Schrijf me je liefde Over geletterde liefde en liefde in letters Door Rafaela In de recente ‘Sex and the City’-film leest Carrie voor uit een boek met liefdesbrieven van bekende auteurs. Het boek bleek fictief te zijn, maar er gingen er zoveel nieuwsgierige fans naar op zoek dat schrandere marketinghaantjes hun kans schoon zagen. Ze lieten een boek samenstellen met daarin de gesmaakte love letters van o.a. Beethoven, Mozart, Lord Byron, Gustave Flaubert en Oscar Wilde. Een commerciële stunt (want het boekje heeft minder om het lijf dan vergelijkbare compilaties), maar het zegt veel over hoe de romantiek van ouderwetse liefdesbrieven nog steeds tot onze verbeelding spreekt. Een wandeling langs geletterde liefde en de waanzin van liefde gestold in woorden. Bezit u hem nog? De eerste liefdesbrief die u kreeg, zorgvuldig ergens op zolder bewaard in een mooie doos? Of de eerste liefdesbrief die u schreef aan die knappe jongeling uit de hogere klas, en die je na veel aarzelen toch maar niet verstuurde? De prikkeling die we toentertijd ervoeren, de tijd die we namen om onze jeugdige zielenroerselen op te schrijven en de spannende wachttijd tussen het verzenden en ontvangen van een wederwoord, worden door de hedendaagse snelle communicatiekanalen grotendeels gefnuikt. Liefdesbetuigingen worden in haastige sms-berichten gegoten (‘luv u 2’), een status op Facebook verraadt de status van het hart en de lyrics van geposte YouTube-songs fungeren als hedendaagse Romeo & Julia-serenade. E-mails bieden wat meer ademruimte voor verliefd gekonkelfoes, maar blijven doorgaans evenzeer vluchtig en vlot verteerbaar. En op datingsites allerhande maken de don juans van dienst het al te bont. Zonder enige gêne worden een hele resem sujets d’amour bestookt met identiek dezelfde doorwrochte (sic) amoureuze bespiegelingen. Amateurpoëzie van de bovenste plank, maar zo inwisselbaar als de pest. Geen denken aan dat je voor de bijl gaat als blijkt dat je vriendin net dezelfde doortrapte complimentjes kreeg toegeworpen.
Vergeef me mijn waanzin We hebben het afgeleerd: het gelijktijdig laten vloeien van inkt en minnekoorts. Hoe jammer. Het hart dat een bokkensprongetje maakt bij het legen van de brievenbus, het openen van de envelop met trillende handen, de geur van de brief waaraan je je kunt laven: het zijn allemaal sensaties die we tegenwoordig ontberen. Tortelduifjes uit vervlogen tijden namen node wel hun toevlucht tot pen en papier. Thuisblijvende jonge vrouwen schreven in oorlogstijd love letters naar hun geliefden aan het front. Het duurde soms maanden voor hun geduld werd beloond met een verlossend antwoord, maar tegelijkertijd zorgden de afstand en de onzekerheid voor een intensifiëring van het verlangen. Het is het soort wachten dat wij - door de alomtegenwoordigheid van communicatiemogelijkheden - niet meer kennen. Ook grote literatoren uit de geschiedenis bedreven vaak passionele briefwisselingen. Jean-Paul Sartre bijvoorbeeld, die er naast zijn vaste levenspartner Simone De Beauvoir een hele resem minnaressen op nahield (soms zeven tegelijk), schreef honderden ‘billets doux’ naar de enige vrouw waarvoor hij de Beauvoir misschien had willen inruilen: Lena Zonina, een flamboyante roodharige tolk en (en hoogstwaarschijnlijk ook KGB-agente) die hem bijstond tijdens zijn verblijven in de Sovjetunie. Elke dag pende Sartre, die sowieso bekend staat om zijn enorme productiviteit, voor zijn Russische schone tientallen pagina’s vol. Een aantal jaar geleden werd op een veiling een recordbedrag neergeteld voor een erotische brief van de Ierse schrijver James Joyce, geschreven aan zijn vrouw Nora Barnacle, toen hij voor het eerst sinds vijf jaar zonder haar in Dublin verbleef. In de brief noemt hij zijn vrouw onder meer ‘een