SCHOOLPLAN ICB DE VUURVOGEL

SCHOOLPLAN ICB DE VUURVOGEL 2015- 2019

1

Inhoudsopgave schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019 Voorwoord 1 Inleiding

1.1 1.2 1.3 1.4

Doelen en functie van het schoolplan Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen Samenhang met schoolgids

2a

Bestuur

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

Gegevens bestuur Organogram bestuur Besturingsfilosofie en bestuurlijke doelen Externe omgeving Medezeggenschap

2b

Schoolbeschrijving

2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12

Kenmerken school Kenmerken leraren en directie Kenmerken leerlingen Kenmerken ouders en omgeving Prognoses: interne en externe ontwikkelingen SWOT 2014-2015 Conclusies

3

Onderwijskundig beleid

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10

Missie Visie en ambities ICBO en identiteit Leerstofaanbod en toetsinstrumenten Ambities onderwijs en leren ICB de Vuurvogel Leertijd Pedagogisch Klimaat Didactisch Handelen Zorg en begeleiding en Passend Onderwijs Kengetallen: in- door- en uitstroom

4

Personeelsbeleid

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5

Organisatorische doelen Schoolleiding Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering Gesprekkencyclus Arbobeleid

5

Organisatie & beleid

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11

Organisatiestructuur en –cultuur Groepering structuur Schoolklimaat Interne communicatie Communicatie met externe instanties Communicatie met ouders Toelating, verwijzing en verwijdering Taakbeleid Voor-, tussen- en naschoolse opvang Peuterspeelzaal (PSZ) Sociale veiligheid 2

6

Financieel beleid & Materieel beleid

6.1 6.2 6.3 6.4

Begrotingscyclus Huisvesting Extra externe geldstromen Interne geldstromen

7

Kwaliteitsbeleid

7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10

Kwaliteitszorg Terugblik Schoolplan 2011-2015 (“evaluatie”) Analyse inspectierapport(en) Kwaliteitszorginstrumenten en Analyse Opbrengsten Schematisch overzicht methodevervanging Plan van Aanpak (2015/2016) Plan van Aanpak (2016/2017) Plan van Aanpak (2017-2018) Plan van Aanpak (2018-2019)

3

Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van Basisschool de Vuurvogel 2015-2019. Het schoolplan beschrijft wat we belangrijk vinden, waarom we de dingen doen zoals we ze doen en ook geeft het inzicht in onze beleidsvoornemens voor de komende 4 jaar. Ons schoolplan richt zich op zowel de cognitieve als persoonlijke ontwikkeling van het kind. Naar aanleiding hiervan beschrijven we ons onderwijskundig beleid in relatie tot onze missie ‘Samen leren, samen leven, samen werken: samen zijn’ en tot onze visie ‘toekomstgericht onderwijs vanuit een stevige basis’. In dit schoolplan ligt de nadruk op verbinding en brengen we een constructieve samenhang tussen mensen (kinderen en leerkrachten), de school (team en externe educatieve partners) en omgeving (ouders en maatschappij) tot stand. We richten ons op het onderwijskundigbeleid (didactisch en pedagogisch beleid), de opbrengsten van ons onderwijs , het waarborgen van kwaliteit, professie en tevredenheid & motivatie. Na deze inleiding nemen we u mee langs ons motto, onze missie en visie en vervolgens beschrijven we wat we de komende planperiode gezamenlijk willen realiseren en hoe en met wie we dit gaan doen. Wij danken u vast voor uw interesse en wensen u leesplezier. Wilt u na het lezen van dit plan graag eens met ons over een aantal zaken van gedachten wisselen, dan bent u van harte welkom voor een gesprek.

Simone Rossing-Luimstra & Nadia Huppertz, directie ICB de Vuurvogel augustus 2015

4

1. Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan Elk schooljaar maken wij een schoolgids. In de schoolgids beschrijven wij, voor ouders, welk onderwijs en op welke manier we onderwijs geven. Het schoolplan beschrijft onze ambities. Oftewel: hoe staan we er voor in 2015 en wat willen we bereikt hebben in 2019? Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument naar de overheid, het bevoegd gezag (ICBO) en de ouders, en als planningsdocument voor de planperiode 2015-2019. Ook beschrijft ons schoolplan naast onze koers, onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde ambities en doelen, ook onze kwaliteit. Kwaliteit mag geen toeval zijn. Systematisch werken aan kwaliteit is noodzakelijk om leerlingen optimaal te kunne laten presteren. Op basis van de huidige situatie hebben we daarom diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) stellen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan op. In het jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. 1.2 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan De drie scholen van onze Stichting ICBO hebben intensief samengewerkt bij het opstellen van dit schoolplan. Hierbij is op schoolniveau gebruik gemaakt van de uitkomst van het inspectierapport, constructieve input vanuit het team en opvattingen en meningen van ouders (MR en ouderenquête april 2014). De input is in het MT (wekelijks overleg van het managementteam) besproken, uitgediept, bewaakt en bijgesteld. In teamvergaderingen staat regelmatig het agendapunt ‘plan van aanpak/ ambitieplan’ geagendeerd . Daarbij worden verbeterpunten besproken, het uitgestippelde beleid gevolgd en geëvalueerd. Nadat het schoolplan 2015-2019 geheel gereed is, geeft de medezeggenschapsraad instemming geven, is het in een plenaire teamvergadering in zijn geheel gepresenteerd en worden alle ouders in de schoolgids, nieuwsbrief en website geïnformeerd over het nieuwe schoolplan. Er zal een exemplaar op school ter inzage liggen en het staat op de website van de school. Aan het einde van elk schooljaar komt het schoolplan in onze plannings- & evaluatievergadering aan de orde en wordt het veranderplan (beleidsvoornemens) voor het komende schooljaar vastgesteld. Dit veranderplan ( beleidsvoornemens) wordt naar ouders gecommuniceerd via de schoolgids. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de opbrengsten van de ouder-, leerlingen leerkrachtenenquêtes die in mei 2014 werd gehouden. Het bestuur van onze Stichting ICBO heeft dit schoolplan vastgesteld in de vergadering van datum 2015. De MR van de Vuurvogel heeft ingestemd met de volledige inhoud van dit schoolplan in de vergadering van datum 2015. Tussentijds heeft de MR al een oordeel gegeven over onderdelen van dit plan. In Hoofdstuk 3.5 geven wij aan welke ambities wij hebben voor de komende 4 jaar. Natuurlijk kunnen niet al deze terreinen gelijktijdig en met dezelfde intensiteit ontwikkeld worden. Er zal dus een fasering aangebracht moeten worden. Voor elk schooljaar in de beleidsperiode 2015 t/m 2019 wordt een veranderplan (beleidsvoornemens) gemaakt.

5

Dit veranderplan wordt aan het eind van het schooljaar geëvalueerd. Dit geeft scholen de mogelijkheid om per schooljaar adequaat te reageren op de actuele ontwikkelingen. In het volgende schoolplan kunnen, naast de voorziene veranderingsonderwerpen, ook nog nieuwe of nog doorlopende elementen een plaats krijgen. Aan het einde van de gehele beleidsperiode wordt, bij de opstelling van het schoolplan 2019 – 2023 teruggekeken op de geformuleerde ambities en de al dan niet gerealiseerde doelen. 1.3 Verwijzingen De in dit schoolplan beschreven beleidsplannen, verbeteren veranderpunten en formulieren zijn te vinden in de diverse bijlagen. Het gaat concreet om: - Personeelsbeleidsplan - Arbo-beleidsplan - Financieel beleidsplan - (Meerjaren) Bestuursformatieplan - Managementstatuut - Taakomschrijving intern begeleider Taakomschrijving bouwcoördinator - ICT beleidsplan - Beleidsstukken over ‘zorg’ - Afsprakenmap - Gesprekkencyclus - Dyslexieprotocol - BHV plan - Schoolgids ICB de Vuurvogel - Verbeterplan - Ouderenquête 2014 - Leerkrachtenquête 2014 Leerling-enquête 2014 - Aannamebeleid gehandicapte kinderen - Onderwijskansen Uithoorn - Financieel Beleid (ICBO) - Meerbegaafdenbeleid - Bestuurlijk ToetsingsKader - Wet WMS + statuten & reglementen (G)MR Deze beleidsstukken zijn direct te raadplegen in de directiekamer of in de ruimte van de intern begeleider.

6

1.4 Samenhang met de schoolgids Ieder jaar ontvangen de ouders van de kinderen een schoolgids die geldt voor het betreffende schooljaar. De schoolgids informeert onder andere over de onderwijsdoelen, behaalde onderwijsresultaten en de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut (bijvoorbeeld een berekening van het (gemiddelde) aantal uren onderwijs per groep per schooljaar), over de hoogte van de ouderbijdrage en over de manier waarop deze wordt besteed. Het bevat ook informatie over de manier waarop de school de zorg voor het jonge kind en de zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vormgeeft. Verder beschrijft het schoolplan hoe de veiligheid (fysieke en sociale) op school wordt gegarandeerd en de wijze waarop de overblijfmogelijkheid wordt georganiseerd. Daarnaast beschrijft de schoolgids de rechten en plichten van alle bij de school betrokken partijen, evenals de toegang tot de klachtenregeling. Aanbevolen wordt om in de schoolgids informatie op te nemen over de schoolorganisatie, de groepsindeling en de personele invulling. Deelname aan projecten en/of experimenten met instemming van de MR. Vermelding van geplande activiteiten en festiviteiten is ook verplicht.

7

2 Schoolbeschrijving 2.1 Gegevens bestuur Sinds 1 augustus 2012 zijn beheer en intern toezicht binnen het bevoegd gezag gescheiden. Het toezichthoudende bestuur bestaat uit 6 of 7 leden en het beheer bestaat uit 1 lid, de directeur bestuurder. Het bestuur volgt de Code Goed Bestuur zoals beschreven door de Besturenraad. Taken en bevoegdheden bevoegd gezag Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de vorming en opleiding van kinderen in de leeftijd van 4 tot ca. 12 jaar door het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs. “Lid 1 a. Het bevoegd gezag heeft de algemene eind verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de scholen, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering.” De directeur bestuurder is belast met het besturen van de stichting en van de van de stichting uitgaande scholen en oefent de taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de wet aan het bestuur zijn opgedragen, met uitzondering van die taken en bevoegdheden die op grond van de wet of de statuten expliciet aan de toezichthoudende bestuursleden zijn toegekend.” Concreet houdt dit in dat de directeur bestuurder verantwoordelijk is voor de voorbereiding en uitvoering van beleid en toezicht op de dagelijkse gang van zaken en beheer van de scholen. Bovendien vertegenwoordigt de directeur bestuurder het bevoegd gezag in verschillende overleggen zowel intern als extern. 2.2 Organogram bestuur

8

2.3 Besturingsfilosofie en bestuurlijke doelen De bestuurlijke doelen zijn verwoord in het Bestuurlijk Toetsingskader (BTK) door middel van zogenaamde ‘Richting Gevende Uitspraken’(RGU) op een aantal terreinen. In dit toetsingskader geeft het bestuur aan waar zij aan hecht. Voor elke RGU zijn één of meer indicatoren / normen vastgelegd. Hierin staat beschreven wanneer aan de richtinggevende uitspraak is voldaan. Aan de hand van de indicatoren / normen kan tussentijds en aan het eind van de planperiode in 2019 geëvalueerd worden of aan de RGU’s is voldaan. De vraag ‘Wanneer is het nu goed?’ (een vraag waar bestuursleden en toezichthouders vaak tegenaan lopen) kan hiermee beantwoord worden. In het toetsingskader is per RGU vastgelegd hoe de informatiestroom hierover tussen de directeur/ bestuurder en de interne toezichthouders verloopt (via managementrapportages), zodat het bestuur toezicht kan houden op het in uitvoering genomen beleid. Dit toetsingskader is een belangrijk document voor de bestuursleden om te hanteren bij hun toezichthoudende taak. De directeur/ bestuurder stelt aan de hand van deze richtinggevende uitspraken –in samenwerking met de directeuren – een nieuw strategisch beleidsplan op. Het bestuurlijk toetsingskader bevat richtinggevende uitspraken op de beleidsterreinen:  Onderwijs & Identiteit;  Personeel & Organisatie;  Financiën & Beheer;  Huisvesting & Materieel;  Communicatie en Kwaliteit;  Maatschappelijk draagvlak. 2.4 Externe omgeving De scholen van de stichting Interconfessioneel Basisonderwijs (ICBO) Uithoorn opereren in een complexe omgeving waarin te onderscheiden zijn: Wet- en regelgeving Met name van de landelijke overheid (WPO, lumpsum, WOT &toetsingskader, inspectie, zorgplicht en passend onderwijs), maar ook de Grondwet en de Rechten van het Kind. Samenwerkingsverbanden (samenwerking tussen regionale scholen) Onder andere het Ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Amstelronde. Wat is de positie van de school/het bestuur in het samenwerkingsverband? Wat is het verwijzings-percentage van de school en van de andere scholen? Lokaal educatieve agenda en jeugdbeleid. De lokale uitwerking van de Wet OKE, bijvoorbeeld in de aansluiting op het voorschoolse aanbod ten aanzien van taalontwikkeling, de samenwerking in het LEA (Lokale Educatieve Agenda), de Internationale Taalklas (ITK) in Uithoorn.

9

Andere scholen Samenwerking met de andere scholen van onze Stichting, binnen het Uithoorns Directie Overleg, met partners binnen één gebouw, etc. Overige instellingen Scholen voor voortgezet onderwijs, pabo, ROC maar ook met Solidoe en andere aanbieders van opvang, onderwijsadviesdiensten, brede school, Bureau Jeugdzorg, sportverenigingen, welzijnsinstellingen, peuterspeelzalen, kinderopvang, BSO, GGD, culturele instellingen, politie e.d.). Wijk en buurt Onder andere deelname aan wijken buurtactiviteiten, contacten met peuterspeelzalen, de combinatiefunctionarissen, etc. Maatschappelijke ontwikkelingen: anti-pestbeleid, verstandig gedrag, bestrijding discriminatie, tegengaan van segregatie en dergelijke. 2.5 Medezeggenschap De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) verplicht elke basisschool om een Medezeggenschapsraad (MR) te hebben. De MR is wat de naam zelf al zegt: een orgaan voor medezeggenschap, voor inspraak. Zij wordt vertegenwoordigd door ouders en personeelsleden. Een MR heeft twee soorten bevoegdheden: adviesrecht en instemmingsrecht. Adviesrecht wil zeggen dat het schoolbestuur serieus moet reageren op elk advies dat de MR geeft. De MR kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Het betekent niet dat elk advies van de MR overgenomen hoeft te worden. Dat ligt anders voor beslissingen waarvoor de MR instemmingsrecht heeft. Het schoolbestuur kan zonder instemming van de MR dergelijke besluiten niet nemen. Indien het bestuur het besluit toch ten uitvoer brengt kan de MR in beroep gaan bij de landelijke Klachtencommissie. Het bestuur (bevoegd gezag) is ook verplicht een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) in te stellen als zij meer dan een school van dezelfde onderwijssoort in stand houdt. In de GMR is elke medezeggenschapsraad van de betrokken scholen vertegenwoordigd. Hierdoor is het contact tussen het schoolniveau en het bovenschools niveau verzekerd. Verdere uitwerking staan beschreven in de statuten en reglementen van de (G)MR. 2.6 Kenmerken school In het kort Basisschool de Vuurvogel bestaat sinds 1 augustus 2010 en is een doorstart van Basisschool De Tweemaster. Deze school werd ernstig in zijn voortbestaan bedreigd door een kritisch laag leerlingenaantal, zwakke resultaten en een slechte reputatie.

10

De school staat op de grens van de aandachtswijk Europarei (9 flats van 10 verdiepingen met sociale huurwoningen, waarvan 3 flats gesloopt gaan worden) en de wijk Zijdelwaard (laagbouw met koopwoningen). De Vuurvogel is een multiculturele school waar circa 70 % van onze leerlingen een andere culturele achtergrond heeft en/of een andere thuistaal spreekt. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van enorme veranderingen. Er is veel tijd en energie gestoken in het levensvatbaar krijgen van de school. Voorwaarde daarvoor was dat de school effectiever zou worden: er is sterk geïnvesteerd in de professionaliteit van de leerkrachten, een moderne, gedifferentieerde manier van lesgeven en het opbouwen van en aanpassen aan een groeiend en veranderd leerlingenbestand. De school is met circa 10% per jaar in leerlingaantal toegenomen en daarbinnen is de smalle doelgroep (leerlingen met een leerlinggewicht, dat zijn leerlingen met leerachterstanden en of complexe problematiek) kleiner geworden en de brede doelgroep (leerlingen zonder leerlinggewicht maar met achterstanden en of complexe problematiek) steeds groter gegroeid. De Vuurvogel is één van 9 basisscholen in de gemeente Uithoorn en behoort samen met nog 2 andere scholen in Uithoorn tot Stichting Interconfessioneel Basis- Onderwijs Uithoorn (ICBO). ICBO heeft een bestuur op afstand en we hebben een DB die de schooldirecteuren veel autonomie geeft.

