periodiek van studievereniging Kraket jaargang 3 nummer 2 mei 2013
sector tips over solliciteren column altijd lente in de OR sector uitgelicht big data de acht operationele research
sector jaargang 3 | nummer 2
Voorwoord SECTOR Iedereen die ik ken, houdt van een mooi verhaal. Het liefst nog met beeld en geluid erbij. Maar ook buiten de boeken van J.K. Rowling of de laatste Hollywood Blockbuster zien we steeds meer het belang in van het vertellen van verhalen. Mensen onthouden een boodschap veel beter wanneer deze verpakt is in een verhaal en luisteren er ook nog eens intensiever naar. Probeer daarom bij je eerstvolgende sollicitatiegesprek een verhaal te maken van je leven tot nu toe. Met natuurlijk de baan waarvoor je solliciteert als climax van je verhaal! Ook het verhaal achter de cijfers is een verhaal dat verteld moet worden. Mensen die in de sector Big Data werken doen juist dit. Met de alsmaar toenemende hoeveelheid én beschikbaarheid van data belooft dit één van de grootste vakgebieden te worden waarbinnen econometristen werkzaam zullen zijn in de toekomst. Daarom is het tijd dat we alle ‘in en outs’ leren van dit veelzijdige werk. Wat is Big Data nu eigenlijk? Waarom zijn het juist
1
econometristen die goed zijn in het leggen van verbanden in deze cijferbrij? In deze editie volgen de antwoorden op al deze vragen en meer. Het uitvoeren van dit werk is natuurlijk onmogelijk zonder het gebruik van een computer. In de inspirerende bijdrage van Ad Ridder lezen we over de razendsnelle ontwikkeling van het vakgebied operationele research dankzij de inzet van computers. Daarbij krijgen we een uniek kijkje in zijn (academische) loopbaan en de pieken en dalen die bij het leven horen. Maar er is natuurlijk veel meer te vinden in deze editie. Zo nemen we een kijkje in de keuken van handelhuis Optiver en het cijferende CBS, vinden we artikelen uit de markt van Milliman en Ernst&Young en krijgen we de nodige tips en tricks over solliciteren. Er is dus weer voor ieder wat wils in deze editie van SECTOR opgenomen.
sector inhoudsopgave
inhoud 1 3 7 13
voorwoord sector
werken bij het Centraal Bureau voor de Statistiek Fannie Cobben en Jacco Daalmans
uit de markt van Ernst & Young Floris van de Loo
column altijd lente in de OR
Johan van Leewaarden Universitair Hoofddocent aan de TU Eindhoven
15
sector big data
22
de acht operationele research
Wieke de Wit en Claartje Onderwaater
docent vertelt
35
tips and tricks
Ad Ridder Universitair Hoofddocent aan de VU
Manon Leeflang en Marja Dekker mede-eigenaren van Dekker & Leeflang Bemiddeling & Advies
werken bij Optiver Binte Groen
41
puzzeltijd
44
uit de markt van Milliman
49
boekrecensies
50
agenda
50
Jaargang 3, nr 2, mei 2013 SECTOR is een uitgave van studievereniging Kraket (Kritische Aktuarissen en Econometristen), de vereniging voor studenten Econometrie & Operationele Research aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
redactie:
Annelieke Baller Anne Besseling Pim Hofman Xander Hut Ivo Lemken Koen de Man Maarten van der Meij Ardjen Pengel
redactieadres:
30
38
colofon
Pieter Seeder
Studievereniging Kraket - SECTOR De Boelelaan 1105 Kamer 4A-03 1081 HV Amsterdam Tel. 020 598 60 15 E-mail:
[email protected]
advertenties:
Informatie over adverteren in de SECTOR kan worden aangevraagd op het bovenstaande redactieadres.
adverteerders:
SAS Actuarieel Instituut MIcompany Milliman Optiver Towers Watson
ontwerp:
gedesign www.gedesign.nl
opmaak / art direction: gedesign www.gedesign.nl
[email protected]
drukwerk: Flyeralarm
publicaties
2
2
sector werken bij het Centraal Bureau voor de Statistiek
Fanny Cobben
Jacco Daalmans
Studeerde econometrie aan de VU. Daarna heeft ze promotie-onderzoek gedaan bij het CBS, waar ze nu werkzaam is als survey methodoloog.
Studeerde econometrie aan de Universiteit van Tilburg. Na een stage op het CBS is hij sinds 2000 werkzaam als methodoloog.
Centraal Bureau voor de Statistiek Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft als taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Wij spreken met Fannie Cobben (F) en Jacco Daalmans (J). Wat voor werk doen jullie bij het CBS? F: Het CBS is opgedeeld in verschillende divisies. De belangrijkste scheiding zit tussen de statistisch inhoudelijke divisies, die zich bezig houden met het inhoudelijke onderzoek naar zekere onderwerpen(bijvoorbeeld landbouw), en de methodologische divisie, die zich concentreert op de meer technische, wiskundige vraagstukken. Wij werken beiden op de methodologische afdeling en besteden onze tijd aan statistische methoden en het bijstaan van andere afdelingen bij hun projecten. Ook kijken wij naar nieuwe mogelijkheden om onderzoek te doen, bijvoorbeeld of we in plaats van enquêtes af te nemen ook onze data uit de gigantische wolk aan informatie van het internet kunnen halen. Daarnaast hebben we de ruimte om zelf onderzoek te doen. J: Het mooie van het CBS is daarbij dat je vrij bent om te kiezen welke richting je op wil en daaruit je eigen soort onderzoek dus ook kunt kiezen. Dat wij beide op de methodologie afdeling zitten moet geen scheef beeld geven, econometristen werken op alle divisies binnen het CBS en kom je overal tegen. 3
Waarom is het CBS een intersante werkgever voor studenten? F: Ik ben bij het CBS binnengekomen als AIO, promovendus, en heb voor het CBS gekozen vanwege de interessante onderzoeken die hier gedaan worden. Als student zie je het CBS soms slechts als datafabriek, maar buiten het verzamelen van data worden hier ook geweldige statistische onderzoeken gedaan die betrekking hebben op relevante en belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Het is ondertussen vijf jaar geleden dat ik gepromoveerd ben en ik werk nog met veel plezier bij het CBS. Een groot pluspunt van het CBS is dat je vrij bent om te doen wat je leuk vindt, zo kun je je na verloop van tijd verplaatsen van een onderzoeksfunctie naar bijvoorbeeld de functie van projectleider of manager. Het werk dat hier gedaan wordt is inhoudelijk erg interessant, het CBS heeft vele interessante onderzoeken die mooi aansluiten bij wat er op de opleiding econometrie geleerd wordt.
Zijn er drukkere perioden gedurende het jaar? F: Allebei werken wij niet op een inhoudelijke divisie. Daar hebben ze geregeld hele harde deadlines voor de publicatie van statistieken. Op onze divisie is er altijd wel werkdruk, maar de deadlines zijn vaak wat soepeler. Wel zijn er harde deadlines wanneer je je onderzoek gaat presenteren op congressen. Wie zijn de opdrachtgevers van het CBS? J: Binnen het CBS hebben we teammanagers die de richtlijnen geven waarnaar onderzoek gedaan moet worden. Verder worden de langetermijn doelstellingen voor het statistisch onderzoek in Nederland bepaald door de “Centrale commissie voor de statistiek”. Deze doelstellingen worden dan gespecificeerd door de interne programma coördinator voor de termijn van een jaar. Hierna gaan we, aan de hand van de project planningsmethode PRINCE 2, hieraan werken. Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor jullie uit? F: Jacco en ik beginnen meestal om negen à tien uur in de ochtend, de tijden zijn redelijk flexibel: als je graag vroeg of laat begint is dat meestal geen probleem. De helft van de dag ben je bezig met je onderzoek, verder besteed je tijd aan het overleggen met inhoudelijke divisies, het schrijven van rapporten en het nadenken over de mogelijke vervolgonderzoeken. Er zijn vele mogelijkheden om je dag naar wens in te delen. Als je graag thuis werkt is dat ook mogelijk, en soms ook nodig als het erg druk is. J: De werkplekken op het kantoor zijn ingedeeld in kamers voor twee of vier personen. Je hebt een vaste werkplek en vaste collega’s waarmee je de kamer deelt, met deze mensen krijg je zo ook een goede band. Momenteel wordt er gekeken naar de mogelijkheid om over te stappen naar het flexwerken. F: Verder is het zo dat het CBS ook een locatie heeft in Heerlen, Limburg. De meeste van mijn collega’s merken hier weinig van, maar ik heb als teamleider ook contact met onderzoekers die daar werken en ben zo nu en dan een dag in Limburg om daar samen te werken. Het is dan mogelijk daar te overnachten in een hotel om niet telkens heen en weer te reizen.
Wordt de kennis die je tijdens de studie hebt opgedaan nog veel gebruikt in je werk? J: De studie komt nog dagelijks terug in het werk dat we hier doen. Werken bij het CBS betekent werken met veel econometrische modellen en het veelvuldig toepassen van je statistische vaardigheden. Ik werk zelf veel met optimaliseringstechnieken en de statistische econometrie.
“Je bent indirect
bezig met iets dat de samenleving moet verbeteren” Wat is een gebruikelijke studieachtergrond bij werknemers van het CBS? F: Binnen het CBS werken mensen met veel verschillende studieachtergronden. Wij werken samen met onder andere psychologen, wiskundigen, natuurkundigen, economen en zelfs met een diëtiste. Wat wel duidelijk is, is dat iedereen die hier werkt voor de statistische kant van zijn studie heeft gekozen en daar dan ook de interesses liggen. Uiteindelijk is dat ook wat wij hier doen. Wat zijn de doorstudeermogelijkheden bij het CBS? F: Promotie wordt hier aangemoedigd, methodologie geeft ook veel specifieke statistische cursussen en verder is er de mogelijkheid om deel te nemen aan summerschools. J: Het CBS ondersteunt werknemers die willen promoveren hier actief in en geeft hen een dag per week volledig de ruimte om aan hun promotie te werken. F: Ik heb zelf destijds een fulltime promotieplek gehad en daarbij ondervond ik ook erg veel steun van het CBS. Wat zijn de doorgroeimogelijkheden bij het CBS? F: Er zijn veel mogelijkheden om binnen het CBS te wisselen van positie, als je graag wilt overstappen naar een andere afdeling, of je wilt je ontwikkelen in een projectleiderpositie of een managementpositie, dan is dat vaak eenvoudig te regelen. Ook indien je juist specialist wilt worden binnen een zeker onderwerp zijn daar voldoende kansen voor. 4
sector werken bij het Centraal Bureau voor de Statistiek
J: Het CBS heeft als doelstelling dat je elke drie jaar van positie wisselt en daarbij een keuze in een bepaalde richting maakt. In praktijk blijken veel werknemers echter vaak erg tevreden met hun huidige positie en blijven ze vaak langer dan drie jaar dezelfde titel houden. Kunnen jullie de sfeer binnen het CBS omschrijven? F: We kennen binnen het CBS een heel informele sfeer. Als je vragen hebt kun je gerust bij iedereen binnenlopen en je vragen stellen. De collega´s zijn vaak erg behulpzaam en vinden het geen probleem je te helpen. Verder lunchen we vaak samen met de afdeling, wat de band sterkt en een goede gelegenheid is om elkaar beter te leren kennen. Daarnaast hebben we onze eigen club, Jong CBS, die regelmatig borrels en lezingen organiseert voor de jongere generatie binnen het instituut. Jong CBS organiseert daarnaast ook lezingen bij ministeries. J: Elke twee jaar vind er tevens een studiereis plaats waarbij we op bezoek gaan bij statistische bureaus in het buitenland. Zo kunnen we contacten leggen en leren hoe zij daar werken met statistiek. F: Op internationaal gebied zijn er natuurlijk ook congressen die we als onderzoekers van het CBS bezoeken en waar we onze huidige onderzoeken presenteren. Dit zijn uitgelezen kansen om meer te leren over waar andere wetenschappers in jouw gebied mee bezig zijn.
“De studie komt
dagelijks terug in het werk” Treffen de werknemers elkaar vaak buiten werktijd? F: Veel van het sociale contact vindt plaats tijdens werktijd en dan voornamelijk tijdens de lunch, het is bij het CBS niet zo dat er elke week een borrel als afsluiting van de week gepland staat. J: Veel van werknemers hier hebben redelijk flexibele werktijden en er zijn hier ook veel mogelijkheden om parttime te werken. Dat zorgt ervoor dat iedereen een balans kan vinden tussen het werk en de andere dingen die belangrijk zijn in het leven. Het CBS erkent dat en biedt daar de ruimte voor. 5
Wanneer ben je geschikt om te werken bij het CBS? F: Je bent geschikt om hier te komen werken als je geïnteresseerd bent in wat het CBS doet en hoe het als instituut in de samenleving staat. Veel collegae vinden het belangrijk om te werken aan onafhankelijke statistieken die gebruikt worden om beleid mee te vormen. Je bent zo indirect, als specialist, bezig met iets dat de Nederlandse samenleving moet verbeteren. Ik zie bij veel collegae duidelijk dat dat een drijfveer voor ze is. J: Je moet er van houden om dingen tot in de puntjes uit te zoeken. Je wordt hier niet gedwongen om resultaten binnen een dag klaar te hebben, binnen het CBS is er ruimte om goed over kwesties na te denken. Wij vinden het belangrijk om de materie goed te doorgronden alvorens een conclusie te geven. Zo werkt dat bij het CBS. Je moet houden van de details. Waar worden werknemers op geselecteerd? F: Om als statistisch onderzoeker bij het CBS te werken wordt er verwacht dat je een WO opleiding hebt afgerond en op dat niveau werkt. Voor de functie van statistisch analist, een schaal lager, is het voldoende om een HBO opleiding afgerond te hebben. In praktijk zijn alle econometristen welkom om hier te solliciteren, de opleiding is een uitmuntende basis voor het werk dat hier verricht wordt. In tegenstelling tot veel andere werkgevers is het CBS wel duidelijk gefocust op je studieresultaten en minder op de mogelijke nevenactiviteiten die er op je CV vermeld staan. J: Wat ik merk is dat het belangrijk is om je keuzes uit te kunnen leggen. Het is niet alleen zaak dat je iets bereikt hebt, maar ook belangrijk om uit te leggen waarom je voor iets hebt gekozen. Net als dat het in het werk bij het CBS belangrijk is dat je kunt beargumenteren waarom je iets onderzoekt en waarom je dat op een bepaalde manier doet.
Ben jij een adviestalent? ’s Werelds grootste multinationals kijken Towers Watson aan om belangrijke business issues voor hen te tackelen. Ontwikkel je talent en begin een uitdagende carrière bij de thought leader in Retirement Solutions, Finance en Human Resources. werkenbijtowerswatson.nl smar t phone
Scan deze
QR code met je
sector uit de markt van Ernst & Young
Floris van de Loo Heeft Bedrijfseconometrie gestudeerd aan de Universiteit van Tilburg, en is sinds 2002 als senior manager werkzaam bij Financial Services Risk.
Waarom verschillen CDS spreads van cash bond spreads? Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste factoren die invloed hebben op het verschil tussen de cash bond spread en de CDS spread (de CDS basis). Daarnaast wordt beschreven hoe in het recente verleden professionele partijen hebben getracht te arbitreren tussen de cash bond markt en de CDS markt. Achtergrond Het afgelopen jaar heeft uitgewezen dat het beheersen en monitoren van krediet risico meer dan eens een van de pijlers is van een gedegen risico management organisatie. Veelal hebben uitgevers van leningen en obligaties onafhankelijke rating agencies ingeschakeld om de kredietwaardigheid van de lening te beoordelen en een rating te geven teneinde investeerders te informeren over de risico’s van de lening. Voorts komt krediet risico in de financiële markten tot uiting in een rating en
7
een daaruit afgeleide credit spread boven de risico vrije rente. Deze credit spread dienen investeerders te ontvangen ter compensatie voor het gelopen krediet risico. De logica van deze spread is simpel: hoe hoger het krediet risico, hoe hoger de credit spread. Tot tien jaar geleden waren het alleen deze spreads boven de risicovrije rente die uiting gaven aan het risico van een lening. Met de introductie van credit default swaps (CDS) eind jaren 90 kwam daar een tweede indicator van krediet risico bij: de CDS spread.
Zowel de spread boven de risico vrije rente (cash bond spread) als de spread van een credit default swap (CDS spread) zijn een indicatie van het krediet risico van een onderliggende waarde en in theorie zouden deze spreads dicht bij elkaar moeten liggen. Echter, de afgelopen periode heeft uitgewezen dat dit niet altijd het geval is. In dit artikel worden een aantal factoren besproken die dit verschil beïnvloeden. Basics van een Credit Default Swap (CDS) Een credit default swap is een vorm van protectie of verzekering tegen een default van een onderliggende waarde of entiteit. Credit default swaps verschuiven het krediet risico naar een protectieverkoper in ruil voor een vooraf afgesproken vergoeding. In die zin is een credit default swap niets anders dan een verzekering tegen krediet risico. De partij die de verzekering verkoopt (de protectieverkoper) ontvangt periodiek een vergoeding in ruil voor plicht om een bepaald bedrag aan de protectiekoper te betalen indien zich er een credit event voordoet binnen de reference obligation (bijvoorbeeld een default). Credit default swaps kunnen gesettled worden in liquide middelen of in een fysieke levering van de reference obligation die de vergoeding heeft getriggered. Het onderstaande schema geeft een overzicht van de betalingen die plaatsvinden in een CDS transactie.
De financiële term voor het verschil tussen de cash bond spread en de CDS spread is de “CDS basis”. De CDS basis wordt berekend door de CDS spread te verminderen met de cash bond spread: CDS basis = Credit Default Swap Spread – Cash Bond Spread.
