Schuldhulpverlening Lingewaard Beleidsplan 2012 – 2016 Afdeling Dienstverlening Lingewaard Team Sociaal en Welzijn Raadsbesluit 7 juni 2012
Inhoudsopgave Samenvatting .................................................................................................................................................... 2 Begrippen .......................................................................................................................................................... 3 Inleiding ............................................................................................................................................................. 5 1 Visie ................................................................................................................................................................ 6 2 Dynamische uitvoering ................................................................................................................................. 7 2.1 Het aantal aanvragen stijgt ....................................................................................................................... 7 2.2 Schuldsituaties worden steeds complexer................................................................................................ 7 2.3 Schuldhulpverlening wordt een wettelijke taak ......................................................................................... 7 3.1 Doorontwikkeling van het preventiebeleid en vroegsignalering ............................................................... 8 3.2 Segmenteren in de intakefase .................................................................................................................. 8 3.3 Beperken wachttijd.................................................................................................................................... 9 3.4 Verkennen mogelijkheden eigen-kracht ondersteuning ........................................................................... 9 4 Door- en uitstroom ......................................................................................................................................10 4.1 Creëren van intensieve samenwerking met vrijwilligersorganisaties en ketenpartners .........................10 4.2 Nagaan mogelijkheden voor intensieve samenwerking met crediteuren ...............................................10 4.3 Verkennen mogelijkheden van het inzetten van saneringskredieten .....................................................11 4.4 Voorzien in een aanbod van preventie en nazorg ..................................................................................11 5 Het werkproces ............................................................................................................................................12 6 Financieel kader ..........................................................................................................................................13 7 Kwaliteitsborging ........................................................................................................................................14 7.1 Gedragscodes van de NVVK (Nederlandse vereniging voor Volkskrediet) ...........................................14 7.2 Inzet gekwalificeerde consulenten ..........................................................................................................14 7.3 Gebruik doordachte managementinformatie ..........................................................................................14 7.5 Klachtenprocedure ..................................................................................................................................14 7.6 Algemene wet bestuursrecht ..................................................................................................................14 8 Resultaten ....................................................................................................................................................15 9 Bijlagen .........................................................................................................................................................16 Bijlage 1 Bijlage 2a Bijlage 2b
Toelatingseisen schuldhulpverlening........................................................................................16 Het Hoofd werkproces ..............................................................................................................17 Toelichting werkproces .............................................................................................................18
1
Samenvatting Wat is de aanleiding voor dit plan? Op 7 februari 2012 is de nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening vastgesteld en treedt op 1 juli 2012 in werking. Met een helder plan voor schuldhulpverlening beogen wij een aanpak waarin participatie, eigen kracht en financiële stabiliteit centraal staat.
De opbouw van dit plan bestaat uit: Van visie naar implementatie: we willen duurzame oplossingen bereiken met een integrale aanpak. Verder leest u over sturing, kwaliteit en resultaten.
Welke kaders beschrijven wij hiervoor? 1.Schuldhulpverlening moet bestaan uit een integrale aanpak; 2.Schuldhulpverlening kent een brede toegankelijkheid maar een selectief aanbod; 3.Schuldhulpverlening richten wij efficiënter in met als doel meer effectiviteit; 4.Preventie en nazorg maakt onderdeel uit van schuldhulpverlening. 5.Borging van de kwaliteit van schuldhulpverlening; Met deze kaders voldoen wij aan de eisen van de nieuwe wet Schuldhulpverlening.
2
Begrippen Aflossingscapaciteit De aflossingscapaciteit is het inkomen minus de vaste lasten en levensonderhoud. Beschermingsbewind Kan worden aangevraagd voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn hun financiële belangen te behartigen. Een bewindvoering kan worden uitgevoerd door professionele organisaties of door een particulier. Een bewindstelling wordt uitgesproken door de rechtbank. Minnelijke schuldregeling Het minnelijk traject is een schuldhulpverleningstraject waarin wordt geprobeerd schulden buiten de rechter om te schikken. Moratorium Door de overheid vastgestelde verplichting tot opschorting van de betalingsverplichting (incassostop) Problematische schulden Er is sprake van een problematische schuld wanneer de som van de geëiste maandelijkse aflossingen op schulden en betalingsachterstanden hoger is dan de aflossingscapaciteit. Wanneer er bedreigende schulden zijn bijvoorbeeld huur/hypotheek, energie zorgverzekering, openbare verkoop roerende zaken. Er aantoonbaar een of meerdere schuldeisers niet bereid zijn een betalingsregeling te treffen. Schuldbemiddeling en Saneringskrediet Bij een saneringskrediet worden de schuldeisers in één keer afgekocht voor een deel van de totale vordering, gebaseerd op de op dat moment geldende afloscapaciteit van de klant. Voor het totaal van de aflossingen wordt door de gemeente een lening verstrekt waaruit de schuldeisers worden betaald. Bij een schuldbemiddeling wordt gedurende 3 jaar een percentage gereserveerd/afgelost op alle vorderingen. De hoogte van de uiteindelijke reservering (aflossing) kan variëren, afhankelijk van de inkomensontwikkeling van de schuldenaar. Schone lei Wanneer schuldenaar zich gedurende het minnelijke en wettelijke schuldsaneringstraject WSNP maximaal inspant om zoveel mogelijk inkomsten te generen ter aflossing van zijn schulden, worden eventuele restschulden (na uitdeling) onder verlening van de zogenaamde schone lei niet langer afdwingbaar voor de schuldeisers. Ook als er binnen dit wettelijke traject geen enkele mogelijkheid is om ook maar iets van de schulden af te lossen bijvoorbeeld doordat de ruimte in het inkomen niet eens voldoende is om de bewindvoerder te betalen kan een schone lei worden afgegeven. De schone lei verklaring wordt afgegeven door de rechtbank. Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening omvat het totaal van advisering, budgetbeheer/coaching, Financiële ondersteuning, preventie/nazorg, schuldbemiddeling/sanering verwijzing, toeleiding en ondersteuning naar het wettelijke traject WSNP, toeleiding naar beschermingsbewind etc.
