In plaats van liefde Tweede Socrateslezing (1985) Uitgesproken door prof. dr. ir. Iteke Weeda
Als ik mij goed verdiept heb in de denkwijze van Socrates, dan is één van zijn belangrijke uitgangspunten dat alles in twijfel moet worden getrokken. Als je dan zo'n 24 eeuwen later, eind twintigste eeuw, een Socrates-lezing mag geven, dan lijkt de Liefde hiervoor als eerste in aanmerking te komen. Allereerst omdat er nog steeds een heilige waas om dit begrip ligt, zodat maar weinig aan het belang ervan getwijfeld wordt. Vervolgens omdat vooral in deze eeuw de Liefde voor brede bevolkingsgroepen de richtsnoer werd voor relaties en voor de inrichting van de primaire leefsfeer. In vorige eeuwen was de bestaanszekerheid voor velen nog zo groot, dat economische motieven de inrichting van het primaire leven in belangrijke mate mede bepaalden. Het geldt voor de partnerkeuze, het krijgen van kinderen, de omgang met familie en buurt. In deze eeuw werd de Liefde voor velen de richtsnoer voor de keuze van een partner, voor het werk, voor de opvoeding van kinderen. Het is een culturele fase in onze westerse geschiedenis en ik denk dat het goed is ons te bezinnen op de vraag, of we dit Liefdes-concept niet langzaam ontgroeien en of het wel geschikt is als belangrijke waarde en als richtsnoer voor relaties in de 21ste eeuw. Om na Socrates in illuster gezelschap te blijven: Einstein zei eens, dat onze wereld op weg is naar een ongekende catastrofe, omdat ons denken niet veranderd is. Alhoewel deze woorden niet bedoeld waren voor de toekomst van menselijke relaties, zijn ze mijns inziens goed van toepassing erop. Steeds vaker bekruipt mij het ongemakkelijke gevoel dat er op dit existentieel belangrijke terrein sprake is van een weinig creatieve en inflexibele opstelling. Het is soms ongelofelijk te constateren hoe kreupel, star en angstig er over het menselijke samenleven in de toekomst gepraat wordt. Terwijl op technisch gebied de fantasie een hoge vlucht neemt, worden ten aanzien van relaties zaken bij het oude gehouden of er wordt voorgesteld een voorbeeld te nemen aan het verleden. De onomkeerbaarheid van sociale processen ligt echter zo voor de hand. Er ontstaan steeds nieuwe combinaties van vorm, ideologie en dagelijkse praktijken. Ik voel weinig affiniteit tot de theorie van de restauratie, de idee dat alles als in een cirkelbeweging terug zou komen. Met alle maatschappelijke en technische vernieuwingen is de weg terug nauwelijks begaanbaar. We moeten vooruit. Traditionele waarden kunnen nog steeds rekenen op een warm onthaal. Deze waarden hoeven niet verder toegelicht te worden, ze raken direct de emoties van in de jeugd verinnerlijkte waarden. Een voorbeeld: zonder uitleg kan ik zeggen dat moederliefde wezenlijk is voor een kind. Maar als ik stel dat liefde polariseert, dan wordt die uitleg wel verlangd. Er is heimwee naar die nestgeur. Er wordt daarnaast beweerd, dat mensen nog niet toe zijn aan al die nieuwe leefvormen en leefstijlen.
1
Ze begeven zich erin, maar ze zouden het in feite niet aankunnen. Het is maar zeer ten dele juist. Want waar we met z'n allen vooral aan toe zijn, is een goede formulering van nieuwe waarden; aan een positieve waardering van vernieuwingen in relatievormen met behoud van de tussenmenselijke verantwoordelijkheid. Een waarde die diep geworteld is in onze cultuur. Dáár zijn we aan toe, in plaats van in afbraaktermen te horen over normen die verzwakken, over een afbrokkelend familie- en gezinssysteem. In plaats ook van steeds weer in voorzichtige woorden nieuwe denkbeelden te verdedigen. Eerder moet de aanval op een aantal oude waarden worden ingezet, voorzover ze niet passen in de samenleving van morgen. Als die aanval niet plaatsvindt, zal de onzekerheid over de normloosheid van onze samenleving toenemen. Dan belanden we in een vicieuze cirkel, want dan blijken mensen ook werkelijk niet toe te zijn aan nieuwe vormen, omdat ze de bijbehorende waarden slecht kunnen verwoorden. Ik spreek over relaties, seksualiteit, voortplanting, opvoeding, werk en wonen. Mensen die traditionele waarden propageren, zijn enerzijds in het voordeel, omdat hun argumentatie zo gemakkelijk aanslaat en anderzijds in het nadeel omdat zij voor het achterhoedegevecht kiezen. Ik doel hierbij duidelijk niet op persoonlijke keuzes van mensen, maar op datgene wat we voor een toekomstige samenleving verwachten en wenselijk achten. Het mag dan een achterhoedegevecht zijn, bij tijd en wijle is het bikkelhard. Een van de meest geliefde 'wapens' bij dit gevecht is het afschieten van de kogel 'egoïsme'. Elke nieuwe vorm kan erop rekenen in eerste instantie met dat stempel 'egoïstisch' te worden opgezadeld. Of je nu als moeder een baan neemt, of je kiest ervoor kinderloos te blijven, dan wel je doet pogingen via de reageerbuismethode een baby te krijgen, of je in een lesbische relatie kinderen wilt laten opgroeien, of je gaat scheiden: het staat allemaal onder schot van het stigma 'egoïsme'. Het is goed om in de gaten te houden wie dat etiket uitdelen en waarom. Mensen doelen doorgaans niet op zichzelf noch op hun directe omgeving, als ze iets egoïstisch noemen. Het betreft altijd die anderen die niet de geijkte wegen bewandelen En die andere leefwijze wordt als bedreigend ervaren voor de eigen keuzes en voorrechten. Dat bedreigende moet met een wapen bestreden worden en dat gebeurt met het stigma 'egoïsme'. Het verwondt. En paradoxaal genoeg: het feit dat het stempel 'egoïsme' als wapen gebruikt kan worden, bewijst dat in nieuwe leefvormen veeleer het tegenovergestelde van egoïsme wordt nagestreefd. Het wapen zou namelijk niet effectief zijn, als het degenen die het moet raken, niet zou verwonden. Dus kennelijk weet men in de behoudende hoek best dat door deze nieuwlichters eerder tegenovergestelde waarden worden aangehangen. In feite hoopgevend dus. Nieuwe stromingen zullen niet snel het verwijt te horen krijgen dat mensen te onafhankelijk en te autonoom zijn. Het zou niet werken. Ondertussen zijn mensen in een overgang naar nieuwe waarden wel relatief onzeker, dus een gemakkelijke prooi.