“Een credit default swap is niets anders dan een verzekering tegen krediet risico” Indien de uitkomst positief is spreekt men over een positieve CDS basis en als de uitkomst negatief is over een negatieve CDS basis. Belangrijkste factoren die de CDS basis beïnvloeden Er zijn een aantal markt– en contract specifieke oorzaken die de driver zijn achter de hoogte van de CDS basis. Hieronder worden 3 markt specifieke oorzaken (vraag en aanbod, tegenpartijrisico en het shorten van leningen) en 1 contract specifieke oorzaak (cheapest-to-deliver optie) beschreven.
De “CDS basis” Vergoeding (als credit event plaatsvindt)
Protectiekoper
Protectieverkoper Swap premie
Reference entity of Reference obligation
8
sector uit de markt van Ernst & Young
1
Vraag en aanbod in de markt
De prijzen van leningen en CDS’en zijn een functie van vraag en aanbod. Indien er discrepanties zitten tussen vraag en aanbod van beide markten zal dat invloed hebben op de hoogte van de spreads in beide markten. Een relatief hoge vraag naar CDS’en in vergelijking tot de lening zal de CDS spread doen
“Het grootste risico wordt gelopen door de koper van protectie” toenemen ten opzichte van de cash bond spread waardoor de CDS basis groter wordt. De vraag naar CDS’en kan bijvoorbeeld toenemen als de vraag naar protectie toeneemt door banken die het krediet risico in hun boeken willen hedgen. Hieronder volgen nog een aantal voorbeelden van vraag en aanbod in de CDS en cash bond markt die invloed hebben op de CDS basis.
Tot slot kunnen tijden van grote uitgifte van nieuwe obligaties een drukkend effect hebben op de CDS basis. Obligaties worden in de primaire markt immers dikwijls met een iets hogere spread uitgegeven(new issuance spread) teneinde vraag uit te lokken bij potentiële kopers. Hierdoor zal de cash bond spread tijdelijk wat hoger liggen dan de CDS spread.
Een ander voorbeeld van de invloed van vraag en aanbod in de CDS en cash bond markt op de CDS basis, is de vraag van hedge funds naar CDS’en die voortvloeit uit de convertible arbitrage strategie. Deze hedge funds zorgen met hun vraag naar converteerbare obligaties voor een behoorlijk volume in de primaire converteerbare obligatiemarkt. Het uiteindelijke doel van de convertible arbitrage strategie is te profiteren van de relatieve aantrekkelijkheid van de convertible optie. Aangezien het deze hedge funds alleen hierom te doen is, en dus niet omdat zij een visie hebben op de kredietwaardigheid van de obligatie, dekken deze fondsen het krediet risico af middels het kopen van protectie via een CDS contract. De vraag naar deze CDS’en zal de CDS basis doen stijgen.
2 Tegenpartijrisico
Aan de andere kant zal een grote vraag naar het verkopen van protectie een drukkend effect hebben op de CDS basis doordat het aanbod van CDS’en 9
(het shorten van een CDS wil zeggen het verkopen van protectie) de CDS spread zal doen dalen. De jaren voorafgaand aan de financiële crisis zijn er veel synthetische CDO’s uitgegeven. De partij die deze CDO uitgeeft zal synthetisch exposure zoeken naar krediet risico via het verkopen van protectie in een CDS transactie. In ruil voor het verkopen van protectie ontvangt de uitgevende partij de CDS premie van de tegenpartij. Deze CDS premie wordt vervolgens grotendeels doorgegeven aan de investeerders in de CDO’s. De uitgifte van synthetische CDO’s voorafgaand aan de financiële crisis en de hieruit voortvloeiende vraag naar short posities (protectie verkopen) in CDS’en, heeft ertoe geleid dat in die periode de CDS basis werd gedrukt. Een ander voorbeeld van protectieverkopers zijn partijen die speculeren op een daling van het krediet risico waardoor het CDS contract voor hen in waarde toeneemt.
Beide partijen in een CDS contract lopen tegenpartijrisico op elkaar maar het grootste risico wordt gelopen door de koper van protectie. Het exposure van de protectiekoper is namelijk het bedrag dat de protectiekoper heeft verzekerd bij de protectieverkoper. Dit is het verschil tussen de par value van de reference entity en de verwachte recovery rate bij een default. Bij een hoger tegenpartijrisico zullen protectiekopers dus meer gecompenseerd willen worden voor dit risico. Deze compensatie komt tot uiting in een lagere CDS premie naarmate het tegenpartijrisico op de protectieverkoper stijgt. Protectiekopers kunnen dan een reference entity tegen lagere kosten verzekeren maar lopen een toegenomen risico dat de protectieverkoper niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Een stijging van het tegenpartijrisico van de protectieverkoper zal derhalve een lagere
CDS spread tot gevolg hebben en dus ook een lagere CDS basis. De cash bond spread wordt immers niet beïnvloed door tegenpartijrisico voortkomende uit een derivatencontract. Protectiekopers in een CDS contract kunnen blootgesteld zijn aan wrong-way risk. Wrong-way risk houdt in dat het exposure toeneemt als de kredietwaardigheid van de tegenpartij verslechtert. Het wrong-way risk zal toenemen indien er een hoge correlatie is tussen de kredietwaardigheid van de lening waar protectie op gekocht wordt en de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Bij een hoog wrong-way risk is de protectiekoper blootgesteld aan het risico dat juist als het nodig is, de tegenpartij niet aan haar verplichting kan voldoen om de protectiekoper te compenseren bij een default van de reference entity. Een goed voorbeeld hiervan is de Amerikaanse verzekeraar AIG waarbij veel investment banks hun risico op super senior CDO tranches hadden afgedekt. Super senior CDO tranches zijn de meest kredietwaardige tranches van veelal mortgage backed securities (MBS). Investment banks hielden dikwijls de super senior tranches in hun eigen
boeken waardoor zij blootgesteld waren aan het krediet risico op deze tranches. Om het krediet risico hierop af te dekken kochten zij protectie bij AIG die de investment banks zou compenseren bij een credit event in deze tranches. De correlatie tussen de kredietwaardigheid van deze tranches en van AIG was echter dermate groot dat de verzekering in feite niet veel waard was. Immers, juist op het moment dat de investmentbanks hun verzekering nodig hadden gehad, had de AIG niet aan haar verplichtingen kunnen voldoen. Hoewel de trading desks van deze investment banks desondanks protectie bleven kopen bij AIG (zodat zij konden blijven doorgaan met het de zeer lucratieve uitgifte van nieuwe CDO’s), kochten de risk management afdelingen van deze banken weer protectie op AIG voor het geval AIG niet aan haar verplichtingen als protectieverkoper kon voldoen. Naarmate de financiële crisis in het najaar van 2008 haar hoogtepunt naderde, werd de CDS basis voor veel reference entities steeds negatiever. De volgende grafiek laat voor de periode 2007-2009 de CDS basis zien van een obligatie uitgegeven door Philips met een looptijd tot 16 mei 2011.
Mid CDS Basis PHG 6 1/8 05/16/11 100 80 60 40 20 0 -20 -40 -60 -80 -100
Mid CDS Basis PHG 6 1/8 05/16/11
10
sector uit de markt van Ernst & Young
Deze grafiek laat zien dat in het najaar van 2008, toen het onderlinge wantrouwen tussen financiële instellingen op zijn hoogtepunt was, de CDS basis voor deze lening daalde tot bijna -80 basispunten. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor is dat protectiekopers, ten opzichte van de cash bond spread, een steeds lagere CDS premie wilden betalen ter compensatie van het steeds verder toenemende risico dat de tegenpartij (investment banks en monolines) niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De correlatie tussen de kredietwaardigheid van de reference entities en de tegenpartijen zijn door veel partijen in de markt onderschat. Na het omvallen van Lehman Brothers en de problemen bij AIG werd binnen de financiële wereld de roep voor de introductie van een onafhankelijk clearinghouse steeds luider. Hiermee komt de markt diverse beleidsmakers tegemoet die sturen op een meer transparante en gestandaardiseerde CDS markt met als doel het systematische risico te mitigeren. Meerdere Europese initiatieven zijn hiervoor al gestart zoals de onlangs gelanceerde platformen van ICE Clear Europe en Eurex. NYSE Euronext en LHC. Clearnet zijn tevens voornemens om te starten met het clearen van CDS contracten. De opkomst van de CDS clearing houses zal het tegenpartijrisico van CDS contracten mitigeren. Hierdoor zal deze factor in de toekomst waarschijnlijk een minder belangrijke rol vormen in de ontwikkeling van de CDS basis. 3
Shorten van leningen
Het shorten van leningen is een proces dat moeizaam kan verlopen, zeker als het een illiquide lening betreft. Het is dan immers lastig om aan de lening te komen en die vervolgens te verkopen (met als doel de lening op een later tijdstip goedkoper terug te kopen). Het is efficiënter om short te gaan in krediet risico via de meer liquide CDS markt. Het shorten van een lening via een CDS kan als volgt. Het uitgangspunt van de beslissing om een lening te willen shorten is de verwachting dat de kwaliteit van de lening zal verslechteren waardoor de lening in waarde zal gaan dalen. Door het terugkopen van 11
de lening op een later moment tegen een lagere waarde kan de partij die de lening short winst behalen. Dezelfde short positie kan worden bereikt door als protectiekoper op te treden in een CDS contract. In ruil voor het kopen van protectie zal periodiek een CDS premie betaald moeten worden aan de protectieverkoper. Indien de krediet kwaliteit van de lening verslechtert, zal de waarde van het CDS contract voor de protectiekoper toenemen. Als veel partijen (uit hoofde van deze short strategie) protectie willen kopen, zal de vraag naar protectieverkopers die als tegenpartij willen fungeren, toenemen. De relatief hoge vraag naar tegenpartijen die bereid zijn krediet risico te verkopen, heeft een opdrijvend effect van de CDS spreads doordat deze protectieverkopers een hogere CDS premie kunnen vragen. Dit effect doet zich niet voor in de normale obligatiemarkt. Hierdoor zullen de CDS spreads relatief meer stijgen dan de cash bond spreads wat de CDS basis zal doen stijgen. 4
De cheapest-to-deliver optie
Naast de hierboven genoemde markt specifieke oorzaken van de vorming van de CDS basis, zijn er ook contract specifieke oorzaken die hier invloed op hebben. Een belangrijke contract specifieke factor die hieraan bijdraagt is de zogenaamde cheapest-todeliver optie. Indien zich een credit event voordoet in een CDS contract met een fysieke settlement, zal de protectiekoper de reference entity leveren aan de protectie verkoper tegen de par value. Indien de protectiekoper de lening nog niet in bezit heeft zal hij deze lening in de secundaire markt moeten kopen. Het CDS contract laat veelal echter voldoende ruimte over voor de protectiekoper om een lening te zoeken die voldoet aan de specificaties in het contract en voor hem het meest aantrekkelijk (goedkoop) is. Deze cheapest-to-deliver optie kan behoorlijk waardevol zijn. Hoe groter het spectrum van leningen waaruit de protectiekoper kan kiezen en hoe groter de kans op een credit event, hoe groter de waarde van de cheapest-to-delivery optie. Aangezien de protectieverkoper (naar alle waarschijnlijkheid) de voor hem meest ongunstige lening zal krijgen, wil hij gecompenseerd worden in de vorm van een hogere
CDS premie. Aangezien de cash bond spread niet beïnvloed wordt door deze factor zal de CDS basis hierdoor stijgen. Arbitrage Op ieder moment in de tijd zal de CDS basis worden beïnvloed door meerdere factoren. Sommige factoren versterken elkaar en sommige factoren neutraliseren elkaar. Professionele partijen proberen financieel voordeel te behalen uit de CDS basis door middel van het arbitreren tussen de CDS markt en de cash bond markt. Discrepanties tussen de CDS markt en de cash bond markt die veroorzaakt worden door technische factoren zoals die in dit artikel beschreven zijn, zijn aantrekkelijke kansen voor arbitrage desks bij investment banks. In 2008, toen de CDS basis voor een groot aantal reference entities hoofdzakelijk negatief was, was de zogenaamde “negative basis trade” een populaire handels strategie bij investment banks en hedge funds. Zolang de arbitrage positie tot het einde van de looptijd wordt aangehouden, kan hiermee een aantrekkelijk resultaat behalen, zeker als de positie geleveraged wordt. Echter, indien de positie voor het eind van de looptijd voor ongerealiseerde verliezen zorgt (doordat de CDS basis in nog negatiever wordt), ontstaat er een tussentijds mark-to-market verlies dat geboekt moet worden. Zo hebben Deutsche Bank en Merrill Lynch in de tweede helft van 2008, toen de CDS basis nog negatiever werd, enorme mark-to-market verliezen moeten boeken op deze “negative basis trades”. Dit op een moment dat de gehele financiële sector het zwaar had. Na de enorme klappen die de financiële sector de afgelopen jaren heeft gehad, met als resultaat een toegenomen focus op risk management, zullen risicovolle trades die voor een toename van de volatiliteit van de P&L zorgen momenteel minder snel worden uitgevoerd. Tevens is het ten opzichte van voor de krediet crisis, momenteel minder makkelijk om (goedkoop) leverage te vinden in de markt. In ieder geval niet in de mate van een paar jaar geleden. Hierdoor zal het ook minder aantrekkelijk worden om een dergelijke arbitrage transactie groot op te zetten.
Conclusie Hoewel de cash bond spread en de CDS spread op een identieke reference entity in theorie dicht bij elkaar zouden moeten liggen, blijkt in de praktijk dat er een verschil zit tussen deze twee spreads. De oorzaak hiervan wordt veelal veroorzaakt door een combinatie van markt- en contractspecifieke factoren zoals de vraag en aanbod van CDS’en, het tegenpartij risico in een CDS transactie, de cheapestto-deliver optie en de mogelijkheid van het shorten van leningen. De opkomst van partijen die CDS contracten gaan “clearen” zal ervoor zorgen dat de invloed van het tegenpartijrisico op de CDS basis getemperd zal worden. In theorie is het mogelijk om voordeel te behalen uit de discrepantie tussen CDS spreads en cash bond spreads. Zolang de volatiliteit van de CDS basis beperkt blijft en de positie tot aan het eind van de looptijd kan worden aangehouden, kan dit een aantrekkelijke strategie zijn. Echter, de praktijk wijst uit dat de tussentijdse mark-to-market verliezen aanzienlijk kunnen zijn. Tevens maakt het gebrek aan (goedkope) leverage in de markt dat dergelijke arbitrage strategieën momenteel minder aantrekkelijk zijn. Referenties John Hull, Mirela Predescu, and Alan White, 2004, The relationship between credit default swap spreads, bond yields, and credit rating announcements; Moorad Choudhry, 2006, The credit default swap basis; Ioana Alexopoulou, Magnus Andersson, Oana Maria Georgescu, 2007, An empirical study on the decoupling movements between corporate bonds and CDS spreads; Moorad Choudhry, Yieldcurve.com, 2006, The credit default swap basis: illustrating positive and negative basis arbitrage trades; Jan de Wit, 2006, Working paper research nr 104: Exploring the CDS bond basis; Jon Gregory, 2003, Credit derivatives, the definitive guide; Haibin Zhu, Bank of International Settlements, 2004, An empirical comparison of credit spreads between the bond market and the credit default swap market.
12
sector column
Column Altijd lente in de OR Een kink in de kabel Het moet ergens in de lente van 2003 geweest zijn. Mijn netwerkverbinding werd weer eens om obscure redenen verbroken en de verloren tijd die het herstarten in beslag zou nemen besloot ik te gebruiken om even te genieten van de namiddagzon op mijn balkon. Mijn oog viel meteen op de zwarte geul die mijn straat over de volle lengte doorkliefde. Twee loopgravers waren pal onder me driftig in de weer met een kleine graafmachine. ‘Wat staat hier te gebeuren?’, riep ik uit nieuwsgierigheid, waarop één van hen opkeek en antwoordde: ‘Wij leggen hier een glasvezelnetwerk aan meneer, met een haast onbegrensde bandbreedte, ontzaglijk veel sneller dan het huidige kabelnetwerk en dus ligt voor u digitale televisie en ultrasnel internet in het verschiet!’ Zonder nog een woord uit te kunnen brengen ging ik naar binnen, sloot mijn balkondeur en besefte dat een deel van mij zojuist levend was begraven. Nu moet u weten dat ik op dat moment al dertien maanden bezig was met mijn promotieonderzoek over hoe kabelnetwerken, met hun beperkte capaciteit, zo goed mogelijk in te zetten voor het internet. Driftig tikte ik mijn nieuwste wiskundige resultaten in terwijl drie verdiepingen lager het hele wezen van mijn onderzoek als een dichtgeslibde ader uit de grond werd getrokken. Het besef Als licht getraumatiseerde jongeling zwoer ik nimmer meer mijn lot te verbinden aan passerende hightech. In de jaren die volgden stripte ik de inleidingen van mijn artikelen tot wankele geraamtes met slechts wat algemene opmerkingen over hoe breed inzetbaar mijn wiskundige resultaten wel niet waren. Ik verzweeg mijn doelen en weigerde mijn formules te vervuilen met chaperonnerende teksten over vergankelijke toepassingen. Maar naarmate ik een beter beeld kreeg van mijn vakgebied groeide het besef dat mijn credo om slechts doelloze artikelen van onbeperkte houdbaarheid te schrijven niet langer te handhaven viel. Waren als onderzoeker in de toegepaste wiskunde mijn formules niet per definitie onrein, voor galg en rad geboren, en zat daar nou niet juist de uitdaging in? Bob Dylan 13
zong ooit: ‘Some are mathematicians, some are carpenter’s wives, don’t know how it all got started, I don’t know what they’re doin’ with their lives.’ Ik was op zoek naar nut en duiding. Gelukkig was daar de Operations Research (OR), mijn vakgebied dat floreerde in de met optimisme en groei doorspekte naoorlogse jaren, naadloos aansluitend bij de technologische ontwikkelingen en de toenemende verwevenheid van universiteiten en bedrijven. Wiskundige technieken werden geavanceerder, de complexiteit van de vraagstukken groter, en belangen gewichtiger. Zo groeide OR uit tot een machtig bolwerk, volop kansen biedend aan onderzoekers uit vele windstreken, onder één voorwaarde: de toepassing staat centraal! De ommekeer De kritieke zeven jaren van mijn huwelijk met de wetenschap zijn doorlopen, en zoals dat gaat bij langdurige verbintenissen: ik heb mijn mening drastisch bijgesteld. Ik omarm nieuwe ontwikkelingen. Ik ben dankbaar voor iedere ommekeer, iedere aanleiding om jezelf opnieuw uit te vinden, op zoek naar de fraaie wiskunde die voor het oprapen ligt tussen de brokstukken van de vorige werkelijkheid. Een veranderend universum laat modellen in hun hemd staan, bij de waan van de dag ontmanteld. De omvallende banken trokken veel wiskundige modellen mee, net als de glasvezel mijn kabels de das omdeed. Daar waar het fout gaat, worden de modellen geslachtofferd. Het zij zo. Sterker nog: het is prachtig! Want bij zwaar weer wordt een dringend beroep gedaan op de OR. Verrassende wendingen brengen nieuw leven, nieuwe problemen die schreeuwen om oplossingen. In deze donkere tijden is het goed te weten dat het altijd lente is in de OR. Johan van Leeuwaarden Hoogleraar aan de TU Eindhoven Deze column is eerder gepubliceerd in STAtOR, periodiek blad van de Vereniging voor Statistiek en Operationele Research
Treed in de voetsporen van Johan de Witt “In een snel veranderende wereld, met financiële risico's en een groeiende behoefte aan meer creatieve manieren om deze aan te pakken, zijn er voortdurend mogelijkheden voor persoonlijke en professionele groei.”
