Seizoener. Kleur. Hartkatern Zomer Sei1502 Hoofddorp_JL_Ede_lente05.qxd :12 Pagina 1

Sei1502 Hoofddorp_JL_Ede_lente05.qxd 19-06-15 07:12 Pagina 1

Seizoener Hartkatern Zomer 2015

Kleur

Redactie: [email protected] Advertenties: [email protected] www.demeiboom.nu Hammarskjöldstraat 230a 2131 VN Hoofddorp Tel: 023 562 31 46


2

SEIZOENER HARTKATERN


Voorwoord

Hun

enthousiasme voor leren geeft mijn leven kleur!

‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’ K.Schippers Lente en zomer zijn de seizoenen bij uitstek waarin we overal om ons heen kleur kunnen ervaren. Bloemen bloeien afwisselend en rijkelijk en zijn meestal even teer als mooi. Het frisgroene van het gras en het jonge blad aan de bomen in de lente wordt geleidelijk zwaarder en donkerder naar de zomer toe, terwijl we in de herfst meer warme kleuren ervaren in de natuur. Ook de dag heeft zijn eigen kleurschakeringen. De rood-oranje oplichtende morgenhemel, pikzwarte, dreigende onweerswolken of een strak blauwe hemel waar we telkens weer met verwondering naar kunnen kijken. Welk kind staat niet even stil bij een rood opgloeiende zonsondergang of hoopt nog eens een schat te vinden aan het einde van een regenboog? Kleuren hebben invloed op ons gevoelsleven. Gewild of ongewild komen kleuren bij ons binnen via onze waarneming, via de zintuigen. Kleuren kunnen in hoge mate onze stemming beïnvloeden. Kinderen zijn ontvankelijker, dus gevoeliger voor kleuren. Een grijze, regenachtige dag heeft een heel andere stemming in de klas tot gevolg dan een zomerse dag met heldere kleuren. Toen we in 2013 de school verbouwden en de vloeren voorzagen van nieuw linoleum hebben we de nodige aandacht besteed aan kleuren. Welke kleur past bij welke leeftijd? Welk gevoel roept de kleur op? Bij de keuze voor een nieuwe naam en ons logo hebben we onszelf de vraag gesteld “Wat onderscheidt ons van andere scholen?” Het antwoord daarop bleek niet eenvoudig te geven,

maar bevatte telkens elementen zoals “Wij zien het kind als individu” “Hier mag het kind worden wie hij of zij is” en “Hier kunnen kinderen zich vanuit hun individuele kwaliteiten verbinden”. Vanuit die gesprekken kwamen ouders met de naam De Meiboom. Een naam die refereert aan zowel individualiteit als aan verbinding. De meiboom is ‘een begrip voor’ en ‘heel eigen aan’ iedere vrijschool. De meiboom staat symbool voor vruchtbaarheid, nieuw leven, kleurrijkheid en verbinding. Tijdens het Pinksterfeest zingen we liederen en dansen we rond de meiboom. Ook in het logo van de school komt de kleurrijkheid van de verschillende kinderen alsmede de onderlinge verbondenheid tot uitdrukking. Een logo als symbool voor een plek waar alle kinderen welkom zijn, los van afkomst, religie of (cognitieve) vaardigheden. Onze meiboom is extra bijzonder omdat in het wiel in de nok van de boom het logo van de school verwerkt zit. Zo is alles met elkaar verbonden. Verscheidenheid is bij uitstek een waarde die van toepassing is op de basisschool. Die verscheidenheid in onze omgeving neemt af naarmate we ouder worden, omdat we in onze verdere schoolloopbaan en werk over het algemeen met mensen in aanraking komen met gelijksoortige vaardigheden of interesses. De jaren op de basisschool zijn dus bij uitstek de jaren dat kinderen gevoelig zijn voor kleuren en ermee worden geconfronteerd. Hun enthousiasme voor leren geeft mijn leven kleur! R O B VA N T R I C H T

3


Peer assessment vrijeschool De Sterrenzanger Oudorp

Portfolio in de vrijeschool?

Masterclass Anders

evalueren en verantwoorden een project van Stichting Vrijescholen Ithaka

“Na de vakantie werden we verrast met een wijziging van onze instructie: in het vervolg moesten we van onze klas een “register“ bijhouden, waarin van week tot week wordt aangetekend wat we behandelen en hoe de vorderingen der leerlingen zijn… Maar ik vind het toch een geluk dat ons onderwijs niet afhangt van zulke controle. Stel je eens voor dat we geen andere reden hadden om met onze klassen te doen wat we doen - en geen andere reden dan dat we het in een schrift moeten zetten”. Theo Thijssen, de gelukkige klas, 1926

4



De woorden van Theo Thijssen stammen al uit 1926 en worden ook nu herkend door veel leerkrachten en directeuren. Dat was aanleiding voor mij als onderwijsmedewerker van Stichting Ithaka om in gesprek te gaan met Annemieke Zwart en met haar te spreken over anders evalueren en verantwoorden. Hoe kunnen we binnen de vrijeschool ons nog meer en op een andere manier verantwoorden over ons onderwijs? In samenwerking met de hogeschool Leiden hebben we een masterclass ontwikkeld voor leerkrachten, intern begeleiders van de scholen van Ithaka. Acht van de tien Ithaka scholen waren vertegenwoordigd door een leerkracht of een intern begeleider en we zijn op weg gegaan. De vrijescholen staan de laatste jaren voortdurend in de belangstelling, we groeien, de Volkskrant schrijft in haar bijlage over de vrijescholen, er worden nieuwe locaties opgericht. Vreugdevol! Mij houdt de vraag bezig hoe we ons onderwijs verantwoorden en aan wie leggen we verantwoording af. Wat vraagt de toekomst van onze kinderen en welke rol kan ons vrijeschoolonderwijs hierin spelen. Welke verworvenheden hebben kinderen in de toekomst nodig? Waartoe voeden wij op? We proberen een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van creativiteit, verbeeldingskracht, sociaal vermogen, moraliteit en autonomie. Langzamerhand hebben we op veel vrijescholen een deel van de cognitieve ontwikkeling in kaart en nemen we op een aantal domeinen toetsen af en kunnen we onze opbrengsten verantwoorden aan de inspectie. Maar dat doen we maar op een heel klein gebied (rekenen, spellen, technisch en begrijpend lezen) terwijl we de kinderen in de vrijeschool juist een brede ontwikkeling aanbieden. Hoe verantwoordt de vrijeschool dit surplus in aanbod en verwerking naar de overheid, ouders en kinderen? Daarbij was ook de onderzoeksvraag van een aantal deelnemers: “Hoe kunnen we de motivatie van leerlingen verbeteren, de kinderen meer eigenaar maken van hun leerproces en betrekken bij een andere manier van evalueren?” Met deze thema’s hebben we een start gemaakt! Annemieke Zwart vertelde ons over het werken met portfolio’s en het werken met Kind werk dossiers. (Zwart en Bollema 2010: In dit boek schrijven verschillende auteurs over verschillende vormen van assessments, evaluatiegesprekken en toetsen) Een van de deelnemers is aan de slag gegaan met het periodeonderwijs anders vormgeven. Hoe krijgen de kinderen meer zeggenschap over de inhoud en over de opbrengsten zonder traditioneel meten van de leerkracht.

