Scriptie-onderwerpen afdeling Belastingrecht
Overzicht inhoud: 1.
Algemeen/Theorie/Beginselen
2.
Dividendbelasting
3.
Formeel
4.
Geschiedenis van het belastingrecht
5.
Inkomstenbelasting
6.
Internationaal belastingrecht
7.
Internationaal belastingrecht/ Internationaal publieksrecht
8.
Invordering en aansprakelijkheid
9.
Loonbelasting
10.
Omzetbelasting
11.
Overdrachtsbelasting
12.
Successierecht
13.
Vennootschapsbelasting
14.
Openbare Financiën
15.
Onderwerpen die verband houden met onderzoek waarbij docenten van de afdeling betrokken zijn
1 Algemeen/Theorie/Beginselen
-
Samenloop van art. 16, eerste lid, AWR en het zwijgrecht bij vergrijpboeten
-
Praktische aspecten van de regeling van de relatieve competentie van de belastingrechter
-
AWR en Meststoffenwet: een analyse
-
Het boetebeleid van het Bureau Heffingen t.a.v. heffingen o.g.v. de Meststoffenwet en de Dierengezondheids- en welzijnswet
-
Het (informele) verschoningsrecht van belastingadviseurs
-
Rechtsbescherming bij schending van het gelijkheidsbeginsel (art. 26 IVBPR)
-
Schending van Europese verdragsvrijheden en formele rechtskracht
-
Heffingen lagere overheden en non-discriminatie
-
Doorwerking van gemeenschapsrechtelijk privaatrecht (burgerlijk recht en handelsrecht) in het belastingrecht.
-
Rechtsbescherming van de belastingplichtige
-
Invloed van belastingheffing op maatschappelijke ontwikkelingen
-
De rechtskracht van interpretatieve resoluties afkomstig van de Staatssecretaris van Financien
-
Wetsvoorstellen en hun ontwikkeling: over de complexiteit van belastingwetgeving als een gevolg van interventies van de Staten-Generaal ( naar analogie van H. Mobach, Gielebundel)
-
Forfaitaire regelingen in het belastingrecht (nationaal belastingrecht + verdragen)
-
De geheimhoudingsplicht van de fiscus
-
Het zorgvuldigheidsbeginsel in het belastingrecht
-
De hoorplicht van art. 7:2 e.v Awb in het belastingrecht
-
Wetgevingskwaliteitsbeleid en implementatie van gemeenschapsrecht
-
Aanbevelingen van de Europese Commissie
-
Een te hoge aanslag is een onrechtmatige daad?
-
Onbehoorlijke fiscale procesvoering
-
Het vertrouwen gewekt door belastingcontroles
2 Dividendbelasting
-
De betekenis van het woord ‘rechtstreeks’ in artikel 1 van de Wet op de dividendbelasting 1965
-
De autonomie van het dividendbegrip in het OECD-modelverdrag 1977
-
De betekenis van artikel 10, lid 5 OECD-modelverdrag 1977 voor de heffing van dividendbelasting op uitgaande dividenden van zogeheten ‘dual residents’
-
De relatie tussen de artikelen 2 en 3 Wet op de dividendbelasting 1965
-
Het begrip ‘betaling’ in het dividendartikel in het OECD-modelverdrag 1977
-
De geschiedenis van de Wet op de dividendbelasting 1965 ( in het bijzonder de band met het Duitse recht tengevolge van W.O. II.)