Stichting ICBO De Vuurvogel is een interconfessionele basisschool en wordt bestuurd door Stichting ICBO Uithoorn. Samen met nog twee andere basisscholen, De Kwikstaart en Het Duet, vormen zij de stichting ICBO Uithoorn. De Stichting kenmerkt zich als een professionele organisatie. Het Bestuur bestuurt op hoofdlijnen en bewaakt de kwaliteit van de organisatie. De beleidsvoorbereiding en de uitvoering zijn gemandateerd aan een bovenschoolse Directeur Bestuurder. De directies van de drie scholen zijn integraal verantwoordelijk voor alle zaken betreffende hun school. De gegevens van de stichting zijn: Bevoegd gezag Stichting Interconfessioneel Basisonderwijs Uithoorn Algemeen Directeur: Dhr. M. Kwantes Postadres: Postbus 84 1420 AB Uithoorn Bezoekadres:

Telefoon E-mail:

IKC Het Duet Prinses Christinalaan 120 1421 XB Uithoorn 0297-500666 [email protected] 11

2.7 Kenmerken leraren en directie 2.7.1 Leraren en beroepshouding Leerkrachten Eén van onze sterke punten is ons team. Op basisschool de Vuurvogel werkt een professioneel en enthousiast team dat een leven lang wil leren en leren samen inhoud wilt geven. Elke dag iets nieuws kunnen leren (motivatie en innovatie), elke dag werken aan je vak en aan je kwaliteiten (continue verbetering), zijn ons inziens vereisten om goed onderwijs aan te kunnen bieden. Onze visie op kinderen is: ‘starten bij wat een kind al weet en kan, hem of haar begeleiden en hem/ haar opleiden tot een succesvol wereldburger’. Beroepshouding Het is voor leerlingen en de kwaliteit van ons onderwijs van belang, dat de werknemers beschikken over pedagogische kwaliteiten en lesgevende capaciteiten. Leerkrachtkenmerken als autonomie, authenticiteit, professionele houding, elke dag iets nieuws willen leren, verantwoordelijkheid nemen en tactvol handelen staan hierin centraal. We vinden het belangrijk dat leerkrachten weten waarom ze in het onderwijs zijn gegaan, waarom ze de leerkracht zijn geworden die ze zijn en wat hun pedagogische opdracht is. We zijn van mening dat een leerkracht optimaal contact dient te maken met zijn leerlingen. De leerkracht is diegene die onderzoekt wie een leerling is, wat deze belangrijk vindt en wat hij/ zij nodig heeft om tot leren te komen en zich optimaal te ontwikkelen. Naast de pedagogische kwaliteiten richt de Vuurvogel zich ook op de didactische kwaliteitseisen van de leerkracht. Hiervoor hanteren we de SBL-competenties (dat is een verzamelnaam van vaardigheden en gedrag) PO. 2.7.2 Directie De Vuurvogel heeft een directie bestaande uit twee parttime directeuren. We vinden samen leren en samen werken belangrijk. We streven naar een schoolcultuur waar verbeteren en veranderen centraal staan en hierbij koppelen we onze huidige ontwikkelingsfase aan een toekomstperspectief. Ons organisatiemodel kenmerkt zich door gedeeld leiderschap en besluiten nemen wij gezamenlijk. Dat maakt dat we hebben gekozen voor een managementteam bestaande uit de directie en twee bouwcoördinatoren, een voor de onderbouw (de groepen 1 t/m 4) en één voor de bovenbouw (groep 5 t/m 8). De intern begeleider maakt geen onderdeel van het managementteam, deze adviseert de directie op het gebied van onderwijskundig beleid en begeleidt leerkrachten in hun ontwikkeling. Op de Vuurvogel heeft een ieder een ‘stem’ ongeacht de functie. Leerlingen en ouders zijn dan ook belangrijke ‘sparring partners’. Wij raadplegen regelmatig hun kennen en kunnen en sinds 2014 heeft de Vuurvogel ook een leerlingendenktank. Deze denktank ‘denkt mee’ met de directie en adviseert in het nemen van belangrijke beslissingen. Zij hebben ook een bijdrage geleverd aan het tot stand komen van dit schoolplan.

12

Aantal teamleden, 1 augustus 2015 Personeel MT* OP** OOP*** Ouder dan 50 jaar 0 2 1 Tussen 40 en 50 jaar 2 2 1 Tussen 30 en 40 jaar 1 4 1 Tussen 20 en 30 jaar 1 5 Jonger dan 20 jaar Totaal 4 13 3 *MT = managementteam, **OP = onderwijzend personeel, ***OOP = onderwijs ondersteunend personeel.

Leeftijd (opbouw), 1 augustus 2015 Personeel deeltijd Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

MT

OP 1 2 4 2

OOP 1 1

9

2

MT 1

OP 1

OOP

1

4

2

4

2 2

4

Deeltijd/voltijd, 1 augustus 2015 Personeel voltijd Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

2.8 Kenmerken leerlingen Elke kind leert anders en ontwikkelt zich anders. Daarom heeft de Vuurvogel zich als doel gesteld de talenten van elk kind te ontdekken en verder te ontwikkelen. Op onze school zitten veel diverse leerlingen. Dit kunnen verschillen zijn ten aanzien van de cultuur, de sociaal economische achtergrond, anderstaligen, Nederlands sprekende leerlingen, gedrag, leer- en ontwikkelbehoeften en leercapaciteiten. Door ‘breed’ naar onze leerlingen te kijken, dat wil zeggen dat we de totale ontwikkeling van het kind in beeld brengen, hopen wij een bijdrage te kunnen leveren aan de talenten van deze generatie. De afgelopen jaren is ons leerlingenaantal gemiddeld met circa 10% per jaar gestegen. Op teldatum 1 oktober 2014 zaten er 181 leerlingen op onze school. Dat is ruim boven de opheffingsnorm van 166 leerlingen. Van de 181 leerlingen heeft 25 % leerlinggewicht ( 4 % leerlinggewicht 0,3 en 21 % leerlinggewicht 1,2). 75 % van onze leerlingen heeft geen leerlinggewicht. Het leerlinggewicht wordt bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van ouders. Door strengere regelgeving, zien we dat de afgelopen jaren de smalle doelgroep (leerlingen met een leerlinggewicht, met achterstanden e/o complexe problematiek) kleiner wordt en de brede doelgroep (leerlingen zonder leerlinggewicht maar met achterstanden en of complexe problematiek) groter wordt.

13

2.9 Kenmerken ouders en omgeving Basisschool de Vuurvogel staat tussen 2 wijken in. De wijk Europarei, een wijk met hoogbouwflats waar mensen wonen uit diverse landen. Daarnaast bezoeken leerlingen uit de wijk Zijdelwaard, een wijk met grotendeels koopwoningen, onze school. Onze schoolbevolking, en daarmee ook onze ouders, hebben veel verschillende nationaliteiten. Een deel van onze ouders zijn tweede- of derde generatie, waardoor er thuis grotendeels of volledig Nederlands gesproken wordt, maar met name in de Arabische gezinnen is de voertaal thuis vaak de eigen moedertaal. We hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in ouderbetrokkenheid en zullen dit ook moeten blijven doen. Dit schooljaar zijn we gestart met het startgesprek. Dit is een gesprek tussen leerkracht- leerling en ouders met betrekking tot wat kan een kind en wat kan hij nog leren en ontwikkelen. Door het gesprek met ouders aan te gaan over wederzijdse verwachtingen en ze duidelijk te maken hoe essentieel hun rol in de schoolontwikkeling van hun kind(eren) is, proberen we de betrokkenheid te vergroten. Dit doen we aan de hand van: a. een Inloopweek/ inloopdag: ouders kunnen een les van de leerkracht bijwonen; b. onze afspraken met ouders vastleggen in een ouderovereenkomst; c. de pilot ‘ Ouderkamer’. Verder in dit schoolplan leest u wat onze ambities zijn met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Op onze school zijn alle leerlingen welkom. Bij de aanmelding van het kind conformeert de ouder/ verzorger zich aan de doelstellingen en identiteit van onze school, van onze gemeenschap. Dat betekent dat onze leerlingen deelnemen aan alle lessen en activiteiten die met onze interconfessionele identiteit te maken hebben. We vinden het belangrijk dat verschillende culturen elkaar ontmoeten, met elkaar in gesprek gaan, respect hebben voor elkaar, met elkaar samenwerken en samen bouwen aan onze school. Binnen onze wijk nemen wij deel aan verschillende buurtoverleggen en zijn we actief in verschillende initiatieven die onze kinderen en ouders ten goede komen. 2.10 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 2.10.1 Interne ontwikkelingen Sinds augustus 2010 groeit de Vuurvogel elk jaar zo’n 10 %. Dit schooljaar heeft dit erin geresulteerd dat we momenteel 10 groepen hebben, het maximale aantal groepen dat onze school kan bergen. We zijn momenteel dan ook met de gemeente in gesprek over huisvesting en eventuele mogelijkheden ten aanzien van uitbreiding Sinds februari 2011 hebben we een inpandige peuterspeelzaal van Solidoe. Dit heeft een kwalitatief positieve invloed op de inhoudelijke afstemming en de intensieve samenwerking op het gebied van Vroeg – en Voorschoolse Educatie. Op gemeentelijk niveau wordt de komende periode het nieuwe ‘Onderwijsachterstandenbeleid’ geformuleerd. Dit zal richting geven aan de ontwikkeling van VVE. Een mogelijke richting waar we binnen de Gemeente Uithoorn naar toe kunnen groeien is een verder geïntensiveerde samenwerking tussen voor- en vroegschool waarbij de mogelijkheid verkend wordt om een vorm van een IKC of Peutercollege op te zetten, waarbij onderwijs en kinderopvang hun krachten bundelen om één doorgaande lijn te creëren van 0-12 of van 2,5 – 12 jaar.

14

De uitslag van de schooltevredenheidspeiling die we in mei 2014 schoolbreed hebben afgenomen, heeft ons doen besluiten dat we meer leerlinggestuurd onderwijs willen. We willen dat leerlingen vaker op hun niveau kunnen werken en kunnen werken aan hun talenten. Ook willen we het gebruik van tablets en overige ICT-apparatuur vaker inzetten in de dagelijks manier van werken. Daarnaast hebben we ervoor gekozen ons pedagogisch beleid verder te versterken. We zien kansen op het gebied van het versterken van de verantwoordelijkheid van leerlingen, de motivatie en zelfredzaamheid. 2.10.2 Externe ontwikkelingen Buurt:  De huidige en toekomstige sloop in de Europarei en de toekomstige nieuwbouw; in 2015 zal de sloop van één van de drie flats plaatsvinden. De bedoeling is dat er daarna nog 2 flats volgen. Het is moeilijk in te schatten welke gevolgen dit korte en middellang termijn zal hebben voor de Vuurvogel. Gezinnen zullen Uithoorn verlaten of binnen Uithoorn een andere woning vinden. We hebben al gemerkt, dat meerdere gezinnen ondanks een verhuizing binnen Uithoorn naar een andere wijk, er toch voor kiezen hun kind op onze school te laten;  Het continumodel dat we hanteren heeft wellicht een positieve invloed op deze keuze. Direct na de sloop van de 1e flat, zal er in de wijk Europarei laagbouw met koopwoningen gerealiseerd worden op de plek waar nu de flats staan. Dat biedt kansen, deze laagbouw kan een positieve invloed hebben op de samenstelling van de wijk en daarmee op de samenstelling van onze schoolpopulatie;  Sportvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen in de wijk Europarei: opknappen van de sporthal. Op gemeentelijk niveau vindt nu de discussie plaats of er wel of geen sportaccommodatie in de wijk gehandhaafd blijft. Dit heeft voor ons niet alleen eventuele consequenties voor de schoolgymnastiek maar ook voor de maatschappelijke functie die de sporthal heeft in het naschoolse aanbod in de wijk. Maatschappelijke onderwijsontwikkelingen en onderwijstrends: Hier beneden leest u de ontwikkelingen en trends op het gebied van onderwijs die wij belangrijk vinden voor ons onderwijs nu en over 4 jaar. Deze hebben input gegeven voor onze SWOT (zie hoofdstuk 3) en hebben invloed uitgeoefend op onze onderwijskeuzes die we gemaakt hebben ten aanzien van ons onderwijs nu en straks, over vier jaar:  Rapportage Commissie Meijerink: bijvoorbeeld inzicht hebben in wat leerlingen moeten weten van rekenen en taal op de basisschool, werken aan rekenen taaldoelen en met behulp van kerndoelen en referentieniveaus een doorgaande lijn ontwikkelen ;  Onderwijsakkoord 2014: bijvoorbeeld meer aandacht voor het kind en zijn/ haar talenten en capaciteiten, meer aandacht voor creativiteit, lesgeven op een manier die aansluit bij de algemene interesses van leerlingen en keuzes maken in het aanleren van 21ste eeuw skills bij leerlingen ;  CAO PO 2015: bijvoorbeeld op naar een 40-urige werkweek, aanscherping van het vak van de leraar en de directeur, professionalisering en persoonlijke groei in kaart brengen door invoering van het leraren- en schoolleidersregister;

15



 





Wijziging Toezichtkader Inspectie PO 2015: de leerling als belangrijke sparringpartner (kinderen uitdagen en inspireren), hoge doelen stellen m.b.t. sociale veiligheid en betrokkenheid van ouders, niet alleen cognitieve opbrengsten zijn van belang, maar ook de sociale opbrengsten worden (indien mogelijk) nadrukkelijk betrokken bij het oordeel, verbreden van onderwijsaanbod en kwaliteit van school en onderwijs meten, optimaliseren en borgen; Trendkompas Kennisnet 2014: bijvoorbeeld inzicht krijgen en keuzes maken m.b.t. trends om ICT te verankeren in het lesstofaanbod ; Rapportage ‘Communities That Care’: bijvoorbeeld zicht krijgen op en inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen in de buurt en de samenwerking versterken met organisaties als bijvoorbeeld ‘What’s Up’; Notitie Passend Onderwijs: bijvoorbeeld meer willen anticiperen op de leer- en ontwikkelbehoeften van de ontwikkeling van de leerling, onderwijskansen bieden en meer leerlingen ontwikkelingsgericht werken; Consequenties met betrekking tot de eerder genoemde externe ontwikkelingen.

2.11 SWOT 2014- 2015 Input De volgende werkdocumenten en teambijeenkomsten zijn van invloed geweest op onze nieuwe SWOT:  Document ‘Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie’;  Inspectierapport 2011;  STP mei 2014;  Analyse beleidsvoornemens schooljaren 2011-2014;  Tussenevaluatie beleidsvoornemens 2014-2015;  Werkvergadering ‘Schoolplan 2015-2019’;  CITO-analyses schooljaren 2012- 2015;  Beleidsplannen taal en ICT 2011-2014;  Interne en externe ontwikkelingen, zie hoofdstuk 2.10;  Onderwijsakkoord 2014 en Notitie Passend Onderwijs. De op volgende pagina ziet u onze SWOT in een schematisch overzicht.

