Seminaries: toelichtingen- en aanbodfolder STAFke Aanbod schooljaar 2014-2015
I
Toelichtingen
1
Uitgangspunt
Om de keuzebekwaamheid van leerlingen van de derde graad aan te scherpen (VOET, Leren leren, Keuzebekwaamheid, 13,14, 15, 161) en om zich te verdiepen in lesonderwerpen die bij de interessesfeer aanleunen, kiezen leerlingen van het 5de en 6de jaar ASO uit het aanbod keuzeseminaries een vak van 2 uur per week zelf. De seminaries zijn •
Gericht op en vertrekkend vanuit onderzoekscompetenties
•
Gericht op hoger onderwijs
•
Gericht op verbreding en/of verdieping
•
Gericht op talentontwikkeling
Leerlingen kiezen vanuit interesse en/of talent twee seminaries per schooljaar. Het eerste keuzeseminarie loopt van begin september tot eind januari, het tweede van februari tot juni. De eindevaluatie gebeurt in het rapport van juni. Eind januari ontvangen de leerlingen een rapport van het eerste seminarie. Per keuzeseminarie worden er maximum 20 leerlingen toegelaten.
2
Praktisch
1
Maak een top 4 van seminaries, die je zou willen volgen in het eerste semester;
2
Maak een verschillende top 4 van seminaries, die je zou willen volgen in het tweede semester. Het keuzeformulier vind je op de laatste bladzijde.
Voor het opstellen van je persoonlijke keuze, stel je jezelf volgende vragen Behoor ik tot de aangegeven doelgroep? Wordt er een bepaalde voorkennis verwacht? Herken ik mezelf in het profiel van de leerling?
1
Vlaamse Overheid, VOET@2010, Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs, blz. 23
2
II Aanbod Semester 1
Keuzeseminarie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
African American Literature Basiseconomie Chinees 1 Elektronica Filosofie Inleiding in de psychologie Italiaans Kunstbeleving Made in Germany Politiek België Spaans I Stijl in woord en beeld Voeding en gezondheid Wereldburgerschap WO I - lesjes lagere school
Semester 2
Keuzeseminarie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Academic English African American Literature Businessplan Chinees 2 Euregio Elektronica Filosofie Inleiding in de psychologie Italiaans Kunstbeleving Politiek België Spaans I Spaans 2 Statistiek Stijl in woord en beeld Voorbereiding toelatingsproef geneeskunde WO I - Bronnenonderzoek
Op de volgende bladzijden vind je per semester een beschrijving van de seminaries.
3
SEMESTER 1
4
1
AFRICAN-AMERICAN LITERATURE
Doelgroep -
Leerlingen van 5 en 6ASO Goede beheersing van het Engels is een pluspunt Graag lezen is noodzakelijk: we lezen 4 boeken in een relatief korte tijdspanne (duur van het seminarie)
Inhouden We bestuderen de geschiedenis van de slavernij in de Verenigde Staten en de gevolgen ervan voor de Amerikaanse samenleving aan de hand van een syllabus. De syllabus en de lessen zijn in het Engels. We lezen en bespreken vervolgens literair werk van Amerikaanse schrijvers met Afrikaanse roots. Je kiest zelf in welke taal je de boeken leest. Je schrijft een paper over een boek naar keuze (de leerkracht beslist wel of het boek geschikt is) of over een aspect van de Afro-Amerikaanse samenleving. Doelen -
Culturele en maatschappelijke vorming Kritisch inzicht krijgen in de maatschappelijke positie van de African-Americans Inzicht krijgen in de structuur van literaire teksten Leren presenteren van eigen bevindingen en meningen in een groepsgesprek Leren schrijven van een paper
Werkvormen -
Doceren Onderwijsleergesprek Begeleid zelfstandig werk
Evaluatie De helft van de punten staan op dagelijks werk: voorbereidingen, kennistoetsen, medewerking tijdens de les, … De andere helft staat op de verwerkingsopdrachten: schriftelijke en mondelinge presentatie. Je kiest zelf in welke taal, Nederlands of Engels, je geëvalueerd wil worden.
5
2
BASISECONOMIE
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO van niet-economische richtingen. Inhouden Met economie bestudeer je de realiteit van het economisch leven en de bedrijfswereld: macro- en micro-economie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het ondernemen zelf. De volgende thema’s komen aan bod: -
Thema 1: De kern van het ondernemen; Thema 2: Werken in een onderneming; Thema 3: Ondernemen is risico’s nemen en beheersen; Thema 4: Boekhouden; Thema 5: Kleine en grote ondernemingen; Thema 6: Produceren voor de wereldmarkt; Thema 7: Groei en welvaart.
Doelen -
Begrijpen en toepassen van economische begrippen. Je werkt graag met cijfers. Je analyseert graag economische teksten. Je kan creatief omgaan met informatie. Je houdt van variatie in werkvormen: ICT, tabellen maken, grafieken ontwerpen, cijfers interpreteren, teksten analyseren… Je hebt interesse in de economische actualiteit en de bedrijfswereld.
Onderzoekscompetenties Elk thema is opgebouwd uit onderzoeksvragen met een opsomming van de doelstellingen in vraagvorm. Hierdoor neem je een onderzoekende houding aan, d.w.z. informatie zoeken, selecteren, bewerken en schriftelijk rapporteren. Werkvormen Een evenwichtig samengaan van kennis en competentie leert je inzicht verwerven in economische thema’s. Je wordt individueel, in duo’s of in groep aan het werk gezet om opdrachten en oefeningen tot een goed einde te brengen. Evaluatie Permanente evaluatie in de vorm van opdrachten, toetsen, probleemoplossend (samen)werken, interesse en inzet tijdens de lessen.
6
3
CHINEES 1 VOOR BEGINNERS (aanvangscursus)
Nĭ hăo!
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO (voorkennis is niet vereist) Inhouden Chinees is de meest gesproken taal ter wereld, en met de groeiende Chinese economie neemt het belang van deze taal nog steeds toe. In de ons omringende landen behoort het vak Chinees ondertussen al tot het vaste lessenpakket van het secundair onderwijs. Vermits het Chinees totaal geen affiniteit met ons Westers taalsysteem heeft, willen we deze cursus uitspreiden over 2 seminaries : naast een aanvangscursus is er voor de echte liefhebbers eventueel ook nog de mogelijkheid om daarop een vervolgcursus te volgen in een volgend seminarie. We houden ons niet alleen bezig met de Chinese taal, maar maken ook kennis met de rijke Chinese cultuur en gebruiken, de actuele politieke en economische ontwikkelingen, kalligrafie en schilderkunst, tai-ji en qigong, … En natuurlijk ook met het Chinese Nieuwjaar! Doelen Chinese taal Spreken: je leert van een native speaker de juiste toon en de juiste uitspraak – wat voor deze taal wel heel belangrijk is! Je kan gesprekjes voeren met als thema: jezelf voorstellen, begroeten, familieleden, hobby's, eten, school, job, getallen, het weer, de weg vragen, vervoer, winkelen,... Schrijven: je kan beperkt enkele veel voorkomende karakters schrijven, je leert typen met een Chinees typprogramma, je kan een kalligrafie maken. Luisteren: je kan korte zinnen en dialoogjes begrijpen, je kan de juiste tonen herkennen. Lezen: je kan je de sleutel (bushou) en de oorsprong van veel voorkomende karakters herkennen. Werkvormen De lesaanpak omvat een mengeling van doceren afgewisseld met de praktijk (kalligrafie, taiji,…), groepswerk en presentaties over individuele interessegebieden. Evaluatie Permanent (inzet en inbreng tijdens de lessen) en tussentijds (taken, opdrachten, kleine toetsen, groepswerkjes).
7
4
ELEKTRONICA
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO wetenschappen Inhouden Elektronica is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Denk maar aan TV, GSM, tablet, smartphone, domotica,… Daarom willen we jullie laten kennismaken met elektronica. We bekijken enkele elektronische onderdelen, ontleden ze theoretisch en gebruiken ze in kleine schakelingen waarbij we onze soldeervaardigheid inoefenen. Daarna gebruiken jullie de verworven kennis om een eigen ontwerp te realiseren dat priemgetallen binair detecteert. Doelen -
Je maakt een keuze tussen NAND-/ NOF-/ NOR-poorten Je gaat op zoek naar de logische vergelijking voor detectie van priemgetallen aan de hand van je voorgaande keuze. Je controleert deze vergelijking aan de hand van een computerprogramma. Je maakt een inventaris van de componenten die je nodig hebt. Je koopt zelf deze componenten aan. Je soldeert ze op een printplaat volgens je eigen schema. Je integreert deze printplaat in een zelf gekozen behuizing en je verantwoordt deze keuze. Je presenteert je werk aan je medeleerlingen van dit seminarie.
Onderzoekscompetenties -
Een onderzoeksopdracht met een fysische component voorbereiden, uitvoeren en controleren.
Werkvormen -
Probleemgestuurd leren: vanuit de onderzoeksvraag zoek je naar de gepaste oplossing Simulatie: via software simuleer je jouw oplossing Labopracticum: solderen Begeleid zelfstandig leren en onderwijsleergesprek: het theoretisch aspect
Evaluatie Permanente evaluatie: inzet tijdens de lessen, initiatief, soldeervaardigheid en het eindresultaat.