Nieuwe waarden Nieuwe standaarden zullen we zelf moeten formuleren. We zijn daar doorgaans niet zo happig op. Het liefst wordt de verantwoordelijkheid elders gedeponeerd. Bij een hogere macht die duidelijke wetten geeft over wat hoort en wat niet hoort voor 2
mensen. In het verlengde hiervan ligt de geliefde poging de verantwoordelijkheid bij 'de natuur' te leggen. Er zouden natuurwetten zijn, een oerinstinct, waardoor mensen zich op een bepaalde wijze horen te gedragen en bepaalde taken op zich horen te nemen. Eventueel worden er beesten bijgehaald, die het ook zo doen. Een derde, eigentijdse poging om de verantwoordelijkheid elders te leggen is het beroep op de wetenschap. Ik zal niet ontkennen dat wetenschappelijk onderzoek belangrijk is, maar vooral bij het formuleren van waarden, van goed en kwaad, moeten we moeten er ook beducht voor zijn. Resultaten hebben het aureool onomstotelijk te zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat..., we slaan elkaar ermee om de oren. Wetenschap wordt dan de nieuwe religie. Voorzichtigheid is geboden, omdat we weten dat sociaal-wetenschappelijk onderzoek sterk tijdgebonden is en geen eeuwige wetten kan leveren. Veel zaken zijn domweg niet te bewijzen in de huidige tijd, zoals bijvoorbeeld de uitwerking in de toekomst van een bepaald type opvoeding. De ontwikkelingen gaan door; de verkleining van het kindertal per gezin heeft ook niet gewacht op wetenschappelijk onderzoek naar de betekenis ervan voor kinderen. Een laatste mogelijkheid is géén waarden benoemen, maar een alles omvattende tolerantie ten toon spreiden. Iedereen mag alles doen wat hem of haar goed dunkt; een waarde is wèl, dat er verplicht respect dient te zijn voor de keuzes van anderen. Ook hierbij gaat het in feite om het ontlopen van verantwoordelijkheden. Als nieuwe waarden niet met kracht benoemd worden, bevorderen we een gevoel van onmacht, onzekerheid, eenzaamheid. Een gebrek aan houvast, dat overigens bij overgangstijden hoort. Er zijn duwtjes nodig. Ik wil daar graag een bescheiden bijdrage aan leveren en zeker in het kader van een lezing voor het Humanistisch Verbond. Ik denk namelijk dat vooral vanuit het humanisme, dat zozeer de menselijke zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voorstaat, denkwerk verzet kan worden voor het krachtig formuleren van nieuwe waarden. In plaats van liefde, het klinkt misschien onwezenlijk. In dit leven is liefde zo noodzakelijk; onze cultuur heeft dit idee in deze eeuw op onnavolgbare wijze tot in alle uithoeken van het menselijk samen leven weten te verspreiden. Seks mag niet zonder liefde, een huwelijk moet gesloten worden uit liefde, kinderen behoren de kroon te zijn op de liefdesband, moederliefde is een heilig fundament. Liefde omvat alles. Wat kan een mens eigenlijk tegen de waarde 'liefde' hebben? Zoals ik al zei: het liefdesconcept zoals dat in de twintigste eeuw vorm heeft gekregen, werkt polariserend. Die twee door elkaar uitverkoren volwassenen en die enkele kinderen worden in dit waardenstelsel geplaatst tegenover een kille, koude, concurrerende buitenwereld. Maar het gaat verder, want liefde polariseert tegenwoordig ook steeds vaker tussen de twee mensen die zeggen elkaar lief te hebben; snelle veranderingen, grote emotionele investering en hoge verwachtingen wat betreft gezamenlijkheid, onderling begrip èn zelfstandigheid, maken de liefde voor menigeen tot een hel. De verzelfstandiging van het gezin uit de vertrouwde familie- en buurtsamenleving is een belangrijke fase geweest in onze samenleving, waarin industrieën en de technische mogelijkheden zich snel uitbreidden. Het houvast dat die kleine gezinseenheid met de liefde als fundament bood, was tijdelijk belangrijk. Het ging om een hoeksteen en er werd een liefde voorgeschreven als van gewapend beton, want loslaten zou ineenstorten van het bouwwerk betekenen. Maar ook beton is niet voor eeuwig, beton rot, krijgt scheuren... en eigenlijk wordt het aangezicht van die 3
betonnen liefde, die andere mensen uit moet sluiten, steeds minder fraai gevonden. In eerste instantie werden het gesloten gezinsmodel en deze betonnen, levenslange liefde een belangrijk hulpmiddel geacht om de kou van de veranderende samenleving buiten te sluiten. De ontwikkelingen gingen verder. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de toename van het alleen-wonen, LAT-relaties, samenwonen van homo- en heteroseksuele paren, vrijwillige kinderloosheid, buitenechtelijke vruchtbaarheid, echtscheiding, eenoudergezinnen met jonge kinderen, stief gezinnen, groepswonen, betaald werkende moeders. Revolutionair is het feit dat ook de pluriformiteit van leefvormen in één mensenleven groeit. Al deze ontwikkelingen hebben niet gewacht tot een consistent systeem van bijbehorende waarden ingang had gevonden. En dat is de pijn van vandaag: hoge verwachtingen van een liefde van twee mensen die elkaar aanvullen en in elkaar opgaan èn de behoefte aan persoonlijke autonomie. In plaats van liefde: Ik verwacht dat na de door een waas van heiligheid