3
Schuldenvrije toekomst Hierbij wordt aan de hand van de schuldensituatie, motivatie en gedrag een inschatting gemaakt of de klant is in staat om na het traject van schuldhulpverlening het eigen inkomen zodanig te beheren dat er geen problematische schulden meer ontstaan. Stabilitieits traject Schuldhulpverlening begint met het werken aan financiële stabiliteit. Dat wil zeggen het afstemmen van inkomsten en uitgaven op elkaar zodat geen nieuwe schulden ontstaan. Wet schuldsanering natuurlijke personen Kan worden aangevraagd bij de rechtbank als meerdere schuldeisers weigeren mee te werken aan een minnelijke schuldregeling. De rechter toetst op de toelatingscriteria (o.a. in staat zijn de verplichtingen na te komen, te goeder trouw, motivatie) en benoemt een bewindvoerder. De wettelijke looptijd bedraagt op dit moment in principe 3 jaar. Een schuldenaar kan slechts een keer per 10 jaar een beroep doen op de WSNP.
Overige afkortingen AMW Algemeen Maatschappelijk Werk AWBZ Algemene Wet bijzondere ziektekosten BAC Budgetadviescentrum BOM gesprek Budget op Maat gesprek DUO Dienst Uitvoering Onderwijs CJIB Centraal Justitieel Incasso Bureau EKC Eigen Kracht Conferentie Nibud Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting NVVK Nederland Vereniging voor Volkskrediet ROC Regionaal Opleidings Centrum SWL Stichting Welzijn Lingewaard WMO Wet maatschappelijke ondersteuning Wgs Wet gemeentelijke schuldhulpverlening WWB Wet werk en bijstand
4
Inleiding Van visie naar implementatie Voor U ligt het beleidsplan Schuldhulpverlening 2011–2016. Dit is een vervolg op de nieuwe visie op schuldhulpverlening zoals deze vastgesteld is door het college op 7 juli 2011. Het visiedocument “Schulden, maak er werk van!” vormt de basis van de organisatie van de schuldhulpverlening vanaf 2012. In 2011 zijn er flinke stappen gezet om de visie vorm te geven. De komende periode staat in het teken van de verdere implementatie van de visie. In dit beleidsplan is uitgewerkt hoe de gemeente Lingewaard daar invulling aan geeft en welke aanvullende besluiten nodig zijn. De aanleiding om te komen tot een nieuwe visie is dat de gemeente geconstateerd heeft dat zij te vaak geprobeerd heeft om een schuldsituatie op te lossen met het regelen van schulden, terwijl dat om allerlei redenen geen of weinig kans van slagen had. Door niet het aanbod (schuldregeling) maar de mogelijkheden van de schuldenaar centraal te zetten, wordt de eigen verantwoordelijkheid van de klant uitgangspunt. Door uitgangspunten duidelijk te beschrijven beogen wij een effectievere en efficiënter werkwijze. Bij schuldhulpverlening weten schuldenaren en crediteuren dan eerder waar ze aan toe zijn. Daarnaast verplicht de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs nr EK 32.291, aangenomen op 7 februari 2012) ons om integrale taken (afstemming ketendienstverlening) in de schuldhulpverlening te beschrijven. Op 29 maart 2012 is in de Staatscourant het besluit van 26 maart 2012 gepubliceerd dat deze wet op 1 juli 2012 in werking treedt. Met dit beleidsplan voldoen wij aan de wettelijke bepalingen voor de periode 2012-2016 en leggen wij vast hoe de gemeente de visie in de praktijk vormgeeft. Figuur 1 bevat een overzicht van de onderdelen die in deze notitie worden toegelicht.
Figuur 1: overzicht uitgangspunten
5
1 Visie Schuldhulpverlening is gericht op duurzame resultaten Met de inzet van schuldhulpverlening beoogt Lingewaard twee doelen te bereiken. Wij willen inwoners van Lingewaard, die hun (problematische) schulden willen aanpakken maar dat niet kunnen, ondersteunen. Daarnaast willen wij waar mogelijk voorkomen dat problematische schuldsituaties leiden tot onnodige maatschappelijke kosten. De gemeente beschouwt (problematische) schuldsituaties als een probleem tussen de schuldenaar en diens crediteuren. Van schuldenaren verwacht de gemeente dan ook dat zij bereid zijn om keuzes te maken of concessies te doen als deze noodzakelijk zijn voor de aanpak van hun financiële problemen. Van crediteuren verwacht de gemeente dat zij zich in hun optreden verantwoordelijk gedragen. Hiermee verwachten wij dat zij op een redelijke wijze een bijdrage leveren aan het voorkomen van problematische schuldsituaties door geen transacties aan te gaan waarvan is te voorzien dat die tot financiële problemen kunnen leiden. Ook verwacht de gemeente van hen dat zij bij (problematische) schuldsituaties geen onnodige kostenverhogende maatregelen nemen en waar noodzakelijk, voor een oplossing meewerken aan een gemeentelijke schuldregeling. Tegen deze achtergrond hanteert Lingewaard de onderstaande uitgangspunten bij de uitvoering van schuldhulpverlening.