16

SWOT basisschool de Vuurvogel STERK

ZWAK

    



Meerbegaafdenbeleid

       

Digitalisering

     

Onderwijs en aanbieden van ‘nieuwe’ vakken Instructie Professionaliseren Taalschool Teamcohesie/ teamcultuur (samenwerken, leren van en met elkaar, verbetercultuur, openheid, passie team) Vieren van successen Zorgstructuur BHV/ HGW Imago school VVE-beleid 2-koppige directie



DVS ‘Goed voor jezelf zorgen’ Focus op belangrijke zaken Gym/ bewegen Gepersonaliseerd leren Creatieve vakken, sport en ITT Jaarprogramma- taakbelasting Ouderbetrokkenheid

KANS

BEDREIGING

    

           

            

Engels vanaf groep 1 Expertises op het gebied van rekenen, ITT Type zorgschool Ouderbetrokkenheid vergroten Saamhorigheid verder versterken tot een vreedzame wijk Ouderkamer ITT verder ontwikkelen, integreren in ons onderwijsprogramma en optimaal benutten Doorgaande lijn Sport/bewegen; Nieuwbouw Versterken persoonlijke ontwikkeling leerling (sociaal emotionele ontwikkeling/ affectief leren) Gepersonaliseerd leren Coöperatief leren TaalTalentklas Meerbegaafdenbeleid Groei van onderaf Leerlingendenktank Uitbreiden Werkgeluk (trainingen schooljaar 20142015)

Teveel vernieuwingen/ verbeteringen Te weinig zelfreflectie Sloop van de flats Werkdruk versus perfectionisme team Ruimte in school Aandachtswijk Teveel registratie/ formulierencultuur Niet borgen van afspraken Grotere groepen Vooroordelen school/ populatie Passend onderwijs Enorme groei van de school

2.12 Conclusies Naar aanleiding van de uitkomsten van hoofdstuk 2.10 en 2.11 hebben wij de volgende conclusies getrokken: 1. we willen meer leerlinggestuurd onderwijs en gepersonaliseerd onderwijs aanbieden. Hierin willen we de leerling en ouder een duidelijk rol geven, namelijk die van medeverantwoordelijk en meedenkend. De rol van de leerkracht zal mede ontwikkeld moeten worden namelijk meer begeleidend en coachend en minder sturend; 2. wat betreft aanbeveling 1 willen we ouders meer betrekken bij de leer- en schoolontwikkeling van hun kind(eren). Dit betekent een versterking en verbreding van de ouderbetrokkenheid;

17

3. we ambiëren een bredere ontwikkeling van de leerling. We blijven enerzijds wel focussen op sterke resultaten op het gebied van taal, rekenen en lezen en anderzijds willen we ook bewust ruimte creëren in ons lesprogramma voor vakken die de persoonlijke ontwikkeling en de affectieve ontwikkeling stimuleren; 4. de cognitieve doorgaande lijn dient verder versterkt te worden om de resultaten op het gebied van rekenen, taal en lezen te continueren. Belangrijke focuspunten voor het schoolplan zijn motivatie, eigenaarschap en inzet van leerlingen. Ook educatief partnerschap met kinderen en ouders is een belangrijk ontwikkelpunt voor de komende vier jaren; 5. ‘extra aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling’ door te onderzoeken wat nodig is om onze leerlingen nog beter voor te bereiden op hun rol als wereldburger. Centraal staat: wat moeten wij als school veranderen en ontwikkelen, wat is de rol van de leerling en hoe kunnen we ouders actiever betrekken bij de leerontwikkeling van hun kind; 6. meer aandacht voor ICT in de ‘harde’ vakken als rekenen, taal en lezen. Concreet betekent dit: hoe kunnen we ICT meer integreren in de harde vakken, welke middelen (hardware en software) zetten we in, hoe zetten we deze in en wanneer. Ook vinden we het belangrijk dat onze kinderen leren hoe ze zich gedragen op internet en wat er van hen verwacht wordt: hoe worden onze kinderen mediawijzer? Wat hebben ze nodig en hoe kunnen we dit organiseren binnen ons lesaanbod. Als laatset gaan we ook onderzoeken welke meerwaarde vakken als programmeren en coderen toevoegen aan ons curriculum; 7. een versterking van ons personeelsbeleid is ook een van onze ambities. De afgelopen periode zijn er veel aanscherpingen gedaan op het gebied van werkdruk en werktijden. Momenteel zijn we binnen de stichting volop bezig met een nieuwe invulling van de CAO. We hebben gekozen voor het overlegmodel en streven er dan ook naar de werknemer actief te betrekken bij zijn/ haar werkplan. Zowel wat betreft invulling van het werk, als professionalisering, kwaliteit van de werknemer en ontwikkelpunten voortkomend uit bijvoorbeeld ons nieuwe schoolplan; 8. de groei van de school. In de afgelopen 4 jaren is ons leerlingenaantal gegroeid van ongeveer 130 leerlingen naar 181 leerlingen op 1 oktober 2014. Momenteel hebben we 10 groepen en dat is eigenlijk het maximale aantal dat ons huidige pand kan wegzetten. Onlangs zijn we in gesprek gegaan met de gemeente om mogelijkheden voor deze huidige en toekomstige groei te onderzoeken; 9. op weg naar een IKC: de komende periode (binnen nu en twee jaar) willen we onderzoeken of Vuurvogel IKC (integraal Kind Centrum) een meerwaarde kan hebben voor ons kinderen en school. Deze mogelijkheden gaan we bespreken met de gemeente en ook met Solidoe, Kinderopvang Uithoorn.

18

3. Onderwijskundig beleid 3.1. Missie ‘Samen leven, samen leren, samen werken…samen zijn’ 3.2 Visie en ambities 3.2.1 Visie ‘Toekomst gericht leren vanuit een stevige basis’. We vinden het belangrijk dat onze kinderen zich ontwikkelen tot democratische wereldburgers. Dat ze over een breed scala aan sociale vaardigheden beschikken en weten wat ze kunnen en wat hun kwaliteiten zijn. Deze sociale en persoonlijke ontwikkeling, samen met het aanleren van een stevige basis op het gebied van rekenen, taal en lezen maakt dat ze een gelukkig en succesvol leven kunnen leiden. 3.2.2 Onze ambities Samen leven Een optimale en brede ontwikkeling vinden wij voor elk kind belangrijk. De basis hiervoor is dat een kind zich bewust is van wat hij/ zij kan en weet. Belangrijk is dat elke kind, en ook elke ouder, zich op onze school prettig en welkom voelt. We benaderen elkaar positief en spreken uit welke gedragingen en houdingen wenselijk zijn. Onze interconfessionele identiteit en ‘De Vreedzame School’(DVS) zijn onze basis. Het komende schooljaar zullen we DVS opnieuw op de kaart zetten met de kinderen, de ouders en het team. Daarnaast zullen we ook het programma ‘Rots en water’ introduceren in de bovenbouw. Met deze aanpakken en ons professioneel handelen hopen wij met het kind een stevige basis neer te zetten voor een succesvol en gelukkig leven, nu en in de toekomst. Naast een positief welbevinden en voldoende zelfvertrouwen, vinden we het ook belangrijk dat kinderen vaardigheden leren zoals kritisch denken, luisteren naar elkaar, voor jezelf opkomen, onderzoeken en vragen stellen. Dit zijn de 21ste eeuw vaardigheden. Veel van deze vaardigheden passen we al toe in ons onderwijs; onze uitdaging voor de komende planperiode is deze meer gestructureerd aan te bieden door ze te integreren in de vakinhoudelijke onderdelen van ons curriculum. Samen leren We zijn heel gericht bezig met de kwaliteit van ons onderwijs. In de groepen en ook schoolbreed staan het handelen (hoe denk je en hoe leer je) en ook het resultaat centraal. Ook hebben we aandacht voor de talenten van onze leerlingen. We benoemen doelen met elkaar, bespreken met onze leerlingen hun ontwikkeling en wat ze elke dag leren. Wij zijn van mening dat je elke dag iets nieuws kunt leren en dus een leven lang leert. Dit betekent voor ons als team dat wij ook werken aan onze les- en onderwijsontwikkeling. Professionaliteit, motivatie, samen bouwen en toekomstgericht denken, kenmerken ons team. Samen werken Kinderen presteren beter als kinderen, ouders en school samenwerken. Investeren in een goed contact, een prettige samenwerking en het uitspreken van wederzijdse verwachtingen, zijn de voorwaarden voor een optimale ontwikkeling van uw kind. Ook in de groepen zelf werken we samen: de leerkracht werkt samen met de kinderen aan een prettig leer- en leefklimaat en ook de kinderen werken samen met elkaar. Dit doen we onder andere met behulp van coöperatief leren. De kinderen leren met behulp van één van de samenwerkvormen met elkaar te werken en van elkaar te leren. 19

De invoering van passend onderwijs versterkt het samenwerken met onze ‘partners in leren’. Het is belangrijk dat ouders en school beide betrokken worden bij de ontwikkeling maar ook externen zoals bijvoorbeeld de peuterspeelzaal en het voortgezet onderwijs. Wij zeggen: ‘It takes a whole village to raise a child’. Leerlinggericht en toekomstgericht onderwijs in een taalrijke omgeving Leerlinggericht: In elke groep wordt tenminste op tenminste drie niveaus lesgegeven: basis, herhaling en verrijking. Dit zorgt ervoor dat we onderwijs op maat bieden, het onderwijs afgestemd is op de behoeften van het individuele kind en elk kind zich dus optimaal kan ontwikkelen. Ook vinden we het belangrijk positieve en hoge verwachtingen uit te spreken naar onze leerlingen en hen te stimuleren het maximale uit zichzelf te halen. Als team zijn we ons bewust van ons handelen en beseffen we dat ons goede voorbeeld hun leren stimuleert. Onze onderwijskeuzes ziet u terug in ons dagelijks handelen in de groep. Voor leerlingen die ‘meer’ aankunnen hebben we een pluswerkprogramma en doen wij mee aan externe projecten zoals ‘Razend Enthousiaste Rekenaars’ van KPMG. Daarnaast kunnen deze leerlingen binnen de kernvakken ook werken aan hun cognitieve ontwikkeling. De komende schooljaar willen we ons inspannen een breder curriculum aan te bieden zodat onze leerlingen naast hun cognitieve ontwikkeling ook hun talenten kunne ontwikkelen. Hierover kunt u meer lezen in hoofdstuk 3.7. Toekomstgericht en een brede ontwikkeling: Alle groepen werken met digitale schoolborden, nieuwe lesmethoden en de daarbij behorende software. Een sterke en leerlinggerichte instructie is de kern van ons lesgeven. We bekijken wat leerlingen nu en straks nodig hebben door ons te verdiepen in onderwijskundige vernieuwingen en in te spelen op wat de maatschappij op dit moment, maar ook straks van hen verwacht. Naast de kernvakken besteden we natuurlijk ook aandacht aan creativiteit, muiziek, wereldoriëntatie, bewegen en Engels. De komende jaren willen we onderzoeken welke vakken we kunnen toevoegen aan ons curriculum zodat onze leerlingen zich breed kunnen ontwikkelen . In onze uitgewerkte ambities (hoofdstuk 3.5) kunt u hier meer over lezen. Taalrijke omgeving: Goed kunnen lezen, een uitgebreide woordenschat en uitstekend leesbegrip zijn belangrijke voorwaarden voor een succesvolle schoolcarrière, zowel op de basisschool als ook later. Deze leergebieden staan dan ook elke dag centraal in ons onderwijs. Elke dag iets nieuws leren met een team professionals Eén van onze sterke punten is ons team. Op basisschool de Vuurvogel werkt een professioneel en enthousiast team. Elke dag iets nieuws kunnen leren (motivatie en innovatie), elke dag werken aan je vak en aan je kwaliteiten (continue verbetering), zijn ons inziens vereisten om goed onderwijs aan te kunnen bieden. Onze visie op kinderen is: ‘starten bij wat een kind al weet en kan, hem of haar begeleiden en hem/ haar opleiden tot een succesvol wereldburger’. We streven ernaar het lesaanbod aan te passen aan het niveau van het kind door een gesprek met het kind en de ouder te hebben en kinderen actief te betrekken bij hun leerproces. 20

De schoolvakken staan natuurlijk centraal maar de steeds groter wordende invloed van de maatschappij en ook ICT ( internet en ‘social media’) zal een steeds grotere rol gaan spelen in de ontwikkeling van onze kinderen. Hier willen we graag op anticiperen. De komende jaren zullen we het democratisch burgerschap op internet hieraan toevoegen. We zijn gestart met het ontwikkelen van een protocol mediawijsheid voor onze kinderen, ouders en teamleden. Homogene groepen Vanaf augustus 2013 zijn ook onze kleutergroepen gesplitst in homogene groepen, dat wil zeggen een aparte groep 1 en een aparte groep 2. Dit zodat ons onderwijs optimaal aansluit bij de leerontwikkeling van het jonge kind. Elk kind kan op deze manier nog meer op zijn of haar niveau werken. Ook de groepen 3 t/m 8 werken met homogene groepen. Werken met moderne middelen en technologie Op de Vuurvogel beschikt elke groep over een digitaal schoolbord. Deze borden bieden een enorm scala aan mogelijkheden zoals educatieve aanvullende lesprogramma’s, ondersteunend filmmateriaal en digibord-software die bij onze lesmethodes passen (digitale didactiek). Daarnaast ‘horen’ moderne devices bij de generatie van onze leerlingen. Kinderen zijn er mee opgegroeid en het inzetten van dergelijke middelen bevordert hun interesse en hun inzet om te leren. Afgelopen schooljaar zijn we gestart met ‘Type4kids’ in de groepen 4 t/m 8. Kinderen werken aan de hand van opdrachten met programma’s als Word, Excel en PowerPoint. Sinds vorig jaar besteden we ook aandacht aan: hoe ga je op internet aan het werk en hoe gedraag jij je op het internet. Dit doen we met behulp van bijvoorbeeld lessen van de ‘Bibliotheek op school’. Ook dit jaar staan deze lessen op ons programma. Ook als team zien wij een verandering van werken. In onze dagelijks praktijk maken we steeds meer gebruik van digitale observatie- en meetinstrumenten. Zij helpen ons de ontwikkeling van elk kind te volgen en ook te plannen. In de toekomst zal het onderwijs zich nog meer richten op de persoon (vandaar dat ‘gepersonaliseerd onderwijs’ een nu veel gebruikte term is). Technologie en ICT maken gepersonaliseerd onderwijs steeds meer mogelijk. Ook onze eigen manier van werken verandert. Dit jaar gaan wij ons, als team, verdiepen in ‘Office 365’ met als toekomstig doel ‘in the Cloud’ te werken. Elke dag van 08.00u- 14.00u naar school Basisschool de Vuurvogel werkt sinds augustus 2010 als eerste school in Uithoorn met het ‘Vijf gelijke dagen model’. De leerlingen van de groepen 3-8 gaan elke dag van 8.00u-14.00u naar school en de leerlingen van de groepen 1 en 2 hebben om de week ’n vrijdag vrij. Wij hebben voor dit model gekozen omdat:  een effectieve leertijd en een evenwichtige spreiding van de lessen hebben een positieve invloed op het concentratievermogen van kinderen. Er is rust en voldoende lestijd voor een goede ontwikkeling;  de kinderen eten tussen de middag in de eigen groep. Zo ‘ontmoeten’ ze hun klasgenootjes en groepsleerkracht ook op een andere manier;  de kinderen hoeven maar twee keer per dag door het drukke verkeer. Tussen de middag hoeft er niet gehaast te worden: ze kunnen in alle rust op school eten en drinken; 21



omdat elke dag om 14.00u de school uit is, hebben de kinderen alle dagen van de week volop tijd om met vriendjes af te spreken, te sporten of naar de ‘Naschoolse Opvang’ (NSO) te gaan.