Waarom kiezen voor een actuariële vervolgstudie? Waarom actuarieel professional worden? > Je wilt werken bij een verzekeraar, pensioenfonds, financiële onderneming waar risicomanagement een belangrijke rol speelt, of voor een adviesbureau waar je klanten adviseert over verschillende vormen van risicomanagement. > Jouw unieke vaardigheden dragen bij aan strategische beslissingen die door financiële ondernemingen maar ook door overheden worden genomen. > Het beroep van actuaris werd in 2012, maar ook in 201 1 en 2010, gekozen tot de meest ideale baan met een goede ‘life balance’ (Studie&Werk, Elsevier en SEO, juni 2012).
Wat biedt het Actuarieel Instituut > Verschillende parttime opleidingen op diverse niveaus, die de combinatie werken en leren mogelijk maakt. > De mogelijkheid tijdens de opleiding door te ontwikkelen, doordat theorie vrijwel direct in praktijk toegepast kan worden. > Uitstekende opleidingsfaciliteiten, docenten en experts uit het beroepenveld.
Actuarieel Instituut Voor meer informatie over de opleidingen van het AI kunt u terecht op www.ag-ai.nl of neem contact op met Sandra Oudejans op telefoonnummer 030-686 61 57 of per e-mail
[email protected].
sector big data
Wieke de Wit
Claartje Onderwaater
heeft Econometrie en Operational Research gestudeerd aan de VU en is nu Marketing Intelligence Analist bij MIcompany.
heeft Psychologie gestudeerd aan de UvA en was tot voor kort Manager Recruitement & Talent Development bij MIcompany.
sector big data
In deze editie nemen we voor Sector Uitgelicht de sector big data onder de loep. Speciaal voor deze rubriek interviewden we Wieke de Wit en Claartje Onderwaater.
15
Kun je het werk wat jullie doen omschrijven? Claartje Onderwaater: MIcompany gebruikt de data die een bedrijf heeft om advies te geven voor het nemen van beslissingen op hoog niveau. Dit doen we meestal voor één groot bedrijf (meestal de marktleider) binnen een sector. Dit zijn sectoren zoals telecom, verzekeringen, banken etc. Bij deze opdrachtgevers zorgen we ervoor dat deze bij meerdere projecten worden bijgestaan om de juiste informatie uit de verzamelde data te verzamelen.
Claartje Onderwaater: Het is dus erg belangrijk dat je de vraag van de klant kunt begrijpen, maar ook de diepte van de cijfers en de data in kunt gaan. Daarom is een studie als econometrie essentieel om tussen beide te kunnen schakelen en altijd het verband te kunnen leggen tussen je eigen analyse en de gevolgen voor de klant. Je bent dus een deel van je werkdag met analyses bezig samen met je team, maar je bent ook bezig met zaken als stuurgroepmeetings met een klant.
Wieke de Wit: Hierbij is het zaak om samen met de klant te bepalen wat relevante data is voor het beantwoorden van vragen van de klant. Dit zijn vaak niet hele gerichte vragen, maar eerder vragen als: “Het gaat niet goed, wat is er aan de hand?”. Wij proberen dan uit de data te halen wat de oorzaken van veranderingen zijn. Een simpel voorbeeld is een telecombedrijf dat haar omzet ziet dalen. Uit de data kunnen wij dan onder andere afleiden dat er de laatste jaren steeds minder gesmst wordt. Wij proberen dus met verschillende analyses uit te zoeken waar de knelpunten liggen en op welke manier het beter kan. We blijven ook daarna bij de klant om ze te ondersteunen om later ook vervolganalyses uit te kunnen voeren en zo tot een goed resultaat te komen.
Hoe ziet de gemiddelde werkdag er uit? Wieke de Wit: Er is eigenlijk geen gemiddelde werkdag, omdat er veel variatie is tussen verschillende projecten. Als je bijvoorbeeld op een project werkt waarbij een dashboard gebouwd wordt, zit je veel op kantoor om analyses te maken en te programmeren. Daarnaast heb je regelmatig meetings met je senior om zaken door te spreken en samen analyses te bedenken naar aanleiding van vragen van de klant. Vervolgens ga je proberen met je data tot inzichten te komen en die te visualiseren in een aantal slides. Die presenteer je weer op een andere dag. Het overbrengen van de boodschap is namelijk minstens zo belangrijk als de analyse zelf. Ik ben onlangs met een nieuw project begonnen en ik merk dat ik nu veel met de klant samen zit om data te verzamelen. Het is vooral heel erg leuk, omdat je
telkens een andere business van binnen ziet en dat is natuurlijk ook het consultancydeel van je werk. Maar je werkdag hangt erg af van het stadium van het project waar je mee bezig bent. De onderzoekende fase verschilt heel erg van de fase waarin je echt met je analyses of de presentatie bezig bent. Om wat voor analyses gaat het en als je iets programmeert, maak je dan een programma voor de klant of is het puur voor je eigen analyses en waaruit dan een rapport komt rollen? Wieke de Wit: Eigenlijk doen we allebei. Voor standaardanalyses werken we het zo uit dat de klant maandelijks in een dashboard alles kan zien en daardoor ook zelf trendbreuken kan waarnemen. Dat zijn dan standaardanalyses zoals het de ontwikkeling van het aantal klanten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je weliswaar klanten verliest, maar dat de klanten wel meer producten zijn gaan kopen. Bij dat soort analyses bekijk je het klantgedrag tussen twee periodes. Een bedrijf kan een stijging in het aantal klanten waarnemen terwijl er toch veel klanten zijn weggelopen, dit komt dan bijvoorbeeld doordat er een acquisitie-actie succesvol was, maar in de huidige klantenbase worden verliezen geleden. Hierbij gaat het niet om data die al klaarligt, maar om data die in enorme, niet altijd even goed gestructureerde databases opgeslagen is. Je moet altijd kijken wat de betrouwbare data is en waar je data vandaan kunt halen. Als er bijvoorbeeld een klant in de ene maand wel, maar in de volgende maand niet meer in het bestand staat, betekent dat niet altijd dat de klant is weggegaan, het klantnummer kan bijvoorbeeld gewijzigd zijn (bv. Door scheiden of verhuizen). Je moet dus altijd blijven nadenken en alle opties nagaan. Een gemiddelde werkdag is er dus niet, maar hoe ziet een project er over het algemeen uit? Zijn dit kort- of langlopende projecten? Wieke de Wit: Beide komen voor. Als je bijvoorbeeld een dashboard hebt gemaakt voor een klant en de klant een trendbreuk waarneemt, komen ze vaak terug om te vragen wat de oorzaak van die trendbreuk is. Wij zullen dan een aantal hypotheses opstellen en deze met een aantal analyses testen. Die analyses maak je natuurlijk weer aan de hand van de data. Soms zijn het relatief makkelijke analyses, maar het kan ook heel groot zijn en heel diep gaan. Als je dan
de vinger op de zere plek hebt gelegd, dan zet je de resultaten weer in een slide en dan presenteer je dat aan of samen met consultants bij de klant. Vaak presenteer je dat dan aan mensen met grote invloed (bijvoorbeeld het hoofd van marktstrategie). Er gebeurt dan ook echt iets met je analyses. Als jij met je analyses kunt onderbouwen dat een product niet rendabel is, moet daar natuurlijk iets aan gedaan worden. Maar het is over het algemeen een grote uitdaging om zoiets uit te leggen aan bestuursleden in de vaak korte tijd die je hebt. We hebben weleens een klant gehad die een volledig plan had opgesteld voor een marketing actief op een bepaalde groep klanten en ons vroeg om dit plan met analyses te onderbouwen. Helaas sloot het plan niet aan op wat wij zagen in de data, maar wij zagen wel andere kansen. We hebben toen samen met de klant het plan helemaal aangepast en je ziet dus ook dat je echt veel impact maakt. De kunst is wel om je klant, die vaak toch al veel vakkennis heeft, ervan te overtuigen dat er zaken aangepast moeten worden zonder iemand te beledigen. Welke kwaliteiten heeft iemand nodig om in deze sector te slagen? Claartje Onderwaater: We kunnen wel harde criteria gaan opnoemen, maar het is vooral heel belangrijk dat je het werk leuk gaat vinden. Je moet in een team passen en een fijne collega zijn om mee samen te werken. Er zijn wel eens sollicitanten die aan alle harde eisen voldoen, maar waarbij je denkt dat hij of zij niet goed genoeg in het team past. Ook moet je natuurlijk slim genoeg zijn en een passie hebben om met data aan de slag te gaan. Wat ook opvallend is, is dat er bij MIcompany een heleboel mensen werken die naast het werk ook nog een andere grote passie hebben. We werken hier ook geen nachten door en bieden daarvoor dus ook de ruimte. Een passie zegt natuurlijk ook heel veel over een persoon. Daarnaast moet je ook integer omgaan met de verstrekte data, gezien deze erg privacygevoelig is en het erg vervelend zal zijn als deze door ons toedoen op straat komen te liggen. Wieke de Wit: Als je begint met je werk, leer je zeker in het begin erg veel. Je leert in korte tijd alles van intakegesprek tot eindpresentatie. Een intakegesprek kan erg spannend zijn, dus je moet niet bang zijn en je moet je weg kunnen vinden in 16
sector big data
de enorme hoeveelheden data zonder dat je erin verdrinkt. Af en toe moet je eens wat laten zitten en je kunnen focussen op de meest belangrijke verbanden. En je moet in staat zijn om in de paar weken of maanden die je bij een klant hebt een goede indruk achter te laten. Waarom is econometrie een geschikte achtergrond voor het werk hier? Claartje Onderwaater: Informatici en natuur- en wiskundigen kunnen hier ook zeker terecht als ze een liefde hebben voor cijfers en data. Dat is iets wat econometristen eigenlijk sowieso al hebben. Ook de manier waarop econometristen leren denken is van groot belang. Het gaat er vaak om hoe je op een snelle en efficiënte manier te werk kunt gaan. Veel van onze werknemers halen er veel voldoening uit om dingen net wat sneller te doen dan er van ze verwacht wordt en net wat beter te doen dan gemiddeld. Daarvoor heb je ervaring nodig en die breng je mee vanuit je studie. Wieke de Wit: Bovendien ben je echt met hele grote hoeveelheden data bezig. Daarbij moet je niet bang zijn om diep de data in te duiken en moet je razendsnel verbanden kunnen leggen. Ook zijn we altijd bezig met het bereken van de waarde van een klant. Een klant betaalt natuurlijk voor geleverde diensten, maar als hij tevreden is maakt hij ook reclame voor je en zal hij ook in de toekomst klant blijven. Dat verhoogt de waarde van een klant aanzienlijk. Verder kijken dan je neus lang is wel een eigenschap die ik geleerd heb tijdens mijn studie Econometrie. Een vraag voor Wieke: Je werkt hier nu een jaar, kun je vertellen hoe je afgelopen ervaren hebt? Wieke de Wit: Toen ik starte heb ik in het begin met geprepareerde data aan de slag gegaan. Ik werd meteen in het diepe gegooid en moest een heleboel dingen zelf uitzoeken. Ik deed toen soms een aantal dagen over dingen die ik nu in een paar uur doe, maar het was heel leerzaam en erg leuk. Het is erg fijn dat je de ruimte krijgt om zelf dingen uit te zoeken. Mijn werkzaamheden werden steeds uitgebreider en tegelijkertijd leer ik tijdens verschillende trainingen nog meer analysestechnieken maar ook adviesvaardigheden die handig zijn bij het contact met de klant. Eerst werd de weg nog wel uitgetekend, maar tegenwoordig doe ik bijna alles zelf. 17
Heb je zelf veel invloed op welke projecten je doet? Wieke de Wit: Je kunt je voorkeur uitspreken. Ik had onlangs een projectswitch en heb toen ook mijn voorkeur uitgesproken voor een bepaald soort project bij een van onze klanten. Daar ben ik ook op geplaatst. Daardoor krijg je ook de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen in verschillende delen van je werk. Claartje Onderwaater: Het is ook de bedoeling dat je als je hier start, je het hele spectrum van verschillende bedrijven meekrijgt. Soms moet je even uit je comfortzone treden om daar weer van te leren. Naarmate je hier langer werkt, ontwikkel je vanzelf een voorliefde voor een bepaalde richting. Waardoor komt het dat MIcompany en de sector in het algemeen zo snel groeit? Claartje Onderwaater: Er is bijna geen ander bedrijf dat alles doet wat MIcompany doet. Bovendien heeft datgene wat wij doen de wind mee, omdat er steeds meer data verzameld wordt. Daarbij komt dat MIcompany met 39 medewerkers nog maar een heel klein deel van de potentiële markt bezet. Ook kunnen wij door de uitmuntende kwaliteit van het geleverde werk jarenlange contracten met onze klanten afsluiten. Dit komt bijna nergens anders voor in de consultancy. We hebben een expertise die nog heel erg in opbouw is. Wieke de Wit: We krijgen vaak nieuwe projecten bij bestaande klanten en we krijgen er ook nieuwe grote klanten bij. Als de ene afdeling in zo’n bedrijf een succesverhaal vertelt, klopt de volgende afdeling vaak al snel bij je aan de deur. Claartje Onderwaater: Over het algemeen kunnen we zeggen dat het gebruik van big data veel efficiënter is dan bijvoorbeeld marktonderzoeken, omdat je de gegevens ook koppelt aan de financiële gegevens van een bedrijf. Dat maakt het echt strategie. Je doet meer dan marketing, want het gaat er ook om wat een klant kan opleveren. Daardoor kom je een niveau hoger in een bedrijf en ga je strategie bepalen. In feite komt daardoor alles samen en dat is big data. Alle losse kolommen in een bedrijf zijn eigenlijk heel erg verbonden.
Accenture 265.000 wereldwijd, 2400 in Nederland 40 uur
Wat onderscheidt Accenture van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? Big Data wordt vaak op twee verschillende manieren gepresenteerd. Enerzijds als mogelijkheid om heel veel (extra) data te analyseren (opportunity); anderzijds als de uitdaging hoe ongestructureerde data in te passen in het bestaande informatielandschap (uitdaging). De opportunity zoals Accenture die ziet is de mogelijkheid die Big Data biedt om alle data optimaal op te slaan, te verwerken en te analyseren, afhankelijkheid van de vereisten. De uitdaging is om ieder keer de juiste keuze hier in te maken, wat in essentie een businessvraagstuk is. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? We zoeken high performers die beschikken over een sterk analytisch vermogen, een proactieve instelling, goede communicatieve vaardigheden en die graag een snelle start willen maken in hun carrière. Hoe verloopt het startertraject? Als Junior Consultant bij Accenture begin je na een meerdaagse introductietraining direct op een van de projecten bij onze klanten, veelal Fortune 500 en AEX bedrijven en grote overheidsinstellingen. Je ontwikkelt concepten en strategieën en werkt mee aan implementatieprocessen om hen te helpen nog beter te presteren. Samen met collega’s vorm je een team gedurende het project. Vrijwel altijd werk je op locatie bij de klant. Zo krijg je veel bedrijven van binnen te zien. In elk nieuw project krijg je weer een nieuwe uitdaging. Ons wereldwijde (kennis) netwerk staat daarbij volledig tot je beschikking. Zowel in je eerste jaar als later in je carrière ga je onder andere naar onze internationale trainingscentra in Bangalore (India) of Chicago (VS) om je consultancyvaardigheden en vakinhoudelijke kennis verder te ontwikkelen.
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? Bij Accenture staat jouw persoonlijke groei centraal. We bieden je veel mogelijkheden om te leren, te groeien en je expertise verder te ontwikkelen. Door dagelijkse on-the-job ervaring maar ook door ons zeer uitgebreide aanbod (internationale) trainingsmogelijkheden. Zo zorgen we ervoor dat je snel een succesvolle carrière opbouwt.
MIcompany 39 werknemers in Nederland 40 uur
Wat onderscheidt MIcompany van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? • Bij MIcompany ga je écht aan de slag met je analytische vaardigheden: kansen ontdekken in databestanden van –niet zelden- honderden miljoenen records. • Onze analisten voorzien hiermee de top van het bedrijfsleven van informatie die gebruikt wordt voor het ontdekken van belangrijke strategische groeikansen • MIcompany borgt de gemaakte analyses door middel van eigen ontwikkelde tooling, en door gerichte training/opleiding bij bedrijven • Onze analisten en de analisten van belangrijke partners worden opgeleid in het unieke driejarig MIacademy programma • De gemiddelde leeftijd is onder de 30 • De afgelopen 5 jaar zijn wij ieder jaar 20% gegroeid: in aantal mensen en in opdrachten Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Onze ideale nieuwe collega is een vooral een prettig persoon om mee samen te werken. Wat ons verder bindt is een passie voor analytics en ambitie. In toekomstige medewerkers zoeken wij dan ook deze eigenschappen. Een passie voor analytics is te zien aan bijzondere prestaties op dat vlak, bijvoorbeeld tijdens de middelbare school en/of de studie. Ambitie is op allerlei vlakken te zien: sport, muziek, een bedrijfje gestart, studietempo.