8
5
FILOSOFIE
Doelgroep Voor leerlingen van 5 en 6 ASO (uit elke studierichting) die een academische opleiding ambiëren en die graag nadenken over belangrijke vragen. Filosofie maakt nu eenmaal deel uit van het curriculum van de meeste academische opleidingen, van rechten tot letterkunde en geneeskunde. Inhouden Al meer dan tweeduizend jaar stellen mensen dezelfde vragen, zoals: ‘Wat is (moreel) goed?’, ‘Moeten we wel moreel goed zijn?’, ‘Kan een mens gelukkig zijn?’, ‘Wat is geluk, überhaupt?’. We hebben nog steeds geen definitieve antwoorden... De titel van het seminarie is: ‘Inleiding tot de westerse filosofie’. En de vlag dekt de lading. Het wordt een spannende reis langs een aantal van de grote en minder grote denkers uit de geschiedenis, gaande van de (lichtjes excentrieke) presocratici tot en met Wittgenstein en Sartre. Kortom, een avontuur voor de hersenen en de geest. Met de luxe van ‘perfect hindsight’ kunnen we de denkprocessen van de grote filosofen analyseren én bekritiseren. Dit seminarie is bedoeld voor leerlingen die actief willen meedenken, bereid zijn om los te komen van vastgeroeste clichés en niet bang zijn om hun – gefundeerde – mening te verwoorden, zowel mondeling als schriftelijk. Doelen Het einddoel is duidelijk en tweeërlei: enerzijds een inzicht verwerven in hoe mensen hebben geprobeerd om levensvragen te beantwoorden en anderzijds je eigen denkproces hierover te activeren. We gebruiken hiervoor verschillende werkvormen en opdrachten (zie verder). Uiteindelijk zal je een eigen filosofisch gefundeerd antwoord moeten kunnen formuleren op een specifiek filosofische vraag (paper). Onderzoekscompetenties Leerlingen moeten informatie kunnen verzamelen, bewerken en kritisch evalueren. Ze moeten (onder begeleiding én zelfstandig) een onderzoeksopdracht kunnen uitvoeren, erover rapporteren en hun conclusies kunnen confronteren met andere standpunten. Werkvormen We proberen zoveel mogelijk verschillende werkvormen te gebruiken: hoorcollege (door de leerkracht of een online ‘gastdocent’), peer-teaching, individuele research, creatieve opdrachten en uiteraard héél véél discussies. Evaluatie Die is permanent, wat het gedeelte ‘proces’ betreft: actieve inzet tijdens de les, op tijd indienen van opdrachten, bereidheid tot samenwerking. Het gedeelte ‘product’ wordt beoordeeld op basis van opdrachten, toetsen, presentaties en een finale paper (verhandeling). Sommige opdrachten zijn groepswerk, andere zijn individueel.
9
6
INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE
Doelgroep -
Alle leerlingen van 5 en 6 ASO, uitgezonderd HW, die zichzelf en de mensen rondom hen beter willen begrijpen
Inhouden Wat is psychologie en welke stromingen zijn er? Hoe verschilt deze wetenschap van gewone mensenkennis? Komen mannen echt van Mars en vrouw van Venus? Hoe kan je “nee” leren zeggen? Wat is het verschil tussen liefde en verliefdheid en waarom worden we verliefd? Is de mens een kuddedier? Waarom pleegt iemand een moord? Wat is schizofrenie? Deze en vele andere vragen zullen door een wisselwerking tussen wetenschappelijke degelijkheid en een praktische bruikbaarheid verklaard worden. Zo kan je het gedrag van mensen niet enkel beschrijven of begrijpen, maar soms ook voorspellen! Tijdens dit seminarie ben je dus een onderzoeker van het menselijk gedrag. De kennis die je hierdoor vergaart, helpen je vraagstukken op te sporen in de samenleving en in je eigen leven. Via allerlei interpretatiekaders en wetenschappelijke verklaringsmodellen kan je zo een oplossing trachten te vinden voor de dagdagelijkse problemen die hierboven o.a. beschreven staan. Op die manier ben je voorbereid op verdere studies waar het vak of de richting psychologie deel van uit maakt én leer je jezelf en de mensen rondom je beter te begrijpen.
Doelen - je bestudeert op een systematische manier een aantal verschijnselen betreffende mens en samenleving die je in het dagelijks leven waarneemt; - je maakt kennis met interpretatiekaders en wetenschappelijke verklaringsmodellen binnen de psychologie; - je verklaart op een wetenschappelijke manier de menselijke geest en het menselijk gedrag; - je kan het menselijk gedrag observeren, analyseren en verklaren; - je tracht oplossingen te vinden voor de dagdagelijkse problemen op psychologisch vlak; - je confronteert je eigen subjectieve kijk met een wetenschappelijke onderbouwde visie op de mens en maatschappelijke verschijnselen; - via bewustwording en kritische reflectie krijg je inzicht in de eigenheid van de mens; - je kan omgangsvaardigheden zoals actief luisteren, niet-bedreigend confronteren en omgaan met kritiek toepassen in een realistische context.
Onderzoekscompetenties - de leerlingen kunnen zich oriënteren op een psychologisch onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen, te bewerken en te analyseren of verkregen informatie te ordenen, te verwerken en te analyseren; - de leerlingen kunnen over een psychologisch vraagstuk een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren; - de leerlingen kunnen de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en ze confronteren met andere standpunten; - de leerlingen kunnen aan de hand van diverse zoeksystemen, zowel traditionele als geautomatiseerde, gericht bronnenmateriaal verzamelen, analyseren, selecteren en ordenen.
10
Werkvormen - individueel, paar- of groepswerk - presentatie - rollenspel - doceren, informatieve sessies - onderwijsleergesprek Evaluatie Proces: permanente evaluatie: inzet tijdens de lessen, inbreng tijdens doceermomenten en informatieve sessies, attitude Product: concretiseren van inhouden via toepassingstaken, onderzoeksopdrachten, presentaties (individueel, paar- of groepswerk)
11
7
ITALIAANS
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO (voorkennis is niet vereist) Inhouden Buongiorno! Dit en nog veel meer kan je straks zeggen als je een bezoek brengt aan het zonnige Italië. Een bezoek aan Italië is natuurlijk pas echt aantrekkelijk als je de taal spreekt. Je leert daardoor de Italianen en hun cultuur ook beter kennen. Het seminarie Italiaans maakt je wegwijs in deze levendige taal. Alledaagse onderwerpen, maar ook herkenbare situaties die je in Italië tegenkomt, komen aan bod. De Italiaanse taal lijkt erg moeilijk. Dit komt omdat we vinden dat Italianen zo snel praten en doordat de taal niet lijkt op de onze. Toch kan je Italiaans net zo snel en gemakkelijk leren als elke andere taal. Je hebt geen speciale voorkennis nodig. Arrivederci...
Doelen Na dit seminarie ben je in staat om een aantal basishandelingen in het Italiaans te verrichten: jezelf voorstellen, over je familie spreken, personen en dingen beschrijven, de weg vragen en uitleggen, op restaurant gaan … Je zal een basisgesprek in een normaal tempo in het Italiaans kunnen begrijpen en zelf een basisgesprek kunnen voeren. Werkvormen - individueel, paar- of groepswerk - presentatie - rollenspel - doceren, informatieve sessies - onderwijsleergesprek Evaluatie - Permanente evaluatie: inzet en inbreng tijdens de lessen - Tussentijdse evaluaties: kennis (woordenschat en grammatica), vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven) - S-toets: geziene leerstof van een volledig semester
12
8
KUNSTBELEVING
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO Inhouden Waarom steken sommige kunstwerken, beelden of gebouwen met kop en schouders uit boven de rest? Wat maakt hen speciaal en waarom trekt het mensen over heel de wereld en over alle tijden heen aan? We maken een reis door de wondere wereld van beeldende kunsten, muziek en architectuur. Van de Grieken en Romeinen naar Jan Van Eyck, Leonardo Da Vinci tot Picasso en Mondriaan. Van Johann Sebastian Bach naar Kandinsky tot jazz- en popmuziek. Dit en zoveel meer… . Aan de hand van allerlei opdrachten leer je ze te begrijpen, kom je tot een inzicht, zoek je naar de boodschap die ze spreken en vooral: ga je kunst in al zijn facetten BELEVEN. We doorlopen verschillende stijlstromingen en analyseren een aantal voorbeelden uit de grote rijkdom die elke periode te bieden heeft. Dit gebeurt op verscheidene manieren: klassikale bespreking, individuele opdrachten, groepswerken en presentaties, het bekijken en beluisteren van beeld- en geluidfragmenten, creatieve opdrachten, het bezoeken van tentoonstellingen,… . Voorafgaande kennis is niet vereist, interesse en een open houding t.o.v. de verschillende kunstvormen wel. Doelen en onderzoekscompetenties Een verrijkende kunstbeleving waarbij je nieuwsgierigheid, bewondering en waardering in kunst groeit. Dit bereiken we d.m.v.: -
A.d.h.v. een kijkwijzer een werk kunnen analyseren en bespreken; Beeld- en geluidfragmenten kunnen bekijken en beluisteren a.d.h.v. opgegeven aandachtspunten (kleur, licht, geluid, beeld, vorm, boodschap,…); Een eigen mening kunnen vormen en hierover in debat gaan met je medeleerlingen; Zelfstandig of in groep opdrachten uitvoeren, al dan niet gevolgd door een presentatie; Creatief durven zijn (voorbeeld: eigen interpretatie van het Laatste Avondmaal); …
Werkvormen -
Doceren Opdrachten: individueel, klassikaal en groepswerk/schrijfopdrachten/opzoekwerk/creatieve opdrachten (eigen expressionistisch werk op muziek naar voorbeeld van Kandinsky,…) Presenteren Bezoeken tentoonstelling
Evaluatie Combinatie van permanente evaluatie opgedeeld in proces (inzet, gepaste houding en interesse, materiaal, respecteren deadlines) en product (resultaat van opdracht, presentatie), afgewisseld met een mogelijke toets voor bepaalde hoofdstukken.