3.3 ICBO & identiteit 3.3.1 Visie op identiteit We willen met ons onderwijs bereiken dat alle kinderen zich optimaal ontwikkelen. De basis hiervoor is dat kinderen zich prettig voelen op school. Wij doen er daarom alles aan om een sociaal veilige leeromgeving te creëren. Onze uitgangspunten hiervoor zijn onze interconfessionele, pedagogische en didactische visie. Zij sluiten bij elkaar aan en vormen samen onze identiteit. Identiteit is een dynamisch proces. We vinden het dan ook belangrijk hierover met elkaar in gesprek te blijven. De identiteit wordt iedere dag gevormd door de mensen die verbonden zijn aan de school; leerkrachten, leerlingen en ouders. Samen vormen wij de school als een waardengemeenschap. We delen met elkaar een visie op wat waardevol is en we handelen van daaruit. 3.3.2 Interconfessionele identiteit Wat wij als waardevol zien, vinden wij ook terug in de Bijbel; zorg voor elkaar, tolerantie en solidariteit. Op deze manier inspireert onze interconfessionele identiteit ons in de omgang met elkaar binnen de school. Het zorgt voor een goede en veilige sfeer op school, en bereidt onze leerlingen voor om goed met elkaar te kunnen samenleven in de huidige maatschappij. Wij respecteren de eigen levensbeschouwing of religie van een ieder in de school. Van onze leerlingen en ouders verwachten we dat zij de identiteit van de school respecteren en hiernaar handelen. Wij verwachten daarbij dat alle leerlingen meedoen aan de activiteiten van de school, waaronder het vieren van de christelijke feesten. De interconfessionele identiteit is ook terug te zien in bepaalde vaste activiteiten en gebruiken op school, zoals de lessen levensbeschouwing, het vieren van Kerst/ Pasen en het gezamenlijk in actie komen voor goede doelen. 3.3.3. Levensbeschouwelijk onderwijs Onze school ruimt structureel tijd in voor levensbeschouwelijke onderwijs en les in godsdiensten. Daarbij vinden we het van belang dat de leerlingen kennis opdoen. Kennis van bepaalde elementen uit de christelijke traditie, maar ook kennis van belangrijke aspecten van de verschillende wereldreligies die in de Nederlandse samenleving voorkomen. Hieronder vallen belangrijke feestdagen, gebruiken en andere religieuze uitingsvormen. Een ander doel van de levensbeschouwelijke vorming is dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben om hun eigen levensbeschouwing te vormen. Hierbij denken wij aan vaardigheden zoals verwonderen, verbeelden en vertrouwen. Wij hebben oog voor de levensvragen van kinderen en hebben daarover regelmatig een gesprek met de leerlingen. Dit gebeurt soms gepland aan de hand van een les levensbeschouwing, maar dit ontstaat ook vaak spontaan. Doordat leerlingen op een open wijze met elkaar in gesprek gaan, leren zij respect te hebben voor verschillen in gedachten en opvattingen. Wij laten onze leerlingen daarbij vrij om de eigen levensbeschouwing te ontwikkelen. Wij hechten eraan dat ieder kind een gefundeerde eigen keuze kan maken, nu en in de toekomst. Voor het levensbeschouwelijk en godsdienstonderwijs maken wij gebruik van de methode Trefwoord.

22

3.3.4 Het Interconfessioneel basisonderwijs Uithoorn vormt kinderen tot wereldburgers Op onze school is ieder kind welkom, ongeacht afkomst culturele identiteit of religie. Wij vragen aan ouders en leerlingen om de Interconfessionele grondslag te respecteren . We willen dat onze leerlingen zich ontwikkelen als een wereldburger van morgen. Dat betekent dat we het belangrijk vinden dat een kind zich zowel affectief als cognitief ontwikkelt. Weten wie je bent en wat je kunt, het leren van kennis en het aanleren van vaardigheden staan in ons onderwijs centraal. Ons motto is: ‘Toekomstgericht leren vanuit een stevige basis, een leven lang’. De Interconfessionele waarden worden uitgedragen in de methode die wij gebruiken voor het levensbeschouwelijk onderwijs (Trefwoord) en de methode die wij gebruiken voor de sociaal emotionele ontwikkeling (De Vreedzame School) en ‘Rots en water’ in de toekomst.

3.4 Leerstofaanbod en toetsingsinstrumenten Leerstofaanbod Ons leerstofaanbod richt zich enerzijds op de harde vakken, zoals rekenen, taal en lezen en anderzijds richt het zich op de brede en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Vanaf schooljaar 2015-2016 willen we deze laatste twee nadrukkelijker verweven in ons curriculum. We vinden het belangrijk dat kinderen naast kennis ook hun persoonlijke talenten ontwikkelen en sociale vaardigheden aanleren. De methodes die we hanteren voor de vakken zijn een leidraad. Ze bepalen nu hoofdzakelijk ons curriculum. Onze uitdaging voor de komende jaren is dat we het leerstofaanbod meer willen afstemmen op wat het kind nodig heeft nu en straks. Ook willen we de onderwerpen die in onze maatschappij leven meer aan bod laten komen. We hebben ons voorgenomen kritisch naar ons huidige lesprogramma te kijken en aanpassingen te doen, u kunt dan denken aan vakgebieden toevoegen als programmeren, meer personaliseerd werken met behulp van ICT en Engels vanaf groep 1. Toetsing De methodegebonden toetsen die horen bij de methoden worden na elk hoofdstuk afgenomen, digitaal of schriftelijk. De resultaten worden op klassenoverzichten bijgehouden. Dit geldt ook voor de observatielijsten, waarvan de resultaten terecht komen in het rapport voor ouders. Van de toetsen van het leerlingvolgsysteem worden de resultaten verzameld in de computer met behulp van CITO LOVS / Parnassys. Welke toetsen we inzetten om de ontwikkeling te meten kunt u zien in het nu volgende schema: Vak Taal / Lezen

Methodes, methodieken en leermiddelen Ko Totaal Veilig Leren Lezen groep 3 Lekker Lezen, groepen 4-8 STAAL Taal, groepen 4-8 Taalzee digitaal

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Humpie Dumpie groep 3

Schrijven Rekenen / Wiskunde

Pennestreken Wereld in getallen, laatste versie 4

Toetsinstrumenten CITO - Taal voor kleuters (2) CITO – SVS, DMT, Leestempo en AVI CITO- Woordenschat 2011 gr 3 t/m 8 CITO – Leestechniek gr 3 Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) Centrale Basis Eindtoets, groep 8 Protocol Leesproblemen – Dyslexie Methodegebonden toetsen CITO begrijpend lezen groep 4 t/m 8 Begrijpend Luisteren groep 3 en M4 --Methodegebonden toetsen

23

Met sprongen vooruit Rekentuin Sociaal Emotionele Ontwikkeling (SEO) Levensbeschouwelijke vorming Geschiedenis Aardrijkskunde Biologie

De Vreedzame School en vanaf 2015-2016 ‘Rots & Water’ Trefwoord

CITO Rekenen voor kleuters, groep 2 CITO Rekenen 2011 (groepen 3 t/m 8) Automatiseringstoetsen/ tempotoetsen Leerlijnen Parnassys groepen 1-2 Zien! voor de groepen 3-8 ---

Bij de Tijd Hier en daar Leefwereld Natuur en techniek Take it easy Basislessen 1 en 2 bewegingsonderwijs door vakleerkracht en spellessen door groepsleerkracht

Methodegebonden toetsen of alternatief Methodegebonden toetsen of alternatief Methodegebonden toetsen of alternatief

Muziek Verkeer

Aanbod cultuur coördinator De wereld van het verkeer Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant

--Verkeersexamen in groep 7

Creatieve vakken

Handvaardig Tekenvaardig Pinterest Type4kids groepen 4-8 Programmeren en coderen vanaf schooljaar 2015-2016 Mediawijsheid groepen 7-8 vanaf schooljaar 2015-2016, later ook groepen 5 en 6 De Vreedzame School groepen 1-8 Rots en water groepen 5-8 vanaf januari 2016

---

Engels Gymnastiek

ICT

Sociaal emotionele vorming en Actief Burgerschap

Methodegebonden toetsen of alternatief ---

---

24

3.5 Ambities : 0nderwijs en leren, ICB de Vuurvogel In dit hoofdstuk beschrijven wij onze onderwijsambities voor de periode augustus 2015 tot en met augustus 2019. Bij elke ambitie beschrijven we de aanleiding, onze uitdaging en vervolgens beschrijven we met behulp van de PDCA-cyclus: a. PLAN: Wat willen we bereiken in 2019?: SMART formuleren/aanscherpen van beoogde resultaten: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden b. DO: Uitvoeren en resultaten meten c. CHECK: Analyse en verklaring van resultaten d. ACT: Vaststellen welke acties en interventies nodig zijn om de resultaten te verbeteren en het doel te bereiken

3.5.1 Ambitie: ‘Sociaal emotionele ontwikkeling’ Aanleiding: De afgelopen jaren heeft de Vuurvogel expliciet geïnvesteerd in de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. De komende schoolplanperiode willen we ons meer richten op de brede ontwikkeling van onze leerlingen. Volgens De Onderwijsraad betekent dit: zorgen dat alle leerlingen zich op cognitief, sociaal-emotioneel, cultureel en lichamelijk gebied optimaal kunnen ontplooien en goed voorbereid zijn op hun verdere (school)loopbaan. We richten ons op:  Leermotivatie, zelfvertrouwen en inzet;  Persoonlijke ontwikkeling: sociale kennis en sociale vaardigheden;  Actief democratisch wereldburgerschap;  21ste eeuw vaardigheden, in deze context met name samenwerken. Wat we willen bereiken is dat onze leerlingen bovenstaande vaardigheden leren ontwikkelen en zich op een dergelijke manier eigen leren maken dat zij deze ten alle tijden kunnen inzette, ze hen helpen bij het verbeteren van hun leerresultaten en ook maximale ontplooiingskansen kunnen bieden. Ook vinden we het belangrijk dat wij met ons onderwijs blijven aansluiten bij wat leerlingen nodig hebben, nu en straks. We willen anticiperen op externe ontwikkelingen in de omgeving en ook in de maatschappij. Beginsituatie: Een belangrijke eerste stap die we willen maken is ons SEO (sociaal emotionele ontwikkeling) aanbod te versterken. Ondanks dat de Vuurvogel een Vreedzame School is (hierna: DVS), werd er in de klassen niet of nauwelijks structureel mee gewerkt en waren de leerkrachten ook niet of onvoldoende getraind op dit vlak. Na uitgebreid onderzoek, sessies met het team waarin we onze visie op SEO geformuleerd hebben en het vergelijken van verschillende SEO methodes, bleek DVS het best aan te sluiten bij onze visie. Daarom is besloten deze methode te her-implementeren en op termijn te combineren met de psycho-fysieke methodiek Rots en Water. Deze methodiek heeft als voordeel dat het doen en ervaren hierin centraal staat en in mindere mate het praten over emoties. Het werkt gericht aan het vergroten van de sociale competenties en het voorkomen van pesten en is uitstekend te combineren met DVS. Onze uitdaging is een ‘echte DVS school’ te worden, in de zin dat het zowel zichtbaar als ‘voelbaar’ is dat DVS geïntegreerd is in ons pedagogisch klimaat en de dagelijkse gang van zaken. Dat alle Vuurvogelcollega’s één gezamenlijke taal spreken en dezelfde methodieken toepassen om zo op een structurele, gerichte manier aan de sociale competenties van onze leerlingen te werken vanuit democratische oogpunt.

SCHOOLPLAN ICB DE VUURVOGEL 2015-2019

PLAN- DO- ACT- CHECK PLAN- Dit hebben we bereikt in 2019:  Een duidelijk zichtbare, positieve verandering in het gedrag van onze leerlingen * een afname van het aantal conflicten sinds de invoering van het programma; * effect m.b.t. op het gedrag van leerlingen: a. zij gedragen zich rustiger en verantwoordelijker; b. gaan respectvoller met elkaar om; c. houden zich beter aan afspraken; d. hebben minder conflicten; e. verwoorden zaken beter en laten zich beter aanspreken door leerkrachten van jongere groepen         

Er is een duidelijke, gedragen visie op sociaalemotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Leerkrachten hebben voldoende kennis, vaardigheden en commitment om hier naar te handelen. Er wordt preventief en structureel in elke groep gewerkt aan het vergroten van de sociale competenties van onze leerlingen; Er is een borgingsplan dat er voor zorgt dat de her-implementatie van DVS, en daarop volgende koppeling met Rots en Water, succesvol is en blijft; We hebben een stuurgroep met een SEO coördinator die er op toe ziet dat alle gemaakte afspraken in het borgingsplan uitgevoerd (blijven) worden De leerkrachten gebruiken Zien! als monitoring van de opbrengsten op SEO gebied. Zien! wordt 2 x per jaar (zo objectief mogelijk) ingevuld en leerkrachten zijn voldoende in staat de gegevens te analyseren en om te zetten naar een concreet groepsplan. Op IB en directieniveau zijn we goed in staat de uitkomsten van Zien! te analyseren en realistische doelen te stellen; Leerlingen worden er actief bij betrokken en (bovenbouw)leerlingen voelen zich mede-eigenaar van hun eigen ontwikkeling; Leerlingen geven in de eerstvolgende leerling-enquête in mei 2016 op de onderdelen van ‘het leefklimaat’ een score van minimaal 3,0 per onderdeel; ouders zijn écht betrokken bij de SEO ontwikkeling van hun kind(eren) en werken hierin samen met de school. Ze kennen en onderschrijven onze visie en uitgangspunten; ouders geven in de eerstvolgende STP een minimale score van 3,5 op omgang tussen kinderen in de klas én op het schoolplein; wij informeren ouders en andere betrokken partijen op een heldere en proactieve manier om zo onderlinge afstemming en betrokkenheid te vergroten.

DO Uitvoeren en resultaat meten

CHECK Analyse en verklaring van resultaten

Schooljaar 2015-2016: 1. Gesprekkencyclus met ouders aanpassen, invoering startgesprek-voortgangsgesprekevaluatiegesprek 2. Input vragen ouders en leerlingen (ouderkamer + enquête en leerlingendenktank. 3. Visie communiceren naar ouders en partners; ouderavond, nieuwsbrief, schoolgids, schoolplan, website.


ACT Vaststellen welke acties en interventies nodig zijn om de resultaten te verbeteren en het doel te bereiken

4.

Visie/uitgangspunten opnemen in scholingsbeleid en koppelen aan afspraken en leerkrachtgedrag 5. Studiedagen inplannen start schooljaar DVS (1 dagdeel) + 3 plenaire vergaderingen inplannen schooljaar 15-16 voor DVS (+ stuurgroep) 6. Ronde klassenbezoeken SEO inplannen: 1 x start (dir, nulmeting leerkrachtvaardigheden mei 2015) en 1 x tijdens her-implementatietraining en flitsbezoeken 7. 1 daagse teamtraining (EDIT) Rots en Water (april 2016) 8. 2 leerkrachten op 3 daagse trainerscursus Rots en Water (datum nog te bepalen) Zien! Expertraining IB + directie + gedragsspecialist volgen en kennis overbrengen naar team (oktober 2015) Schooljaar 2016-2017: DO Uitvoeren en resultaat meten

1. 2. 3. 4.





Fase 2 van de her-implementatie van DVS Rots en Water integreren in de lessen van DVS Interne Rots en Watertrainers inzetten om met kleine groepjes aan de slag te gaan Afstemmen met leernetwerk en externen (Gemeente/ sportfunctionaris What’s Up) hoe we tot een integrale aanpak komen (whole school approach: De Gezonde School) om versnippering en dubbelen te voorkomen. SEO opnemen in gesprekkencyclus leerkrachten, koppelen aan leerkrachtcompetenties en POP. Visie en uitgangspunten opnemen in Ouderenquête en STP voor de leerkrachten om te evalueren of we ook bereiken wat we willen en of het voldoende zichtbaar is in de school. SEO opnemen in scholingsbeleid Coachingsplan nieuwe leerkrachten opstellen voor SEO

5. 6.

7. 8.

Schooljaar 2017-2018: DO Uitvoeren en resultaat meten

1. 2.

Evaluatie Fase 2 DVS; Uitvoering coachingsplan nieuwe leerkrachten.


3.5.2 Ambitie ‘ICT, mediawijsheid en techniek geïntegreerd in ons lesaanbod’ Aanleiding Beginsituatie: 1. Ons huidige aanbod t.a.v. ICT-hulpmiddelen is ontoereikend om in de klas groepsbreed te kunnen inzetten; 2. Meer gepersonaliseerd onderwijs (ook uit te kunnen blinken in een specifiek talent is de toekomst) te kunnen geven m.b.v. het inzetten van ICT-hulpmiddelen zoals computers en tablets; 3. Beter aan sluiten bij de huidige en toekomstgerichte werkvormen, vaardigheden en leerstijlen van leerlingen; 4. Technologie, ICT en techniek meer in het onderwijs te verankeren en hun kracht meer benutten; 5. Tijdbesparend meten en weten m.b.v. ICT en technologie door bijvoorbeeld digitaal te toetsen en groepsplannen/ activiteiten samen te laten stellen; 6. Steeds groeiende digitale geletterdheid. Technologie , ICT en techniek zijn wat betreft hun veranderingen bijna niet bij te houden. We horen vaak: ‘Wat gisteren nog nieuw was, is vandaag alweer oud’. Toch vinden wij dat deze onderwerpen een nog centralere rol binnen ons onderwijs moeten innemen. We hebben hier al een start mee gemaakt door onze kinderen computeronderwijs aan te bieden vanaf groep 5, te werken met digitale borden in de klas, mee te doen aan projecten zoals ‘De week van Mediawijsheid’ en themaweken te organiseren in het kader van techniek en technologie. Onze uitdaging is ICT, Technologie en Techniek (project ITT) te verankeren in ons lesprogramma en ook aan te laten sluiten bij de manier van werken en leren op school: te weten zelfstandig werken, klassikaal werken, samenwerken, toekomstgericht leren en talentgericht werken. Belangrijk is dat we starten met onze huidige missie en visie indien nodig bij te stellen, hieraan doelen en activiteiten te koppelen en een inventarisering te maken van wat er zoal wordt aangeboden op internet en welke hulpmiddelen we nodig hebben. PLAN- DO- ACT- CHECK PLAN- Dit hebben we bereikt in 2019: 1. Ons taal- en rekenonderwijs digitaliseren van 25% in 2016 naar 40% in 2017 en 50% in 2018-2019; 2. Digitale lessen inzetten afgestemd op het leerniveau en de interesse van leerlingen. Dit om het gepersonaliseerd leren te versterken; 3. Het vak ITT (ICT, Mediawijsheid en Techniek/ wetenschap) verankeren in ons wereldoriëntatie onderwijs: dat wil zeggen dat er 1 keer per 2 tot 3 weken, 45 minuten les wordt gegeven in techniek en ‘coderen & programmeren’ aandacht wordt besteedt aan ITT, net zoals aan geschiedenis, aardrijkskunde en natuur; 4. 5. 6.

