawijsheid vooral gebruikt wordt door twitterende wijkagenten, hebben we nog een lange weg te gaan.’ JP: ‘Maar mediawijsheid is juist sterk in ontwikkeling. Er gebeurt op scholen steeds meer om jonge mensen te leren hoe ze media kunnen inzetten om hun doelen te bereiken.’ SvdL: ‘Zeker, ik zie ondertussen ook veel geworstel en grote verschillen in uitgangspositie. Ik hoor van docenten dat zij mediawijsheid in hun vak willen integreren, maar moeite hebben om aan te haken bij de actuele discussies op fora, van vooral de insiders. Sommige docenten zien daar tegenop, achten zichzelf niet in staat alles te begrijpen. Anderen veronderstellen juist dat zij wel weten wat mediawijsheid omvat.’ JP: ‘Dat is nogal een verschil!’ SvdL: ‘Ideeën en meningen schieten over en weer. Veel docenten denken bijvoorbeeld dat ze leerlingen niets kunnen leren en ouders denken ook al dat ze kinderen niet kunnen bijsturen. Twitter- en Facebook-cursussen voor ouders en docenten schieten als paddenstoelen uit de grond. De één schudt verontrust het hoofd over mobieltjes in de les, terwijl anderen het ouderwets noemen als je trends als Bring Your Own Device (BYOD) niet kent.’ JP: ‘Maar docenten moeten zich niet laten imponeren! Zij zijn degenen die het verschil gaan maken voor deze generatie. Ze kunnen het beste gewoon beginnen op de manier die bij hen past. Het belangrijkste vind ik dat zij zichzelf ontwikkelen tot mediawijze docenten. Daar hoort bij dat je nadenkt over de manier waarop jij je leerlingen mediawijs wilt maken. Als je dat niet wilt - of denkt dat je er nog niet aan toe bent - heb je kinderen niet veel te bieden.’ Recht op mediawijsheid
SvdL: ‘Jij bent stellig!’ JP: ‘Het raakt me! Kinderen hebben recht op docenten die beseffen dat mediawijsheid de nieuwe geletterdheid is, dat je moet kunnen lezen en schrijven met media om mee te doen in de samenleving. ‘Wie niet mediawijs is, raakt buitengesloten,’ waarschuwde minister Ronald Plasterk al in 2007.’ SvdL: ‘Dat weten docenten! Maar aan de toen genoemde functies van mediawijsheid zijn alweer nieuwe toegevoegd. Om te beginnen samenwerken, maar ook het netwerken voor persoonlijke en
24
professionele ontwikkeling.’ JP: ‘Doorslaggevend bij onder andere netwerkend loopbaanleren, levenslang leren en professionaliseren. Maar kennis van de mogelijkheden en beperkingen van online netwerken werd nooit eerder gevraagd van tieners.’ SvdL: ‘Nu doen wij het ook!’ JP: ‘Wat?’ SvdL: ‘Als experts wauwelen over wat mediawijsheid moet zijn!’ JP: ‘Zolang we met onze overdenkingen mensen inspireren zélf een bijdrage te leveren, kan ik er geen genoeg van krijgen!’
Functies van mediawijsheid
In april 2008 benoemde het ministerie van OCW de vier belangrijke functies van mediawijsheid: 1. Doorgeven van informatie en podium voor debat; 2. Culturele vorming en creatieve expressie; 3. Vormgeven aan sociale cohesie en culturele identiteit; 4. Ontspanning.
Meedoen is macht
SvdL: ‘Dus ook voor ouders en docenten een leven lang leren!’ JP: ‘Maar dan wel actief. Mediawijsheid gaat niet alleen over kritisch nadenken en bewustzijn van beïnvloeding, maar vooral over het zelf inzetten van media om doelen te bereiken.’ SvdL: ‘En daarvoor moet je dus weten hoe netwerken functioneren, vaardig worden in samenwerken op afstand en nadenken over wat je doelen dan eigenlijk zijn.’ JP: ‘Juist! Besef dat we door internet voorgoed veranderd zijn in een wereld waarin we met elkaar verbonden zijn, van kleine groepen tot wereldwijde netwerken. Je kunt niets meer bereiken in je eentje. Dat is echt zo anders dan vroeger toen we nog grenzen hadden [lacht]. We zijn afhankelijk van die internationaal genetwerkte verbanden, terwijl leerlingen worden afgerekend op wat zij individueel presteren. Het onderwijs laat zo kansen liggen.’ SvdL: ‘Mediawijsheid gaat dus over meedoen en - durf ik het te zeggen? - actief burgerschap.’ JP: ‘Inderdaad. De vorige eeuw was de eeuw van kennis is macht, maar deze eeuw gaat om meedoen is macht.’
JP: ‘Als je kijkt naar de vragen op www.mediaopvoeding.nl, gaat het vooral over veiligheid, gezondheid en plezier. Mediagebruik beïnvloedt het gezinsleven – denk aan smartphones aan tafel, tieners die in bed liggen te whatsappen en te jonge kinderen die gamen met oudere broertjes. Tegelijk willen ouders ook weten waar ze leuke apps en websites kunnen vinden. Misschien moet je de parallel met het gewone lezen en schrijven wel doortrekken: leren lezen gebeurt op school, maar de opvoeding thuis is een belangrijke voorbereiding.’ SvdL: ‘Mooie vergelijking! Leren hoe je een betoog opbouwt of kennis van literatuur, zijn vormen van geletterdheid die je op school leert. Van ouders mag je verwachten dat ze lezen stimuleren, oefenen met schrijven en spreken of kinderen meenemen naar een bibliotheek.’ JP: ‘Media-opvoeding is een voorwaarde: zonder voorbereiding thuis, wordt het op school veel moeilijker. Al was het alleen maar dat kinderen thuis een beetje aardige apparaten moeten hebben om te kunnen experimenteren.’ SvdL: ‘Is dat voldoende?’ JP: ‘Nee, thuis leer je de eerste kritische grondhouding, bijvoorbeeld in de omgang met reclame. Op school wordt daarop voortgebouwd met crap detection, zodat je bewuste burger wordt, zoals Howard Rheingold dat noemt in zijn boek Net Smart.’ SvdL: ‘Rheingold! Ook hij rept niet over veilig Facebooken. Die aandacht voor veiligheid geeft in het denken over mediawijsheid veel ruis. Mag ik dat zeggen?’ JP: ‘Jazeker, angst en onbekendheid speelt ons nog parten. We zitten in een beginfase. Toen de eerste auto’s kwamen, waren mensen ook bang voor die gemotoriseerde koetsen.’ Gedrag en niet de middelen
SvdL: ‘Als waar is dat het gaat om ons gedrag en niet om de middelen, moeten we niet focussen op Whatsapp, smartphones, Facebook of straks de Google-bril. Net zo min als op loverboys, reclame-giganten of digitale stalkers. En dus moeten we ons onderwijs ook niet richten op nieuwe gadgets en apps.’ JP: ‘Niet de middelen, maar ons gedrag. Mooi gezegd. Ons mediagedrag staat dus zowel op school als bij media-opvoeding centraal. Dan reflecteer je vanzelf ook op je doelen en het wijs inzetten van middelen: waarom doe je iets zo, en is dat de beste manier?’ SvdL: ‘Via die doelen ontstaat de inhoud om op te reflecteren en dan kunnen we het weer hebben over kunstonderwijs, burgerschap & ethiek en filosofie. Daar kijk ik naar uit!’ JP: ‘Ah, maar dat is voor een volgende keer. Nog een cappuccino?’
Media-opvoeding
SvdL: ‘Kennis en gebruik van media is dus een noodzakelijke voorwaarde voor maatschappelijk functioneren. Meedoen vanuit een verworven democratische grondhouding en besef van de eigen identiteit en respect voor die van anderen. Daar ligt toch een rol voor ouders?’
kunstzone.nl
Justine Pardoen is opgeleid als taalwetenschapper, specialist media-opvoeding, publicist en veelgevraagd spreker. Saskia van der Linden is opgeleid als cultuurwetenschapper, specialist mediawijsheid en cultuuronderwijs, onderwijsconsultant. v
september 2013
Leermiddelen database en Wikiwijs Er zijn twee prachtige middelen om je materiaal in te publiceren: 1. Leermiddelendatabase van Digischool. 2. Wikiwijs beheerd door Kennisnet en Open Universiteit. Er zijn misverstanden over beide databases. Ik probeer er een paar uit de wereld te helpen: 1. Leermiddelendatabase en Wikiwijs zijn twee gescheiden systemen. Nee! Alles dat je uploadt in de Leermiddelendatabase is ook zichtbaar in Wikiwijs. 2. Je bent je lesmateriaal kwijt als je het uploadt in de Leermiddelendatabase of in Wikiwijs: iedereen kan ermee doen wat hij/zij wil. Dat is niet zo: op alle leermiddelen in deze databases is een Creative Commons-licentie van toepassing. 3. In Wikiwijs kun je alleen héél professioneel materiaal uploaden. Als je geen keurmerk krijgt, kun je wel inpakken. Nee! Het systeem helpt je juist om je lesideeën professioneel vorm te geven en als je wilt weten hoe het met die keurmerken zit: meld je dan aan bij een of meer van de keurmerkgroepen voor KUA en Beeldonderwijs. In 6 van de 7 keurmerkgroepen is nog plaats. Bij CKV zijn alle plaatsen al bezet. 4. Lesmateriaal uploaden in Wikiwijs is heel ingewikkeld. Nou, dat valt echt wel mee. Probeer het eens. Klik op Wikiwijs Maak, volg de stappen en ontdek dat heel veel mogelijkheden hebt. Je kunt onder andere toetsvragen bij je lesmateriaal maken en je materiaal kan in een ELO worden opgenomen en kan ook benaderd worden via meerdere devices: tablets en smartphones. De trainers van Wikiwijs komen graag al die mogelijkheden demonstreren. Dat houdt in dat ze workshops verzorgen, op je eigen school: gratis!! Op Wikiwijs Workshops vind je alle informatie.
Harry 25
thema: mediawijsheid
geschiedenis schrijven met monster media
Voorbeeld van een social media-opdracht.
Kunstgebouw ontwikkelden een game waarmee iedereen expert kan worden op dit gebied. Media beoordelen
Het eindspel met alle benodigde munten.
Monstermedia geeft leerlingen inzicht in de mediageschiedenis en het gebruik van media. Wanneer zijn media puur informatief of bedoeld voor vermaak? Wat wil de maker van een filmpje eigenlijk bereiken? Is deze informatie betrouwbaar? Wat zet je over jezelf online, en waar? Hoe ga je om met bronnen zoals Wikipedia? Leerlingen kunnen een situatie beter inschatten als ze de boodschap herkennen en weten wat de gevolgen zijn van hun acties.
geschiedenis schrijven
met Monstermedia
Online game maakt leerlingen bewust van social media, reclame, bronnen en beeldgebruik Cassettebandjes, lp’s en een walkman, die zijn verleden tijd. Kinderen gebruiken met gemak de iPad en checken internet dagelijks. Dit brengt nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs, maar ook nieuwe problemen. Hoe betrouwbaar is de informatie op websites? Hoe kwetsbaar ben je eigenlijk online? Waag Society en Kunstgebouw lanceerden recent de vernieuwde versie van de succesvolle mediawijsheidgame Monstermedia. PO/VO // AUTEUR: LUKIE STALENHOEF
D
Monstermedia is een online game waarin kinderen en jongeren de geschiedenis en de werking van media onderzoeken en ontdekken. Het is gericht op kinderen in groep 7/8 van het primair onderwijs en jongeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Spelenderwijs ontwikkelen ze de basiskennis en -vaardigheden om nieuwe media te gebruiken. Mediarevoluties
Onze geschiedenis kent een aantal mediarevoluties die grote impact hebben gehad op wie we vandaag de dag zijn: in eerste
26
men. Monstermedia gaat over de basiskennis en vaardigheden waarbij de opdrachten zijn verdeeld in vier thema’s: reclame, bronnen, beeld en sociale media. Daarnaast biedt het de mogelijkheid aan leerkrachten om in het spel zelf actuele thema’s rond media te behandelen in de vorm van toptaken. Dit zijn grotere doe-opdrachten die de leerlingen uitvoeren buiten de spelomgeving om. Een goed uitgevoerde toptaak levert een code op die leerlingen in Monstermedia kunnen invoeren. Er worden standaard vier toptaken aangeboden als voorbeeld. Daarnaast wordt een template meegeleverd waarmee docenten zelf vier nieuwe taken kunnen maken. Toekomstige uitdaging
Over Monstermedia
it spel stimuleert strategisch gebruik van media en maakt leerlingen bewust van de ontwikkeling van media. Ze krijgen de missie om een virus in de wereld Mediana te verslaan. Hiervoor voeren ze met hun eigen monsteropdrachten uit in vier thema’s: sociale media, reclame, bronnen en beeldgebruik. Ze beantwoorden vragen als: Hoe oud zijn computers eigenlijk? en Hoe weet je of een bron betrouwbaar is? Leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag met het spel. Ter afsluiting is er een klassikale nabespreking.
Maak je eigen monster met de MonsterMaker.
instantie was er de ontwikkeling van het schrift en daarna volgden de uitvinding van de drukpers, fotografie en de introductie van massamedia zoals televisie en radio. Voor de nieuwe generatie is de meest recente revolutie de komst van sociale media. Knoppenkennis
Kinderen komen al snel in aanraking met nieuwe media, maar ze leren in eerste instantie vooral instrumentele vaardigheden: de knoppenkennis. Hiertegenover staan vaardigheden die kinderen helpen om kritisch te zijn en hier bewust mee om te gaan, zowel op school als thuis. Op dit moment zijn leerlingen zich vaak niet volledig bewust van de risico’s en kansen die media bieden. Virussen en hackers
Wie heeft er niet onbewust een keer een virus verspreid? Of een e-mailadres gehad dat gehackt is? Soms is het moeilijk inschatten of iets reclame, spam of een mooie aanbieding is. Foto’s of adresgegevens kunnen openbaar worden gemaakt of je ontvangt opeens een hoge rekening van een app. Leerkrachten kunnen hierbij ook niet altijd te hulp schieten. Waag Society en
kunstzone.nl
Monstermedia speelt zich af in de wereld Mediana. Hier leven de mediamonsters. Het spel begint op het moment dat er een virus is verspreid. Dit zorgt ervoor dat alle media en mediakennis verdwijnen uit Mediana. Dit is een ramp voor de aarde, want Mediana vormt de opslag - de cloud - voor alle media van de wereld. De missie van het spel is om Mediana te redden van de ondergang. Leerlingen voeren met hun zelfgemaakte monsters opdrachten uit die in Mediana verspreid liggen. Wanneer ze voldoende mediakennis hebben verzameld, verslaan ze het virus definitief in het eindspel. Dit betekent dat de media in chronologische volgorde op de tijdlijn terecht komen en de orde in Mediana wordt hersteld.
Monstermedia is volledig te integreren in het reguliere lesaanbod. Het is een unieke en complete educatieve game die de verschillende aspecten van mediawijsheid omvat, ook zonder gevorderde ICT-kennis van de leerkracht. Het programma sluit aan op de kerndoelen van het primair onderwijs. Let wel op: Er is een doelgroep gekozen van gemiddelde leerlingen in groep 7/8. De game moet veel informatie overbrengen en bevat daarom relatief veel tekst. Voor leerlingen met leesproblemen kan dit een klein obstakel zijn. De game leent zich echter wel goed voor samenspelen. Dyslectische kinderen kunnen samen met klasgenootjes de opdrachten prima uitvoeren. v
Nieuwe versie
Monstermedia is niet nieuw. Al ruim 25.000 leerlingen speelden het spel. Meia Wippoo (educational developer, Waag Society): ‘Voor de nieuwe versie van Monstermedia is het uitgangspunt gelijk gebleven, maar het concept is omgegooid. Het gameplatform was verouderd en er dienden zowel technische als inhoudelijke verbeteringen plaats te vinden. Aangezien de media snel veranderen, moet een spel dat mediawijsheid bijbrengt up-to-date zijn. Het nieuwe platform maakt het relatief eenvoudig om opdrachten inhoudelijk bij te werken.’ Tijdens de ontwikkeling van het spel zijn er meerdere tests uitgevoerd op scholen. Zowel de leerlingen als leerkrachten hebben in deze fase kunnen meedenken over verbeteringen of aanpassingen. De feedback van de leerlingen en leerkrachten zijn verwerkt in de eindversie van het spel. Thema’s
Mediawijsheid is een breed begrip. Het heeft raakvlakken met verschillende onderwerpen die dagelijks op school terugko-
september 2013
Geïnteresseerd?
Probeer de gratis proefaccount op www.monstermedia.nl. De totale speelduur van Monstermedia is circa 5 uur. Voor de lezers van Kunstzone biedt Waag Society de volledige versie van Monstermedia aan voor het speciale tarief van € 199,--. Mail naar
[email protected] en vermeld de kortingscode ZONE. Deze actie is geldig t/m 1 december 2013. Monstermedia is ontwikkeld door Waag Society en Kunstgebouw. Het spel is mede mogelijk gemaakt door Mediawijzer.net, SNS REAAL Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland.
27
muziekkameleon
thema: mediawijsheid
Geconcentreerd aan het werk met de iPad. Foto: Ko Smidt
in het muzieklokaal, nooit eerder was het bij musiceren zo stil. Je hoorde alleen getik van vingers. De opdracht luidde: Maak in de app Garageband een drumritme van acht maten. Combineer in die acht maten minimaal drie verschillende onderdelen van het drumstel, zorg voor variatie en een duidelijk slot. Zorg ervoor dat je op het ritme kunt lopen. Na eerst een halve les kennis gemaakt te hebben met Garageband hebben alle leerlingen in de tweede les al drummend hun eigen drumritme gecomponeerd. Elke leerling heeft voor het einde van de les het ritme naar mij gestuurd. Elk drumritme heb ik later beluisterd en op de genoemde punten beoordeeld. De leerlingen vonden het zeer geslaagd. Waarom? Het werkt motiverend, omdat het de betrokkenheid van alle leerlingen vergroot. Iedere leerling werkt op zijn eigen niveau, helpt (ongevraagd) andere leerlingen, gaat thuis vanzelf verder op de iPad van vader of moeder en neemt die zelfs mee naar school. Ondertussen hebben ze laten zien welke ritmische vaardigheden ze in huis hebben en wat ze ermee kunnen creëren. Vier leerlingen met de app Rockmate. Foto: Ko Smidt
‘Een van de kernpunten van het muziekonderwijs bij ons in de brugklas is melodische en ritmische vaardigheid.’
Gebruik van iPads bij muziek in het VO
Muz iek ka m e l e o n De tablet is pas sinds 2010 op de markt. Veel mensen hebben thuis zo’n apparaat. Ook in onderwijsland blijft de tablet niet onopgemerkt. Steeds meer scholen ontdekken dat technologie ons onderwijs kan transformeren. Tablets kunnen daar een belangrijke rol in vervullen. Technologie kan een katalysator zijn om het onderwijs anders vorm te geven en biedt veel nieuwe mogelijkheden. Op het Johannes Fontanus College in Barneveld, waar ik sinds 1995 werkzaam ben, is een groep docenten aan het experimenteren met iPads in de klas. We beschikken over een kar met 30 iPads die klassikaal ingezet kan worden. VO // AUTEUR: KO SMIDT
28
3-HAVO/VWO
I
n dit artikel bespreek ik mijn eerste ervaringen die ik de afgelopen maanden heb opgedaan met het werken met iPads tijdens muzieklessen in de onderbouw. Ik heb een aantal keer twee lessen achter elkaar met brugklassen en derde klassen van HAVO/VWO gewerkt met iPads. Bij beide experimenten draaide het om de muzikale creatie van leerlingen. Twee werkvormen, die ondertussen ook op www.eduapp.nl staan, zijn uitgeprobeerd.
Brugklas
Een van de kernpunten van het muziekonderwijs bij ons in de brugklas is melodische en ritmische vaardigheid. Drummen hoort daar ook bij. Eerder in het jaar hebben alle leerlingen bij allerlei groepsopdrachten achter het drumstel gezeten. Bij gebrek aan 30 drumstellen moet zoiets verspreid worden over een aantal lessen en opdrachten. Onlangs hebben deze leerlingen allemaal tegelijk gedrumd. Nooit eerder had ik zoveel drumstellen
kunstzone.nl
In de derde klas van HAVO en VWO is een van de accenten het coveren van liedjes. Daar hoort het begrijpen en kunnen spelen van eenvoudige akkoordenschema’s - inclusief majeur en mineur - bij. Met deze kennis op zak gingen de leerlingen aan de slag met de app Rockmate. Vaak blijkt in de praktijk dat voor veel leerlingen het spelen van akkoordenschema’s lastig is. Het vereist instrumentale vaardigheden en kennis van akkoorden. Een van de zaken die mij is opgevallen bij het werken met iPads, is dat deze apparaten drempelverlagend werken vanwege hun gebruikersvriendelijkheid en aanraakgevoeligheid. Iedere leerling kan nu akkoordenschema’s bedenken en spelen en krijgt direct feedback. De opdracht luidde als volgt: Bedenk je eigen akkoordenschema van minimaal vier maten, gebruik vier verschillende akkoorden (majeur en mineur), voeg daar nog twee andere lagen aan toe zoals drum, bas of melodie. Lever het resultaat in via de mail als geluidsbestand. De leerlingen konden ervoor kiezen het alleen te doen of met twee tot vier personen. De app Rockmate biedt al deze mogelijkheden. Enthousiast hebben alle leerlingen
september 2013
meer of minder geslaagd hun eigen akkoordenschema gemaakt, meestal voorzien van een drum- en baspartij. Meer mogelijkheden
Samengevat vergroot de tablet de mogelijkheden in de muziekles. Er zijn vele nieuwe werkvormen mogelijk, het vergroot de betrokkenheid en het werkt drempelverlagend. Naast het raadplegen van bijvoorbeeld akkoorden zijn tablets heel geschikt voor het musiceren, improviseren en componeren. Tablets werken het beste als iedere leerling een eigen apparaat heeft. Het mooie aan de tablet is dat deze de vorm aanneemt van de inhoud van een app. Gebruik je een app om een instrument te stemmen, dan is de tablet een stemapparaat. Ga je erop drummen, dan is de tablet een drumstel. Kortom, een muziekkameleon!v Ko Smidt is ICT-coördinator, docent muziek en CKV op het Johannes Fontanus College te Barneveld.
[email protected]
Kick-offs examens beeldend 2014
De VWO-kick-off vindt plaats op dinsdag 29 oktober 2013. De HAVO-kick-off vindt plaats op woensdag 30 oktober 2013. De locatie van beide bijeenkomsten wordt het vergader- en cursuscentrum Hogeschool Domstad te Utrecht. Geplande tijd voor beide bijeenkomsten: van 15.30 tot 20.00 uur. De licht aangepaste syllabus voor VWO beeldend 2014 staat op www.examenblad.nl. De specificatie examenstof HAVO beeldend 2014 staat op www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_ m7mviq7lphrgg3h/vghpm7u9vdea. De VMBO-kick-off staat nog niet helemaal vast, maar waarschijnlijk wordt die georganiseerd op dinsdag 11 december of woensdag 12 december 2013. Het VMBOthema in 2014 is Roem. Noteer deze data alvast in uw agenda en kijk voor aanmelding en programma op www.vonkc.nl/activiteiten-2013.