Deze vragen zijn eerst besproken en hier zijn afspraken over gemaakt. De leerkracht heeft gemerkt dat door deze aanpak, de leerlingen gemotiveerd, enthousiast, energiek, ondernemend waren en heel eerlijk konden reflecteren op hun eigen opbrengsten en proces. Iedere dag vulden de kinderen een zelfevaluatie in met de vragen als: Welke twee dingen heb je vandaag geleerd? Wat was leuk? Wat was moeilijk? Wat weet je nog van gisteren? Wat is je voornemen voor morgen? Een andere deelnemer van de masterclass heeft zich vooral bezig gehouden met het ontwerpen van evaluatieformulieren als inspiratiebron voor collega’s . Hoe kan je terugblikken op een periode, vakles en hoe kunnen kinderen dat zo doen, dat ze eerlijk reflecteren op hun handelen. De criteria voor goed werk, of een mooi toneelstuk werden van te voren bepaald. Soms liet de leerkracht de kinderen het werk van een klasgenoot beoordelen, (peer assessments). Soms gingen ze hun eigen werk beoordelen (self-assessments). Bij Stichting Ithaka willen we werk maken van het vastleggen van de kwaliteiten die we echt belangrijk vinden. Daar kan deze manier van evalueren en verantwoorden een bijdrage aan leveren. Het zoeken is begonnen, de weg wordt gegaan en het enthousiasme wordt gewekt! T E K S T: F R A N C I E N K L E E M A N S

(stichting Ithaka, Hogeschool Leiden)

www.vsithaka.nl

Eén leerkracht is begonnen met het bevragen van de klas rondom het thema (periode Grieken) dat centraal stond. • Wat wisten de kinderen al over de Grieken? • Wat wilden ze nog leren? • Hoe komen we aan de informatie? • Hoe weten we aan het eind van de periode of we genoeg geleerd hebben over de Grieken? • Hebben we onze eigen doelen gehaald? • Aan wie laten we zien, horen, wat we geleerd hebben en hoe? 5


Hier is onze fiere

Pinksterblom Vijftig dagen na Pasen en tien dagen na Hemelvaart vieren we het Pinksterfeest. Het Griekse 'Pentecostes' betekent de 50ste dagen van dit woord is de naam Pinksteren afgeleid. Pinksteren werd ook wel bloeifeestgenoemd en is van oorsprong een vruchtbaarheidsfeest. Er is in de meimaand een overvloed aan bloemen en bloesems die bevrucht zullen worden, opdat de plant straks vrucht zal dragen.

‘Hier is onze fiere Pinksterblom en ik wou hem zo graag eens wezen. Met zijn mooie kransen in het haar en met zijn klinkelende bellen. Recht is recht, krom is krom, belief je wat te geven voor de fiere Pinksterblom, want de fiere Pinksterblom moet voort gaan.’

Op 22 Mei vierden we het Pinksterfeest. De kinderen van de andere klassen zaten rondom de meiboom, toen de kleuters kwamen aangelopen terwijl ze bovenstaand lied zongen. De oudste kleuters liepen fier voorop in hun witte kleding, versierd met een papieren bloemenkrans op hun hoofd en rinkelende bellen om hun pols. Zij hebben reeds vorig jaar gezien hoe dit feest gevierd en nu zij voor de tweede maal dit feest meemaken, beleven zij dit weer op een andere manier dan vorig jaar. Zo anders is dit voor de jongste kleuters, die dit feest wél voor het eerst mee maken. Zij kijken hun ogen uit. Als volwassene kan je je eigenlijk haast niet meer voorstellen hoe het is om zoveel dingen voor het eerst mee te maken en voor het eerst alles te ontdekken. Daarom is het ook zo fijn dat als tegenhanger van al dat ontdekken en indrukken opdoen, dat de dagen op school volgens een vast ritme verlopen. Hier ontlenen de kinderen vertrouwen aan. Terwijl de linten worden uitgedeeld rent een jongste kleuter over het veld en plukt een madeliefje voor de juf. Dan kan je als juf alleen maar smelten van zoveel liefde! Rondom de meiboom vliegen de kinderen als duifjes uit. Het oefenen vooraf was al plezierig en op de dag zelf genoten ze van de andere klassen, die mooie liederen zongen en de kleurige linten rondom de meiboom versierden.

6



kleuterklas

Doe open nu het duivenhuis de duifjes vliegen er vrolijk uit. Zij vliegen uit met brede vlucht En zweven in de blauwe lucht Maar keren zij weer van ‘t vliegen moe, dan sluiten we zacht het duivenhuis toe. Roe-koe-roe-koe, roe-koe-roe-koe

De oudste kleuters… Nog een aantal weken en dan vliegen zij uit tot eerste klasser. Ze voelen zich al groot, omdat ze de deur mogen openen, ze zijn al vertrouwd met heus gereedschap als een zaag, hamer en spijkers. Ze hebben een bedje gemaakt en op het weefgetouw hebben ze een dekentje geweven. Met naald en draad hebben ze van vilt een kussentje genaaid. Ze hebben geoefend met vlechten, vingerhaken en het stempelen van letters. De oudste kleuters kunnen de juf en de jongere kleuters goed helpen met klaarzetten, uitdelen of opruimen. Ze kunnen synchroon tellen (de cijfers gelijktijdig met het één voor één aanwijzen van de voorwerpen opnoemen), hun eigen naam schrijven en niet te vergeten, met gemak 20 keer touwtje springen! De ‘oudste kleuter werkjes’ zijn een voorbereiding op de eerste klas. Waar taakgerichtheid, concentratie en wilskracht voor nodig is. De jongste kleuters kijken graag toe en verheugen zich om het later als zij groot zijn ook te mogen doen! Ik sluit af met Yannick, Daniël, Viviane, Dewi en Flynn alvast heel veel plezier, blijdschap, vreugde, voldoening, wilskracht, pret, tevredenheid, ontspanning, vertrouwen en doorzettingsvermogen toe te wensen in hun volgende stap op weg naar zelfstandige wereldburgers. JUF MARIA