18
sector big data
Hoe verloopt het startertraject? Vanaf dag één draai je mee op een project. Je krijgt daarnaast een mentor toegewezen die zich bezighoudt met jouw ontwikkeling. Tijdens je eerste maanden, nadat je wat praktijkervaring hebt opgedaan, start je met het driejarig opleidingsprogramma van MIacademy. Het programma begint met een fulltime lesperiode van zes weken. Vervolgens heb je iedere maand een trainingsmodule zodat je de theorie echt leert toe te passen in je dagelijks werk. Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? Bij ons kun je als werkstudent doorgroeien tot trainee. Dat betekent dat je ook echt mee gaat naar de klant en zo volledig meedraait op projecten. Een groot deel van voormalig werkstudenten groeit bij ons door tot analist. Als analist leidt persoonlijke en inhoudelijke groei je tot een positie waarin je meerdere grote trajecten leidt op board-niveau bij bijzondere klanten. Je kiest vervolgens een specialisatie waarin je je eigen business leert draaien binnen MIcompany.
Cmotions 50 werknemers in Nederland 40 uur
Wat onderscheidt Cmotions van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? Qua dataopslag en -verwerking is de explosieve groei van data die op bedrijven afkomt geen issue. Het is de kunst om de relevantie van die data te achterhalen. Als geen andere verstaan onze consultants de kunst om big data om te zetten in informatie en deze informatie in kennis binnen het Marketingdomein. Wij stoppen niet met analyses en mooie rapporten, die nogal eens in een la verdwijnen. Wij helpen onze klanten met de toepassing van die kennis. Dat leidt tot klinkende resultaten. Cmotions kent een open en transparante cultuur, waarbinnen de kwaliteiten van onze consultants zoveel mogelijk tot hun recht komen. Daarbij zijn we nuchter, pragmatisch en gedreven, en houden van 19
een “getting things done” aanpak. Onze consultants halen hun drive uit het samen met de klant realiseren van succesvolle oplossingen, die bijdragen aan hun groei. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Het spectrum van medewerkers is breed en loopt van strategische marketeers en verandermanagers naar meer operationele rollen zoals listmanager. De meest voorkomende consultants bij Cmotions zijn Marketing Data Analisten. Dit zijn vrijwel allemaal academici. Wat wij belangrijk vinden is dat naast inhoudelijke kennis op het gebied van Methoden en Technieken van Statistiek mensen ook de vaardigheid hebben invloed te hebben op hun omgeving. Dit vereist communicatieve vaardigheden, zoals presentatievaardigheid, overtuigingskracht en flexibiliteit. Daarin worden onze mensen individueel gecoached. Hoe verloopt het startertraject? Afgestudeerde WO-ers doorlopen binnen Cmotions de Masterclass Marketing Data Analyse. Met dat diploma kunnen ze direct starten bij een van onze klanten of als consultant. We koppelen ze dan aan een senior consultant. Zij worden direct op projecten ingezet. Daarbij besteden wij veel aandacht aan het ontwikkelen van vaardigheden en het uitrusten met de benodigde kennis om de klus te klaren. De Cmotions Academy en onze kennissessies staan garant voor de groei van onze medewerkers met innovatieve kennis, methoden en technieken en vaardigheden op het gebied van fact based marketing. De Cmotions Academy staat onder auspiciën van Prof. Dr. A.AA. Kuijlen, partner bij Cmotions. Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? Zowel op vakinhoudelijk gebied als op het gebied van consultancy-vaardigheden kunnen onze medewerkers uit groeien tot principal consultant. Die opereren op board-room niveau. Maar niet iedereen heeft deze ambitie. De ontwikkelplannen van onze medewerkers sluiten aan op hun persoonlijke ambities.
Capgemini 10.300 werknemers in de Benelux 40 uur Wat onderscheidt Capgemini van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? Met ruim 120.000 medewerkers in meer dan 40 landen is Capgemini één van de vooraanstaande wereldwijde organisaties op het gebied van Consulting, Technologie en Outsourcing Services. In onze visie staan de mensen centraal en zorgen wij er samen met onze klanten voor dat deze betere resultaten bereiken door de inzet van organisatorische en technologische oplossingen. Op het gebied van Big Data worden wij o.a. door Gartner als één van de leaders in het speelveld gezien. Dit is omdat Capgemini niet alleen een technologische visie heeft op Big Data maar ook de mogelijkheden om deze visie te executeren door inzet van bijvoorbeeld ons framework voor Informatie Strategie en ons Big Data Model. Wat zoekt Capgemini in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Onderscheidend voor onze mensen is het creatief talent en het vermogen om samen te werken om tot duidelijke meerwaarde voor de klant te komen. Wij noemen dit de “Collaborative Business Experience”. Tevens spelen eigenschappen als drive en ambitie een belangrijke rol bij onze mensen. Een werkweek is 40 uur die door medewerkers flexibel ingevuld dient te worden op basis van zowel professionele eisen als persoonlijke wensen. Het nieuwe werken is bij Capgemini een belangrijk instrument om de juiste balans te kunnen houden. Capgemini hecht veel belang aan diversiteit en heeft diverse programma’s om te zorgen voor de instroom en het stimuleren van bijvoorbeeld vrouwen in de organisatie. Hoe verloopt het startertraject? Een Young Professional bij Capgemini kan rekenen op een omgeving waarin hij of zij ondersteund wordt in het ontwikkelen van een professionele carrière zowel op persoonlijk als inhoudelijk vlak. Praktijkervaring door opdrachten bij onze klanten alsmede een gestructureerd opleidingsprogramma zullen de eerste jaren kenmerken.
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? Na de eerste jaren zal de Capgemini medewerker een stevig fundament hebben voor verdere uitbouw in een specialisatie. Dit kan bijvoorbeeld zijn in rollen als Business Analyst, Architect of Engagement Management. Capgemini biedt zijn medewerkers een omgeving waarin altijd focus is op leren en verbeteren gedurende de gehele carrière. (Education Permanente).
Atos 74.000 werknemers in 48 landen zeer divers Wat onderscheidt Atos van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? Atos is een internationale IT-dienstverlener met een jaaromzet van 8,8 miljard euro met aanwezigheid in meer dan 47 landen en een team van 76.400 Business Technologists. We leveren IT-oplossingen met meetbare en duurzame resultaten en ook voor Big Data gaat Atos voor bruikbare, duurzame en economisch interessante toepassingen voor onze klanten. Atos biedt een scala aan Big Data diensten en is actief in zeer grote Big Data programma’s zoals bijvoorbeeld het Europese Big Data Cloud Initiatief Helix-Nebula, waarbij ook de data van de Large Hadron Collider van CERN in Geneve wordt geanalyseerd. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Onze business technologist is een professional. Een professional die echt luistert en met innovatieve ideeën komt voor onze klanten. Big Data vraagt competenties zoals nieuwsgierigheid, statistisch inzicht en analytisch vermogen. We werken altijd in teamverband en zijn op zoek naar team players. Hoe verloopt het startertraject? De vorm van het starterstraject varieert aan de hand van de Services Line. Consulting biedt je bijvoorbeeld een traineeship van 2 jaar, met 4 opdrachten bij verschillende klanten. Voor technische starters organiseren we de Jumpstart.
20
sector big data
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? Na het doorlopen van een traineeship stroom je uit richting de kant waar jij je thuis voelt en daarna zijn er vele groeimogelijkheden ook internationaal.
SAS ruim 160 werknemers in Nederland 37.5 uur
Wat onderscheidt SAS van andere bedrijven binnen de sector ‘Big Data’? SAS heeft als “analytics powerhouse” al sinds 1976 een consequente focus op data analytics. SAS maakt het mogelijk om Big Data om te zetten in waardevolle inzichten met een combinatie van vereenvoudigd data management en meer analysekracht. Met Big Analytics van SAS kunnen bedrijven grote hoeveelheden en verschillende type gegevens, uit zowel gestructureerde als ongestructureerde bronnen, met hoge snelheid analyseren. De analysekracht komt voort uit ontwikkelingen in onder andere snellere algoritmen en SAS In-Databasetechnologie en In-Memory Analytics-technologie. In het rapport “The Forrester Wave: Big Data Predictive Analytics Solutions, Q1 2013” van analistenbureau Forrester wordt SAS tot absolute leider in big data analysis uitgeroepen. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? De kernwaarden van SAS zijn accountability, hoge mate initiatief, samenwerken en focus. Omwille van het klantencontact, dat in bijna alle functies terugkomt, bezitten onze medewerkers niet alleen een grote inhoudelijke (analytische) kennis, maar zijn ook klantgericht, representatief en communicatief sterk.
21
Hoe verloopt het startertraject? Starters solliciteren voor een specifieke functie. Het traject is persoonsafhankelijk en wordt bepaald door de manager van de afdeling. De starter zal door middel van trainingen en begeleiding de inhoudelijke kennis verzamelen. Elke starter krijgt een persoonlijke introductie en kennismakingsgesprekken binnen het bedrijf en wordt direct bij de sociale evenementen betrokken. Wat zijn de doorgroeimogelijkheden? SAS kent geen vastgelegde carrièrepaden. Desondanks zijn er volop doorgroeimogelijkheden. Enerzijds is voor iedereen de ontwikkeling van junior-, naar medior-, senior- en principal niveau binnen zijn eigen functie mogelijk. Anderzijds worden vacatures altijd voor interne kandidaten opengesteld. We hebben diverse voorbeelden van collega’s die tussen afdeling een switch hebben gemaakt.
sector de acht
De acht Operationele Research Operationele Research is een erg breed vakgebied en dat is zeker terug te zien in de mensen die hun verhaal doen in deze editie van de acht. Binnen dit vakgebied houdt men zich bezig met het toepassen van wiskunde en modellen om processen binnen bedrijven te verbeteren. Wat het werk in de praktijk inhoudt, lees je hieronder.
Suzanne van der Ster
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Ik ben promovendus bij de afdeling Operations Research. Dit houdt in dat ik voor vier jaar in dienst ben en in die tijd mijn proefschrift moet schrijven. Het meeste onderzoek dat ik doe, gaat over scheduling. Naast mijn onderzoek geef ik ook wat onderwijs, dit zijn wiskunde- en statistiekvakken voor eerstejaars van Economie en Bedrijfswetenschappen. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Het is fijn als je zelfstandig kunt werken en kunt omgaan met periodes dat het wat minder soepel loopt met je onderzoek. Bijvoorbeeld als je vastloopt in een bepaalde richting, dan moet dat je niet te veel ontmoedigen. Voor het onderzoek in Operations Research is het handig als je wiskundig bent aangelegd en natuurlijk moet je ook plezier hebben in wiskunde. Los hiervan geloof ik niet dat er bepaalde karaktereigenschappen zijn die je móet hebben om te kunnen promoveren.
Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Toen ik mijn masterscriptie schreef bij Leen Stougie wees hij me op de vacatures voor nieuwe promovendi bij FEWEB en vroeg of ik wilde solliciteren op het voorstel dat hij had ingediend. De goede samenwerking tijdens het schrijven van mijn scriptie en mijn interesse voor het onderwerp trokken me over de streep. Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Ik heb op de VU zowel mijn bachelor als mijn master in Operations Research gedaan. Aan het einde van mijn bachelor ben ik er een jaar tussenuit geweest om penningmeester te zijn van mijn roeivereniging. Er waren docenten op de VU die bang waren dat ik nooit meer zou terugkomen voor mijn master, maar dat was nergens op gebaseerd. Ik wilde gewoon niet in vier jaar de studie erdoorheen rammen en heb me tijdens dat jaar op andere gebieden ontwikkeld. Als mijn contract hier afloopt (augustus 2014) is het 11 jaar geleden dat ik op de VU begon. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Ja uiteraard! De wiskundige kennis die ik heb opgedaan tijdens de studie komt me iedere dag van pas. Bepaalde vakken zijn natuurlijk nuttiger geweest dan andere, maar het algehele wiskundige denken is erg aanwezig in mijn functie. Ook al programmeer ik niet voor mijn onderzoek, toch is het erg handig dat ik dit wel heb geleerd tijdens de studie. Bijvoorbeeld als je een paper leest waarin het algoritme dat wordt voorgesteld in pseudo-code wordt gegeven. Als je geen ervaring met programmeren zou hebben, zou dat behoorlijk moeilijk te begrijpen zijn. 22
sector de acht
Twan Dollevoet
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Sinds 1 januari van dit jaar ben ik universitair docent aan het Econometrisch Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam. In deze functie doe ik onderzoek naar allerlei praktische toepassingen van combinatorische optimalisering. Ik ben bijvoorbeeld betrokken bij een Europees project waarin we de bijsturing van treinen proberen te verbeteren. Daarnaast geef ik wiskundecolleges aan eerstejaars studenten van de opleiding Econometrie. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Het belangrijkste is dat je het leuk vindt om onderzoek te doen; dat je nieuwsgierig bent en dingen tot op de bodem wilt uitzoeken. Daarnaast is het een voordeel als je zelfstandig bent en de discipline hebt om voor langere tijd aan hetzelfde onderwerp te werken, ook als er geen concrete deadlines zijn waar je je op kunt richten. Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Na in Utrecht vooral theoretische wiskunde te hebben gestudeerd, wilde ik graag weten wat je nou in de praktijk allemaal met die wiskunde kunt doen. Ik heb me daarom aangemeld voor een master Operations Research and Quantitative Logistics in Rotterdam. Bij het vak `Logistic case studies’ mochten we werken aan praktische problemen uit het bedrijfsleven. Met behulp van de technieken die in de master werden onderwezen, moesten we deze problemen zo goed mogelijk oplossen. Ik vond het meteen erg leuk om te werken aan realistische problemen en alle kennis uit de opleiding in de praktijk toe te passen. Ik was dan ook erg blij met de mogelijkheid om mijn afstudeeronderzoek bij
23
de NS te doen. Tijdens deze stage heb ik gewerkt aan de personeelsplanning voor machinisten. Ik vond dat onderwerp zo leuk dat ik meer onderzoek wilde gaan doen naar de planning en bijsturing bij spoorwegvervoerders. Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Na mijn master in Rotterdam ben ik gaan promoveren en daarnaast één dag in de week voor de NS gaan werken. Tijdens mijn promotie heb ik onderzoek gedaan naar de overstappen tussen treinen. Als een trein met vertraging op een station aankomt, kan het zijn dat reizigers hierdoor hun overstap missen. Ik heb onderzocht in welke gevallen het beter is om de aansluitende trein te laten wachten op deze reizigers. Bij de NS heb ik verder gewerkt aan het verbeteren van het computerprogramma waarmee de personeelsplannen voor conducteurs en machinisten worden gemaakt. Na mijn promotie aan het begin van dit jaar ben ik fulltime aan de universiteit gaan werken. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? In mijn onderzoek pas ik de technieken die ik tijdens mijn master Operations Research and Quantitative Logistics heb bestudeerd nog elke dag toe. Daarnaast is het belangrijk om de resultaten van het onderzoek duidelijk te beschrijven in artikelen en te presenteren op conferenties. Ook aan deze vaardigheden is tijdens de studie veel aandacht besteed.
Bart Bonekamp
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Ik ben werkzaam als consultant bij Accenture Management Consulting in het business domain Operations. Ik houd me vooral bezig met het verbeteren van Supply Chain processen bij klanten, met focus op planning en scheduling processen. Denk hierbij aan het integreren van demand planning en forecasting, het optimaliseren van voorraadmodellen en het bepalen van de meest gunstige locaties en routeringen voor distributiecentra. Voor mijn werk reis ik veel naar verschillende plaatsen, omdat het meeste werk op locatie bij de klant uitgevoerd wordt. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Analytische vaardigheden zijn essentieel binnen mijn functie, om op basis van beperkte informatie snel knelpunten in processen te bepalen en te zoeken naar oplossingsrichtingen. Daarnaast is het misschien nog wel belangrijker om goed met diverse stakeholders (zowel bij klanten als binnen de eigen organisatie) om te kunnen gaan en je in personen en hun problematiek te kunnen inleven. Vervolgens moet je een gecompliceerde oplossing helder en eenvoudig kunnen presenteren, om deze ook daadwerkelijk geïmplementeerd te krijgen bij de klant. Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Tijdens mijn studie vond ik de afstudeerrichting Operations Research het meest interessant. Vervolgens ben ik na mijn studie op zoek gegaan naar een functie waarmee ik mijn vaardigheden op planningsgebied in de praktijk kon brengen, maar
ook veel met verschillende mensen en bedrijven te maken kon hebben. Ik zag mezelf niet altijd maar op één plek werken in bijvoorbeeld een softwarebedrijf of een ingeslapen (semi) overheidsinstelling. Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Tijdens mijn afstuderen heb ik stage gelopen bij NS Reizigers in Utrecht. Hier heb ik me bezig gehouden met het ontwikkelen van een stochastisch model om te komen tot een meer punctuele dienstregeling. Daarna heb ik zes jaar als Advanced Planning & Scheduling consultant gewerkt bij Déhora Consultancy in Amsterdam. Dit adviesbureau houdt zich bezig met alle aspecten van Workforce Management. Hier heb ik me gericht heb op het selecteren en implementeren van geavanceerde planningssoftware en het verbeteren van planprocessen in organisaties. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Op dit moment komen econometrische technieken (zoals forecasting en routeoptimalisatie) terug in mijn werk, maar niet meer zo gedetailleerd als tijdens de studie. Het is belangrijk om te weten hoe deze concepten werken, maar je hoeft ze niet constant paraat te hebben. De belangrijkste vaardigheden voor het bedrijfsleven die je tijdens een studie Econometrie opdoet, zijn het gestructureerd formuleren en ontleden van een probleem en hier een adequate oplossing voor bedenken. Hoe dit vervolgens in de praktijk te brengen is niet iets wat tijdens mijn studie veel aandacht kreeg. Dit leer je naar gelang je meer werkervaring opdoet.