Uitgangspunten visie schuldhulpverlening De uitgangspunten van de gekantelde dienstverlening zijn als volgt: 1. Schuldsituaties zijn in de eerste plaats een geschil tussen schuldenaar en crediteur; 2. Het stimuleren van participatie en waar haalbaar een schuldenvrije toekomst realiseren; 3. Een stabiele financiële situatie is een voorwaarde voor het opstarten van een schuldregeling; 4. Schuldpreventie en een actieve eerstelijns aanpak vormen het startpunt van schuldhulpverlening; 1 5. De gemeente verwacht –in lijn met de verantwoordelijkheidsladder* - maximale zelfwerkzaamheid van schuldenaren en crediteuren. De inzet van de gemeente komt dankzij de hieruit volgende segmentatie voor een belangrijk deel terecht bij de meest kwetsbare burgers; 6. Schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening. De inspanningen zijn er op gericht om de inwoners van Lingewaard financieel zelfstandig te maken. Het gebruik is niet ongelimiteerd; 7. Ketenpartners hebben een belangrijke rol bij de aanpak van eventuele onderliggende problematiek c.q. het bewerkstelligen van noodzakelijke gedragsveranderingen; 8. Vrijwilligers spelen een eigen ondersteunende rol bij de aanpak van financiële problemen van de inwoners. Vanzelfsprekend is daarbij sprake van een heldere afbakening van taken en verantwoordelijkheden met de gemeentelijke schuldhulpverlening.
1
In het WMO beleidsplan 2012 treft u de visie over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen burger en gemeente aan : de eigen kracht ondersteuning vanuit een netwerk en de ondersteuning vanuit algemene voorzieningen. Het vangnet is er op gericht om de eigen kracht te bevorderen. Samengevat is dit de verantwoordelijkheidsladder. 6
2 Dynamische uitvoering Gemeenten voeren schuldhulpverlening uit in een complexe en dynamische omgeving. Deze paragraaf bevat een korte toelichting op de belangrijkste actuele ontwikkelingen. 2.1 Het aantal aanvragen stijgt 2
In de periode 2008 – 2011 nam het aantal aanvragen in Lingewaard toe .Wij verwachten dat de behoefte aan schuldhulpverlening blijft stijgen. Belangrijke indicatoren daarvoor zijn de schuldenproblematiek onder jongeren, de steeds groter wordende druk van crediteuren en de schuldencrisis. 2.2 Schuldsituaties worden steeds complexer Zeker de helft van de schuldenaren die hulp zoeken hebben niet alleen financiële problemen maar ook immateriële problemen. Ook de complexiteit van schuldsituaties neemt toe. Er is vaker sprake van een steeds ingewikkelder multi-problematiek. Crediteuren worden steeds harder in hun opstelling en schuldenaren vragen steeds vaker om hulp voor complexe financiële producten zoals ingewikkelde beleggingen of hypotheken. Naarmate een schuldsituatie complexer is, kost het de gemeente meer tijd om een passende oplossing te bieden. Bij crisissituaties zoals een dreigende huisuitzetting zoeken wij passende 3 oplossingen binnen de afspraken van het Lokaal Zorgnetwerk 2.3 Schuldhulpverlening wordt een wettelijke taak Op 7 februari 2012 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening als hamerstuk aangenomen. Hiermee wordt schuldhulpverlening een wettelijke taak. De wet is een kaderwet waarin met name is uitgewerkt wat gemeenten verplicht zijn te doen. Zij behouden wel een grote vrijheid in de wijze waarop zij hun dienstverlening vorm geven. De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit op 4 1 juli 2012. Het breed moratorium zal pas in werking treden op het moment dat het wetsvoorstel kostenverhoging griffierechten is aangenomen. Betekenis van de wet voor de gemeente De wet stelt de volgende eisen aan de gemeente: 1. De gemeenteraad stelt een plan vast dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening voor de inwoners van zijn gemeente; 2. De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden; 3. Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en de voorlichting dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen;. 4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot de in artikel 4, eerste lid, genoemde periode; d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven; 5. In het plan kan de gemeenteraad aangeven onder welke voorwaarden het college de verzoeker verplicht over een basisbankrekening te beschikken. Met de invulling van dit beleidsplan stellen wij onze verplichtingen vast voor het termijn 2012-2016. 2
Gezien de wijzigingen in de WWB (huishoudtoets) per 1 januari 2012 en de economische malaise is een toename van het aantal aanvragen redelijk aannemelijk. 3 Bron samenwerkingsovereenkomst Lokaal Zorgnetwerk Openbare Geestelijke Gezondheidszorg gemeente Lingewaard 10 december 2009. 4 Moratorium betekent hier wettelijk verplichte incassostop.
7
3 Sturen op instroom Om van schuldhulpverlening een efficiëntere en meer doelgerichte voorziening te maken is het van belang dat de gemeente stuurt op de instroom. Om dat te doen, zet Lingewaard onder meer in op preventie, waar mogelijk vroeg- signalering ( voorkoming betalingsachterstanden) en ketensamenwerking. Ook voorziet de gemeente in een screening in de intakefase. Deze heeft onder meer als doel om na te gaan of schuldenaren al eerder geholpen zijn, al dan niet gemotiveerd zijn of dat er juridische belemmeringen zijn voor het treffen van een schuldregeling. Door deze screening zorgt de gemeente er voor dat ze alleen een schuldregeling probeert te treffen voor diegenen voor wie dat een duurzame oplossing biedt. Mensen voor wie dit niet haalbaar bieden we een stabiliteitstraject*) aan. Om te voldoen aan de nieuwe wettelijke eisen en de beoogde meer selectievere instroom te realiseren, zijn nog een aantal stappen nodig. De stappen die gezet moeten worden om de meer selectievere instroom te realiseren zijn: 1 Doorontwikkeling van het preventiebeleid en vroegsignalering; 2 Segmenteren in de intakefase (=bepalen voor wie doen we wat); 3 Beperken wachttijd; 4 ondersteuning eigen krachtconferenties. Deze stappen worden hieronder nader toegelicht 3.1 Doorontwikkeling van het preventiebeleid en vroegsignalering De inspanningen vanuit de gemeente om het ontstaan van schulden te voorkomen, zijn tot nu toe beperkt tot algemene voorlichting naar klanten en ketenpartners. Wel heeft de gemeente een deel van de tijdelijke extra middelen schuldhulpverlening in 2011 voor een preventieproject gereserveerd, maar nog geen uitwerking hieraan gegeven. Dit gebeurt in 2012. Daarnaast wordt een (vrijwillige) financiële quick scan gedaan voor mensen die zich melden voor een uitkering. Als er bij de aanvraag al sprake is van schulden wordt er nagegaan in hoeverre deze schulden dusdanig problematisch zijn dat het re-integratie in de weg staat. 