7


8


Column

Kleuren in ons ‘Wil je met me spelen?’ Een rood aangelopen hoofdje duikt weg achter mijn rug. Met een gespannen lachje gluurt ze om het hoekje van mijn heup. Het rood is tot achter haar oren gekropen. Het antwoord op de vraag blijft verlegen verstopt achter haar lipjes, maar in haar ogen glimt het luid van ‘Ja!’. ‘Mama! Helpen!’ Daar ligt hij weer. Languit op straat. Vol van enthousiasme en dadendrang zichzelf andermaal omver gerend. Met dikke tranen in de ogen worden de broekspijpen omhoog gesjord: het resultaat van de val dient bestudeerd te worden. De oogst van alleen al de afgelopen week: twee kleine knieën bezaaid met blauwe plekken van uiteenlopende grootte en intensiteit. Bij het blauw van deze soort helpt maar een ding: een dikke kus. ‘Maar als ik naar Mars kan, dan wil ik niet dat jij mij tegenhoudt.’ Stellig, uitdagend en zo onvermurwbaar mogelijk staat hij tegenover mij. Wat een prachtige kracht. Daar wil ik helemaal niets van tegenhouden. Dat ik niet sta te popelen om mijn kind uit te zwaaien als hij in een raket stapt om een reis van zo’n 230 miljoen km te maken naar een plek waar geen mens kan leven, dat mag hem niet weerhouden zijn eigen pad te volgen. Het niet met mama eens zijn en achter zichzelf gaan staan: dat mag. Dat is juist helemaal oké en precies de bedoeling. Hij moet er nog aan wennen. Hij is er nog groen in. Rood, blauw, groen: we zijn het allemaal wel eens. Als ik dans voel ik mij rood. Afwijzing kleurt mij blauw van binnen. En zie ik Jacob Derwig spelen, dan ben ik doordrongen van hoe groen ik als speler ben. In het theater worden de termen ‘rood op rood’ en ‘tegenkleuren’ gebruikt. Speel je bijvoorbeeld hard huilend een begrafenisscène dan zou je dat ‘rood op rood’ kunnen noemen. Maar houd je de bewust opgeroepen tranen juist binnen dan noem je dat ‘tegenkleuren’. Over het algemeen zal het ‘tegenkleuren’ tot interessanter spel en dus tot een betere voorstelling leiden. Dit zie je vaak ook bij schilderingen: dit is rood, dat is blauw. Maar juist die grens, het overgangsgebied waarin de kleuren in elkaar verlopen en nieuwe kleuren vormen geeft de schildering dat ongrijpbare wat nieuwsgierigheid oproept. En: ruimte voor interpretatie! Elke kijker ziet ook weer met een eigen visie, met een eigen kleur. Als opvoeder realiseer ik mij nogal eens dat mijn eigen kleur van het moment niet altijd als vanzelfsprekend samengaat met de kleuren die mijn kinderen op datzelfde moment in zich dragen. Aan mij als volwassene de taak om daar dan een aardige schildering uit voort te laten komen. Geen sinecure, wat mij betreft. Er wil nog wel eens een onbestemd bruingrijs uit voort komen. Waarbij ik mij afvraag: hoe meng ik zonder te vervagen? Hoe meng ik zonder weg te vagen? MARITHA


9


Klas 12

Kleurbeleving Juf mag ik de potten vullen? Mag ik de kwasten uitdelen? Mag ik..? De kinderen van klas 1-2 willen graag helpen en vinden het heerlijk om de spullen voor de schilderles klaar te zetten. Gelukkig maar, want het is altijd een hele klus. Als dan na veel bedrijvigheid alles klaar ligt, kan de schilderles beginnen. De kinderen schrijven eerst hun naam en de datum op het papier en vervolgens maken ze het papier aan beide kanten nat met een spons. Vervolgens wordt het overtollige water met een doek gedept. In het begin van het jaar was het nog lastig voor de kinderen om maat te houden. Bij sommige was het een water ballet. Maar nu aan het eind van het jaar weten de meeste kinderen wat de bedoeling is. In de eerste en tweede klas gaat het schilderen niet om het schilderen van voorwerpen, landschappen, dieren of iets dergelijks, het gaat om de kleurbeleving. Een opdracht kan bijvoorbeeld aansluiten bij een verhaal, wat net verteld is in de klas, waarin een hele boze koning voor kwam. Dan zoeken de kinderen naar een kleur die het beste aansluit bij de boze stemming. De kinderen schilderen dan niet de koning, maar bijvoorbeeld het boze rood. Vervolgens wordt dan bijvoorbeeld het 10


kalme blauw er om heen geschilderd. Ook worden er opdrachten gegeven waarbij ik als leerkracht de kleur aangeef zonder dat de kinderen de kwaliteit van de kleur kennen en die ze al schilderend ontdekken of ervaren. Wanneer de kinderen op deze manier schilderen, leren ze wat kleuren voor kwaliteit hebben, wat de kleuren met hen doen. Ze kunnen zich dit bewust worden en leren verwoorden en deze kwaliteiten bij zichzelf herkennen en later wellicht bewust opzoeken. Het voedt dus het zielen leven en maakt het bewegelijk. Wanneer de kinderen bezig zijn zie je enorme verschillen. Het ene kind werkt heel snel, gebruikt veel kleur en werkt heel nat. Het andere kind werkt heel voorzichtig, gebruikt haast geen kleur en is steevast als laatste klaar. Ieder werkt vanuit zijn eigen temperament en bekent eigenlijk zijn kleur. Het mooie is dat ieder kind binnen de zelfde les iets anders kan leren. De één om meer kleur te gebruiken en zich zelf meer te laten zien, een ander bijvoorbeeld om minder nat te werken door de kwast telkens bewust te drogen en dus minder impulsief en met meer bewustzijn aan de slag te gaan. Aan het eind van de les is iedereen voldaan en trots op zijn werk. De spullen worden met elkaar weer opgeruimd en de schilderingen worden te drogen gelegd. Wanneer de kinderen later de schilderingen zien hangen reageren ze daar meteen op. Die is van...? mooi hè? JUF ELLA