24
sector de acht
Pieter van den Berg
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Ik ben een PhD-student op de optimalisatieafdeling van de TU Delft. Dit houdt in dat ik onderzoek doe op het gebied van combinatorische optimalisatie. Mijn onderzoek is gericht op het verbeteren van de inzet van ambulances in Nederland. Samen met drie andere PhD-studenten van het Centrum voor Wiskunde en Informatica proberen wij verschillende optimaliseringsproblemen van enkele ambulance providers op te lossen. Zo kijken we naar de optimale locaties voor ambulance standplaatsen, de optimale inzet van de ambulances over de dag en het voorspellen van rijtijden en het aantal oproepen. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? De eigenschappen die nodig zijn voor iemand in deze positie zijn eigenlijk dezelfde als die elke PhDstudent nodig heeft. Je moet de problemen die je tegenkomt willen oplossen, niet omdat het je werk is, maar omdat je zelf wilt weten hoe het zit. Daarnaast moet je een doorzetter zijn, niet opgeven als je een probleem niet in één keer kunt oplossen. Voor een praktisch onderzoek als dat van mij moet je verder helder kunnen uitleggen wat je modellen doen, zodat de managers van de ambulance providers ook geloven in de door jouw gegeven oplossingen. Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Ik heb gekozen om een PhD te gaan doen, omdat ik het gevoel had dat ik nog niet uitgeleerd was na mijn master Operationele Research. In deze
25
functie heb ik de mogelijkheid om mijn kennis op het gebied van Operationele Research verder uit te breiden. Ik heb voor dit specifieke project gekozen, omdat ik graag een praktische toepassing wilde voor mijn onderzoek. Door onze goede contacten met de ambulance providers zullen onze modellen daadwerkelijk gebruikt worden om de ambulance inzet in Nederland te verbeteren. Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Voordat ik deze functie kreeg heb ik de bachelor en master Econometrie en Operationele Research aan de VU gedaan, waarbij ik de specialisatie Operationele Research heb gekozen. Mijn masterscriptie het ik geschreven bij de Nederlandse Spoorwegen waar ik voor het eerst zelfstandig onderzoek heb kunnen doen naar praktisch toepasbare problemen. Dit was een goede voorbereiding voor mijn huidige functie. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Mijn studie Econometrie en Operationele Research komt nog dagelijks terug in mijn werk. Ik volg vakken die doorgaan waar de master ophield en geef werkcollege in een vak dat vergelijkbaar is met Inleiding Operationele Research. Verder gebruik ik veel van de technieken die ik in mijn studie heb geleerd voor mijn eigen onderzoek. Voor mij is deze functie een ideale vervolgstap na mijn master Operationele Research.
Leendert Kok
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Ik ben teamleader software bij ORTEC. Ons team werkt aan een van de standaard software pakketten van ORTEC, genaamd ORTEC Transport en Distributie (OTD). Dit software pakket is een geavanceerd planningsysteem voor de dagelijkse rit- en routeplanning van transport bedrijven. Als teamleader ben ik verantwoordelijk voor de aansturing van een zestal software ontwikkelaars die aan allerlei uitbreidingen van OTD werken. Een zeer belangrijke component binnen ons team is de algoritmiek voor de automatische planning. Dit levert een zeer uitdagende mix van Operations Research en IT in mijn dagelijks werk Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Ten eerste moet iemand flinke inhoudelijke OR kennis hebben. De modellering en algoritmiek uitdagingen zijn zeer groot in een dynamische wereld waarin steeds meer functionele uitbreidingen gevraagd worden (denk aan rekening houden met files), de probleemgroottes steeds groter worden (een wagenpark van meer dan 1000 wagens is geen uitzondering meer tegenwoordig), en de acceptabele rekentijd steeds kleiner. Daarnaast is IT kennis een pre, en mensen kunnen motiveren en begeleiden een must. Belangrijk is ook dat je snel kunt switchen tussen zeer uiteenlopende en zeer inhoudelijke onderwerpen.
Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Voor ik bij ORTEC ging werken deed ik promotieonderzoek aan de Universiteit Twente. Ik hield me daar bezig met algoritmiek oplossingen voor Voertuig Routering Problemen met lastige tijdsrestricties, zoals dagelijkse files en de rijtijdenwet. Na mijn promotie onderzoek ben ik aan de slag gegaan bij ORTEC als OR engineer. Als OR engineer ben je aan de ene kant software ontwikkelaar en aan de ander kant verantwoordelijk voor het bedenken van algoritmiek oplossingen bedenken voor OR problemen. Na 2 jaar werken als OR engineer kreeg ik de kans door te groeien als team leader. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Absoluut. Ik werk elke dag met OR problematiek. Het ene moment ben ik bezig met het tunen van algoritmiek voor bepaalde klanten, het andere moment denk ik met anderen na over het modelleren van nieuwe wensen van een bepaalde klant. Hierbij is het van groot belang dingen generiek op te lossen: dat wat voor de ene klant een wens is, is vaak in een iets andere vorm ook een wens van een andere klant. Dit maakt mijn werk zeer uitdagend.
Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Tijdens mijn studie ben ik Operations Research steeds leuker gaan vinden. De algoritmiek ontwikkeling voor NP-moeilijke problemen vond ik fascinerend en dingen ontwikkelen die in de praktijk gebruikt worden vind ik ook erg leuk. Daarom was de keus voor ORTEC snel gemaakt. 26
sector de acht
Hilbert Snijders
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Op dit moment ben ik onderzoeker bij de afdeling Proceskwaliteit & Innovatie van de Nederlandse Spoorwegen. De functie is vooral gericht op het ontwikkelen van beslissingsondersteunende systemen voor dienstregelingsontwerp, materieelen personeelsinzet. Er zijn veel manieren waarop je invulling kan geven aan het werk: je kan je bijvoorbeeld bezighouden met het ontwikkelen of uitbreiden van wiskundige modellen, toepassingen daarvan (vaak gerelateerd aan software), vragen van het management beantwoorden met behulp van onderzoek of kennisoverdracht. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Je moet nieuwsgierig zijn en door durven vragen. Creativiteit en leergierigheid spelen een grote rol: innoveren is voor een deel het betreden van paden waar een ander nog niet geweest is, al moet je blijven leren van anderen om niet alleen je werk maar ook jezelf te laten groeien. Je moet ook geduldig zijn, de werkelijkheid loopt vaak achter de innovatie aan. Het kan daardoor teveel gevraagd zijn om te verwachten dat al je werk direct toegevoegde waarde heeft, soms heeft het meer tijd nodig. Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Het begon met een voorliefde voor het in kaart brengen van complexe puzzels. Daarbij werd ik tijdens mijn studie het meest aangetrokken door logistieke vraagstukken. Wat mij nu aanspreekt aan de functie is de veelzijdigheid ervan: soms voel ik me wetenschapper, dan weer projectleider, dan weer adviseur. Die variatie is belangrijk voor me, het houdt me scherp. 27
Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Direct na mijn studie heb ik kort bij een bank gewerkt als operational risk modeller. Het werk was precies uitdagend genoeg en de sfeer was goed, maar specifiek het onderwerp “operationeel risico” was iets te abstract naar mijn smaak. Toen ik een kans kreeg bij de Nederlandse Spoorwegen te beginnen ben ik overgestapt: niet alleen zijn vrijwel alle vraagstukken in de spoorwereld heel tastbaar, ook sprak het plannen van treinen op zich me aan. Als kind was ik dol op modeltreinen, en er is niets mooiers dan een droom die je van jongs af aan had werkelijkheid te laten worden. Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Jazeker. Modelleren is een van mijn kerntaken, dus ik duik nog vaak de boeken of papers in. Ook bezoek ik congressen en symposia om mijn kennis scherp te houden en een aantal van mijn collega’s presenteren daar regelmatig eigen werk. Enkele jaren geleden won onze afdeling de Franz Edelman Award, de belangrijkste internationale prijs voor toegepaste Operations Research. Ik denk dat het meedoen aan een dergelijke wedstrijd belangrijk is omdat je werk getoetst wordt door Econometristen die met een frisse blik de kwaliteit en impact van je werk inschatten. Winst is in dit geval een teken dat we nog altijd op het goede spoor zitten!
Charlotte Bech Jacqueline Heinerman
Wat voor functie heeft u en wat houdt deze in? Jacqueline: Ik ben werkzaam als Analist binnen de afdeling Quantitative Analysis (QA) bij PwC Advisory. QA is een erg leuke en snel groeiende afdeling met veel starters. Momenteel zijn we met 18 man. Wij proberen met onze analytische vaardigheden complexe vraagstukken van de klant aan te pakken. De opdrachten variëren van het ontwikkelen van een regressiemodel, het automatiseren van financiële rapportages, het optimaliseren van distributienetwerken en productieprocessen tot het geven en volgen van colleges, trainingen en een bijdrage leven aan de maatschappij via Corporate Responsibility (CR) projecten. Charlotte: Ik ben stagiaire op dezelfde afdeling als waar Jacqueline werkzaam is. Het schrijven van mijn masterscriptie staat in deze afstudeerstage centraal. Daarbij doe ik onderzoek naar het vinden van een “optimal recruitment strategy” voor organisaties, ofwel: Hoe moet het aanname beleid er in de komende jaren uitzien zodat aan bepaalde doelstellingen kan worden voldaan? Mijn scriptie is gebaseerd op een lopend project en ik ga dan ook één keer in de week mee naar de klant. Wat zijn de eigenschappen die iemand in uw functie nodig heeft? Jacqueline: Assertief, teamspeler en leergierig. Er zijn veel dingen mogelijk bij PwC maar het wordt wel van je verwacht dat je zelf achter de dingen aangaat die je leuk vindt. Bij ons op de afdeling komen er veel verschillende projecten langs en werken we met veel verschillende programma’s. Charlotte: Als toevoeging op Jacqueline zou ik willen zeggen dat je het leuk moet vinden om de uitdaging aan te gaan. De combinatie van het schrijven van een
scriptie en een stage bij een bedrijf houdt namelijk in dat je met twee partijen rekening dient te houden. Het is de kunst om de juiste balans te vinden tussen enerzijds een mooie wetenschappelijke scriptie en anderzijds een scriptie die nuttig is voor het bedrijf. Waarom heeft u ervoor gekozen om deze richting in te gaan? Jacqueline: Ik wilde naast mijn inhoudelijke kennis ook mijn communicatieve vaardigheden verbeteren. Ik wilde graag op projectbasis werken omdat je zo in een korte tijd veel verschillen opdrachten voor verschillende type klanten doen. Deze afwisseling vind ik erg leuk. De ene dag sta ik voor een klas college te geven en de andere dag bekijk ik de logistieke data van een bedrijf om uitspraken te doen over een optimaal distributie netwerk. Charlotte: Ik wilde mijn master scriptie graag combineren met een stage binnen een bedrijf, omdat ik een praktische scriptie wilde schrijven. Daarnaast leek het mij de perfecte kans om een bedrijf te leren kennen en te ontdekken waar mijn interesses liggen. Dat ik voor QA bij PwC Advisory heb gekozen komt door de variatie in het werk en de mogelijkheden om je persoonlijk te ontwikkelen. Kunt u kort iets vertellen over uw loopbaan voor u deze functie kreeg? Jacqueline: Ik heb de master Operationele Research gedaan aan de Vrije Universiteit na de bachelor Econometrie. Ik ben bij PwC gestart als afstudeerder, dus net zoals Charlotte, en na mijn afstuderen ben ik doorgestroomd nar de startersfunctie. Mijn afstudeerscriptie ging over optimale capaciteitsuitbreiding bij internet access providers. Toen na mijn stage werd gevraagd of ik wilde blijven 28
sector de acht
heb ik enthousiast “Ja” gezegd! Charlotte: Net als Jacqueline heb ik een bachelor Econometrie gedaan aan de Vrije Universiteit en momenteel zit ik dus in de eindfase van de master Operationale Research. Tot 30 augustus loop ik stage, wie weet wat er daarna op mijn pad komt….
Komt de studie Econometrie en Operations Research nog terug in uw dagelijkse bezigheden? Jacqueline: Ja, iedere dag komt de inhoud van de studie nog van pas. Zeker bij het geven van colleges maar ook bij het maken van een regressiemodel of gewoon de mindset vanuit OR om alles te willen optimaliseren en efficiënt te werken. Onze kamer ligt vol met boeken van de studie die ook dagelijks bekeken worden. De overlap die onze afdeling met de studie heeft, zorgt er ook voor dat er goede mogelijkheden zijn om te kunnen promoveren. Charlotte: Bij het schrijven van mijn scriptie duik ik nog dagelijks de studieboeken in om de theorie achter het probleem te begrijpen. Aangezien het om een optimalisatieprobleem gaat, komen er veel technieken aan bod waarover ik tijdens mijn studie heb geleerd. Daarnaast leer je tijdens je studie hoe je een probleem aan moet pakken, herstructureren en vervolgens tot een oplossing kan komen.
29
sector docent vertelt
Ad Ridder is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit.
Sprekend Ad Ridder Rubinstein ”Ik leg deze weken de laatste hand aan een boek dat ik schrijf samen met Reuven Rubinstein en Radislav Vaisman, beiden van de Technion Haifa in Israel. We zijn dit project begonnen in oktober 2010 toen ik een week in Haifa bij Reuven op bezoek was om een artikel over variantiereductietechnieken af te ronden. Rubinstein was een van de beroemdheden op het gebied van de stochastische simulatie, een onderwerp dat ook mijn belangstelling heeft en waarover ik regelmatig publiceer.” Leiden “Tot zo’n dertig jaar geleden was simulatie not done als wiskundig onderzoeker. Destijds deed ik mijn promotieonderzoek, getiteld stochastic inequalities for queues, bij de afdeling Toegepaste Wiskunde van de Universiteit te Leiden, die gewoon nog Rijksuniversiteit heette, maar inmiddels zonder het Rijksepitheton geboekt staat. Ook de universiteiten in Utrecht en Maastricht hebben hun Rijks laten vallen, terwijl het Rijk toch de grootste financier is
gebleven van al deze semi-overheidsinstellingen. Sinds de onderwijsinstellingen zich laten ringeloren door allerlei change managers zijn veranderingen aan de orde van de dag. De universiteit van Groningen heeft het Rijks nog wel in haar vaandel staan, maar als de aarde blijft schokken boven de geëxploiteerde gasvelden zonder dat het Rijk maatregelen aankondigt of treft, voorspel ik dat deze Rijksliefde spoedig voorbij is.”
“Tot zo’n dertig jaar geleden was simulatie not done als wiskundig onderzoeker” 30
sector docent vertelt
Promotie “Terug naar de situatie dertig jaar geleden. Wiskunde, n’ importe quoi zuiver of toegepast, deed ik toen met een afgekloven potloodje, en af en toe kraste ik wat formules op het bord om aan mijn promotor Arie Hordijk uit te leggen waarmee ik bezig was. En na enige tijd hadden we dan een paper waarin we bewezen dat de ene Markovketen stochastisch kleiner was dan een andere Markovketen, en dientengevolge dat de gemiddelde rijlengte in het ene wachtrijsysteem kleiner was dan de rijlengte in het andere systeem, waarbij deze wachtrijsystemen natuurlijk gemodelleerd werden door die twee ongelijke Markovketens. Ik had echter geen idee hoeveel kleiner “kleiner” betekende, gechargeerd gezegd had ik misschien bewezen dat een kans kleiner is dan één. Aan het begin van mijn promotieperiode heb ik pogingen ondernomen om sommige van mijn ongelijkheden numeriek uit te rekenen, op een computer want het was ondoenlijk op papier of met een rekenmachine. De afdeling had echter geen PC, die kwam pas later, de bekende IBM AT. Niemand wist eigenlijk precies wat je ermee moest doen, dus meestal stond die PC (één voor de hele afdeling Wiskunde!) ongebruikt totdat wij, promovendi, ontdekten dat je er je proefschrift mee kon typen. Een handige medewerker had het tekstverwerkingsprogramma ChiWriter geïnstalleerd en daarmee kon je heel goed wiskunde teksten produceren. Ik spreek hier over de jaren 1986-1987, TeX was inmiddels al ontwikkeld door Donald Knuth maar was nog niet tot ons doorgedrongen.”