13
9
MADE IN GERMANY
Doelgroep -
Dit seminarie is geschikt voor 5 en 6 Dit seminarie is bedoeld voor alle studierichtingen, behalve Moderne Talen
Inhouden Aan de hand van interessante bekende Duitse films, songs, beroemde personen, actualiteit en culturele eigenheden - de leerlingen brengen ook zelf voorstellen en thema’s aan - gaan we dieper in op de Duitse taal in al zijn aspecten. Wanneer je in je vakkenpakket van de derde graad geen Duits meer hebt, en je je toch nog op een leuke en zinvolle manier in deze belangrijke taal wil verdiepen, dan is dit iets voor jou! Doelen We gaan dieper in op boeiende fragmenten en oefenen daarbij: woordenschatverwerving spreeksituaties, discussies, dialogen luistervaardigheid (film, song, YouTube…) leesvaardigheid van verschillende tekstsoorten de belangrijkste onderdelen van de Duitse grammatica in een notendop beperkte schrijfvaardigheid (mailtjes, brief, opinie) achtergrondkennis over het Duitstalige gebied zelfredzaamheid in de Duitse taal Werkvormen Doceren, individueel oefenen, groepswerk, partnerwerk en discussies. Evaluatie Permanente evaluatie van opdrachten, taken, kleine toetsen, inzet, motivatie en vooruitgang.
14
10
POLITIEK BELGIË
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO, met uitzondering van de richting Humane wetenschappen (deze leerlingen bestuderen dezelfde leerstof binnen het vak cultuurwetenschappen). Inhouden Binnen afzienbare tijd word je 18 jaar. De Belgische wet beschouwt je vanaf dan als meerderjarig en verwacht dan ook dat je jouw politieke rechten en plichten opneemt. Maar wat zijn die rechten en plichten? Waarvoor staan al die verschillende politieke partijen die schijnbaar eindeloos met elkaar in de clinch gaan? Hoe worden die politici verkozen? En wat moet ikzelf heel concreet doen als ik ga stemmen? Wat gebeurt er stap voor stap vanaf het moment dat ik mijn stem heb uitgebracht tot de dag waarop een nieuwe regering de eed aflegt? En hoe zit het nu eigenlijk met die ogenschijnlijk vreselijk ingewikkelde federale structuur van ons land? Dit seminarie tracht, aanvullend op het vak geschiedenis, een antwoord te geven op deze en tal van andere vragen over ons Belgisch politiek systeem en het ontstaan ervan. Hierbij leggen we zoveel als mogelijk verbanden met de politieke actualiteit. Op deze manier krijg je een beter zicht op de manier waarop ons land bestuurd wordt en hoe jij hier zelf een actieve rol in kan spelen. Politieke voorkennis is niet vereist, een gezonde dosis interesse ten aanzien van wat er in onze samenleving (en meer specifiek op politiek vlak) elke dag opnieuw gebeurt wel. Ben jij een kritische geest die eindelijk wel eens het fijne wil weten van de manier waarop ons land – en dus ook het leven van ieder van ons – gestuurd en bestuurd wordt, dan biedt dit seminarie wellicht een antwoord. VOOR LEERLINGEN DIE DENKEN AAN HOGERE STUDIES ZOALS POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN, RECHTEN EN COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN: Heel wat van onze oudstudenten hebben ons de voorbije jaren laten weten dat ze het ontbreken van een meer grondige politieke voorkennis als een gemis ervaren bij het aanvatten van hun hogere studies. Dit seminarie kan je helpen dit gemis te minimaliseren en je zo beter voor te bereiden op die studies.
Doelen - Inzicht verwerven in de basisprincipes van een democratie en een rechtsstaat, en in de structuur en de werking van onze federale staat. - Een antwoord geven op de vraag: hoe verlopen verkiezingen in de praktijk? - Vertrekkende vanuit de geschiedenis van het Belgisch stemrecht inzicht verwerven in de manier waarop de zetelverdeling tussen de verschillende partijen in de loop der jaren geëvolueerd is. - Het ontstaan en de standpunten van de verschillende politieke partijen in Vlaanderen beschrijven en verklaren vanuit hun ideologische achtergrond en hun opvattingen over mens en maatschappij. Deze standpunten toetsen aan de politieke actualiteit. - Aantonen hoe iedere burger kan participeren aan de politieke besluitvorming. Werkvormen Naast de lesmomenten waarin je leerkracht doceert of een leergesprek met je aangaat, komen ook de volgende werkvormen aan bod: - ICT-opdrachten: begeleid zelfstandig werk ter voorbereiding van de te behandelen thema's - groepswerk: studie van een bepaalde politieke partij, haar ideologie en haar standpunten 15
- presentatie: een mondelinge presentatie rond de bestudeerde politieke partij - debat: rond een opgegeven onderwerp, waarbij elke groep het standpunt tracht te verdedigen van de bestudeerde politieke partij
Evaluatie Wat de evaluatie betreft wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds je dagelijks werk en anderzijds een S-toets die je op het einde van dit seminarie aflegt: - Het Dagelijks Werk beoordeelt de manier waarop je stap voor stap de verschillende onderdelen en thema's verwerkt (procesevaluatie). Het DW telt mee voor 50% van de punten en bestaat uit de behaalde resultaten op de uitgevoerde opdrachten, de afgelegde toetsen, de presentatie(s) en een attitudebeoordeling (inzet, houding t.a.v. de leerstof en het lesgebeuren, …). - Op het einde van het seminarie leg je een S-toets af om na te gaan of je de besproken thema's en hun onderlinge verbanden in hun geheel begrepen hebt en beheerst. Ook deze S-toets telt mee voor 50% van de punten.
16
11
SPAANS 1
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO (voorkennis is niet vereist) Inhouden ¡Bienvenidos al seminario español! Spaans of Castiliaans is een Romaanse taal en de derde meest gesproken taal op de wereld, na Chinees en Engels. Vandaag de dag spreken bijna 500 miljoen mensen ter wereld Spaans, en dat aantal stijgt nog steeds… Het seminarie ‘Spaans voor beginners’ is een eerste kennismaking met het Spaans en is vooral gericht op spreekvaardigheid. Ook de nodige grammaticale ondersteuning voor het inoefenen van taalvaardigheden wordt aangeboden. Doelen Na dit seminarie ben je in staat om een aantal basishandelingen in het Spaans te verrichten: jezelf voorstellen, over je familie spreken, personen en dingen beschrijven, de weg vragen en uitleggen, op restaurant gaan … Je zal een basisgesprek in een normaal tempo in het Spaans kunnen begrijpen en zelf een basisgesprek kunnen voeren over het heden. Werkvormen De lesaanpak combineert de beste werkvormen uit oudere en nieuwe didactische methoden, zodat leerlingen de kans krijgen om de taal op een actieve manier te leren. Evaluatie - Permanente evaluatie:
inzet en inbreng tijdens de lessen
- Tussentijdse evaluaties:
kennis (woordenschat en grammatica), vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven)
- S-toets:
geziene leerstof van een volledig semester
17
12
STIJL IN WOORD EN BEELD
Doelgroep -
-
Leerlingen uit 5 en 6 ASO; Leerlingen die communicatie- of cultuurwetenschappen, letteren, drama/woordkunst, film, journalistiek, marketing willen gaan studeren of geïnteresseerd zijn in copywriting en content writing; Leerlingen met een voorliefde voor cultuur in al zijn facetten; Leerlingen die er niet vies van zijn om te graven in zichzelf; Leerlingen die zich creatief willen uiten of zich op zijn minst willen overgeven aan een creatief proces.
Inhouden “De dichter is een beeldhouwer die muziek schildert.” (Clem Schouwenaars) “Je hebt een speciale kop nodig om tekst en beeld samen in uw hoofd binnen te laten.” (Randall Casaer ) En laat dat nu net zijn wat we in dit seminarie zullen doen: tekst en beeld laten samensmelten tot een organisch geheel – in jouw eigen stijl en vanuit jouw persoonlijke verwondering voor een kunstenaar of performer – opgeschreven, theatraal of filmisch gepresenteerd of netjes ten berde gebracht voor een fijn publiek. Maar we beginnen natuurlijk bij het begin. Stap voor stap loodsen we je binnen in de wonderlijke wereld van de stijl. Eerst is er het geschreven woord, want wie schrijft die blijft. We nemen verschillende auteurs (proza, drama, poëzie) onder de loep en gaan op zoek naar wat hun woord zo bijzonder maakt. Daarna verdiepen we ons in de wereld van het gesproken woord: van acteurs, performers, standupcomedians, presentatoren tot politici en journalisten. Waar zit hun stijlvolle kracht? Na het woord… de stilte. Dan laten we de beelden hun verhaal vertellen. We bekijken het werk van bekende filmmakers, choreografen, reclamemakers en fotografen. Hun technieken slaan we op in ons fotografisch geheugen. En wanneer we dan de woorden en beelden rondom ons uitgeplozen hebben, belanden we bij onszelf. Welke communicatiestijl hanteren we en wat verklapt onze lichaamstaal wat we zelf niet (durven) zeggen? In de eindfase van dit seminarie gaan we individueel aan de slag. We sprokkelen onze interesses en favoriete woorden en beelden bij elkaar en planten deze zaadjes van onze eigen (on)gekende stijl in de grond. Wanneer daar – na veel geduld – onze eigen woorden en beelden uit gegroeid zijn, verzorgen en vervormen we ze tot ze helemaal zeggen wat wij al lang in ons hoofd hadden.
18
Doelen -
Je kiest een stijl die je boeit en die je verder wilt onderzoeken; Je zoekt naar geschreven en gesproken teksten, naar beelden die kenmerkend zijn voor deze stijl (of net contrasterend); Je bespreekt en beschrijft deze stijl in een geboekstaafd verslag en gebruikt hierbij betrouwbare geschreven, gesproken én beeldende bronnen; Je creëert zelf een mix van beeld en woord die gebaseerd is op je inspiratiebronnen en je eigen stijl en doet dit vanuit je eigen kracht en communicatievorm; Je presenteert deze samensmelting in de vorm van een geschreven tekst die je voorleest, een performance, een filmpje, een … geheel eigen creatie voor een publiek.