omgeven liefde in eerste instantie de intieme vriendschap aan status zal winnen. Maar ook die vriendschap wordt geïdealiseerd en als ook die over het hoogtepunt van de idealisatie heen is en betonnen trekken krijgt, dan zal het gewone wellicht meer de kans krijgen. De variërende verbondenheid tussen velen kan dan een leidraad worden. In de vorige eeuw was er een relatief grote afhankelijkheid van familie en buurt, met een sterke verbondenheid in de kleine, afgesloten gemeenschap. Het belang van het individu was ondergeschikt aan dat van de gemeenschap. Hieruit maakte het zelfstandige, gesloten gezin zich los. De gezinsverbondenheid kwam voorop te staan; het individuele belang werd ondergeschikt aan het gezinsbelang. Het vervolg daarop is tegenwoordig een zoeken naar individuele zelfstandigheid in de relaties. Omdat nieuwe vormen groeien uit de oude en de invloed van de socialisatie maar langzaam wordt afgebroken, wordt die zelfstandigheid eerst in de duurzame paarrelatie gezocht. Van daaruit kan het belang van enkele duurzame vriendschappen toenemen. Pas als de hoge status van de levenslange paarrelatie verdwenen is en er gewenning is aan variatie in meer of minder intieme relaties, die niet zomaar vrijblijvend zijn, kan een bredere, variërende verbondenheid tussen mensen richtinggevend worden voor relaties. Het gaat om een belangrijke mentaliteitsverandering. In plaats van liefde: De overgang van één persoon lief hebben naar meer mensen die je lief zijn. De overgang van hartstocht en afhankelijkheid van één naar het delen van waarden en werkdoelen. Het is een inschatting van een waardenverschuiving, die ik hoop te verduidelijken door in te gaan op de terreinen van seksualiteit, voortplanting, opvoeding, werk en wonen.
Seksualiteit Ten aanzien van de seksualiteit komt al wel heel duidelijk tot uiting wat die waarde van een betonnen liefde vraagt. De woorden liefde en seksualiteit worden soms als synoniemen gebruikt: liefde bedrijven. Liefde is verworden tot seks. En waar zit het beton? Het zit hem in de nadruk op het bed, de nadruk op de geslachtsgemeenschap, het wijdverbreide idee dat een paar het toch wel zo'n twee
4
keer per week hoort te doen, de nadruk op de exclusiviteit en uitsluiting van alle andere mensen. De toenemende gevaren van geslachtsziekten - tegenwoordig staat AIDS in het centrum van de belangstelling - worden nogal eens aangegrepen om deze exclusieve, seksuele band te propageren. Het zou de natuurlijke weg terug wijzen naar de monogamie. Alsof we die weg in deze eeuw ooit massaal verlaten hebben in onze ideologie. Opmerkelijk bij dergelijke pleidooien is dat niet gekeken wordt waar het ècht om gaat. Het is allang bekend dat de genitale seksualiteit gezondheidsrisico's met zich meebrengt op het gebied van zwangerschap, verhinderen van zwangerschap, geslachtsziekten, irritaties, aandoeningen en dergelijke. Deze zaken verwijzen eerder naar nieuwe vormen van seksualiteitsbeleving dan naar een weg terug naar die levenslange, exclusieve tweekeer-per-week relatie. Betogen tegen een overdaad aan genitale seksualiteit in het huwelijk kunnen steevast rekenen op een grote weerstand. Ze worden direct afgestraft en in het belachelijke getrokken. Waarom? Omdat ze een bedreiging vormen voor de mensen die anderen willen doen geloven dat een leven zonder seks onleefbaar is. Als seksualiteit niet zozeer de bezegeling hoeft te zijn van een betonnen, levenslange liefde voor één persoon, dan zullen in dit verband de erotiek en de intimiteit meer kans krijgen. Deze erotiek en intimiteit kunnen met meerderen beleefd worden, zonder dat het levensgeluk van die ene partner op zijn grondvesten trilt. Een aanraking, een hand om de schouder, de lijfelijke warmte van een medemens, het bijzondere van het erotisch nieuwe, een blik, de warmte van de herkenning: het zijn evenzo vele manieren om verbondenheid te tonen. Daarvoor hoeven we niet per se onder de dekens te kruipen. In het dagelijks leven is deze erotiek aanwezig, maar we durven haar nog niet apart te benoemen als een positieve waarde. Het klinkt nog wat eng: lief en spontaan zijn, ook lijfelijk, voor mensen waarmee je je verbonden voelt en waarmee je belangrijke waarden en werkdoelen deelt. Er bestaat een angst dat de doorbraak van feministische denkbeelden de aantrekkelijke erotische spanning tussen man en vrouw zal doen verdwijnen. Voor zover deze spanning in de man-vrouw relatie voortkomt uit een machtsspel is deze angst gegrond. Er is een onevenwichtige machtsbalans, waarbij veelal de man afhankelijk is van haar vaardigheden in het omgaan met emoties, intimiteit, vertrouwelijkheid, en waarbij de vrouw meestal afhankelijk is van zijn prestige, zijn geld, zijn goedkeuring om mee te mogen tellen in deze wereld. Maar het lijkt mij toe, dat we met een gerust hart die betonnen hartstocht en die schijnerotiek op basis van machtsverschillen achter ons kunnen laten. De erotiek, de intimiteit en de seksualiteitsbeleving zonder deze scheve machtsbalans kan er alleen maar menselijker door worden.