29
digitale renaissance
thema: mediawijsheid
Digitale Renaissance in de kunsteducatie In juni jongstleden werd ik gevraagd om een TED-achtige talk te geven over het thema Digitale renaissance in de kunsteducatie. De titel klonk zeer intrigerend en uitdagend en daarom aanvaardde ik graag de opdracht. Spontaan vraag je je dan af wat er dan zoal herboren wordt onder invloed van het digitale. Ik wil in dit artikel beargumenteren dat als er een ding zeker terug op de kaart gezet wordt, het wel het belang van meesterschap is. Vervolgens zal ik uitleggen waarom en op die manier ook een invulling geven aan wat mediawijsheid in de kunsteducatie kan betekenen.
Links: Pedro de Bruyckere. Rechts: Interactief still life project van Scott Garner.
AUTEUR: PEDRO DE BRUYCKERE
Maakt digitaal creatief?
Onlangs schreef ik samen Casper Hulshof het boekje Jongens zijn slimmer dan meisjes over hardnekkige mythes bij leren en onderwijs. In onze zoektocht vonden we geen bewijzen voor het idee dat we tegenwoordig digital natives hebben die anno 2013 op een andere manier zouden leren. Marc Prenzky, de bedenker van het concept uit 2001 gebruikt in zijn meest recente boek over het digital brain zelf het concept ook niet meer en onder andere onderzoek van Reeves uit 2008 toont dat het leren van onze kinderen - in tegenstelling van wat velen denken - niet verandert. Ondertussen weten we ook dat het meeste ICT-gebruik eerder passief delen is van wat iemand anders creëerde. Uit het meest recente rapport op EU-Kids Online (zie www.eukidsonline.net) leren we dat slechts één op vijf kinderen en jongeren zelf dingen online maakt. Een iPad maakt kinderen echt niet creatiever. De grootste invloed op de creativiteit vind je vooral bij de ouders. Dit betekent overigens niet dat jongeren een tablet niet creatief kunnen gebruiken. Technologie biedt zeer zeker nieuwe kansen. Denk bijvoorbeeld aan de subcultuur van de vele online barbershop kwartetten die ontstonden. Ze maken samen arrangementen en zingen
30
meerstemmig zonder elkaar ooit fysiek te ontmoeten. Het is een kleine variant van het grote YouTube-orkest met 101 muzikanten die online auditie deden (zie www.youtube.com/user/symphony). Of wat te denken van nieuwe vormen van interactiviteit waarbij een site of video gebruik maakt van de informatie die over de bezoeker te vinden is. Een voorbeeld van een dergelijke video is de korte film The Wilderness Downtown die Chris Milk maakte bij We used to wait van Arcade Fire (zie www.thewildernessdowntown. com). Dergelijke nieuwe toepassingen integreren in de verschillende kunsttalen is een eerste uitdaging voor kunsteducatie. En uitdaging is het juiste woord, want je verliest al snel het overzicht. Het kan ironisch lijken, maar je inwerken in bijvoorbeeld Twitter kan je het overzicht bezorgen als je de juiste mensen volgt en zelf de nodige input deelt. Let wel, je doet dit niet even, het kost tijd en moeite. Veel tijd en veel moeite. Digitaal gaat viraal
Een van de grootste vernieuwingen van vooral internet en de meer recente ontwikkeling van sociale media is de eenvoudige manier van het verspreiden van informatie waarbij grenzen niet meer lijken te be-
staan. YouTube maakte in mei jongstleden bekend dat er elke minuut 100 uur video worden opgeladen. Dat zijn 6.000 uren per uur en 144.000 uren video per dag. Het aantal berichtjes op Facebook, Tumblr en Twitter zijn nauwelijks nog te tellen, laat staan te volgen. Deze massacommunicatie zorgde er mede voor dat een voor ons tot voor kort onbekende Koreaan Psy in een recordtempo wereldberoemd kon worden met zijn Gagnam Style-video. Viraal gaan, een video, foto of bericht creëren dat de wereld kan rondgaan door massaal delen, is de droom van menig reclameman. Ook die beginnende of ervaren artiest of artieste die een video plaatst met bijvoorbeeld een eigen versie van een song (zeer populair) of een hele eigen song (al moeilijker) droomt van online bekendheid die deuren kan openen in de werkelijke wereld. Toch is het vooral jammer dat er niet meer jonge kunstenaars zijn die het net gebruiken voor het bekend maken van hun eigen werk. Een kunsttak als street art - illegaal en legaal aangebrachte kunst die niet tot het klassieke graffitibeeld behoort - ontdekte wel vrij massaal de mogelijkheden die het web kan bieden voor verspreiding van hun performances en ideeën. Dit komt enerzijds door een voorbeeld als de wereldbekende Britse street art kunste-
kunstzone.nl
naar Banksy, maar ook door het vaak zeer vluchtig karakter van de kunstwerken. Dit brengt me bij een tweede, zeer specifieke vorm van mediawijsheid die ik als een taak zie voor iedereen die in kunsteducatie actief is. We gaan er te vaak vanuit dat jongeren online zelf strategische vaardigheden bezitten, maar uit onder andere Nederlands onderzoek van professor Jan van Dijk blijkt de werkelijkheid genuanceerder. Het is niet omdat je de hele dag Whatsapp of Facebook frequenteert, dat je weet hoe je die sociale netwerken (de mensen) online (de technologie) optimaal hanteert om bijvoorbeeld je eigen werk bekend te maken. Tegelijk is het zeker ook nodig om jongeren te waarschuwen voor de verschillende malafide aanbieders van allerhande wedstrijden voor poëzie, literatuur, muziek, enzovoort die weinig meer beogen dan meer geld in de zakken van de organisator. Hier kan het gezonde verstand van een kritische, levenservaren docent vaak al veel steun betekenen. Meesterschap
De veelheid aan informatie die online gedeeld wordt, zal volgens mij ook zorgen voor de renaissance, de wedergeboorte van het meesterschap. Het is de laagdrem-
september 2013
peligheid en bijhorende exponentieel groeiende hoeveelheid informatie die maakt dat het moeilijker wordt om het verschil te maken. Neem bijvoorbeeld het zeer populaire Instagram, een app op je smartphone waarmee je foto’s maakt die je daarna een ouderwets laagje meegeeft. Die foto’s zien er dan misschien kunstig uit, maar meestal niet veel meer. Het meesterschap in de vorm van idee en/of aanpak kan dit verschil maken. Het letterlijk meester-zijn kan trouwens specifiek een grote aantrekkingskracht bezitten. Een specifieke categorie van populaire video’s op Vimeo en YouTube zijn de vele how to’s waar in een meester toont hoe je een bepaalde techniek toepast. Dit brengt me bij een derde mogelijkheid voor technologie en kunstonderwijs, namelijk het principe van de flipped classroom. Het concept bestaat al wat langer, maar kent onder ander door de Kahn Academy een steeds grotere interesse. Leerlingen leren meest van feedback tijdens het eigenlijke oefenen. Iets wat we niet moeten vertellen aan kunsteducatoren. Bij het flipped classroom-principe kijken leerlingen thuis vooraf naar een video met daarin de eigenlijke instructie, waardoor de tijd in de les optimaal naar
oefenen en begeleiding kan gaan. Zoals Salman Kahn zelf stelt is het niet de bedoeling deze werkvorm steeds en voor alle doelen te gebruiken. Het is vooral een manier om contacttijd in de les optimaal te gebruiken. Digitaal is het nieuwe normaal?
Peter Hinssen beschreef hoe digitaal het nieuwe normaal is geworden. Als je kijkt naar de mobielverslaafde jongeren (en ouderen), lijkt dit zeker het geval. Dit wil echter niet zeggen dat diezelfde jongeren al optimaal de kansen en gevaren zien van deze technologische hulpmiddelen. Het wil ook niet betekenen dat de klassieke kunsten zullen verdwijnen. De radio maakte de muziek niet kapot, de foto niet de schilderkunst. Ook Instagram zal dit niet bewerkstelligen. Wel is het de taak van iedereen die bezig is met kunsteducatie om kansen te zien en vooral aan te grijpen voor zowel de kunstbeleving als het eigen handelen. v
31
de wereld in je broekzak
thema: mediawijsheid
1
Hella Duijs & Roel Donkers - Black box.
2
Roman Ondák - Measuring the universe.
de wereld in je
broekzak
Een interview met de winnaars van de MediaCultuurprijs Ieder jaar organiseert Media Cultuur een wedstrijd voor de beste lessenserie onder derdejaars studenten van zeven opleidingen Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (DBKV). In maart 2013 wonnen twee studenten van ArtEZ Arnhem uit ruim honderdvijftig ingezonden lessenseries de prijs voor de beste lessenserie. Wat maakt deze lessenserie De wereld in je broekzak goed? Wat is het belang van mediacultuur in het onderwijs en wat zijn de ontwikkelingen op dit gebied? In de kantine van ArtEZ spreek ik af met de winnaars Hella Duijs en Roel Donkers. VO // AUTEUR: LIENEKE HULSHOF
Mediacultuur, wat betekent dat? ‘Voor mij is mediacultuur een overkoepelend thema waarin de werking van media, beeldcultuur en hedendaagse kunst samenkomt.’ Is het van groot belang dat er aandacht wordt geschonken aan mediacultuur? ‘Ja, zeker weten. Media is toch de toekomst, of je het nou leuk vind of niet. Met mediacultuur leren leerlingen de weg binnen actuele media. Vaak weten zij deze weg al wel, maar kennen zij nog niet de gebruiksaanwijzing of ethiek rondom deze weg. Leerlingen blijven door mediacultuur niet alleen op de hoogte van technische vaardigheden, maar ook van de ontwikkelingen op het gebied van nieuws en actualiteit. Dit verbreedt hun algemene kennis.’
32
Waarom hoort het thuis bij de beeldende kunst en niet bij andere vakken zoals maatschappijleer of Nederlands? ‘Het kan zeker ook bij andere vakken horen. Het is maar net waar het accent komt te liggen. Het begrip mediacultuur is breed. Het kan worden gebruikt voor beeldende expressie en de leerling leert zowel de mogelijkheden, de beperkingen en de betekenis ervan. Het wordt bij de kunstvakken gebruikt om beelden te creëren en als de les goed in elkaar zit zullen de leerlingen gaandeweg het middel of medium steeds beter gaan begrijpen.’ Doen middelbare scholen het goed doen op het gebied van mediawijsheid? ‘Scholen missen vaak een beetje lef. Ze vinden het soms lastig om snel in te springen op ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de mobiele telefoon. Daarbij ontbreekt het scholen vaak aan budget
kunstzone.nl
waardoor ze niet snel verschillende media durven aan te pakken. Zoals leerlingen van docenten moeten leren, kunnen scholen zeker op het gebied van media veel van leerlingen leren. Maar alleen als docenten daar niet bang voor zijn.’
cententeam weet te motiveren, zullen de docenten dit zeker overbrengen op leerlingen. Niet alleen het voortgezet onderwijs speelt hier een belangrijke rol in, maar ook de opleidingen waar de docenten vandaan komen.’
Vaak horen we in de media dat social media een probleem kan zijn op scholen. Moeten scholen hierin dan wel investeren? ‘De wereld van social media is een nieuwe en ietwat vreemde wereld waar scholen niet direct grip op krijgen. Daardoor willen ze er hun vingers niet aan branden. Toch moeten scholen met nieuwe media experimenteren. Je hoeft leerlingen niet te leren waar de knopjes zitten, maar meer hoe je bewust om moet gaan met het medium. Net zoals wanneer je bij McDonalds eet en weet dat de koe die in je burger van twee euro zit, waarschijnlijk niet in de wei gehuppeld heeft.’
Vertel eens iets over jullie lessenserie. Waar gaat het over? Waarom is dit van groot belang? ‘Onze lessenserie heeft de titel De wereld in je broekzak. Er is een interessant gegeven: Als je zes personen kent, kun je daarmee de hele wereld bereiken, want die zes mensen kennen ook weer zes mensen,
Hoe is het met de leerling gesteld? Zijn leerlingen volgens jullie mediawijs? ‘Je kunt je afvragen wat mediawijsheid is en wanneer je mediawijs bent. Wij denken dat leerlingen zeer mediawijs zijn als we kijken naar flexibiliteit en het omgaan met nieuwe ontwikkelingen. Daarbij moet er wel op worden gelet dat leerlingen tussen de twaalf en achttien veel vlotter en harder ergens induiken zonder zich af te vragen of er misschien consequentie aan verbonden zijn. Zo is er de kans dat er privégegevens op internet belanden waar leerlingen pas achteraf spijt van kunnen krijgen.’ Zijn docenten over het algemeen genoeg op de hoogte om dit vak überhaupt te kunnen geven? ‘Dit zal per docent verschillen. Er zijn scholen die echt nog vele jaren achterlopen op het gebied van media-ontwikkeling, maar er zijn ook scholen die heel vooruitstrevend te werk gaan. Als een schooldirectie nieuwe media serieus neemt en het do-
september 2013
‘Met mediacultuur leren leerlingen de weg binnen actuele media.’ enzovoort. Dit feit is het uitgangspunt van onze lessenserie. In de lessen gaan de leerlingen onder andere hun eigen sociale netwerk in kaart brengen en vervolgens uitzoeken in hoeveel stappen ze een bekende Nederlander kunnen bereiken. Verder houden ze zich ook bezig met het werk van beeldend kunstenaar Roman Ondák en wordt het thema Project X nog eens aangehaald. Het thema van de lessenserie sluit dus erg goed aan op social media, persoonlijke netwerken en media in de beeldende kunst. Dit bevat weer veel eigenschappen van nieuwe media en mediacultuur.’ Kan jullie lessenserie iets veranderen aan bijvoorbeeld online pesten en andere bijkomende moeilijkheden? ‘De hele opzet van het project, de wedstrijd en ook zeker onze lessenserie gaat niet over het betuttelen of voorlichting
geven in de goede dingen of in de slechte dingen van bijvoorbeeld Facebook. Het gaat veel meer over het ontdekken, experimenteren, jezelf beter leren kennen, maar ook mensen in je omgeving of daarbuiten. Online pesten wordt met onze lessenserie niet direct aangepakt, al zou het natuurlijk leuk zijn als we daar een steentje aan kunnen bijdragen, maar daar is dit project niet voor bedoeld. Het gaat meer over de bewustwording van de spanwijdte van een medium als Facebook.’ Wat maakt jullie lessenserie zo goed? De inhoud en het doel van onze lessenserie zijn in één pakkende zin te formuleren. Dit maakt de lessenserie duidelijk en aantrekkelijk voor een grote groep docenten. Onze lessenserie kan op verschillende scholen aan verscheidene leerlingen met uiteenlopende niveaus gegeven worden. Het project kan dus op heel veel manieren worden uitgevoerd waarbij eigenlijk geen vaste materialen of producten nodig zijn. Het maakt dus niets uit of een school over een groot budget beschikt met alle nieuwe technische materialen of alleen een pen en papier in de la heeft liggen. Dit maakt de lessenserie overal laagdrempelig en uitvoerbaar.’ Zou er een methode op het gebied van mediawijsheid moeten komen? Of gaan de ontwikkelingen daarvoor te snel? ‘Wij zijn bang dat met een methode het experiment aan banden wordt gelegd. Maar misschien is dat wel een te ambitieuze gedachte. Het vraagt veel van docenten om zich hierin te ontwikkelen en bij de tijd te blijven, maar leerlingen kunnen leraren gemakkelijk op de hoogte houden van ontwikkelingen. Voor docenten is het een wisselwerking van lesgeven, maar ook leren. Een gedrukte methode die jaren mee moet gaan, lijkt dus niet zo handig.’ v
33
docenten op de mediawijsheidmarkt
thema: mediawijsheid
‘Weinig interessante projecten voor het VO’ Nienke Bakker, cultuurcoördinator, brugklasmentor, mediathecaris en mediacoach (VO)
Welke onderdelen hebt u bezocht op de Mediawijsheidmarkt? ‘Ik was dit jaar voor het eerst op de Mediawijsheidmarkt. Ik ben niet eerder geweest omdat de tijd niet uitkwam en omdat ik er de relevantie niet van inzag. Nu had ik ook mijn twijfels, maar ik ben blij dat ik ben geweest. Ik heb verschillende pitches gevolgd. Ik vond de pitch van De Frisse Blik, Eduapp.nl en Bekijk ‘t heel interessant. Verder heb ik een tijd gesproken met de mensen van Leerpodium.nl. Ook heb ik een persoonlijk gesprek gehad met iemand van Kennisnet. Daarin heb ik te kennen gegeven dat ik vind dat er veel interessante projecten ontwikkeld worden voor het PO, maar weinig voor het VO.’ Op welke manier besteedt uw school aandacht aan mediawijsheid? ‘Onze school besteedt nauwelijks aandacht aan mediawijsheid. Ik ben wel in gesprek met de schoolleiding om daar verandering in aan te brengen.’
De stands in het atrium van Beeld en Geluid. Foto: Claire Goossens
Hoe ziet u de samenhang tussen mediawijsheid en cultuureducatie? ‘Ik denk dat een deel van mediawijsheid een onderdeel kan zijn van cultuureducatie. Als het gaat over film en beelden, enzovoort zou daar in de CKV-lessen aandacht aan gegeven moeten worden. Wat is waar of niet waar, wat zijn de camerastandpunten, hoe breng je iets overtuigend op beeld? Andere onderwerpen van mediawijsheid passen minder in CKV. Zoeken van informatie, betrouwbaarheid van websites, privacy, sociale media, enzovoort zijn onderwerpen die op een andere manier in andere lessen behandeld moeten worden.’
‘Oriënteren is belangrijk!’
docenten op de
mediawijsheidmarkt ‘Drie halen twee betalen!’ ‘Wie maakt me los?!’ Die kreten zul je niet horen op de Mediawijsheidmarkt. Toch lijken ook daar de marktkooplui te staan om vooral zo pakkend mogelijk hun zegje te doen. Onlangs vond het jaarlijkse evenement voor de vijfde keer plaats. Naast standhouders, pitchers en media-experts bevonden zich onder de bezoekers ook enkele nieuwsgierige docenten. PO/VO // AUTEUR: CLAIRE GOOSSENS
Op 23 mei jongstleden vond voor de vijfde keer de Mediawijsheidmarkt plaats bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. De Mediawijsheidmarkt is een netwerkevenement voor professionals die geïnteresseerd zijn in mediawijsheid. Jaarlijks organiseert netwerkorganisatie Mediawijzer. net de markt om partners, professionals en andere geïnteresseerden op het gebied van mediawijsheid met elkaar in contact te brengen en te inspireren. Met 300 bezoekers, 30 stands, 21 pitches, en 450 kopjes koffie en thee, was de Mediawijsheidmarkt van 2013 de grootste tot nu toe. Rotcomputers
In de hal van het kleurrijke gebouw van Beeld en Geluid kregen standhouders enkele vierkante meters de ruimte om zichzelf te presenteren. Verschillende aanbieders van mediawijze producten waren daar aanwezig. Tijdens de pitchsessies in de theaterzaal kregen aanbieders volgens een strak schema exact 4 minuten de tijd om met behulp van een PowerPoint-presentatie uit te leggen wat een bedrijf, project of product inhoudt. Hoe ironisch als dan tijdens je optreden je PowerPoint niet meewerkt. ‘Rotcomputers!’ zie je ze dan even denken.
34
Conculega’s onder elkaar
Is er op uw school overleg en discussie over de invoering van mediawijsheid? ‘Jazeker. Deels zijn mensen het er wel over eens dat het belangrijk is, maar de tijd ontbreekt. Of het wel of niet in het curriculum van andere vakken past, daar zijn we nog niet over aan het praten. Zo ver zijn we nog niet. Ik denk zelf dat een groot deel in andere vakken zou passen, mits duidelijk wordt gemaakt dat het een discipline is die voor andere vakken ook telt, of zelfs voor het hele leven.’
Voor bezoekers uit de beroepenvelden bibliotheek en onderwijs waren er speciale meetingpoints ingericht - waar het hoekje Onderwijs toch een beetje stil bleef. Niettemin snuffelden in dit compacte netwerk van conculega’s, omringd door presentaties en vertegenwoordigers van innovatieve mediawijsheidproducten, toch ook enkele oriënterende docenten rond. Hoe hebben zij de Mediawijsheidmarkt 2013 ervaren? Welke rol speelt mediawijsheid op hun school? En in hoeverre kan volgens hen de combinatie met cultuureducatie worden gemaakt?
Sommige docenten stellen dat leerlingen zo handig zijn met allerlei media, veel handiger dan zij zelf, dat zij als docent niets kunnen bijdragen aan hun vorming op het gebied van mediawijsheid. Mee eens of oneens? ‘Ik denk persoonlijk dat leerlingen wel handig zijn met allerlei media, maar vooral in technische zin. Als het gaat om goed gebruiken van bijvoorbeeld sociale media, privacy, goed zoeken op internet en betrouwbaarheid van websites checken, denk ik dat de meeste leerlingen daarin nog heel veel kennis missen.’
Mediawijzer.net is het mediawijsheidexpertisecentrum in Nederland, opgericht op initiatief van de ministeries van OCW en Jeugd en Gezin. Sinds 2008 hebben meer dan 800 organisaties, bedrijven en instellingen zich aangesloten bij dit netwerk.
Er zijn veel lessen, voorbeelden en applicaties voor mediawijsheid te vinden. Hoe maakt u uw keuze in dat woud van mogelijkheden? ‘Ik lees heel veel over dit onderwerp en ik baseer mijn keuze op dat wat ik zelf al weet, kan of wil. Ik probeer zo veel mogelijk kennis op te doen en eigenlijk maak ik dan meestal zelf de lessen.’
Nieuwsgierig geworden?
