Handleiding voor de inbedrijfstelling CI/RVG200–NL Rev. E
ScreenMaster RVG200 Papierloze recorder
Measurement made easy
Introductie
Voor meer informatie
Deze publicatie bevat de volgende instructies voor de inbedrijfname van de ScreenMaster RVG200 papierloze recorder:
Nieuwe publicaties voor de ScreenMaster RVG200 papierloze recorder kunnen gratis worden gedownload van www.abb.com (zie de koppelingen en referentienummers hieronder) of door deze code te scannen:
–
1 Plaatsingslocatie van de recorder (locatievereisten)
–
2 Bevestiging van de recorder in een paneel (installatievereisten voor reiniging door afspuiten volgens IP66 / NEMA 4X)
–
3 Elektrische aansluitingen (minimum- en maximumwaarden en zekeringvereisten voor AC en DC)
–
(snel en effectief navigeren door de gebruikersinterface) –
5 Menuoverzicht (vertrouwd raken met het menu)
–
6 Basisinstellingen (vereiste stappen voor het eerste gebruik)
–
zoek naar of klik op:
4 Navigatie
7 Symbolen en pictogrammen (een overzicht van de pictogrammen/ waarschuwingssymbolen die tijdens het gebruik kunnen worden weergegeven)
RVG200 papierloze recorder Gebruiksaanwijzing
OI/RVG200-EN
RVG200 papierloze recorder Gegevensblad
DS/RVG200-EN
Gezondheid & Veiligheid Veiligheidsmaatregelen Lees de in deze handleiding opgenomen instructies, zorg dat u ze begrijpt en volg ze vóór en tijdens het gebruik van de apparatuur. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur. Waarschuwing. Installatie en onderhoud van dit product mogen alleen worden uitgevoerd door personen die bevoegd zijn om te werken aan elektrische installaties en in overeenstemming met de toepasselijke plaatselijke regelgeving.
Potentiële veiligheidsrisico's Elektrisch Waarschuwing. Om een veilig gebruik van deze apparatuur te waarborgen, moeten de volgende punten in acht worden genomen:
Er kan een spanning aanwezig zijn tot 240 VAC. Koppel de voeding los alvorens de terminalafdekplaat te verwijderen.
De normale veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen om ongelukken te voorkomen in situaties waarin onder hoge druk en/of bij hoge temperaturen wordt gewerkt.
Veiligheidsadviezen betreffende het gebruik van de in deze handleiding beschreven apparatuur en relevante risicogegevensbladen (indien van toepassing) kunnen worden verkregen via het bedrijf, evenals informatie over servicewerkzaamheden en reserveonderdelen.
Veiligheidsnormen Dit product is ontworpen om te voldoen aan de vereisten van IEC61010-1:2010 3e, editie "Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en laboratoriumgebruik", en is in overeenstemming met de Amerikaanse normen NEC 500, NIST en OSHA.
Veiligheidsconventies Waarschuwing. In deze handleiding wordt een waarschuwing gebruikt om een voorwaarde aan te duiden die, als er niet aan wordt voldaan, kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel en/of overlijden. Ga niet verder tot aan alle voorwaarden is voldaan.
Voorzichtig. Voorzichtig wordt gebruikt om een voorwaarde aan te duiden die, als er niet aan wordt voldaan, kan leiden tot licht of middelzwaar letsel en/of schade aan de apparatuur. Ga niet verder tot aan alle voorwaarden is voldaan.
Opmerking: Een opmerking wordt gebruikt om te wijzen op belangrijke informatie of instructies die in overweging moeten worden genomen voordat de apparatuur wordt bediend.
EG-richtlijn 89/336/EEG Elektrisch – Om te voldoen aan de vereisten van EG-richtlijn 89/336/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit (EMC) moet dit product worden gebruikt in een industriële omgeving.