Voortplanting De betonnen liefde vindt twee stevige heipalen in de voortplanting. Het gaat weer om liefde, omdat kinderen een kroon moeten zijn op de liefdesband tussen man en vrouw. Het is beton, omdat van alles muurvast is vast gemetseld: de relatie waarin een kind geboren mag worden, het aantal kinderen, het feit dat het om zelf verwekte, zelf gedragen, zelf gebaarde kinderen moet gaan. Het gebrek aan 5
keuzemogelijkheden, voor gehuwde èn voor ongehuwde mensen, is markant in de traditionele voortplantingswaarden. De argumentatie is tweeslachtig. Enerzijds wordt beweerd dat de vrouw van nature een behoefte zou hebben kinderen te baren, anderzijds zou deze behoefte bij ongehuwde vrouwen ontbreken. Op dit terrein kunnen vernieuwingen verwacht worden. Kinderen die in andere leefvormen dan het gezin opgroeien, kinderen die zowel biologische als sociale ouders hebben. En juist ook op dit terrein zijn de angsten groot en worden nieuwe waarden niet benoemd. Vaak valt nog te beluisteren dat kinderen in een gezin geboren horen te worden, ze hebben een vader en een moeder nodig. Andere leefvormen, zoals de homoseksuele relatie, zouden ons nageslacht geen optimale kansen bieden. De nieuwe voortplantingstechnieken boezemen voorts angst in. Werden gehuwden van een kwart eeuw geleden die bewust geen kinderen wilden egoïstisch genoemd, nu kunnen paren die alles in het werk stellen om kinderen te krijgen deze negatieve onderscheiding verwachten. Velen gaan met deze redenatie de weg terug. Er wordt namelijk gezegd dat mensen weer eens wat meer moeten leren hun lot te accepteren. God, de natuur en zelfs de wetenschap worden erbij gesleept om deze lotstheorie weer ingang te doen vinden. Langs natuurlijke weg kan je geen kinderen krijgen, dan moet het ook niet kunstmatig geprobeerd worden. Kijk maar naar onze voorouders, die deden het ook op de aloude en beproefde wijze. Maar deze redenatie horen we niet als het over het gebruik van anti-conceptie gaat, over inenten, over opereren enzovoorts. Was het niet het grote goed van deze tijd dat we ons lot op sommige terreinen iets meer in eigen handen kunnen nemen, dat er nieuwe keuzes zijn? Dat geldt voor de vruchtbaren die geen kinderen willen, het geldt nu ook voor de onvruchtbaren die wel eigen kinderen wensen. Werkelijke gevoelens met betrekking tot het kinderen krijgen kunnen dan meer een richtsnoer worden dan mogelijk. was bij het bewandelen van de uniforme route, die traditionele waarden voor ons uitstippelen. De weg vooruit betekent echter ook de noodzakelijkheid om in onze samenleving de keuzes voor vrouwen te verruimen. Door de heersende ideologie en beperkte andere mogelijkheden worden zij min of meer gedwongen zich (letterlijk) in allerlei bochten te wringen om tenminste de identiteit van moeder te verkrijgen. Er is vrouwen toch in hoge mate wijsgemaakt dat ze alleen dan meetellen. Alleen een samenleving die vrouwen meerdere alternatieven te bieden heeft, kan een echte keuze voor wel of geen kinderen mogelijk maken. Ook is een echte keuze pas mogelijk als de voorwaarden zijn geschapen voor vrouwen om een maatschappelijk actief leven te combineren met de gedeelde zorg voor kinderen. Aan deze zaken moet worden gewerkt en niet aan het doen herleven van de theorie dat we ons lot weer eens moeten leren aanvaarden. Tenslotte: We hadden net een nieuwe waarde ontwikkeld, namelijk dat het goed is als kinderen gewenst op de wereld komen en liever niet per ongeluk en ongewenst. Laten we die waarde behouden en voorwaarden scheppen, zodat een dergelijke wens geen obsessie hoeft te worden.