hoer met een wilde blik’ en refereert hij aan zijn ‘ontembare lust’. Voor iemand als Joyce was een dergelijke uitspatting des te opmerkelijker omdat hij naar verluidt een hekel had aan obscene taal. De hitsige brief eindigt allicht daarom met de schuldbewuste zin: “Hemel vergeef me mijn waanzin, Jim.” Van Portugals grootse, maar wereldschuwe dichter Fernando Pessoa zouden we niet onmiddellijk verwachten dat hij zich bezondigde aan het plegen van melige minnebrieven. Zijn correspondentie met Ofélia Queiroz, die hij leerde kennen via zijn neef, is de neerslag van de enige, ambivalente poging tot het aangaan van een liefdesrelatie die hij in zijn leven heeft ondernomen. De brieven, opgesteld in een
pseudo-kinderlijk taaltje, zijn niet meteen ’s mans grootste literaire prestatie en hadden ook niet het verhoopte effect. Pessoa beëindigde de verkering (die op zich al niet veel voorstelde gezien de strenge zeden van die tijd), keerde terug naar de veilige haven van de literatuur en liet het lastige leven voor wat het was.
Liefdesuitbraaksels met een postzegel Deze uitschuivers van zowel Pessoa als Joyce zeggen natuurlijk heel wat over de literaire waarde van liefdesbrieven. Immers, waarom verliest Joyce plots zijn goede manieren als hij tijdelijk is verwijderd van zijn teerbeminde? Hoe komt het dat een meester als Pessoa verglijdt in een triviaal en infantiel brabbeltaaltje als hij een brief aan zijn geliefde schrijft? Doeshka Meijsing zegt hierover in haar tekst ‘In godsnaam geen liefdesbrief’: “De nagelaten liefdesbrieven van grote schrijvers vallen ofwel ten prooi aan de grote weduwen- en weduwnaarsvuren, of ze hebben het gehalte van de telefoongesprekken van de Prins van Wales. De uitzondering op de regel vormen Flauberts liefdesbrieven aan Louise Colet. Over het algemeen moet literatuur het niet hebben van liefdesuitbraaksels met een postzegel.” Blijkbaar vervallen ook grote schrijvers in het cliché als ze beneveld zijn door de chemie van de liefde. Weinigen hebben met hun lettres d’amour grootse literatuur afgeleverd. Er is ontzettend veel zeemzoeterigheid gemoeid met amoureus geschrijf, ook met dat van ieder van ons. Verliefdheid verdooft, verdwaast, werkt een zekere lamlendigheid van de geest in de hand. Schrijven wanneer je mentale landschap te woelig is, wanneer de ander loopt te ijsberen in je hoofd, is verraderlijk. Eenmaal de overgave is aangebroken, verlies je al snel een zekere scherpzinnigheid. De meeste liefdesbrieven getuigen dan ook van een haast gênant vitalisme, moeilijk te begrijpen door degenen die zich niet in een staat van verliefdheid bevinden. Net zoals we niet begrijpen waarom een vriendin zo lyrisch doet over die arrogante, en niet bepaald knappe kantoorchef waar ze haar geheime middagen mee doorbrengt. Verliefde zielen bevinden zich in een ander, parallel universum, in een paarlemoeren wereld overgoten met een waas van sensuele spanning. Overal en tot in het absurde toe ontdekken ze zaken (liedjes, boeken, gebeurtenissen) die gelinkt zijn aan het object van hun liefde. De wereld staat bol van niet zo toevallige toevalligheden. Hun ontembare levenslust en het ophemelen van de geliefde, die een uitweg vinden in liefdesbrieven, komt op een nuchtere ziel over als regelrechte gekte. Liefdesbrieven zullen dan ook zelden het hart van een onwetende geadresseerde zomaar voor zich winnen. De mierzoete zemelarijen appelleren slechts aan het hart dat reeds veroverd was. Voor iemand die niet verliefd is, zijn het lege woorden. Vaak, jaren later, als de liefde reeds is bekoeld, en je de brieven herleest die je hebt geschreven of die je zijn toegestuurd, betrap je jezelf op plaatsvervangende schaamte. Wat je ooit optilde tot ongekende hoogten, klinkt nu hol en is zelfs lachwekkend.