Onderzoekscompetenties -
Je bekwaamt je in het diepgaande bronnenonderzoek van een stijl (literaire / beeldende component) en verwerkt dit tot een duidelijk en gedetailleerd verslag; Je leert de kenmerken van uiteenlopende stijlen herkennen en beschrijven; Je ontdekt je communicatiestijl en verkent hoe je je lichaamstaal daarbij bewust kunt inzetten; Je kijkt kritisch naar woorden en beelden en gaat hierover in discussie met je studiegenoten; Je leert jezelf expressief en creatief te uiten, zowel schriftelijk als mondeling.
Werkvormen -
Begeleid zelfstandig opzoekwerk; Presentatie / performance; Theatrale werkvormen (viewpoint, karikaturen, rollenspelen); Discussies; Brainstorming; Communicatieve vaardigheden (lezen, kijken, luisteren, spreken, schrijven).
Evaluatie Procesevaluatie: begeleid zelfstandig werk: opzoekwerk rond geschreven, gesproken en beeldend werk; discussie: eigen standpunt beargumenteren; eigen creatie: herschrijven, kritisch bekijken, feedback integreren in presentatie; toetsen over stijlkenmerken herkennen en beschrijven. Productevaluatie: begeleid zelfstandig werk: onderzoeksverslag over gekozen stijl; eigen creatie van woord en beeld in een (on)gekende stijl: presentatie voor publiek.
19
13
VOEDING EN GEZONDHEID
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO Inhouden Dit seminarie draait hoofdzakelijk rond de voedingsstof suiker, de tijd is immers te kort om alle voedingsstoffen uitgebreid aan bod te laten komen. Suiker: een stof die iedereen wel mag smaken, maar ook een superinteressant onderwerp als we kijken naar de chemische eigenschappen en de voedingsaspecten. We bestuderen o.a. de chemische structuur, fysische en chemische eigenschappen, maar ook de zoetkracht van verschillende suikers en zoetstoffen. Suiker is echter ook een grote boosdoener als het gaat over onze gezondheid. We gaan dus ook enkele typische welvaartsziektes die aan suiker verbonden zijn onder de loep nemen, zoals diabetes en obesitas. Als laatste onderzoeken we ook de vergisting van suiker: we proberen zelf alcohol te produceren! In dit seminarie zal er dus heel wat geëxperimenteerd worden. Kandidaten voor dit seminarie tonen dus interesse voor wetenschappelijk onderzoek en zijn niet vies van een flinke portie chemie en biologie. Doelen -
Inzicht krijgen in structuur en eigenschappen van enkele voedingsstoffen, hoofdzakelijk suiker; Inzicht krijgen in enkele welvaartsziektes; Leren onderzoeken en zich verder bekwamen in chemisch experimenteren.
Werkvormen Er zal een groot deel van de tijd op een klassieke manier worden lesgegeven. Maar ook zelfstandig leren en experimenteren komt vaak aan bod.
Evaluatie - de geziene leerstof wordt op de klassieke manier geëvalueerd, dus met toetsen. - procesevaluatie: werkboek, taken, ict-opdrachten, practica,… - attitudes en vaardigheden
20
14
WERELDBURGERSCHAP
Doelgroep - Geschikt voor alle leerlingen van 5 en 6 ASO - Een algemene interesse in Noord-Zuidverhoudingen en duurzaam omspringen met onze planeet is een pluspunt - Creativiteit en/of organisatietalent zijn een must Inhouden De termen fairtrade, duurzaamheid en wereldburgerschap zijn stilaan vaste waarden aan het worden in onze geglobaliseerde wereld. De wereld wordt steeds kleiner, we komen steeds gemakkelijker in contact met verschillende culturen, zowel dichtbij als veraf. Maar zijn we ook werkelijk betrokken bij al deze culturen? Dragen we op voldoende wijze ons steentje bij aan de wereld, die ‘van iedereen’ is? Wat te denken bijvoorbeeld van ‘de vraag van 9 miljard’, ofwel: hoe gaan we om met onze planeet, haar natuur, voedingsstoffen en energiebronnen, wetende dat we hier tegen 2050 vermoedelijk met 9 miljard mensen rondlopen? Weten we wel waar het materiaal uit onze gsm’s vandaan komt, hét middel bij uitstek om onze communicatie in deze geglobaliseerde wereld te vergemakkelijken? Hoe gaan we om met recycling en upcycling? Op welke manier beïnvloeden andere culturen onze Westerse cultuur en hoe vinden we een manier om dat te omarmen? Op welke manier beïnvloedt ons gedrag andere culturen, en ja, zelfs de wereld? Tijdens dit seminarie bieden we jullie voldoende theoretische input om je een mening te kunnen vormen over bovenstaande problematieken. Dit aan de hand van gastcolleges, documentairefragmenten en inhoudelijke lesmomenten. Hiervoor werken we nauw samen met de gemeente Heusden-Zolder en tal van organisaties die met fairtrade begaan zijn (oa Goud:Eerlijk, Fairfin, Artikel27,…). Vervolgens spitsen we toe op jullie creativiteit en organisatietalent. Jullie werken zelf een tentoonstelling uit rond het (zeer ruime!) thema ‘wereldburgerschap, fairtrade, globalisering, duurzaamheid’. Dit met aandacht voor ieders interesses en talenten. De bedoeling is dus dat jullie culturen dichterbij brengen, zodat wereldburgerschap concreet kan worden in ons SintFranciscuscollege (en daarbuiten)! Doelen Je verwoordt in een inleidende brainstormsessie op welke manier de waarden fairtrade, duurzaamheid, ecologie en globalisering concreet kunnen leven op onze school. Je maakt via een onderzoeksopdracht kennis met verschillende organisaties en externe partners die reeds rond deze waarden werken en die een meerwaarde kunnen betekenen voor ons project. Je bespreekt je eigen mening met professionelen op het gebied van duurzaam en ethisch omspringen met beschikbare grondstoffen tijdens georganiseerde lezingen en/of infomomenten. Je gaat op zoek naar creatieve manieren om een tentoonstelling op poten te zetten rond fairtrade, duurzaamheid, ecologie en fairtrade. Je zorgt voor de inhoudelijke, organisatorische of informatieve luiken in de voorbereiding van deze tentoonstelling. Je verzorgt deze tentoonstelling tijdens de laatste weken van ons seminarie. Onderzoekscompetenties (overige doelstellingen/VOETen) De leerlingen – kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren. – kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria. – zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken. 21
– – – – – – – – – – – –
doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen. ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te realiseren. nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving. gebruiken beeld, muziek, beweging, drama of media om zichzelf uit te drukken. herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart. zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld. lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context. illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit.
Werkvormen Doceermomenten, gastcollege, informatieve sessies Onderzoeksopdrachten (met pc/tablet) Groepswerk: brainstormsessie, concretiseren van initiatieven voor de tentoonstelling (bijvoorbeeld: ontwerp folder en/of website, werken met recycleerbaar materiaal voor de tentoonstelling,…) Presenteren: ideeën voorleggen aan medeleerlingen en leerkrachten, de tentoonstelling promoten bij medeleerlingen, leerkrachten, personeelsleden en organisaties buiten school. Extra-murosactiviteiten: bezoek aan Kringwinkel, Creazi, documentaire in CC Muze,… Evaluatie Procesevaluaties: attitudecijfers doorheen het semester (vakbetrokkenheid, inzet, respect) Procesevaluatie in aanloop naar eindproduct (tentoonstelling): bijhouden logboek Productevaluatie: beoordeling van het eigen concrete aandeel in de tentoonstelling + algemene beoordeling van de tentoonstelling zelf.
22
15
WO I – LESJES LAGERE SCHOOL
Doelgroep: 6 ASO Het seminarie gaat uit van de brede waaier van ‘oorlogsaspecten’ die WO I bevat. Deze inhouden (een keuze hieruit) worden verwerkt op een creatieve basis tot lesjes voor de lagere school. Dit kadert in het geheel van de studiekeuzebegeleiding voor het hoger onderwijs. Hierbij doen we ook een beroep op studenten van een hogeschool die als coaches dit proces mee zullen begeleiden. Inhouden Je bent geïnteresseerd in geschiedenis en vooral in WO I? WO I wordt niet alleen meer bekeken vanuit de politieke feiten, oorzaken en gevolgen, maar ook vanuit technologische ontwikkeling, sociaal-economische, humanitaire en culturele aspecten. Hoe (over)leefden de soldaten aan het front, welke wapens werden gebruikt en welke evolutie maakten die door, hoe beleefden kinderen de oorlog, wat was de rol van de media, propaganda en kunst, welk belang hadden dieren, …? Je kiest zelf de onderwerpen waarover je antwoorden wil, en verwerkt deze info – met behulp van de studenten – tot bruikbare lesjes voor klasjes van het 5de en 6de leerjaar van de lagere school. Doelen Dit seminarie heeft 2 grote doelen: een uitstap naar onze Westhoek, die wordt voorbereid tijdens de seminarielessen en is bedoeld als ‘inleefreis’: de oorlog leeft nog steeds in Ieper en omgeving. Jullie worden met een opdrachtenpakket 'op pad' gestuurd: de voorbereiding van een ‘creatieve reisreportage’. Deze opgedane ervaringen en kennis kunnen dan ook dienen als inspiratiebron voor het einddoel van het seminarie, nl. een eigen lessenreeks over de ‘Grote Oorlog’ voor leerlingen van de lagere school. In januari zullen jullie deze lesjes (een algemene inleiding en aparte themalesjes) ook zelf geven aan leerlingen van het 5de en 6de leerjaar.
Onderzoekscompetenties Zowel seminarie als reis zijn vakoverschrijdend opgevat. WO I in de Westhoek vraagt niet alleen naar een benadering vanuit de (sociale) geschiedenis, maar ook vanuit de talen Frans en Engels. Hiermee worden dan natuurlijk een aantal vakoverschrijdende eindtermen bereikt zoals burgerzin, sociale vaardigheden, vredeseducatie, inlevingsvermogen, … en wordt er gewerkt aan belangrijke competenties als (kritisch) indrukken opdoen en verwerken, informatie verzamelen en selecteren, synthetiseren, schriftelijk en mondeling rapporteren, en werken in groep.