-
Geschiedenis van het dividendartikel in de modelverdragen ( inclusief Volkerenbond) De formeel-juridische status van de uitvoeringsvoorschriften behorende bij de door NL gesloten verdragen (inclusief analyse van de verschillen in de diverse verdragen) (toegespitst op het dividendartikel)
3 Formeel De Hoge Raad als opdrachtgever van de wetgever? Toelichting: De Wet Algemene Bepalingen (Wet AB) geeft aan de rechter de niet mis te verstane opdracht om recht te spreken. Bij een weigering kan een rechter zelfs strafrechtelijk vervolgd worden. Toch maakt de rechter, in concreto de Hoge
Raad, soms terugtrekkende bewegingen. Bij een beslissing, dat een bepaalde wettelijke regeling in strijd is met een algemeen verbindende bepaling uit een internationaal verdrag (bijvoorbeeld een gebod tot gelijke behandeling), hoort strikt genomen een arrest waarin de desbetreffende wettelijke bepaling buiten toepassing wordt gelaten. Soms neemt de Hoge Raad echter de beslissing, dat het niet op zijn weg ligt dit te doen en legt de bal bij de wetgever: de Hoge Raad geeft in zijn arrest een quasi-opdracht om de wettelijke bepalingen te wijzigen. De Hoge Raad neemt de geconstateerde ongelijke behandeling niet zelf weg, maar laat dit over aan de wetgever. Het onderzoek kan zich richten op een analyse van de gevallen, waarin de rechter de bal bij de wetgever legt om de wettelijke bepaling te wijzigen en dan met name op de vraag in welke gevallen de Hoge Raad voor deze oplossing kiest. Het onderzoek hoeft zich niet te beperken tot fiscale geschillen, maar kan in een breder kader geplaatst worden. De kern van het onderzoek blijft echter het belang voor de fiscaliteit.
4 Geschiedenis van het belastingrecht
-
Van recht van patent naar inkomstenbelasting: de voorgeschiedenis van de inkomstenbelasting van 1892
-
De historische ontwikkeling van het successierecht: een geschiedenis van eeuwen!
-
Het verdwijnen van de belastingen in West-Europa tussen 500 en 1000
-
Het weer opkomen van de belastingen in West-Europa in de vroege middeleeuwen
-
Belastingheffing in de Republiek der Verenigde Nederlanden
-
Belastingheffing in Frankrijk in de zeventiende en achttiende eeuw
-
Belastingheffing in Nederland in de negentiende eeuw
-
Belastingheffing in Nederland in de twintigste eeuw
-
Belastingheffing in West-Europa in de eenentwintigste eeuw
-
Op zoek naar de oorsprong van de belastingen
-
Receptie van het Romeinse fiscale recht in de middeleeuwen
-
De invloed van de belastingheffing op de vorming van de democratie
-
Sturing van de maatschappij met behulp van de belastingheffing in het verleden
-
De wenselijkheid van een progressieve of een proportionele inkomstenbelasting
-
De rechtsgrond van de vennootschapsbelasting
-
Dubbele belasting en het ne-bis-in-idem beginsel
-
De idee van ‘unearned income’ en belastingheffing
-
De idee van gefundeerd en ongefundeerd inkomen in het belastingrecht
-
Belasting van forfaitair vastgesteld inkomen uit arbeid
-
Belastingheffing in EU- verband
-
De ‘impot unique’; belastinghervormers; een onderwerp te kiezen uit de periode vanaf de Franse revolutie tot en met de huidige tijd
-
Rechtsgrond van de omzetbelasting
-
Afwenteling van lastendruk
-
Belastingontduiking en/of –ontwijking
-
Gelijkheid van lasten of gelijkheid van kansen
-
Sturen met belastingen: belastingwetgeving als politiek instrument
-
Belasten van inkomsten of belasten van uitgaven
-
Toetsen van belastingwetgeving aan algemene beginselen, verdragen en grondwet
-
De rechtsgrond en praktijk van bestemmingsbelastingen
-
De rechtsgrond en praktijk van baatbelastingen
-
De rechtsgrond en praktijk van de toeristenbelasting
-
Belastingrecht en socialistische idealen: rijp voor het Belastingmuseum?