- www.mediawijzer.net - www.mediawijsheidmarkt.nl - www.beeldengeluid.nl > Over Beeld en Geluid
kunstzone.nl
september 2013
Arjen Gutker de Geus, docent LO en Mediawijsheid op het Coornhert Lyceum in Haarlem (VO)
Waarom ging u dit jaar naar de Mediawijsheidmarkt? ‘Onze school is partner van Mediawijzer.net en de intentie van het bezoek was kennisuitwisseling, netwerken en het volgen van nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. Dit was mijn eerste en zeer positieve kennismaking.’ Welke onderdelen hebt u bezocht? ‘Specifieke pitches van Eduapp.nl en S-TV Broadcast. Stands van Eduapp.nl, S-TV Broadcast, De Frisse Blik en Educos. De gehele sfeer, uitstraling en organisatie was voor mij inspirerend. Vooral de korte, krachtige pitches sprake n mij erg aan. Lekker snel en verfrissend.’ Op welke manier besteedt uw school aandacht aan mediawijsheid? ‘Specifiek wordt het vak Mediawijsheid één uur per week gegeven in de brugklas. In schooljaar 2012-2013 heeft het vak informatiekunde een andere invulling en een naamsverandering gekregen en is het mediawijsheid gaan heten. Hier is vanuit de iCOACH-opleiding van Hogeschool InHolland een projectplan voor geschreven. Informatica is op het Coornhert Lyceum een examenvak en wordt aangeboden vanaf 4-HAVO/VWO.’ Hoe ziet u de samenhang tussen mediawijsheid en cultuureducatie? ‘Op dit moment doen wij in de lessen nog niet zo veel met film. Daar liggen nog veel kansen en mogelijkheden. Hier zal zeker een combinatie gemaakt gaan worden tussen mediawijsheid en cultuureducatie. Mediawijzer.net heeft in dit kader een mooie samenstelling met sterke partners.’ Is er op uw school overleg en discussie over de invoering van mediawijsheid? ‘Ja, we zien dat het een vak in ontwikkeling en in opkomst is. Er wordt zelfs gedacht aan een uitbreiding richting de tweede klassen om het vak nog meer in te bedden. Bovendien wordt het door de leerlingen en ouders goed ontvangen en ziet eenieder het belang van de informatievoorziening omtrent sociale media - denk aan Mijn Kind Online.’ Sommige docenten stellen dat leerlingen zo handig zijn met allerlei media, veel handiger dan zij zelf, dat zij als docent niets kunnen bijdragen aan hun vorming op het gebied van mediawijsheid. Mee eens of oneens? ‘Oneens. Leerlingen weten en kunnen een heleboel, maar kunnen en weten ook een heleboel nog niet. Binnen de lessen mediawijsheid werk je als team en leer je van elkaar. De docent behoudt hierbij het overzicht en biedt de instrumenten.’ Er zijn veel lessen, voorbeelden en applicaties voor mediawijsheid te vinden. Hoe maakt u uw keuze in dat woud van mogelijkheden? ‘Het is inderdaad een woud aan mogelijkheden en aanbieders. Juist daarom is oriënteren zo belangrijk. Mooie instrumenten zijn de uitgave van Educos, organisaties als Kennisnet, Wikiwijs, Mijn Kind Online, tips van collega’s en leerlingen en natuurlijk de Mediawijsheidmarkt. De keuze wordt gemaakt in de sfeer van de school, de leerlingen, de docenten en de omgeving van de school. Communicatie en overleg in deze zijn essentieel!’
‘Binnen de lessen Mediawijsheid werk je als team en leer je van elkaar’ 35
thema: mediawijsheid
advertentie
Suzanne Hijstek, docent Kunst Algemeen en CKV (VO)
U bent uiteindelijk niet geweest, maar waarom was u wel van plan om naar de Mediawijsheidmarkt te gaan? ‘Omdat ik ambities heb om als freelance workshopdocent en educatief ontwikkelaar projecten en lesmateriaal te ontwikkelen waarin kunst en mediawijsheid gecombineerd worden. Op de Mediawijsheidmarkt hoopte ik een beeld te krijgen van de huidige stand van zaken, verwachtingen en materialen.’ Hoe ziet u de samenhang tussen mediawijsheid en cultuureducatie? ‘Ik zie een samenhang tussen mediawijsheid en cultuureducatie op het gebied van overeenkomsten in vereiste vaardigheden. Leerlingen moeten in beide gevallen leren reflecteren op het eigen handelen - in media en in onze cultuur - en op creativiteit, techniek en interpretatie van media, kunst en cultuur. Ik denk dat deze twee elkaar kunnen aanvullen in een lessituatie. De combinatie van mediawijsheid en cultuuronderwijs is echter niet de standaard. De docent moet zelf in staat zijn om te beslissen of deze combinatie een toegevoegde waarde heeft voor de les in kwestie. De vier aspecten techniek, creativiteit, analyse en reflectie als basis voor mediawijsheid en cultuureducatie heb ik uit het boek Handboek Mediawijsheid van Justine Pardoen.’ Sommige docenten stellen dat leerlingen zo handig zijn met allerlei media, veel handiger dan zijzelf, dat zij als docent niets kunnen bijdragen aan hun vorming op het gebeid van mediawijsheid. Mee eens of oneens? ‘Oneens. Jongeren zijn gewend om door trial and error zelf hun weg te vinden op de computer en het internet. Ze zijn daar snel en handig in, maar ook ongeduldig. Bovendien zijn jongeren wel handiger met het hanteren van allerlei media, maar dat maakt ze niet per definitie mediawijs. Als ze niet geleerd wordt hoe ze moeten zoeken op Google, dan zullen ze dat ook niet leren. En het aannemen van het juiste gedrag op sociale media valt net zo goed onder opvoeden als gewenst gedrag in een real life situatie. Dus jongeren lijken handiger met allerlei media, maar ze missen nog vele vaardigheden en kennis om deze media effectief en gewenst toe te passen.’ Er zijn veel lessen, voorbeelden en applicaties voor mediawijsheid te vinden. Hoe maakt u uw keuze in dat woud van mogelijkheden? ‘Als ik een lessenserie ga maken, weet ik meestal wel wat het onderwerp moet worden. Dan bepaal ik welke leeftijdgroep ik heb, wat hun belevingswereld is en waar hun voorkennis uit bestaat. Daarna ga ik rondkijken op internet en brainstormen voor lesideeën. Als ik dan een aantal ideeën heb, kijk ik welke binnen de mogelijkheden passen en ga ik deze uitwerken. Meestal probeer ik er ook actuele onderwerpen aan te koppelen in de vorm van voorbeelden of discussies.’
U hield een pitch op de Mediawijsheidmarkt, waarom? ‘Ik heb dit jaar een subsidie gekregen van Mediawijzer.net. Daarom wilde ik graag middels een pitch laten weten wat voor project we daarvan gerealiseerd hebben. Mijn pitch ging over ons project In Eigen Beheer. Daarbij maken brugklassers met allerlei online tools lesmateriaal voor andere brugklassers.’ (Zie www. ineigenbeheer.weebly.com) In januari heb ik ook gepitcht tijdens de Projectendag over een ander project waarvoor ik subsidie heb gekregen.
Over Janneke Louwerse: www.stanislink.wordpress.com/ over-mij-2
‘De gelegenheid om vragen te stellen zou zowel voor het publiek als de pitcher leuker zijn’ advertentie
klaar voor de
K
Al 45 jaar bieden wij deskundig reisadvies en zorgen wij voor een vakbekwame uitvoering van uw schoolreis naar vele Europese bestemmingen. Voor een compleet verzorgde reis tot het alleen verzorgen van uw accommodatie of vervoer: bij ons bent u aan het juiste adres. Een reis per touringcar, vliegtuig of trein en verblijf in een hostel, hotel of gastgezin: u kunt met ons alle kanten op. Én als reisspecialist voor het onderwijs zijn wij u natuurlijk graag behulpzaam bij het invullen en voorbereiden van uw educatieve reisprogramma. Kortom, voor een reis op maat, toegesneden op uw wensen en budget is Europa Speciaal Reizen ook uw onderwijsreispartner! Bel of mail ons voor onze gratis reisgids of een vrijblijvende offerte!
over bekers en medailles, en de keerzijde van de medaille. Verhalen over winnen en verliezen, angst en durf en wat je er allemaal voor moet doen kinderboekenweek 2013. Het lesboek Klaar voor de start! als je kampioen wilt worden. en de bijbehorende cd staan vol inspirerende ideeën en liedjes u kunt het lesboek met cd over sport en spel. Verhalen voor €39 bestellen op: Speciaal voor groep 1 t/m 8 hebben Kunstgebouw en Kunst Centraal kunsteducatieve lesideeën ontwikkeld bij de
www.kunstgebouw.nl/kinderboekenweek
36
DÉ REISSPECIALIST VOOR HET ONDERWIJS
Is het u goed bevallen om de pitch te houden in de context van de Mediawijsheidmarkt? ‘Om eerlijk te zijn heb ik van de context niet zo vreselijk veel meegekregen. Ik heb de hele ochtend naar andere pitchers geluisterd. Daardoor zijn de andere programma-onderdelen, behalve de opening, enigszins langs me heen gegaan. Ik vind pitchen in het algemeen wel leuk, maar ik vond de opzet van de Projectendag in januari dit jaar beter. Toen kreeg het publiek na elke pitch heel kort de gelegenheid vragen te stellen. Dat is zowel voor het publiek als de pitcher leuker, want interactiever. Daardoor komt het onderwerp meer tot leven. Nu was het een beetje afstrepen. Deze keer zaten er naar mijn mening ook wat te veel onversneden commerciële pitches tussen, en pitchers die uitsluitend kwamen om zichzelf of hun product te promoten en niet naar andere pitchers luisterden. Dat maakte het allemaal wel wat zakelijk.’
K
‘Mediawijsheid en cultuureducatie hebben overeenkomsten op het gebied van vereiste vaardigheden’
Janneke Louwerse, docent Nederlands en coördinator onderwijs en ICT op het Stanislascollege Westplantsoen in Delft (VO)
rijs 3-daagse Pa lijn er B se 4-daag nden Lo se ag da 4celona 5-daagse Bar alusië nd A se 4-daag ence 5-daagse Flor e om R 6-daagse on ab ss Li se 4-daag
€ 99,50 pp € 95,10 pp 2,75 pp vanaf € 12 7,75 pp vanaf € 18 9,00 pp 28 € vanaf 2,75 pp vanaf € 18 9,00 pp vanaf € 21 5,00 pp 24 € naf
vanaf vanaf
va E: NDE OFFERT VE IJ IJBL VOOR EEN VR izen.nl re al ia ec sp pa offerte@euro 0 0412 – 481.00
EUROPA SPECIAAL REIZEN – POSTBUS 4 – 5397 ZG LITH – TEL 0412 481.000 – FAX 0412 481.700
[email protected] - www.europaspeciaalreizen.nl
op avontuur met vocaallab
op avontuur met vocaallab
MonteverdISH. Foto: Ben van Duin
MonteverdISH. Foto: Ben van Duin
Op avontuur met
vocaallab
Dromen van een nieuwe wereld en beginnen bij jezelf. Het Nederlandse zangcollectief VOCAALLAB daagt schoolgaande jeugd uit hun creatieve grenzen te verkennen in verbluffend actuele muziektheaterproducties. VO // AUTEUR: MARK VAN DE VOORT
vertelt Romain Bischoff, artistiek leider van VOCAALLAB. Eén voorval herinnert hij zich nog goed. ‘Onvergetelijk was het moment dat een meisje het project oppikte om voor het eerst over haar epilepsie te vertellen. Dat deed ze door een gedicht voor te dragen, terwijl leerlingen er muziek bij speelden. Voor haar was dat Change Your World. Door de kunst durven leerlingen ineens over een grens te gaan.’ Grenzen verkennen
Change Your World
Eind 2011 werd Nederland overspoeld door de wereldwijde Occupy-beweging. Economische ongelijkheid en de doorgedraaide graaicultuur van de financiële sector stonden plotsklaps op de publieke agenda. Met als absolute blikvanger de bezetting van het Amsterdamse Beursplein. In dit vreedzame protesttumult werkte het Nederlandse zanggezelschap VOCAALLAB en het YO! Opera Festival aan de unieke jongerenvoorstelling Change Your World. Schooljongeren van het Oosterlicht College in Nieuwegein werkten vol enthousiasme aan hun gedroomde maatschappij. ‘Wat missen we in onze maatschappij? Hoe denk je over onze huidige wereld en wat moet er veranderen? Het waren vragen die ook die jongeren destijds bezighielden,’
38
Sinds 2002 maakt het in Zaandam gevestigde VOCAALLAB vernieuwende, vocale producties waarbij de grenzen tussen klassiek, hedendaags en popcultuur ruimhartig verkend worden. Hierbij wordt geput uit een grote internationale poule van topvocalisten die over hun grenzen - zowel theatraal als stemtechnisch - durven te gaan. Educatieve, met schooljongeren opgezette producties spelen vanaf de oprichting een essentiële rol. VOCAALLAB heeft intensief samengewerkt met het Yo! Opera Festival dat van 2001 tot 2011 het muziektheater voor jongeren een enorme impuls gaf. ‘Via gerichte workshops werd de interesse voor kunst bij schooljongeren aangewakkerd. Belangrijk was dat de jongeren
heel sterk het gevoel moesten krijgen dat ze zelf creatief beslissingen mochten nemen. Al spelenderwijs werden ze op weg geholpen naar een complete theaterproductie. ‘Zelf iets creëren was het devies,’ weet Bischoff nog. ‘Jongeren werden ook geselecteerd op wat ze creatief konden bijdragen aan de muziektheaterproductie. Niet alleen qua stem, maar ook of ze goed konden dansen of acteren. De innerlijke drive tot scheppen moest getriggerd worden.’ Tot in de puntjes
Bischoff ziet de jongeren transformeren tijdens de workshops op weg naar de eindvoorstelling. VOCAALLAB pakt haar jongerenvoorstellingen heel serieus op. ‘De laatste vier dagen voelen ze pas hoe het is om op een echt theaterpodium te staan. Het niveau gaat dan ongelofelijk omhoog. Zo’n voorstelling moet dan niet binnen de veilige omgeving van een school plaatsvinden. Ze moeten letterlijk voelen hoe het is om in de huid van een professional te kruipen. De stress tijdens zo’n creatief proces hoort daar natuurlijk bij. Zo weten leerlingen tot op het laatst niet of een door hen ontwikkelde scène of solo nu wel of niet meegaat.’ ‘Leerlingen moeten boven de materie uitgroeien,’ benadrukt
Bischoff. ‘Ze moeten hun onderdeel tot in de puntjes beheersen, zodat het bij de première helemaal klopt en vlot verloopt. Anders zou het alleen maar een rotervaring opleveren.’ Voorstellingen als Change Your World en Blow Your Mind! werden gerealiseerd met de jongeren van het Oosterlicht College in Nieuwegein. Edien Lammers was daar destijds cultuurcoördinator. Ze kijkt met veel plezier terug op de reeks voorstellingen: ‘Het Oosterlicht College koos bewust niet voor het standaard musicalaanbod, maar voor het hedendaagse muziektheater. Drama was ook een examenvak. Improviseren was daarbij essentieel. De experimentele voorstellingen met het VOCAALLAB pasten perfect in de beleidslijn.’ Voor de leerlingen was het hele maakproces flink wennen, merkte Lammers. ‘Er wordt heel wat van ze geëist. In het begin vielen er ook leerlingen af. Voor hen was het theatraal improviseren een stap te ver. ‘Waar gaat dit allemaal naartoe?’ hoorde je dan. Anderen hielden vol doordat ik hen het vertrouwen terug kon geven in het hele maakproces.’ Een pittige creatieve route werd er uitgestippeld. ‘Bij de slotmontage van de theaterproductie kon er wel eens een bijdrage afvallen, en dat was soms schrikken,’ merkte Lammers. ‘Maar je merkte absoluut resultaat bij de leerlingen die hun grenzen gezamenlijk leren aftasten. Leerlingen deelden hun positieve ervaringen met klasgenoten en ze werden ook ingezet om deelnemers voor de nieuwe projecten te werven.’ Het gevoel om daadwerkelijk professioneel met kunst bezig te zijn had
september 2013
Yo! Fest 2011. Foto: Jelmer de Haas
een positieve uitwerking op de schooljongeren. ‘Ze gingen er allemaal voor en er hing een goede vibe. De laatste voorstelling van Change Your World vond bijvoorbeeld in een echt Utrechts theater plaats en dat zorgde voor extra energie en inspiratie. Change Your World was sowieso bijzonder omdat het de leerlingen liet zien hoe actueel kunst kon zijn. Een spiegel van de maatschappij waar jij als jongere je creatieve licht op kon laten schijnen.’ Kostbaar
Het Yo! Opera Festival is inmiddels niet meer. Het culturele klimaat in Nederland is drastisch veranderd en creatieve, educatieve projecten voor de schooljeugd staan niet meer zo hoog op de politieke agenda dan tien jaar geleden. Ook VOCAALLAB heeft na Change Your World geen grote educatieve schoolprojecten kunnen opzetten. ‘De projecten met het Yo! Opera Festival waren heel intensief, maar ook heel kostbaar. Nu is het opzetten en organiseren van dergelijke schoolprojecten gewoonweg veel en veel lastiger geworden,’ merkt Bischoff. Edien Lammers heeft dezelfde ervaringen. ‘Vooral op culturele projecten binnen het voortgezet onderwijs wordt nu flink bezuinigd. Terwijl kunst voor jongeren in die cruciale leeftijd zo van belang kan zijn. Muziek en poëzie spelen een grote rol. Jongeren binnen het voortgezet onderwijs zijn op zoek naar hun eigen identiteit en kunst is dan een geweldig effectief middel.’ VOCAALLAB weet de harten van de jongeren gelukkig nog steeds te bereiken met hun jaarlijkse barrières slechtende muziektheatervoorstellingen. Niet ge-
maakt door maar wel voor jongeren, zoals de hiphop-opera MonteverdISH die in oktober en november weer in heel het land wordt opgevoerd. ‘Voorstellingen die zo’n zestig procent jongeren trekken’, rekent Bischoff voor. ‘Een productie in samenwerking met gezelschap ISH waarin we de oude muziek van Monteverdi combineren met een dj, hiphopmuziek en breakdancers. Het geeft een enorme kick in de zaal, met name bij de jongeren. Die directheid van hiphop slaat aan, maar we krijgen ze ook mee met de intieme poëzie van de oude muziekwereld.’ Begin volgend jaar staat een vervolg op het programma: DJ Moz’ART. Een muziektheatrale kruisbestuiving met break-, ballet- en popping-dansers, klassieke, popen jazzmusici en met een dj die als een moderne Mozart de voorstelling muzikaal bezielt. Bischoff: ‘Een voorstelling waarin we op zoek gaan naar de nazaten van de geniale, grove en speelse Mozart. Jongeren weten hier wel raad mee.’ v
nieuwsgierig geworden?
www.vocaallab.com
39
de theatrale boodschap
de theatrale boodschap
Foto: Arno Bosma
Jibberish. Foto: Barbara van Ittersum
de
theatrale
boodschap Aan de hand van dans- en theatervoorstellingen en festivals kun je boodschappen ontdekken die schijnbaar achteloos je perceptievermogen beïnvloeden. Hier worden een aantal recente voorstellingen onder de loep genomen met daarbij de wijze waarop men de maatschappelijke inhoud mixt met de creatieve uitingen en de wijze van beïnvloeding van de toeschouwer. AUTEUR: PAUL ROOYACKERS Henry van Loon
Er is al veel geschreven over het feit dat crossover voorstellingen in de nabije toekomst veel zullen voorkomen. Film is al langer een onderdeel van bijvoorbeeld dansvoorstellingen en theaterstukken. Video, telefoon, Whatsapp, Twitter, mobieltje, het is allemaal zichtbaar op het podium. Maar het is niet alleen visueel aanwezig; er wordt gecommuniceerd met dergelijke middelen en deze apparaten stuwen de communicatie in de scène vooruit. Projecties hoeven echter niet alleen daadwerkelijk aanwezig te zijn. Ook de acteur cq. actrice kan het medium zijn! In de voorstelling Electropis! - in een van de mogelijke vertalingen betekent dit woord nachtvlinder - van Henry van Loon wordt de generatie Y wordt onder de loep genomen met een zapsnelheid waarbij je voorzichtig moet omspringen met je lach, omdat je anders de draad alweer kwijt bent. Van Loon
40
zapt op razendknappe wijze door zijn leven dat beheerst wordt door mediale technieken. Is er verschil met eerdere cabaretiers als Lebbis en Jansen en Freek de Jonge? Ja, de taal is nieuw. Van Loon maakt zijn zinnen niet per se af, hij knalt door de taal heen en dwingt de kijker mee te reizen in zijn waanzin die hij ervaart in deze hectische wereld. Van Loon is een medium tussen theater en consument. Hij dwingt zijn publiek te luisteren, praat alsof hij twittert.
als Oeloek. Ze werken volgens het concept dat Freek de Jonge ook hanteert bij zijn voorstellingen: aandacht uitstrooien met een mediageniek onderwerp betekent voor hen uitgaan van verwondering creëren. De Jonge: ‘Verwondering is een geschenk of een gave, het gaat continu door met creativiteit. De wereld veranderen zit er niet in, maar verwondering oproepen wel.’ De Jonge meldt dat alle grote thema’s wel besproken zijn, maar iedere vorm kan een thema toch weer op de agenda plaatsen. Oeloek doet dat verfrissend. Ze maken de scènes niet af, stoppen ergens middenin, en schakelen over naar het volgende onderwerp. Zapsnelheid dus, iets wat jongeren continu doen met hun smartphones. Paradefestival
Jaarlijks komt het theater de stadsschouwburgen en de werkplaatsen uit en neemt dan plaats in tenten, op openluchtfestivals als De Parade, Boulevard of Broken Dreams of Oerol. Media geven tegenwoordig veel aandacht aan dat soort buitenoptredens en theatergroepen zijn er erg op gebrand om aandacht te genereren via zo’n festival. De tv schenkt er soms aandacht aan en wie in the picture komt via een tv-programma, is in het volgende seizoen verzekerd van extra inkomsten. Visueel aandacht pakken is op een festival erg belangrijk. Op een festival als De Parade zijn de theatermakers zelf een lopend marketingbureau cq. reclamebureau. De media die tot hun beschikking staan, zijn de voorbeschouwingen in de kranten of tijdschriften, maar ook de blogs op Facebook en Twitter zijn graadmeters voor het publiek om hen te liken. Emoticons - de Facebook-symbolen worden tegenwoordig zelfs vaak letterlijk uitgebeeld in voorstellingen. Naast de bekende media moet een theater/dansgroep aandacht vangen door een openluchtoptreden te geven van een minuut, al wandelend door de mensenmenigte.
Oeloek
Op vergelijkbare wijze is de theatergroep Oeloek bezig met hun nieuwe voorstelling Prille Roest. Hun magistrale openingsscène - een vrouw belt over de man die ze besteld heeft via een advertentie - demonstreert hoe dagelijkse informatie en maatschappelijke problemen hun uitwerking krijgen bij een cabaretgroep
Jibberish
Dat theater zich leent voor beïnvloeding met behulp van mediamiddelen, is denkbaar en zichtbaar de laatste jaren. Video en film hebben al vele jaren geleden hun entree gemaakt, zelfs ook in dans. Hans van Manen deed het in de jaren zeventig al met
september 2013
zijn ballet Live, waarbij zijn cameraman samen met de danseres vanuit theater Carré de Amstel opging om haar aldaar te filmen. De danseres liep dansend het theater uit en het publiek in de zaal kon haar live volgen in de zaal. De dansgroep ISH experimenteert ook al jaren met media in hun voorstellingen, maar een van hun laatste voorstellingen bracht het wel erg letterlijk naar het publiek toe. In Jibberish speelt de voorstelling zich af in een internetcafé. Dat is iets wat we in Nederland steeds minder zien vanwege de smartphone-voorzieningen die iedereen tegenwoordig kent, maar in het buitenland komt het nog steeds voor. ISH treedt veel op voor jongeren. Hun dansers en spelers zijn jong en goed op de hoogte van wat speelt bij de doelgroep. Liefde via internet wordt zowel gedanst als geacteerd. De tekst wordt voorzien van een dansante vertaling, zodat je beelden krijgt bij wat je hoort aan teksten. Alsof je een eigen filmpje kunt afdraaien bij de sfeer die iemand bij je oproept. Mediaal dansen en spelen, crossovers maken met mediale middelen kan ISH als de beste! Zelfs het geluid van de ramenwisser wordt door de rapper gedubd, terwijl de danser de beweging maakt. Striptaal, danstaal en speltekst vloeien ineen in deze manier van werken van artistiek directeur Marco Gerris. Het leidende thema dat iedere puber aan den lijve ondervindt, is: Wie is wie op internet, met wie maak je contact? Met wie zit je te facebooken, is die persoon echt? Dat kun je in een workshop met een maatschappelijk werker of een docent maatschappijleer ervaren, maar deze speelse vorm komt veel sneller over dan de beste docent dat kan doorgeven. v
Nieuwsgierig geworden?