Toneelperiode in april 2015

Vogeltje Grijp


11


v.l.n.r. Roos, Sarah, Lotte, Max, Noa, Dani, Koos, Juba

Afscheid van kleurrijk klas 6 Roos Ravesteijn Moeder:Leonie, vader: Casper, broertjes: Reinard en Quinten Naar welke Middelbare school ga je? Ik ga naar de Rudolf Steiner in Haarlem. Het is een creatieve school en er wordt les gegeven wat bij mij past. Ook is de Rudolf Steiner een kleine middelbare school in vergelijking met andere middelbare scholen en dat vind ik fijn. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Leuk bij De Meiboom zijn: schilderen, vormtekenen, handvaardigheid, rekenen. Wat mij lijkt leuk op de Rudolf Steiner: biologie, textiel. Minder uitdagend: taal. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Een creatief meisje. Bescheiden. Meelevend. In het algemeen rustig, maar soms toch ook hyper. Sportief. Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Tijdens de periode heeft Peter veel verhalen verteld die veel over de geschiedenis gingen. Dat vond ik heel interessant. Met rekenen zijn veel mogelijkheden behandeld om iets uit te rekenen. Maar ook hoe je de graden van bijvoorbeeld een driehoek kan berekenen. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? De colour run was heel leuk, omdat de meester ook meedeed. De meiboom vlechten was ook heel leuk om te doen. Verder was het kamp erg leuk en het uitje naar de Rudolf Steiner. En alle 1 April grappen die we hebben uitgehaald (bv de krijtjes bij het bord verwisselen met snoep krijtjes). Welke ideeën heb je over de toekomst? Ik zou later graag schrijfster worden van leuke fantasie verhalen net zoals Roald Dahl, dan word ik zijn opvolger. Ik zou er ook illustrator bij willen zijn samen met het schrijven. Maar anders zou ik ook wel sportvrouw willen worden net zoals mijn moeder.

Sarah Leiwakabessy Moeder: Denise, vader: Helio. Geen broertjes of zusjes. Naar welke Middelbare school ga je? De Tobiasschool in Amsterdam. Nou, omdat het een hele fijne school is. Mijn moeder heeft me een beetje geholpen. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Mij lijkt biologie wel leuk, schilderen en een beetje scheikunde. Ik vind Nederlands niet zo leuk en wiskunde, daar hou ik echt niet van. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Ik vind mezelf soms een beetje heel erg druk. Ik kan zorgzaam zijn en ik kan me niet goed concentreren en dan ga ik soms praten met anderen. Ik hou van yoga, daar word ik lekker rustig van. Wat doe je graag in je vrije tijd? Als ik vrij ben wil ik graag yoga doen. In de vakantie wil ik graag naar Portugal naar mijn familie. Dan ga ik met mijn nichtje Leonore spelen.

12


Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Procenten want ik snapte daar helemaal niets van, maar toen heeft meester het mij uitgelegd en snapte ik het veel beter. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Toneelstuk van vorig jaar, toen ik in de 5e klas zat, want ik was mijn tekst vergeten. Ik was zenuwachtig en toen moest ik lachen. Welke ideeën heb je over de toekomst? Ik hou heel erg van acteren. Ik zat op een theaterschool maar dat was in Den Haag. Door de verhuizing ben ik gestopt. Ik wil graag actrice worden dus ik ga weer naar een theaterschool in Hoofddorp. Ik wil yoga blijven doen. Voordat ik actrice word wil ik in een restaurant werken.

Lotte van Poppel Vader: Roel, moeder: Geerte, broertjes: Thijs (10 jr.) en Pepijn (7 jr.) Naar welke Middelbare school ga je? Naar het Rudolf Steiner College. Ik heb al een aantal mensen gesproken en de sfeer was fijn. Ik heb zin in de creatieve vakken, want dat vind ik heerlijk om te doen. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Leuk, denk ik: Nederlands en Engels. Minder leuk: wiskunde, want ik hou niet echt van rekenen. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Ik ben een vrolijk meisje en ik hou heel erg van zingen. Ik heb veel fantasie en ik maak graag grappen / hou mensen voor de gek. En ik ben erg sociaal. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik zit op hockey en tennis. èn ik zit op pianoles en zingen. In vakanties wil graag in de buurt van een zwembad zijn of de zee en er moeten kinderen zijn. Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Vooral de creatieve vakken. Op mijn vorige school was dat er bijna niet en op De Meiboom kan ik mijn fantasie gebruiken. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? De Sinterklaas surprises maken. Welke ideeën heb je over de toekomst? Ik wil later graag naar de hotelschool, zodat ik mijn eigen strandtent kan beginnen. Ik vind het leuk om te serveren e.d.. Op familiefeesten zorg ik er vaak voor dat iedereen drinken en een hapje krijgt.

Max Bouwmeester Vader: Aart, moeder: Karin, zusje: Anne Naar welke Middelbare school ga je? Rudolf Steiner College, omdat het een hele hele leuke school is. Anders dan de andere scholen die ik heb gezien. Met andere vakken en ander onderwijs. Beter dan de rest. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Hout en metaal lijken me echt gaaf. Je leert dan dingen maken, die je anders niet zo snel


maakt. Handwerken lijkt me minder. Ik ben daar niet zo goed in. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Pfff… Als een leuke, grappige, spontane jongen die openstaat voor nieuwe dingen. Wat doe je graag in je vrije tijd? Hockey, voetbal, gitaar spelen, buiten spelen, FIFA 15 en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het liefst ga ik op vakantie naar Amerika. Daar is nog zoveel te ontdekken! Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Dat als je ergens mee bezig bent je niet moet stoppen. Doorgaan. Doorzetten. Geef niet op! Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Kamp, zo gezellig! Welke ideeën heb je over de toekomst? Als ik klaar ben met de middelbare school, wil ik naar de School voor Journalistiek. Ik wil namelijk sportcommentator worden!

Noa Ben Hammou Moeder: Saloua, vader: Ab, broer: Nassim Naar welke Middelbare school ga je? Ik wil graag naar de het Rudolf Steiner College, omdat ik het leuk vind om naast de serieuze vakken ook creatieve dingen te leren. Ik hou erg van muziek en toneelspelen. Toen ik op de open dag van het RSC was, voelde ik mij daar meteen helemaal thuis. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Mij lijkt biologie en wiskunde de leukste vakken. Ik vind rekenen al leuk en ik heb gezien dat wiskunde een tikkeltje moeilijker is en met andere tekens is. Biologie lijkt mij heel interessant omdat ik graag kinderarts wil worden en ik dan alles over het menselijk lichaam kan leren. Ik wil graag kinderarts worden, omdat ik kinderen wil helpen en er voor wil zorgen dat ze een goed en gezond leven kunnen leiden. Ook vind ik geneeskunde een heel interessant beroep en wil ik mij daar heel graag in verdiepen. Hoe zou je jezelf omschrijven? Ik ben een leuk en enthousiast kind. Ik wil heel graag met iedereen delen als ik iets weet over een onderwerp weet en daardoor kan ik wel heel druk zijn. Ik maak snel nieuwe vrienden. Wat doe je graag in je vrije tijd? Mijn hobby’s zijn hockey en toneel, buiten spelen en met vrienden afspreken. Ik houd van toneel omdat je dan in iemand anders zijn schoenen mag staan en dan kan ik helemaal m’n fantasie laten gaan. Ik zit op improvisatie toneel, dus we mogen van alles verzinnen om een persoon te vormen en een verhaal te bedenken. Ik ga graag op vakantie naar Marokko. Ik houd van die aparte cultuur en m’n ouders zijn er geboren. Ik zou graag naar Amerika willen, omdat ik dan Engels kan leren en ik wil graag de Grand Canyon zien. Wat heb je het meest geleerd van meester Peter? Ik heb geleerd om de juiste keuzes te maken, hoe je met elkaar om moet gaan, hoe je moet breien, naaien. Maar het allerleukste zijn de mooie oude verhalen over Mesopotamië, Perzië, Zeus, Shiva, Abraham etc. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Het kamp. Daar heb ik m’n klasgenootjes echt beter leren kennen. Welke ideeën heb je over de toekomst? Om heel serieus te zijn met waar ik mee bezig ben. Goed mijn huiswerk maken en inplannen. Maar vooral om dokter te worden, daar ga ik hard mijn best voor doen!!