Verwijdering aan het einde van de levensduur De recorder bevat een kleine lithiumbatterij die op verantwoorde wijze moet worden verwijderd en afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke milieuvoorschriften. De rest van de recorder bevat geen enkele stof die onnodige schade kan toebrengen aan het milieu en moet worden afgevoerd in overeenstemming met de richtlijn inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). De recorder mag niet worden afgevoerd met het huishoudelijke afval.
Schoonmaken De complete recorder kan worden afgespoten indien deze is geïnstalleerd in overeenstemming met de normen IP66 / NEMA 4X - zie sectie 2, pagina 4. Hiervoor kan warm water en een mild reinigingsmiddel worden gebruikt.
2
CI/RVG200–NL Rev. E
Symbolen De op dit product aangebrachte symbolen worden hieronder weergegeven: Functionele aardingsterminal. Zowel gelijkstroom- als wisselstroomvoeding. Als dit symbool op een product staat, bestaat er een potentieel gevaar dat kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel en/of overlijden. De gebruiker dient deze handleiding te raadplegen voor de bediening en/of veiligheid. Als dit symbool op een productbehuizing of -afscherming staat, bestaat er een risico van elektrische schokken en/of elektrocutie en mogen alleen personen die bevoegd zijn om te werken met gevaarlijke spanningen de behuizing openen of de afscherming verwijderen. De apparatuur is met dubbele isolatie beschermd.
Uit hoofde van de WEEE-richtlijn moet de apparatuur gescheiden worden gehouden van het huishoudelijke afval.
Beperking van gevaarlijke stoffen (RoHS) De RoHS-richtlijn van de Europese Unie en latere verordeningen in de lidstaten en andere landen beperken het gebruik van zes gevaarlijke stoffen die worden gebruikt voor de productie van elektrische en elektronische apparatuur. Momenteel vallen meet- en regelinstrumenten niet binnen het bereik van de RoHS-richtlijn, maar ABB heeft besloten om de aanbevelingen in de richtlijn over te nemen als doelstelling voor de toekomstige ontwikkeling van producten en aankoop van componenten.
Specificatie Elektrisch
EMC
Voedingsbereik 100 tot 240 VAC ±10 % (90 min. tot 264 V max.) 50 / 60 Hz
Emissies en immuniteit Voldoet aan vereisten van:
24 VDC (23,0 tot 24,5 VDC)
EN50081-2 EN50082-2 EN61326 voor een industriële omgeving
Stroomverbruik 25 W max.
Omgeving
Isolatie 500 VDC naar massa (aarde).
Bedrijfstemperatuurbereik 0 tot 50 °C
Algemene veiligheid
Opslagtemperatuurbereik –10 tot 60 °C
EN61010-1 cULus Overspanningsbeveiliging Class III op netvoeding, Class II op ingangen en uitgangen Verontreinigingscategorie 2
Afdichting voorpaneel IP66 en NEMA4X Afdichting achterpaneel IP40 (met achterafdekking)
Afmetingen Grootte - mm Hoogte en breedte:
Luchtvochtigheidsbereik 5 tot 95 % relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
IP20 (zonder achterafdekking) 144 x 144
Diepte achter paneel (inclusief 147 terminalafdekplaat):
Trillingen Voldoet aan EM60068-2
Gewicht - kg ca. 2,0 (uitgepakt)
CI/RVG200–NL Rev. E
3
1
2
Plaatsingslocatie van de recorder
Zie Afb. 2:
Waarschuwing.
Bevestiging van de recorder in een paneel
Plaats de recorder op een locatie waar de temperatuur en luchtvochtigheid de specificaties niet overschrijden en waar het apparaat afdoende beschermd is tegen direct zonlicht, regen, sneeuw en hagel. Kies een locatie uit de buurt van sterke elektrische en magnetische velden. Als dat niet mogelijk is, met name in toepassingen waar naar verwachting mobiele communicatieapparatuur zal worden gebruikt, moeten afgeschermde kabels in flexibele, geaarde metalen kabelgoten worden gebruikt.