- Henry van Loon/Electropis: www.hekwerk.nl > HENRI VAN LOON - Oeloek/Prille Roest: www.engelenburgtheater.nl > 2012/2013 > Oeloek - De Parade: www.deparade.nl - Jibberish: www.thisisish.com
41
kunsteducatie film is overal noord
kunst educatie film is overal noord
Dit is heteerste artikel in de serie kunsteducatie
Foto’s: Warna Westerhuis. Tegen de klok in : Schaduwspel Lentemoord , Ritme-oefening onder leiding van Marinus Verkuil, Sacre-presentatie leerlingen.
Kunsteductatie Noord Interdisciplinair project Le Sacre du Printemps 29 mei 2013 om acht uur ’s morgens. De regen is weggetrokken, voorzichtig kruipt de zon tevoorschijn. De Grote Markt in Groningen staat vol leerlingen van basisscholen, VMBO, HAVO en VWO afgewisseld met vroege vogels, fietsers op weg naar hun werk, gepensioneerden en andere stadjers. Dan zet de fagottist van het Noord Nederlands Orkest (NNO) Le Sacre du Printemps in, de indrukwekkende en precies honderd jaar oude compositie van Igor Stravinsky. Rivaliserende stammen en het zich dood dansende jonge meisje zijn duidelijk te onderscheiden in de muziek, zeker voor wie goed is voorbereid. Dat zijn in ieder geval de leerlingen van een aantal scholen in het noorden, want… PO/VO // AUTEUR: EMMY OKKERSE
Lespakketten voor PO en VO
Op verzoek van het NNO ontwerpt begin februari een veertigtal derdejaars studenten van de docentopleidingen Muziek (Prins Claus Conservatorium), Beeldende Kunst & Vormgeving (Academie Minerva) en Dans (Dansacademie Lucia Marthas) van de Hanzehogeschool Groningen een zevental interdisciplinaire kunsteducatieve lespakketten over Le Sacre du Printemps. De studenten laten zich inspireren door de indringende, ritmisch steeds wisselende, woeste en soms ook lyrische compositie, de destijds controversiële choreografie, de primitieve vormgeving en het verhaal. Ook de cultureel historische context, het tumult bij de première in Parijs op 29 mei
42
1913 waarmee de Sacre het einde inluidde van de romantische periode in muziek en dans, biedt een perspectief. Bovendien geven acht gedichten van Joost Oomen (stadsdichter), Pauline Sparreboom en Renée Luth met hedendaagse interpretaties van diezelfde Sacre een derde bron van inspiratie. Materiaal genoeg dus voor heel verschillende invalshoeken. Toch zijn de te ontwerpen stappen in het beoogde leerproces voor ieder lespakket dezelfde. Zij doen zowel een appel op een geïntegreerde aanpak van kunstdiscipline-eigen kennis en vaardigheden als op cultureel zelfbewustzijn en 21st century skills. Iedere lessenserie begint met een ken-
nismaking met de Sacre in zijn oorspronkelijke uitvoering. In een viertal blokuren werken leerlingen toe naar een eigen verwerking van parameters van de Sacre in een eindproduct, een miniperformance. Hoewel alle lespakketten aan alle genoemde kunstdisciplines aandacht besteden, zie je dat, met het voortschrijden van de lessen, één of twee disciplines dominant worden. Lessenseries die meer gericht zijn op: - het muzikale aspect monden uit in een ritmisch spel of de uitvoering van een zelf ontworpen grafische partituur; - het beeldende aspect monden uit in een schaduwspel of het maken van maskers; - de dans monden uit in een eigentijdse
kunstzone.nl
ritmische dans, zoals een hiphopdans, streetdance of tapdance; - het verhaal monden uit in een poppenspel; - de historische betekenis van de Sacre gaan in op timeshifts in de beeldende kunst, in allerlei genres muziek en in je eigen leven. Voor één lessenserie tenslotte kiezen de studenten voor het werken met en vanuit de gedichten. Schoolklassen die op basis daarvan aan het werk gaan, maken een schaduwspel of een eigen verklanking aan de hand van een zelfontworpen grafische partituur. Zo kan iedere docent een voor zichzelf en zijn leerlingen geschikt lespakket uitzoeken, of hij nu CKV-docent is of docent in een van de kunstdisciplines of Nederlands. Hij kan zelfs grasduinen in verschillende lespakketten en er een op maat gesneden compilatie van maken. Twintig scholen tekenen in. Educatieve presentatiedag
Op 28 mei vindt in muziekcentrum De Oosterpoort in Groningen voor de leerlingen een bijzondere afronding van het Sacre-project plaats. Het programma start met het bijwonen van een Sacre-repetitie van het Noord Nederlands Orkest. ‘Tjé, wat indrukwekkend was dat!’, aldus een HAVO-leerling. ‘Wat een angstaanjagende muziek!’, zeggen twee leerlingen van het VMBO met een brok in hun keel. ‘Wat werken die musici hard, hoe ze op hun violen strijken of tellen bij het slagwerk, zó ge-
september 2013
concentreerd. Wij hebben ook hard aan die ritmes gewerkt, maar zelfs voor hen is dat niet gemakkelijk!’ ‘Nou, ik kreeg er rillingen van over mijn rug.’ En ‘Wouw, dit is toch heel anders dan de Sacre zien en horen op YouTube.’ Nog danig onder de indruk bezoeken ze vervolgens de miniperformances van een drietal groepen studenten, geïnspireerd op de Sacre en de gedichten. Het lenteoffer (Offer van Renée Luth) met dansende krijgers rond een vuurpot is voor iedereen herkenbaar. Het gedicht krijgt er reliëf door. De film met een zwarte en witte danseres op de klanken van Mozart’s Requiem, getoond in gedempt licht en vanuit verschillende perspectieven, vraagt een indringende nabespreking om zo leerlingen te laten ontdekken wat de betekenis voor de studenten, maar ook voor henzelf kan zijn (Lentemoord van Pauline Sparreboom). Ze herkennen goed en kwaad, de verschillende perspectieven daarop en de verschillende gemoedstoestanden die je bij de dood kunt ervaren. ‘In de Sacre hoor ik vooral boosheid en ook wel opgetogenheid, maar bij Mozart vooral verdriet,’ aldus een VWO’er. Het schaduwspel (Matinee van Joost Oomen) biedt een creatieve interpretatie met poëzie, dans en objecten. ‘Cool, zo met touwtjes en tot proppen knisperend papier, zo simpel én zo duidelijk.’ De meeste leerlingen zijn verbaasd over de verschillende manieren waarop je de Sacre en de gedichten kunt verwerken. ‘Hun fantasie wordt geprikkeld’, merkt een docent op.
Daarna is het de beurt aan de leerlingen. Enkele VMBO-klassen tonen een mooi bewegingsspel met wisselende ritmes en abrupte overgangen, dicht bij verhaal en muziek, heel creatief. Ze vragen commentaar, worden geprezen en krijgen adviezen van de studenten. Met een uiterst geconcentreerd uitgevoerde en complexe ritmeoefening onder de enthousiaste leiding van Marinus Verkuil ronden we de dag af. Inspirerend voor docenten, leerlingen én studenten. Morgen de Sacre op de Grote Markt! We zijn benieuwd naar de reflecties van de leerlingen. v Emmy Okkerse was projectleider Sacreeducatief.
informatie
In een reeks artikelen willen het Prins Claus Conservatorium en Academie Minerva van Hanzehogeschool Groningen en de Afdeling Kunst & Educatie van NHL Hogeschool in Leeuwarden laten zien dat ze al ruim tien jaar gezamenlijk kunst- en cultuuronderwijs in interdisciplinaire (CKV-)projecten ontwikkelen voor uiteenlopende doelgroepen. We starten met een artikel over een interdisciplinair project voor het primair en voortgezet onderwijs.
43
hoe overleef je de toekomst?
hoe overleef je de toekomst?
Waar leidt dit toe? Welke beroepen bestaan straks nog en welke nieuwe komen ervoor in de plaats? We hebben geen idee. De toekomst bestaat niet, we kunnen hooguit speculeren. Wat we wel weten, is dat we onze kinderen moeten voorbereiden op een (virtuele) wereld die sneller dan ooit verandert, waarin nieuwe ontwikkelingen ons gedrag ingrijpend zullen beïnvloeden en waarin kennis snel veroudert. Onderwijs
Deze wereldwijde digitale revolutie heeft grote gevolgen voor ons onderwijs. Dat is de afgelopen honderd jaar namelijk niet wezenlijk veranderd. De schoolrapporten van mijn grootvader, mijn vader, mijzelf en mijn zoon laten dezelfde vakken zien, in dezelfde rangorde. Een school is nog steeds een gebouw met lokalen. Daarin staan meubilair, een schoolbord en iemand die lesgeeft. De leerlingen zijn gerangschikt naar leeftijd in groepen van 25. De methodes staan in boeken. De leerstof staat in boeken. Alle leerlingen beginnen en eindigen op hetzelfde moment. De school toetst voornamelijk afvraagbare kennis. Maar deze school (old school) is allang niet meer de enige plaats waar we onze kennis opdoen. Nooit eerder in de geschiedenis was informatie op zo’n grote schaal en zo eenvoudig voorhanden als nu. We hebben het hele wereldwijde web tot onze beschikking en honderdduizend apps en games helpen ons om het te ontsluiten. Als ik Engels wil leren of saxofoon spelen, heb ik aan een laptop genoeg. Universiteiten bieden complete studies online aan, inclusief examen en certificaat. 50.000 studenten volgen tegelijkertijd hetzelfde college. De vraag dringt zich op of een school binnenkort überhaupt nog een gebouw nodig heeft. Links: Heeft schoonheid haar gezicht verbrand? Rechts: Icoon van literaire verbeeldingskracht: Alice in Wonderland van Lewis Carroll.
HOe overleef je
‘Verbeeldingskracht is het vermogen om ons een beeld van de toekomst te vormen.’
de toekomst?
Hoe het leven in de toekomst zal zijn, is nog een verrassing. Duidelijk is wel dat onze huidige wereld voortdurend en sneller dan ooit verandert. Er is genoeg aanleiding om komende generaties hierop voor te bereiden en het onderwijs aan te passen. Creativiteit is hierin cruciaal. In relatie tot het onderwijs zijn daarom drie vermogens van belang: verbeeldingskracht, scheppingskracht en zeggingskracht. AUTEUR: LODEWIJK OUWENS
K
ortgeleden kwamen vrienden met hun tweejarige dochtertje op bezoek. Het meisje keek even nieuwsgierig rond in mijn woonkamer, liep toen resoluut naar mijn tv-scherm en begon er met haar vingertje op te duwen. ‘Ja,’ zei haar moeder, ‘ze denkt dat het een touchscreen is, dat kent ze van haar iPad.’ Later zag ik wat ze bedoelde. Geconcentreerd bouwde het meisje kleurige muurtjes met digitale Lego-steentjes. Aantikken, verschuiven, stapelen: het kostte haar geen enkele moeite. Zij is, wat we tegenwoordig een digital native noemen. Ze hanteert haar elektronische speeltjes net zo onbevangen en vanzelfsprekend als haar houten blokkendoos. En dat is maar goed ook, want in de toekomst zal haar (leer) omgeving voor het leeuwendeel bepaald worden door games en apps. Geen flauw idee
Deze tweejarige zal - als we het Centraal Planbureau mogen geloven - pas op haar 71ste met pensioen gaan, als dat nog bestaat. Dat betekent een professionele periode van tenmin-
44
ste vijftig jaar. Kunnen we ons daar een beeld van vormen? Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we geen flauw idee hebben hoe de wereld er over twintig jaar uit zal zien. Twintig jaar geleden bestond het internet nog nauwelijks, laat staan alle toepassingen die daarna in razend tempo zijn ontwikkeld en die we nu dagelijks gebruiken. Er is alle reden om aan te nemen dat dat tempo alleen nog maar zal versnellen. Bovendien is er sprake van creatieve destructie. Dat wil zeggen dat nieuwe vindingen de vorige direct verdringen. De gloeilamp verving het gaslicht. De centrale verwarming de kolenkachel. Niemand maakt meer analoge foto’s op een rolletje van 36 opnamen. Alle tv’s zijn plat, alle telefoons mobiel. De TomTom vervangt het 100.000 stratenboek, Hyves is verleden tijd, net als MSM’en. Free Record Shop is failliet, vervangen door Spotify of Bol.com. Reizen boeken we online. We maken een pistool met een 3D-printer. Drones vervangen soldaten, de volgende oorlog is een cyberwar.
kunstzone.nl
In de geschiedenis van de mensheid is dit overigens niets nieuws. In de strijd om het bestaan hebben we ons voortdurend moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden: the survival of the fittest. Creativiteit is overlevingskunst die onze vroegste voorouders al in staat stelde om zich te handhaven in de meest bedreigende situaties. Uitgerust zonder dikke huid, scherpe tanden of klauwen en betrekkelijk traag, was ons brein ons enige wapen. We waren slimmer dan de rest, omdat we in de toekomst konden kijken, plannen maken, kennis delen. Het feit dat we nog bestaan, toont aan dat we daar genetisch op zijn voorbereid. Vermogens
Elk van ons is geboren met een verzameling vermogens waarmee we vraagstukken te lijf gaan, oplossingen bedenken en ideeën delen. En net als alle andere vermogens kunnen we die tijdens ons leven ontwikkelen. Ik licht er drie uit, die in relatie tot onderwijs van belang zijn: verbeeldingskracht, scheppingskracht en zeggingskracht. Verbeeldingskracht is het vermogen om ons een beeld van de toekomst te vormen. Het is werkzaam in de wereld van de ideeën, de plannen, de fantasie, de speculatie, de dromen, het verlangen, de schoonheid, de wereld waar alles nog mogelijk is, de open en onbevangen blik, de ingeving, de intuïtie. Verbeeldingskracht maakt dat we over onszelf en de wereld kunnen nadenken, maar maakt ons ook sterfelijk omdat we weten dat er een eind aan ons leven komt. Dat onderscheidt ons van alle andere levende wezens. Scheppingskracht zorgt ervoor dat we onze ideeën ook vormgeven. Dat vereist kennis van materialen, werktuigen, technieken, methodes, tradities en processen. Het vergt doorzettingsvermogen, zelfdiscipline, fysieke vaardigheden, specialisatie, verfijning en samenwerking. Zeggingskracht maakt dat onze ideeën en producten anderen aanspreken, overtuigen, aanmoedigen. Zeggingskracht spreekt tot het verstand, de emotie, het (collectieve) onbewuste. Hij zorgt ervoor dat we in beweging komen, de ideeën verder dragen, uitbreiden. Het is verwant aan schoonheid, elegantie en oprechtheid.
De kloof
Van verschillende kanten wordt er al gewaarschuwd voor een educational gap, de kloof tussen de wereld van de school en de wereld van de jongeren. Met een SMARTBoard alleen boeien we hen niet meer. Nee, deze revolutie vraagt om niets minder dan een herdefinitie en innovatie van de begrippen school (waar leren we?), curriculum (wat leren we?) en didactiek (hoe leren we?). Op sommige scholen worden deze vragen al hardop gesteld en zijn ontwikkelingen zichtbaar. In Nederland bijvoorbeeld in de beweging van de 21st Century Skills, de CultuurProfielscholen en de Technasia. Het betreft weliswaar geen drastische aanpassingen, laat staan revoluties, maar ze tekenen wel een evolutie naar individuele(re) leerroutes, communities of practice en projectmatig onderwijs. Creativiteit is overlevingskunst
Wat opvalt is de grote betekenis die men in dit onderwijs van de toekomst toekent aan het begrip creativiteit. Wanneer we de toekomst kenschetsen als een per definitie onbekend terrein, waarin voortdurende verandering de enige constante factor is, dan vergt dat van de komende generaties een hoge dosis flexibiliteit, aanpassingsvermogen en creativiteit. Wie ooit verdwaald is, weet hoe op onbekend terrein onze creativiteit tot het uiterste wordt aangesproken.
september 2013
Kunst en wetenschap
In deze drie vermogens vinden kunst en wetenschap elkaar. Ze putten uit dezelfde bronnen: nieuwsgierigheid en leergierigheid. Ze benutten gelijksoortige creatieve processen: waarnemen, vragen stellen, ideeën verzamelen, ordenen in concepten, vormgeven en presenteren. Ze stellen dezelfde vragen aan de wereld, maar ze kleden hun antwoorden verschillend in. Wetenschap zoekt naar constanten en presenteert ze als wetmatigheden. Kunst zoekt naar afwijkingen en presenteert ze als metaforen. Voor de kennis van de wereld zijn beide onmisbaar. Om te kunnen overleven op onbekend terrein is creativiteit cruciaal. Het is daarom de hoogste tijd dat creatief en kritisch denken in het hart van ons onderwijs worden geplaatst. Dat kunst, wetenschap en techniek met elkaar worden verbonden tot een uitdagend, inspirerend domein dat tot de hoofden en de harten van onze kinderen spreekt. v Lodewijk Ouwens is dichter, docent en adviseur creativiteitsontwikkeling. Voor meer info: www.lodewijkouwens.nl.
45
3
1 zelf liedjes schrijven
zelf liedjes schrijven
2
Oefenen voor de presentatie. Foto’s: Arjaan Verheule
1. Project over Rome. 2. Musical Fiddler on the Roof. 3. Open podium.
zelf liedjes schrijven
kun je leren
Een eigen liedje op de radio is voor veel muzikanten een onbereikbare droom. Toch zijn er honderden muzikanten die eigen liedjes schrijven. Het is een manier om je te uiten. Zoals bij zoveel dingen geldt ook hierbij: jong geleerd is oud gedaan. vo // AUTEUR: ARJAAN VERHEULE
Je liedje op de radio
Simpel veelgebruikt schema
Waarom is het toch zo’n onbereikbare droom: je eigen liedje op de radio? De media worden geregeerd door discjockeys, die via pluggers van platenmaatschappijen aan hun playlist komen. Dit betekent dat de enige manier om je eigen muzikale hersenspinsels voor een echt groot publiek hoorbaar te maken er iemand moet zijn die niet alleen jou, maar ook je stem, je liedjes en je muziekstijl ziet zitten. Het moet professioneel opgenomen worden en dat kost geld. Het moet geperst worden op CD’tjes, die door de komst van het internet onverkoopbaar zijn. En dan moet iemand anders het laten horen aan iemand als Giel Beelen, een DJ die je kan maken of breken. Zelfs als je een programma als De Beste Singer-Songwriter van Nederland wint, is dat geen garantie voor succes. Maar het schrijven en componeren van je eigen liedjes is wel degelijk bereikbaar: je kunt het leren.
Elke muziekdocent zoekt naar middelen om kinderen te leren componeren in de les. Een les waarin harmonie (samenklank in akkoorden) wordt gekoppeld aan melodie, en misschien zelfs wel aan het schrijven van een liedtekst. Daarvoor hoeven de kinderen niet heel veel te weten van diepgaande theorie. Eén van mijn stagiaires kwam met het volgende: ze stelde dat veel liedjes een erg vergelijkbaar akkoordenschema hebben. Ze liet de klas een YouTube-filmpje zien waarop een Australisch bandje, The Axes of Awesome, een hele reeks verschillende liedjes met hetzelfde schema liet horen. Daarna werd aan de klas een vrij simpele manier omschreven om dit akkoordenschema zelf te spelen. Het gaat in dit geval om het schema C - G - Am (mineur) - F.
46
Leer een kind waar de C op een piano zit, waar ze de G, de A en de F kunnen vinden en leg vervolgens uit dat ze naast deze
(grond)toon ook nog twee andere witte toetsen moeten indrukken en dat zo een akkoord gevormd wordt. Er kan natuurlijk ook gebruik worden gemaakt van CD’s met daarop het akkoordenschema ingespeeld. We jatten gewoon de tekst
De kinderen moesten vervolgens van alle titels van liedjes die ze uit de hitparade kenden, een tekst samenstellen en hierna proberen de tekst op melodie te zetten. De melodie kan gemaakt worden uit louter witte toetsen op een piano. Maar het is veel handiger om de kinderen gebruik te laten maken van hun eigen muzikale gevoel. Een melodie is al zingend makkelijker te maken dan met dat gedoe op een toetsenbord. Met name het aanreiken van een aantal simpele handvatten als de keuze uit titels van bekende popsongs, en natuurlijk het gemak van een vast akkoordenschema, zorgt ervoor dat zo’n opdracht goede kans van slagen heeft. Ik heb in klassen ook de
mogelijkheid gegeven om in ensembles het liedje te laten begeleiden door kinderen die al een instrument bespelen, zodat bij een klassikale uitvoering het liedje de ondersteuning van een echte band krijgt.
Beyoncé’s, Robbie Williamsen en Lange Fransen. Ze snappen nu iets meer van hoe hun idolen te werk gaan. ‘En dan nemen we het op onze telefoon op, en dan zetten we het op YouTube en dan worden we beroemd en…’
Je kunt gedurende het proces natuurlijk variaties aanbrengen in het akkoordenschema. Zodra je de kinderen laat horen dat in plaats van het laatste F-akkoord het ook mogelijk is om nog een Am te spelen en wat voor effect dat kan hebben, opent zich weer een nieuwe mogelijkheid tot het maken van een refreinmelodie.
Onderschatten
Ik heb geleerd mijn leerlingen niet te onderschatten. Ze zijn zelfs heel goed in staat een liedje te maken, dat blijkt maar weer. Er worden echt leuke liedjes gemaakt en er zit ook nog wel meer in dan alleen het uitvoeren van een opdracht. Ik hoop dat ze mij in hun dankwoord noemen als ze een 3FM Award winnen. v
Party In The U.S.A!
Het lokaal is gevuld met eigen melodieën. Teksten die eerst op zichzelf stonden, worden samengevoegd tot een passend geheel. ‘One way or another we’re gonna party in the U.S.A!’ galmt door de klas. Of: ‘She’s just a girl and she’s on fire!’ De laatste les is natuurlijk een feest. Het bandje speelt de begeleiding, de kinderen zingen hun eigen liedje en kunnen zelfs hun liedje aan de andere leerlingen leren. De klas verlaat luid zingend de klas. Het gevoel zelf iets gecreëerd te hebben, iets wat eigenlijk alleen aan de groten der aarde is voorbehouden, geeft ze een enorme succeservaring. Op dit moment moet ik een aantal kinderen uit 2-VMBO de pauze in jagen, omdat ze willen doorgaan met het zingen van hun eigen liedje. ‘Zullen we het nog één keer voorzingen?’ Hier zitten de nieuwe
september 2013
Arjaan Verheule is docent muziek op de Scholengemeenschap Dalton in Voorburg.
Nieuwsgierig geworden?
Bekijk via www.youtube.com/ watch?v=tDrrjbFikKo het filmpje van de band The Axis of Awesome. Of zoek op YouTube op: The Axis of Awesome - 4 Chords (2011) with Lyrics.