3.2 Segmenteren in de intakefase Het implementeren van de visie vraagt om segmentatie in de intakefase. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente in die fase nagaat wat er aan de hand is. Aan de hand van een analyse van de situatie wordt bepaald of en zo ja welke ondersteuning zij aan een schuldenaar aanbiedt. Met segmentatie bereikt de gemeente twee doelen die in lijn zijn met de visie. In de eerste plaats biedt segmentatie de mogelijkheid om alleen een traject schuldregeling op te starten als verwacht mag worden dat dit bijdraagt aan een schuldenvrije toekomst. Daarnaast biedt segmentatie de ruimte om schuldenaren die eerder gebruik maakten van de schuldhulpverlening tijdelijk uit te sluiten. Bijvoorbeeld in situaties waarin de gemeente iemand al eerder in verband met schulden hielp. Hiermee onderstreept de gemeente dat schuldhulpverlening in principe een eenmalige voorziening is. Segmentatie vindt in twee stappen plaats Segmenteren gaat in twee stappen. De gemeente gaat na of er redenen uit het verleden zijn om iemand tijdelijk niet toe te laten tot een traject schuldregeling. Hierbij wordt opgemerkt dat de gemeente de klant wel voorziet van advies, of (bijvoorbeeld) verwijst naar het maatschappelijk werk. Bij de groep die in aanmerking komt voor een schuldregeling gaat de gemeente vervolgens na of er gezien het gedrag (motivatie, vaardigheden, aanwezige belemmeringen) en het schuldenpakket van de schuldenaar verwacht mag worden dat een schuldregeling kans van slagen heeft.
8
3.3 Beperken wachttijd De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat de wachttijd voor een intake maximaal vier weken bedraagt. In aanvulling daarop schrijft de wet voor dat de gemeente zelf moet bepalen wat het eigen streven is ten aanzien van de wachttijd. Lingewaard monitort wacht- en doorlooptijden en heeft op dit moment geen wachttijden. Het is onduidelijk of de nieuwe werkstijl leidt tot verandering hierin. Pas bij overschrijding van de wettelijk verplichte termijn brengen wij de budgetgevolgen hiervan in beeld Gezinnen met minderjarige inwonende kinderen krijgen voorrang Op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet de gemeente bepalen hoe zij omgaat met gezinnen met minderjarige inwonende kinderen. Lingewaard zal deze groep gezinnen voorrang geven bij de aanmelding, indien er een wachtlijst ontstaat. De reden dat de gemeente uit hoofde van de wet straks moet aangeven wat zij doet ten behoeve van kinderen, is omdat het Rijk hiermee de effecten van sociale uitsluiting zoveel mogelijk wil beperken. Immers, voor kinderen is opgroeien in een problematische schuldsituatie te vergelijken met opgroeien in armoede. 3.4 Verkennen mogelijkheden eigen-kracht ondersteuning Ons voorstel is om de mogelijkheden van eigen-krachtconferenties (EKC) in het kader van schuldhulpverlening na te gaan in deze beleidsperiode. Dit voornemen sluit aan bij de uitgangspunten van het WMO beleidsplan. Een EKC is een traject om na te gaan welke mogelijkheden iemand heeft om in de eerste plaats steun te zoeken in het eigen netwerk. Waar mogelijk en relevant worden verbroken contacten (met buren, familie, vrienden et cetera) weer hersteld in het kader van een EKC-traject. Dit past bij de uitgangspunten welzijnswerk nieuwe stijl. De eerste signalen uit andere gemeenten wekken de indruk dat EKC-trajecten een rol kunnen spelen bij het beperken van de instroom of versnellen van de doorstroom. Het ondersteunt ook de integrale begeleidingstrajecten vanwege heldere traject afspraken en “korte” lijnen tussen ketenpartners. 3.5. Communicatie Schuldhulpverlening nieuwe stijl leggen wij uit voor burgers, medewerkers van de gemeente en ketenpartners door aan te geven: - welke hulp en ondersteuning beschikbaar is; - wat er van een ieder verwacht wordt; - wat de klant zelf moet doen om problemen te voorkomen en op te lossen. Afgelopen jaren zijn mensen met een laag inkomen op allerlei manieren gewezen op inkomensondersteunende voorzieningen en participatievoorzieningen. Dit preventiebeleid zetten wij voort met de volgende middelen: - Informatie via Klantenmap Sociale Zaken/ folders - Informatie via internet (basisinformatie en instructiefilmpjes) - Informatievoorziening door consulenten van de gemeente - Informatie aan de ketenpartners - Informatie via het spreekuur van het Budgetadviescentrum - Informatie via huisbezoeken door de adviseurs van het Budgetadviescentrum of andere organisaties (algemeen maatschappelijk werk)
9