Computer “Ongetwijfeld had ik die afdelings-PC kunnen aanwenden om enige berekeningen te doen ter ondersteuning van mijn bewezen ongelijkheden, maar verschillende redenen deden mij hiervan af te zien: (1) ik wist niet hoe je moest programmeren op die PC; (2) mijn onderzoek was bijna afgerond en ik was al bezig met het schrijven van mijn proefschrift; (3) mijn slechte ervaringen met computers. Wat betreft het laatste, om in het pre-PC tijdperk berekeningen te doen moest ik mij vervoegen in de kelder van het instituut alwaar zich een terminal bevond waarmee ik commando’s kon sturen naar een mainframe computer, net zoals een aantal 31
andere programmeurs en wetenschappers tegelijk met mij. Mij werd verteld dat dit op een timesharing manier (TSO) geregeld werd, en dus moest ik mijn berekeningen in een TSO batch uitvoeren. Ter ondersteuning kreeg ik een aantal klappers (ordners) waar alles in zou staan. Na enige uren wist ik nog niet hoe je bijvoorbeeld 1+1 in TSO batch commando’s moest opgeven. Handleidingen in die tijd waren niet bedoeld voor beginners, een voorbeeld stond er niet in. Toen besloot ik om voorlopig geen computer te gebruiken.” Heerlen “Na mijn promotie in september 1987 werd ik research scientist bij een softwarebedrijf dat recentelijk was opgericht en gevestigd was in Zuid Limburg. Devtech International BV heette het voluit. Avontuurlijke twee jaren heb ik daar meegemaakt. Ten eerste was het een enorme verandering van omgeving, vanuit de stad Amsterdam, waar ik was blijven wonen tijdens mijn Leidse promotieperiode, naar de heuvels rondom Heerlen. Gelukkig kwam ik niet in een sociaal isolement terecht, want het bedrijf trok in korte tijd veel jonge medewerkers aan, allemaal met een technische of natuurwetenschappelijke achtergrond, en velen ook uit “het Westen”. Met een aantal van hen huurden we een groot huis dat vervolgens de basis werd van waaruit we de omgeving gingen verkennen. Vele tochten maakten we er op onze racefietsen. Ten tweede was het mijn eerste volledige baan in het bedrijfsleven. Na jaren van studie en promotie waarbij je je eigen dagindeling maakt, moest ik mij nu elke ochtend vroeg melden, moest ik aan het eind van elke week verantwoording afleggen in een weekly report, hadden we regelmatig projectvergaderingen, enz. Maar het was een uitzonderlijk bedrijf met al die jonge eigenzinnige academici. Helaas was het management incompetent en niet in staat ons goed te leiden. Er ontstond een vijandige sfeer van twee tegengestelde kampen waardoor het bedrijf volledig inproductief was. na twee jaar kwam er een eind aan middels een faillissement.” Apple “Bij het softwarebedrijf stond de computer natuurlijk centraal. Ik heb in die twee jaar goed
leren programmeren, niet uit vuistdikke ordners, maar van de experts zelf. De directeur van Devtech had een enorme zak met duiten weten los te peuteren van geldschieters, en vlak voor de Kerst van 1987 verraste hij ons met een lading Apple Mac II PC’s. Die dingen waren gloednieuw, top-of-the-line, prachtige machines. In heel Nederland waren er toen misschien honderd waarvan zeker dertig bij ons. Behalve als zelfstandige werkstations werden ze aangesloten op de twee Convex supercomputers die ook in het bedrijf stonden! De bedoeling was dat we allerlei programmatuur zouden ontwikkelen en schrijven waarmee “problemen” mee opgelost konden worden. Eind jaren tachtig was men wereldwijd nogal gecharmeerd van expert systemen, kunstmatige intelligentie systemen, robotsystemen, en dergelijke, en men had hoge verwachtingen dat computerprogramma’s het menselijke brein uiteindelijk kon evenaren, of zelfs overtreffen. Het is allemaal anders gelopen.” Berkeley “Ik was dus handig geworden om modellen en algoritmes in C te programmeren. Enigszins serieus onderzoek had ik in die twee Limburgse jaren echter niet gedaan. Volledig onverwachts, als een deus ex machina, werd ik in november 1989 opgebeld vanuit de universiteit in Berkeley en gevraagd om daar college te geven aan de faculteit electrotechniek. Ik twijfelde eigenlijk geen moment en greep dit aanbod met beide handen aan. Zodoende heb ik twee semesters colleges gegeven op het gebied van stochastische processen, lineaire systemen en signaaltheorie. Dat laatste klinkt als radiotechniek, maar de theorie behelste Fourier en Laplace analyse. Weliswaar was ik daarmee niet heel vertrouwd, maar ik kon het me vrij gemakkelijk eigen maken, zeker tot op een niveau dat die van ingenieurs te boven gaat. Een belangrijker aspect van mijn terugkeer naar de academia was dat ik weer het onderzoek oppakte. Door de opkomst van het Internet werden allerlei protocollen ontwikkeld voor communicatieverkeer, waarvan ATM (asynchronous transfer mode) een van de bekendste werd om zowel dataverkeer als spraak te reguleren. Een onderdeel van het ATM onderzoeksproject dat mijn gastheer Jean Walrand had opgezet, was importance sampling simulatie
om kleine buffer overflow kansen te schatten. Het trok mij aan om hieraan te werken omdat het zowel wiskunde, kansrekening als programmeerwerk betrof. Dus toen, voorjaar 1990, ben ik begonnen mij te verdiepen en mij verder te bekwamen in de stochastische simulatie.”
“Een belangrijker aspect van mijn terugkeer naar de academia was dat ik weer het onderzoek oppakte” Tijms “Sindsdien ligt mijn grootste onderzoeksbelangstelling op het gebied van de rare event simulatie. Uit Berkeley terug in Nederland heb ik eerst ruim een jaar gewerkt in Rotterdam als docent bij de faculteit Bedrijfskunde van de Erasmus universiteit, maar mijn onderzoek paste niet in de onderzoeksprogramma’s. Dus toen mij een aanstelling werd aangeboden bij de afdeling Econometrie van de Vrije Universiteit heb ik die van harte geaccepteerd. Mijn onderzoek sloot goed aan bij het programma van Henk Tijms. Bovendien liepen hier zeer getalenteerde en uiterst slimme studenten rond. Zo was het mij gegund vrij snel na mijn VU-start om Michel Mandjes te begeleiden bij zijn promotietraject, natuurlijk op het gebied van de rare event simulatie. Michel’s carriere ging na zijn promotie als een komeet, en nu is hij al enige jaren hoogleraar Kansrekening aan de UvA. Henk wist altijd de goede studenten te vinden, hen in te zetten voor onderzoeksklusjes, en hen op het academische spoor te zetten. Daarbij werd hij geadviseerd door die andere spotter van talent, Rein Nobel.”
32
sector docent vertelt
Zeldzaam “De simulatie van zeldzame gebeurtenissen (in het vervolg houd ik mij bij het deels Engelse “rare event simulatie”) werd in de negentiger jaren een steeds belangrijker onderdeel van de stochastische simulatie literatuur; vanaf 1997 zelfs met zijn eigen tweejaarlijkse workshop RESIM. Rare event simulatie betreft het ontwikkelen van algoritmen om problemen of modellen efficiënt te simuleren. Mijn onderzoek was vooral gericht hoe je met bepaalde technieken uit de Kansrekening (zoals large deviations) een rare event probleem begon te analyseren en daaruit een efficiënt algoritme probeerde te ontwikkelen. Tijdens de tweede RESIM workshop presenteerde Reuven Rubinstein een nieuwe methode die vanuit het rare event probleem direct een algoritme construeert om de simulatie efficiënt uit te voeren. De methode was gebaseerd op heuristische argumenten maar gaf uitstekende resultaten voor de gepresenteerde problemen. Bovendien zou de methode ook combinatorische optimalisatie problemen kunnen oplossen. Ik waande me weer even terug bij Devtech, een generieke “oplossing voor al uw problemen”. Het leek mij allemaal te mooi om waar te zijn en had mijn scepsis over deze ingenieursaanpak.” Cross-Entropy “Rubinstein noemde het de cross-entropy methode want de basis is de bekende afstandsmaat tussen kansverdelingenen zoals die in de Informatietheorie is gedefinieerd. Hij had de volgende jaren veel succes met de cross-entropy methode omdat die eenvoudig was toe te passen op allerlei simulatieproblemen en optimaliseringsproblemen en daarbij (meestal) uitstekende resultaten gaf. Er verschenen boeken en talloze artikelen in tijdschriften. Tenslotte viel ik ook voor de verleidingen van de cross-entropy. Het begon ermee dat ik in 2002 de methode samen met een afstudeerder, Sing-Kong Cheung, ging toepassen op een bepaald Markovketenprobleem. Dat mondde
33
uit in een uitstekende scriptie van Sing-Kong, en in een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift. Sindsdien raakte ik steeds meer betrokken bij de ontwikkelingen van de cross-entropy methode. Ik ontmoette Rubinstein op congressen en workshops en ik begon met hem samen te werken.”
“Rare event simulatie betreft het ontwikkelen van algoritmen om problemen of modellen efficiënt te simuleren” Einde “In 2010 besloten we een boek te schrijven over de simulatietechnieken die we in ons onderzoek bestudeerden. Want het is niet alleen meer de cross-entropy methode die onze belangstelling heeft. De laatste jaren heeft de rare event simulatie andere ontwikkelingen gezien waarover ik hier niet zal uitweiden, die worden in het boek beschreven. De PhD student Radislav Vaisman werd bij het project betrokken omdat hij heeft bijgedragen in het programmeerwerk. Afgelopen zomer (juli 2012) bezocht Rubinstein mij in Amsterdam en we maakten weer goede voortgang. Anders dan bij eerder bezoeken oogde hij niet gezond, hij klaagde over vermoeidheid en pijn in de borst. Terug in Haifa werd bij hem mesothelioom gediagnosticeerd, asbestkanker. Tengevolgde hiervan is hij in december overleden, toch onverwacht snel. De laatste maanden voor zijn dood heeft hij nog zoveel als mogelijk materiaal aangeleverd voor het boek.”
sector tips and tricks solicitaties
Manon Leeflang studeerde Europese Studies aan de universiteit van Amsterdam en is medeeigenaar van Dekker & Leeflang Bemiddeling & Advies.
Marja Dekker heeft opleidingen gevolgd op het gebied van personeel en arbeid, NLP en familieopstellingen en is mede-eigenaar van Dekker & Leeflang Bemiddeling & Advies.
Wie ben jij? Vrijdagochtend, acht uur. Ik stap uit mijn auto en loop kantoor binnen. Mijn secretaresse vertelt snel hoe mijn dag eruit ziet. Druk! Van de ene in de andere meeting en dan ook nog een paar sollicitatiegesprekken tussendoor. Ik werp een blik op het cv van de sollicitant die om negen uur komt. Vrouw, 23 jaar, net afgestudeerd, weinig werkervaring. Ik ben benieuwd hoe ze me gaat overtuigen. Met 200 reacties, 50 goede cv’s en inmiddels tien gesprekken heb ik keuze genoeg. Ik laat haar oproepen: “Mevrouw de Vries, komt u verder…….” De werkloosheid in Nederland is in de maand januari van dit jaar weer verder toegenomen. In december waren er 571 duizend werklozen, negentienduizend meer dan een maand eerder, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het afgelopen jaar (2012) steeg het aantal werklozen volgens het CBS met gemiddeld tienduizend per maand. In alle leeftijdsgroepen nam de werkloosheid toe. Bij jongeren kwam het aandeel werklozen in januari uit op 15 procent. Drie maanden daarvoor was dat nog ruim 13 procent. Dit betekent dat werkgevers op dit moment als zij een vacature hebben worden overspoeld met cv’s 35
en sollicitatiebrieven. Vanzelfsprekend beschik je over een goed opgesteld cv en een pakkende motivatiebrief als dat gevraagd wordt, maar dan ben je er nog niet. Stel dat je wordt uitgenodigd, dan begint het solliciteren pas echt. Nu komt het er op aan dat je weet wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. “Mevrouw de Vries, u heeft gereageerd op onze vacature. Ik heb uw cv en motivatie gelezen. Vertelt u mij eens, waarom bent u de beste kandidaat? Mevrouw de Vries voelt dat het zweet haar uitbreekt en denkt: “ik weet heel goed waar ik goed in ben, maar hoe breng ik dat over?” Een competentie is een vaardigheid of bekwaamheid die je bezit en bestaat uit de volgende drie elementen: kennis & ervaring, vaardigheden (fysieke handelingen) en talent (intelligentie, kernkwaliteiten en motivatie). Competenties Voordat je gaat solliciteren is het belangrijk je competenties in kaart te brengen. Op deze manier zul je meer inzicht krijgen in wat jij de arbeidsmarkt
te bieden hebt. Je leert welke kwaliteiten en vaardigheden je nodig hebt om werkervaring op te bouwen of uit te breiden en je kunt tijdens een sollicitatiegesprek overtuigend antwoord geven op vragen die de werkgever stelt. Je kunt je competenties op verschillende manieren in kaart brengen. Op internet vind je een groot aantal gratis tests waarbij je inzicht verwerft over wat je competenties en talenten zijn. Voorbeelden hiervan zijn: • www.werk.nl • www.123test.nl • www.carrieretijger.nl Ook kun je te rade gaan bij je directe omgeving. Je familie en vrienden kennen je waarschijnlijk beter dan je denkt. Of benader je leidinggevende van je bijbaan. Dit heet de 360 graden feedbackmethode. Het is een instrument om sterke en minder sterke competenties in beeld te brengen. Door het verschil tussen het zelfbeeld en het beeld van anderen kun je een duidelijk beeld vormen van je competenties maar ook van je ontwikkelpunten. Vraag aan je naasten bijvoorbeeld eens hoe zij jou typeren, hoe je volgens hen met problemen omgaat en wat zij zien als een passende werkomgeving voor jou? Natuurlijk kun je ook een loopbaancoach inschakelen die je helpt met het ontdekken van je talenten. Coaching maakt je zelfbewuster, authentieker en meer autonoom. Geregeld helpen wij vanuit Dekker & Leeflang Bemiddeling en Advies studenten door middel van een sollicitatieboost. Een korte intensieve training van slechts enkele uren waarin we je leren jezelf positief en actief te presenteren. Er is veel geschreven over hoe je competenties bij jezelf kunt ontdekken. Het Kernkwadrant of het Kwadrant van Ofman is een model om de eigenschappen te beschrijven die bij een persoon horen. Je kunt dit inzetten als hulpmiddel. Het model is opgesteld door de bedrijfskundige Daniel Ofman. Niet alleen HR- en loopbaanadviseurs zetten het in, maar ook sollicitanten kunnen het gebruiken. Het kernkwadrant gaat uit van vier termen: kernkwaliteit, valkuil, allergie en uitdaging. Dit zijn alle vier karaktereigenschappen of kwaliteiten en het model beschrijft hun onderlinge samenhang.
Iedereen heeft kwaliteiten en deze staan in vaak in verband met elkaar en hebben effect op andere kwaliteiten. Stel je bent heel nauwkeurig, een eigenschap die je veel oplevert. In het bovenstaande voorbeeld is je kernkwaliteit dus nauwkeurigheid. Wanneer je te nauwkeurig bent loop je het risico te perfectionistisch te worden. Dit noemen we je valkuil. Het positief tegenovergestelde van perfectionistisch zijn is flexibiliteit, de uitdaging in je leven. Mensen die flexibel zijn lijken ook chaotisch. Nauwkeurige mensen ervaren die chaos als negatief en dit wordt dan hun allergie genoemd. De truc is nu om als nauwkeurig persoon je uitdaging flexibiliteit te ontwikkelen. Hierdoor loop je minder kans ‘last’ te hebben van je valkuil: perfectionisme. Voorbereiding Als je na onderzoek bewust bent van je competenties, je uitdagingen en je valkuilen dan ga je filteren. Niet elke competentie is namelijk van toepassing op de vacature waarop je solliciteert. Daarom is het belangrijk voordat je op gesprek gaat te informeren naar wat de werkgever zoekt. Dit kun je doen door de personeelsadvertentie goed te analyseren of (nog beter) de contactpersoon genoemd in deze advertentie te bellen. Een vraag kan zijn: “naar wie bent u precies op zoek?” Hierdoor weet je welke eigenschappen en vaardigheden relevant zijn en kun je je motivatiebrief aanpassen en zelfs het gesprek sturen. Bedenk dat het gesprek op basis van gelijkwaardigheid plaatsvindt. De werkgever heeft een personeelsvraag en is op zoek naar een gekwalificeerde collega. Jij bent op zoek naar een nieuwe werkomgeving maar mag kritisch zijn. Bedenk dat ook jij kunt zeggen dat dit niet de werkomgeving is die je zoekt. Een goede voorbereiding maakt je 36
sector tips and tricks solicitaties
zelfverzekerd en sterk. “Halverwege het gesprek merk ik dat ik hard moet werken. Ik heb me voorbereid, zie er goed gekleed uit, weet duidelijk te verwoorden wie ik ben, wat ik kan en wat ik zoek. Waarom verloopt het dan toch zo stroef? De werkgever lijkt druk met andere dingen, de telefoon gaat steeds en hij ziet continu beren op de weg. Hoe keer ik dit positief om?” Tijdens een sollicitatiegesprek kun je te maken krijgen met suggestie. Suggestie is het idee dat een idee, mening of denkbeeld wordt ingegeven of opgedrongen zonder medewerking van de ontvanger, zelfs tegen zijn wil in. De werkgever heeft veel keuze en probeert het schaap met vijf poten te selecteren. Dit kan betekenen dat je lastige vragen krijgt over je ervaring, leeftijd en opleiding. De verleiding bestaat om een beeld te vormen bij het benoemen van knelpunten. Zo kan je in een gesprek onzeker raken en het gevoel krijgen de regie kwijt te raken. Voor je het weet sta je buiten en heb je de werkgever niet kunnen overtuigen. Omdraaien negatieve factoren Maar hoe draai je belemmerende factoren om in een gesprek? We geven je nu een aantal voorbeelden: “Mevrouw de Vries, ik zie op uw cv dat u weinig ervaring hebt” • je bezit de gewenste vaardigheden wel, maar ze zijn alleen opgedaan in andere situaties • je hebt onbetaalde ervaring met dit werk (stage, vrijwilligerswerk) • je bent bereid tot bijscholing • je leert snel, bent flexibel, extra gemotiveerd en je voelt je zeer betrokken bij de werkzaamheden • je bent niet beperkt door juist éénzijdige werkervaring, je kunt nog breed ingezet en gekneed worden naar de normen en waarden van het bedrijf • je hebt niet de ervaring, maar wel de goede opleiding, behaald met prima studieresultaten • logisch dat je geen ervaring hebt, je bent namelijk nog jong, en je hebt niet meteen een hoge salariseis • je voldoet wel aan alle functie-eisen • mensen zonder ervaring verdienen een kans om te tonen wat ze waard zijn 37
“Mevrouw de Vries, u bent wel heel erg jong voor deze functie” • je hebt jonge, nieuwe, frisse ideeën • je bent gemotiveerd en bent enthousiast • je bent flexibel en kneedbaar naar de normen en waarden van het bedrijf • je hebt niet meteen een hoge salariseis • je hebt je studie net afgerond en bent daarom up-to-date qua kennis • mensen die er al langer werken zijn ook ooit zonder ervaring begonnen “Mevrouw de Vries, u bent zeer hoog opgeleid en dus misschien wel snel weer weg.” • je zult weinig inwerktijd en begeleiding nodig hebben • het is een bewuste keuze om op deze baan te solliciteren • informeer vooraf over eventuele perspectieven op langere termijn, misschien kunt u doorgroeien en bent u daardoor interessant voor de werkgever.