Balsem voor de verliefde ziel Toch is een pleidooi voor de heropwaardering van de liefdesbrief op zijn plaats, naar aanleiding van een hoogdag van de liefde als Valentijn. Als u vandaag in de pen kruipt, maakt u daarmee misschien iemand intens gelukkig. Immers, niets is zo balsemend voor de verliefde ziel als het lezen van een brief vol lof en pikanterieën van degene die je hart gestolen heeft. Veel tastbaarder dan een email of een sms’je, is een brief die je kunt lezen en herlezen, die je bij je kunt dragen en koesteren, die je kunt bewaren tot je ze op bejaarde leeftijd herleest met een meewarige glimlach. Om het bedenkelijke literaire niveau hoeft u zich niet te bekommeren. Want zelfs de grootste literatoren bezondigden zich in het heetst van hun minnekoorts aan het neerpennen van een beschamende draak. Het is zoals Pessoa ooit schreef: ‘Liefdesbrieven zijn altijd belachelijk, behalve voor degene voor wie ze bedoeld zijn.’ Hij voegde er echter aan toe: ‘Maar wie nog nooit liefdesbrieven schreef, die is pas belachelijk.’
Fragmenten uit bekende liefdesbrieven “Ikke serijf alleen maar om je te zegge dattik je kaatje heel leuk vond. O! Enne ikke vond het ook jammer dattik niet bij Baby'tje was om Baby'tje usjes te geven. […] Usjes, usjes en nommeer usjes. Fernando.” (Fernando Pessoa aan zijn geliefde Ofélia Queiroz) “Als ik u weer zie, wil ik u bedekken met liefde, met strelingen, met hartstocht. Ik wil u vullen met de geneugten des vleses zodat u flauwvalt en sterft. Ik wil dat u zich over mij verbaast en voor uzelf toegeeft dat u van een dergelijke vervoering niet had kunnen dromen…Als u oud geworden bent, wil ik dat u aan die luttele uren terugdenkt; ik wil dat uw verdroogde beenderen bij die gedachte nog huiveren van genot.” (Gustave Flaubert aan dichteres Louise Colet) “Goedemorgen op 7 juli Nog in bed gaan mijn gedachten al uit naar jou mijn onsterfelijke geliefde, nu eens met vreugde, dan weer met droefheid, in afwachting of het Lot ons verhoort - Ik kan ofwel op volwaardige wijze met je samenleven, of helemaal niet, ja ik heb besloten om net zo lang op afstand van je te blijven totdat ik je om de hals kan vliegen en kan zeggen helemaal thuis te zijn, mijn door jouw liefde omgeven ziel naar het rijk der geesten kan laten gaan - helaas, ik kan niet anders - je zult je vast in mijn besluit schikken, temeer omdat je weet hoezeer ik je trouw ben, nooit kan een ander mijn hart bezitten, nooit nooit - O God waarom moet ik afstand bewaren tot iemand waar ik zo van hou, terwijl mijn leven in Wenen, zoals het nu is, toch armzalig is - jouw liefde maakt me zo gelukkig en diep ongelukkig tegelijk - op mijn leeftijd heb ik juist behoefte aan een zekere eenvormigheid, aan regelmaat in het leven - kan dat bestaan binnen onze verhouding? Engel, zojuist verneem ik dat de postkoets elke dag gaat - daarom moet ik direct eindigen zodat je deze brief zo snel mogelijk ontvangt - Maak je geen zorgen, alleen door in alle rust ons leven te beschouwen, kunnen we ons doel bereiken met elkaar samen te leven - maak je geen zorgen - hou van me - vandaag - gisteren - wat een schreiend verlangen naar jou - jou - mijn leven - mijn alles - O houd van me en houd van me - verloochen nooit het meest trouwe hart van je beminde L. eeuwig de jouwe eeuwig de mijne eeuwig wij” (Beethoven aan zijn Unsterbliche Geliebte, een totnogtoe onbekende vrouw, al wordt vermoed dat het om Antonie von Birkenstock Brentano ging) “Als ik wakker word, denk ik aan u. Uw beeltenis en de betoverende avond die we gisteren hadden, hebben mijn zintuigen overhoop gehaald. Lieve, onvergetelijke Josephine, wat heeft u een eigenaardig effect op mijn hart. Bent u nu boos? Zie ik een bedroefde blik? Maakt u zich zorgen…? Mijn ziel smacht van smart en uw minnaar vindt geen rust; maar er staat mij meer te wachten als ik denk aan de intense gevoelens die mij dreigen te overweldigen. Ik hang aan uwe lippen en de liefde die uit uw hart stroomt
verteert mij. Ach, gisterenavond besefte ik pas goed hoe weinig eer uw beeltenis u doet. U vertrekt rond het middaguur en over drie uur zal ik u zien. Tot dan, mio dolce amor, duizend kussen; maar geef mij er geen terug want deze zullen mijn bloed in vuur en vlam zetten.” (Napoleon Bonaparte aan zijn minnares en latere echtgenote Josephine) “Onmiddellijk werd mijn ziel bevangen door een diepgevoelde sympathie. De beste manier om uit te leggen wat mij bewoog, is te zeggen dat uw onbekende hart intrek leek te nemen in mijn innerlijk – om daar voor eeuwig te blijven – terwijl het mijne, dacht ik, zijn weg vond naar u. Vanaf datzelfde uur heb ik van u gehouden. Ja, nu weet ik dat dat het moment was – die avond van zoetgevooisde dromen – dat de eerste menselijke liefde ontwaakte en de ijstijd in mijn geest ontdooide. Sinds die tijd heb ik uw naam niet kunnen horen uitspreken zonder dat een verrukkelijke huivering, vermengd met angst, mij doorvoer… Jarenlang hebben mijn lippen uw naam niet genoemd, terwijl mijn ziel zich gretig te goed deed aan alles wat er in mijn tegenwoordigheid over u werd gezegd. De vaagste fluistering al deed mijn zesde zintuig ontwaken en beven, een eigenaardige mengeling van angst, extase en een wild ondefinieerbaar sentiment dat nog het beste kan worden omschreven als een schuldbewustzijn.” (Edgar Allan Poe, Amerikaans schrijver en dichter, aan Sarah Helen Whitman, Amerikaans dichteres) “Clara, Wat hebben uw laatste brieven mij gelukkig gemaakt – die van na kerstavond. Ik zou u alle koosnaampjes die ik ken willen influisteren en toch kan ik geen beter woord bedenken dan eenvoudig ‘lief’, maar dat kun je op verschillende manieren zeggen. Mijn eigen lief dan, tranen met tuiten heb ik gehuild bij de gedachte dat u mij toebehoort, en vaak vraag ik me af of ik u wel verdien. Men zou denken dat geen hart of geest kan verdragen wat mij op één dag is overkomen. Waar komen deze duizenden gedachten en wensen, al dat verdriet, die vreugde en hoop vandaan? Dag in, dag uit, in een eindeloze stoet. Maar hoe licht was mijn hart gisteren, en de dag daarvoor? Uit uw brief lichtte zo een nobele geest op, zoveel vertrouwen en zo’n overvloed aan liefde! Voor uw liefde is niets me