4 Door- en uitstroom Schuldhulpverlening is een tijdelijke ondersteuning met als doel de inwoners van Lingewaard te helpen bij het aanpakken van hun financiële problemen en waar mogelijk maatschappelijke kosten te voorkomen. Bij deze doelen past een aanpak die gericht is op snelle door- en uitstroom. In de dagelijkse uitvoeringspraktijk zijn er drie factoren die de snelheid van door- en uitstroom bepalen: - de manier waarop de gemeente werkt; - de opstelling en het gedrag van schuldenaren; - de opstelling en het gedrag van crediteuren. Met de volgende stappen stimuleren wij een snelle door- en uitstroom: 1 Creëren van intensieve samenwerking met vrijwilligersorganisaties en ketenpartners; 2 Nagaan van mogelijkheden voor intensieve samenwerking met crediteuren; 3 Verkennen mogelijkheden van het inzetten van saneringskredieten; 4 Voorzien in een aanbod van preventie en nazorg. 4.1 Creëren van intensieve samenwerking met vrijwilligersorganisaties en ketenpartners De ketenpartners zijn betrokken bij de visievorming en ondersteunen de nieuwe werkwijze. Met het in december 2011 verschenen eindrapport “maatschappelijk rendement vrijwilligersprojecten in de schuldhulpverlening” door Regioplan Beleidsonderzoek kunnen wij bij de verdere implementatie van vrijwilligersondersteuning ons voordeel doen . De afdeling Beleids- en Projectontwikkeling gaat in 2012 na in hoeverre deze bijdrage benut kan worden voor de lokale situatie. Door schuldenaren te helpen hun administratie te ordenen en het op een rij te zetten van de schulden, kunnen vrijwilligers een belangrijke rol spelen in de doorstroom. Dankzij hun inzet hoeven schulddienstverleners in bepaalde situaties aanmerkelijk minder lang op de juiste stukken te wachten. Dit draagt bij aan kortere doorlooptijden. De gemeente Lingewaard werkt al met vrijwilligers. Wij zien in de ondersteuning door vrijwilligers een alternatief voor begeleiding. 4.2 Nagaan mogelijkheden voor intensieve samenwerking met crediteuren Moratorium De wet gemeentelijke schuldhulpverlening die naar verwachting 1 juli 2012 of 1 januari 2013 in werking treedt, biedt gemeenten de mogelijkheid om een zogenaamd breed moratorium in te zetten als crediteuren het treffen van een schuldregeling belemmeren. Dit moratorium moet de gemeente aanvragen bij de rechter. Als het breed moratorium wordt toegekend, moeten crediteuren hun incassomaatregelen 6 maanden opschorten. Bij de uitvoering van schuldhulpverlening stelt de gemeente zich op als intermediair. Hierbij past dat zij zoveel mogelijk op basis van wederzijdse instemming handelt. In die context zijn goede samenwerkingsafspraken passender dan de wettelijke dwang van een moratorium. Het breed moratorium zal echter pas in werking treden op het moment dat het wetsvoorstel kostenverhoging griffierechten is aangenomen. De uitvoeringsafspraken leggen wij vast in beleidsregels. Samenwerking met ketenpartners We onderscheiden de volgende soorten ketenpartners: 1 Instellingen die te maken hebben met cliënten, die langdurig door hen worden begeleid en die behoefte hebben aan schuldhulp, zoals: GGZ, Rijnstad (algemeen maatschappelijk werk) en Reclassering; 2 Instellingen met een kortdurend contact met hulpvragers of met een loketfunctie, zoals: MEE, (waaronder Meldpunt huiselijk geweld),Bureau Jeugdzorg, CJG; 3 Vrijwilligersorganisaties die mensen begeleiden met financiële problemen zoals SWL. 4 Gecertificeerde aanbieders van budgetbeheer en -begeleiding, zoals Budgetadviescentrum; 10
5 Schuldeisers, zoals: Woningbouwcorporaties, Energiebedrijven en zorgverzekeraars. De gemeente heeft hierin vanuit de afdeling Dienstverlening en Beleids-en Projectontwikkeling de regierol. We hebben onze ketenpartners hard nodig om schuldhulpverlening nieuwe stijl te doen slagen en iedere hulpvrager een passend aanbod te doen. De voorgestelde nieuwe werkwijze vraagt meer inspanningen, met name van de instellingen die klanten begeleiden die onvoldoende in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Het levert hen echter ook meer op (minder uitval, passender hulpverlening, consultatiemogelijkheden, kortere lijnen). Met schuldeisers op het gebied van wonen, energie en zorgverzekering maken we afspraken over signalering van betalingsachterstanden en toeleiding naar schuldhulpverlening. 4.3 Verkennen mogelijkheden van het inzetten van saneringskredieten Het Budgetadviescentrum heeft bij de voorbereiding van de nieuwe werkwijze voor en nadelen van schuldbemiddeling en schuldsanering geïnventariseerd. Conclusie is dat een saneringskrediet alleen verstrekt wordt als er zekerheid is dat de aankomende 3 jaren geen wijziging plaatsvindt in de inkomenssituatie van de klant. Dit sluit aan bij de huidige werkwijze. 4.4 Voorzien in een aanbod van preventie en nazorg De wet gemeentelijke schuldhulpverlening stelt als eis dat de gemeente voorziet in nazorg. In de basis kan nazorg beschouwd worden als een bijzondere vorm van preventie. In beide gevallen is het doel om te voorkomen dat er (opnieuw) financiële problemen ontstaan. Op dit moment voorziet Lingewaard niet in een aanbod van nazorg. Het in 2012 op te zetten preventieproject zal hiervoor input leveren, waarna wij werkafspraken vastleggen en voorzien in een integraal preventie- en nazorgaanbod. Een passend aanbod van nazorg draagt bij aan duurzame resultaten. Door schuldenaren die dat nodig hebben, tijdelijk, ondersteuning te bieden om niet terug te vallen, verkleinen we de kans op recidive. Dat is van belang in de context waarin de gemeente strenge toelatingseisen stelt aan schuldenaren die al eerder in behandeling waren. De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening geeft gemeenten de bevoegdheid schuldhulp te weigeren aan personen, die al eerder hiervan gebruik hebben gemaakt, of aan personen die fraude hebben gepleegd. De bevoegdheid om dit in beleidsregels vast te leggen ligt bij het college. Ter voorkoming van recidive is preventie en nazorg van groot belang.
11
5 Het werkproces Het Lingewaards werkproces bestaat uit een aantal stappen. De belangrijkste stappen zijn: preventie en vroegsignalering, intakefase, stabilisatie en oplossen schuldsituatie en als laatste nazorg. Bijlage 2a en 2b bevat een weergave van de stappen. Het verbinden van beleidsterreinen Daadwerkelijke integrale schuldhulpverlening raakt aan verschillende beleidsterreinen, of het nu gaat om het voorkomen van schulden, het wegnemen van oorzaken, het aanpakken van samenhangende problemen of het zorgen dat betrokkenen niet opnieuw schulden maken. Bij verschillende onderdelen in dit stuk leest u dat wij anticiperen op de verdere vormgeving van integraal beleid vanuit de WWB en WMO.