“Solliciteren is een baan op zich, een vak apart” Moeilijke vragen Wanneer er moeilijke vragen komen, probeer dan een tegenvraag te stellen, om te achterhalen wat de reden is dat men deze vraag stelt. (bijvoorbeeld: “Waarom ben ik voor deze baan te jong?” of “Wat is de reden geweest om mij uit te nodigen?”). Als je weet welk idee achter de vraag van de werkgever zit, kun je gerichter antwoord geven. Kortom, solliciteren is een baan op zich, een vak apart. Ken jezelf, weet waar je goed in bent en weet waar je ontwikkelpunten liggen. Voel je zeker genoeg dit over te brengen aan je toekomstige werkgever en wees niet bang in een gesprek vragen te stellen om suggestie te voorkomen.
sector werken bij Optiver
Binte Groen heeft in 2009 zijn studie Econometrie aan de Vrije Universiteit afgerond en werkt ruim 3 jaar bij Optiver als Screentrader.
Optiver Optiver is een wereldwijd bedrijf dat handelt op alle belangrijke financiële markten ter wereld. Met ongeveer 600 collega’s op 4 verschillende continenten, zijn ze in staat om 24 uur per dag handel te drijven. Door het aanbieden van liquiditeit, volume en concurrerende prijzen op een groot aantal beurzen en handelsplatformen over de hele wereld, draagt Optiver bij aan de stabiliteit en de werking van het wereldwijde financiële systeem. Het bedrijf heeft geen klanten en handelt puur op eigen risico en eigen account. Kraket spreekt met Binte Groen, oud-kraket lid, die sinds 2009 werkzaam is bij Optiver als trader. Waarom heb je ervoor gekozen om bij Optiver te gaan werken? Vanaf mijn middelbare schoolperiode was ik al gefascineerd door het reilen en zeilen van financiële markten. Tijdens mijn studie heb ik bij verschillende bedrijven een kijkje achter de schermen kunnen nemen, zodat ik een goed beeld kreeg van wat ik na mijn studie kon gaan doen. Ik heb toen mijn mogelijkheden goed afgewogen en ben gegaan voor hetgeen waar ik mij het best bij voelde. Sindsdien werk ik met veel plezier bij Optiver. Hoe ziet de werkdag van een trader eruit? Het werk is erg intensief, een trader moet namelijk vijf dagen per week elke minuut van de dag scherp zijn op kansen in de markt. Concreet ben je dus constant beslissingen aan het maken of je al dan
niet besluit iets te kopen of verkopen, maar probeer je ook je handelsstrategieën te optimaliseren. Daar komt natuurlijk wel bij dat je gebonden bent aan de tijden dat de beurs open is. Je zult een schermhandelaar dus niet snel uren zien overwerken op een vrijdagavond. Aan het eind van de dag rest alleen nog het inspecteren van de systemen, te bekijken hoe de algoritmes zich hebben gedragen gedurende de dag en de financiële afwikkeling van de gedane transacties neemt ook wat tijd in beslag. Na het werk is er altijd de mogelijkheid om nog even te blijven op kantoor. Zo is er elke week een borrel en organiseren we binnen het bedrijf veel leuke activiteiten. In de weekenden houden de meeste handelaren de financiële markten nog steeds met een schuin oog in de gaten, maar dit is meer passie voor het werk dan dat het echt nodig is. 38
sector werken bij Optiver
Hoe zijn je dagelijkse werkzaamheden en verantwoordelijkheden veranderd in de afgelopen jaren? In het begin werkte ik voornamelijk samen met een meer seniore handelaar. Daardoor verkrijg je in korte tijd veel kennis over het traden en bovendien krijg je op deze manier steeds meer verantwoordelijkheid. Nu handel ik geheel autonoom en daarbij komen dus ook mijn eigen verantwoordelijkheden. Ook werk ik nu op een grotere desk waarbij je de risico’s heel goed moet inschatten. Op dit moment ben ik geheel verantwoordelijk voor de resultaten die ik aan het eind van de dag behaald heb. Daarbij wordt er nu ook van mij verwacht dat ik minder ervaren handelaren begeleid. Bij Optiver is het mogelijk om door te kunnen groeien op je eigen tempo. Als er goede resultaten geboekt worden en een handelaar kan aantonen dat hij klaar is voor de volgende stap, dan zijn er heel veel mogelijkheden om naar een ander team of een andere desk te gaan waar de trader meer verantwoordelijkheden zal krijgen en meer mogelijkheden heeft om zichzelf en andere mensen aan zijn desk te ontwikkelen. Wat zoeken jullie in studenten die bij Optiver willen gaan werken? Er is binnen Optiver sprake van een unieke cultuur van diverse mensen die hetzelfde doel hebben. De basis die elke handelaar nodig heeft is een goed gevoel voor cijfers en excellente analytische vaardigheden. Daarnaast is het ook erg belangrijk dat je competitief bent. Vanwege de sterke concurrentie in de financiële wereld is het essentieel dat elke handelaar een drive heeft om het maximale uit zichzelf en de systemen te halen. Je moet bij elke trade weer op je scherpst zijn en elke transactie na afloop ook kritisch kunnen analyseren. Wij hebben gemerkt dat als je niet competitief bent ingesteld, je de stimulans mist om je voor elke trade weer op te laden en het elke dag weer beter te willen doen dan de dag daarvoor. Daarnaast moet je ook met tegenslagen om kunnen gaan. Op sommige dagen kan het werk confronterend zijn, je ziet namelijk direct de consequenties van een
39
gemaakte beslissing. Dat is echt iets waar je mee om moet leren gaan. Vanzelfsprekend worden er soms verkeerde inschattingen gemaakt, maar het is van groot belang dat je van deze fouten leert en in de toekomst niet dezelfde fout nog een keer maakt. Kun je wat meer over het sollicitatietraject vertellen? Wanneer wij je CV en motivatiebrief ontvangen en deze voldoen aan de requirements, dan nodigen wij de kandidaat uit voor een drietal testen. Dit zijn numerieke testen en hiermee worden de analytische vaardigheden en snelheid van de sollicitant op de proef gesteld. De eerste test is een beruchte test. Er dienen 80 vragen in 8 minuten beantwoord te worden. Hiermee proberen wij de kandidaat voornamelijk op snelheid en presteren onder druk te testen. De tweede test kijkt meer naar de analytische vaardigheden, waar de derde en laatste test een soort combinatie van de eerste twee is. Na een positief resultaat bij de testen gaat de kandidaat verder het interviewproces in, wat bestaat uit een HR interview, een technisch interview en een interview waarbij er tijd zal worden doorgebracht op de handelsvloer. Het selectieproces is zwaar, maar uit ervaring blijkt dat de sollicitanten met echte passie voor het vak daadwerkelijk succesvolle traders worden. Wat maakt mensen die Econometrie en Operationele Research hebben gestudeerd geschikt om voor Optiver te komen werken? Econometristen bezitten meestal al de analytische skills die nodig zijn voor het gestructureerd oplossen van problemen en hebben aanleg voor het rekenen met cijfers. Verder zijn ze over het algemeen kritisch en hebben ze tijdens hun studie geleerd wat hard werken is. Handelen in opties en andere financiële producten is namelijk erg ingewikkelde materie, waarbij je als handelaar ook nog in een mum van tijd beslissingen dient te maken. Een trader houdt zich daarom de hele dag bezig met het berekenen van kansen en het maken van schattingen. De financiële theorieën die wij gebruiken, kun je bij ons onder de knie krijgen, maar het gevoel voor cijfers en het werken met kansen moet al ontwikkeld zijn voordat je solliciteert bij Optiver.
Hoe zien de eerste drie maanden van een beginnende trader eruit? Een beginnende trader leert de basis van de financiële theorieën en dan met name optietheorie. Deze periode waarbij je deze theorie eigen dient te maken, duurt vijf weken. Elke twee maanden starten er tussen de vier en de acht nieuwe handelaren. Om de stof te kunnen beheersen moet deze elke dag bestudeerd worden en moeten er vele opdrachten en puzzels gemaakt worden. Na deze periode, waarbij je vooral bezig bent met theorie, moet je de systemen leren kennen, want zoals eerder al gezegd, is vooral de snelheid waarmee een trade uitgevoerd wordt erg belangrijk. Wanneer je de basis van de verschillende systemen onder de knie hebt, begint de simulatieperiode. Dit wil zeggen dat je op een fictieve markt gaat handelen, maar wat wel een erg goede indicatie geeft van hoe je het op er de ‘echte’ markt vanaf gaat brengen. Hierna word je als beginnende handelaar onder de vleugels genomen van een meer ervaren handelaar en krijg je de kans jezelf te bewijzen. Als er ook hier goede resultaten behaald worden, groeit de trader door naar een desk bij een van de teams waar er mensen nodig zijn en waar hij of zij uiteraard ook interesse in toont. In deze beginperiode zie je dat de meeste uren gemaakt worden, gezien je in relatief korte tijd veel theorie in de vingers dient te krijgen, want zonder deze theorie helemaal te beheersen kan je nooit een goede handelaar worden.
Hoe lang blijven de meeste traders werken? De gemiddelde periode dat een handelaar bij ons werkzaam is bedraagt ongeveer vier jaar. Gezien de intensiteit van het werk en de grote aantallen buitenlandse mensen die na een aantal jaar weer terug willen naar hun land van herkomst, is dit een te verwachten tijdsduur. Ook zie je dat veel van onze managers begonnen zijn op de handelsvloer, maar nu een management rol binnen het bedrijf bekleden.
Zijn er bij Optiver ook mogelijkheden om in het buitenland te werken? Optiver is een internationaal bedrijf. Er is een vrij grote groep handelaren die de kans heeft gegrepen om een aantal jaren in het buitenland te werken, bijvoorbeeld in Chicago of Sydney. Ook vind je in ons kantoor in Amsterdam veel buitenlandse collega’s, waarbij je op dit moment vooral een groot aantal Australiërs ziet. Binnen Optiver wordt dit ook gestimuleerd, gezien het feit dat zo de verschillende werkwijzen met elkaar vergeleken kunnen worden en er sprake is van uitwisselingen van nieuwe ideeën en strategieën.
Wat onderscheidt jullie van andere handelshuizen? Optiver is van oudsher altijd een van de eersten geweest op het gebied van innovatie; toen nog veel concurrenten van ons op de handelsvloer stonden, waren wij al volledig op screentrading overgestapt. We proberen te excelleren in het nemen van gecalculeerde risico’s en de kansen pakken die voorbij komen, misschien draaien wij daarom al 27 jaar goed.
Het gebruik van computers word alsmaar belangrijker in de financiële wereld. Op welke wijze spelen jullie hierop in? Het is heel belangrijk in deze business om een snel en betrouwbaar functionerend systeem te hebben. Veel handelaren die bij ons werken zijn zelf ook erg handig met computers. In Europa zijn er verschillende soorten beurzen en die hebben allemaal verschillende typen van connecties. Elk team heeft zijn eigen groep van IT’ers die aan de traders verbonden zijn. Als er ergens wat mis gaat of er is een idee voor een nieuwe strategie, dan is het van groot belang dat dit zo snel mogelijk en zo goed mogelijk wordt ingevoerd. Door de jaren heen is het systeem verbeterd, maar de concurrentie staat natuurlijk ook niet stil. Dat betekent dus wel dat je op de hoogte moet zijn van de laatste updates en in de gaten moet houden wat voor systemen er worden ontwikkeld door de hardware- en softwarefabrikanten.
40
sector werken bij Optiver
puzzeltijd sector
puzzeltijd Wat kun je studenten aanraden die bij Optiver willen werken? Ik zou alle studenten willen adviseren om je tijdens je studie zo breed mogelijk te oriënteren. Er zijn veel projecten en oriëntatiedagen bij financiële studieverenigingen, waar je de mogelijkheid hebt om een gedegen keuze voor je loopbaan te maken. Wanneer je namelijk echt weet wat je wilt, kan je er ook voor de volle 100% voor gaan, iets wat veel lastiger is als je nog twijfels hebt. Wanneer je geïnteresseerd bent in de werking van financiële markten, is het erg leuk om je hier tijdens je studie al in te verdiepen. Sla eens het Financieel Dagblad open en houd het wereldnieuws in de gaten. Als er namelijk iets ernstigs gebeurd in de wereld zie je de resultaten gelijk in de financiële markt en daarna pas op de televisie. Ik ben nog steeds van mening dat traden bij Optiver een erg mooie start van je carrière is. Je wordt omringt door de slimste mensen en elke dag ga je weer de uitdaging aan met je collega’s, de concurrenten, maar ook met jezelf.
Kruistalpuzzel Plaats de juiste getallen in het puzzelvlak hieronder. Het werkt net als bij een kruiswoordpuzzel, maar dan met cijfers in plaats van letters. 0 komt niet voor. Enkele voorbeelden: Het keergetal van een getal is het getal andersom gelezen. Zo is 45 het keergetal van 54. Een palindroom is een getal waarvan het keergetal gelijk is aan het getal zelf. Een voorbeeld van een palindroom is 4554. Een kwadraatgetal is een getal dat kan worden geschreven als het kwadraat van een ander getal. Met de cijfersom van een getal bedoelen we de som van de cijfers van het getal. De cijfersom van bijvoorbeeld 179 is 17, maar de cijfersom van 3275 is ook 17.
Horizontaal: A Palindroom, D M horizontaal maal het keergetal van M horizontaal, G De cijfersom is het keergetal van M horizontaal, H Priemgetal, I J verticaal maal B verticaal, K E verticaal maal O verticaal, M Het keergetal is B verticaal minus O verticaal, N even, P Palindroom, Q Palindroom Verticaal: A Palindroom, B Het keergetal is een kwadraatgetal, C Kwadraat van P horizontaal, D I horizontaal plus K horizontaal, E Kwadraat van H horizontaal, F Het keergetal is L verticaal plus A horizontaal, J oneven, K Kwadraat van een kwadraatgetal, L De cijfersom is gelijk aan de cijfersom van H horizontaal, O Priemgetal 41
puzzeltijd sector
puzzeltijd Puzzelen met percelen
Antwoorden editie 3-1
Op de kaart hieronder zijn negen percelen ingekleurd. Hierop moeten 18 huizen gebouwd worden. Ieder vierkantje biedt in principe genoeg ruimte voor een huis, maar op ieder perceel mogen slechts twee huizen geplaatst worden. Daarnaast mogen zich in iedere rij en kolom maximaal twee huizen bevinden. Kopers willen niet dat de huizen aan elkaar grenzen, ook niet diagonaal. Lukt het jou om voor alle huizen een plaatsje te vinden?
Eieren: laat achtereenvolgens een ei vallen van de verdiepingen: 14, 27, 39, 50, 60, 69, 77, 84, 90, 95, 99, 100 Kluizenaar: begin met de aanname dat de kluizenaar in een oneven genummerd gat is begonnen. Dan kun je hem ‘klemzetten‘ door met de zoektocht te beginnen in gat 1. Als hij daar zit, ben je klaar. Zo niet, kijk de volgende ronde in gat 2. Als hij begon in gat 3 en 1 gat terugging, ben je klaar. Zo niet, kijk de volgende ronde in gat 3. Op deze manier zal de kluizenaar nooit langs je glippen. Als je uiteindelijk in gat N kijkt en de kluizenaar is daar ook niet, dan weet je zeker dat hij in een even genummerd gat is begonnen. Nu kun je dezelfde truc opnieuw doen: kijk eerst in gat N, dan in N-1, etc., tot je de kluizenaar te pakken hebt. Zo los je in lineaire tijd (2N) dit probleem gegarandeerd op.
42
WE ARE SCOUTING FOR BRILLIANT MINDS ONLY START YOUR CAREER IN TRADING
APPLY AT WWW.OPTIVER.COM
sector uit de markt van Milliman
Pieter Seeder heeft Econometrie & OR gestudeerd aan de VU, gevolgd door een master in Actuariële Wetenschappen. Sinds 2012 is hij werkzaam bij Milliman als senior analyst.
Een risicoraamwerk voor pensioenfondsen Toegepast op fysiek goud Inleiding De Nederlandsche Bank (DNB) heeft in 2011 een aanwijzing gegeven aan de Stichting Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken (SPVG). De toezichthouder was namelijk van mening dat het pensioenfonds te veel belegde in fysiek goud. Er zou sprake geweest zijn van een concentratierisico en dit zou in strijd zijn met de Pensioenwet. In de meest recente uitspraak van 15 maart 2012 is De Nederlandsche Bank teruggefloten door de rechtbank Rotterdam omdat de aanwijzing steunde op onvoldoende motivering. Vanwege onder meer reputatieschade zal DNB waarschijnlijk niet blij zijn met deze gang van zaken. Wellicht wanneer de toezichthouder gebruik zou hebben gemaakt van een objectief raamwerk had men een betere opinie kunnen vormen. We zullen in dit artikel een dergelijk econometrisch raamwerk uiteenzetten. Het raamwerk zal verschillende risico-eigenschappen van financiële producten kunnen meten. Dit raamwerk zou dus gebruikt kunnen worden in het geschil tussen de DNB en SPVG. Bovendien kan een dergelijk raamwerk de risico-eigenschappen van de bezittingen in lijn brengen met de risico-eigenschappen van de pensioenverplichtingen. In de vaktaal wordt dit ook wel het matchen van de verplichtingen genoemd. Een goed voorbeeld van matchen is de door de pensioensector veelgebruikte renteswaps.