1. Zaag een gat A van de juiste afmetingen in het paneel. 2. Steek recorder B in het gat in het paneel. 3. Plaats de bovenste en onderste paneelklem C op de recorder. 4. Draai de klembouten D gelijkmatig en stevig naar een koppel van 0,2 Nm. Voorzichtig. De klembouten moeten met het juiste aanhaalmoment worden vastgezet om een goede compressie van de paneelafdichting te waarborgen en bescherming volgens IP66 / NEMA 4X mogelijk te maken.
Locatie op ooghoogte RVG200
Omgevingstemperatuur 50 °C Max.
RVG200
0 °C Min.
Vochtigheid RVG200
5 tot 95% Afmetingen voor paneelmontage - mm +1
138,0 - 0
30 min.
Vermijd trillingen RVG200
+1
138,0 - 0
30 min.
Afb. 1 Plaatsingslocatie van de recorder
4
Afb. 2 Bevestiging van de recorder in een paneel
CI/RVG200–NL Rev. E
3
Elektrische aansluitingen
Waarschuwing.
De recorder is niet voorzien van een schakelaar. Bij de installatie moet derhalve een uitschakelinrichting zoals een schakelaar of stroomonderbreker worden aangebracht die voldoet aan de plaatselijke veiligheidsregels. De uitschakelinrichting moet in de nabijheid van de recorder worden geplaatst, binnen handbereik van de gebruiker en duidelijk worden gemarkeerd als de uitschakelinrichting van de recorder. Er moet een zekering worden aangebracht overeenkomstig afb. 3.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de voeding, het relais, enige andere onder spanning staande regelcircuits en de high common mode-spanning voordat u aansluitingen aanraakt of tot stand brengt.
Gebruik de juiste kabel voor de stroomsterktes: een 3-aderige kabel die minimaal geschikt is voor 3 A en 90 °C en die voldoet aan de vereisten van IEC 60227 of IEC 60245. De terminals zijn geschikt voor kabels van 0,8 tot 2,5 mm2 (18 tot 14 AWG).
De recorder valt onder installatiecategorie II van IEC 61010.
Alle aansluitingen met secundaire circuits moeten zijn voorzien van isolatie.
Na installatie mogen onder spanning staande onderdelen zoals terminals niet langer toegankelijk zijn.
Terminals voor externe circuits zijn alleen bedoeld voor gebruik met apparatuur zonder onder spanning staande onderdelen die toegankelijk zijn.
Als de recorder wordt gebruikt op een manier die niet door de onderneming is beschreven, kan dit afbreuk doen aan de beschermende werking van de apparatuur.
Alle apparatuur die wordt aangesloten op de terminals van de recorder moet voldoen aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften (IEC 60950, EN61010-1).
CI/RVG200–NL Rev. E
Opmerking:
Houd signaalkabels en stroomkabels altijd gescheiden, bij voorkeur in een geaarde metalen kabelgoot.
Gebruik een afgeschermde kabel ingangssignalen en relaisaansluitingen.
Het vervangen van de interne batterij (Varta type CR2025 3V lithiumcel) moet worden gedaan door een daartoe bevoegde monteur.
voor
5
Toegang tot de terminals van de recorder
Voedingsaansluitingen
Zie Afb. 3:
Zie Afb. 4:
1. Druk op de ontgrendeling van de terminalafdekplaat in uitsparing A en trek de terminalafdekplaat B van de recorderbehuizing om toegang te krijgen tot de terminals.
1. Sluit de voedingskabels als volgt aan op de voedingsterminals (modulepositie E): –
AC-voeding: terminals 1 (stroom), 2 (neutraal), 3 (aarde) of
–
DC-voeding: terminals 4 (+), 5 (–)
Opmerking: Zet de terminalschroeven vast met een aanhaalmoment van 0,1 Nm.