12
6 Financieel kader Beschikbaar budget Schuldhulpverlening financieren gemeenten uit eigen middelen. Voor de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening is binnen de begroting jaarlijks een bedrag van € 52.106,-- beschikbaar. In de periode 2009 – 2011 zijn de extra uitgaven opgevangen door de tijdelijke extra rijksmiddelen voor schuldhulpverlening. 2011 is het laatste jaar waarin gemeenten deze tijdelijke middelen van het Rijk kregen. Het uitgangspunt is dat gemeenten selectiever kunnen worden bij het aanbieden van schuldhulpverlening. Daarnaast past het Rijk een structurele korting van 20 miljoen toe op het gemeentefonds ten laste van schuldhulpverlening. 2012 is een overgangsjaar waarin zicht komt op de financiële gevolgen van de veranderde werkwijze. Een goede begroting voor 2012 is daarom niet mogelijk. Onderstaande tabel bevat een weergave van de ontwikkeling van de financiën. Uitgangspunt is inzicht te houden in een doelmatige en effectieve besteding van het budget en daarmee verantwoording in sturingskeuzes. Wat betekent dit voor Lingewaard? Doordat het college met het visiestuk en dit beleidsplan anticipeert op de Rijksbezuinigingen, zoals aangekondigd in het regeerakkoord en de toename op het beroep voor schuldhulpverlening de afgelopen jaren, adviseren wij het beschikbare budget voor schuldhulpverlening niet verder naar beneden bij te stellen. Preventie-activiteiten financieren wij uit een eenmalig beschikbaar gesteld budget schuldhulpverlening 2010/2011. Het uitvoeringsproject 2011 is verschoven naar 2012. De afdeling Beleids- en Projectontwikkeling vragen wij in 2012 aan te geven in welke mate uitvoeringsprojecten/kosten voor financiële begeleiding vanuit de WMO/AWBZ pakketmaatregelen voldaan kunnen worden en welk budget hiervoor beschikbaar is om zo de kosten van de bijzondere bijstand voor kosten bewindvoering structureel te verminderen. Dekking via de gemeentelijke gelden voor de pakket maatregelen AWBZ 2009 ligt voor de hand, omdat afgelopen jaren het beroep op vormen van financieel beheer aanzienlijk is toegenomen. De begroting voor 2013 zal beoordeeld moeten worden aan de hand van de input van cijfers schuldhulpverlening nieuwe stijl. Dit stemmen wij regionaal af in samenwerking met in ieder geval de gemeente Arnhem (en mogelijk andere regiogemeenten), Budgetadviescentrum en Rijnstad. Besluitvorming hierover vindt in 2012 plaats. Kostenplaats: 66202200 Schuldsanering / Uitvoeringskosten 4343036 Budgetadviescentrum Arnhem Jaar Begroot
Werkelijk
Restant
2009
€ 71.847,00
€ 79.440,62
-€ 7.593,62
2010
€ 52.106,00
€ 96.007,72
-€ 43.901,72
2011
€ 52.106,00
€ 82.442,41*)
-€ 30.336,41
*) € 25.100,-- wordt ingezet voor een preventieproject in 2012.
13
7 Kwaliteitsborging De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat de gemeente in haar beleidsplan opneemt hoe zij borgt dat de uitvoering van goede kwaliteit is. Deze paragraaf bevat de uitwerking hoe Lingewaard daar in voorziet. 7.1 Gedragscodes van de NVVK (Nederlandse vereniging voor Volkskrediet) Het Budgetadviescentrum, waarmee Lingewaard een contract heeft voor schuldhulpverlening, is lid van de NVVK . Dit is de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Leden van de NVVK zijn gehouden om te werken volgens de gedragscode Schuldregeling en de gedragscode Budgetbeheer. 7.2 Inzet gekwalificeerde consulenten De gemeente zet via contractafspraken met partners in het proces van schuldhulpverlening alleen medewerkers in die een relevante opleiding hebben of op andere gronden aantoonbaar geschikt zijn. Diegenen die (nog) niet beschikken over alle vaardigheden en competenties worden daar in bijgeschoold. 7.3 Gebruik doordachte managementinformatie Resultaten door de schuldhulpverlening nieuwe stijl is lastig te kwantificeren. De richting is duidelijk, maar de nieuwe aanpak zal zich in de praktijk moet bewijzen. Daarom zal vooral monitoring, verantwoording en sturing een belangrijke plek krijgen in de nieuwe werkwijze. Niet alleen op managementniveau, maar juist ook op cliëntniveau ter ondersteuning van de cliënt zelf, de medewerkers en het periodiek overleg met ketenpartners. Dit om de beoogde verbetering van de effectiviteit of duurzaamheid daadwerkelijk te realiseren en ook om speciaal aandacht te kunnen geven aan de eventuele gevolgen van de nieuwe aanpak voor kwetsbare inwoners. Het Budgetadviescentrum levert managementcijfers aan. De voortgangsrapportage bevat in ieder geval informatie over: - het aantal aanmeldingen via het inloopspreekuur en de aard van de problematiek; - het vervolgtraject (toeleiding naar schuldhulpverlening, verwijzing en advisering); - de streefcijfers met betrekking tot de verschillende fasen van schuldhulpverlening; - de bijdrage van de verschillende ketenpartners; - de resultaten van de preventie-activiteiten; - de inspanningen van het Budgetadviescentrum in relatie tot het beschikbare budget. 7.5 Klachtenprocedure Bij elke organisatie gaat er wel eens iets niet goed. Dat is geen probleem als fouten of missers maar goed worden opgelost. Een laagdrempelige en effectieve klachtenprocedure is van belang voor schuldenaren en tegelijkertijd voor management en bestuur een goede graadmeter van de uitvoering. Schuldhulpverlening valt onder de reguliere klachtenprocedure van de gemeente. Is de cliënt niet tevreden over de afhandeling van de klacht, dan kan deze aankloppen bij de Nationale Ombudsman. 7.6 Algemene wet bestuursrecht Het besluit van de gemeente over de toekenning of uitsluiting valt volgens de nieuwe wet schuldhulpverlening onder de Algemene wet bestuursrecht. Gemeenten moeten daarom aangeven hoe het schuldhulpverleningsaanbod eruit ziet en aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om ervoor in aanmerking te komen. Concreet betekent dit dat met de invoering van de wet ook een procesgang van bezwaar en beroep mogelijk is geworden en ook de Wet Dwangsom van toepassing is.