Werkvormen Een veelheid van werkvormen komt aan bod, waarbij de nadruk zal liggen op groepswerk (creatieve reisreportage en lesjes lagere school) en presenteren van het resultaat daarvan. Evaluatie Dit seminarie werkt vanuit permanente evaluatie: zowel de productevaluatie (inhouden) als procesevaluatie (inzet, attitude), waarbij we ook gebruik maken van zelfevaluatie en peerevaluatie.
23
SEMESTER 2
24
1
ACADEMIC ENGLISH
Doelgroep Dit seminarie richt zich tot zesdejaars uit elke studierichting. Inhouden Heel wat hogere opleidingen bieden cursussen aan in het Engels. Het gaat daarbij om wetenschappelijke teksten met specifiek vakjargon (rechten, geneeskunde, IT, letterkunde,...). Iets waar het Engels in het secundair je niet rechtstreeks op voorbereidt. Dit seminarie wil deze lacune opvullen. Leerlingen met een grondige basiskennis van het Engels (woordenschat en grammatica), een breed belangstellingsveld en een gezonde dosis nieuwsgierigheid kunnen hier het beste van zichzelf laten zien. De voertaal is Engels. Doelen Aan het eind van het seminarie kan je zelfstandig Engelstalige wetenschappelijke teksten uit verschillende disciplines begrijpen, analyseren en becommentariëren, zowel mondeling als schriftelijk. Om dat einddoel te bereiken, werken we in verschillende stappen (zie werkvormen). Onderzoekscompetenties Naast de kennis van de vakinhouden moeten leerlingen informatie kunnen verzamelen, bewerken en kritisch evalueren. Ze moeten (onder begeleiding én zelfstandig) een onderzoeksopdracht kunnen uitvoeren en erover rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk. Werkvormen Lees- en luistervaardigheid worden getraind, net zoals het nemen van notities. Er zijn individuele en groepsopdrachten (opzoekingswerk, presentaties), peer-teaching en een brede variatie van oefeningen om je woordenschat verder uit te bouwen. Evaluatie Die is permanent, wat het gedeelte ‘proces’ betreft: actieve inzet tijdens de les, op tijd indienen van opdrachten, bereidheid tot samenwerking. Het gedeelte ‘product’ wordt beoordeeld op basis van opdrachten, toetsen en presentaties.
25
2
AFRICAN-AMERICAN LITERATURE
Doelgroep -
Leerlingen van 5 en 6ASO Goede beheersing van het Engels is een pluspunt Graag lezen is noodzakelijk: we lezen 4 boeken in een relatief korte tijdspanne (duur van het seminarie)
Inhouden We bestuderen de geschiedenis van de slavernij in de Verenigde Staten en de gevolgen ervan voor de Amerikaanse samenleving aan de hand van een syllabus. De syllabus en de lessen zijn in het Engels. We lezen en bespreken vervolgens literair werk van Amerikaanse schrijvers met Afrikaanse roots. Je kiest zelf in welke taal je de boeken leest. Je schrijft een paper over een boek naar keuze (leerkracht beslist wel of het boek geschikt is) of over een aspect van de Afro-Amerikaanse samenleving. Doelen -
Culturele en maatschappelijke vorming Kritisch inzicht krijgen in de maatschappelijke positie van de African-Americans Inzicht krijgen in de structuur van literaire teksten Leren presenteren van eigen bevindingen en meningen in een groepsgesprek Leren schrijven van een paper
Werkvormen -
Doceren Onderwijsleergesprek Begeleid zelfstandig werk
Evaluatie De helft van de punten staan op dagelijks werk: voorbereidingen, kennistoetsen, medewerking tijdens de les, … De andere helft staat op de verwerkingsopdrachten: schriftelijke en mondelinge presentatie. Je kiest zelf in welke taal, Nederlands of Engels, je geëvalueerd wil worden.
26
3
BUSINESSPLAN
Doelgroep De leerlingen van 5 en 6 ASO die het seminarie Basiseconomie gevolgd hebben. De leerlingen van 5 en 6 ASO Economie - Moderne Talen, Economie - Wetenschappen en Economie Wiskunde.
Inhouden Je ontwerpt een businessplan of ondernemingsplan voor je fictief startende onderneming. Daarvoor bepaal je zelf de ondernemingsactiviteit en je kiest een naam, logo en slogan voor je bedrijf. Je maakt een analyse van de markt waarop je bedrijf actief is. Je beschrijft de ondernemingsmissie en de doelstellingen die je wil realiseren met je onderneming. Daarvoor werk je een strategie uit aan de hand van de 4P’s van de marketingmix: welk Product ga je aanbieden, tegen welke Prijs, op welke Plaats en welke Promotiemiddelen ga je gebruiken om je product bekend te maken? Je denkt ook na over het personeel dat je onderneming moet aanwerven. Verder schenk je aandacht aan de juridische aspecten bij de oprichting van een eigen zaak. Tenslotte onderzoek je de financiële haalbaarheid van je startende onderneming.
Doelen -
Je bruist van creativiteit. Je bent schijfvaardig. Je hebt ondernemingszin. Je wil je verdiepen in het marketingbeleid van een onderneming. Je wil kennis opdoen over handelsrecht. Je werkt graag met cijfers om de werkmiddelen en financieringsmiddelen van een onderneming te ramen, alsook de kosten en opbrengsten.
Onderzoekscompetenties Elke les ontvang je richtlijnen om je businessplan op een creatieve manier tot stand te brengen. Je neemt een onderzoekende houding aan door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken. De onderzoeksresultaten moeten schriftelijk en mondeling gepresenteerd worden. Werkvormen Je werkt in teams van maximum drie personen. Regelmatig zal je je resultaten en conclusies moeten uploaden. Evaluatie
- Procesevaluatie: de tussentijdse verslagen die geüpload worden: 40 % - Productevaluatie: het schriftelijk eindverslag en het mondeling presenteren: 40 % - Attitudes: werken in team, interesse en inzet, opdrachten uitvoeren: 20 %
27
4
CHINEES VOOR BEGINNERS 2 (vervolg op aanvangscursus)
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO die reeds een aanvangscursus Chinees gevolgd hebben. Inhouden We bouwen in deze vervolgcursus verder op de aanvangscursus en verdiepen en verbreden de thema’s. Ook de leerlingen zelf kunnen in dit opzicht interessegebieden aanbrengen. We houden ons weer niet alleen bezig met de Chinese taal, maar duiken ook in de rijke Chinese cultuur en gebruiken, de actuele politieke en economische ontwikkelingen, kalligrafie en schilderkunst, tai-ji en qigong, en niet te vergeten de beroemde Chinese films … Doelen Je kan gesprekjes voeren over verschillende thema’s, en daarbij de juiste toon en uitspraak gebruiken. Je kan de meest voorkomende karakters schrijven en typen met een Chinees typprogramma , je kan een kalligrafie of natuurtekening maken, je kan met behulp van een online Chinees woordenboek en vertaalmachines een eenvoudige brief schrijven. Je kan korte dialoogjes en videofragmenten begrijpen. Je kan de sleutel (bushou) en de oorsprong van veel voorkomende typische karakters herkennen, en je kan ook enkele praktische karakters uit het dagelijks taalgebruik herkennen (restaurant, dokter, invulformulier, luchthaven, toilet,...). Werkvormen De lesaanpak omvat een mengeling van doceren afgewisseld met de praktijk (kalligrafie, taiji,…), groepswerk en presentaties over individuele interessegebieden. Evaluatie Permanent (inzet en inbreng tijdens de lessen) en tussentijds (taken, opdrachten, kleine toetsen, groepswerk).
28
5
EUREGIO
Doelgroep Dit seminarie is geschikt voor leerlingen uit 5 en 6 AS0, richting Moderne Talen, en voor leerlingen uit andere richtingen dan Moderne Talen, die goede noties van het Duits hebben en sterk gemotiveerd zijn. Inhouden en doelen
We bereiden een uitstap voor naar het Duitstalig gebied van de Euregio en komen in contact met native speakers Duits, bezoeken een Duitstalige firma, maken in Aachen een fotokrimi en gidsen onze medeleerlingen in het Duits. We bekijken filmpjes over de Euregio, verzamelen achtergrondinformatie over dit gebied, en stellen dit in verschillende werkvormen aan elkaar voor. Leerlingen die graag lezen krijgen ook de kans om deel te nemen aan de Euregio-literatuurprijs en op auteurslezingen andere leerlingen uit de Euregio te ontmoeten. Bovendien schrijven we een Duitstalige brief en voeren we met de hulp van de leerkracht een telefoongesprek met instanties uit het Duitstalig gebied. We stellen onze lievelingssong live voor in een Duitstalige radiozender en leren een Duits krantenartikel schrijven. Werkvormen Individueel werk, partnerwerk, groepswerk. Evaluatie Permanente en tussentijdse evaluatie van opdrachten, taken, kleine toetsen, inzet, creativiteit en motivatie.
29
6
ELEKTRONICA
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO wetenschappen Inhouden Elektronica is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Denk maar aan TV, GSM, tablet, smartphone, domotica,… Daarom willen we jullie laten kennismaken met elektronica. We bekijken enkele elektronische onderdelen, ontleden ze theoretisch en gebruiken ze in kleine schakelingen waarbij we onze soldeervaardigheid inoefenen. Daarna gebruiken jullie de verworven kennis om een eigen ontwerp te realiseren dat priemgetallen binair detecteert. Doelen -
Je maakt een keuze tussen NAND-/ NOF-/ NOR-poorten Je gaat op zoek naar de logische vergelijking voor detectie van priemgetallen aan de hand van je voorgaande keuze. Je controleert deze vergelijking aan de hand van een computerprogramma. Je maakt een inventaris van de componenten die je nodig hebt. Je koopt zelf deze componenten aan. Je soldeert ze op een printplaat volgens je eigen schema. Je integreert deze printplaat in een zelf gekozen behuizing en je verantwoordt deze keuze. Je presenteert je werk aan je medeleerlingen van dit seminarie.