Aardaansluiting AC-voeding
Moduleposities A
B
C
D
E 1 2 3 4 5
Voedingsaansluitingenzie onder
Afb. 3 Toegang tot de terminals van de recorder
Zekering Stroom
1 L
Neutraal
2 N 3
100 tot 240 V AC 50 / 60 Hz
Waarschuwing. Gebruik zekering van 500 mA (max. ) type T IR (UL-categorie JDYX2) AC-voeding Zekering
3 4 +
24 VDC
5 – Waarschuwing. Gebruik zekering van 2,5 A (max. ) type T
DC-voeding
Afb. 4 Voedingsaansluitingen en vermogen van zekeringen
6
CI/RVG200–NL Rev. E
Analoge ingang / relais / hybride aansluitingen Opmerking:
Zet de terminalschroeven vast met een aanhaalmoment van 0,1 Nm.
Analoge ingangen: –
3-draads weerstandsthermometer: 3 draden moeten gelijke weerstand hebben, van niet meer dan 20 elk
–
plaats bij mA-ingangstypen een diode met het juiste vermogen (bijvoorbeeld type 1N4148 of soortgelijk) om de luscontinuïteit te waarborgen als de recorder is uitgeschakeld.
RTD R
Ingang 1
mV, V, ma digitale ingang Spanningsvrije (V) digitale ingang
THC
Ingang 2
*
Ingang 3
1
NC
2
NO
2
3
3
4
C NC
5
NO
5
6
6
7
C NC
8
NO
8
9
C
9
1
7
NC
10
Ingang 4 11
NO
11
12
C NC
12
Ingang 5 14
NO
14
15
15
16
C NC
Ingang 6 17
NO
17
C
18
+
18
1
4
10
13
C, D Hybride
Analoge of digitale uitgangen Tx PSU
Ingangen 1 tot 6
A, B, C, D Relais
2
3
4
5
6
13
Digitale ingangen
A, B, C, D Analoge ingang
16
E Voeding
1
L
2
N 2 240 V AC
3
1 100 tot 3
4
+
5
–
4 24 V 5 DC
6
6
7
7
8
8
9
Tx + 9
10
Tx – 10
11
Tx / Rx + 11 Tx / Rx – 12 Communicatie 13 gedeeld
12
1+
13
2+
14
3+
15
4+
16
5+
17
RJ45
Gedeeld 18
USB
* Op elke thermokoppelingang moet ofwel een koude-laseenheid (onderdeelnummer CM30/0052) of een kortsluitverbinding (onderdeelnummer RVG200/0118) worden aangebracht. Elke analoge ingangskaart met invoer van het thermokoppel moet worden voorzien van minimaal 1 koude-laseenheid. Koude las
Afb. 5 Analoge ingang / relais / hybride aansluitingen
Een 2-draads temperatuurzender aansluiten A, B, C, D Analoge ingang 24 V DC Stroom begrensd op 22,8 mA maximaal
+ +
2-draads _ zender
*
Analoog ingang
1 Ingang 1 2 3
_
Met een externe voeding van 24 V
+
*
1 Ingang 1 2 3 4
_
2-draads zender
+
Analoge of digitale uitgang 1 Tx PSU 1 Analoge of digitale uitgang 2 Tx PSU 2
Hybride
+ 1 _ 2 3 4
Met een interne Tx-voeding of hybride bord
* In uitgeschakelde staat is de stroomtoevoer onderbroken. Om een stroomkring te houden wanneer de recorder wordt uitgeschakeld, moet een zenerdiode (BZX79 - B/C2V4) bij de toevoer worden gemonteerd zoals afgebeeld.