Opvoeding De
opvoeding
wordt
getekend
door
de
noodzaak
van
een
betonnen, 6
vanzelfsprekende moederliefde. Het verhevene van de moederliefde en de grote waarde die gehecht wordt aan haar permanente aanwezigheid in de eerste levensjaren van het kind, zijn waarden die pas in deze eeuw massaal ingang vonden. Onze huidige cultuur heeft de denkbeelden van mannen als seau, Freud en Bowlby verinnerlijkt. Ideeën over het natuurlijke moederschap, over het belang van de hechte moeder-kind relatie voor het latere leven. De vader vertegenwoordigt meer het gezag. Kinderen zouden een vader en een moeder nodig hebben, waarbij bedoeld wordt dat kinderen hun dagelijkse leven horen te delen en onder een dak horen te wonen met die vader en die moeder. Er wordt wel eens gesuggereerd dat er eeuwige wetten zijn voor wat goed is voor een kind. Wat een kind nodig heeft, is echter erg tijd- en plaatsgebonden. Eigentijdse waarden zeggen dat er een vaderfiguur en een moederfiguur nodig zijn om het kind de toekomstige rol voor te leven. Maar de sociale veranderingen hebben ook dit gedachtegoed niet ongemoeid gelaten. Door de toenemende emancipatie van mannen en vrouwen tot mensen met zeer verschillende capaciteiten en mogelijkheden vermindert de noodzaak voor een kind om onder één dak te leven met een vaderfiguur en een moederfiguur. Een nieuwe waarde zal steeds meer worden dat kinderen mensen nodig hebben, die ze kunnen vertrouwen, mensen die zich verantwoordelijk voor ze voelen; evenwichtige, gevoelsrijke, zelfstandige volwassenen die een kind willen begeleiden op haar of zijn weg naar de eigen zelfstandigheid. De jeugd van tegenwoordig, we weten het uit de media: ellende troef. Spijbelen, vandalisme, alcohol, drugs, zelfdoding. Het is niet gemakkelijk aan dat beeld te tornen. Maar ik heb toch qua mondigheid, zelfstandigheid, kritische instelling en stevigheid meer vertrouwen in de jeugd van tegenwoordig dan in de jeugd van bijvoorbeeld de jaren vijftig. Het is een lijn waarvan te hopen valt dat hij doorzet, omdat in de hoog-technologische, gedifferentieerde samenleving van de toekomst vooral autonome mensen, met een goede dosis zelfvertrouwen, in samenwerking met anderen hun weg kunnen gaan en deze samenleving een menselijke vorm kunnen geven. De achtergrond van deze grotere mondigheid van de jeugd zal de democratisering van de opvoeding zijn. Het feit dat niet alle ouders in dezelfde mate meegaan, alsook de maatschappelijke onzekerheden en overgangssituaties van dit moment verklaren mede de ook aanwezige probleemgroepen. Maar daarmee blijft het algehele beeld van een grotere mondigheid overeind. Opmerkelijk is dat de psychische noden van deze tijd, zoals eenzaamheid en geestelijke instabiliteit, nogal eens in verband worden gebracht met nieuwe verschijnselen van deze tijd, zoals vrouwenemancipatie, kindercrèches, werkende moeders, toenemende echtscheiding. Het is in hoge mate ironisch dat niet zelden ook psychiaters dit doen; mensen die op het individuele vlak geneigd zijn zoveel te verklaren uit de opvoeding in het verleden, zoeken voor een sociologische verklaring naar eigentijdse oorzaken. Als de generaliserende verklaring van de problemen van vandaag ook in de opvoeding wordt gezocht, dan moet je je echter afvragen, of de culturele fase in het midden van deze eeuw met de sterk beschermde opvoeding in het kleine gezin met een zichzelf opofferende moeder niet mede heeft geleid tot hedendaagse problemen onder de jongeren en volwassenen. Is het misschien in zekere zin een opvoeding tot angst en eenzaamheid geweest? Angst voor het verlies van die ene relatie met de moeder. Een relatie waarin het kind een ongelijkwaardige, 7
eenzijdig afhankelijke positie heeft wat betreft warmte en gezag. Een opvoeding tot eenzaamheid, omdat leeftijdgenoten nagenoeg ontbreken in de eerste levensjaren, eenzaamheid ook vanwege de hoge verwachtingen die aan kinderen gesteld werden. De vraag of de opvoeding in het midden van deze eeuw leidde tot angst en eenzaamheid, zal ik niet zomaar bevestigend beantwoorden, omdat het probleem te complex is. Maar met de nadruk op de problemen van de volwassenen van vandaag, klagen we ten dele wel de opvoedingspraktijken van gisteren aan. Het is onzinnig deze opvoedingspraktijken buiten beschouwing te laten, als het om de problemen van deze tijd gaat en ze alleen als ideaal op te voeren als nieuwe opvoedingsdenkbeelden aan de kaak gesteld moeten worden. Ik vind het een belangrijke nieuwe waarde dat bij de socialisatie van het nageslacht, vanaf de geboorte, meerdere verantwoordelijke volwassenen worden betrokken. Ik denk dat het in de huidige tijd niet goed is voor een kind in de eerste levensjaren te zijn overgeleverd aan de liefde en de nukken van één vrouw, en af en toe ook een man en broer of zus erbij. Het bevordert gevoelens van eenzaamheid en een levenslang hunkeren naar de terugkeer van die ene alles omvattende