-
Onderwerpen uit de successiebelasting
-
Belastinguitgaven en/of belastingprivileges in verleden en heden
-
Het recht van Exue ( belastingclaim bij emigratie) in verleden en heden
-
Relatie belastingheffing en belastingbesteding
5 Inkomstenbelasting
-
De invloed van alternatieve samenlevingsvormen op de belastingheffing
-
Beleggingsinstellingen onder de Wet IB 2001 (al dan niet beperkt tot dga’ s)
-
Ouderlijke boedelverdeling onder de Wet IB 2001
-
De extra aftrek lijfrentepremie bij staking
-
Firma en fiscale reserves
-
Fiscale behandeling van letteraandelen
-
Afhankelijke stichtingen in de IB
-
De fiscale behandeling van genotsrechten
-
Vermogenswinstbelasting/ subjectivering inkomstenbegrip
-
Renteaftrekbeperkingen in de Wet IB 2001
-
Het toenemende gebruik van antimisbruikwetgeving in de Wet IB 2001
-
De functie van het voorwaardenpaar voordeel beogen/voordeel verwachten in verliesgevende en winstgevende arbeidssituaties
-
De invloed van het Europese recht op de Wet inkomstenbelasting 2001 (diverse onderwerpen af te bakenen in overleg met de scriptiebegeleider)
-
Negatieve inkomstenleer
6 Internationaal recht
-
‘Kwalificerende’ ficties in de nationale wetgeving en toepassing van belastingverdragen (H.L.) Toelichting: in bepaalde artikelen in de nationale belastingwet wordt aan een voordeel dat op grond van het normale spraakgebruik een bepaalde soort van inkomsten zou genereren, een fiscaal andere kwalificatie gegeven. Zo is rente die wordt genoten op een geldlening die onder bepaalde voorwaarden is verstrekt aan een ondernemer niet aan te merken als rente, maar als winst uit onderneming (artikel 3.3 lid 1 letter b Wet IB 2001). Indien een in Nederland woonachtige natuurlijke persoon een dergelijke lening verstrekt aan een in het buitenland woonachtige ondernemer, geniet de in Nederland woonachtige natuurlijke persoon naar nationaal recht nog steeds winst uit onderneming als bedoeld in het voormelde artikel. Indien een in het buitenland woonachtige natuurlijke persoon een dergelijke lening verstrekt aan een in Nederland woonachtige ondernemer, zou de geldverstrekker wel eens geacht kunnen worden winst uit Nederlandse onderneming in de zin van artikel 7.2 lid 2 letter a Wet IB 2001 te genieten. In beide gevallen moet de vraag beantwoord worden of de Nederlandse fictie doorwerkt naar de verdragstoepassing. M.a.w.: is de ontvangen rente ook naar verdragsrecht te kwalificeren als een voordeel uit een onderneming? Ongetwijfeld zijn nog andere voorbeelden van ‘kwalificerende’ ficties te vinden in de Nederlandse wetgeving die ook in de beschouwing betrokken kunnen worden. In de Duitse rechtspraak is een vergelijkbare nationale regeling aan de orde gekomen. De Duitse Bundesfinanzhof besliste in een geval waarin een Duitse belastingplichtige de lening verstrekt had aan een buitenlandse onderneming, dat het voordeel naar nationaal recht weliswaar als winst uit onderneming te beschouwen was, naar verdragsrecht echter rente bleef. In het omgekeerde geval, waarin een in het buitenland woonachtige persoon een lening verstrekte aan een in Duitsland gevestigde onderneming, besliste de Bundesfinanzhof dat het voordeel ook onder het verdrag als winst uit onderneming was te beschouwen. Hoe zou de Nederlandse Hoge Raad (moeten) beslissen?)
-
De rente-royalty richtlijn: een oplossing voor thin capitalization?
-
Grensoverschrijdende fusies
-
Verschil tussen eigen en vreemd vermogen aan de hand van art. 10 en 11 OECD-modelverdrag
-
Internationale aspecten van belastingheffing van stichtingen (probleem voor o.a. liefdadigheidsinstellingen)
-
Behandeling van derivatieve instrumenten onder verdrag NL-UK of NL-US
-
(onder voorbehoud) Securisatie en de gevolgen daarvan voor bronbelasting. Uiteindelijk gerechtigde verhaal speelt een rol?
-
Vrijstellingen voor diplomaten en personeel van internationale organisaties (T.B.)