Afb. 6 Een 2-draads temperatuurzender aansluiten CI/RVG200–NL Rev. E
7
4
Navigatie
Navigatie door de menu's
Afsluiten weergave
Weergave pictogrammen menu Operator (pagina 1 van 2)
Weergave pictogrammen menu Operator (pagina 2 van 2)
Afsluiten menu Operator (terug naar de vorige weergave)
Dialoogvenster openen
Weergave van bijbehorende menu's
Instellingen bevestigen
Afb. 7 Navigatie door de menu's
Navigatie door groepen en weergaven
Veeg over weergave
Druk op pictogram Groep selecteren
Druk op pictogram Aanzicht selecteren
Groep wijzigen
Aanzicht wijzigen binnen groep
Afb. 8 Navigatie door groepen en weergaven
8
CI/RVG200–NL Rev. E
5
Menuoverzicht
Operatormenu's Operatormenu's zijn toegankelijk door op te drukken in elke operator- of logweergave. Recorderfuncties zijn toegankelijk door op het pictogram van de gewenste functie te drukken.
Groep selecteren
Aanzicht selecteren
Bevestigen Alarm
Operator Melding
Historische review
Scherminterval
Loggen
Configuratie
Autom. groep scrollen
Auto Scrollaanwijzers
Schalen
Lijnkeuze
Diagram vermelding
Tekentabel
Batch starten
Batch stoppen
Service
Print Screen
CI/RVG200–NL Rev. E
9
...Menuoverzicht
Het menu Configuratie biedt de volgende opties:
Configuratiemenu's
Gedeeld
Om toegang te krijgen tot de configuratie menu's: 1. Druk op
op de eerste pagina van de operator menu's.
Instellen
2. Voer het operatorwachtwoord in als er een wachtwoord is ingesteld (niet bij het eerste gebruik).
Aantal groepen Kanaaltoewijzing Taal Sturing alg.alarmbev. Instrument tag Act. opties
3. Selecteer de gewenste configuratie-invoermodus: a. b.
c.
– Een bestaande configuratie bewerken. – Een bestaande configuratie bewerken die is opgeslagen in het interne geheugen van het instrument of op een extern opslagmedium.
Opslaan
– Een nieuwe configuratie maken op basis van de standaardconfiguratie van het instrument.
Systeem Configuratie
Gedeeld
Groepen
Kanalen
Functies
Logische editor
Mat. vergelijkingen
Opslagmedium Overloop Archiveringsgroepen Afscherming Screen saver wachttijd Print Screen Helderheid Overzicht display Timer diagramaanzicht Touchscreen-tips
I/O
Tijd Datum en tijd Zomertijd - Inschakelen Beveiliging (Basic) Type veiligheid Beveiliging loggen User (Gebruiker) Gebruiker 1 (4) Melding 1 ...24 Melding 1 (24)
10
CI/RVG200–NL Rev. E
Groepen 1 (6) Registratie Tag Activeringsbron registr. Prim.reg. snelheid Sec.reg. snelheid Bron snelheidskeuze Diagram Act. diagram-aanzicht Diagramvermelding Diagramverdeling Wijzers/aanwijzers Scherm interval Kies breedte Activeren menu Indicator Indicator Totalisator/statistiek Bargraph-display Alarm schakelpunten Activeren menu Bar
Kanalen Instellen ID bron Kleur lijn / Zone Filter type Schaal type Analoge I/P Type ingang Schaalbereik Tag Tijdconstante filter Fout detectie nivo Signaal bij voelerbreuk Alarm A (D) Alarm type Alarm tag Trip Hysteresis Act. bron Act. log/time-out bev. Alarm groep Totaalteller A (B) (indien ingeschakeld)
Act. bargraph-aanzicht Bargraph-markeringen Activeren menu Batch (indien ingeschakeld) Batchreg. activeren Start/stop, afbreken Aanmelden operator Batchnummer Titel veld 1 (3)
CI/RVG200–NL Rev. E
Instellen Tag/units Stop/go/reset Getimede reset Telbereik Update log Teller waarde/drempel
11
I/O
Functies
Analoge I/P
Lineairisator
Ingang
Wijzig aangep.lineair. 1 (2) Ingang aanpassen Kalibreren operator Sensorkalibratie
Relais Relais F1 Bron Polariteit Ethernet Ethernet DHCP IP adres FTP
RTA 1 (4) Alarm tag Act. dagelijks Act. 1st van de maand Op tijd Duur Act. log
Logische editor LE 1 (24) Operand / Operator 1 (6) Form tag & act. log
FTP gebruikers 1 (4) Modbus TCP
Mat. vergel.