liefdesrelatie met de moeder. Een kind dient vanaf de geboorte te leren dat hij of zij vertrouwen kan stellen in meerdere volwassenen. De moeder, de vader, een goede vriend of vriendin. Een kind heeft daarnaast contact nodig met leeftijdgenootjes, hetgeen mogelijk is via een goed geleide crèche, een kinderdagverblijf, uitwisseling met vrienden. Het zal een steviger basis leggen voor een volwassen leven na 2000, als autonomie en samenwerking belangrijker zijn dan het leven afstemmen op die ene ware liefde. Met deze nieuwe socialisatie-praktijken zijn we in het dagelijks leven langzaam op de goede weg. Maar ten aanzien van de waarden hebben we het er nog erg moeilijk mee. Hier is dan bij uitstek sprake van een gevaarlijke situatie, want langs allerlei wegen wordt het schuldgevoel van vrouwen, die voorzichtig stappen zetten in een nieuwe richting, aangewakkerd. Een hogere macht zou willen dat de moeder zich voor 200 % inzet voor haar kind, de natuur wenst hetzelfde van haar en ook de wetenschap laat zich af en toe niet onbetuigd door met tijdgebonden beperktheden aan te tonen dat het kind alleen gediend is met de volledige moederlijke inzet. De wapens zijn vervolgens weer: egoïsme en onverantwoordelijkheid. Een moederliefde van gewapend beton wordt geëist. Een nieuwe, consistente socialisatie-ideologie is meer dan ooit noodzakelijk, want onzekerheid en schuldgevoel bij de verzorgers zijn geen goede uitgangspunten voor een evenwichtige opvoeding. Het zal gaan om een ideologie die op bepaalde punten een draai van 18O graden in het denken vraagt, waarbij vriendschap en verbondenheid belangrijker zijn dan één zware hechting en binding, waarbij de verantwoordelijkheid voor kinderen, zeker ook in de eerste levensjaren, minder exclusief bij de ouders komt te liggen. Het gaat om een erkenning dat ook de samenleving een belangrijke verantwoordelijkheid voor haar nageslacht heeft en dat een kind niet de toevallige luxe van twee ouders is. Het gaat tenslotte om een ideologie, waarbij de opvoedingswaarden niet berusten op een heimwee naar het verleden, maar op een constructieve gerichtheid op de toekomst.
Wonen en werken Een volgend aspect: wonen en werken. In het wonen hebben we letterlijk de 8
betonnen liefde tot uitdrukking gebracht. Vele afzonderlijke, kleine betonnen wooneenheden. Goed van elkaar gescheiden, want je hoort wel van je huisgenoten te houden en niet van je buren. Per eenheid is er nauwelijks privacy voor de afzonderlijke huisgenoten. Dat hoeft niet, want als je van elkaar houdt, wil je zoveel mogelijk samen zijn, aldus het waardenstelsel rond de liefde. Huizen en flats als eenheidsworsten, die symboliseren hoe weinig flexibel deze betonnen liefde is. Wonen en werken waren in vroeger tijden meer verbonden. Menselijke bindingen werden veel minder via de liefde benoemd. Met de komst van de industriële samenleving zijn wonen en werken gescheiden; echter vooral voor mannen, voor vrouwen veel minder. De gedachte heeft toen postgevat dat samenwonen met anderen alles met liefde te maken heeft en buitenshuis werken met anderen niets. Je kunt moeilijk zeggen: ik houd van mijn collega's. Dat heet de boze, koude en zakelijke buitenwereld te zijn, waarin je alleen kunt standhouden vanuit de warme terugval-basis, die liefde en gezin dienen te bieden. Deze waarden met betrekking tot wonen en werken komen zeker voor verandering in aanmerking, omdat ze niet zelden schril in strijd zijn met het dagelijks leven, omdat ze polariseren en niet verbinden. Vanuit het wonen zouden bredere onderlinge verbindingen nagestreefd moeten worden, met erkenning van de toegenomen behoefte aan individuele eigenheid en privacy. Zorg voor mensen die je lief zijn, zieke vrienden tijdelijk opnemen; woonvormen dienen dit niet tegen te werken, maar juist te stimuleren. Alledaagse dingen moeten met anderen gedeeld kunnen worden, zonder dat er direct het predikaat liefde aan gekoppeld wordt. En dan: warmte, vriendschap en verbondenheid horen óók bij het samen werken, waartoe ik niet alleen het betaalde werk reken. Gezamenlijk een bepaald doel nastreven is een belangrijke verbinding. Het geldt ook voor de huishouding en de opvoeding van kinderen, als er tenminste van een gezamenlijke verantwoordelijkheid sprake is en echt samengewerkt wordt, hetgeen nog ongebruikelijk is. Bij de scheiding van wonen en werken is de liefde exclusief aan het wonen verbonden. Voor een gewenning aan een nieuwe samenleving was dit wellicht nodig. De tijd lijkt echter rijp om het gezamenlijke werken eveneens als een stabiele basis te gaan waarderen voor menselijke bindingen. Het gaat hierbij niet alleen om het betaalde werk, omdat de zin hiervan nogal eens alleen maar het verwerven van inkomen is. Het gaat ook om het onbetaalde gezamenlijke werk binnens- en buitenshuis, waarvoor mensen werkelijk kiezen en met anderen een doel nastreven dat voor hen belangrijk is.