Deze swaps worden gebruikt ter afdekking van het renterisico van de pensioenverplichingen. Een ander goed voorbeeld van matching zijn inflatie gerelateerde producten zoals inflation linked bonds. Omdat de meeste pensioenfondsen inflatiegecorrigeerd pensioen als ambitie hebben, is de pensioenverplichting blootgesteld aan inflatierisico. Inflation linked bonds zouden dit risico kunnen afdekken. De relatie tussen het financiële product en het afdekkingspotentieel, van het gelopen risico door het pensioenfonds, is voor de twee voorgenoemde gevallen evident. Dit geldt in mindere mate voor andere financiële producten: denk aan obligaties, aandelen, grondstoffen en vastgoed. Een vraag is: in welke mate deze producten geschikt zijn voor het afdekken van de risico’s die door een pensioenfonds wordt gelopen? Om deze relaties expliciet te maken kan dus een econometrisch raamwerk helpen. Wellicht is het zelfs een idee om een gestandaardiseerd risicoraamwerk aan te bevelen voor de sector. De wetgever eist namelijk van pensioenfondsen dat het belegd vermogen wordt ingericht conform de prudent-person regel: de waarden die ter dekking van de verplichtingen worden aangehouden, worden belegd op een wijze die strookt met de aard en duur van de verwachte pensioenuitkeringen (goed huisvaderschap). Ondanks het feit dat de prudent-person regel niet kwantitatief maar kwalitatief van aard is kan een goed 44
sector uit de markt van Milliman
risico raamwerk toch een pensioenfonds helpen bij het motiveren van de gemaakte investeringskeuzes. We zullen in dit artikel het raamwerk toepassen op fysiek goud als investering. Over het algemeen weten we dat goud de volgende potentiële risicoeigenschappen heeft: • Goud is rijk aan diversificatiekracht: door goud toe te voegen aan de beleggingsportefeuille wordt de volatiliteit (de variantie) van het rendement gedempt. • Goud is een veilige haven: door goud toe te voegen aan de beleggingsportefeuille worden extreme schokken op bijvoorbeeld de aandelenmarkt geneutraliseerd. • Goud is een inflatiehedge: door goud toe te voegen aan de beleggingsportefeuille zou indexatierisico’s kunnen worden afgedekt. • Goud is een valutahedge: door goud toe te voegen aan de beleggingsportefeuille zou potentiele valutarisico’s kunnen worden afgedekt. In dit artikel spitsen we het raamwerk toe op de eerste twee risico-eigenschappen: diversificatiekracht en de veilige haven. Gemiddeld Nederlands Pensioenfonds Perspectief Omdat we de resultaten, in dit geval voor goud, willen generaliseren naar meerdere pensioenfondsen, kijken we vanuit het perspectief van een gemiddeld Nederlands pensioenfonds. We doen dit door de beleggingsportefeuille van een gemiddeld Nederlands pensioenfonds te repliceren. De eerste stap hierin is het opdelen van het belegd vermogen in vijf verschillende beleggingscategorieën, namelijk: staatsobligaties, bedrijfsobligaties, aandelen, grondstoffen en vastgoed. Voor deze vijf categorieën zijn benchmarks gekozen. Vervolgens bepalen we een gewogen tijdreeks. Door de gewichten van deze reeks gelijk te schakelen aan die van een gemiddeld Nederlands pensioenfonds zou er sprake van replicatie moeten zijn. Voor de gekozen gewichten en benchmarks zie de tabel hieronder.
45
We noemen de gewogen reeks een proxy als de rendementen van het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds nagenoeg wordt gerepliceerd. Hierboven in de scatterplot wordt de replicatiekracht van de proxy gemeten. Het gemiddelde gerealiseerde rendement van pensioenfondsen wordt afgezet tegen het rendement van de proxy voor de afgelopen 10 jaar met de bijbehorende regressievergelijking. Gegeven deze resultaten nemen we aan dat de gewogen reeks een proxy is. Raamwerk - Modellering Om de risico-eigenschappen van goud te meten is het nu zaak om de vijf benchmarks en de fysieke goudprijs econometrisch te modelleren. We gebruiken hiervoor een standaard Vector AutoRegression (VAR) model met toestandsvariabelen. De toestandsvariabelen zijn onder andere inflatie, rente en spreads. Deze variabelen zijn in staat om de huidige economische toestand te beschrijven en werken daarom in meer of minder mate significant verklarend voor de verschillende beleggingscategorieën. Het is gebruikelijk bij tijdreeksenanalyse om de reeksen te transformeren naar een logaritmische schaal, om vervolgens de reeks stationair te maken door de eerste verschillen te berekenen. Van deze standaardmethode wijken we af. Een toevoeging aan deze opzet is dat we niet de gedifferenceerde maar de ongedifferenceerde reeks modelleren. Vervolgens staan we binnen het VAR model cointegratie toe. Naast de statische significantie in de dataset kan cointegratie ook grafisch worden
Beleggingscategorie
Gewicht
Benchmark tijdreeks
Staatsobligaties
30%
Citigroup Bond Index - Europe
Grondstoffen
1%
Goldman Sachs Commodity Index
Bedrijfsobligaties
18%
BofA Merill Lynch US Corporate Master Index
Vastgoed
12%
FTSE EPRA/NAREIT Index
Aandelen
39%
MSCI World
weergegeven. In onderstaande figuren zijn steeds twee beleggingscategorieën op logaritmische schaal afgebeeld. In beide gevallen, zowel voor grondstoffen versus vastgoed als bedrijfsobligaties versus staatsobligaties, lijken de reeksen een gemeenschappelijke stochastische trend te bevatten. Dit duidt op cointegratie. Het concept cointegratie sluit ook aan bij de theorie van een economische conjunctuurcyclus. Volgens deze theorie verloopt de economische groei niet stabiel maar cyclisch. Deze cyclus zou logischerwijs tot uitdrukking moeten komen in de tijdreeksen van de verschillende beleggingscategorieën. Als we aannemen dat deze cyclus wordt afgevangen door cointegratie kunnen we bovendien meten of goud cyclusonafhankelijk is en daarom sterke diversificatie voordelen heeft binnen de pensioenfondsportefeuille.
van het raamwerk. De maatstaf voor het meten van diversificatiekracht in een beleggingsportefeuille is de volatiliteit van het rendement. Wanneer de volatiliteit van de portefeuille wordt verminderd als gevolg van het toevoegen van goud veronderstellen we dat goud over diversificatiekracht beschikt. Om te meten of goud een veilige haven is, delen we de oorspronkelijke gemiddelde Nederlandse pensioenfondsportefeuille op in tweeën. Het eerste deel is alleen één specifieke beleggingscategorie en het tweede deel zijn de vier resterende beleggingscategorieën inclusief fysiek goud. Vervolgens minimaliseren we de correlatie tussen de 5% worst-case rendementen van de specifieke categorie (het eerste deel) en de gelijktijdige rendementen van de resterende portefeuille (het tweede deel). De oplossing noemen we de hedgeportefeuille voor de specifieke beleggingscategorie. De hedgeportefeuille neutraliseert namelijk de extreme schok. Als goud onderdeel is van deze hedgeportefeuille kunnen we concluderen dat goud voor deze specifieke beleggingscategorie een veilige haven is. Simulatiestudie Nu het raamwerk is gedefinieerd kan het model worden geschat om vervolgens te gebruiken voor simulatiedoeleinden. De aanpak is al volgt: door middel van simuleren kunnen de bovengenoemde maatstaven worden geoptimaliseerd binnen een portefeuille met goud. Overigens worden in beide optimalisaties beleggingsrestricties opgevoerd: voor iedere beleggingscategorie mag er maximaal 1% worden afgeweken van het gemiddelde pensioenfonds portefeuillegewicht (zie de tabel hierboven). Door deze afwijking toe te laten zou er potentieel plaats gemaakt kunnen worden voor goud. Bovendien wordt hierdoor inzichtelijk gemaakt welke beleggingscategorieën wel en niet met elkaar concurreren voor een gegeven maatstaf. De uitkomsten worden hieronder besproken.
Raamwerk – Maatstaven voor risico-eigenschappen Afgezien van de hier voor genoemde modelleringswijze maken de maatstaven die risicoeigenschappen kunnen meten ook onderdeel uit
Diversificatie De tabel hieronder geeft de optimale portefeuille weer indien de volatiliteit van de portefeuille wordt geminimaliseerd. De delta geeft het verschil aan tussen de optimale oplossing en de de oorspronkelijk gewichten: de gemiddelde Nederlandse pensioenfondsportefeuille. Uit de tabel blijkt dat vrijwel alle beleggingscategorieën, behalve staatsobligaties, hun oorspronkelijke beleggingsgewicht inleveren aan goud. De 46
sector uit de markt van Milliman
allocatie naar goud en staatsobligaties valt goed te verklaren. De opvatting in de markt is namelijk dat staatobligaties risicovrij zijn en dus een lage volatiliteit hebben. Voor goud zou dit verklaard kunnen worden door de conjunctuurcyclus cyclus. Goud is namelijk grotendeels conjunctuurcyclus onafhankelijk. Dit omdat goud wordt verhandeld vanwege consumptieve én speculatieve doeleinden. De consumptie van goud, denk aan sieraden, is conjunctuurcyclus afhankelijk en de speculatie op de goudprijs is in mindere mate conjunctuurcyclus afhankelijk. Als de volatiliteit van de beleggingsportefeuille wordt geminimaliseerd dan wordt een significant deel van de portefeuille, gegeven de restricties, gealloceerd naar goud. Uit deze analyse kunnen we concluderen dat goud beschikt over diversificatiekracht. Beleggingscategorie
Oplossing
Oorspronkelijk
Δ
Staatsobligaties
30%
30%
0%
Grondstoffen
0%
1%
-1%
Bedrijfsobligaties
17%
18%
-1%
Goud
4%
0%
+4%
Vastgoed
11%
12%
-1%
Aandelen
38%
39%
-1%
Veilige haven De optimale hedgeportefeuilles voor aandelen en obligaties zijn hieronder weergegeven. De conclusie die direct getrokken kan worden is dat goud wel onderdeel uit maakt van de hedgeportefeuille voor aandelen, maar niet voor obligaties. Fysiek goud lijkt de extreme schokken op een aandelenmarkt te kunnen neutraliseren. Derhalve lijkt goud een veilige haven voor aandelen. Beleggingscategorie
Oplossing
Oorspronkelijk
Δ
Staatsobligaties
29%
30%
-1%
Grondstoffen
0%
1%
-1%
Bedrijfsobligaties
17%
18%
-1%
Goud
4%
0%
+4%
Vastgoed
11%
12%
-1%
Aandelen*
39%
39%
0%
47
Beleggingscategorie
Oplossing
Oorspronkelijk
Δ
Staatsobligaties
30%
30%
0%
Grondstoffen
2%
1%
+1%
Bedrijfsobligaties
17%
18%
-1%
Goud
0%
0%
0%
Vastgoed
11%
12%
-1%
Aandelen*
40%
39%
+1%
Daarnaast kunnen we nog een opmerkelijke conclusie trekken, goud is niet in staat om een schok op de obligatiemarkt te neutraliseren, daar waar de beleggingscategorie grondstoffen dit wel kan. Grondstoffen zouden namelijk als veilige haven voor staatsobligaties gezien kunnen worden. Omdat bij een schok op de obligatiemarkt er een grotere vraag zal kunnen ontstaan naar fysieke producten (grondstoffen). Opvallend is dat deze redenering dus niet op gaat voor goud, goud maakt namelijk geen onderdeel uit van de hedgeportefeuille. Dit geeft ons dus nog een extra inzicht: goud heeft een afwijkend risicoprofiel ten opzichte van grondstoffen. Conclusie Het ontwikkelde econometrisch raamwerk genereert stuurinformatie voor bijvoorbeeld pensioenfondsen. Het kan risico-eigenschappen van verschillende beleggingscategorieën expliciet maken. In het artikel hebben we goud als voorbeeld genomen. Het blijkt dat het toevoegen van een bepaalde hoeveelheid fysiek goud, aan de gemiddelde Nederlandse pensioenfondsportefeuille, diversificatievoordelen heeft. Daarnaast neutraliseert goud extreme schokken op de aandelenmarkt. Goud lijkt dus een veilige haven te zijn voor aandelen. Zoals eerder opgemerkt kan het nuttig zijn om het hiervoor besproken raamwerk aan te bevelen aan de pensioensector inclusief de toezichthouder. Wanneer De Nederlandsche Bank dit risicoraamwerk namelijk had gebruikt was wellicht een rechtszaak uitgebleven.
Like nowhere else. At Milliman, we challenge ourselves every day. To innovate. To collaborate. To learn. It’s how we stay at the leading edge of our profession. Our focus is on results. At Milliman, it’s not about the position you hold, it’s about the results you produce. You’ll have the opportunity—and the responsibility—to do your best, starting on your very first day. Get new insights at careers.milliman.com and milliman.nl.
sector boekrecensies
boekrecensies Verbeter je brein Reinoud de Jongh
Antifragile, things that gain from disorder Nassim N. Taleb Econometrie Operat. Research Economie
Na een halfuurtje in de boekwinkel van de VU te hebben rondgelopen stond ik te kijken bij boeken over wiskunde, natuurkunde en vele andere zinnige dingen. Het enige boek wat ik echter de hele tijd in mijn hand had gehad was het boek Verbeter je brein. Het was een klein dun boekje met een titel die velen aan zal spreken; wie wil er immers geen beter brein hebben? In een luchtig geschreven boek kun je dan ook allerlei zaken te weten komen over hoe men zijn brein kan verbeteren, waarbij het over uiteenlopende dingen gaat zoals onder andere geheugen, inprenting, aandacht, creativiteit en intelligentie. Zo wordt er gesproken over het gebruik van verschillende pillen, bijvoorbeeld Ritalin, maar ook over het gebruik van andere stimulerende zaken als elektriciteitsvelden. Wat doen deze dingen met je geheugen? Wordt je creativiteit er ook door aangetast? Dit zijn echter niet de enige vragen die beantwoord worden, een groot onderwerp van het boek is ook of men het brein wel zou moeten willen veranderen. Wanneer men namelijk betere concentratie heeft kan dit ten koste gaan van de creativiteit; dan schiet men nog weinig op. Het boek is al met al een goede manier om iets te weten te komen over hoe het brein werkt, over hoe het brein te beïnvloeden is en over wat de ethische ideeën hierover zijn. Het heeft er niet voor gezorgd dat ik mijn boodschappenlijstje beter in mijn geheugen kan prenten, maar het heeft me wel aan het nadenken gezet over waar een goed werkend brein allemaal van afhankelijk is. Zeker een aanrader.
49
Antifragile, het nieuwe meesterwerk van schrijver Nassim Taleb, gaat verder waar zijn vorige boek ‘De Zwarte Zwaan’ ophield. Een Zwarte Zwaan is een onverwachte gebeurtenis die erg onwaarschijnlijk is, maar die achteraf door iedereen werd voorzien. Antifragile, in het Nederlands vertaalt met het woord antifragiel, is een nieuwe term bedacht om het antoniem van fragiel aan te geven. Een antifragiel systeem weet te profiteren van onverwachte gebeurtenissen en rampen, het gaat dus verder dan alleen robuust. Het doel is om de samenleving op zo’n manier te structureren dat het volledig tegen volatiliteit kan en nog beter zelfs, moet kunnen profiteren van groter wordende onzekerheid. Het boek is misschien wat aan de langdradige kant. Tevens schopt Taleb weer tegen erg veel academische en politieke schenen, maar de elegantie en subtiliteit waarmee hij zijn ideeën ten toon spreid, maakt het één van de meest verfrissende boeken van de laatste tijd.
sector agenda en publicaties
Agenda
Publicaties
5 juni - Inhousedag SAS
Algaba, E., Bilbao, J.M. & Brink, J.R. van den (in press). The Harsanyi Power Solutions for Games on Union Stable Systems. Annals of Operations Research.
Op woensdag 5 juni nodigt SAS de tweedejaars, derdejaars en masterstudenten van Kraket uit voor een inhousedag in het SAS kantoor, gevestigd op landgoed “Oud Bussem”. De inhousedag biedt jou de kans om het bedrijf, de software en de werknemers te leren kennen door middel van verschillende sprekers, een uitdagende case en een gezellige borrel met werknemers. Het belooft een interessante en leerzame dag te worden voor alle econometriestudenten, ongeacht de afstudeerrichting.
5 juli – Jaarafsluiting Op vrijdag 5 juli zal Kraket het studiejaar afsluiten met een beachvolleybaltoernooi en een barbecue in Zandvoort. Dit belooft een fantastische dag te worden en we hopen dat het weer een beetje mee zal zitten.
Alvarez-Mozos, M., Brink, J.R. van den, Laan, G. van der & Tejada, O. (2013). Share Functions for Cooperative Games with Levels Structure of Cooperation. European Journal of Operational Research, 224(1), 167-179. Block, J.H., Hoogerheide, L.F. & Thurik, A.R. (2013). Education and entrepreneurial choice: An instrumental variables analysis. International Small Business Journal, 31(1), 23-33. Boudt, K.M.R., Carl, P. & Peterson, B. (in press). Asset allocation with Conditional Value-at-Risk Budgets. Journal of Risk. Estevez-Fernandez, M.A., Borm, P. & Hamers, H. (in press). A Note on Passepartout Problems. International Game Theory Review. Leahu, H., Heidergott, B.F. & Hordijk, A. (in press). Perturbation analysis of waiting times in the G/G/1 queue. Discrete Event Dynamic Systems. Zhang, X. (2013, February 11, doctoral thesis). Modeling Time Variation in Systemic Risk. VU Vrije Universiteit (Amsterdam: Tinbergen Institute). Prom./coprom.: prof. dr. A. Lucas & prof. dr. S.J. Koopman.
50
ANALYTICS Build on your future.
In welk bedrijf of organisatie je ook aan de slag gaat, je kunt niet om de rol van Business Analytics heen. Werk met de software van SAS voor je onderzoek of wees slim en vergroot je waarde op de arbeidsmarkt met kennis over de analytische software van SAS.
Scan de QR code voor meer informatie over de gratis trainingen bij SAS.
SAS en alle andere SAS Institute Inc. producten- of dienstennamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van SAS Institute Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen. ® geeft een registratie in de Verenigde Staten van Amerika aan. Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. Auteursrecht © SAS Institute Inc. alle rechten voorbehouden. SAS Institute B.V., Postbus 3053, 1270 EB Huizen. S98709US.0912