Onderzoekscompetenties -
Een onderzoeksopdracht met een fysische component voorbereiden, uitvoeren en controleren.
Werkvormen -
Probleemgestuurd leren: vanuit de onderzoeksvraag zoek je naar de gepaste oplossing Simulatie: via software simuleer je jouw oplossing Labopracticum: solderen Begeleid zelfstandig leren en onderwijsleergesprek: het theoretisch aspect
Evaluatie Permanente evaluatie: inzet tijdens de lessen, initiatief, soldeervaardigheid en het eindresultaat.
30
7
FILOSOFIE
Doelgroep Voor leerlingen van 5 en 6 ASO (uit elke studierichting) die een academische opleiding ambiëren en die graag nadenken over belangrijke vragen. Filosofie maakt nu eenmaal deel uit van het curriculum van de meeste academische opleidingen, van rechten tot letterkunde en geneeskunde. Inhouden Al meer dan tweeduizend jaar stellen mensen dezelfde vragen, zoals: ‘Wat is (moreel) goed?’, ‘Moeten we wel moreel goed zijn?’, ‘Kan een mens gelukkig zijn?’, ‘Wat is geluk, überhaupt?’. We hebben nog steeds geen definitieve antwoorden... De titel van het seminarie is: ‘Inleiding tot de westerse filosofie’. En de vlag dekt de lading. Het wordt een spannende reis langs een aantal van de grote en minder grote denkers uit de geschiedenis, gaande van de (lichtjes excentrieke) presocratici tot en met Wittgenstein en Sartre. Kortom, een avontuur voor de hersenen en de geest. Met de luxe van ‘perfect hindsight’ kunnen we de denkprocessen van de grote filosofen analyseren én bekritiseren. Dit seminarie is bedoeld voor leerlingen die actief willen meedenken, bereid zijn om los te komen van vastgeroeste clichés en niet bang zijn om hun – gefundeerde – mening te verwoorden, zowel mondeling als schriftelijk. Doelen Het einddoel is duidelijk en tweeërlei: enerzijds een inzicht verwerven in hoe mensen hebben geprobeerd om levensvragen te beantwoorden en anderzijds je eigen denkproces hierover te activeren. We gebruiken hiervoor verschillende werkvormen en opdrachten (zie verder). Uiteindelijk zal je een eigen filosofisch gefundeerd antwoord moeten kunnen formuleren op een specifiek filosofische vraag (paper). Onderzoekscompetenties Leerlingen moeten informatie kunnen verzamelen, bewerken en kritisch evalueren. Ze moeten (onder begeleiding én zelfstandig) een onderzoeksopdracht kunnen uitvoeren, erover rapporteren en hun conclusies kunnen confronteren met andere standpunten. Werkvormen We proberen zoveel mogelijk verschillende werkvormen te gebruiken: hoorcollege (door de leerkracht of een online ‘gastdocent’), peer-teaching, individuele research, creatieve opdrachten en uiteraard héél véél discussies. Evaluatie Die is permanent, wat het gedeelte ‘proces’ betreft: actieve inzet tijdens de les, op tijd indienen van opdrachten, bereidheid tot samenwerking. Het gedeelte ‘product’ wordt beoordeeld op basis van opdrachten, toetsen, presentaties en een finale paper (verhandeling). Sommige opdrachten zijn groepswerk, andere zijn individueel.
31
8
INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE
Doelgroep -
Alle leerlingen van 5 en 6 ASO, uitgezonderd HW, die zichzelf en de mensen rondom hen beter willen begrijpen
Inhouden Wat is psychologie en welke stromingen zijn er? Hoe verschilt deze wetenschap van gewone mensenkennis? Komen mannen echt van Mars en vrouw van Venus? Hoe kan je “nee” leren zeggen? Wat is het verschil tussen liefde en verliefdheid en waarom worden we verliefd? Is de mens een kuddedier? Waarom pleegt iemand een moord? Wat is schizofrenie? Deze en vele andere vragen zullen door een wisselwerking tussen wetenschappelijke degelijkheid en een praktische bruikbaarheid verklaard worden. Zo kan je het gedrag van mensen niet enkel beschrijven of begrijpen, maar soms ook voorspellen! Tijdens dit seminarie ben je dus een onderzoeker van het menselijk gedrag. De kennis die je hierdoor vergaart, helpen je vraagstukken op te sporen in de samenleving en in je eigen leven. Via allerlei interpretatiekaders en wetenschappelijke verklaringsmodellen kan je zo een oplossing trachten te vinden voor de dagdagelijkse problemen die hierboven o.a. beschreven staan. Op die manier ben je voorbereid op verdere studies waar het vak of de richting psychologie deel van uit maakt én leer je jezelf en de mensen rondom je beter te begrijpen.
Doelen - je bestudeert op een systematische manier een aantal verschijnselen betreffende mens en samenleving die je in het dagelijks leven waarneemt; - je maakt kennis met interpretatiekaders en wetenschappelijke verklaringsmodellen binnen de psychologie; - je verklaart op een wetenschappelijke manier de menselijke geest en het menselijk gedrag; - je kan het menselijk gedrag observeren, analyseren en verklaren; - je tracht oplossingen te vinden voor de dagdagelijkse problemen op psychologisch vlak; - je confronteert je eigen subjectieve kijk met een wetenschappelijke onderbouwde visie op de mens en maatschappelijke verschijnselen; - via bewustwording en kritische reflectie krijg je inzicht in de eigenheid van de mens; - je kan omgangsvaardigheden zoals actief luisteren, niet-bedreigend confronteren en omgaan met kritiek toepassen in een realistische context.
Onderzoekscompetenties - de leerlingen kunnen zich oriënteren op een psychologisch onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen, te bewerken en te analyseren of verkregen informatie te ordenen, te verwerken en te analyseren; - de leerlingen kunnen over een psychologisch vraagstuk een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren; - de leerlingen kunnen de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en ze confronteren met andere standpunten; - de leerlingen kunnen aan de hand van diverse zoeksystemen, zowel traditionele als geautomatiseerde, gericht bronnenmateriaal verzamelen, analyseren, selecteren en ordenen.
32
Werkvormen - individueel, paar- of groepswerk - presentatie - rollenspel - doceren, informatieve sessies - onderwijsleergesprek Evaluatie Proces: permanente evaluatie: inzet tijdens de lessen, inbreng tijdens doceermomenten en informatieve sessies, attitude Product: concretiseren van inhouden via toepassingstaken, onderzoeksopdrachten, presentaties (individueel, paar- of groepswerk)
33
9
ITALIAANS
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO (voorkennis is niet vereist) Inhouden Buongiorno! Dit en nog veel meer kan je straks zeggen als je een bezoek brengt aan het zonnige Italië. Een bezoek aan Italië is natuurlijk pas echt aantrekkelijk als je de taal spreekt. Je leert daardoor de Italianen en hun cultuur ook beter kennen. Het seminarie Italiaans maakt je wegwijs in deze levendige taal. Alledaagse onderwerpen, maar ook herkenbare situaties die je in Italië tegenkomt, komen aan bod. De Italiaanse taal lijkt erg moeilijk. Dit komt omdat we vinden dat Italianen zo snel praten en doordat de taal niet lijkt op de onze. Toch kan je Italiaans net zo snel en gemakkelijk leren als elke andere taal. Je hebt geen speciale voorkennis nodig. Arrivederci...