Vriendschapsnetwerken Als op deze wijze seksualiteit, voortplanting, opvoeding, werken en wonen bekeken worden, krijgen relaties tussen mensen vanzelfsprekend een andere inhoud. We verkeren in een overgangsfase. We verlangen nog naar een relatie die alle behoeften bevredigt. Er is een angstig zoeken naar die ene grote liefde, alsof het het hoofddoel van dit leven is, alsof we niets beters te doen hebben. De uitspraak 'ik houd van je', heeft de macht van de zware claim op de ander. Samen wonen, samen leven, samen delen. De uitspraak 'ik houd niet meer van je', heeft de macht van de verbreking. Geen verdere uitleg is nodig, het gevoel is heilig. Maar de ambivalentie groeit, vooral in heteroseksuele relaties. Want meer en meer wordt beseft dat die tot man opgevoede man en die tot vrouw opgevoede vrouw in belangrijke opzichten vaak 9
vreemden voor elkaar blijven. De samenleving is niet ingericht op een echte samenwerking; het gevoelsleven is verschillend ontwikkeld. Teleurstelling, onzekerheid, spanning, strijd, angst en mythevorming. Met stukjes en beetjes wordt deze hoge waardering van een alles omvattende, levenslange liefde met een zekerheid van beton afgebroken ten gunste van meerdere innige relaties. Vriendschappen, het klinkt wat gewoontjes; samenwerken, het heeft niet die spanning. Verbondenheid waarbij je niet in het middelpunt van het leven van de ander staat, niet de vleiing van uitverkoren te zijn door een mede-mens, maar de ervaring een schakel te zijn in een veel groter geheel. De basis vormen vriendschapsnetwerken die qua gedaante en samenstelling veranderen. Het wil niet zeggen dat het gezin als vorm verdwijnt, maar wel dat het individuele leven centraal staat en dit gezin meer opgenomen is in bredere groepen. Familie en mensen waarmee wordt samengewerkt, kunnen behoren tot deze netwerken. In feite kunnen daarmee dergelijke vriendschappen duurzamer zijn dan de exclusieve tweerelatie, omdat in tijden van problemen of onverschilligheid het niet nodig is de band finaal en officieel te verbreken. Bij echtscheiding zou je soms haast denken dat er een zwaartekracht in het spel is, waarbij men elkaar als een baksteen dient te laten vallen. Het is mogelijk dat in deze vriendschapsnetwerken de intimiteit een meer solide basis kan vinden dan in de exclusieve tweerelatie, omdat niet zoveel op het spel wordt gezet wanneer vertrouwelijkheid en het uiten van gevoelens tot teleurstellingen leiden. In menige zeer hechte paarrelatie is het bijvoorbeeld niet mogelijk elkaar de eigen angsten en onzekerheden te vertellen, omdat men dan bang is elkaar te kwetsen of te verliezen. Op cruciale momenten, zoals een ernstige ziekte van een van beiden of de dood van een kind, kan men elkaar vaak moeilijk echt bijstaan. Het is wel zeker dat veranderingen op het vlak van menselijke relaties pijn doen en het is ook wel zeker dat een nieuwe situatie geen paradijs op aarde zal brengen. Grotere en kleinere problemen zullen ermee samenhangen, zeker in een beginfase waarin de samenleving nog zo uitgaat van en is ingericht op het paar. Pijn, vallen en opstaan kenmerken een samenleving in verandering. Of mensen van dit alles gelukkiger worden, is een veelgestelde, maar onzinnige vraag. Het menselijk geluk in verschillende samenlevingsperiodes kan moeilijk vergeleken worden. Voorlopig zijn in ieder geval deze vriendschapsnetwerken, met een expliciete waardering van het alledaagse, volgens mij meer geënt op de eisen van de toekomstige samenleving dan het kleine gezin met een nadruk op liefde en met de standaard taakverdeling. Voor het leven van de enkeling heeft deze visie belangrijke gevolgen. Bij het volwassen worden ligt het minder vast vanuit welke leefvormen het leven wordt ingericht. Keuzes en bewegingsvrijheid betekenen ook meer onderling onderhandelen èn meer zelfcontrole. We moeten vanuit een eigen verantwoordelijkheid rekening houden met elkaar. Er is in relaties minder dwang via regels en sociale controle. Mensen gaan intiem-seksuele relaties aan die een leven lang kunnen duren, maar ook een tijdelijker karakter kunnen hebben. Vriendschappen kunnen, afhankelijk van de activiteiten en ontwikkeling van mensen, langer of korter duren, intens of vrij oppervlakkig zijn, belangrijk zijn in emotioneel opzicht, voor onderlinge hulp, gezamenlijke vrijetijdsbesteding, hobby's en dergelijke. Vriendschappen kunnen na jaren weer opgepakt worden, ze kunnen een basis zijn voor het wonen en leven op oudere leeftijd. Het gaat om wisselende afhankelijkheden. 10