teveel, mijn eigen Clara. De ridders uit vervlogen tijden hadden het te gemakkelijk; ze konden door het vuur gaan of een draak verslaan om hun jonkvrouw te winnen, maar wij, wij mannen van vandaag, moeten ons tevreden stellen met meer prozaïsche dingen als minder sigaren roken. Maar als het erop aankomt, hebben wij lief, ridder of geen ridder en, zoals met alles, slechts de tijden veranderen, een mannenhart nooit…” (Componist Robert Schumann aan Clara Wieck, de dochter van zijn pianoleraar) ‘In mijn brieven heeft u kunnen lezen hoe eenzaam ik ben. Ik dineer niet aan het Hof, zie maar weinig mensen, wandel alleen en wens jou aan mijn zij bij elk mooi plekje. Ik kan het niet helpen dat ik meer van u houd dan goed voor me is; als ik u weer zie, zal ik des te gelukkiger zijn. Ik voel mijn nabijheid tot u altijd zo sterk, uw aanwezigheid verlaat me nimmer. Elke vrouw die ik zie, vergelijk ik met u, iedereen. Uw liefde is de maatstaf voor alles wat komen gaat. Niet zo dat de rest van de wereld niet voor me bestaat, integendeel, uw liefde verduidelijkt alles. Ik zie helder en klaar hoe mannen zijn, wat ze van plan zijn, wensen, doen en waarvan ze genieten. Ik misgun hun niet wat ze hebben en het vergelijken schenkt me een heimelijke vreugde omdat ik een zo onvergelijkbare schat bezit. U moet zich thuis vaak voelen zoals ik bij mijn zaken; vaak zien we dingen niet omdat we ervoor kiezen niet te kijken, maar alles wordt duidelijk als we onderlinge verbanden zien. Want dan willen we er deel aan hebben en een fatsoenlijk mens schept er behagen in dingen te rangschikken, orde aan te brengen, recht te doen en vrede te brengen. Adieu, mijn liefste lief. (Johann Wolfgang von Goethe aan Charlotte von Stein, die zeven jaar ouder was dan hij en getrouwd met een ambtsdrager van de Weimarrepubliek)
Lezen & Schrijven: •
Het boek uitgegeven n.a.v. de ‘Sex and the City’-film is ‘Love Letters of Great Men’, Ursula Doyle (2008, St. Martin’s Press)
•
Een betere compilatie is: ‘Love Letters of Great Men and Women From The Eighteenth Century To The Present Day’, C.H. Charles (2008, Megalodon Entertainment LLC.)
•
De ‘Liefdesbrieven 1920/1929-1932’ van Fernando Pessoa aan Ofélia Queiroz werden uitgegeven door De Arbeiderspers (2005).
•
Op http://www.theromantic.com/LoveLetters/main.htm vind je een uitgebreide collectie liefdesbrieven van bekende auteurs.
•
Net verschenen bij Lampedaire Uitgevers: ‘Brieven aan Geliefden’, waarin Nathalie Vandecasteele aan een 70-tal bekende Vlamingen (waaronder Joyce De Troch, Yves Leterme, Eva Pauwels, Marijn Devalck, Piet Van Eeckhaut, Koen Crucke, Jean Marie Dedecker en Sabine Hagedoren) vroeg om die nooit geschreven liefdesbrief eindelijk eens op papier te zetten. (2009, paperback 208 pagina’s, 18,95 euro)
•
Op www.1001liefdes.be kun je zelf je liefdesbrief of -gedicht achterlaten, en een hoop andere liefdesgedichten- en brieven lezen. Je schrijfsels komen op de website terecht, en een selectie verschijnt later in boekvorm. De initiatiefnemer Creatief Schrijven maakt een reeks van elf boeken boordevol dergelijke liefdeslitanieën.