Individuele talenten en interesse van leraren optimaal benutten en hun expertise ontwikkelen met als doel een breder lesaanbod aan te bieden en de leermotivatie van leerlingen te vergroten; Ieder teamlid heeft ITT-startbewijs (minimale ITT-vaardigheden) gehaald; Aanstellen van ITT-specialist die zorgt dat de doelen gehaald worden en 1 keer per twee weken een les techniek en ‘programmeren & coderen’ geeft in de groepen 5-8.


PLAN- Dit hebben we bereikt in 2019: 7. Onderzoek doen naar mogelijkheden van’ blended-learning’ en ‘flipping the classroom’ in het primair onderwijs en een advies schrijven hoe je dit kunt inzetten, wanneer en wie je nodig hebt; 8. Beschikken over een protocol ‘Mediawijsheid’ voor de groepen 4-8 en per jaar tenminste 4 uren lesgeven in mediawijsheid zodat onze leerlingen weten hoe ze zich moeten gedragen op het internet als democratisch internetburger en wat er van hen verwacht wordt; 9. Aanstellen van een gecertificeerd mediacoach; 10. Uitbreiding leermiddelen ICT/ ITT m.b.v. I-pads, laptops, 3d-printer en techniekmiddelen.



1. 2. 3. 4. 5. 6.

7. 8. 9. 10. 11. 12.

13. 14. 15.


Deelname directie aan seminar zoals onderwijsdagen 2015 te Rotterdam; Advies inwinnen m.b.t. leermiddelen ICT, inzet van app’s en lesmiddelen bij KG Rolfgroep, accountmanager Chantal Campfens; Het aanstellen van een adviseur ITT voor een 3-talbijeenkomsten in 2015-2016; Team informeren m.b.v. een bijeenkomst over ICT, juni/mei 2015; Aanschaf laptops/ iPads zie offerte; Het protocol ‘mediawijsheid’ is ontwikkeld en vastgesteld: leerlingen van de groepen 4-8 weten wat er van hen verwacht wordt als democratisch internetburger en weten hoe ze zich moeten gedragen op het internet; We hebben een media(wijsheid)coach binnen ons team die een afgeronde opleiding heeft; We hebben deelgenomen aan de week mediawijsheid en de Code week in de herfst van 2015; Kinderen hebben kennis gemaakt met het vak coderen en programmeren a.d.h.v. drie lessen; Ten minste twee leerkrachten hebben een verdiepingstraining ICT (digibord, I-pad) gevolgd bij de ICBO-academie; In de groepen 1 en 2 is ICT, per 1 juli 2016, een dagelijks onderdeel van het werkcircuit; In tenminste twee van vier groepen bovenbouw (groepen 4-8) werken de leerlingen digitaal aan rekenen en begrijpend lezen. Ook de toetsen worden zoveel mogelijk digitaal afgenomen m.b.t. beide vakgebieden; Leerlingen die naast het BHV-model meer uitdaging/ inoefening nodig hebben, werken m.b.v. digitale rekenen- en taalprogramma’s; De leerlingen in de groepen 4-8 maken kennis met het programma Codekinderen; In groep 7 wordt de pilot ‘Bomberbot’ gestart.


ACT vaststellen welke acties en interventies nodig zijn om de resultaten te verbeteren en het doel te bereiken


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.


3 Uren per week een leraar vrij roosteren (coördinator ITT) werven en aanstellen die 1 keer in de 3-4 weken lesgeeft in programmeren en coderen in de groepen 4-8; 1 verdiepingstraining inkopen ‘expert techniek/ wetenschap’; Uitbreiding van laptop/ I-pads: zie offerte; Deelname seminar onderwijsdagen en ICT-dagen vanuit kennisnet door directie/ stuurgroep; Functieprofielen ITT (technieken wetenschap expert, mediaexpert en ICT expert)opstellen en expert ITT opleiden; Ontwikkelen protocol ‘ICT-vaardigheid leerkracht 2016- 2019’; De vakken coderen, mediawijsheid en programmeren zijn uitgebreid naar totaal 8 lessen per jaar voor groepen 7-8; Het vak ‘programmeren en coderen’ aan de ‘zachte’ vakken toevoegen vanaf groep 4 (na de kerstvakantie starten); Groep 3 beschikt over tenminste 6 devices en deze zijn opgenomen in het werkcircuit t.b.v. rekenen, taal en lezen; We nemen een besluit m.b.t. het toevoegen van ‘Coderen, mediawijsheid en programmeren’ aan ons onderwijscurriculum; De groepen 4-8 hebben elke een gastles rondom het thema ‘programmeren en coderen’ in de periode september t/m december; De groepen 4-8 geven in de periode januari t/m mei 3 lessen ‘programmeren en coderen; De groepen 7 en 8 doen mee aan de codeweek en week van mediawijsheid in de periode september- november 2015 en dit wordt opgenomen in hun jaarlijks programma.








1. 2. 3. 4.

Het vak ITT uitbreiden naar onderbouw: groep 3 toevoegen; Talenten van leraren duurzaam inzetten in lesprogramma talentencircuit’; Techniek en wetenschap: de groepen 6-8 volgen elke periode tenminste 1 les; Trends op het gebied van techniek en wetenschap inventariseren en een plan maken ‘hoe kunnen we dit aan ons curriculum toevoegen? en wat willen we dat onze kinderen leren?’; 5. Aangezien ICT/ ITT een trendgevoelig vakgebied is, zullen we oer jaar moeiten bekijken wat van belang is en is dit vooral op hoofdlijnen beschreven 6. Deelname aan twee terugkomdagen mediawijsheid voor verlenging certificaat; 7. Cursus volgen 3-d printen door ITT-expert; 8. Onze leerlingen nemen deel aan maatschappelijk programma’s m.b.t. ITT; 9. Techniek (Natuniek en de techniektorens) is onderdeel van ons onderwijscurriculum en leerlingen kunnen hier individueel/ zelfstandig aan werken; 10. Cursus 3D-printen is positief afgerond. Schooljaar 2018-2019: DO Uitvoeren en resultaat meten

1.

2. 3. 4. 5.

Techniek opnemen structureel opnemen in onderwijscurriculum in groepen 6-8 en 1 keer per 3 weken 30-40 minuten inplannen. Lessen worden gegeven door expert ‘Technieken wetenschap’; Techniek en wetenschap: de groepen 4 en 5 volgen elke periode tenminste 1 les; Implementatieplan schrijven voor invoering techniek in groepen 4 en 5; Deelname aan twee terugkomdagen mediawijsheid voor verlenging certificaat. … Aangezien ICT/ ITT een trendgevoelig vakgebied is, zullen we per jaar moeiten bekijken wat van belang is en is dit vooral op hoofdlijnen beschreven.


3.5.3 Ambitie: Excellent in de kernvakken: rekenen, taal en lezen Aanleiding Kinderen worden steeds meer aangemoedigd op hun eigen niveau te leren en te presteren. De groeiende expertise van ons team zorgt ervoor dat we steeds beter in staat zijn onze kinderen op maat te begeleiden wat betreft hun leerniveau en hun onderwijsbehoeften. De afgelopen jaren is veel tijd en kennis geïnvesteerd in instructie en vakkennis betreffende de kernvakken. De komende jaren zien wij een uitdaging in een meer begeleidende en positief adviserende rol van de leraar dus meer leerlinggestuurd onderwijs waarin zelfvertrouwen, eigenaarschap, motivatie en inzet centraal staan. Dit vraagt gaandeweg een andere leerling benadering. We zullen onze kinderen actiever moeten betrekken bij hun leerproces, een uitstekende kennis moeten hebben van de leerdoelen t.a.v. de kernvakken, onderzoeken waar onze leerlingen baat bij hebben (middelen, instructie en feedback) als ze zelfstandiger aan het werk gaan, hun prestaties volgen, analyseren en vertalen naar toekomstige doelen, weten hoe we hen kunnen motiveren en inzicht geven in hun leerproces. PLAN- DO- ACT- CHECK PLAN: Dit hebben we bereikt in 2019: 1. We zijn sterk in leerlingen motiveren en weten deze aanpak ook effectief in te zetten. De leerkracht gaat meer begeleiden en adviseren en minder sturen; 2. We behalen met de kinderen resultaten die gezien hun kenmerken en startniveau ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde (minimum)norm; 3. Schoolbreed zijn we in staat resultaten te analyseren en te vertalen naar toekomstige, haalbare doelen en laten we zien dat onze doelen gerealiseerd worden; 4. Onderwijsresultaten worden schoolbreed gedeeld en we werken met behulp van de cyclische aanpak PDCA aan verbetering en ontwikkeling; 5. We bieden maximale ondersteuning/ we differentiëren op het gebied van instructie, vaardigheden, tempo en lesaanbod; 6. We hebben een samenwerkingsplan ‘Ouders: onze educatieve partners bij leerresultaten’ ontwikkeld. Hierin is duidelijk omschreven hoe we ouders actief betrekken bij de leerontwikkeling van hun kind(eren) en wat wij hen als school aanbieden(bijvoorbeeld het bijwonen van lessen, uitleg instructie en materiaallessen) om dit te bereiken (zie ambitie ‘Educatief partnerschap XL, met ouder, kind en school’; 7. We kennen de nieuwste inzichten en ontwikkelingen m.b.t. lesgeven in de kernvakken en weten deze ook te verweven in ons reken-, taal- en leesaanbod; 8. We hebben ons basisaanbod met betrekking tot opbrengstgericht werken per niveau beschreven. 9. Eigenaarschap bij leerlingen: Kinderen zijn actief betrokken en zijn medeverantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling. Dit item wordt ook verder uitgewerkt in ambitie ‘educatief partnerschap); 10. Kinderen werken op niveau aan de kernvakken. Kinderen die meer aankunnen krijgen moeilijkere lesstof en worden meer uitgedaagd. Kinderen die minder aankunnen: krijgen makkelijkere lesstof en meer instructie. Het streven is dat kinderen zo effectief mogelijk leren en de lestijd afgestemd is op hun ontwikkelingsniveau. We streven ernaar onze niveaus uit te breiden van drie naar vijf. De inzet van ICT zou een middel hiervoor kunnen zijn; 11. We beschikken over twee onderwijsprofessionals met een Master Sen ‘Taal en dyslexie’ en Reken- en Wiskundespecialist Dyscalculie.


DO Uitvoeren en resultaat meten





Schooljaar 2015-2016 1. We weten hoe we onze leerlingen kunnen motiveren en we zijn in staat deze kennis in te zetten in ons dagelijks handelen; 2. We onderzoeken of onze verbeterplannen, groepsplannen aansluiten bij de PDCA en stellen indien nodig bij; 3. We versterken het aansturen op vaardigheidsgroei schoolbreed; 4. We beschrijven onze basisaanpak m.b.t. cognitief leren op drie niveaus en leggen deze vast en maken deze eenduidig;’ 5. We starten dit jaar met de pilot ‘startgesprek: een gesprek tussen kind- ouderleerkracht september 2015 en een aangepast gespreksarrangement per leerling. Deze wordt 1 juni geëvalueerd en indien en bij positief resultaat aangepast en vastgesteld; 6. Het document ‘opbrengstgericht werken op drie niveaus’ en de bijbehorende aanpak is vastgesteld op 1 juli 2016; 7. Het verbeterplan is opgesteld a.d.h.v. een PDCA-cyclus; 8. We weten de belangrijkste 5 motivatietoepassingen en zetten deze dagelijks in; 9. We streven naar een vaardigheidsgroei van 70% van onze leerlingen en 70% van onze leerlingen scoort de vaardigheidgroei conform inspectienorm. Schooljaar 2016-2017 DO Uitvoeren en resultaat meten

1. 2. 3.

We streven naar een vaardigheidsgroei van 75% van onze leerlingen en 75% van onze leerlingen scoort de vaardigheidgroei conform inspectienorm; Het verbeterplan m.b.t. spelling wordt Vastgesteld en schoolbreed ingevoerd; Het taalbeleid wordt geëvalueerd en bijgesteld naar huidige normen.


Schooljaar 2017-2018 DO Uitvoeren en resultaat meten

1. 2.





Plan van aanpak m.b.t. herziening taalbeleid wordt vertaald naar een tweejaren plan; Vaststellen aanscherping kwaliteitszorg en leerlingenresultaten.


1. 2. 3.

Uitvoering jaar 2 herziening taalbeleid; Uitvoeren plan kwaliteitszorg en leerlingenresultaten; Scholing directie, IB ten aanzien van nieuwe bevindingen op het gebied van kwaliteitszorg en leerlingen resultaten.


3.5.4 Ambitie: Educatief Partnerschap XL, kind, ouderen school Aanleiding Ouderbetrokkenheid bij de opvoeding en bij het onderwijsleerproces vinden we van essentieel belang voor de ontwikkeling van het kind. Jarenlang onderzoek heeft aangetoond dat hoe meer ouderbetrokkenheid, hoe beter de leerprestaties van het kind. Ons doel voor de komende vier jaren is, de ouderbetrokkenheid en de samenwerking tussen ouders en school te maximaliseren. PLAN- DO- ACT- CHECK PLAN- Dit hebben we bereikt in 2019: 1. Elk schooljaar een individueel startgesprek/ kennismakingsgesprek met ouders, kind en leerkracht; 2. We werken met individuele gespreksarrangementen voor kind- ouder (bijvoorbeeld 2x10-minutengesprek of 4x 20-minutengesprek); 3. Een ‘nieuwe schooljaar receptie’ bij de start van het schooljaar (augustus/ begin september); 4. De ouder als ‘buddy’: ouders zijn zich bewust van hun rol en weten welke bijdrage hun ouderbetrokkenheid en educatief partnerschap levert aan de ontwikkeling van hun kind. Ze tonen betrokkenheid door hun kind te ondersteunen met huiswerk werken, ze lezen hun kind voor, ze voeren gesprekken met hun kind en zijn op de hoogte wat hun kind leert in een bepaalde groep/ periode; 5. Voortzetten en formaliseren leerlingendenktank groepen 5-8: de leerlingendenktank is uitgebreid met groep 5; 6. Formaliseren van de ouderkamer en tenminste 4 ouderbijeenkomsten per schooljaar organiseren; 7. Schoolbreed weten we hoe we ouderbetrokkenheid kunnen optimaliseren en beschikken we organisatiebreed over de juiste vaardigheden en middelen; 8. We hebben een protocol ‘Educatief partnerschap’ ontwikkeld en ingevoerd. DO Uitvoeren en resultaat meten


Schooljaar 2015- 2016 1. Pilot ‘start gesprek’ met ouder en kind over het jaarleerplan in september id gestart en 100% van onze ouders heeft deelgenomen; 2. We organiseren een ‘Nieuwe schooljaar’ receptie in augustus/ september. Dit is een vast onderdeel van pons educatief partnerschap’ 3. Voortzetten en formaliseren leerlingendenktank: dat wil zeggen we ontwikkelen een plan over hoe we deze meer cachet (democratisch burgerschap) kunnen geven en een nog duidelijkere plek in de school: De leerlingendenktank werkt met een jaarplanning, er is een voorzitter benoemd en per jaar zijn er tenminste 4 ambities opgesteld ; 4. Vier ouderkamerbijeenkomsten organiseren m.b.t. educatief partnerschap van ouders: Er zijn vier ouderbijeenkomsten georganiseerd in de ouderkamer en 40% van de ouders hebben deze opzocht.