email Auto-adres Zender-adres Email 1 (2) SMTP server IP-adres Ontvanger 1, 2, 3 Act. opties Trigger 1-5 Trigger 6-10
Wiskunde 1 (24) Bloktype Formule Reset bron Schaalbereik Tag Fout detectie nivo Foutdetectie richting
Modbus TCP Implementatie - Slave Modbus TCP poort Omgekeerde IEEE data Implementatie - Master Modbus TCP poort Polling rate Poll fout grens Response timeout Klantgoedkeuring TCP TCP klant toegang Gemachtigde IP 1 - 6 Com.analoge I/P Com.analoge I/P Protocol Com.digitale I/P Com.digitale I/P Protocol
12
CI/RVG200–NL Rev. E
6
Basisinstellingen
Voer de volgende stappen uit, in de juiste volgorde, bij het instellen van de recorder voor het eerste gebruik. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing (OI/RVG200-EN) voor uitgebreide configuratieprocedures.
6.1 Opstarten 1. Plaats de recorder zoals beschreven in sectie 1 en 2. 2. Sluit de voedings- en signaalkabels aan zoals beschreven in sectie 3. 3. Zet de recorder aan. Opmerking: Bij het opstarten wordt een opstartscherm weergegeven terwijl een zelfdiagnose wordt uitgevoerd. Nadat de zelfdiagnose is voltooid, verschijnt een operatorweergave. De recorder is nu klaar voor gebruik. 4. Ga naar de volgende stap (6.2) om de datum en tijd in te stellen.
6.2 Datum en tijd instellen 1. Druk op het pictogram Home ( ) in elke operator- of logweergave om pagina 1 van de operatormenu's weer te geven. 2. Druk op het pictogram Configuratie ( Kies operator weer te geven.
) om de pagina
3. Druk op en druk op de pagina Operator 1 – Wachtwoord (0..9999) opnieuw op (er is geen wachtwoord ingesteld bij het eerste gebruik). De configuratiepagina Operator 1 Bewerken / Openen / Nieuw wordt weergegeven. 4. Druk op het pictogram Configuratie bewerken op de pagina Operator 1(4) om de pagina Systeem Configuratie weer te geven en druk op het pictogram Gedeeld om de menu's op het niveau Gewone Configuratie weer te geven. 5. Druk op het tabblad tijd op het pictogram en tijd te openen.
Tijd
en druk bij het veld Datum en om het dialoogvenster Datum
6.4 De archiefbestanden instellen 1. Druk op het tabblad weer te geven.
Opslaan
om de bijbehorende velden
2. Druk op het pictogram bij elk veld om de parameters voor Archief in te voeren en te configureren en druk op om de inhoud van elk veld te bevestigen. 3. Als alle velden zijn geconfigureerd, drukt u op om terug te keren naar de pagina I/O Groepen 1(6) en vervolgens op om terug te keren naar de pagina Gewone Configuratie. 4. Druk op om het niveau Gewone Configuratie te verlaten en terug te keren naar de pagina Systeem Configuratie.
6.5 De snelheid instellen 1. Druk op de pagina Systeem Configuratie op het pictogram Groepen om de pagina I/O Groepen 1 (6) weer te geven. 2. Druk op het pictogram voor de gewenste Groep (bijvoorbeeld ) om het dialoogvenster Groep 1 (6) weer te geven. 3. Druk op het tabblad Registratie en vervolgens op het pictogram voor elk veld om de parameters voor Registratie in te voeren en te configureren. Druk op om de inhoud van elk veld te bevestigen.