Doelen Na dit seminarie ben je in staat om een aantal basishandelingen in het Italiaans te verrichten: jezelf voorstellen, over je familie spreken, personen en dingen beschrijven, de weg vragen en uitleggen, op restaurant gaan … Je zal een basisgesprek in een normaal tempo in het Italiaans kunnen begrijpen en zelf een basisgesprek kunnen voeren. Werkvormen - individueel, paar- of groepswerk - presentatie - rollenspel - doceren, informatieve sessies - onderwijsleergesprek Evaluatie - Permanente evaluatie: inzet en inbreng tijdens de lessen - Tussentijdse evaluaties: kennis (woordenschat en grammatica), vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven) - S-toets: geziene leerstof van een volledig semester
34
10
KUNSTBELEVING
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO Inhouden Waarom steken sommige kunstwerken, beelden of gebouwen met kop en schouders uit boven de rest? Wat maakt hen speciaal en waarom trekt het mensen over heel de wereld en over alle tijden heen aan? We maken een reis door de wondere wereld van beeldende kunsten, muziek en architectuur. Van de Grieken en Romeinen naar Jan Van Eyck, Leonardo Da Vinci tot Picasso en Mondriaan. Van Johann Sebastian Bach naar Kandinsky tot jazz- en popmuziek. Dit en zoveel meer… . Aan de hand van allerlei opdrachten leer je ze te begrijpen, kom je tot een inzicht, zoek je naar de boodschap die ze spreken en vooral: ga je kunst in al zijn facetten BELEVEN. We doorlopen verschillende stijlstromingen en analyseren een aantal voorbeelden uit de grote rijkdom die elke periode te bieden heeft. Dit gebeurt op verscheidene manieren: klassikale bespreking, individuele opdrachten, groepswerken en presentaties, het bekijken en beluisteren van beeld- en geluidfragmenten, creatieve opdrachten, het bezoeken van tentoonstellingen,… . Voorafgaande kennis is niet vereist, interesse en een open houding t.o.v. de verschillende kunstvormen wel. Doelen en onderzoekscompetenties Een verrijkende kunstbeleving waarbij je nieuwsgierigheid, bewondering en waardering in kunst groeit. Dit bereiken we d.m.v.: -
A.d.h.v. een kijkwijzer een werk kunnen analyseren en bespreken; Beeld- en geluidfragmenten kunnen bekijken en beluisteren a.d.h.v. opgegeven aandachtspunten (kleur, licht, geluid, beeld, vorm, boodschap,…); Een eigen mening kunnen vormen en hierover in debat gaan met je medeleerlingen; Zelfstandig of in groep opdrachten uitvoeren, al dan niet gevolgd door een presentatie; Creatief durven zijn (voorbeeld: eigen interpretatie van het Laatste Avondmaal); …
Werkvormen -
-
Doceren Opdrachten: individueel, klassikaal en groepswerk / schrijfopdrachten/ opzoekingswerk / creatieve opdrachten (eigen interpretatie laatste avondmaal, eigen expressionistisch werk op muziek naar voorbeeld van Kandinsky,…) Presenteren Bezoeken tentoonstelling
Evaluatie Combinatie van permanente evaluatie opgedeeld in proces (inzet, gepaste houding en interesse, materiaal, respecteren deadlines) en product (resultaat van opdracht, presentatie), afgewisseld met een mogelijke toets voor bepaalde hoofdstukken. 35
11
POLITIEK BELGIË
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO, met uitzondering van de richting Humane wetenschappen (deze leerlingen bestuderen dezelfde leerstof binnen het vak cultuurwetenschappen). Inhouden Binnen afzienbare tijd word je 18 jaar. De Belgische wet beschouwt je vanaf dan als meerderjarig en verwacht dan ook dat je jouw politieke rechten en plichten opneemt. Maar wat zijn die rechten en plichten? Waarvoor staan al die verschillende politieke partijen die schijnbaar eindeloos met elkaar in de clinch gaan? Hoe worden die politici verkozen? En wat moet ikzelf heel concreet doen als ik ga stemmen? Wat gebeurt er stap voor stap vanaf het moment dat ik mijn stem heb uitgebracht tot de dag waarop een nieuwe regering de eed aflegt? En hoe zit het nu eigenlijk met die ogenschijnlijk vreselijk ingewikkelde federale structuur van ons land? Dit seminarie tracht, aanvullend op het vak geschiedenis, een antwoord te geven op deze en tal van andere vragen over ons Belgisch politiek systeem en het ontstaan ervan. Hierbij leggen we zoveel als mogelijk verbanden met de politieke actualiteit. Op deze manier krijg je een beter zicht op de manier waarop ons land bestuurd wordt en hoe jij hier zelf een actieve rol in kan spelen. Politieke voorkennis is niet vereist, een gezonde dosis interesse ten aanzien van wat er in onze samenleving (en meer specifiek op politiek vlak) elke dag opnieuw gebeurt wel. Ben jij een kritische geest die eindelijk wel eens het fijne wil weten van de manier waarop ons land – en dus ook het leven van ieder van ons – gestuurd en bestuurd wordt, dan biedt dit seminarie wellicht een antwoord. VOOR LEERLINGEN DIE DENKEN AAN HOGERE STUDIES ZOALS POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN, RECHTEN EN COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN: Heel wat van onze oudstudenten hebben ons de voorbije jaren laten weten dat ze het ontbreken van een meer grondige politieke voorkennis als een gemis ervaren bij het aanvatten van hun hogere studies. Dit seminarie kan je helpen dit gemis te minimaliseren en je zo beter voor te bereiden op die studies.
Doelen - Inzicht verwerven in de basisprincipes van een democratie en een rechtsstaat, en in de structuur en de werking van onze federale staat. - Een antwoord geven op de vraag: hoe verlopen verkiezingen in de praktijk? - Vertrekkende vanuit de geschiedenis van het Belgisch stemrecht inzicht verwerven in de manier waarop de zetelverdeling tussen de verschillende partijen in de loop der jaren geëvolueerd is. - Het ontstaan en de standpunten van de verschillende politieke partijen in Vlaanderen beschrijven en verklaren vanuit hun ideologische achtergrond en hun opvattingen over mens en maatschappij. Deze standpunten toetsen aan de politieke actualiteit. - Aantonen hoe iedere burger kan participeren aan de politieke besluitvorming. Werkvormen Naast de lesmomenten waarin je leerkracht doceert of een leergesprek met je aangaat, komen ook de volgende werkvormen aan bod: - ICT-opdrachten: begeleid zelfstandig werk ter voorbereiding van de te behandelen thema's - groepswerk: studie van een bepaalde politieke partij, haar ideologie en haar standpunten 36
- presentatie: een mondelinge presentatie rond de bestudeerde politieke partij - debat: rond een opgegeven onderwerp, waarbij elke groep het standpunt tracht te verdedigen van de bestudeerde politieke partij
Evaluatie Wat de evaluatie betreft wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds je dagelijks werk en anderzijds een S-toets die je op het einde van dit seminarie aflegt: - Het Dagelijks Werk beoordeelt de manier waarop je stap voor stap de verschillende onderdelen en thema's verwerkt (procesevaluatie). Het DW telt mee voor 50% van de punten en bestaat uit de behaalde resultaten op de uitgevoerde opdrachten, de afgelegde toetsen, de presentatie(s) en een attitudebeoordeling (inzet, houding t.a.v. de leerstof en het lesgebeuren, …). - Op het einde van het seminarie leg je een S-toets af om na te gaan of je de besproken thema's en hun onderlinge verbanden in hun geheel begrepen hebt en beheerst. Ook deze S-toets telt mee voor 50% van de punten.
37
12
SPAANS 1
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO (voorkennis is niet vereist) Inhouden ¡Bienvenidos al seminario español! Spaans of Castiliaans is een Romaanse taal en de derde meest gesproken taal op de wereld, na Chinees en Engels. Vandaag de dag spreken bijna 500 miljoen mensen ter wereld Spaans, en dat aantal stijgt nog steeds… Het seminarie ‘Spaans voor beginners’ is een eerste kennismaking met het Spaans en is vooral gericht op spreekvaardigheid. Ook de nodige grammaticale ondersteuning voor het inoefenen van taalvaardigheden wordt aangeboden. Doelen Na dit seminarie ben je in staat om een aantal basishandelingen in het Spaans te verrichten: jezelf voorstellen, over je familie spreken, personen en dingen beschrijven, de weg vragen en uitleggen, op restaurant gaan … Je zal een basisgesprek in een normaal tempo in het Spaans kunnen begrijpen en zelf een basisgesprek kunnen voeren over het heden. Werkvormen De lesaanpak combineert de beste werkvormen uit oudere en nieuwe didactische methoden, zodat leerlingen de kans krijgen om de taal op een actieve manier te leren. Evaluatie - Permanente evaluatie:
inzet en inbreng tijdens de lessen
- Tussentijdse evaluaties:
kennis (woordenschat en grammatica), vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven)
- S-toets:
geziene leerstof van een volledig semester
38
13
SPAANS 2
Doelgroep Alle leerlingen van 5 en 6 ASO die het seminarie Spaans 1 gevolgd hebben of op een andere manier over de nodige voorkennis beschikken. Inhouden Hola amigo, hola amiga Ya sabes presentarte, hablar de tu familia, describir la casa donde vives, pedir informaciones, llamar por teléfono, hablar del tiempo o de lo que haces en tu tiempo libre. Muy bien, pero quieres saber más. Claro. Entonces no dudes : este curso te permitirá viajar más lejos en el universo del español.
Net als het seminarie ‘Spaans 1’ is ‘Spaans 2' vooral gericht op communicatieve vaardigheden, met natuurlijk de nodige grammaticale ondersteuning voor het inoefenen van deze vaardigheden. En contacten met “hispanohablantes” om de kennis ook echt in praktijk om te zetten. Doelen Na dit seminarie ben je o.a. in staat om naar een Spaanse winkel te gaan en met de juiste dingen thuis te komen, in een Mexicaans restaurant de ober zover te krijgen dat hij je het eten en drinken bezorgt waar je zin in hebt of in Colombia naar de dokter te gaan en ook effectief te genezen. Maar je leert er bv. ook spreken over dingen die in het verleden gebeurd zijn of over reizen die je gemaakt hebt. Je zal in een basisgesprek op normaal tempo je gesprekspartner kunnen begrijpen en je zelf kunnen uitdrukken. Werkvormen De lesaanpak combineert de beste werkvormen uit oudere en nieuwe didactische methoden, zodat je de kans krijgt om de taal op een actieve manier te leren. Evaluatie - Permanente evaluatie:
inzet en inbreng tijdens de lessen
- Tussentijdse evaluaties:
kennis (woordenschat en grammatica), vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven)
- S-toets:
geziene leerstof van een volledig semester
39
14
STATISTIEK
Doelgroep Alle leerlingen van 6 ASO (3u wiskunde) Inhouden Wie tegenwoordig zijn gelijk wil krijgen moet met getallen en statistieken gooien terwijl in de vorige eeuw een onderwijzer bv nog een beroep kon doen op zijn autoriteit. Niemand ontsnapt eraan. Sla maar een krant of een tijdschrift open, er staan altijd wel enkele statistieken in. En geen statistieken zonder onderzoeken. In alle onderzoeken worden statistieken bijgehouden, er wordt mee gerekend, gegoocheld en zoveel meer. Statistisch onderzoek heeft een belangrijke plaats ingenomen in onze samenleving. Bijgevolg komt statistiek voor in heel wat verdere studies, zowel op professioneel als op bachelor niveau. En om jullie beter voor te bereiden op deze discipline wordt dit seminarie gegeven. Doelen -
Betere statistische geletterdheid Vertrouwd raken met de veelheid aan formules Oefeningen maken
Onderzoekscompetenties -
wiskundige informatie analyseren, schematiseren, verwerken en bewerken.