14
8 Resultaten In deze paragraaf zijn de resultaten uitgewerkt die Lingewaard met de inzet van schuldhulpverlening in de periode 2012 tot 2016 wil bereiken. Effect en prestatie-indicatoren zijn opgenomen in het visiedocument en zullen wij verder in 2012 afstemmen met het BAC op basis van de nieuwe insteek. Door in het beleidsplan te voorzien in de te behalen resultaten, voorziet Lingewaard op dit punt aan de eisen die de wet gemeentelijke schuldhulpverlening aan de gemeente stelt. Wat is het doel
Wat is het resultaat
Hoe te meten
Stijging slagingspercentage (verhouding aantal akkoorden ten opzichte van de pogingen tot een schuldregeling)
Slagingspercentage stijgt in de periode tot 2015 naar minimaal… procent *)
Managementinformatie
Stijging succesvolle afrondingen schuldregelingen (verhouding aantal schuldenaren die deze met schone lei afsluiten met aantal opgestarte schuldregelingen)
Percentage succesvolle afrondingen bedraagt in 2013 minimaal .. procent *)
Verbeteren samenwerking met crediteuren
In 2012 samenwerkingsafspraken opstellen
Vastleggen samenwerkingsafspraken
Wachttijden
In 2012 bedraagt de wachttijd voor schuldhulpverlening maximaal vier weken.
Managementinformatie
De werkprocessen worden zo ingericht dat daarmee de doorlooptijden goed kunnen worden ingeschat
In 2012 werkafspraken met ketenpartners; Een meting op de doorlooptijden van de afspraken die hierover met de klant gemaakt zijn voor het vaststellen van de hulpvraag.
-Info en procesbeschrijving. -Managementinformatie leggen naast inhoud plannen van aanpak.
Effecten preventiebeleid jongeren en huurders woningcorporaties
Voorkomen schulden
Vaststellen bereik en resultaat voorkomen huisuitzetting
Digitale informatievoorziening
Verbetering voorlichting
info via website verbeteren
Project thuisadministratie met vrijwilligers
2012/2013:Vormgeven in samenwerking met Rijnstad en SWL
Inbedden in werkproces
Inspanningen BAC in relatie brengen tot beschikbare budget
Beoordelen verplichting aanbesteding SHV in 2013
Aanbestedingsverplichting vaststellen
Beleidsregels toelatings-, en uitsluitingscriteria, inclusief een hardheidsclausule.
Vaststellen voor 2013
Besluitvorming college
Kosten van langdurige financiële ondersteuning bijzondere bijstand.
Onderzoek mogelijkheid overheveling naar AWBZ pakketmaatregelen
De afdelingen Beleids- en Projectontwikkeling en Dienstverlening onderzoeken dit in 2012.
*) dit bepalen wij in 2012.
Managementinformatie
*)dit bepalen wij in 2012.
15
9 Bijlagen Bijlage 1
Toelatingseisen schuldhulpverlening
De schuldenaar komt vanaf het moment van aanmelding zijn afspraken na Verschijnt tijdig op afspraken of meldt zich tijdig af als de afspraak niet kan worden nagekomen; Levert tijdig de benodigde ingevulde formulieren en bewijsstukken in; Geeft volledige openheid van zaken aangaande de schulden en opent zijn post; Heeft, indien van toepassing, alle belastingaangiftes gedaan over het lopen en de 5 daaraan voorafgaande jaren en overlegt hiervan de (voorlopige) aanslag. Indien deze niet zijn afgerond, informeert de schuldenaar over de reden hiervan. De schuldenaar geeft invulling aan een actieve informatieplicht Alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het traject worden door de schuldenaar tijdig gemeld. Hierbij valt te denken: Wijzigingen in het inkomen/uitkering; Wijzigingen in de gezinssituatie. Kinderen die het huis uit gaan of juist thuis komen wonen, vertrekt partner of inwonende (nieuwe) partner; Wijzigingen met betrekking tot onderhuurders of kostgangers; Wijzigingen in de huisvestingssituatie, huurverhoging of energieleverancier; Wijzigingen met betrekking tot veranderingen in kosten/vaste lasten (bijvoorbeeld zorgverzekering). De schuldenaar is gemotiveerd en weet wat hem te wachten staat Omdat het traject lang en zwaar is moet de klant daarover goed zijn voorgelicht en zo goed mogelijk zijn voorbereid (een ketenpartner heeft hierin een rol als de klant in een zorgtraject zit); Bij de motivatie hoort ook, indien van toepassing, meewerken van een re-integratie, of inburgeringstraject om door het werk het inkomen te verhogen; De niet werkende partner tracht (indien mogelijk) werk te vinden of een parttime baan uit te breiden naar fulltime; Inwonende meerderjarige kinderen betalen kostgeld; Indien mogelijk boort de klant andere financiële hulpbronnen aan (meer uren werken et cetera). De klant moet financieel ‘regelbaar’ zijn Er mogen geen niet saneerbare schulden (meer) zijn zoals boetes van het CJIB, of DUO, niet afgeloste fraudevorderingen of betwiste vorderingen; Het inkomen moet op orde zijn (= inclusief huurtoeslag, zorgtoeslag etc. en er moet huisvesting zijn) De klant maakt vanaf het moment van aanmelding geen nieuwe schulden
16
Bijlage 2a
Het Hoofd werkproces
17
Bijlage 2b
Toelichting werkproces