Scholingsdag voor muziekdocenten
De Vereniging Leraren Schoolmuziek (VLS) en de Music+ Academy hebben de handen ineengeslagen en organiseren in het najaar samen een scholingsdag voor muziekdocenten. De focus ligt daarbij nadrukkelijk op de artisticiteit van de docent. Deelnemers werken gezamenlijk aan hun eigen muzikale ontwikkeling. Al doende en - vooral - spelende verdiepen ze zich in onder meer songwriting, (instant) composing en spelen met grooves en ritmische patronen van variabele muziekstijlen. Natuurlijk is er ruimte voor reflectie op de vertaling naar de lespraktijk. Kortom, een dag waar de docent als muzikant centraal staat. Meer informatie over de scholingsdag voor muziekdocenten vind je op www. musicplusacademy.nl > Aanbod > Scholing muziekdocenten. In de volgende Kunstzone verschijnt een verdiepend artikel van de VLS en de Music+ Academy over de rol van artisticiteit in het onderwijs.
Vereniging Leraren Schoolmuziek: www.vls-cmhf.nl. Music+ Academy: www.musicplusacademy.nl.
47
what the art
what the art
Opnamen van deel 3 van What The Art?! met Marcel Wanders. Foto: Tomek Whitfield
blikopeners presenteren
What the Art?! De Blikopeners van het Stedelijk Museum Amsterdam lanceren komend schooljaar What the Art?!, een origineel en eigentijds tv- en onderwijsprogramma over hedendaagse kunst en vormgeving. Hiermee onderzoeken zij het werkproces van kunstenaars en vormgevers uit verschillende disciplines van de Stedelijk-collectie. In zes afleveringen bezoeken de Blikopeners een toonaangevende kunstenaar of vormgever in zijn of haar atelier. vo // AUTEUR: MARLOUS VAN GASTEL
D
e afleveringen worden van 24 augustus t/m 28 september 2013 uitgezonden in het AVRO-programma Kunstuur. Na uitzending zijn de afleveringen te bekijken te bekijken op www.arttube.nl en te downloaden via www.stedelijk.nl, met voor de leerlingen lesmateriaal en videoboodschappen van de kunstenaars.
Blikopeners
Blikopeners zijn jongeren van 15 t/m 19 jaar met een frisse kijk op kunst en een bijbaan bij het Stedelijk. Zij leiden rond, geven advies en hun kritische mening, en organiseren activiteiten en evenementen. Blikopeners hebben diverse achtergronden en volgen verschillende opleidingen. Dit peer education-project is in 2008 naar een Amerikaans voorbeeld door het Stedelijk Museum in Nederland geïntroduceerd. De redactie van What the Art?! werd gevormd door Blikopeners die de serie niet alleen vormgeven, maar ook presenteren en monteren. Alle Blikopeners volgden een mediatraining bij de AVRO. Zij leerden niet alleen presentatietechnieken, maar ook hoe je een kunstenaar interviewt. Ervaren Blikopener Bilal werd gekozen als de vaste presentator. Elke aflevering heeft hij een jongere Blikopener aan zijn zijde. De kunstenaars en vormgevers die zij bezoeken, zijn door Blikopeners geselecteerd uit de collectie van het Stedelijk Museum: - Koos Breukel (fotografie) - Harmen Liemburg (grafische vormgeving)
48
- Marcel Wanders (design) - Roderick Hietbrink (video en performance) - Joep van Lieshout (beeldende kunst) - Studio Moniker (multimedia). In de klas
What the Art?! biedt de mogelijkheid om hedendaagse kunst en vormgeving een rol te laten spelen in beeldende kunstlessen. Kunstenaars bedenken samen met de Blikopeners een opdracht, speciaal voor het voortgezet onderwijs en leggen deze zelf uit. Bij elke aflevering biedt het Stedelijk Museum een gratis (online) lespakket met docentenhandleiding en videoboodschap van de kunstenaar. De pilot van What the Art?! werd positief beoordeeld door docenten van diverse scholen uit het hele land zoals Ilse Grob - docent van het Dendron College te Horst verwoordde: ‘Dit zou super geschikt zijn als standaardmethode voor de bovenbouw.’ PROFESSIONeLE FACEBOOK-PROFIELFOTO
De kunstdisciplines lopen uiteen, maar de belevingswereld van jongeren is altijd het uitgangspunt. Zo begint de aflevering over portretfotograaf Koos Breukel met de vraag: Hoe krijg ik een interessante profielfoto voor Facebook? En wat maakt een portretfoto kwalitatief goed? Blikopeners Bilal en Fenneke kunnen wel leuke foto’s maken, maar een goede foto blijkt toch iets heel anders te zijn. Breukel geeft praktische tips voor een goede
portretfoto. Voor hem is het belangrijk dat mensen zo natuurlijk mogelijk overkomen, als mensen van vlees en bloed. Instagramfilters brengen je verder weg van dit gegeven. Bilal en Fenneke nemen samen met Koos Breukel de proef op de som en maken nieuwe profielfoto’s die ze later op Facebook plaatsen. De opdracht van Koos Breukel luidt: fotografeer twee mensen, één persoon die je goed kent en iemand die je helemaal niet kent. Zeefdrukken
Op het Leidseplein in Amsterdam begint het item over grafisch ontwerper Harmen Liemburg. Dagelijks zien mensen tweeduizend advertenties, afbeeldingen of logo’s. Hoe val je op in deze stroom van afbeeldingen? Liemburg gebruikt deze grafische vormgeving uit het straatbeeld. Verpakkingen uit de dagelijkse supermarkt gebruikt hij als inspiratie voor zijn eigen ontwerpen. Bilal, dit keer op pad met Luna, gaat eerst zelf op onderzoek uit in de supermarkt. Een tas vol inspiratie wordt meegenomen naar de studio van Liemburg. Zijn kleurrijke posters brengen het gesprek op de techniek waar Liemburg zich in specialiseert: zeefdrukken. In de werkplaats doorlopen Bilal en Luna het proces van een zeefdruk. Harmen Liemburg geeft als opdracht om ook inspiratie te halen uit de dagelijkse omgeving, bijvoorbeeld de supermarkt door verpakkingen te verzamelen en die te gebruiken als uitgangspunt voor het ontwerp van een eigen, kleurrijke poster. Grote thema’s
Rotterdam is de thuisbasis van Joep van Lieshout. Blikopeners bekijken het werk Sawmill uit zijn nieuwste serie. Vervolgens gaan ze bij hem langs in zijn bijzondere atelier om hem over zijn laatste serie
september 2013
werken te bevragen. Grote thema’s zoals machtstructuren en het einde van de wereld worden niet uit de weg gegaan, en het blijft niet bij praten. De Blikopeners worden aan het werk gezet. Dit is een kunstenaar die een overall aantrekt en niet bang is voor vieze handen. Joep van Lieshout geeft de opdracht om een eigen wereldbeeld te verbeelden. Duur design
Marcel Wanders krijgt een grote tentoonstelling in het Stedelijk vanaf 1 februari 2014. Blikopeners Bilal en Helinda zijn daarom heel benieuwd naar zijn werk. En wie kun je überhaupt beter interviewen over de betekenis van design dan topdesigner Marcel Wanders? Eerst nemen zij een kijkje in zijn designwinkel Moooi. Wat kost design eigenlijk? En waarom is het zo duur? Dat weet Wanders helder uit te leggen, waarna hij de Blikopeners meeneemt voor een rondleiding in zijn studio. Bilal en Helinda sluiten af met een drankje in het door Wanders tot in het kleinste detail ontworpen hotel Andaz Amsterdam. Wanders is benieuwd wat leerlingen zouden willen ontwerpen voor dit hotel. Waar dit product aan moet voldoen, licht hij toe in zijn videoboodschap.
huis en wat komt daarbij kijken? Ook de andere discipline van de kunstenaar komt aan bod: performance art. Conditional design in de docentenkamer
In de laatste aflevering brengt een videoclip Blikopeners Bilal en Margot bij de multimedia kunstenaars van Studio Moniker. Zij ontmoeten Luna Maurer, één van de kunstenaars. Kun je het werk van Studio Moniker eigenlijk wel kunst noemen? Centraal in hun werk staat het gegeven samenwerken. Conditional design is de term die zij hun werk geven: het proces is interessanter dan het product. Hun facinatie richt zich op dingen die zich aanpassen aan de omgeving, verscheidenheid benadrukken en veranderingen laten zien. Luna Maurer, Bilal en Margot maken samen een conditional design. Bilal en Margot komen tot de conclusie dat samenwerken toffe kunst op kan leveren! Docenten raden we nu al aan om de docentenkamer te bewaken voor de opdracht van Luna Maurer die zij in de videoboodschap geeft!v
Informatie en uitzendingen Zie ik het nou goed?
Wat gebeurt er als je een boom door een huis trekt? Blikopener Joe bekijkt met Bilal een werk van video-kunstenaar Roderick Hietbrink. Het werk is net aangekocht door het Stedelijk Museum. Het thema natuur in de stad fascineert de kunstenaar. Bilal en Joe verbazen zich over de keuze van Hietbrink om een boom door een huis te trekken en dat te filmen. Als zij er langer over nadenken, willen ze ook alles weten van het proces. Hoe trek je dan een boom door een
Bel (020) 5732741 (van dinsdag t/m vrijdag van 9 tot 17 uur) of mail naar
[email protected] voor meer informatie. De serie What the Art?! met videoboodschappen en lesmateriaal is gratis te downloaden via www.stedelijk.nl en wordt uitgezonden van 24 augustus t/m 28 september 2013 in het AVRO-programma Kunstuur..
49
school of performing arts kathmandu
school of performing arts kathmandu
2
1
school of performing arts
3
4
Kathmandu
Een sociaal cultureel initiatief aan de voet van de Himalaya
4
‘I want to be a billionaire, so f***ing bad.’ Een tikje ironisch is het wel, dertig Nepalese weeskinderen die onder begeleiding van muziekdocent Kismat Shrestha loepzuiver de tekst van het nummer van Bruno Mars zingen in de bergen aan de rand van de Kathmandu vallei in Nepal. Stiekem raken we een beetje geëmotioneerd door het enthousiasme waarmee deze kids dansen en zingen. Vorig jaar hadden we het nooit voor mogelijk gehouden dat onze school, School of Performing Arts Kathmandu (SPAK), zo’n impact zou kunnen hebben op het culturele leven van Nepal en op de levens van mensen.
1. Dansles Transgender Project. 2. Balletles. 3. Performance in de open lucht. 4. Uitvoering Kathmandu Transgender Project bij Kathmandu Mall.
AUTEURS: JACO VAN DEN DOOL EN SJOERD WARMERDAM
Dromen en drama’s
Toen Marloes Oudeman en wij in 2007 naar Nepal verhuisden, werden we actief in de muziekscene in Nepal. Anderhalf jaar traden we veel op met Nepalese bands en gaven we les op verschillende scholen. In het straatarme Nepal, dat na de een decennium durende burgeroorlog nu zonder regering of functionerend overheidsapparaat zit, vind je een snel groeiende middenklasse die behoefte heeft aan goede kunstlessen. Na avondenlang op een kussen op de grond in het donker (14 uur per dag geen elektriciteit) te hebben gebrainstormd, durfden we in 2012 de stap te nemen. Een paar maanden en een lege spaarrekening later stonden we met een handgeschreven huurcontract, de sleutel van het gebouw en met verfkwasten in onze handen. Het runnen van een school in een land als Nepal is vanaf het begin een uitdaging: van het moeten betalen van krankzinnige bedragen om überhaupt een bedrijf te mogen beginnen tot het constante tekort aan elektriciteit en water. Wat doet SPAK?
Inmiddels zijn we in korte tijd een bloeiend sociaal bedrijf geworden. Enerzijds geeft SPAK muziek-, theater- en dansles aan de
50
groeiende middenklasse van Kathmandu. Ook geven wij les op privéscholen die met gemak een eerlijk bedrag kunnen betalen voor kwalitatief goede lessen. Anderzijds richten we zogenaamde Glee-clubs op in weeshuizen en overheidsscholen. Groepen kinderen en soms ook volwassenen gaan in deze clubs aan de slag met zang, theater en dans. Ook zijn we in de gelegenheid projecten op te zetten met gemarginaliseerde groepen, zoals kinderen die het slachtoffer zijn geworden van mensenhandel en transgenders. Op deze manier hopen wij een midden te vinden tussen commerciële en ideële activiteiten. SPAK wil een cultureel centrum zijn. Wij organiseren concerten in onze groene tuin en met onze festivals brengen wij culturele instituten samen en stimuleren wij samenwerking. Inclusiviteit is hierbij een leidend concept. We doen ons best door middel van kunst verschillende groepen, die elkaar nooit treffen in de gesegregeerde en hiërarchische Nepalese samenleving, te binden. Op onze concerten zie je weeskinderen optreden met meisjes die door hun chauffeur in een gepantserde wagen naar de school worden gebracht. Je ziet prachtige en onderbelichte voorbeelden van het belang van kunsteducatie.
Muziekeducatie in Kathmandu
Door het onderzoek dat wij uitvoerden voor de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn we ons bewust van de culturele context waarin wij opereren. Nepal is tot de jaren vijftig een gesloten land geweest. Elke provincie in Nepal had zijn eigen muziekstijl en unieke manier van musiceren. Door de toename van het bezit van radio’s verspreidden traditionele mengvormen en nieuwe populaire muziekstijlen zich sneller dan ooit. Met de komst van de hippies in de jaren zestig vermengde populaire Nepalese muziek zich met Westerse popmuziek. Hoewel er veelal in de eigen taal werd gezongen was de invloed van populaire bands als The Doors en The Rolling Stones onmiskenbaar aanwezig. De populaire muziekscène in Kathmandu is inmiddels uitgegroeid tot een eclectisch geheel van hybride mengvormen. Jongeren gebruiken reggae om hun onvrede te uiten over corrupte politieke leiders, rappen in hun eigen taal over vrijheid en het nieuwe Nepal of schreeuwen dood en verderf onder de begeleiding van oorverdovende gitaren. De muzikale begeleiding bevat invloeden uit alle denkbare muziekstijlen. Ondanks de herkenbare invloeden van buitenaf is
kunstzone.nl
er echter geen sprake van een eenvoudige overname van bestaand muzikaal materiaal. Westerse pop- en rockmuziek behoren zelden tot de dagelijkse muzikale kost van een opgroeiend kind in Kathmandu. Er gaat een complex leerproces vooraf aan het beheersen van pop, jazz en rock. Zowel de basis- als de middelbare scholen besteden nauwelijks aandacht aan muziekonderwijs. Nepalese muziek leer je tijdens bruiloften, officiële ceremonies of bij een bezoek aan een tempel. Kinderen vangen cultuurspecifieke klanken op en raken gevoelig voor de lokale parameters (ritme, harmonie en melodie). Vervolgens maakt deze meer passieve vorm van leren plaats voor een actieve deelname aan het muzikale leerproces wanneer familieleden (meestal broers) hun favoriete muziek delen met jongere broers (en soms zussen). Veel jongeren maken gebruik van tutorial videos op YouTube om virtuoze licks te leren of een nieuw akkoord te oefenen. Het observeren van deze muzikaal technische aspecten is van essentieel belang om nieuwe muziekstijlen te leren die zij vervolgens met hun vrienden delen in een informele setting. Het leerproces is fragmentarisch en kenmerkt zich door een holistische aanpak. De muziek wordt overwegend oraal overgedragen zonder de onderliggende structuren en regels te verklaren.
september 2013
Met de komst van verschillende muziekscholen in Kathmandu hebben jongeren uit de hogere middenklasse gezinnen toegang tot meer methodisch muziekonderwijs. Zowel op SPAK als op andere muziekscholen is er een curriculum, duren de lessen een half uur en wordt er van de leerlingen verwacht dat zij thuis zelfstandig oefenen. Deze vorm van leren is geen vervanging, maar juist een aanvulling van de bestaande leerstrategieën. De hoog ontwikkelde observatietechnieken van jongeren in Kathmandu komen goed van pas om een solo snel op te pikken, maar soms is enig theoretisch begrip of het lezen van muzieknotatie noodzakelijk om muzikaal verder te groeien en succesvol samen te werken met andere musici. Hun bijzondere vaardigheden op het gebied van auditief muzikaal leren worden vaak als een pluspunt gezien waardoor enkelen worden aangenomen op conservatoria in Europa en Amerika. Als onderzoeker reist Jaco regelmatig naar Kathmandu om onderzoek te doen naar de muzikale leerstrategieën van jongeren in bandformaties. Kennis over de wijze waarop zij met hun observatietechnieken vaak geheel zelfstandig nieuw muzikaal materiaal leren, is essentieel voor kwalitatief muziekonderwijs. SPAK streeft ernaar om aan te sluiten bij deze leerstrategieën door niet met een one size fits all-curricu-
lum leerlingen in een bepaalde richting te sturen, maar de leerling en zijn of haar leerbehoeftes als uitgangspunt te nemen. avonturiers gezocht
SPAK is afhankelijk van kunstdocenten met talent die op zoek zijn naar avontuur. Hoewel wij intensief inzetten op training van lokaal personeel, hebben wij ook de talenten en passie van goed opgeleide Nederlandse kunstdocenten nodig. Muzikanten, dansers en acteurs die toe zijn aan een nieuwe artistieke uitdaging zijn welkom bij SPAK. Wij zijn ervan overtuigd dat mensen nergens meer van leren dan van het doceren van hun vak in een voor hen compleet vreemde context. SPAK nodigt alle gedreven kunstdocenten uit te investeren in hun eigen didactische en artistieke ontwikkeling en een bijdrage te leveren aan SPAK, de culturele scene van Nepal en aan de geweldige studenten. v
Nieuwsgierig geworden?
Check voor meer informatie www.spaknepal.com of mail naar
[email protected].
51
muziekdocenten voor de klas
@web
@WEB
muziekdocenten voor de klas
Kr a sse kna r
Muziekscholen in Nederland hebben het zwaar. Er gaat steeds minder geld naar kunst en cultuur en daar lijden ook deze instellingen onder. Met name de subsidie voor lessen aan kleine groepen is ernstig gereduceerd of geheel gestopt. Er is nog wel subsidie voor lessen aan grote groepen en daarom moet de gitaar-, saxofoon- en drumleraar leren om voor grotere klassen te staan. Na jaren privéles gegeven te hebben, is dat voor velen van hen een hele stap. Trudie Verhoeff geeft trainingen waarin ze leren voor de klas te staan. po/vo // AUTEUR: ARJAAN VERHEULE Privéles
H
et zal je maar gebeuren. Je geeft al twintig jaar les aan twee of drie leerlingen per keer op het instrument waarop je bent afgestudeerd, maar ineens wordt je verteld dat je voor de klas moet gaan staan. Dertig (of meer) kinderen in groep zes waaraan je muziekles moet geven. Geheel uit je comfortabele positie gerukt moet je nieuwe lessen voorbereiden om vervolgens die groep kinderen muzikaal te scholen. Hoe ga je dat nu aanpakken? Hoe zorg je ervoor dat de kinderen het lokaal, de docent incluis, niet volledig afbreken? Uitdaging
Ik ontmoet Trudie bij haar thuis in hartje Amsterdam, waar zij mij uitlegt wat zij doet tijdens haar trainingen en waarom: ‘Muziekscholen hebben vaak al samenwerkingsverbanden met basisscholen. Hierin schuilt voor deze muziekscholen vaak de redding van hun bestaan. Leraren worden naar basisscholen gestuurd om daar muziekles te gaan geven. Als je je hele leven les hebt gegeven aan één, twee of maximaal vijf leerlingen is het staan voor een grote klas een hele uitdaging. Mijn trainingen vormen een basis voor docenten om in elk geval zekerder voor een klas te kunnen staan.’ Betrokkenheid creëren
Het is belangrijk om een groep kinderen betrokken te laten zijn bij het groepsproces. Je moet ervoor zorgen dat iedereen het gevoel heeft dat er iets gaat gebeuren, ongeacht of je goed bent in muziek of niet. Om de kandidaten van de training - meestal zo’n tien, twaalf man - te laten voelen hoe het in een groep werkt, zet Trudie ze als één groep bij elkaar. Enkele kennismakingsoefeningen moeten ervoor
52
zorgen dat men elkaar leert kennen, maar ook dat iedereen in de groep bij elkaar betrokken raakt. Tijdens de training wordt gewerkt aan het maken van afspraken met leerlingen, aan het maken van een goede les - met verschillende werkvormen - die aansluit bij de kinderen. Hiervoor maakt Trudie gebruik van een kaartje waarop enkele kernzaken staan. ‘Dit kaartje is het enige leeswerk dat de cursisten krijgen.’ Op dit kaartje wordt het verband gelegd tussen Oriëntatie (het geven van een korte heldere uitleg van opzet en doel van de les) en Integratie (het maken van persoonlijk contact, het leren leren van elkaar). Samen met het maken van afspraken en regels, en de controle op de naleving hiervan, zorgen deze ingrediënten voor een goede en productieve les. Met name het proces van betrokkenheid wordt onder de aandacht gebracht, omdat betrokkenheid van leerlingen bij elkaar, als groep, en bij de les zorgt voor een prettig verloop van de les. Leerlingen leren dan sneller echt aan het werk te gaan en er zullen sneller goede resultaten worden geboekt. Bovendien creëert het veiligheid, iets wat bij het maken van muziek zeer belangrijk is. Dit is een wederkerend ritueel. Dan gaan de docenten op stage. Dan kan het voorkomen dat iemand die al twintig jaar les geeft ineens als stagiair voor de klas staat. Zoiets voelt natuurlijk een beetje vreemd, maar het blijkt een goed leermoment te zijn. Het is toch een nieuwe situatie voor ze. Het streven is om ze in tweetallen naar een stageschool te sturen, zodat ze bij elkaar kunnen kijken. Achteraf wordt er individueel bekeken wat er goed ging en wat beter kan.
Onzekerheid
‘Ik werd benaderd door het Overlegcentrum van de Kunsten Noord-Holland om een training te ontwerpen. De cursus was eerst bedoeld voor docenten van alle kunstdisciplines, maar spitste zich steeds meer toe op docenten van muziekscholen. Het scheelt dat ik oorspronkelijk uit de dans kom en niet uit de muziek,’ aldus Trudie. ‘De cursisten hebben dan niet meteen het gevoel dat er een muziekdocent komt vertellen hoe het allemaal moet. Ik leer ze manieren om ontspannen voor een klas te staan en niet specifiek hoe ze een muziekles moeten geven. Ik leer ze natuurlijk wel naar verschillende werkvormen te kijken, hoe ze een les interessant kunnen houden, zodat de leerlingen blijven meedoen. Daarbij hoop ik de onzekerheid die veel docenten voelen, over of ze wel voor een hele klas kunnen en willen lesgeven, weg te kunnen halen. Bovendien gaan veel docenten naar aanleiding van deze training een verkorte opleiding Muziekexpert volgen op het conservatorium in Amsterdam.’ v
Als iemand mij zou vragen een top tien samen te stellen over iets wat me snel te binnen schiet, denk ik het eerst aan muziek. Daarover zijn al de nodige hitlijsten bij elkaar gefantaseerd en daar kan ik wel een paar lijsten aan toevoegen. Mijn leerlingen vinden dat meestal niet zo’n goed idee, omdat het allemaal erg gouwe-ouwe muziek is. Dat zeggen ze maar al te graag, ook al heb ik in de klas een zeer bijdetijds, populair muziekje opstaan. AUTEUR: THEA VUIK
W
at in mijn voordeel werkt, is streaming muziek van www. songa.nl. Je kunt daar namelijk allerlei hedendaagse playlists maken en bij hoge uitzondering mag een leerling die van mij samenstellen. Als een nummer mij dan echt niet bevalt, is een keer klikken op het rode kruisje al voldoende om het ongewenste muziekje uit de playlist te halen. En vervolgens gebruik ik heel handig dezelfde populaire songlist weer in een andere klas. Zo werk ik met allerhande toplijstjes. Van boeken, van kleren, over dingen die per se deze week nog moeten en van gerechten die gauw geproefd moeten worden. Een software top tien is wat minder snel gemaakt. Ik heb daarom voor de zekerheid in mijn @Web-archieven gesnuffeld en kwam daar meteen twee programma’s van mijn uiteindelijke favorieten tegen. Als je de gelegenheid krijgt om software te laten installeren op een schoolcomputer, dan is Google SketchUp de eerste aanrader! Niet alleen voor onze vakken zeer geschikt. Ook daar waar ruimtelijk inzicht nodig is, kan dit programma veel inzicht brengen. Uitleg over deze software (en aanvullende programmatuur) is op het internet overal te vinden. Daar hoef ik echt niet meer verder over uit te weiden. Zie ook Kunstzone 2/3-2011 pagina 35.