Velen denken dat alleen de exclusieve liefde en een grote emotionele investering in één persoon zekerheid en geborgenheid geven. Het klopt niet meer, eerder het tegendeel is waar; teleurstellingen, schijngeborgenheid, een scheve machtsbalans en het finaal verbreken van de relatie zijn juist vaak het gevolg van een enorme emotionele investering en hoge verwachtingen. De werkelijkheid van vandaag is, ook onder gehuwden, veel gevarieerder. Maar de samenleving moet wel meer ingesteld raken op de variatie in relaties. Deze leefwijze dient meer zichtbaar te worden. Een positieve waardering en een acceptatie van het belang van dergelijke netwerken voor individuen en voor paren brengen al een beperkte mate van institutionalisering met zich mee. Een belangrijke mentaliteitsverandering is ervoor nodig. Is dit alles een raar, wereldvreemd visioen van mijn kant? In mijn ogen zeker niet. Menige alleenwonende en vele paren leven al zo. Bovendien en dat is veelzeggend: de bisschoppen hebben allang ontdekt dat leven vanuit een vriendschapsnetwerk aantrekkelijk is, alleen willen ze die kennis voor zichzelf houden en praten ze anderen graag het traditionele, gesloten gezin aan. Ook onder de gehuwden groeit het aantal mensen met deze nieuwe leefstijl; bovendien zijn er velen die graag zo zouden willen leven, maar door angst en afhankelijkheid weerhouden worden. Tenslotte: ons verwantschapssysteem is ondertussen veel ingewikkelder geworden dan het standaard twee-kindsgezin doet vermoeden. Wisselende stiefrelaties zorgen ervoor dat voor velen de familierelaties zich uitbreiden. Het onderhouden van deze relaties is echter aan nieuwe spelregels gebonden, de verplichting is minder, vriendschap en gezamenlijke waarden zijn belangrijker in dit verband. Het is een aanloop naar nieuwere vormen van verbondenheid en nieuwe mogelijkheden van onderlinge hulp. Vele aanwijzingen dus, maar wat nog ontbreekt is de durf om in onze waarden deze individuele en opener opstelling tussen vrienden positief te benoemen. Daarmee worden wel risico's gelopen, want als de waarden niet geformuleerd worden, voelt een samenleving minder de noodzaak de structuren aan te passen.
Slot Een mens wordt iemand in relatie tot anderen, dat is bekend. Het begrip liefde is in de twintigste eeuw echter een niet onder verdenking staande rechtvaardiging geworden voor het handelen. Liefde werd iets vaststaands, het is er of het is er niet. Het wordt nauwelijks in termen van verandering beschreven. Liefde is gemaakt tot een soort machine die wel of niet werkt, zonder dat we er echt vat op hebben. Twijfel is juist hier geboden. Achter het vage begrip liefde hebben we in onze eeuw veel macht verscholen, economische belangen, schijnheiligheid, onrechtvaardige verdeling, ongezonde afhankelijkheid, verlies van autonoom beslissingsrecht. Deze verschijnselen worden via het liefdesconcept acceptabel gemaakt. De mythe van de liefde bereikt diepe emotionele lagen vanwege het geloof in een oergevoel met de moeder. Ik vind zo langzamerhand de uitwerking van dit liefdesbegrip zo destructief, dat ik ertoe neig voor te stellen dit woord voorlopig maar even niet in de mond te nemen. Laten we praten over wat we precies bedoelen: betrokkenheid, hulpvaardigheid, intimiteit, erotiek, seksualiteit, gezamenlijkheid, genegenheid, gelijkgerichtheid, sympathie. Liefde, zoals we die in deze eeuw hebben vormgegeven, polariseert. Die ene behoort de uitverkorene te zijn, met z'n tweeën moet je de wereld aankunnen. Op de 11
drempel van een nieuwe eeuw en wellicht een nieuwe fase in onze cultuur zou meer nadruk gegeven kunnen worden aan de waarde van het gevoel opgenomen te zijn en een wezenlijk onderdeel te vormen van een groter geheel. Mocht het zo zijn dat we nog te veel gehecht zijn aan het magische van de klank liefde, dan pleit ik voor het streven van een overgang van liefde van gewapend beton naar liefde van verbindend gluon. Van het gezin als hoeksteen van de samenleving naar de mens als middelpunt van een eigen vriendschapsnetwerk. Wisselende, veelkleurige, in elkaar overlopende netwerken die een veel groter geheel kunnen omvatten. Het gaat uiteindelijk toch ook om de verantwoordelijkheid jegens dat grotere geheel, waarbij het bestrijden van de bedreigingen tegen mens, dier en milieu een belangrijk doel is. Ik beweer niet dat we een heilstaat tegemoet gaan, maar ik beweer wel dat de traditionele hoeksteen - het exclusieve, gesloten huwelijk en gezin - veel te kwetsbaar is en absoluut niet berekend op een toekomstige samenleving. Als de flexibiliteit van mensen om zich in betekenisvolle relaties tot anderen te bewegen niet wordt verhoogd, zie ik de toekomst somber in. Want een gebrek aan zelfvertrouwen en een gebrek aan flexibiliteit veroorzaken spanningen en stress. Overigens ben ik van mening dat in deze laatste fase van de twintigste eeuw juist de worsteling naar die grotere flexibiliteit plaatsvindt. Het heeft op individueel niveau wel eens het aanzien van het tegendeel, want terugvallen na een experimenteerfase is niet ongewoon. Het betekent ook veel problemen, ellende en uitvallers. De pijn en de onzekerheid kunnen verminderd worden, als nieuwe waardenstelsels meer expliciet worden gemaakt. Vandaar mijn pleidooi voor gericht zoeken naar wegen om het liefdesconcept van de gewapende band met één ander om te vormen in een liefdesconcept van meerdere verbindingen. Een herdefinitie van waarden op vele terreinen is ervoor noodzakelijk. Als we deze inzet opbrengen, kunnen we, volgens mij, met een iets geruster hart de 21ste eeuw instappen.
12