Stap 1: toetsing op toelatingscriteria Schuldhulpverlening is een eenmalige voorziening waarmee de gemeente een schuldenaar ondersteunt om een problematische schuldsituatie op te lossen. Bij elke aanmelding zal de gemeente voortaan nagaan of iemand al eerder in behandeling was voor een schuldregeling of eerder gebruik maakte van een (wettelijke) schuldregeling. Stap 2: screening op gedrag en aard schuldenpakket In de tweede stap gaat de gemeente na of verwacht mag worden dat een poging om een schuldregeling te treffen ook kans van slagen heeft. Wij doen dit door aan de hand van het zogenaamde Tilburgs model na te gaan of er belemmeringen voor een schuldregeling zitten in het gedrag of de aard van het schuldenpakket. De twee centrale vragen luiden: Is de schuldenaar regelbaar én is de schuldsituatie regelbaar? Een „regelbare schuldenaar‟ houdt zich (met hulp) aan afspraken en is gemotiveerd. Ook is hij bereid zich in te zetten om indien mogelijk meer inkomen te verwerven en ten gunste van crediteuren keuzes te maken in het bestedingspatroon. Een regelbare schuldsituatie wordt gekenmerkt door schulden die voor een schuldregeling in aanmerking komen. Daartegenover staat dat er gekeken wordt of er schulden zijn die het treffen van een schuldregeling in de weg staan. Voorbeelden hiervan zijn een specifieke groep CJIBschulden of schulden waarbij het door juridische procedures nog jaren duurt voordat duidelijk is hoe hoog de vordering is. Door de (on)regelbare schuldenaar af te zetten tegen het (on)regelbare schuldenpakket ontstaat een indeling in groepen waarvoor geldt dat de mogelijkheden die de gemeente heeft om met succes een schuldregeling te treffen varieert.
Voor schuldenaren bij wie sprake is van een combinatie van regelbaar gedrag en een regelbaar schuldenpakket probeert de gemeente een schuldregeling te treffen. In de andere situaties bepalen de omstandigheden van het geval wat de gemeente kan betekenen. Bij niet regelbaar gedrag zijn er soms steunstructuren te realiseren waardoor een schuldregeling toch mogelijk is (sociaal netwerk dat ondersteunt, vrijwilligers, beschermingsbewind). Bij een niet regelbaar pakket is een schuldregeling geen optie, maar kan de gemeente wel verwijzen naar een hulpverlenende instantie/ketenpartner die de klant kan leren om rond te komen van een langdurig laag inkomen (laag bijvoorbeeld vanwege beslag op het inkomen). Eventueel kan deze instantie overwegen om beschermingsbewind aan te vragen. 18
Motivatie en vaardigheden zijn heel bepalend Wij gaan ervanuit dat het grootste deel van de schuldenaren op het moment van aanmelding in het groene deel van het kwadrant valt. Deze groep kan direct doorstromen naar een traject schuldregeling. Voor de anderen geldt dat hun gedrag op het moment van aanmelding onvoldoende regelbaar is. Het Tilburgse model wijst uit dat er twee belangrijke variabelen zijn voor de kans dat iemand met goed gevolg een traject schuldregeling doorloopt: motivatie en vaardigheden. Dit inzicht leidt tot het besef dat het zinvol is om in de intakefase na te gaan in welke mate iemand gemotiveerd is, dat kan worden, of dat iemand het bij de aanmelding niet is en niet zal worden. Voor vaardigheden geldt dezelfde vraag. De combinatie van iemands motivatie en vaardigheden is bepalend voor de mogelijkheden die er zijn om een schuldenaar te ondersteunen. Daarbij is het van groot belang om te onderstrepen dat een tekort aan vaardigheden nooit een reden mag zijn om iemand niet in behandeling te nemen. Een tekort op dat vlak is altijd te compenseren. In de eerste plaats door iemand nieuwe vaardigheden aan te leren. Mocht iemand om welke reden dan ook niet of onvoldoende leerbaar zijn, dan zijn er altijd mogelijkheden om het tekort te compenseren (familie, vrienden, vrijwilligers, beschermingsbewind etc.). Als iemand onvoldoende gemotiveerd is en als er geen reden is om te veronderstellen dat iemand dat met de juiste aanpak alsnog wordt, dan kan de gemeente nauwelijks iets voor een schuldenaar betekenen.
Ketenpartners hebben behoefte aan heldere criteria Bij het implementeren van de visie werd al snel duidelijk dat ketenpartners behoefte hebben aan heldere criteria waar iemand, in termen van gedrag, aan moet voldoen om aan een traject schuldregeling te mogen beginnen. Dit leest u in het bovenstaande overzicht. 2012 is het implementatiejaar. Blijkt dat verfijning van uitleg nodig is, dan leggen wij deze vast in beleidsregels. Budgetbeheer wordt uitgevoerd in de opmaat naar of tijdens een schuldregeling Budgetbeheer is een voorziening die de gemeente aanbiedt aan schuldenaren die in aanmerking komen voor een schuldregeling of voor wie een dergelijke regeling is getroffen. Door budgetbeheer altijd in combinatie met budget coaching aan te bieden, is dit een tijdelijke voorziening (maximaal 6 – 12 maanden) die ondersteuning biedt in een leerproces. Als blijkt dat iemand niet voldoende leerbaar is om zelf zijn financiën te beheren kan betrokkene worden begeleid naar beschermingsbewind en wordt het inkomen door een bewindvoerder beheerd. In 2012 onderzoeken wij met afdeling Beleids- en Projectontwikkeling om deze kosten onder te brengen in de AWBZ pakketmaatregel; tot nu toe betalen wij dit uit het budget bijzondere bijstand. 19