6.6 Gebruikersweergaven selecteren en menu's activeren 1. Selecteer in het dialoogvenster Groep 1 (6) de gewenste weergave(n) door op de tabbladen Diagram / Indicator Bar / te drukken om de bijbehorende velden weer te geven. 2. Druk op het pictogram voor elk veld om weergaveparameters (Diagram / Aanwijzer / Balk) en menuactiveringen in te voeren en te configureren voor elke weergave. Druk op om de inhoud van elk veld te bevestigen. 3. Ga verder met de volgende archiefbestanden in te stellen.
stap
(6.7)
om
de
Voer de vereiste informatie in elk veld in, druk op om de inhoud te bevestigen en keer terug naar het dialoogvenster Datum en tijd . 6. Als alle velden zijn ingevuld, drukt u op om terug te keren naar het tabblad Tijd op het niveau Gewone Configuratie.
6.3 Groepen instellen en kanalen toewijzen 1. Druk op het tabblad Instellen en druk bij het veld Aantal groepen op . Voer vervolgens het aantal vereiste Groepen in. Druk op Instellen
om terug te keren naar het tabblad op het niveau Gewone Configuratie.
2. Druk bij het veld Kanaaltoewijzing op om het dialoogvenster Groepen Configuratie weer te geven. Selecteer het kanaal of de kanalen die aan elke groep moeten worden toegewezen. Druk als de toewijzing is voltooid op om terug te keren naar het tabblad Instellen op het niveau Gewone Configuratie.
CI/RVG200–NL Rev. E
13
6.7 De kanaalconfiguratie wijzigen 1. Druk op de pagina Systeem Configuratie op het pictogram Kanalen om de pagina I/O Groepen 1(6) Kanalen weer te geven. 2. Druk op het pictogram voor de vereiste Groep 1 (6) Kanalen (bijvoorbeeld ) om het dialoogvenster Kanaal 1 (01 …06) weer te geven. Opmerking: Selecteer met de pijlen verschillende Kanalen in dezelfde procesgroep.
6.9 Huidige configuratie opslaan en afsluiten 1. Druk op op de pagina Systeem Configuratie. Er verschijnt een prompt met opties voor de functies Wijzigingen toepassen, Configuratie exporteren, Terug naar configuratiemodus of Wijzigingen ongedaan maken: Systeem Configuratie
Wijzigingen toepassen Configuratie exporteren
3. Druk op het tabblad Instellen en vervolgens op het pictogram voor elk veld om de parameters voor Instellen in te voeren en te configureren. Druk op om de inhoud van elk veld te bevestigen. 4. Herhaal dit voor alle andere tabbladen van het dialoogvenster Kanaal 1,01 (1,06) en voor alle andere vereiste kanalen. Als alle velden zijn geconfigureerd, drukt u op om terug te keren naar de pagina I/O Groepen 1(6) Kanalen en vervolgens op om terug te keren naar de pagina Systeem Configuratie. 5. Ga verder met de volgende stap (6.8) om de ingangen en uitgangen (I/O) in te stellen.
6.8 Ingangen en uitgangen (I/O) instellen
Terug naar configuratiemodus Wijzigingen ongedaan maken
2. Druk op Wijzigingen toepassen ( ) om de huidige configuratie op te slaan en terug te keren naar de pagina Operator. 3. Ga verder met de volgende stap (6.10) om de registratie te starten.
6.10 Registratie (archivering) starten 1. Open de mediaklep, plaats de externe geheugenkaart en sluit de klep. De registratie wordt automatisch gestart.