-
Heffingskortingen in Wet IB 2001 in internationaal verband
-
Regimes voor expats in Europa
-
Verdragstoepassing bij valuta- en vertaalresultaten
-
Fiscale eenheid in Duitsland
-
Ontwikkelingen op het vlak van de wenselijkheid van kapitaalimportneutraliteit en/of kapitaalexportneutraliteit
-
Uitwerking van het territorialiteitsbeginsel als aanknopingspunt voor belastingheffing in de belastingwetgevingen van onderscheidene landen (Frankrijk, Zuid-Amerikaanse landen)
-
Onderworpenheidseis in belastingverdragen gesloten door andere landen dan Nederland
-
Diverse onderwerpen met betrekking tot de historie van de modelvragen ( Volkenbondmodellen, conferenties Internationale Kamer van Koophandel, voorlopers huidige OESO-modelverdrag)
-
De aanvullende regeling inzake onderworpenheid bij art. 8 Bvdb 1989
-
De verhouding tussen nationaal belastingrecht en belastingverdragen en de wijze waarop belastingverdragen van toepassing worden in ..( landen invullen van de EU( voor elk land een afzonderlijke scriptie)
-
De buitenlandse belastingplicht in de Duitse inkomstenbelasting
-
De buitenlandse belastingplicht in de Belgische inkomstenbelasting
-
Nederlandse belastingheffing over pensioenen in internationaal verband
-
De buitenlandse belastingplicht voor lijfrente –uitkeringen
-
Verdragstoewijzing van voordelen behaald met internationaal vervoer in historische perspectief
-
De eerste internationale verdragen ter voorkoming van dubbele belasting: 1850-1922
-
Analyse van een reeks aspecten van het belastingrecht in één van de volgende landen: Belgie, Bangladesh, Finland, Griekenland, Israël, Korea, Letland, Malta, Marokko, Nieuw-Zeeland, Nigeria, Oostenrijk, Polen, Roemenie, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Zambia
-
“Vertaalproblematiek” in België, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten (omrekening vasteinrichtingswinst naar lokale valuta nodig? Rupiah-aresten)
-
Fiscale behandeling van diplomaten
-
De OESO guidelines inzake transfer pricing
-
De onderworpenheidseis in artikel 9: Besluit voorkoming dubbele belasting 2001
-
Belastbaarheid koersresultaat bij winstbepaling in functionele valuta
-
Regime concernfinancieringsmaatschappij in Europees perspectief
-
Historie van artikel 15 OESO-Modelverdrag
-
Historie buitenlandse belastingplicht inkomsten uit arbeid
-
Nederlandse belastingheffing van buitenlandse kosten in relatie tot artikel 17 OESOModelverdrag
7 Internationaal belastingrecht/ Internationaal publieksrecht Themes for thesis The relationship between EU law and international public law (such as treaties) in taxation matters. Taxation of monetory awards by international courts. One may think of WTO-panels, ECrtHR and HRC, but even of the AChHPR (for instance when an African living here is awarded compensation under the African Charter). 12th Protocol and Taxation. Other treaties than tax treaties, their dispute settlement mechanisms and taxation. Do other treaties allow international Courts and Tribunals to solve taxation treaty disputes? State responsibility in WTO Taxation matters. The jurisdiction of International Courts and Tribunals in taxation related matters. The implementation of decisions of international organisations in the domestic legal order. Is the permanent establishment to be maintained from the perspective of developing States? Taxes are levied by force of law. Is it thinkable that a treaty establishes the duty of a State to tax certain events, and that the parliamentary approval of this treaty (by law) satisfies this criterion? The practice in the OECD (or United Nations) as to taxation. How does CFA work, working parties etc.? How does decisions making go?
The taxation of satellites. Are they a permanent establishment? What is the influence of space law here (Treaty on the Moon and other Celestial bodies). The relationship between taxation and the mutual assistance in criminal matters. International Private Law on agency leaves the tax payer freedom in the conclusion of his contracts. Would the choice of law in a civil law country (or the ther way around) change the constitution (or not) of an agency PE? In the Netherlands and other countries, a tax payer has to give up his procedural rights upfront, when he wants the competent authorities to do a mutual agreement. Is this requirement in conformity with human rights law, especially with Art. 6 ECHR? If a State breaches a Tax Convention, the issue of state responsibility arises. Before which Court can a tax payer claim his rights?
8 Invordering en aansprakelijkheid -
Grensoverschrijdende aansprakelijkheid
-
Opdrachtgevers- en kopersaansprakelijkheid
9 Loonbelasting
-
Uitzending van personeel naar Nederland: fiscale aspecten, pensioenaspecten en sociale verzekeringsaspecten
-
De loonsomheffing
-
Integratie belasting- en premieheffing
-
Flexibele pensioenen
-
Het loonbegrip in de Wet op de loonbelasting 1964, waaronder ook negatief loon
-
Buitenlandse belastingplicht in de loonbelasting
-
Inhoudingsplicht bij grote concerns in de loonbelasting
-
De bijzondere positie van de aanmerkelijkbelanghouder en zijn familiekring in de loonbelasting.