Werkvormen -
Discussie in groepjes Onderwijsleergesprek Begeleid zelfstandig leren
Evaluatie Inzet tijdens de lessen Attitudes en vaardigheden Toetsen
40
15
STIJL IN WOORD EN BEELD
Doelgroep -
-
Leerlingen uit 5 en 6 ASO; Leerlingen die communicatie- of cultuurwetenschappen, letteren, drama/woordkunst, film, journalistiek, marketing willen gaan studeren of geïnteresseerd zijn in copywriting en content writing; Leerlingen met een voorliefde voor cultuur in al zijn facetten; Leerlingen die er niet vies van zijn om te graven in zichzelf; Leerlingen die zich creatief willen uiten of zich op zijn minst willen overgeven aan een creatief proces.
Inhouden “De dichter is een beeldhouwer die muziek schildert.” (Clem Schouwenaars) “Je hebt een speciale kop nodig om tekst en beeld samen in uw hoofd binnen te laten.” (Randall Casaer ) En laat dat nu net zijn wat we in dit seminarie zullen doen: tekst en beeld laten samensmelten tot een organisch geheel – in jouw eigen stijl en vanuit jouw persoonlijke verwondering voor een kunstenaar of performer – opgeschreven, theatraal of filmisch gepresenteerd of netjes ten berde gebracht voor een fijn publiek. Maar we beginnen natuurlijk bij het begin. Stap voor stap loodsen we je binnen in de wonderlijke wereld van de stijl. Eerst is er het geschreven woord, want wie schrijft die blijft. We nemen verschillende auteurs (proza, drama, poëzie) onder de loep en gaan op zoek naar wat hun woord zo bijzonder maakt. Daarna verdiepen we ons in de wereld van het gesproken woord: van acteurs, performers, standupcomedians, presentatoren tot politici en journalisten. Waar zit hun stijlvolle kracht? Na het woord… de stilte. Dan laten we de beelden hun verhaal vertellen. We bekijken het werk van bekende filmmakers, choreografen, reclamemakers en fotografen. Hun technieken slaan we op in ons fotografisch geheugen. En wanneer we dan de woorden en beelden rondom ons uitgeplozen hebben, belanden we bij onszelf. Welke communicatiestijl hanteren we en wat verklapt onze lichaamstaal wat we zelf niet (durven) zeggen? In de eindfase van dit seminarie gaan we individueel aan de slag. We sprokkelen onze interesses en favoriete woorden en beelden bij elkaar en planten deze zaadjes van onze eigen (on)gekende stijl in de grond. Wanneer daar – na veel geduld – onze eigen woorden en beelden uit gegroeid zijn, verzorgen en vervormen we ze tot ze helemaal zeggen wat wij al lang in ons hoofd hadden.
41
Doelen -
Je kiest een stijl die je boeit en die je verder wilt onderzoeken; Je zoekt naar geschreven en gesproken teksten, naar beelden die kenmerkend zijn voor deze stijl (of net contrasterend); Je bespreekt en beschrijft deze stijl in een geboekstaafd verslag en gebruikt hierbij betrouwbare geschreven, gesproken én beeldende bronnen; Je creëert zelf een mix van beeld en woord die gebaseerd is op je inspiratiebronnen en je eigen stijl en doet dit vanuit je eigen kracht en communicatievorm; Je presenteert deze samensmelting in de vorm van een geschreven tekst die je voorleest, een performance, een filmpje, een … geheel eigen creatie voor een publiek.
Onderzoekscompetenties -
Je bekwaamt je in het diepgaande bronnenonderzoek van een stijl (literaire / beeldende component) en verwerkt dit tot een duidelijk en gedetailleerd verslag; Je leert de kenmerken van uiteenlopende stijlen herkennen en beschrijven; Je ontdekt je communicatiestijl en verkent hoe je je lichaamstaal daarbij bewust kunt inzetten; Je kijkt kritisch naar woorden en beelden en gaat hierover in discussie met je studiegenoten; Je leert jezelf expressief en creatief te uiten, zowel schriftelijk als mondeling.
Werkvormen -
Begeleid zelfstandig opzoekwerk; Presentatie / performance; Theatrale werkvormen (viewpoint, karikaturen, rollenspelen); Discussies; Brainstorming; Communicatieve vaardigheden (lezen, kijken, luisteren, spreken, schrijven).
Evaluatie Procesevaluatie: begeleid zelfstandig werk: opzoekwerk rond geschreven, gesproken en beeldend werk; discussie: eigen standpunt beargumenteren; eigen creatie: herschrijven, kritisch bekijken, feedback integreren in presentatie; toetsen over stijlkenmerken herkennen en beschrijven. Productevaluatie: begeleid zelfstandig werk: onderzoeksverslag over gekozen stijl; eigen creatie van woord en beeld in een (on)gekende stijl: presentatie voor publiek.
42
16
VOORBEREIDING TOELATINGSPROEF GENEESKUNDE
Doelgroep Leerlingen van 6ASO met minstens 4u wiskunde, die na het 6de jaar kiezen voor een studie geneeskunde of tandheelkunde. Inhouden De toelatingsproef geneeskunde bestaat uit 2 delen: Kennis en Inzicht in Wetenschappen (KIW) en Inzicht Verwerven en Verwerken (IVV). We overlopen in een snel tempo de leerstof van fysica, biologie, chemie en wiskunde, die gekend moet zijn voor de toelatingsproef. Het is echter de bedoeling dat jullie thuis deze leerstof op een grondige wijze terug instuderen. Tijdens het seminarie zal er hoofdzakelijk tijd worden besteed aan het oplossen van modelvragen en vragen die in de voorgaande jaren voorkwamen op de toelatingsproef. We besteden ook tijd aan het deel IVV, voor zover de tijd het toelaat. Doelen Doel is om kandidaten voor de toelatingsproef hierop actief voor te bereiden. Denk er wel aan dat er van jullie verwacht wordt hieraan thuis nog voldoende tijd te besteden. Dit seminarie biedt ook geen garantie op slagen! Werkvormen -
Er zal in beperkte mate gedoceerd worden, nl. het herhalen van de leerstof Voornamelijk zelfstandig werken
Evaluatie -
Na elk afgesloten deel volgt een toets met modelvragen of examenvragen. De leerlingen houden een werkboek bij, dat zal geëvalueerd worden. Attitudes worden ook beoordeeld
43
17
WO I – BRONNENONDERZOEK
Doelgroep: 5 ASO Het seminarie gaat uit van WO I als onuitputtelijke informatiebron. Er is nog veel oorspronkelijk materiaal ter beschikking. Deze veelheid van info ontdekken, onderzoeken en verwerken kadert in het geheel van diepgaand bronnenonderzoek van een historische gebeurtenis. Inhouden In 2014 is men begonnen aan de herdenking van ‘WO I -100 jaar’. Elke stad, elk museum, elke culturele organisatie organiseert wel iets: een tentoonstelling, toneel, lezing, publicatie, … Wil ook jij dit gebeuren niet zomaar laten voorbijgaan, maar zelf actief deelnemen aan een breed opgevat onderzoek rond WO I? Hier vind je dan een interessante mogelijkheid. In de aanloop naar ‘2014: WO I -100 jaar’ is de studie van ‘de WO I-gebeurtenissen’ enorm toegenomen, de inzichten enorm uitgebreid, … Het te onderzoeken materiaal is heel verschillend: wapens, landschappen, kranten, foto’s, gedichten, (dag)boeken, propaganda en kunst, … In dit seminarie ga je werken met een gevarieerd aanbod aan bronnen, en kiezen tussen vele mogelijkheden van verwerking. Doelen Dit seminarie heeft als doelen: op zoek gaan naar verschillende soorten bronnen over WO I, waarna per groepje een keuze gemaakt wordt voor een bepaalde soort bron die verder onderzocht / uitgediept zal worden. Dan moet de verzamelde info verwerkt worden en op een bepaalde manier visueel gemaakt worden. We gaan dus ook kennis maken met verschillende manieren om ‘WO Ifeiten’ aan een publiek te tonen: we bezoeken enkele musea om ‘onze eigen tentoonstelling’ op touw te zetten. Onderzoekscompetenties Zowel via de bezoeken als de seminarielessen streven we naar een aantal vakoverschrijdende eindtermen zoals burgerzin, sociale vaardigheden, vredeseducatie, inlevingsvermogen, … We werken tevens aan belangrijke competenties als (kritisch) indrukken opdoen en verwerken, informatie verzamelen en selecteren, synthetiseren, schriftelijk en mondeling rapporteren, en samenwerken in groep. Voor de tentoonstelling komen zeker ook verantwoordelijkheidszin, doorzetting en creativiteit aan bod. Werkvormen Een veelheid van werkvormen komt aan bod, waarbij de nadruk zal liggen op groepswerk (bronnenonderzoek), actief en creatief info verwerken (visueel maken), en presenteren van het resultaat daarvan. Evaluatie Dit seminarie werkt vanuit permanente evaluatie: zowel de productevaluatie (inhouden) als procesevaluatie (inzet, attitude), waarbij we ook gebruik maken van zelfevaluatie en peerevaluatie.
44
KEUZEFORMULIER Naam: Huidige klas: Studierichting in het vijfde/zesde jaar:
Verzamel op deze bladzijde je voorkeuren. Je kiest telkens enkel voor het komende schooljaar. - Stel een top 4 op van seminaries die je tijdens het eerste semester zou willen volgen:
Semester 1 Voorkeur Titel van het seminarie
Nummer van het seminarie (zie blz. 3)
1 2 3 4
- Stel een andere top 4 op van seminaries die je tijdens het tweede semester zou willen volgen:
Semester 2 Voorkeur Titel van het seminarie
Nummer van het seminarie (zie blz. 3)
1 2 3 4
- Je voorkeuren zullen zo goed mogelijk gerespecteerd worden, maar elk seminarie wordt beperkt tot 20 deelnemers; - Je kan elk seminarie slechts één keer volgen in de loop van je vijfde of zesde jaar; - Controleer of je keuzes uit de juiste semesterlijst (het aanbod en de nummering verschilt per semester) komen; - Controleer nauwkeurig of je in de doelgroep past, die vooropgesteld werd.
45