Trudie Verhoeff
Trudie Verhoeff heeft een studie sociale communicatie gedaan. Ze is onder andere al tien jaar projectcoördinator bij BIK (Beroepskunstenaar in de Klas), geeft trainingen voor de methode Leefstijl en geeft een hele reeks trainingen die allemaal in de richting van onderwijs en cultuur wijzen. Mail voor meer informatie naar
[email protected].
kunstzone.nl
De tweede grote kanshebber voor mijn nummer één-nominatie zijn de stokpoppetjes van Pivot Animator. Eerlijk gezegd was ik er zelf in eerste instantie niet erg van onder de indruk, mijn leerlingen daarentegen waren vanaf het begin helemaal om. Hier iets meer informatie over, want daarover is wel wat aan nieuwigheden te vertellen.
september 2013
Google SketchUp
Op www.pivotanimator.net kun je de betrouwbare oude versie van Pivot Animator 2.2.7 downloaden, zo ook de misschien niet zo stabiele beta-versie Pivot Animator 4, welke wel veel meer nieuwe mogelijkheden in zich heeft. Aan u de keus. Als je een beetje rondgesnuffeld hebt op deze site kom je leuke video’s tegen die bijvoorbeeld gemaakt zijn naar aanleiding van het tienjarig bestaan van Pivot. Maar ik wil je zeker niet de site onthouden waar je werkelijk een overdosis aan stickfiguurtjes kunt downloaden en die je - na ze te hebben opgeslagen in je eigen computer - vervolgens kunt gebruiken in jouw animaties. Ga naar www.droidz.org: daar zie je bovenaan de menubalk met de
volgende ‘hoofdstukken’: home, animaties, stks, share, links en forums. Klik op stks en je vindt de categorieën (zie oranje balk) stickmen, stick packs, vehicles, weapons, objects, random, effects en backgrounds. Daar kun je allerhande bestandjes (zogenaamde stickfiguurtjes met de extensie .stk) vinden die te gebruiken zijn binnen het programma. Over die felbegeerde derde plaats in Mijn favorieten ben ik nog niet helemaal duidelijk, omdat ik er nog niet uit ben wie of wat deze plaats verdient. De wereld van software, apps en aanveranten is een vluchtige. Past prima in het beeld van snelle hitlijsten. Echter niet in die van een krasse knar. Nog even geduld dus… v
53
DERTIG IDENTIEKE PAASHAZEN
DERTIG IDENTIEKE PAASHAZEN
Dertig
identieke paashazen PABO-studenten aan het werk in handvaardigheidlokaal. Foto’s: Loes Dijkman
PABO-studenten aan het werk in handvaardigheidlokaal.
Creatief aan de slag in het basisonderwijs ‘Aan de slag!’ Dit hoor je de leerkracht vaak zeggen, nadat hij heeft verteld wat de kinderen in de les beeldend gaan maken. En dan gaan ze ook allemaal aan de slag. Wellicht dat een paar kinderen nog even om zich heen kijken hoe klasgenoten beginnen, anderen weer dromend naar buiten staren en sommigen meteen het materiaal gaan verkennen: de aanrommelfase, overigens geen onbelangrijke fase. Maar uiteindelijk gaan ze allemaal aan de slag. Hoe creatief zijn ze dan eigenlijk? po // Auteur: Edwin Schot
H
andvaardigheid en tekenen. Eindelijk weer eens iets anders dan die cognitieve vakken. Een prima tegenhanger, goed voor de ontspanning en zeker niet verkeerd voor de motoriek. We hebben natuurlijk ook geleerd dat het goed is voor de creativiteit.
er heilig van overtuigd dat juffen en meesters op de basisschool zich gigantisch inzetten ten gunste van de ontwikkeling van het kind.
Neuspeuteren, of iets nieuws Kinderarbeid
Over dat laatste heb ik echter geregeld mijn twijfels als ik op een basisschool langskom voor een stagebezoek bij één van mijn studenten en tegen dertig dezelfde paashazen aanloop. Als vervolgens de desbetreffende juf zegt dat wat ze hebben gemaakt goed voor de creativiteit is, gaan mijn haren recht overeind staan. Ik kan het dan niet helpen dat de term kinderarbeid mij te binnen schiet. Als toenmalig Kamerlid Samuel van Houten - die in 1874 de wet op kinderarbeid indiende, welbekend als het Kinderwetje van Van Houten - dit zou zien, dan had de huidige inspectie zich niet alleen maar koortsachtig gefocust op taal en rekenen. Het laatste wat juffen en meesters willen van hun kinderen is dat ze nutteloze kinderarbeid verrichten. Ze doen vandaag de dag extreem veel moeite om elk kind, met al zijn bijzonderheden, zo goed mogelijk klaar te stomen voor deze complexe maatschappij. Ze differentiëren zo veel mogelijk, laten uitgebreide leerlingvolgsystemen erop los, verwijzen kinderen door, investeren in ouderparticipatie en schrijven in hun vrije tijd een persoonlijk ontwikkelingsplan. Om maar een paar dingen te noemen. Ik ben
54
Toch begrijp ik niet hoe het komt dat fabrieksmatig door kinderhandjes geproduceerde paashazen in relatie worden gebracht met creativiteit. We weten toch allemaal dat creativiteit wijst naar het vermogen iets nieuws te scheppen? Het moet toch ook een openbaring zijn voor een kind om voor het eerst zijn eigen naam op te kunnen schrijven, om vervolgens in een later stadium in staat zijn een eerste gedicht te maken? Waarom laten we de kinderen dan dezelfde paashazen, stoomboten, kerstbomen maken? Ik weet het wel. Het is namelijk wel degelijk goed voor de fijne motoriek. Ergens wel zonde van al dat gekleurde karton waar de kinderen hun schaar in zetten. Je kan ze ook veters laten strikken of mastworpen laten leggen. Zelfs neuspeuteren is goed voor de fijne motoriek. Wegwijs in de beeldcultuur
Op de PABO doen we er alles aan om binnen veel te weinig beschikbare uren studenten te overtuigen dat beeldende vorming zoveel meer is dan alleen maar het ontwikkelen van technische en motorische vaardigheden verpakt in papier met de naam creativiteit. De kinderen groeien op in een beeldcultuur waarin ze overspoeld worden met allerlei verschillende visuele prikkels,
kunstzone.nl
die voor een aanzienlijk deel afkomstig zijn van steeds geraffineerdere media. Het is daarom van belang dat kinderen in een wereld van complexe visuele informatie en communicatie op een goede manier wegwijs worden gemaakt. Je legt dus de studenten uit dat dit wegwijs maken zin heeft wanneer je de kinderen de taal van het beeld aanleert. Dit kan op een hele plezierige en inspirerende wijze aangeboden worden. Tal van methoden en een aantal goede didactiekboeken bieden handreikingen voor boeiende onderwerpen op het niveau van de leeftijdsgroep. Maar als beginnende PABO-student is je mentor toch echt hét voorbeeld van hoe het moet. Dus als de juf de kinderen laat zien middels een stappenplan hoe je een hompje klei kunt omtoveren in een egel door een lading cocktailprikkers erin te stoppen, dan zal dat toch een goede les beeldend moeten zijn? Te bedenken dat klei zich juist zo goed leent voor het aanbrengen van allerlei soorten textuur! Een gemiste kans. Je kan aan kinderen verschillende soorten vachten laten zien. Bijvoorbeeld door het tonen van afbeeldingen van een konijn, een schaap en (niet te vergeten) een egel. Nog mooier zou zijn om met de kinderen naar de kinderboerderij te gaan. Oké, de door het kind gemaakte egel van klei zal voor grote mensen wellicht niet zo echt lijken. Maar het kind heeft dan wel het materiaal kunnen verkennen en een eigen, niet door die juf opgelegde, beeldtaal erin kunnen verwerken. Voor je het weet heb je een net zo grote diversiteit aan werkstukken als kinderen in de klas. Arbeid of creativiteit?
Wanneer het om echt onderwijs geven gaat, heb je als leraar in de eerste plaats je eigen vakkennis, ervaring, inventiviteit en creativiteit nodig om tezamen met je leermiddelen een uitdagende leeromgeving voor kinderen te creëren. Dat beschrijft het nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling op de website van TULE - SLO. Ik denk dat aan dit alles nieuwsgierigheid vooraf gaat. Want als die niet verder reikt dan leuke knutselwebsites, waarin stapsgewijs aangegeven wordt hoe je de kinderen
september 2013
Decorstukken voor een animatiefilmpje.
bijvoorbeeld kunt voorzien van een kleurplaat met een narcis van propjes zijdevloeipapier, dan zet je kinderen weliswaar met plezier aan de arbeid, maar van enige inventiviteit en creativiteit is dan nauwelijks sprake. Hooguit bij een kind dat, op zoek naar een nieuwe uitdaging, buiten de lijntjes treedt. Gelukkig kom ik ook klaslokalen binnen waar ik me waan in een museum van kunstwerken en mij daardoor moeilijk kan concentreren op het observeren van de stagiaire tijdens haar les. Leuk maar onbelangrijk
Soms wordt me wel verteld dat er te weinig tijd is voor leuke activiteiten zoals beeldend, omdat taal en rekenen voorrang hebben. Dat is nu eenmaal veel belangrijker, wordt dan gezegd. Precies dit soort uitspraken vind ik zorgelijk. Want dit suggereert dat taal en rekenen minder leuke vakken zijn. Ik denk dat alle vakken die aangeboden worden op de basisschool hele leuke en inspirerende vakken zijn. Die vakken hoeven niet zozeer los van elkaar gezien te worden, maar kunnen vakoverstijgend als doel en als middel aangeboden worden. Buiten de lijntjes graag
Als een kind in de klas wordt gevraagd naar de uitkomst van een som, dan stelt de leerkracht vrijwel altijd de vervolgvraag hoe het kind aan deze uitkomst is gekomen. Er zijn dus verschillende manieren om tot eenzelfde uitkomst te komen. Bij goede beeldende activiteiten zijn de uitwerkingen juist verschillend. Ook dan ga je met de leerlingen erover in gesprek tijdens het beschouwen van het werk. Dat wordt lastig als alle werkstukken volgens een strak stappenplan zijn vervaardigd. Hooguit valt er dan iets uit te wisselen over het beheersen van de toegepaste technieken. Is het kind netjes binnen de lijntjes gebleven, of is er niet te slordig omgegaan met de lijm. Er valt dus nog een hele slag te slaan! v Edwin Schot is docent beeldende vakken aan de Pedagogische Academie van de Hogeschool Rotterdam.
55
OP BRAZILIAANSE SLIPPERS
OP BRAZILIAANSE SLIPPERS
Ruimte van plastic flessen in MixMax Brasil.
Met de klok mee: Mangrovebos in MixMax Brasil, Werken met gebruikt materiaal bij MixMax Brasil, De frevo met parapluutjes bij MixMax Brasil.
E
en leerlinge van groep acht van de Amsterdamse Basisschool Piet Hein kijkt teleurgesteld. De roze slippers zijn op. Maar haar gezicht klaart snel weer op, wanneer ze te horen krijgt dat ze haar slippers straks mag pimpen zodat ze uniek worden. In de ruimte die eruitziet als een überhippe slipperwinkel hangen slippers in alle kleuren en alle maten, maar als álle meisjes roze kiezen is de voorraad niet toereikend.
op
Braziliaanse slippers
De mix van Brazilië
MixMax Brasil, de doe-tentoonstelling van Tropenmuseum Junior In de tentoonstelling MixMax Brasil van Tropenmuseum Junior maken leerlingen kennis met verschillende kanten van de Braziliaanse cultuur. Daar komt niet alleen dans, muziek, textiel en geschiedenis aan te pas, maar zelfs een speciaal samengesteld team van Braziliaanse kunstenaars. En slippers natuurlijk. po // AUTEUR: MELISSA DE VREEDE
56
Wanneer de kinderen hun gympen en laarzen hebben verwisseld voor slippers, beginnen ze zich al een beetje Braziliaan te voelen. Je gaat er anders door lopen. En zoals uit de foto’s en filmpjes blijkt: heel Brazilië beweegt zich voort op slippers. Dus wie zich wil inleven in dit gigantische Zuid-Amerikaanse land, probeert zich de nonchalante, doch zelfverzekerde slippergang aan te meten. De slipper vormt ook een rode draad in het prachtig uitgegeven en geïllustreerde boek dat de leerlingen van tevoren hebben gelezen. Wie De Slipper van Maria Bonita aan de roze kant openslaat, volgt het verhaal van Maria Bonita op zoek naar haar roots in het binnenland. Wie aan de blauwe kant begint, volgt de breakdancer Nino in de stad. In het midden van het boek ontmoeten deze twee Braziliaanse jongeren elkaar. Zij hebben dan tal van landgenoten gesproken, die vertellen waar zij zich mee bezighouden, hoe zij hun geld verdienen en wat zij belangrijk
kunstzone.nl
vinden. Zo komen voetballers aan het woord en kunstenaars, maar ook een vuilnisman en een caféhouder. Allemaal hebben ze voorouders uit verschillende werelddelen. Afrika, Europa en ZuidAmerika: de mix maakt hen tot echte Braziliaan. Een ver land komt dichtbij
Het basisconcept dat aan de tentoonstelling MixMax Brasil van Tropenmuseum Junior ten grondslag ligt, is al sinds het ontstaan van dit kindermuseum in 1975 hetzelfde. Leren door te doen in een tentoonstelling waar kinderen tussen 6 en 13 jaar zich thuis voelen in een andere wereld. Ze gaan aan de slag met verhalen, activiteiten en de collectie alsof ze in de tentoonstelling wonen. Medewerkers uit de tentoongestelde cultuur begeleiden hen. De vorige twee tentoonstellingen werden gewijd aan China en aan India en MixMax Brasil blijft tot voorjaar 2015. De medewerkers van Tropenmuseum Junior leggen contact met makers en kunstenaars uit het betreffende land. Hun werk en hun verhalen krijgen een plek in de tentoonstelling, het boek en het lesmateriaal. Zodra je binnenkomt, waan je je meteen op een heel andere plek. Het ziet er niet alleen anders uit, het ruikt anders en het voelt anders. Kunstenaarswijk als rijke leeromgeving
Aan de tentoonstelling MixMax Brasil is gewerkt door dertig Braziliaanse kunstenaars. Als bezoeker word je voortdurend verrast. De ruimtes doen denken aan één grote installatie die in een museum voor moderne kunst niet zou misstaan. Of zoals Liesbet Ruben, een van de medewerkers van het eerste uur,
oP BRAZILIAANSE SLIPPERS
vo // theatereducatie kunstenaars AANKONDIGING over educatie LKCA
Trommelworkshop bij MixMax Brasil.
Ruimte van plastic flessen in MixMax Brasil.
zegt: ‘Het Stedelijk Museum is - terecht - zo trots op hun café van Kienholz, maar als je hier om je heen kijkt, zie je niet alleen een café, maar een complete kunstenaarswijk!’
kunnen worden vertoond en ook in het boek komt een aantal kunstenaars aan het woord die de meest prachtige nieuwe dingen maken met gebruikt materiaal. Vervolgens moeten leerlingen gaan bedenken hoeveel plastic er bij hen thuis wekelijks wordt weggegooid. Zij krijgen rekenopdrachten en gaan tot slot zelf aan het werk met gebruikt plastic. Wie verschillende lessen geeft, besteedt vanzelf tijd aan de vakken taal, rekenen, muziek, dans, beeldend en wereldoriëntatie.
Doordat sprake is van verschillende ruimtes die allemaal uitkomen op het centrale plein, kunnen groepen gemakkelijk worden opgesplitst. De zestig leerlingen die van de Basisschool Piet Hein komen, worden dan ook vrij snel na de gezamenlijke ontvangst in vier groepen verdeeld met eigen begeleiders. Terwijl de ene groep zich in de muziekruimte Braziliaanse ritmes eigen maakt, gaat de andere groep aan de slag met restmateriaal van textiel. Groep drie start in het café. De leerlingen rollen balletjes van cassavemeel met kaas die zij straks gaan serveren. En de vierde groep moet eraan geloven: kennismaking met de frevo, een Braziliaanse dans die is voortgekomen uit de capoeira. Met name de jongens in de leeftijdscategorie elf en twaalf jaar zijn er niet happig op om hun lichaam swingend te laten bewegen, maar de muziek dwingt je er bijna toe. De begeleiders met hun trommels en aanstekelijk enthousiasme doen de rest. Binnen een paar minuten heeft iedereen een paar basispassen onder de knie. Leren, denken en doen
Een bezoek aan MixMax Brasil duurt een dagdeel, zodat de subgroepen in verschillende volgorde van alles meemaken. Zij dansen, trommelen, leren voetbaltrucs en maken van gebruikt materiaal nieuwe dingen. Onderweg van de ene ruimte naar de andere lopen ze door een mangrovebos. Op een dakterras staan luie stoelen om te chillen met een Braziliaans muziekje. Maar tijdens het schoolbezoek is er voor chillen geen tijd. Daar zorgen de begeleiders wel voor. Zij vertellen over de geschiedenis en betekenis van de dingen die kenmerkend zijn voor het land. En zo komt in snel tempo van alles aan de orde: het verleden van de slavenhandel, de herkomst van de parapluutjes waarmee de frevo wordt gedanst, de cassaveteelt en nog heel veel meer.
Niet meer stom
Tijdens het museumbezoek zorgen de begeleiders voor dezelfde afwisseling tussen denken en doen. Voor iedere tentoonstelling van Tropenmuseum Junior wordt een nieuw team geselecteerd en opgeleid. In dit geval is gezocht onder Brazilianen die in Nederland zijn gevestigd, bij voorkeur met een achtergrond als danser of musicus. Na een eerste gesprek en auditie wordt gekeken hoe de kandidaten het op een school doen. Wanneer op basis van die ervaringen het vertrouwen bestaat dat zij geschikt zijn om kinderen te begeleiden, volgt een stoomcursus, waarna een aanstelling volgt voor de duur van de tentoonstelling die 2,5 jaar te zien is. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat zij hun eigen persoonlijke ervaringen met de lesstof vermengen.
58
Dag van de Cultuur educatie 2013
De Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie 2013 vindt plaats op maandag 25 november te Tilburg. Deze conferentie wordt georganiseerd door het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), Fontys Hogeschool voor de Kunsten en het lectoraat Kunstpraktijk in de samenleving.
Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) organiseert op 5 november in De Meervaart te Amsterdam de Dag van de Cultuureducatie om de uitwisseling tussen culturele instellingen en scholen te bevorderen en hen te inspireren tot samenwerking.
Met deze onderzoeksconferentie zet het LKCA de traditie voort die in 2007 door Cultuurnetwerk Nederland is ingezet. De conferentie is sinds die tijd uitgegroeid tot een belangrijke ontmoetingsplaats voor Nederlandse en Vlaamse onderzoekers. Leren van onderwijsgevenden
Een van de thema’s van de conferentie is het leren van onderwijsgevenden. Daarnaast staan de aandachtsgebieden van de samenwerkingspartners centraal: de positie van kunst in de samenleving en de leraar als ideologische cultuuroverdrager. Keynote spreker is prof. dr. Gert Biesta, hoogleraar Educatieve Theorie en Beleid aan de Universiteit van Luxemburg. Hij zal spreken over de relatie tussen kunstonderwijs en Bildung.
Voor cultuur én onderwijs
Creativiteitsontwikkeling is het centrale thema deze dag. In de samenleving is in toenemende mate vraag naar 21st Century Skills: het vermogen om in te spelen op veranderingen, en met creatieve en inventieve oplossingen te komen. Kunstvakken in het bijzonder hebben een functie in het stimuleren van creativiteit en het ontwikkelen van creatieve vaardigheden. Samenwerking tussen scholen en cultuurinstellingen heeft daarbij meerwaarde. Voor wie?
De Dag van de Cultuureducatie is interessant voor educatoren bij culturele instellingen én cultuurcoördinatoren en cultuurcoaches die werkzaam zijn in het basisonderwijs. Programma
Tijdens het bezoek van de Basisschool Piet Hein blijkt dat Flavio, Juliana, Anna en Marcos daarin uitstekend slagen. Want ook de jongen die aan het begin van de les zei dat hij Nino stom vond, laat glunderend zien hoe hij van zijn slipper met repen textiel een sandaal heeft gefabriceerd. Terwijl zijn klasgenoten de textielstukjes gebruikten om hun slipper van allerlei kleuren te voorzien, knutselde hij er enkelbanden van. Zo werd een stomme slipper een coole sandaal.v Melissa de Vreede is senior projectleider bij het LKCA.
Opdrachten in de klas
Veel informatie is niet helemaal nieuw. Schoolklassen die een bezoek aan de tentoonstelling brengen, zijn op school voorbereid. Niet alleen hebben alle leerlingen de verhalen over Nino en Maria Bonita kunnen lezen, maar ook zijn daar tal van lessen en opdrachten aan gekoppeld die in de klas kunnen worden uitgevoerd. Iedere lessuggestie is onderverdeeld in drie kopjes: weten, doordenken, doen. Eerst krijgt de leraar in een paar zinnen wat achtergrondinformatie. Daarna volgen denk- en doe-opdrachten. Zo wordt bijvoorbeeld uitgelegd wat het verschil is tussen upcyclen en recyclen. In filmpjes die via het digibord
Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie 2013
Posterpresentaties studenten
Studenten kunnen hun masteronderzoek presenteren in de vorm van een poster. De deadline voor het indienen van voorstellen is vrijdag 11 oktober. Max van der Kamp Scriptieprijs 2013
Het LKCA reikt op de conferentie de Max van der Kamp Scriptieprijs uit voor de beste scriptie over cultuureducatie of cultuurparticipatie. De winnaar ontvangt € 1000,-- en kan zijn (bewerkte) scriptie publiceren. Masterscripties die zijn afgerond na 15 april 2011 en beoordeeld met minimaal een 8, kunnen tot 13 september 2013 worden voorgedragen voor de prijs. Aanmelden
Nieuwsgierig geworden?