-
Cafetariaregelingen in de loonbelasting
10 Omzetbelasting
-
Neutraliteit
-
Fraus legis in de omzetbelasting
-
De herziening van belasting in Zesde richtlijn en Wet
-
Het begrip “eigenbouwer”; verleggingsregeling in de bouw en aanverwante branches
-
De beginnende ondernemer in de omzetbelasting
-
Privé-gebruik en BTW
-
De relatie tussen maat en maatschap
-
Non-profit organisaties en BTW-heffing
-
Rechtsongelijkheid in de BTW-heffing bij publiekrechtelijke lichamen vanaf 2003?
-
Stichtingen en fiscale eenheid
-
Criteria voor de economische eigendomsoverdracht
-
De maatstaf van heffing bij 3-1-h leveringen
-
Fictieve prestaties en maatstaf van heffing
-
Wanneer is sprake van een vergoeding voor een prestatie en waaruit bestaat deze?
-
3-1-g levering en correctie BUA: tegenstrijdige regelingen?
-
BTW-regelingen inzake gemengd gebruik
-
Belaste/ onbelaste schadevergoedingen
-
E-commerce en plaats van dienst
-
Onderscheid en BTW-gevolgen financiele en operationele lease
-
Doorlopende posten en BTW-heffing
-
Kantineregeling en concurrentieverstoring
-
De (on)mogelijkheden van artikel 29 Wet OB
-
Intracommunautair goederenvervoer en aanverwante diensten in de praktijk
-
De BTW-gevolgen van ABC-contracten voor de levering van (on) roerende zaken
-
“Amusementsprestaties”en BTW-heffing
-
Het criterium winst beogen in Zesde richtlijn en Wet
-
Administratieve verplichtingen in de BTW, mede op basis van de AWR
-
De dga en omzetbelasting
-
Keuzevermogen in de BTW
-
Samenloop Overdrachtsbelasting en Omzetbelasting
-
Holdings en omzetbelasting
-
Vrijstellingen in de BTW
11 Overdrachtsbelasting -
Economisch karakter van de overdrachtsbelasting
-
Vergelijking vrijstellingen overdrachtsbelasting en kapitaalsbelasting
-
Fiscale behandeling van stedelijke herstructurering
-
Fusies en overnames in de overdrachtsbelasting
12 Successierecht
-
Kritische beschouwing van tarieven en vrijstellingen in de Successiewet
-
Voorstellen tot verbetering van de Successiewet
-
Mogelijkheden tot besparing van successierecht
-
Ontwerp voor een doorschuifregeling voor het successierecht betreffende gevallen van vererving van ondernemingsvermogen en aanmerkelijk belangaandelen
-
Genotsrechten in het successierecht
13 Vennootschapsbelasting
-
De toepassing van de ruilarresten bij verzekeraars
-
Recente ontwikkeling met betrekking tot kapitaalstortingen en onttrekkingen
-
De werknemersbeleggingsinstelling
-
Overdracht van pensioenkapitaal / lijfrente
-
Bijbetalingen bij splitsing van rechtspersoon civiel- en fiscaalrechtelijk
-
Het regime met betrekking tot aandelenfusies in historisch perspectief
-
Rechtsvergelijkend onderzoek naar fiscale duiding (+ gevolgen) van splitsingen in (enige) EUlidstaten
-
Art. 13, lid 1 kosten en het Futura –arrest van het HvJ EG
-
De deelnemingsvrijstelling in de wet vpb en met name in verband met niet volgestorte aandelen. (In de (bancaire) praktijk wordt regelmatig gebruik gemaakt van aandelen die (nog) niet zijn volgestort. Wat is hiervan de fiscale behandeling bij de vennootschap als de (semi) aandeelhouder? Hebben we te maken met een hybride instrument?)
14 Openbare Financien
-
Welke beleidsopties zijn er om de AOW in de toekomst financierbaar te houden?
-
Wijzigingen van de fiscale behandeling van pensioenen vanuit economisch en budgettair perspectief bezien.