Dani van Beek Vader: Dennis, moeder: Yvonne, zusje: Isa Naar welke Middelbare school ga je? Ik ga naar het Rudolf Steiner College omdat het een vrijeschool is. Je leert daar niet alleen met je hoofd, maar ook met je handen. Dingen doen, uitzoeken, ontdekken. Je hebt daar ook periodelessen. Het lijkt me een leuke school. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Wiskunde, scheikunde en natuurkunde lijken me heel leuk. En tekenen. Ik heb gezien dat je daar ook verder leert om 3D te tekenen. Zingen vind ik niks. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Nieuwsgierig! Van alles wat ik zie wil ik heel precies weten hoe dat zit en waarom. Ik hou van dingen uitzoeken en van techniek. Verder hou ik van Ajax, van Science Fiction en van alles

wat met de ruimte te maken heeft. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik zit op voetbal en op pianoles. Ik vind het leuk om bezig te zijn met Gamemaker. Vaak ga ik naar jeugdland om daar hutten te bouwen. En ik hou van lekker gezellig in een tent, vooral als het regent. Als vakantiebestemming vind ik Frankrijk heel mooi. Het is leuk om daar naar kastelen te gaan, op het strand te spelen, in zee te zwemmen en te klimmen in een klimbos. BBQ hoort ook bij de vakantie! Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Het meeste heb ik geleerd in de periodelessen zoals Mineralogie, Oude Culturen. En in het plusgroepje met kans berekenen. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Kamp! Welke ideeën heb je over de toekomst? VWO doen en daarna naar de TU Delft. Om vervolgens bij de ESA (European Space Agency) te gaan werken. Niet als astronaut maar gewoon op de grond. En daarnaast wil ik lekker veel kamperen.

Koos Uitendaal Vader: Marco, moeder: Mandy, broertje van 8: Jack Naar welke Middelbare school ga je? Rudolf Steiner College, omdat ik heel erg van creatieve vakken hou die ze er geven. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Houtbewerking, koken, tuinieren lijken me heel leuk. Wiskunde en talen lijkt mij niet leuk. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Een aardige, grappige jongen. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik hou van karate en bedenk graag creatieve uitvindingen / plannetjes in mijn vrije tijd. Mijn favoriete vakantie bestemmingen zijn Curacao en Italië. Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Tekenen/vormtekenen, fluiten en eigenlijk alle typische vrijeschool lessen. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Het kamp aan het begin van het schooljaar. Welke ideeën heb je over de toekomst? Een gelukkig gezin met een leuke baan (waar ik ook lekker veel mee verdienJ)

Juba Khennane Moeder: Corine, vader: Arezki, zusje van 8 jaar: Iness Naar welke Middelbare school ga je en waarom heb je voor die school gekozen? Het Rudolf Steiner College in Haarlem. Ik was er al een paar keer geweest (o.a. met een sportdag vorig jaar), maar de open dag heeft de doorslag gegeven. Ik ben wel benieuwd naar alle vakken. Verder hou ik van technische dingen, dingen maken of uit elkaar halen en dat kan ik daar ook doen. Welke vakken lijken je leuk en welke iets minder? Duits lijkt me wel leuk, omdat het nieuw is. Frans leer ik een beetje van mijn vader en Engels hoor je al meer om je heen. Verder zie ik het wel. Hoe zou jij jezelf omschrijven? Ondernemend in alle opzichten hihi… en ik hou van snel! Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik speel nu bijna twee jaar piano en dat vind ik erg leuk. Verder hou ik van buiten spelen, lezen en minecraften (computer). En ik zit op een zeilclub, ook erg leuk. Waar we op vakantie heen gaan maakt me niet zoveel uit, als het maar warm is en er water is. En we gaan elke jaar naar Algerije in mei (dan is het nog niet zo heet) naar mijn oma. Mijn vader komt daar namelijk vandaan. Wat heb je het meeste geleerd van meester Peter? Veel, want ik heb hem ook in klas 4 gehad. Meetkunde vond ik erg leuk. Hij kan ook erg grappig zijn. En hij heeft me ook veel geleerd over hoe je met anderen moet omgaan, in de klas maar ook met spelen. Wat is het leukste dat je met meester Peter of op school hebt meegemaakt? Sint Jan: lekker eten, spelen en over vuur springen. Welke ideeën heb je over de toekomst? Geen idee. Eerst school afmaken en dan zien we wel. Maar een eigen vleugel en zeilboot lijken me wel tof!


13


14



Afscheid van de kleurrijke

juf Miranda Heeft u altijd al juf willen worden? Ja, al heel jong wist ik dat ik juf wilde worden, maar vroeger waren er nogal veel regeltjes. En er waren al te veel juffen en meesters. Ik zou beter een ander beroep kiezen, want het was vroeger namelijk zo dat als je trouwde, maar één van de twee in het onderwijs mocht werken. De ander mocht na het trouwfeest dan niet meer in het onderwijs werken.

Wat heeft u dan gedaan voordat u juf werd?

markten altijd erg leuk. De ouders, kinderen en leerkrachten ontmoeten elkaar tijdens de feesten in een andere sfeer, op een andere manier. De leerkrachten zijn die dag ook geen leerkracht, maar gewoon aanwezig.

Ik vond het altijd al heel leuk om zelf kleding te maken. Daarom ben ik coupeuse geworden. Dan mag je zelf kleding ontwerpen en maken. Dat vond en vind ik altijd erg leuk om te doen. Na heel wat jaren in allerlei verschillenden functies in de confectie te hebben gewerkt wilde ik wel iets anders. Er was op dat moment een tekort aan leerkrachten, dus ik zag dat als mijn kans om alsnog juf te worden.

Welk jaarfeest vindt u het leukst om te vieren?

Wilde u altijd al werken in het vrijeschoolonderwijs?

Handwerken! Naast dat ik het zelf heel leuk vind om te doen, wil ik dat de kinderen zien dat in producten veel vaardigheden en moeite zitten. Als je zelf producten maakt en dit inziet zul je de producten meer gaan waarderen.