Aanmelden voor de conferentie kan vanaf eind september. Zie hiervoor www.lkca.nl.
www.tropenmuseumjunior.nl
Inschrijving
MixMax Brasil is opgenomen in AliceMoves, het digitale forum waar cultuuraanbieders en scholen elkaar ontmoeten. Zie www. alicemoves.nl.
kunstzone.nl
Keynote sprekers zijn onder meer Jeroen Lutters (lector didactiek van de kunstvakken, Windesheim) en Barend van Heusden (projectleider Cultuur in de Spiegel en hoogleraar Cultuur en Cognitie, Rijksuniversiteit Groningen). Zowel ‘s ochtends als ‘s middags is er een ronde met deelsessies over uiteenlopende onderwerpen op het terrein van creativiteitsontwikkeling. Medewerkers van onder meer het Rijksmuseum en van EYE vertellen wat hun instelling bijdraagt aan de creativiteitsontwikkeling van kinderen, maar deelnemers kunnen er ook voor kiezen zelf over dit onderwerp na te denken. Op welke manier kan bijvoorbeeld erfgoededucatie een creatief denkproces op gang brengen en hoe kan je je eigen creativiteit beter uitbaten? Het zal voor deelnemers lastig worden een keuze te maken uit het omvangrijke aanbod van workshops, luistersessies en masterclasses.
De inschrijving start op maandag 16 september. Zie hiervoor www.lkca.nl/DagvandeCultuureducatie.
september 2013
59
LOVESTORY
LOVESTORY
Voor en achter de schermen
Een romantisch verhaal, mooie Russische orkestmuziek van Tsjaikovski en Prokofjev, bekende pop-, rock- en discoliedjes, onbekende Russische schlagers, aanstekelijk zingende, dansende en acterende spelers, dat is slechts het topje van de ijsberg dat het enthousiaste publiek tijdens de voorstelling ziet en hoort. De musical duurt iets meer dan een uur, maar het voorbereidingswerk van alle betrokkenen is niet in uren uit te drukken. En hoeveel betrokkenen: docenten Russisch, Engels en Frans in Groningen, Russische docenten in Moermansk, scriptschrijvers, de schoolmuziekdocente en de musicaldocent, de orkestdirigent en orkestmusici, de regisseur, de arrangeur, gastfamilies. In de drie jaar die de musical van het eerste idee tot de voorstelling in De Oosterpoort aflegde, groeide het project tot een voorbeeld van scholensamenwerking, een symbool van stedenverband en een trekpleister van het NederlandRuslandjaar. Script
Foto’s: Olga de Kort-Koulikova
Twee gymnasia, twee steden, twee landen samen in één musical
Lovestory
in het skype-tijdperk Hoe overbrug je een afstand van 3000 mijl als je verliefd maar nog steeds leerplichtig bent? Vroeger had je postduiven, postkoetsen, briefkaarten en telegraaf. Brieven schrijven is natuurlijk nog steeds een oplossing, maar met het moderne Skype en mobiele telefoons kun je een object van jouw dromen meteen zien en horen. Je hebt nog steeds doorzettingsvermogen, creativiteit, vertrouwen in elkaar en lef nodig om je relatie op lange afstand in stand te houden, maar een beetje meewerkende verbinding doet wonderen. Zoals in een verhaal van de Groningse Merel en Jevgeni uit het Russische Moermansk, de twee gymnasiasten die door 3000 mijl plus 3 seconden Skype-vertraging van elkaar verwijderd zijn. vo // AUTEUR: OLGA DE KORT-KOULIKOVA
E
en uitwisselingsbezoek, een romantische wandeling over de kade en de beloften om elkaar nooit te vergeten. Ouders en vrienden thuis zijn natuurlijk sceptisch, maar de twee verliefde scholieren geloven dat ze elkaar heel snel weer kunnen ontmoeten. Daarvoor moet Jevgeni slechts de landelijke finale van een zangwedstrijd winnen en als vertegenwoordiger van Rusland naar Groningen komen. Tot zover de plot van de geza-
60
menlijke musical van het Groninger Praedinius Gymnasium en het Gymnasium No. 1 in Moermansk. De musical die op 7 juni jongstleden door de Nederlandse en Russische scholieren uitstekend werd gespeeld en gezongen in niet minder dan drie talen (Nederlands, Russisch en Engels) en begeleid door niet minder dan twee orkesten, het Noord Nederlands Orkest (NNO) onder leiding van Joost Smeets en het schoolorkest Aulos.
kunstzone.nl
Van het idee naar het script, het klinkt logisch en eenvoudig, maar hoe maak je een script dat zowel Nederlandse als Russische deelnemers tevreden stelt? Zonder taalkennis een onbegonnen werk, weet Jeanette Bron, docente Russisch van het Praedinius Gymnasium: ‘De contacten verliepen via e-mail en Skype. De Skypesessies waren erg nuttig, er konden immers geen gezamenlijke repetities plaatsvinden en alle belangrijke informatie werd vertaald. Er waren oorspronkelijk meerdere scripts: het Nederlands-Engelse script werd vertaald naar het Russisch, het Russische script naar het Nederlands, en zo werd er flink aangepast, veranderd en geschaafd.’ Nadat er eenmaal een script lag waar de Russen zich in kon vinden, verliep de samenwerking vrij vlot, voor zover dat kan op 3000 mijl afstand. De muzikale invulling werd uitgewerkt met het NNO en later aangevuld met liederen en muziekstukken vanuit Moermansk.’ Als regisseur moest Schudde zorgen voor de ‘onderlinge samenhang en de aansluiting van de musical bij zowel de belevingswereld van de Nederlandse als Russische leerlingen. Geen collage of potpourri, maar een eenheid in verhaal, beeld, spel en muziek. Met nog eens voldoende ruimte voor het NNO. Al vrij snel kwam ik uit op een reisverhaal, een odyssee’. Organisatie
Taalkennis, goede internetverbinding en muzikale verstandhouding zijn uitstekende voorwaarden om een musical te schrijven maar er blijven nog belangrijke zaken over zoals fondsenwerving, organisatie van audities, repetities en vormgeving. Wouter Offringa, docent Frans: ‘Wij
september 2013
hebben bij diverse fondsen aangeklopt en honderden brieven verstuurd. De graphics bij het verhaal zijn verzorgd door oud-leerlingen. De kostuums zijn vervaardigd door een ouder met veel ervaring, en een heel team van goede naaisters. Ook het NNO heeft veel tijd en moeite besteed aan de muziekkeuze en de arrangementen.’ Aan Jorien Roesink, muziekdocente van alle eerste klassen en dirigente van het schoolorkest Aulos, was het om de audities voor de zangers te organiseren en met het schoolorkest de stukken in te studeren. De speciaal uitgenodigde musicaldocent Robert Ramaker gaf pluscursussen musical. Alles bij elkaar een ‘gedurfd plan en een complex project’, vindt regisseur Bert Schudde. ‘Gedurfd omdat er een enorme
voorstelling in de laatste repetitieweek gegroeid: én qua timing en organisatie op het toneel, én qua diepgang in het spel en de muziek. Alle betrokkenen hadden veel moed nodig. Theater en klassieke muziek zijn twee verschillende werelden. Het middelbaar onderwijs en een professioneel orkest zijn twee verschillende werelden. Ook Rusland en Nederland zijn twee verschillende werelden. Als regisseur heb ik geprobeerd al die verschillende werelden te laten samensmelten tot een coherente voorstelling, waarin ieders bijdrage tot zijn recht komt. Een project als 3000 mijl in 3 seconden is onmogelijk wanneer je overal controle over wilt houden. Daarvoor is het te complex. Delegeren en ieder laten doen waar hij of zij het best in is, is de sleutel tot succes.’ Resultaat
Iedereen was dolenthousiast. De concentratie tijdens de repetities was ongekend hoog. klus in relatief korte en meestal eigen vrije tijd met een zeer beperkt budget geklaard moest worden.’ Laatste repetitieweek
Pas in de laatste repetitieweek kwam alles bij elkaar: het schoolorkest repeteerde met het NNO, de Russische spelers kwamen na een driedaagse reis naar Groningen en leerden hun Nederlandse medespelers kennen. Jorien Roesink: ‘Aanvankelijk vonden de meeste leerlingen van het orkest de stukken te makkelijk en te kort, vooral als ze alleen het refrein meespeelden. Het kon echter niet anders met slechts zes gezamenlijke orkestrepetities waarvan twee met de zang/toneelgroep. Wij hadden alleen tijd om alle onderdelen in elkaar te passen en de puntjes op de i te zetten.’ Tijdens de orkestrepetities onder leiding van Joost Smeets kregen de leerlingen echt de smaak te pakken: ‘Iedereen was dolenthousiast. De concentratie tijdens de repetities was ongekend hoog. Om tijdelijk een onderdeel te zijn van zo’n groot en goed orkest is een bijzondere ervaring. Het is bijzonder leerzaam geweest om er te zitten, mee te repeteren, in een strak tijdschema te werken, en te horen wat voor mooie klank zich ontwikkelt. De leerlingen zijn geraakt en geïnspireerd.’ Bert Schudde: ‘Stapje voor stapje is de
En een succes werd het wel! Jorien Roesink: ‘De energie die iedereen er in heeft gestopt, is er in honderdvoud weer uitgespat tijdens de voorstelling. Ik ben trots op iedereen die bij de musical betrokken was. In korte tijd hebben we veel bereikt en een mooie voorstelling gemaakt. Ik heb met kippenvel zitten kijken vanuit de zaal!’ Het is het project geworden waar iedereen op gehoopt had. Jeanette Bron: ‘Alles is er samengekomen: taal, techniek, geluid, licht, vormgeving, muziek, instrumenten, zang, acteren, communicatie, rekwisieten, kostuums, grime en niet in de laatste plaats de daadwerkelijke contacten tussen Nederlandse en Russische jongeren die in gastgezinnen geplaatst waren.’ Bert Schudde: ‘Ik kijk met bijzonder veel genoegen terug op de voorstelling. De voorstelling is door alle betrokkenen met veel lef en recht uit het hart gemaakt. Dat geeft een bijzondere energie. Mensen stellen zich open en stijgen boven zichzelf uit. Taal- en andere barrières verdwijnen en er staat een voorstelling die bij het publiek binnenkomt.’ v
Nieuwsgierig geworden?
Praedinius Gymnasium: http://praedi niusgymnasium.mwp.nl > Onderwijs > cultuur Murmansk club: www.murmansk.nl
61
INGEZONDEN
INGEZONDEN
REACTIE VAN DE VLS
INGEZONDEN
LITANIE VAN EEN GEFRUSTEERDE MUZIEKDOCENT
“I
k ben, dat mag ik van mijzelf zeggen, een gedreven muziekdocent in het voortgezet onderwijs, van in de 60 en nu 31 jaar bezig met het ontwikkelen van mijn vak, kijken naar mijn leerlingen, altijd reflecteren, altijd vernieuwen, hoe houd ik ze actief bij de les.
Als docent op een Montessorischool heb ik te maken met de Montessori-karakteristieken: hoofd, hart en handen, maar ook met het leren leren, zelfstandigheid en de voorbereide leeromgeving. Tien jaar geleden, waarschijnlijk in mijn midlifecrisis, begon het te knagen. Ik gaf nog frontaal les en vond het rendement van mijn muziekonderwijs te laag. Ik merkte dat leerlingen het grootste plezier beleefden aan de praktische muziekbeoefening. In die tijd was dat nog voornamelijk Orff, maar was dat wel van deze tijd? Ik besloot het over een totaal andere boeg te gooien. Uitgangspunt was: wat heb ik nodig om mijn leerlingen voldoende te geven om ook in de examenklassen uit de voeten te kunnen? Dat had ik in schema gezet. Belangrijk was: musiceren, luisteren, theorie en ontwerpen. Voor ieder van deze onderdelen zijn werkbladen en portfolio’s gemaakt. De theorie werd ondergeschikt gemaakt aan de andere onderdelen, wat je nodig hebt, legde ik uit of zocht het op in het theoriedossier (een map met alle theorie begrijpelijk uitgelegd - ook digitaal). Omdat alle leerlingen alle onderdelen -musiceren, luisteren en ontwerpen moesten hebben gedaan, leek het mij de beste weg om dit in een carrouselvorm te doen. Leerlingen waren twee weken bezig met één onderdeel, werden daarop beoordeeld en dan draaiden ze door. De lesstof en de opdrachten met de zelfreflectie, per onderdeel, stond in
62
een portfolio. Een klas werd verdeeld in vier groepen en de thema’s wisselden per periode van negen weken. Op deze manier leerden alle leerlingen gitaar, keyboard, drum te spelen, kwamen ze met luisteren in aanraking met alle muzieksoorten en stijlen en waren ze bezig met ontwerpen. In het lokaal stonden de instrumenten: gitaren, keyboards, drumstel, twee combo’s en zes computers, voor het luisteren en ontwerpen, klaar voor gebruik: de voorbereide leeromgeving was gerealiseerd. Leerlingen werkten voornamelijk zelfstandig en werden in de loop der jaren steeds zelfstandiger. In klas 3 waren de leerlingen daadwerkelijk zover dat ze in een band(je) konden spelen. Dat was dan de afsluiting van drie jaar verplicht muziek. Ik had mijn doel bereikt: mijn rendement was verhoogd en het grote merendeel van mijn leerlingen was actief bezig geweest. Oplettende lezertjes zullen gemerkt hebben dat dit bovenstaande in de voltooid verleden tijd is geschreven. Dat is dan ook wat er gebeurd is: muziek als verplicht vak op het rooster is op mijn school voltooid verleden tijd! Volgend jaar staat het niet meer op het rooster. Natuurlijk een bezuinigingsmaatregel, want de kernvakken hebben een hogere prioriteit. Wat mij veel meer zorgen baart, is het motief. Door de schoolleiding wordt gesteld dat het geven van het vak muziek in grote groepen niet kan concurreren tegen de beeldende vakken. Erger nog, volgens de schoolleiding is er geen muziekdocent die dat kan (vergelijkbaar met een godsdienstdocent)! Dus is het begrijpelijk dat de meeste scholen het vak muziek van de lessentabel hebben geschrapt. Hoe kan ik mij verweren tegen zoveel onwaarheden als het mijn eigen situatie
MEELIJDEN EN FRUSTRATIE VAN EEN BESTUUR
betreft? Krijg ik daarin steun van mijn vakbond? Nee! Het enige commentaar van de helpdesk is: ‘Schrijf maar een bezwaarschrift naar de MR van jouw school.’ En: ‘Waarom zit je zelf niet in de MR?’ Dat maakt mijn frustratie compleet! In de steek gelaten door mijn school, in de steek gelaten door de VLS.
“
Hier ligt volgens mij een taak voor de VLS. Ik zal niet de enige zijn die met deze frustratie zit. Willen we het vak muziek voor de toekomst behouden, dan zal er meer moeten gebeuren dan deze reactie van de helpdesk. Sinds het vak muziek niet meer wettelijk verplicht op het rooster dient te staan, zijn we blijkbaar afhankelijk van goedwillende schoolleiders die het belang van ons vak nog inzien. De VLS dient een leidende rol te spelen in het behartigen van onze belangen als hardwerkende muziekdocenten. Daarvoor ben ik lid geworden van de VLS. Red het vak muziek! Zorg dat deze onzinverhalen van schoolleiders niet de overhand krijgen. Onze lobby is te zwak, het vak te belangrijk. Nadat het vak muziek al uit de basisscholen is verdwenen, is nu het voortgezet onderwijs aan de beurt. Zet het vak muziek weer in de markt. Geef het weer de status die het verdient en laat het gewoon weer een verplicht vak zijn in ons hele onderwijsbestel.
In alle acties die we als VLS hebben ondernomen om invloed te hebben op de positie van het vak muziek, kunst of noem het cultuur op scholen, blijkt steeds weer dat het de cultuursector zelf is die zich wenst in te spannen. Vanuit de afdeling O van OCW komt weinig respons. En dat is nog eufemistisch uitgedrukt. Op onze dringende verzoeken om naar aanleiding van het rapport van de verkenningscommissie een reactie te vernemen, reageert het departement met volkomen windstilte. En bij het verschijnen van dit artikel zal inmiddels een besluit kenbaar zijn gemaakt waar wij als partners niet in zijn gekend. In elk geval niet gerespecteerd. Weliswaar komt ons dat niet zo dicht op de huid als de ervaring van de heer Stoelinga, maar als ik mij inleef in het feit dat we deze inzet plegen
Mij zal het niet meer helpen, maar mijn collegae muziekdocenten dienen beter beschermd te worden.
Hans Stoelinga
” kunstzone.nl
Onze collega Hans Stoelinga heeft een drama beschreven dat hem persoonlijk in volle omvang raakt, maar dat wellicht model staat voor de status van het vak muziek in het huidige onderwijs, namelijk dat van vogelvrij. Deze grote zorg delen wij met de heer Stoelinga en dat heb ik hem ook namens het bestuur laten weten. Het spijt ons dat we hem als vakbond niet hebben kunnen bijstaan, omdat de school op dat vlak geen regels lijkt te hebben overtreden. In een gesprek met de heer Stoelinga kreeg ik wel onmiddellijk een grote behoefte diens rector ervan te overtuigen dat er een besluit op zeer twijfelachtige gronden is genomen, maar in overleg is besloten dat niet te doen. Maar wat dan?
namens velen zoals hij in het werkveld, dan is de woede en frustratie toch hevig en fundamenteel. Als VLS-bestuur hebben we er heel veel behoefte aan de banden met de leden in de praktijk te versterken. Met de heer Stoelinga hebben we inmiddels gemerkt dat die behoefte er in het werkveld ook is. We moeten elkaar versterken, elkaar tips geven, op elkaar kunnen rekenen als er op de barricades moet worden gegaan en vooral niet alleen staan in de missie die we in ons vakgebied ongetwijfeld allemaal voelen. Er is een strijd met lange adem nodig om muziek in PO en VO te borgen als een onmisbaar vak en die moet vanaf de werkvloer worden gestreden, want daar wordt het bewijs geleverd. En hoewel ik een voorstander ben van onderzoek naar de effecten van goed muziekonderwijs op de cognitie, de psychosociale vaardigheden, de 21st Century Tools, enzovoort, ben ik er ook van overtuigd dat ons vak alleen door experience based evidence moet worden verdedigd. En dat is wat het werkveld dagelijks doet. Gebeurtenissen zoals van Hans Stoelinga moeten een breed gedragen verontwaardiging oproepen. Aan ons de uitdaging frustratie en woede om te zetten in doelgerichtheid en kracht. De uitdaging om uit de gedeelde ervaring moed en enthousiasme te putten. Namens het bestuur van de VLS.
Reyer P loeg
”
Meelijden en de frustratie van een bestuur september 2013
63 Onze collega Hans Stoelinga heeft een drama beschreven dat hem persoonlijk in volle omvang raakt, maar dat wellicht model staat voor de status van het vak muziek in het huidige onderwijs,
boeksignalementen
recensies
gespot boeksignalementen
toneeldansexpositie&boeken
doorlopende leerlijn muziek
Kunstzinnige vorming met een beperking
De Muziekbus is een online muziekmethode voor groep 3 t/m 8 van het PO. De leerlingen gaan met de lessen actief aan de slag. Ze ontdekken en maken muziek, groepsgewijs, klassikaal of individueel. De werkvormen op het scherm (digiboard of computer) nodigen uit om zelf met geluiden te spelen en te creëren. De handleiding bevat vele fysieke werkvormen, zowel voor midden- als bovenbouw, waarmee de leerkracht (zonder specifieke muzikale ervaring) actieve muzieklessen kan geven. De Muziekbus sluit aan bij de interesses van de leerlingen door de focus op popmuziek. De doorlopende leerlijn zorgt ervoor dat leerlingen eerst kennismaken met de verschillende aspecten van muziek zoals ritme, melodie en klankkleur. Vervolgens gaan de leerlingen zelf creëren door covers te maken van bestaande nummers van De Muziekbus. Uiteindelijk passen ze hun muzikale kennis en inzichten toe in eigen nummers, die worden gepresenteerd op het Muziekbus Festival. De Muziekbus: interactieve muzieklessen voor het basisonderwijs / QLVR. – Utrecht: Muziekbus/QLVR, 2012. www.demuziekbus.nl
Door middel van onderzoek en haar eigen ervaringen heeft de auteur een ‘methode’ ontwikkeld voor kunstzinnige vorming voor mensen met een beperking. Met dit boek als handleiding ontdekt men dat nieuwsgierigheid, onervarenheid of een (lichamelijke) beperking juist tot nieuwe inzichten kan leiden. De filosofie van auteur en kunstenares wordt geïllustreerd met foto’s, tips, opdrachten, illustraties en voorbeelden van 20 kunstenaars en artiesten, die op originele wijze met de zintuigen werken. Je zintuigen als inspiratie: een zoektocht naar kunstzinnige vorming en communicatie / J. van Loon. – Tilburg: Studio Xplo, 2013. - 144 pag. ISBN 9789082016109.
Doorlopende leerlijn cultuureducatie Het KunstKabinet bevat een doorgaande leerlijn voor kunst-, media- en erfgoededucatie voor groep 1 t/m 8 van het PO. Alle materialen en lesbrieven zijn opgeborgen in een meubeltje. Het lesmateriaal sluit aan bij de methode Het Minitheater-Blikopener en bij de kerndoelen van het PO. Kunstkabinet / Creative Kids Concepts. – Goes: Creative Kids Concepts, 2008-2012.