Schooljaar 2016- 2017 DO Uitvoeren en resultaat meten

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.





Pilot individuele gesprekarrangementen/ 10-minutengesprekken (gecombineerd); Invoering 2 kindgesprekken- leerkracht m.b.t. voortgang en evaluatie leerplan; Pilot ‘open lesdagen’: inloopweek nieuwe stijl’ in BB; Deelname aan 2 scholingsdagen ‘educatief partnerschap’ door leernetwerk.


1. 2.


Elk schooljaar heeft de leerkracht tenminste twee 10-minutengesprekken met zijn/ haar kinderen; We starten een pilot m.b.t. individuele gespreksarrangementen; Leerlingendenktank uitbreiden met twee leerlingen van groep 5 en een jaaragenda opstellen; Invoering startgesprek ouder- kind- leerkracht; Start pilot kindgesprek- leerkracht: 2 keer per jaar; Twee ouderbijeenkomsten ‘educatief partnerschap ’op de Vuurvogel; Pilot open lesdagen: inloopweek nieuwe stijl in OB.


1. 2. 3. 4.


Evaluatie- terugblik schoolplan 2015-2018; Bijstellen en nieuw plan ontwikkelen n.a.v. scholingsdagen in 2017-2018.


3.5.5 Ambitie: Een breed, toekomstgericht en uitdagend lesaanbod Aanleiding De afgelopen jaren hebben we als school de focus gelegd op het goed onderwijzen van de kernvakken: de cognitieve kennis. Het huidige niveau willen we tenminste borgen. In onderwijs praten we steeds vaker over de ‘brede’ ontwikkeling van een kind. Men bedoelt dan de sociale ontwikkeling, de creatieve, de persoonlijke ontwikkeling, de motorische en ook de cognitieve ontwikkeling. Belangrijk is dat een basisschool leerlingen voorbereidt op het vervolgonderwijs en de samenleving. Naast het aanbieden van de kernvakken is, willen we op den duur over een breed, eigentijds en op kerndoelen gebaseerd aanbod beschikken dat bijdraagt aan de basiswaarden van een democratische rechtstaat. Bovenstaande heeft geleid tot de hierna volgende keuzes/ ambities. PLAN- DO- ACT- CHECK PLAN- Dit hebben we bereikt in 2019: a. We beschikken over lesaanbod/ curriculum dat al onze leerlingen ( van moeilijk lerend tot excellent) voorbereidt op het vervolgonderwijs, op de samenleving en op de toekomst. Ons lesaanbod is modern en toekomstgericht en bevat naast kennis ook vaardigheden en sluit aan bij de kwaliteiten en onderwijsbehoeften van onze leerlingenpopulatie; b. We stemmen onze leermiddelen af op wat onze kinderen nodig hebben; c. Het aanbod draagt bij tot democratisch digitaal burgerschap. We verbinden ons curriculum met ICT en sociale veiligheid en mediawijsheid; d. Schoolleiding en leraren focussen sterker op persoonlijke behoeften, ontwikkeling en gepersonaliseerd leren. Dit doen we wat betreft leermiddelen, lesstof en begeleiding (zie ook verbinding met educatief partnerschap XL); e. We breiden het meten van onze leerresultaten/ het zicht op ontwikkeling (nu rekenen, lezen en taal) uit naar studievaardigheden en sociale vaardigheden; DO Uitvoeren en resultaat meten


Schooljaar 2015- 2016

1. 2.

3. 4.

Verwerking en toetsing van vakgebied WO , tenminste twee keer dit schooljaar, ‘n andere invulling geven; We hebben een periode WO (wereldoriëntatie) aangeboden als thema en hierin de verschillende vakgebieden en creativiteit als een geheel aangeboden. De sterke en ontwikkelpunten zijn benoemd; Leernetwerk ‘brede ontwikkeling’ vaststellen en ambitieplan opstellen; Evaluatie Engels groepen 1-8 en plan vaan aanpak voor borging schooljaar 20152018. We streven ernaar dat Engels in schooljaar 2016- 2017 een vaste plek heeft binnen ons lesrooster;



5. 6.

7.

3 Toetsverwerkingsvormen aangeboden (alternatief van een dergelijke toets) in de groepen 5-8; De groepen 5-8 hebben dit jaar twee keer een andere toetsingsvorm gehad. Er is een reflectie van de leerlingen geschreven en in de denktank is besproken of we verder gaan met een dergelijke manier van kennis toetsen en hoe we verder gaan n.a.v. het nieuwe toetsen; Plan van aanpak ontwikkelen: ‘Hoe gaan we om met onze (best) presterende leerlingen.


1. 2. 3. 4.





Pilot ‘wereldoriëntatie nieuwe stijl: Oriëntatie IPC/ meervoudige intelligentie (digitaal) met behulp van een studiedagochtend/ middag voor het leernetwerk; 1 nieuw vakgebied introduceren in team en 4 lessen verzorgen in pilotkwartaal; Plan van aanpak: ‘Hoe gaan we om met onze (best) presterende leerlingen: jaar 1 uitvoeren.


1. 2. 3.

Oriëntatie IPC/ meervoudige intelligentie/ WO-vakken nieuwe stijl (digitaal) met behulp van een studiedagochtend/ middag voor het gehele team; Keuzen maken ten aanzien van methode voor WO afgestemd op ontwikkelbehoeften van de leerling; Plan van aanpak: ‘Hoe gaan we om met onze (best) presterende leerlingen: jaar 2 uitvoeren.



1. 2.





Invoering nieuwe methode WO; Plan van aanpak: ‘Hoe gaan we om met onze best presterende leerlingen: jaar 3 uitvoeren.


1. 2.

Evaluatie nieuwe methode WO; Plan van aanpak: ‘Hoe gaan we om met onze best presterende leerlingen: evaluatie plan en bijstellen.


3.6 Leertijd Effectief, op maat en zinvol dat zijn onze uitgangspunten met betrekking tot leertijd. De kinderen dienen hun les- en leertijd optimaal te kunnen benutten. Dat wil zeggen dat ze zich met lesstof moeten bezig houden die aansluit bij hun ontwikkeling en hun aanzet tot meer willen leren en hun motivatie hoog houdt. Instructie moet afgestemd zijn op wat ze nodig hebben en hun onderwijsbehoeften zijn in kaart gebracht en hier wordt rekening mee gehouden. We zijn van mening dat leerlingen ook een rol hierin hebben: ze zijn medeverantwoordelijk en ze dienen zich serieus en optimaal in te zetten. 3.7 Pedagogisch klimaat Onze school streeft naar een stimulerend en ambitieus pedagogisch klimaat. Een positieve aanspreektoon, vertrouwen uitstralen naar onze kinderen en hoge verwachtingen hebben; vinden we belangrijk. We focussen met elkaar op persoonlijke ontwikkeling en persoonlijk leren en vinden het belangrijk dat ieder individu gezien wordt en zich betrokken voelt bij onze schoolgemeenschap. Eigenaarschap , actief en preventief handelen en open staan voor feedback is onderdeel van ons professioneel handelen. We tolereren geen gedrag dat een vrije meningsuiting en democratisch burgerschap in de weg staat. Op onze school hebben we respect voor elkaar, voeren we de dialoog met elkaar en durven we ook kritisch te zijn. Samenwerken aan een succesvolle toekomst en een gelukkig leven is ons streven voor elk kind. Met betrekking tot pedagogisch handelen en didactisch handelen hebben we gezamenlijke doelen vastgesteld. Onze ambitie is dat onze leerlingen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Wij: leerkrachten en directie leren een leven lang. Ons onderwijs versterken en ons handelen steeds opnieuw professionaliseren zijn dan ook onze drijfveren. 3.8 Didactisch handelen Ons uitgangspunt is: ‘Het didactisch handelen van de leerkrachten stelt de kinderen in staat tot leren en ontwikkeling’. We streven ernaar de kinderen zoveel mogelijk op maat te begeleiden en ervoor te zorgen dat ze optimaal presteren. Dat doen we door hun onderwijsbehoeften, kennis en vaardigheden zo goed mogelijk in kaart te brengen, hierop te anticiperen en hen mede-eigenaar te maken van hun leerproces. De leerlingengesprekken schoolbreed, de gesprekken met ouders en kinderen, de observaties, helpen ons de leerling zo goed mogelijk te begeleiden en zijn/ haar brede ontwikkeling te stimuleren. Ons dagelijks handelen kenmerkt zicht door het positief aanspreken van de leerling, hem/ haar aan te moedigen om leersuccessen te behalen, gericht en opbouwende feedback te geven, hoge verwachtingen uitspreken, samenhang bieden en consistent gedrag vertonen. Onze leerkrachten zorgen voor een effectieve, interactieve lesinstructie waarin de voorkennis van de individuele leerling, het doel en de aanpak centraal staan. De verwerking van lesstof ( de opdrachten) proberen we zo goed mogelijk bij het niveau en de behoeften van de leerlingen te laten aansluiten. In de groepen wordt zelfstandig gewerkt, samengewerkt in tweetallen of in een groepje en ook klassikaal gewerkt. We zien het als een uitdaging dat onze kinderen tijdens de les actief, betrokken en gemotiveerd blijven. Daarom willen we hen, de komende jaren, ook actiever betrekken bij de inhoud en vorm van de lessen, de persoonlijke leerresultaten en hun toekomstperspectief.


Voor leerlingen met specifiekere onderwijsbehoeften hebben we een extra aanbod en extra ondersteuning. Deze interventies zijn gericht op het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen met als doel positieve en succesvolle leerervaringen opdoen passend bij wat de leerling nu en straks nodig heeft om een succesvol en gelukkig leven te kunnen leiden. Voor leerlingen die structureel een onderwijsaanbod krijgen afgestemd op hun niveau en behoeften, anders dan hun leeftijdsgroep of extra bekostigd worden door het samenwerkingsverband, stellen we een individueel ontwikkelplan op. Voor meer informatie met betrekking tot een dergelijke kinden schoolondersteuning verwijzen we u naar ‘Ondersteuningsplan ICB de Vuurvogel 2015-2019’. Deze is te vinden op onze website of aan te vragen bij de directie. 3.9 Zorg en begeleiding Passend Onderwijs Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is Passend onderwijs bij wet geregeld. Passend onderwijs betekent dat scholen goed onderwijs realiseren dat aansluit bij wat een kind nodig heeft om verder te komen in zijn of haar ontwikkeling. Elke school is aangesloten bij een samenwerkingsverband passend onderwijs. Deze school is, net als alle andere scholen voor regulier en speciaal (basis) onderwijs van deze regio, aangesloten bij Amstelronde passend onderwijs. Amstelronde passend onderwijs Amstelronde passend onderwijs heeft de missie om ‘goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen waarbij (onderwijs)ondersteuning en begeleiding voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel mogelijk, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest adequate wijze wordt gegeven’. Het doel daarbij is om talenten van kinderen zo goed mogelijk te ontwikkelen, ongeacht eventuele beperking of behoefte aan ondersteuning. De scholen van Amstelronde hebben binnen het samenwerkingsverband met elkaar afgesproken om een hoog niveau van basisondersteuning te realiseren. Dat is mogelijk omdat het beleid erop gericht is om zoveel mogelijk middelen bedoeld voor de (extra) ondersteuning aan kinderen op school, ten goede te laten komen aan het werken in de klas en op school. Elke school heeft een school ondersteuningsprofiel waarin staat wat de school te bieden heeft als het gaat om (extra) ondersteuning van kinderen. Ondersteuningsteam Organisatorisch werkt Amstelronde vanuit vier kernen: Aalsmeer, Uithoorn, Noord (scholen van Amstelveen Noord en Ouder-Amstel, ten noorden van de A9) en Zuid (scholen ten zuiden van de A9). Elke kern heeft een eigen Amstelrondespecialist (orthopedagoog/psycholoog), die wordt ingeroepen indien school of ouders vragen hebben over (extra) ondersteuning die de school niet zelfstandig denkt te kunnen oplossen. Dan organiseert de school een ‘Ondersteuningsteam’. Daarin zitten naast medewerker(s) van school (directeur, intern begeleider, leerkracht), de Amstelrondespecialist en eventueel andere deskundige(n) ook altijd ouder(s)/verzorger(s) aan tafel. In dat gesprek wordt nader in kaart gebracht of verduidelijkt wat het kind nodig heeft en wat er zou moeten gebeuren om er voor te zorgen dat er stappen gezet worden in de verdere ontwikkeling van het kind.


Belangrijke informatie Belangrijke informatie over passend onderwijs en over de vraag hoe de scholen van Amstelronde dat georganiseerd hebben is te lezen in het Ondersteuningsplan Amstelronde 2014-2018. Zie hiervoor www.amstelronde.nl 3.9.1 Begeleiding en ondersteuning op de Vuurvogel Sinds 1 oktober 2015 dient elke school te beschikken over een ondersteuningsplan. Hierin kunt u lezen wat wij kunnen en wanneer wij externe instanties inschakelen. Verderop in het schoolplan hebben we op hoofdlijnen de zorg en begeleiding van onze leerlingen beschreven Wanneer u meer informatie wenst, kunt u dit document vanaf 1 oktober 2015 opvragen bij de directie of een afspraak maken met onze intern begeleider of directie. 3.10 Kengetallen: in-, door- en uitstroombeleid Basisschool de Vuurvogel krijgt natuurlijk ook te maken met instromers vanaf 4 jaar en ook zijinstromers. De school is de afgelopen vier jaar gegroeid van ongeveer 130 leerlingen naar 190 leerlingen op dit moment. Natuurlijk hebben we ook te maken met gezinnen die tussentijds verhuizen of tussentijds op onze school worden aangemeld. Wanneer ene dergelijke instroming of uitstroming plaatsvindt is afhankelijk van het belang voor het kind. Binnen de gemeen tuithoorn streven we een instroom, en doorstoom na een vakantie na. Echter is dat helaas niet altijd mogelijk. Wat betreft onze uitstroom In groep 8 stromen onze leerlingen uit naar het voortgezet onderwijs. Deze uitstroom betreft voornamelijk scholen in Uithoorn en Amstelveen. Een beperkt aantal van onze leerlingen (zeer uitzonderlijk) stroom uit naar Amsterdam en leerlingen in groep 8. Elk jaar presenteren we de uitstroom van groep 8 in onze Vogelvlucht. Mocht u geïnteresseerd zijn in de kengetallen met betrekking tot bovenstaande dan kunt u deze opvragen bij directie.


4. Personeelsbeleid 4.1 Organisatorische doelen Het beleid van het bestuur is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: a. kwaliteitsverbetering van de schoolorganisatie en het onderwijs; b. het stimuleren en bevorderen van beroepsmatige groei en aandacht voor het persoonlijk welzijn, d.w.z. de geestelijke en lichamelijke gezondheid van het personeel. Deze uitgangspunten worden gerealiseerd in de volgende doelstellingen: a. verbetering van de kwaliteit van de arbeid bij het personeel b. aandacht voor het werkklimaat en werksfeer c. het creëren van goede arbeidsvoorwaarden. Instrumenten tot verbetering van de kwaliteit van de arbeid zijn: a. het hanteren van een Integraal personeelsbeleid b. het hanteren van duidelijke sollicitatieprocedures c. het stellen van bepaalde functie-eisen aan nieuw personeel d. het bevorderen van deskundigheid binnen de school door middel van (na)scholing en persoonlijke ontwikkelingsplannen e. het zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief juiste personeelsbezetting op korte en lange(re) termijn. Instrumenten tot verbetering van het werkklimaat en werksfeer zijn: a. een heldere en eerlijke taakverdeling met behulp van de bestaande functie- en taakomschrijvingen b. het opzetten en stimuleren van duidelijke overlegstructuren binnen de school en tussen de verschillende geledingen onderling c. het besteden van aandacht aan de omstandigheden waaronder uitvoering moet worden gegeven aan de werkzaamheden binnen de school d. het bevorderen van een goede communicatie e. aandacht voor bijzondere gebeurtenissen. Instrumenten voor het creëren van goede arbeidsvoorwaarden zijn: a. het volgen van de CAO-PO b. het formuleren van duidelijke regels en afspraken met betrekking tot de rechten en plichten van al het personeel (onderwijzend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP) c. het formuleren van en omgaan met de bestaande verlofregelingen d. zorg bij ziekte e. het scheppen van goede materiële voorzieningen voor het personeel f. het zorgen voor extra faciliteiten Nadere uitvoering van de beleidsinstrumenten wordt geregeld in een Integraal personeelsbeleidsplan. 4.2 Schoolleiding Basisschool de Vuurvogel heeft twee directeuren, Simone Rossing en Nadia Huppertz, beide werken samen vijf dagen per week. De directie is gezamenlijk eindverantwoordelijk echter zijn de verschillende taken en verantwoordelijkheden wel verdeeld.