Ik was altijd al een voorstander van vernieuwingsonderwijs, maar ik wist niet dat het vrijeschool onderwijs bestond. Mijn kinderen zijn daarom naar het Montessorionderwijs gegaan. Ik wilde graag dat mijn kinderen niet de hele dag in de schoolbanken zaten, maar dat zij ook creatief geprikkeld werden. Dat viel echter op de Montessori school toch tegen. Op een bepaald moment verhuisden we naar Hoofddorp en ik ontdekte de Vrijeschool. Ik heb mij vervolgens verdiept in het vrijeschool onderwijs en zo zijn mijn kinderen hier op school gekomen. De Meiboom heette toen nog Vrijeschool Haarlemmermeer.

Wanneer bent u juf geworden op De Meiboom? Toen ik ging leren voor juf ben ik meteen aan de slag gegaan als kleuterjuf en dat deed ik toen één dag in de week. Later ben ik ook klas 5/6 les gaan geven, omdat de meester ziek was.

Wat is de leukste herinnering aan De Meiboom? Het feest dat de kinderen met hun ouders voor juf Paulien haar 50ste verjaardag hadden georganiseerd. Juf Paulien was vanaf het ontstaan van de school, kleuterjuf. Op haar 50ste verjaardag waren alle kinderen versierd en werd de juf op een bakfiets door het dorp gereden. Het was een leuk gebaar dat haar verjaardag zo uitbundig werd gevierd. Daarnaast vind ik de jaar-

Het Michaëlfeest. Het is een feest dat gaat over het vinden van de kracht in jezelf, je grenzen verleggen en het hebben van moed. In de klas vind ik het heel belangrijk dat de kinderen hun grenzen verleggen, want iedere keer als de kinderen hun grenzen verleggen zie ik ze groeien.

Wat vindt u het leukste vak om te geven?

Heeft u nog een toekomstdroom? Later wil ik het liefst de hele dag bezig zijn met het creëren van dingen. Mooie dingen maken door te handwerken of met handarbeid voor mensen die dat kunnen waarderen.

Waarom zegt u De Meiboom gedag en wat gaat u dan doen? Eigenlijk bijna hetzelfde als ik nu doe. Op de vrijeschool in Haarlem ga ik lesgeven in klas 1 samen met een andere juf. Daarnaast blijf ik daar remedial teacher en intern begeleider. Ik werkte al een tijdje op De Meiboom en op een vrijeschool in Haarlem. Werken op twee scholen is mij echter een beetje te veel geworden. Ik had namelijk nooit het gevoel dat ik op één van de scholen er helemaal was. Ik wil mij graag helemaal kunnen inzetten. Omdat ik ga verhuizen naar Haarlem heb ik ervoor gekozen om dichtbij huis te gaan werken. Maar ik ga De Meiboom ontzettend missen!

Wat gaat u het meest missen aan De Meiboom? De ontwikkelingen van de kinderen. Ik heb veel gewerkt in de lagere klassen en als de kinderen dan in klas 6 zitten ben ik altijd weer onder de indruk van hun groei. Dit zal ik van mijn leerlingen van de afgelopen jaren niet meer meemaken.

Wat wilt u dat de kinderen nooit vergeten? Dat ze zichzelf nooit moeten vergelijken met een ander, maar alleen met zichzelf. Als je naar jezelf kijkt zul je zien dat je onwijs bent gegroeid en dat je steeds meer kan en snapt. MARAL DINDAR SEIZOENER HARTKATERN

15


klas 3-4

De

‘ik’ krijgt kleur

Heemkunde periode Alweer enige tijd geleden hebben de kinderen uit klas 3 en 4 fantastisch werk laten zien tijdens de tentoonstelling. Vier weken lang hebben de kinderen hard gewerkt aan een prachtig werkstuk. Tijdens deze periode hebben de kinderen met doelen gewerkt om zelf hun voortgang in de gaten te houden. Dit was voor de kinderen even wennen en hierdoor erg leerzaam. Aan het begin van de periode hebben de kinderen doelen opgesteld samen met juf Miranda. Zij heeft de uiteindelijke doelen verzameld, zodat de kinderen uit de doelen konden kiezen. Aan deze doelen hebben zij de hele periode gewerkt. Elke week heeft juf Miranda met de kinderen een evaluatie moment gehad. Tijdens dit moment hebben de kinderen de tijd gehad om vragen te stellen en hierdoor onduidelijkheden te verhelpen. Ook was dit een handig moment voor juf Miranda en voor mij om te kijken hoe de kinderen het vonden gaan. Aan het einde van de periode hebben de kinderen een tentoonstelling verzorgd. Voorafgaand aan deze tentoonstelling had ik even polshoogte genomen bij de kinderen, maar zij waren nog erg rustig en hadden weinig tot geen last van de zenuwen… totdat de deur van het klaslokaal openging. Wij waren erg verrast door de grote opkomst. Er waren zelfs ouders en andere genodigden die buiten het klaslokaal moesten wachten tot er een paar mensen het lokaal verlieten! Door de grote opkomst hebben de kin16


deren hun eigen vooropgestelde doelen goed met hun ouders of anderen kunnen bespreken. Ouders waren kritisch en opbouwend met hun feedback en dat gaven de kinderen later ook terug tijdens de allerlaatste evaluatie van de periode. De kinderen hebben hun eigen werk goed kunnen presenteren op hun eigen manier. Het ene groepje had van alles geknutseld en vertelde daar het e.e.a. bij en weer een ander groepje heeft de ouders een quiz laten maken. Dit alles stond in het teken van de aardrijkskunde periode. De kinderen in de derde klas leven nog een beetje in een ‘paradijs’, de wereld om hen heen is mooi. In de vierde klas worden de kinderen zich steeds meer bewust van de ‘echte’ wereld om hen heen en stappen zij als het ware uit het paradijs. De kinderen worden zich bewust van zichzelf en van de omgeving. Dit noemen ze ook wel een ‘ik-inslag’ en kinderen maken dat rond hun negende jaar mee. De kinderen voelen zich niet meer opgenomen in de beschermde wereld, maar voelen zich teruggeworpen op zichzelf. Als leraar kijk je met de kinderen naar de wereld, hoe mooi deze eigenlijk is en wat er allemaal te ontdekken valt. Tijdens de aardrijkskunde periode zijn wij bij de kinderen zelf van start gegaan. Allereerst hebben we gekeken naar het kind en zijn directe omgeving, slaapkamer en school. Daarna zijn we


verder gegaan met Hoofddorp, het Haarlemmermeer en uiteindelijk ook heel Nederland.