-
Marktwerking in de sociale zekerheid ( privatisering Ziektewet, premiedifferentiatie en marktwerking in de WAO).
-
Coördinatie van budgettair beleid in de EMU.
-
Moet de sociale dimensie van de EMU worden versterkt?
-
Theorie en praktijk van het trendmatige begrotingsbeleid.
-
Sommige groepen blijven langdurig uitgesloten van betaalde arbeid. Is er in dat verband sprake van tweedelig in de samenleving?
-
Beschrijf en beoordeel het beleid van lastenverlichting op arbeid in Nederland in de periode 1994-heden.
-
Uitbreiding werkingssfeer Algemene Rekenkamer wenselijk?
-
Kritische beoordeling van de voorgestelde vernieuwing Rijksbegroting ( “van beleidsbegroting naar beleidsverantwoording”)
-
Een rijksbrede invoering van het baten-lasten stelsel?
-
Kritische beoordeling van de actuele discussie over locale lastendruk
-
Knelpunten in de financiele verhouding Rijk-gemeenten
-
De Nederlandse netto-positie in de EU revisited
-
Fiscaal instrumentalisme: begripsbepaling, toelaatbaarheid en bruikbaarheid ( kan ook in de vorm van een case study)
-
Doel, richting en effectiviteit van Europees fiscaal beleid
-
Modellen voor internationale fiscale coördinatie ( meer centralisatie, multilaterale coördinatie, of meer fiscale concurrentie?).
-
De economie van internationale toewijzigingsregels: woonland of bronland?
-
De internationale economie van de vennootschapsbelasting
-
Vermogenswinst, vermogensaanwas, vermogensrendement belasten: theoretische en praktische afwegingen.
-
Aan een belastingstelsel kunnen verschillende eisen worden gesteld, zoals eenvoud, efficiëntie en een redelijke verdeling van de lasten. Is een stelsel met lagere tarieven en bredere heffingsgrondslagen te verkiezen boven de huidige systematiek van box I in de IB 2001? Zou er na de invoering van een aparte box III met en vlaktaks van 30% op (bijna) alle vormen van vermogensinkomen nu ook een vlaktaks op arbeidsinkomen moeten komen? (zie voor meer informatie: http://www.fiscaaleconomisch.leidenuniv.nl/index.php3?m=&c=211)
15 Onderwerpen die verband houden met onderzoek waarbij docenten van de afdeling betrokken zijn
14.1 Het gebruik van het nationaliteitsbeginsel bij de afbakening van het fiscale territoir (diverse invalshoeken mogelijk) -
In de Nederlandse heffingswetten wordt voor de subjectieve belastingplicht vaak aangeknoopt bij de Nederlandse ‘nationaliteit’ van een rechtspersoon (art. 2, lid 4, Vbp en art. 1, lid 3, Wet div.bel: oprichting naar Nederlands recht; art. 33: statutaire zetel in Nederland). Vraag: kan men van rechtspersonen zeggen dat zij een nationaliteit hebben op basis waarvan belastingplicht kan worden gebaseerd? Hierbij zou aandacht kunnen worden besteed aan het (internationale) privaatrecht en aan het volkenrecht.
-
In hoeverre bakent Nederland thans zijn rechtsgebied af m.b.v. het nationaliteitsbeginsel, en wat zijn de daarvoor door wetgever, rechtspraak en literatuur aangegeven rechtvaardigingen? Een onderzoek zou zich moeten uitstrekken tot het gehele Nederlandse recht.
-
In hoeverre speelt het nationaliteitsbeginsel in de wetgeving van één of meer van de volgende landen een rol, en waarom hanteert het desbetreffende land het nationaliteitsbeginsel? De landen waaraan ik denk zijn: Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland en Frankrijk.
-
Is belastingheffing op grond van nationaliteit EG-rechtelijk toegestaan?
14.2 Kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen voor de Nederlandse inkomsten- en vennootschapsbelasting -
De fiscale hoedanigheid van de Anglo-Amerikaanse trust in de Wet IB 2001
-
De verhouding tussen de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting; analyse aan de hand van de Anglo-Amerikaanse trust
-
De fiscale behandeling van aanspraken bij een trustvermogen; een beschouwing vanuit box II en box III