Hulp bij maken van lessen Handleiding voor het opzetten van activiteiten op het gebied van kunst- en erfgoededucatie. Het bevat onder meer informatie over didactiek rondom kunsteducatieve activiteiten of producten, aandacht voor verschillende leermethodes, leertheorieën (zoals van Kolb, McCarty, Gardner, Gelb, en Csikszentmihalyi) en creativiteitspijlers, en vaardigheden en ‘tools’ die een docent nodig heeft voor het geven van onderwijs. Tot slot bevat de handleiding praktische tips voor het geven van workshops of lessen. Kunst- en erfgoededucatie, theorie en praktijk / S. Vandelacluze (red.), J. Van Esch, J. Waerts. - Den Haag: Acco, 2013. - 221 pag. - ISBN 978-9033489-38-9. www.acco.be/download/nl/288397467/toc/kunst-_en_ erfgoededucatie_-_8938_-_10-12-12_-_inhoud.pdf
Lezen oefenen op een tablet Leerlijnen voor kunstdisciplines In deze publicatie zijn de leerlijnen van zes disciplines beschreven: dans, theater, muziek, schrijven (onder de naam KunstID Taalatelier), beeldend en media. Doelgroep: groep 1 t/m 8 van het PO. De leerlijnen zijn door SKVR-docenten en onderwijscoördinatoren samengesteld op basis van hun ervaringen op Rotterdamse scholen. De leerlijnen KunstID en IKEI (Ieder Kind Een Instrument) bieden scholen handvatten voor het opnemen van cultuureducatie in hun curriculum en voor het bereiken van de kerndoelen van het basisonderwijs en vormen de leidraad van waaruit de kunstdocenten werken. In de KunstID- en de IKEI-lessen ligt de nadruk op actieve kunstbeoefening. Kinderen leren specifieke vaardigheden die horen bij het kunstvak dat op school gegeven wordt. Bij het ene vak ligt daarbij het accent op motorische vaardigheden, bij het andere op het leren interpreteren van beeld en werken met beeldtaal. Alle lessen worden verzorgd door professionele kunstdocenten. Zij werken aan drie culturele competenties: creërend vermogen, presenteren en sociale competentie. SKVR leerlijnen cultuureducatie: KunstID, Ieder Kind een Instrument / N. Halman (red.), M. van de Zande (red.), S. Wiegers, ... [et al.] ; SKVR, Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam. - Rotterdam: SKVR, 2013. - 136 pag. www.skvr.nl/Upload/1301-SKVR%20Leerlijnen%20Cultuureducatie.pdf
64
recensies
Prentenboeken worden in toenemende mate gedigitaliseerd, in het verlengde hiervan ligt het digitaal verrijken van boekjes voor beginnende lezers. Middels www.leesdas.nl worden gedigitaliseerde AVI-boekjes aangeboden aan beginnende lezers. In opdracht van Stichting Lezen heeft Universiteit Leiden onderzoek gedaan naar de effecten van gedigitaliseerde AVI-boekjes voor beginnende lezers. Hieruit blijkt dat digitale varianten van AVI-boekjes met gesproken tekst, in combinatie met oplichtende gedrukte tekst, met en zonder voorlezer in beeld een verrijking zijn van het leesaanbod voor beginnende lezers. AVI gaat digitaal: beginnende lezers oefenen op tablet / M. de Jong, A. Bus. – Amsterdam: Stichting Lezen [etc.], 2013. - 37 pag. www.lezen.nl/index.html?spsearch=&age_group_id=0&menu_ item_id=2001&sp1=110
informatie Alle vermelde publicaties zijn opgenomen in de online bibliografie cultuureducatie en amateurkunst van het nieuwe Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). De bibliografie biedt een compleet en actueel overzicht van alle relevante literatuur over cultuureducatie en amateurkunst. Meer informatie: www.lkca.nl/ bibliografie, e-mail:
[email protected], (030) 7115100.
kunstzone.nl
Alarmeren of begeleiden?
een kleurrijke familie
Wanneer Whoopi Goldberg samen met Joop van den Ende producenten zijn van een musical, eentje waarin Goldberg zelf heeft geschitterd, dan weet je dat je achterover kunt leunen en gewoon kan gaan genieten. Dat is zeker waar, ook al is het vooral geschikt voor mensen die meestal geen theater zien. AUTEUR: PAUL ROOYACKERS
Er zijn vele kunstenaarsfamilies waar kinderen het vak van hun ouders spelenderwijs leren en met de vanzelfsprekendheid van veelbelovende erfgenamen in de voetstappen van de ouders treden. Toch komt het niet zo vaak voor dat één familie enkele generaties lang talentvolle telgen voortbrengt die in verschillende kunstvakken uitblinken. Zelfs de meest beroemde dynastie ooit, de Duitse Bachs, beperkte zich tot de muziek. AUTEUR: OLGA DE KORT-
De musical Sister Act is gebaseerd op de awardwinnende filmhit, waarin Whoopi Goldberg zelf de hoofdrol speelde. Deloris van Cartier (Carolina Dijkhuizen) is een diva met veel noten op haar zang, maar zonder succes. Nadat ze per ongeluk getuige is van een criminele afrekening, zoekt ze noodgedwongen haar toevlucht in een klooster met weinig stemvaste nonnen en een bijzonder strenge moeder overste (Simone Kleinsma). Deloris helpt haar zusters hun stem te vinden en herontdekt daarbij ook onverwachts haar eigen stem. Superster Goldberg kan zo’n musical dragen. Zelfs als ze bij de première de zaal komt binnenlopen, merk je dat er een bijzondere vrouw haar entree maakt. Dan is het moeilijk om dat te overtreffen. Toch lukt het Dijkhuizen goed om overeind te blijven, zelfs naast routinier Kleinsma. Dijkhuizen moet daarbij wel opletten dat zingen in een musical iets anders is dan een enorme strot opzetten. De rol die ze speelt, is er een om jaloers op te zijn. Een muf stelletje nonnen aan het swingen krijgen, met daarbij sidekick Kleinsma als supermuts, is natuurlijk heerlijk om te spelen. Neem daarbij geweldige spelers als Burleson en Mulder en de musical weet zich verzekerd van volle zalen. Het verhaal is mager, helaas vaak bij musicals het geval. Toch weet Carline Brouwer, ooit actrice bij toneelgroep De Appel, er een toegankelijke show van te maken. Zo te zien deels ontstaan uit improvisaties, iets dat Brouwer geleerd heeft van meesterregisseur Erik Vos. Voor velen, jong en oud, is Sister Act een zeer toegankelijke musical geworden die geen voorkennis vereist. Het decor is verrassend, de muziek fantastisch, en op sommige momenten wordt het verhaal plotseling erg komisch, zoals de scènes met de drie bendeleden die geweldig acteren en zingen. Ook non Sandra Wijnhout valt op door haar swingende aanwezigheid. Ze heeft net iets meer power dan de andere nonnen. Sister Act AFAS Circustheater Den Haag Woensdagavond t/m zondagavond Matineevoorstelling op zaterdag en zondag www.musicals.nl > Sister Act
september 2013
KOULIKOVA
De Nederlandse familie Andriessen is een zeldzaam geval van een kunstzinnige familie waar naast organisten, componisten, zangers en pianisten ook kunstschilders, schrijvers, een architect en een beeldhouwer opgroeiden. Een biografie van deze familie is tegelijkertijd een beeld van het Nederlandse kunstleven van de afgelopen honderd jaar. Agnes van der Horst kiest voor de componerende Andriessens en hun aandeel in het muziekleven. De ruim 1500 composities van de Andriessens kunnen als muzikale illustraties bij de gehele geschiedenis van de 20e eeuwse Nederlandse muziek dienen. Niet vanaf de zijlijn maar vanuit het middelpunt hebben de pater familiales organist Nicolaas Andriessen, zijn zoon de organist en componist Hendrik Andriessen en diens zonen, de componisten Jurriaan en Louis, alle ontwikkelingen in de hedendaagse kerk-, orgel- en kunstmuziek meegemaakt en medebepaald. In dit informatieve en heldere boek schetst Van der Horst een portret van een warme, muzikale, kunstbeminnende en belezen familie waar ‘het talent kon groeien doordat het werd opgemerkt en gestimuleerd’. De broers van Hendrik, de pianist Willem Andriessen en de ‘beeldhouwer van het verzet’ Mari Andriessen, Hendriks zoon Nico, de latere stadsarchitect van Haarlem, of de dochter, de pianiste en pianodocente Caecilia, iedereen kreeg ‘muziek en kunst met de paplepel binnen’. De opvoedkundige principes van de Andriessens werden gebaseerd op het herkennen van een aanleg en het stimuleren van eigen creativiteit en durf. Muziek, architectuur of journalistiek, iedereen kon zijn eigen weg volgen zolang er één familieprincipe nageleefd werd: ‘Als je iets doet, moet je het ook goed doen!’ Het familieverhaal van de Andriessens reikt verder dan een verhaal van een getalenteerd gezin; het inspireert door maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke ontwikkeling van vele leden van deze kleurrijke familie. De Andriessens Een kleurrijke familie van muzikanten en kunstenaars Agnes van der Horst Uitgeverij Lias, Hilversum 2013 231 pagina’s ISBN 978 90 8803 020 8 Prijs: € 24,95
65
actief met ckv
actief met ckv
actiefmetckv
Te veel…
Helaas kunnen we niet alle nieuwe educatieve activiteiten van de Nederlandse musea en instellingen plaatsen. Wel maakten we een hele mooie selectie! Zie voor meer items www.CKplus.nl/docent.html. Doe mee
Compositiewedstrijd Op weg naar het Nieuwjaarsconcert wordt al tien jaar georganiseerd door de VARA en het Nederlands Blazers Ensemble (NBE). Kinderen en jongeren tot en met achttien jaar worden vanaf vandaag opgeroepen hun eigen muziek te maken en op te sturen. Heb jij muziek in je bloed zitten? Ben jij jong, componist, muzikant? Aanstormend talent? Doe dan mee met de compositiewedstrijd Op weg naar het Nieuwjaarsconcert 2014. Daar hoef je helemaal geen blazer voor te zijn! Verzin je eigen bijzondere, vrolijke, droevige, rauwe, grappige, kortom unieke muziek. Het thema is De waan van de dag. Verder geldt: alles mag en niks moet. Niets is mooier dan je eigen stuk uitvoeren met topmuzikanten op een concertpodium bij jou in de buurt en misschien sta je straks wel met het NBE in Het Concertgebouw tijdens het Nieuwjaarsconcert! Stuur vóór 23 september a.s. je compositie met een geluidsopname naar componeren@ nbe.nl. Meer informatie vind je op www.nbe.nl. Voorafgaand aan het Nieuwjaarsconcert op 1 januari zullen in elke regio (Oost, West, Noord en Zuid) twee voorrondeconcerten plaatsvinden. De gezamenlijke finale vindt plaats op 22 december 2013. www.nbe.nl
1
MediaMasters, het superspannende mediawijsheidspel voor groep 7 en 8, heeft de inschrijving geopend. Tijdens de Week van de Mediawijsheid (van 22 tot 29 november 2013) laten duizenden leerlingen zien hoe mediawijs ze zijn. Met de hulp van opvoeders, leerkrachten en bibliotheken ervaren ze met MediaMasters de kansen van
1 Foto: Remke spijkers
media en worden ze tegelijkertijd uitgedaagd om alert en kritisch te zijn. MediaMasters is een initiatief van Mediawijzer.net om meer aandacht te geven aan mediawijsheid in het onderwijs. MediaMasters is onafhankelijk van niveau, voorkennis en achtergrond van leerlingen uit te spelen. MediaMasters kost gedurende de Week van de Mediawijsheid slechts één uur per dag en vereist een digibord. Meedoen is kosteloos. Ga naar www.mediamasters2013.nl en doe mee! Aanmelden kan tot en met 31 oktober 2013. Mail voor informatie naar
[email protected] of bel (020) 34555088. www.mediamasters2013.nl Educatie
Buma Music Acadamy staat in het nieuwe schooljaar weer open voor deelname door middelbare scholieren. Het is een lessenreeks voor CKV en muziek waarbij klassen en schoolacts strijden om coaching van een bekende Nederlandse artiest en de Music Academy Award 2014! Afgelopen schooljaar heeft dankzij fanatieke docenten in heel Nederland een succesvol pilotprogramma van Buma Music Academy gedraaid. Daarbij zijn vele schoolacts ontstaan, hebben hele klassen de popquiz gespeeld, zijn songteksten geschreven en is gejamd met professionele artiesten. Dit zijn allemaal onderdelen van het lespakket dat speciaal voor middelbare scholieren door Buma Cultuur is ontwikkeld. Het gratis lespakket bestaat uit twee parallelle onderdelen: lesmodules voor een deelnemende klas en een begeleidingstraject voor een eigen schoolact. Elke school wordt gekoppeld aan een Music Master die feedback geeft. Afgelopen schooljaar namen artiesten als Lange Frans, Shary-An en Krystl deze taak op zich. Welke vakbekwame professionals uw leerlingen in schooljaar 2013-2014 begeleiden, is nog een verrassing. Door het uitvoeren van opdrachten kunnen leerlingen een workshop van de Music Master winnen! Tussen
2
2
november 2013 en maart 2014 zal de tweede editie van Buma Music Academy plaatsvinden. Inschrijven kan tot 1 oktober via www.bumamusicacademy.nl
ARTtube, video’s over kunst en design, heeft een nieuwe serie van elf korte video’s over rijkdom en weelde in de kunst: van het bladgoud op de 15de-eeuwse Norfolk-triptiek tot het glimmende reuze-ei van Jeff Koons. Conservatoren van Museum Boijmans Van Beuningen bespreken werken uit de collectie. Van de vijf ARTtubepartners kunt u nog meer video’s in de serie Makers verwachten. Daarnaast zijn er van elke partner in het bijzonder nieuwe video’s over actuele tentoonstellingen in productie. In de planning staat een video over Katharina Grosse in De Pont, een oudere reeks video’s over James Ensor door Gemeentemuseum Den Haag en een video over de restauratie van de installatie van James Turrell in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (MHKA). Museum Boijmans Van Beuningen is momenteel bezig met het produceren van een film over de restauratie van een kunstwerk van Anselm Kiefer, en zal een video maken bij de herfsttentoonstelling over Oskar Kokoschka. Ook verschijnt er binnenkort een portret van Aernout Mik van het Stedelijk Museum Amsterdam. www.arttube.nl Danstheater AYA maakt voorstellingen voor jongeren over actuele, schurende thema’s die aansluiten bij hun belevingswereld. AYA’s voorstellingen zijn krachtig en direct en kenmerken zich door een dynamische mix van dansvormen, speelstijlen en muziek. Choreograaf Wies Bloemen plaatst moderne dans in combinatie met tekst en persoonlijke verhalen van dansers naast populaire uitingen uit de urban culture om jongeren werkelijk aan te spreken in hun eigen taal. AYA speelt haar voorstellingen in theaters en op scholen van VMBO tot HAVO/VWO. Bij alle voorstellingen is er lesmateriaal. Zo
3
3 Harnas - Foto: jochem jurgens
zijn er lessen ter voorbereiding op het voorstellingsbezoek en voor de nabespreking, achtergrondinformatie voor de docent over (de thema’s van) de voorstelling en een DVD met onder andere interviews met de makers. Ook mogelijk is een workshop van twee lesuren door twee docenten van AYA voor maximaal 30 leerlingen per workshop. Bel of mail voor informatie naar Annemieke Bot: (020) 3868574 of mail naar
[email protected]. www.aya.nl De Dode Zeerollen worden t/m 5 januari 2014 in twee sets van acht stuks getoond in het Drents Museum. Deze rollen zijn van groot belang voor onze kennis over het vroege jodendom en christendom. Een aantal fragmenten zijn nog niet eerder aan het publiek getoond. Naast de manuscripten zijn er ruim vierhonderd bijzondere objecten uit het oude Judea, Masada, En Gedi, Gamla, Jeruzalem en de grotten van Qumran, die de geschriften plaatsen in de culturele en historische context van de Grieks-Romeinse tijd. Voor groep 7 en 8 van het PO en het VO is er een gevarieerd onderwijsprogramma van anderhalf uur. www.drentsmuseum.nl, Drents Museum Assen
4
Rudolf Steiner De alchemie van het alledaagse besteedt in de Kunsthal van 10 november t/m 12 januari 2014 voor het eerst in Nederland aandacht aan het werk en gedachtegoed van Rudolf Steiner. De tentoonstelling komt tot stand in samenwerking met het Vitra Design Museum in Weil am Rhein. De wetenschapper, filosoof en kunstenaar Rudolf Steiner geldt als een van de meest invloedrijke en tegelijkertijd een van de meest controversiële hervormers van de twintigste eeuw. Als oprichter van de Waldorf Schule stond hij aan de wieg van de antroposofische wetenschap. Steiners gedachtegoed was inspiratiebron voor vele grote kunstenaars waaronder Piet Mondriaan, Wassily Kandinsky
en Joseph Beuys. Ook wordt hij gezien als de grondlegger van de organische architectuur. Schoolbezoek via balie@kunsthal. nl / 010-4400300. Bij deze tentoonstelling wordt educatief materiaal ontwikkeld voor het basisonderwiis en het voortgezet onderwijs. Het VO-materiaal bestaat uit opdrachtenkaarten waarmee leerlingen gezamenlijk en gericht kennismaken met het gedachtegoed van Rudolf Steiner. De opdrachten zijn gericht op vier thema’s: meubels en architectuur, duurzame landbouw en voeding, sociaal ondernemen en expressie. De leerlingen zullen zich de voorbeelden in de tentoonstelling koppelen aan de actualiteit. Het PO-materiaal bestaat uit een kijk&doe-tocht waarmee leerlingen zelf door middel van kijk-, teken- en doe-opdrachten de tentoonstelling bekijken. Een voorbereidende les voor op het digitaal schoolbord met beelden uit de tentoonstelling en informatie voor de begeleiders is vanaf de openingsdag te downloaden. Educatief materiaal is gratis verkrijgbaar aan de kassa van de Kunsthal en online beschikbaar vanaf de openingsdatum van de tentoonstelling. www.kunsthal.nl, Kunsthal Rotterdam
Xapp Basisschoolprojecten kent drie projecten: 1) Theaterproject: Op de eerste projectdag werken de kinderen in een circuitvorm aan verschillende onderdelen van de theatervoorstelling. De volgende dag vindt er op school onder andere een generale repetitie plaats en eindigt de dag met een spetterende voorstelling waar ouders en andere belangstellenden voor uitgenodigd worden. 2) Filmproject: Aan de hand van een script van Xapp leren kinderen wat er allemaal komt kijken bij het maken van een film of een videoclip. Tijdens een of twee dagen worden de kinderen gecast, geregisseerd en begeleid. 3) Musicalproject: Verspreid over een aantal weken komt Xapp negen dagen langs om met de kinderen van groep 4-5 t/m groep 8 de musical
4
5 catharina crepax - libra (2012)
in te studeren. De docenten van Xapp werken steeds met één groep leerlingen, terwijl de rest van de school gewoon in bedrijf is. www.basisschoolproject.nl
CODA Paper Art 2013 laat t/m 27 oktober in CODA Museum zien dat papier een fantastisch materiaal is voor beeldende kunst en sieraden. Het inspireert kunstenaars en ontwerpers al eeuwenlang tot het creëren van kunstwerken door de verschillende structuren, de uiteenlopende eigenschappen en het grote aantal mogelijkheden. Niet alleen als beelddrager en als middel om de toeschouwer een kijkje te geven in de wereld van de kunstenaar, maar ook als materiaal is papier bijzonder veelzijdig en interessant. Het werk van maar liefst 24 beeldend kunstenaars en 15 sieraadontwerpers uit binnen- en buitenland wordt gepresenteerd. www.coda-apeldoorn.nl/paperart, CODA Museum Apeldoorn
5
Grote Namen Chanel: de legende is van 12 oktober t/m 2 februari 2014 te zien in Gemeentemuseum Den Haag. De Little Black Dress, het Chanelmantelpakje en Chanel No.5, wie kent ze niet? Met haar revolutionaire ontwerpen veranderde Gabrielle ‘Coco’ Chanel (1883-1971) de vrouwelijke garderobe in de twintigstee eeuw. Chanel stond voor elegantie, stijl en bewegingsvrijheid. Haar ontwerpen werden klassiekers en zijn nog altijd actueel. Chanels kleurrijke levensloop, van rags to riches, spreekt al generaties tot de verbeelding en inspireert nog steeds. Deze tentoonstelling vertelt het fascinerende verhaal van Coco Chanel en haar befaamde modehuis. De tentoonstelling toont diverse topstukken zoals originele Chanelontwerpen uit de jaren twintig en dertig, mantelpakken uit de jaren zestig en creaties gedragen door beroemde klanten zoals Marlene Dietrich, Romy Schneider en koningin Paola van België. Chanel: de legende neemt de bezoeker mee op een
6
6
adembenemende reis door het leven en werk van Coco Chanel. Daarnaast wordt ook de rol van Karl Lagerfeld belicht, die het modehuis sinds 1983 nieuw leven inblies door Chanels erfenis te combineren met de huidige tijdsgeest. Respectvol, stijlvol en met de esprit van zijn illustere voorgangster. Zoals Coco Chanel al zei: ‘Fashion fades, only style remains the same’. www.gemeentemuseum.nl, Gemeentemuseum Den Haag
Edith & Egon Schiele en Harriët van reek vormen een geheel, omdat het bijzondere portret dat kunstenaar Egon Schiele maakte van zijn vrouw Edith de inspiratiebron was voor een nieuw kinderkunstboek van prentenboekillustrator- en schrijver Harriët van Reek. Het ontroerende en fantasievolle Edith & Egon Schiele is het tiende deel uit de serie kinderkunstboeken die het Gemeentemuseum Den Haag uitgeeft in samenwerking met Uitgeverij Leopold. Het prentenboek is verkrijgbaar bij (kinder)boekhandels in het land en in de museumwinkel van het Gemeentemuseum Den Haag. Ook is er in het museum t/m 6 oktober een speciale kindertentoonstelling met de originele illustraties van Harriët van Reek. Natuurlijk is er in de kindermuseumzaal behalve veel te zien en te lezen, ook van alles te doen en te maken. www.gemeentemuseum.nl, Gemeentemuseum Den Haag Gauguin, Bonnard, Denis. Een Russische liefde voor Franse kunst is een expositie waarin de Hermitage Amsterdam van 14 september t/m 28 februari 2014 aandacht besteedt aan drie grote namen uit de Franse schilderkunst aan het einde van de negentiende en begin twintigste eeuw. Na de doorbraak van het impressionisme zochten zij naar nieuwe artistieke wegen. De ongrijpbare Paul Gauguin (1848-1943) was de inspiratiebron voor de introverte Pierre Bonnard (1867-1947) en de theoreticus Maurice Denis (1870-1943). Samen
7
met Valloton en Vuillard verenigden Bonnard en Denis zich onder de naam Les Nabis. Met hun platte schilderijen - het traditionele lineaire perspectief ontbreekt in die beginperiode - luidden de Nabis-kunstenaars samen met andere vernieuwers als Van Gogh en Gauguin de moderne kunst in. Met hun schilderijen in ongemengde kleuren, hun expressieve gebruik van vorm en een sterk coloriet baanden zij het pad voor de vrije en abstracte kunst. De rijke Russische verzamelaar Ivan Morozov was al spoedig gecharmeerd van de jeugdige talenten, kocht werk aan en gaf later ook grote opdrachten. Voor het onderwijs is er een programma voor verschillende niveaus. Introductie in het studiecentrum, daarna tentoonstellingsbezoek aan de hand van themakaarten. www.hermitage.nl, Hermitage Amsterdam Eugène Brands Imaginair is t/m 29 september in het Chabot Museum naar aanleiding van zijn honderdste geboortejaar. Hij stond aan de wieg van CoBrA, samen met kunstenaars als Appel, Constant en Corneille. Hij bleef zijn gehele leven trouw aan zijn intuïtie en bewandelde consequent zijn eigen weg. www.chabotmuseum.nl, Chabot Museum Rotterdam
8
informatie De vermelde activiteiten vormen een selectie uit de overzichten van de cultuur- en kunstsite CKplus. nl, samengesteld door de beheerders Wil en Hans Weikamp. CKplus geeft actuele overzichten van educatieve activiteiten, exposities en naslag sites van de culturele en kunstinstellingen. Deze informatie vindt u op www.CKplus.nl, e-mail
[email protected].
7
coco chanel in 1936 Paul Gauguin - nave nave moe (1894)
8
‘Ik sta voor de kwaliteit van mijn onderwijs’
Je bent leraar en daar ben je trots op. Je schept kansen voor een nieuwe generatie. Laat zien dat je bevoegd en bekwaam bent en dat je hieraan blijft werken. Registreer je op registerleraar.nl. Je draagt hiermee bij aan een sterke beroepsgroep.
Laat zien wat je waard bent. Sta in het register. De Onderwijscoöperatie bestaat uit de bovenstaande vijf lidorganisaties