Taalperiode Bij het idee dat een kind zich meer bewust wordt van zichzelf sluit de Edda ook goed aan. De Edda is de vertelstof van de vierde klas en is de Noorse mythologie. Voor kinderen zijn de verhalen goed te begrijpen, maar voor een volwassene is dit een uitdaging. De kinderen leven nog in de fantasiewereld en kunnen zich helemaal in de karakters van het verhaal verplaatsen. Een volwassene daarentegen wil alles graag begrijpen wat bij de Noorse mythologie erg ingewikkeld is. Wanneer de verhalen verteld worden in de klas zie je de kinderen er helemaal in opgaan. Soms ben ik de draad ook even kwijt op de momenten dat ik merk dat de kinderen aan het genieten zijn van het verhaal. Gelukkig is dit moment maar kort en kan ik de draad snel weer oppakken. De Edda is de leidraad voor de één na laatste periode. Vanuit de verhalen hebben wij met verschillende taaloefeningen gewerkt. We hebben gedichten geschreven en tekeningen gemaakt waarbij het hele verhaal afgebeeld moest worden. Dit was een grote uitdaging voor de kinderen, maar zij waren erg creatief. Van tekening tot strip, alles mocht zolang het verhaal maar op papier kwam zonder (al teveel) tekst. Ook zijn wij bezig met het maken van een soort krant over de Edda. We zijn begonnen met het maken van een woordspin over de verschillende verhalen en wat een krant nu eigenlijk precies inhoudt. Hiermee zijn de kinderen, zelfstandig en in groepjes, hard aan het werk. Wij zijn allemaal erg benieuwd naar het eindresultaat. JUF NIENKE


17


Klas 5-6

Wat hebben schilderen en stenen met kleur te maken? Zoals bekend is er op de Vrijeschool veel aandacht voor de kunstzinnige vakken. En zo is er iedere dinsdag na de pauze tijd voor het schilderen. Bij het schilderen staan de beleving van kleuren centraal. Wij schilderen dit jaar met blauw, geel en rood. In de 5e en 6e klas oefenen de kinderen in het werken met mengkleuren. De onderwerpen van de schilderingen komen voort uit de vertelstof of vanuit de periode.

In mei zijn we bezig geweest met de periode mineralogie. Kinderen leerden het vulkanische gesteente basalt kennen en hebben geleerd hoe vulkanen ontstaan. Uiteraard schilderden we er die dinsdag over. Kinderen kunnen contact maken met het warme rood, dat langzaam afkoelt en van kleur transformeert. Het vraagt een grote mate van concentratie en ‘wakker zijn’ van de kinderen. Tijdens het schilderen kan ik dan ook bij veel kinderen de wangen rood zien kleuren; grote concentratie en inzet. Daarnaast is er iets anders te zien wanneer er vanuit het drieledig mensbeeld wordt gekeken. Het schilderen is een activiteit waarbij de wil aangesproken wordt; de ledematen en het stofwisselingssysteem zijn actief, het denken niet zozeer. In de klas is te zien dat sommige kinderen gemakkelijk vanuit dit ‘wilsge18



bied’ contact kunnen maken terwijl dit voor anderen een interne strijd oplevert. Sommige kinderen lopen dan echt even vast. Als leerkracht probeer ik het kind te ondersteunen door hem of haar uit het denken en oordelen te halen. Dat denken en oordelen zijn namelijk typische ‘hoofd’ activiteiten. Iedere les heeft het kind weer opnieuw de mogelijkheid om contact te maken met het wilsgebied. Binnen de school is er de regel dat de kinderen tijdens het schilderen niet spreken. Op die manier kunnen de kinderen beter contact met zichzelf maken en blijven ze ook beter bij zichzelf. Kinderen zijn tijdens de les op de juiste wijze geconcentreerd, betrokken en verbonden op het werk en met zichzelf. Overigens is het schilderen niet de enige activiteit waarbij kinderen in contact zijn met het wilsgebied. Na de schilderles beschouwen we het werk. Beschouwen is het zonder oordeel gebruiken van de zintuigen. Het is leuk om te zien dat de kinderen die het kortst bij ons in de klas zijn, deze vaardigheid al goed oppakken. Dat beschouwen is belangrijk in het onderwijs omdat wij willen dat kinderen wanneer zij van school gaan de wereld in kunnen stappen en deze kunnen beschouwen zonder direct in oordelen te vervallen.

Blauw Toen we de school alweer twee jaar geleden grondig lieten verbouwen, ontstond de kans om de vloeren opnieuw een kleur te geven. Onze klas kreeg een blauwe vloer en dat is niet zomaar. Blauw is een koele kleur en schept afstand. Bij de ontwikkeling die kinderen doormaken komen de kinderen van de harmoniserende 5e klas in de 6e klas. Globaal gezien nemen kinderen in deze klas een kritische houding aan; ze nemen niet zomaar iets aan en het volgen van de leerkracht is minder vanzelfsprekend. Kinderen zijn minder toegankelijk dan voorheen. Het is goed wanneer de kinderen deze fase doorlopen; het afscheid gaat naderen en dan komt er een einde aan de (veilige) basisschool. Het Voortgezet Onderwijs lonkt. Spannend, onzeker en leuk tegelijk.

Mineralogie; geologie en gesteente Een van de leuke dingen in deze periode, is het enthousiasme van de kinderen over de gesteenten van de aarde. Bijna alle kinderen hebben wel een stenenverzameling of gehad. We beginnen bij het begin namelijk de vulkanische stenen. Een voorbeeld bleek niet voorhanden. En dan neemt één leerling zijn stenenverzameling mee en dan een tweede en binnen de kortste keren zoeken we een plek in de klas waar alle verzame-

lingen kunnen liggen. In de periode schrijven en tekenen de kinderen veel. Er zijn veel vragen over de geologie van de aarde; hoe zit het nu precies in elkaar? Een Een actuele gebeurtenis is de verschrikkelijke aardbevingen in Nepal. Samen ontdekken we hoe het nu kan dat juist daar een aardbeving plaatsvindt en dat er gelukkig (op een enkele gasboring na) bij ons geen aardbeving kan plaatsvinden. Kinderen werken vanuit de zintuigen om een steen te omschrijven. Wat zie je, wat hoor je, wat voel je, wat ruik je etc. Dan blijkt er ineens veel meer aan de stenen te beleven te zijn dan eerst gedacht werd en als meester dan een ronde loopt en de vuursteen demonstreert is het helemaal feest: “Pas maar op dat u de school niet in brand steekt,” zegt een bezorgde 5e klasser. Een andere keer maken de kinderen de verbinding met de mens; welke kwaliteit van de gesteenten herken je bij jezelf. MEESTER PETER


19


20


De groenetuin afscheidingen gemaakt, er zijn nieuwe boompjes geplant, autobanden zijn afgevoerd. Klas 5-6 heeft een prachtig gevormd pad van stenen gemaakt en het bijenhotel staat nu op zijn goede plek. Kortom er is heel veel gedaan en ieder jaar krijgt de tuin meer vorm en gestalte. Alle ouders die zich hier voor hebben ingezet hartelijk dank, zonder jullie inzet en hulp zou dit niet mogelijk zijn. Het is voor de kinderen een feest om in de tuin te werken maar ook om op het groen uit te kijken vanuit de klas en er iets van op te eten!