1. Druk op de pagina Systeemconfiguratie op het pictogram I/O om een pagina I/O te openen waarop aangesloten I/O-modules worden weergegeven. Opmerking: I/O-modules worden automatisch gedetecteerd. 2. Druk op het pictogram van de gewenste module om het dialoogvenster en de aan die module gerelateerde velden weer te geven. 3. Configureer de parameters voor elke vereiste module. 4. Als alle velden zijn geconfigureerd, drukt u op om terug te keren naar de pagina I/O en vervolgens op om terug te keren naar de pagina Systeem Configuratie. 5. Ga verder met de volgende stap (6.9) om het niveau Configuratie te verlaten en wijzigingen op te slaan.
14
Opmerking: Er kunnen alternatieve media worden gebruikt – raadpleeg de bedieningsinstructies (OI/RVG200-EN) voor compatibele mediatypen.
CI/RVG200–NL Rev. E
7
Symbolen en pictogrammen Naam procesgroep
Procesgroep 1 Statuspictogrammen 2 3 4 5
Procesgroep 1 tot 6 Configuratie
Historisch overzicht actief
Kanaal 1.1 - 1.6 tot 6.1 - 6.6 Configuratie
Extern archiefmedium offline (grijs pictogram)
6
2 3 4 5 6 6
Gewone configuratie Functieconfiguratie
Extern archiefmedium online (groen pictogram, nummer duidt % gebruikt aan) – verwijder het medium niet terwijl u online bent
Extern medium 100% vol, registratie gestopt Alarm(en) actief, knipperende rode rand duidt op onbevestigde actieve alarm(en) AutoView scroll actief Fout batterij klok
Configuratie van I/O-modules
Alarmpictogrammen Inactief Actief Hoog proces alarm
Totalisatorpictogrammen
Controlebestandpictogrammen
Totalisator gestart
Stroom onderbroken
Laag proces alarm
Totalisator gestopt
Stroom hersteld
Vertraagd hoog proces alarm
Totalisator overloop
Kalibratiewijziging
Vertraagd laag proces alarm
Totalisator reset
Configuratiewijziging
Hoog geblokkeerd alarm
Tussenliggende waarde bereikt
File gewist
Laag geblokkeerd alarm
Getimed event
Archiefmedium geplaatst
Snel alarm
Getriggerd event
Archiefmedium verwijderd
Langzaam alarm
Stroom onderbroken
Archiefmedium offline
Hoog melding alarm
Stroom hersteld
Archiefmedium online
Laag melding alarm
Batch totaal
Archiefmedium vol
Real time alarm
Maximumwaarde
Systeemfout / reset archivering
Alarm bevestiging
Minimumwaarde
Wintertijd of zomertijd begin/einde gewijzigd
Melding operator
Gemiddelde waarde
Zomertijd begin/einde gewijzigd
Zomertijd begin/einde gewijzigd
Inloggen FTP
Elektronische handtekening
CI/RVG200–NL Rev. E
15
ABB Limited Process Automation George Hintzenweg 81 3068 AX, Rotterdam, Zuid-Holland, NETHERLANDS Tel: +31 104078911 Fax: +31 10 4078477
ABB Limited Process Automation Howard Road St. Neots Cambridgeshire PE19 8EU Verenigd Koninkrijk Tel:+44 (0)1480 475321 Fax:+44 (0)1480 217948 www.abb.com
N.B. We behouden ons het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving technische wijzigingen aan te brengen of de inhoud van dit document te wijzigen. Met betrekking tot inkooporders wordt voorrang gegeven aan de overeengekomen bijzonderheden. ABB aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke fouten of een mogelijk gebrek aan informatie in dit document. Wij behouden ons alle rechten voor op dit document en de daarin opgenomen informatie en afbeeldingen. Verveelvoudiging, openbaarmaking aan derden of gebruik van de inhoud, zij het geheel of gedeeltelijk, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van ABB. Copyright© 2013 ABB Alle rechten voorbehouden
3KXR110200R4429
CI/RVG200–NL Rev. E 11.2014
Contact