Groen brengt rust, feest en eten Er is geen kind in de klas die niet graag naar buiten gaat. Je kan je afvragen waarom dat nou zo leuk is. Het is eigenlijk heel simpel, je frist er van op, je kunt bewegen en dingen doen, je ervaart ruimte en je kan je verbonden voelen met de natuur. Er is altijd wel wat te beleven of waar te nemen, bijvoorbeeld de zelf geplante bloemen die uit zijn gekomen en prachtig staan te bloeien. Daarnaast brengt de kleur groen van de planten tot rust. Nu het bijna zomer is kunnen we terug kijken op het schooljaar en wat we allemaal gedaan hebben. Er is door de kinderen, maar ook door de ouders veel werk verricht. Er is mest gehaald, de paden zijn voorzien van houtsnippers, er zijn wilgentenen

JUF ELLA

En hoezo is paardenbloem onkruid? Recepten met paardenbloem: Het vroege voorjaar is de beste tijd om paardenbloemblad te eten. Bij voorkeur voordat de bloem zich ontwikkeld heeft. Het heeft dan de beste smaak en de meeste voedingswaarde. In de late lente en in de zomer zijn ze ook te plukken alleen smaken ze dan wat bitterder. Pluk dan vooral de net ontkiemde blaadjes, de jonge bladeren zijn het lekkerst. Leg ze voor gebruik eerst 15 minuten in zout water om wat van de bitterheid af te zwakken. Serveer ze vervolgens als salade met een dressing op basis van olijfolie, citroensap, zout en peper. Ook de bloemen zelf zijn te eten. Neem dan het middelste van de bloem en gebruik het bijvoorbeeld ter garnering van de salade. Ook kun je er gelei van maken, die smaakt echt heerlijk!

Tashi Waldorf School Hard gerend voor de kinderen in Nepal Het is alweer enige tijd geleden dat wij onze jaarlijkse sponsoractie hebben gehouden voor de Tashi Waldorf school. En wat waren wij blij met het enthousiasme van kinderen en ouders bij de Color Run. Toen we na een week het verzamelde sponsorgeld gingen tellen waren we er stil van: samen hebben we maar liefst € 2065,- verzameld! Een enorm bedrag voor de kinderen in Nepal. Een week na de sponsorloop, aan het begin van de meivakantie, werd Nepal getroffen door een allesvernietigende aardbeving. Ten tijde van de aardbeving was het grote vakantie in Nepal. Na enige spannende dagen hebben we contact gekregen met de school en hebben we begrepen dat het gebouw was gespaard (op de omheining na). Wel was de angst voor naschokken groot. Enkele dagen later zijn er dan ook nog een aantal forse naschokken geweest. Het leerkrachtenteam van de Tashi Waldorf heeft zich in de bergdorpen ingezet om te helpen waar ze konden. Deze bergdorpen bleven dagenlang verstoken van hulp vanwege de slechte infrastructuur. Tijdens de jaarmarkt in mei is het sponsorgeld via een symbolische cheque overgedragen aan de vertegenwoordiger van het

IHF [www.internationaalhulpfonds.nl], mw. Anselma Remmers. We hebben ook een plaats gemaakt in onze school waar u regelmatig nieuwe informatie over de Tashi Waldorf School kunt vinden.


21


22



BSO Babbels vol kleur De Meivakantie is weer achter de rug. Het waren vrolijke weken met blije kinderen. Er zijn pizza’s gebakken met kleurrijke versieringen, Ot en Ferran hebben een speurtocht uitgezet (heel knap) en natuurlijk een dagje op stap!. We zijn naar het Groenendaalse bos geweest met de Babbelsbus voor de korte beentjes en de andere kinderen met de openbare RET-netbus. Eenmaal in het bos was het genieten bij de kinderboerderij. Maar toen we verder wilden gaan waren we Yorian kwijt. We vonden hem verstopt op de hooizolder! Daarna kon iedereen zijn gang gaan in de speeltuin. Ter afsluiting was er het gebruikelijke ijsje, maar dit waren wel maar liefst 31 ijsjes! Daarna met rode wangen richting Hoofddorp en wat waren we moe! De moestuin ziet er goed uit met al zijn geuren en kleuren. Na de vakantie was het tijd om de radijs eruit te halen. Het is een secuur werkje en om me heen hoorde ik steeds van die kreten: “wauw, cool, een hele grote!” We hebben er van gesmuld en het was leuk om te ervaren dat veel kinderen het gewoon in de mond stoppen. Jason wilde een hele grote proeven, maar bij de tweede hap zei hij: “Juf, nu mag jij het verder wel opeten want ik vind het heet! Maar ik wil wel een bosje voor mama, want die houdt er van!” Ondertussen zat Alissa lekker bij de kraan te spelen en opeens roept ze: “Els klaar!” Ze liep naar me toe met een big smile en met de uienlook nog aan haar tanden. Ze rook helemaal naar ui, want ze had ze uit het tuintje lekker zitten smikkelen! Ook de spinazieblaadjes vinden kinderen heerlijk om zo te plukken en te eten. Van Suze en Jonne hadden we paksoi plantjes gehad. Nu nog op zoek naar een lekker recept en dan gaan we natuurlijk aan de kook en de bak. In juni organiseren we weer de jaarlijkse kookmiddag met alle kinderen. Als de ouders van de deelnemende kinderen hun kids komen ophalen, dan komen de terecht in “het restaurant van Babbels” en kunnen ze zich laten verwennen met een moestuinmaaltijd!! Voor nu wil ik iedereen een mooie zomer wensen en een lekkere vakantie! ELS

Even voorstellen…

Ineke Bijwaard-Ruigrok Vanaf 2 april ben ik werkzaam op dinsdag en donderdag op de Babbels BSO en daar ben ik erg blij mee. Het is een nieuwe uitdaging, omdat ik al bijna 25 jaar met peuters heb gewerkt. Het lijkt me leuk om met de kinderen op een laagdrempelig niveau met klankschalen te gaan werken. Thuis heb ik een praktijk in ontspanningsmassage en geef ik klankconcerten met allerlei klankinstrumenten, die zorgen voor diepe ontspanning. Het lijkt me fijn om kinderen dat ook te laten ervaren. Een warme groet, INEKE


23


24

Seizoener. Kleur. Hartkatern Zomer Sei1502 Hoofddorp_JL_Ede_lente05.qxd :12 Pagina 1

Recommend Documents