Wekelijks heeft de schoolleiding overleg over zaken zoals leerresultaten, onderwijsontwikkelingen, kwaliteitszorg, onderwijsambities, personeel, leerlingenprognoses, huisvesting en maatschappelijk ontwikkelingen in de gemeente Uithoorn en Nederland. Met betrekking tot het aansturen van de school streven wij een professionele werkcultuur na. Dat betekent dat we zoveel mogelijk streven naar gezamenlijke doelen, gezamenlijk leren, gezamenlijke verantwoordelijkheid met oog voor meesterschap. We vinden het belangrijk dat we elkaar kunnen aanspreken op succes en resultaten, we voeren een open dialoog met elkaar, staan open voor advies en kritische meningen, hebben respect voor elkaar en streven directie communicatie na. 4.3 Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering Het mogelijk maken dat wensen en verwachtingen van werknemers gelijke tred houden met de doelen die de school zichzelf stelt. Dat is integraal personeelsbeleid. Duurder gezegd: het persoonlijk ontwikkelingsperspectief van werknemers in het onderwijs moet sporen met de inhoudelijke en organisatorische doelstellingen van de school. Dat is wat integraal personeelsbeleid (IPB) beoogt. De verwachting is dat werknemers zich geprikkeld, gemotiveerd en dus gestimuleerd voelen doordat de werkgever rekening houdt met hun eigen ontwikkeling. De doelmatigheid zal er groter door worden. Groeiende motivatie en toenemende doelmatigheid zullen de door werknemers ervaren grote werkdruk hopelijk helpen verminderen. Integraal personeelsbeleid wil zorgen voor goede werkomstandigheden en een stimulerend werkklimaat, zodat personeelsleden het gevoel krijgen dat er naar hem wordt omgekeken. De ontplooiing van de capaciteiten van werknemers is een tweede taak, waarbij het loopbaanperspectief nadrukkelijk in beeld komt. De interesses, de kennis en de vaardigheden van werknemers zijn van invloed op de inrichting en inhoud van het werk en op het beleid van de school. Dan gaat het om zeggenschap en kwaliteitszorg. Integraal personeelsbeleid gedefinieerd Anders dan ‘gewoon’ personeelsbeleid is IPB toekomstgericht. Het beleid houdt rekening met (onderwijskundige) doelen die de schoolorganisatie zichzelf voor de toekomst stelt. Het is dan ook logisch dat bij werving en selectie van nieuw personeel hiermee rekening wordt gehouden. Vanzelfsprekend richt IPB zich in eerste instantie op het loopbaanbeleid voor het huidige personeel. IPB gaat ervan uit dat interesses, deskundigheden, capaciteiten en loopbaanwensen van het personeel de school tal van mogelijkheden geeft. Het op waarde schatten van bestaande kwaliteiten en van de ondersteuning en begeleiding bij de verdere ontwikkeling van die kwaliteiten, moeten een onderdeel vormen van IPB. Een voorbeeld hiervan: een onderwijsinstelling die zich wil profileren met een zeer professionele leerlingbegeleiding, moet het personeel in staat stellen zich adequaat te scholen. Maar andersom kan ook, want waarom zouden persoonlijke kwaliteiten van werknemers op terrein van leerlingbegeleiding geen aanleiding kunnen zijn om van leerlingbegeleiding een speerpunt te maken? Het ligt voor de hand dat er dan natuurlijk wel werknemers moeten zijn, die zich daadwerkelijk willen scholen op dat gebied. Integraal personeelsbeleid geeft systematisch aandacht aan goede werkomstandigheden. Maar ook aan tijd en geld voor ontwikkeling en zeggenschap over uw werk. Het betekent ook werken in een organisatie waar directie en team afspraken maken wat men met elkaar wil bereiken en wat nodig is om dat te bereiken.


Toekomstgericht Nut van integraal personeelsbeleid Beginnende leraren kunnen met IPB in de hand een op maat gesneden inwerkprogramma krijgen aangereikt. In die beginperiode kan de startende leraar een mentor of coach worden toegewezen waarbij ook intervisie een rol kan spelen. Integraal personeelsbeleid biedt mogelijkheden om stil te staan bij uw loopbaan. Bent u aan een nieuwe uitdaging in uw carrière toe? Is verbreding of verdieping in uw functie voor u persoonlijk van belang? En hoe kunt u zich verder professionaliseren in uw huidige baan? Is er bijvoorbeeld behoefte tot verdere taakdifferentiatie zodat u zich kunt werpen op nieuwe taken binnen de school, en is daar scholing voor nodig? Ook hier geldt het punt van functiedifferentiatie: zijn er nieuwe functies waar onderwijsondersteuners in kunnen groeien? Is verlaging van de werkdruk wenselijk en eventueel ook mogelijk? Voor ervaren leraren is het denkbaar dat het punt van het ontwikkelingsperspectief om de hoek komt kijken. Hierbij kan het taakbeleid aan de orde komen. Welke taken passen bij u zodat optimaal van uw ervaring gebruik wordt gemaakt. En ook zeer ervaren docenten hebben, ook al draaien ze al vele jaren mee, nu en dan behoefte om zich nader te bezinnen op hun verdere loopbaan. Is er gelegenheid tot het opnemen van spaarverlof? De scholen van de Stichting ICBO hebben al deze bovengenoemde elementen van IPB neergeslagen in tal van beleidsdocumenten (zie 1.3) 4.4 Gesprekkencyclus Op elke ICBO- school en dus ook op basisschool de Vuurvogel wordt met alle medewerkers de gesprekkencyclus gevolgd. Voor een compleet overzicht verwijzen we naar de handleiding bij de Gesprekkencyclus, (zie 1. 3). 4.5 Arbobeleid De grondslagen voor ons Arbobeleid zijn: - de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen; - het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; - het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; - beleidsafspraken uit overige beleidsdocumenten. Het bestuur van de stichting ICBO streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en leerlingen. Het arbo-beleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en leerlingen, en op de bevordering van hun welzijn. Om dit te bereiken, organiseert het bestuur de school op zo’n manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Per school worden hiervoor jaarlijks realistische streefcijfers geformuleerd. Zeker nu het bestuur sinds 1 augustus 2015 Eigen Risico Drager is geworden is het belangrijk om het verzuim onder het landelijke gemiddelde van ± 7% te houden. Ook gebruiken we op onze scholen het ICBO Verzuimprotocol. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. Speciale aandacht gaat uit naar de inzet van nieuw personeel, ouderen, herintreders en arbeidsgehandicapten.


Arbo-beleid in essentie Behalve op genoemde grondslagen rust het arbo-beleid uiteraard op de Arbo-wet, het Arbobesluit en andere relevante weten regelgeving. De doelstellingen van het arbo-beleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in overleg met de personeelsvertegenwoordiging van de Medezeggenschapsraad. De resultaten zijn onderwerp van het reguliere schooloverleg en worden vastgelegd in een arbo-beleidsplan. De doelstellingen worden eveneens vermeld in het jaarlijks op te stellen Plan van aanpak. Dit plan wordt opgesteld op basis van de RI&E (Risico-inventarisatie en –evaluatie). Preventieve zorg Het bestuur wil risico’s voor veiligheid, gezondheid en welzijn zo veel mogelijk in de kiem smoren. Het bestuur laat zich daartoe bij de zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel ondersteunen door deskundige medewerkers (preventiemedewerkers). De taken van deze medewerkers omvatten tenminste de medewerking aan het verrichten en opstellen van een RI&E, het uitvoeren van arbo-maatregelen en (eventueel) het adviseren aan en overleggen met de medezeggenschapsraad. Voor de preventie van arbo-risico’s zijn verschillende middelen beschikbaar, zoals een adequaat aankoopbeleid en onderhoudscontracten. Bij de bouw en inrichting van schoolgebouwen verdienen de arbeidsomstandigheden extra aandacht. In de omschrijving van de opdracht voor bouwen inrichtingswerkzaamheden houdt het bestuur uitdrukkelijk rekening met de arbo-regelgeving. Deskundige ondersteuning Het bestuur laat zich bij zijn verplichtingen uit de Arbo-wet bijstaan door een gecertificeerde Bedrijfsarts en andere gecertificeerde arbo-deskundigen (maatwerkregeling). Het bestuur heeft een contract met een vaste bedrijfsarts die ook onze scholen kent en waar snel en direct overleg tussen bedrijfsarts en schooldirecteur mogelijk is.

4.6 Werknemersbeleid op de Vuurvogel 4.6.1 Algemeen Het hoofdstuk integraal personeelsbeleid beschrijft de wijze waarop wij naar kwaliteiten en de persoonlijke ontwikkeling van onze mensen kijken, Wat we belangrijk vinden als werkgever en wat we met elkaar, schoolbreed, willen bereiken. Samenhang en afstemming tussen schoolvisie, de schoolambities en de persoonlijke ontwikkeling is ons streven en tevens onze uitdaging. Het stichting integraal personeelsbeleid wordt bovenschools en in grote lijnen ontwikkeld en vastgesteld (IPBplan ICBO). Dit school integraal personeelbeleidsplan is daarvan afgeleid. Ons team is een zogenaamd ‘breed’ team met diverse specialismen en/ of functies. Medio schooljaar 2014-2015 zijn we gestart met leernetwerken. Een leernetwerk bevordert leren met en van elkaar. Kenmerkend voor leernetwerken zijn professioneel handelen, het voeren van een dialoog, feedback geven en krijgen en ruimte bieden aan talenten. Naar aanleiding van de nieuwe CAO hebben we nieuwe beleid ontwikkeld op het gebied van begeleiding van startende leerkrachten. Dit doen we met behulp van mentoren op school en met behulp van coaches stichtingsbreed. Het bestuur stimuleert het uitwisselen van kennis, het deelnemen aan werkgroepen en het werken aan individuele en schoolbrede professionaliteit.


Vanaf augustus 2015 beschikken we dan ook over een ICBO-academy. Ondernemerschap en innovatie krijgt veel ruimte en aandacht in onze stichting. 4.6.2 Dit hebben we met elkaar afgesproken: Ons personeelsbeleid streeft naar een evenwichtige balans tussen werk, ambitie en gezondheid. Motivatie, inzet, uitdaging en tevredenheid, zijn kenmerkend voor onze werkcultuur. Voor de komende periode hebben we de volgende doelen gesteld:  het bevorderen van een goede werksfeer en een prettig werkklimaat waarin ons personeel tot haar recht komt, een ieder zich geaccepteerd en veilig voelt en we coöperatief samen werken en samen leren;  we streven naar een professionele werkcultuur van versterking van persoonlijke kwaliteiten en het optimaliseren van individuele talenten;  we vinden het belangrijk dat management en werknemers zich blijven ontwikkelen/ professionaliseren en zij hun werktijd effectief gebruiken zodat ze een bijdrage kunnen leveren aan de gezamenlijk schoolambities en we kwalitatief goed onderwijs kunnen blijven garanderen;  het creëren en handhaven van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis waarbij de werknemer uitgenodigd wordt actief mee te denken;  de verantwoordelijkheid en het eigenaarschap ‘laag’ in de schoolorganisatie leggen door leerkrachten leiding te laten geven aan leernetwerken, groot draagvlak te creëren voor een schoolbrede aanpak van verbeteronderwerpen en expertise en kennis structureel met elkaar te delen;  we vinden het belangrijk dat onze werken leefcultuur zich kenmerkt door: eigenheid, professionaliteit, eigenaarschap, gezamenlijke verantwoordelijkheid, een leven lang leren, de dialoog voeren met elkaar en elkaar kunnen aanspreken op afspraken. Klassenconsultaties, leerkrachtbegeleiding en reflectie op eigen werk zijn vanzelfsprekend. 4.6.3 Huidige situatie Naar aanleiding van de vernieuwde CAO PO 2015 is onze stichting volop bezig het IPB te herzien. We hebben gekozen voor het overlegmodel. Dit omdat we van mening zijn dat een werknemer in deze tijd en in onze huidige maatschappij mee moet kunnen denken over zijn/ haar werkinvulling, zijn/ haar persoonlijke ontwikkeling en zijn/ haar werkattitude. Op schoolniveau betekent dat we vanaf dit schooljaar elke werknemer een voorstel doen en uitnodigen actief mee te denken over zijn toekomstige persoonlijke ambities, hoe hij/ zij verbinding maakt tussen de persoonlijke ontwikkeling en de schoolontwikkeling, hoe hij/ zij invulling geeft aan zijn/ haar werkplan en ook bespreken we wat we van elkaar verwachten en wat we belangrijk vinden. Deze afspraken worden jaarlijks vastgelegd in het werkjaarplan. Dit plan is gekoppeld aan het functioneringsgesprek en in het volgend schooljaar ook aan het persoonlijk ontwikkelplan en het schoolplan. Op stichtingsniveau (en daarmee ook op schoolniveau)is besloten de CAO te hanteren en eventuele aanvullingen te doen indien nodig. Dit kunt u lezen in het IPB-plan ICBO. Ook zijn we dit jaar gestart met het in kaart brengen van de kenmerken van onze werkcultuur met een extern bureau. Dit heeft ons als individu en ook als team veel informatie opgeleverd. Samen met het team maken we afspraken over hoe we onze werkcultuur kunnen versterken, waar we vanaf willen en wat we moeten verbeteren/ veranderen. Dit plan is momenteel in ontwikkeling, het streven is dit uiterlijk oktober 2015 af te ronden en in gang te zetten.


4.6.4 Ambities IPB op schoolniveau schooljaren 2015-2019 Schooljaar

Ambitie

Schooljaar 20152016

   





 Schooljaar 20162017

 

 Schooljaar 20172018

 

Schooljaar 20182019



DO-ACT-CHECK

het faciliteren van ten minste twee klassenbezoeken en een collegiale consultatie op jaarbasis; schoolbreed werken met leernetwerken en passiegesprekken volgens de methodiek PDCA; jaarlijks tenminste een onderwijsassistent , een pabostagiaires en/of LIO- er inzetten; het versterken van onze integraal personeel beleidsplan op het gebied van balans tussen werk, ambitie en gezondheid met behulp van een jaarlijks IPB- verbeterplan m.b.v. de PDCA-cyclus; jaarlijkse evaluatie resultaten IPB- verbeterplan op schoolniveau m.b.v. een personeelsenquête. De resultaten worden vastgelegd in een sociaal jaarverslag. Wat gaat goed en wat kunnen we nog versterken/ verbeteren; leerkracht en directeur staan per 1 augustus 2016 ingeschreven in respectievelijk het leraren- en het schoolleiderregister; Start digitalisering functioneringsgesprekken Parnassys Integraal. het opleiden en faciliteren van een ITT- coördinator; het versterken van ons personeelsbeleid door het hanteren van de driejaarlijkse gesprekkencyclus en de invoering van het persoonlijk ontwikkelplan en de invoering van een 360graden feedback (een keer in de drie jaar); de personeelsdossiers zijn gedigitaliseerd leerkracht en directeur beschikken over een digitaal bekwaamheidsdossier/ portfolio; Leraren en directie staan ingeschreven in respectievelijk het Lerarenregister en Directeurenregister. het aantal leerkrachten dat is gespecialiseerd / een expertise heeft ontwikkeld groeit van twee naar vijf.


5. organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur en cultuur De organisatiestructuur van de Vuurvogel bestaat uit twee directeuren, twee bouwcoördinatoren, een intern begeleider, groepsleerkrachten, een administratief medewerker en een conciërge. Aan de school is een MR verbonden. De medezeggenschapsraad van de Vuurvogel, bestaande uit twee leerkrachten en twee ouders, heeft een instemmende of adviserende rol met betrekking tot onderwijskundige zaken en of beleidszaken. De rol en bevoegdheden van de MR (algemeen) zijn vastgelegd in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Sinds schooljaar 2015-2015 hebben wij samen met onze MR een statuut ontwikkeld waarin u onze samenwerkingsovereenkomst en afspraken kunt lezen. Voor meer informatie verwijzen we u naar bijlage 4.1. Naast de medezeggenschapsraad heeft onze school ook een actieve oudervereniging. De oudervereniging helpt ons bij allerlei activiteiten. Ze ondersteunen ons bij onder andere feestelijke activiteiten, informatieavonden en onze Ouderkamer. De schoolorganisatiecultuur Op basisschool de Vuurvogel streven we naar een organisatiecultuur waarin samen leren inhoud geven, samen verantwoordelijkheid dragen en oog hebben voor ieders eigenheid centraal staan. In de vaktaal wordt dit ook een ‘lerende organisatie’ genoemd. Binnen een dergelijke organisatie bepalen we samen de koers van de school, weet een ieder wat er van hem of haar verwacht wordt, heerst er een open lerende cultuur waarin fouten gemaakt mogen worden, teamleden de ruimte krijgen voor de professionele dialoog en een ieder in staat is feedback te geven en te ontvangen. Een plek waar zowel leraren, onderwijs ondersteunend personeel en directie voortdurend en gericht verbeteren zodat op die manier alle leerlingen in een inspirerende leeromgeving de kans krijgen om hun talenten optimaal kunnen benutten. 5.2 Groepering en structuur Binnen onze school zijn kinderen gegroepeerd volgens het zogenaamde leerstof jaarklassensysteem. Uitgangspunt is dat de tafeltjes gegroepeerd zijn in kleine groepen. De groepen 1 t/m 3 werken met een circuit en vanaf groep 4 hebben de leerlingen een vaste basisplaats in heterogene groepjes, die zo’n elke 10 weken wisselt. In alle groepen wordt op drie niveaus een directe instructie gegeven met behulp van het BHV-model (Basis-Herhaling-Verrijking). Hoe dit instructiemodel in de dagelijkse lespraktijk werkt, kunt u lezen in bijlage 4.2 “ICB de Vuurvogel, direct instructiemodel BHV’. Handelings- en opbrengstgericht werken, zijn kenmerkend voor ons onderwijs. Dat wil zeggen dat we lesstof aanbieden aan de hand van niveaudoelen en onderwijsbehoeften van de leerling. Dit doen we tweejaarlijks namelijk in augustus en eind januari met behulp van groepsplannen/ individuele plannen. In oktober en maart doen we een tussenevaluatie. De intern begeleider en de groepsleerkracht bekijken op dat moment in overleg met de leerling/ groep leerlingen wat deze of zij nodig heeft/ hebben om de doelen te behalen of dat de doelen moeten worden bijgesteld. Vanaf schooljaar 2015-2016 starten we het schooljaar met de pilot ‘ kennismakings- en leerplangesprek’. Dit gesprek vindt plaats tussen leerling, ouders en de groepsleerkracht. In dit gesprek maken de betrokkenen kennis met elkaar en bespreken ze het leerplan (de leerdoelen en bijbehorende lesstof en de onderwijsbehoeften van het kind. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Naast een vast instructiemodel en werkwijze hanteren we ook een doorgaande lijn met betrekking tot hoe we met onze kinderen omgaan (vanaf volgend schooljaar zal dit ook steeds zichtbaarder worden in onze school), de start van de dag, de woordmuren in de groepen 1 t/m 8, het werken met ‘n dagen weektaken in respectievelijk de onder- en bovenbouw, doorgaande lijnen m.b.t. rekenen taaldidactiek (u kunt hier denken aan ’t hanteren van een en dezelfde rekenen spelstrategie. Voorspelbaarheid en herkenbaarheid van de directie leef- en leeromgeving zijn belangrijk voor onze kinderen. Voor meer informatie verwijzen we u graag door naar onze jaarlijkse schoolgids. Hierin kunt u meer lezen over hoe we lesgeven. 5.3 Schoolklimaat Binnen onze school vinden we het belangrijk dat kinderen, ouders en team een ‘stem’ hebben. Naar elkaar luisteren, je prettig en welkom voelen, meedenken met elkaar en ‘oog’ hebben voor elkaar, zien wij als zeer waardevol voor een succesvolle en toekomstgerichte samenwerking. Deze waarden sluiten aan bij de kernwaarden van het Vreedzame School. De Vreedzame school beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen, ouders en school zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin we leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. We voelen ons verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap, en staan open voor de verschillen tussen mensen. Binnen onze school streven we naar een positief sociaal en moreel klimaat, waarin: leerkrachten prettig werken, handelingsverlegenheid bij leerkrachten voorkomen wordt, kinderen zich veilig voelen, kinderen zich gehoord en gezien voelen, iedereen bereid is zich te verplaatsen in de ander, iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat en de eigen kracht van een ieder benut wordt. In de praktijk betekent dit dat we:  rekening houden met elkaar in plaats van alleen met onszelf;  zorgen we voor een goed evenwicht tussen individuele vrijheid enerzijds en verantwoordelijkheid en sociale betrokkenheid anderzijds;  om kunnen gaan met verschillende meningen en gezamenlijke besluiten nastreven;  conflicten oplossen;  ons verantwoordelijk voelen voor onze school, onze leefgemeenschap;  bereis zijn ons in te leven in elkaar, in de cultuur en de levensstijl van anderen;  ingrijpen wanneer er sprake is van onrechtvaardigheid;  ons actief opstellen in lastige situaties bijvoorbeeld als kinderen gepest worden.

5.4 Interne communicatie Communicatie vinden we heel belangrijk op de Vuurvogel. Communicatie is nodig en ook goed kunnen communiceren blijft een uitdaging. Daarom communiceren we het liefst ‘live’ met elkaar en proberen we communicatie via de mail te beperken door:  De start van de dag: - elke werkdag starten we met een briefing voor het gehele team. Hierin bespreken we kort wat er die dag voor de groepen/ directie op het programma staat.

Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019



onderwijs en beleid: - onderwijskundige zaken, beleidszaken, leerlingenresultaten en schoolresultaten worden besproken tijdens de managementteamvergaderingen (directie en bouwcoördinatoren), een keer per twee weken; - maandelijks bouwvergaderingen (bouwcoördinatoren en groepsleerkrachten); - wekelijks zorgoverleg (intern begeleider en directie); - halfjaarlijkse verbeterplangesprekken (directie, intern begeleider en groepsleerkracht) - en in plenaire vergaderingen (gehele team); - leernetwerken vanaf maart 2015 en passiegesprekken vanaf schooljaar 2015-2016 (team).



functioneren, persoonlijke ontwikkeling en professionaliteit: - periodieke bila’s (algemeen directeur en directie/ directeur- bouwcoördinator/ bouwcoördinator/ leerkracht); - functioneringsgesprekken (algemeen directeur- directeur en directeur met teamlid); - begeleidingsgesprekken en klassenconsultaties (IB- leerkracht/ bouwcoördinator- leerkracht en directeur- leerkracht); - het driejaarlijkse beoordelingsgesprek (algemeen directeur- directeur en directiewerknemer). N.B. Natuurlijk bestaat er ook altijd de mogelijkheid om bij elkaar binnen te lopen of een gesprek in te plannen. Naast bovenstaande communicatie is er natuurlijk ook communicatie met leerlingen en ouders. We kennen de dagelijkse startgroet bij de deur (leerling-ouder en leerkracht), de wekelijkse gesprekjes in de groep, de kennismakingsgesprekken, de rapportgesprekken in de groepen 1 t/m 8, de preadvies gesprekken (groep 7) en de definitieve adviesgesprekken in groep 8. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat ouders en leerlingen kritisch meekijken, meedenken en advies geven, instemmen in onze plannen (MR en Leerlingendenktank) en ons helpen invulling te geven aan ons onderwijs/ aan onze activiteiten (MR, Leerlingendenktank en Oudervereniging). 5.5 Communicatie met externe instanties De Vuurvogel is een onderdeel van de maatschappij. Er zijn contacten met externe instanties om expertise binnen te halen voor ondersteuning van de leerlingen en het onderwijs. Ook zijn er contacten met peuterspeelzalen in het kader van VVE en het voortgezet onderwijs in het kader overdracht van leerlingen groep 8. In onze communicatie met externen staat helderheid en doelmatigheid voorop. In onderstand schema kunt u lezen met welke externe educatieve partners wij contact hebben en wie de contactpersoon vanuit school is: Externe educatief partner: Contactpersoon: Bevoegd gezag/ bestuur directie Inspectie van Onderwijs directie/ algemeen directeur Leerplichtambtenaar school specifiek: directie

Wijkvereniging, buurtnetwerk, buurtregisseur e.d. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

stichting specifiek: algemeen directeur directie

Externe educatief partner: PABO, SPW, de peuterspeelzalen

Contactpersoon: Bouwcoördinatoren en directie

Pers (regionaal/ landelijk) Onderwijsbegeleidingsdienst, coaching en advies Kernoverleg, samenwerkingsverband, UDO en overige onderwijsinstellingen Jeugdbescherming, Sociaal team Uithoorn, MEE, Altra, Riagg, GGD, Logopedie en overige zorginstellingen Voortgezet Onderwijs

directie/ algemeen directeur directie directie/ intern begeleider

PierK, De Hint, KNA, Bibliotheek op school Stichting Uithoornse Kinderopvang (TSO/NSO) ITK

intern begeleider/ groepsleerkracht en/ of directie groepsleerkracht/ intern begeleider en of directie aangestelde coördinator stuurgroep directie directie

5.6 Communicatie met ouders Ouders en leerkrachten zijn partners in de opvoeding van het kind. Een goede communicatie tussen school en ouders vinden wij van wezenlijk belang. Leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en te begrijpen, ouders begrijpen beter waar de leerkrachten en kinderen op school mee bezig zijn. De leerkracht onderhoudt op een open en constructieve manier contacten met ouders, verzorgers of andere belanghebbenden. Ouders ontvangen informatie over hun kind en de school met behulp van de volgende middelen: Ontwikkeling van hun kind:  startgesprek/ leerplangesprek aug. /september;  ouderen kindgesprekken (gespreksarrangementen) met de groepsleerkracht;  individuele afspraak met leerkracht/ intern begeleider/ directie. School:  website van de school;  schoolgids;  de (jaar) kalender;  nieuwsbrief Vogelvlucht;  ouderkamer;  inloopweken/ inloopdagen;  schoolenquête ( een keer per drie jaar);  nieuwjaar picknick en borrel. Ouders kunnen meedenken, meepraten en/of meebeslissen door te participeren in MR, de oudervereniging of de activiteitencommissies (ouderbetrokkenheid). Daarnaast kunnen ouders de school helpen bij sportactiviteiten, schoolreizen, excursies en dergelijke (ouderparticipatie). Een keer per drie jaar wordt stichtingsbreed een schoolenquête georganiseerd. Hierin kunnen ouders, kinderen en werknemers hun bevindingen kwijt. Naar aanleiding van de uitslag van de enquête wordt er op schoolniveau een verbeterplan ontwikkeld. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Ook zijn ouders altijd van harte welkom om met ons in gesprek te gaan over kwaliteit en verbeteringen. U kunt hiervoor een afspraak maken met de directie. 5.7 Toelating, verwijzing en verwijdering De Vuurvogel volgt bij de toelating van leerlingen de procedure zoals die bindend is voorgeschreven door het SWV Amstelronde en ook beschreven wordt in onze schoolgids. In het Huishoudelijk reglement staan de procedures beschreven die gevolgd moeten worden bij de eventuele schorsing en/of verwijdering van leerlingen. 5.8 Taakbeleid Op de Vuurvogel hebben de leerkrachten naast de zorg en begeleiding van hun leerlingen in de groep ook enkele taken. De taken zijn afhankelijk van de expertise van de leerkracht en werktijdfactor die de leerkracht werkt. Een overzicht van de taken vindt u in onze jaarlijkse schoolgids. 5.9 Voor-, tussen- en naschoolse opvang De organisatie van de naschoolse opvang (NSO) is op de Vuurvogel uitbesteed aan de Stichting Solidoe Er is een convenant gesloten met de Solidoe, waarin staat dat de leerlingen van de Vuurvogel gegarandeerd een plek hebben bij de naschoolse opvang van de Solidoe, gesitueerd in de ruimte van de Scheg, tegenover de Vuurvogel. De tussenschoolse opvang (TSO) regelt de school zelf. De TSO wordt begeleid door twee overblijfvrijwilligers en een leerkracht. Elk schooljaar vinden er tenminste 4 overleggen plaats tussen de directie en de TSO en volgen TSO-vrijwilligers ook trainingen op het gebied van begeleiding van kinderen. Vanaf 2015 wordt aan het begin van elk schooljaar bekeken welke professionalisering vereist is en stemmen we het samenwerkingsbeleid met school- TSO en kinderen af met behulp van het protocol ‘Afspraken- en regels Buitenspelen en TSO’. In het schooljaar 2015 zal dit worden herzien en indien nodig aangepast worden. 5.10 Peuterspeelzaal (PSZ) Sinds februari 2011 beschikt de Vuurvogel 3 ochtenden per week over een inpandige peuterspeelzaal ‘De Vuurvliegjes’. In het gebouw ernaast is nog een andere peuterspeelzaal gevestigd ‘Het Opstapje. Beiden zijn onderdeel van Kinderopvang Solidoe. Tussen beide peuterspeelzalen en de groepen 1 en 2 is een intensieve samenwerking, met name op het gebied van VVE. 5.11 Sociale Veiligheid Sociale veiligheid op school en internet, dat is ons streven. Dit betekent dat wij het belangrijk vinden dat leerlingen en leerkrachten goed in hun vel zitten en onze schoolomgeving veilig is voor leerlingen, leerkrachten en ouders. Wij zijn van mening dat in een veilige school leerlingen beter in staat zijn om tot optimale prestaties te komen en leerkrachten excellenter onderwijs geven. Sinds de komst van internet vinden wij het belangrijk dat kinderen zich ook veilig voelen op het internet en dat onze kinderen leren hoe ze online positief met elkaar omgaan, leren hoe ze kunnen reageren op kleine ergernissen op internet en wat wij als school voor hen kunnen betekenen om hun veiligheid te waarborgen. Ons beleid richt zich op preventie en in geval van incidenten willen wij adequaat kunnen handelen. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Daarom vinden we het belangrijk om samen met leerlingen ouders afspraken te maken wat we van elkaar verwachten en welke gedrag we van elkaar zien en hoe we elkaar kunne aanspreken op gedrag. Vanaf augustus 2015 zijn we gestart met het ontwikkelen van het protocol ‘Sociale veiligheid op school en internet’. Het streven is dat dit protocol 1 januari 2016 kan worden vastgesteld en in werking treedt. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen, ouders en leerkrachten zich veilig en welkom voelen in school. In een veilige school zijn leerlingen beter in staat om tot optimale prestaties te komen en leerkrachten geven excellenter onderwijs. Ons beleid is gericht op preventie. Desalniettemin kunnen er incidenten voorkomen. Deze worden geregistreerd. Wij onderscheiden de volgende incidenten:  fysiek geweld  intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld  intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of Internet  pesten, treiteren en/of chantage ;  seksueel misbruik, seksuele intimidatie ;  discriminatie of racisme;  vernieling, diefstal, heling ;  (religieus) extremisme . Registratie:  registratie wordt gedaan middels een registratieformulier dat voor de drie scholen identiek is;  klachten worden gemeld bij de klachtencommissie;  de school heeft een vertrouwenspersoon;  in de schoolgids staat informatie hoe te handelen bij incidenten;  de leerlingen, leraren en ouders worden een keer per 3 jaar verplicht bevraagd over de veiligheid op de school. Preventie:  wij hebben een protocol omgangsvormen met daarin het pestprotocol;  wij (school, kinderen en ouders) werken met de vreedzame school;  wij ontwikkelen activiteiten gericht op actief wereldburgerschap;  de leerkrachten zijn 15 minuten voor de start van de school in hun lokaal om leerlingen en ouders te ontvangen;  leerkrachten begeleiden leerlingen naar buiten;  leerkrachten lopen pleinwacht in de pauze en eten samen met hun kinderen in de groep;  kinderen, school en ouders houden zich aan de regels en afspraken van de school;  we streven naar goede contacten met onze externe educatieve partners;  we houden onze ouders op de hoogte van ons onderwijs en de ontwikkeling van hun kind(eren);  werken aan onze gezamenlijke en individuele professie vinden we belangrijk;


     

een sterk, pedagogisch klimaat waarin het kind centraal staat en een stem heeft: dat is onze ambitie; onze school is laagdrempelig: we praten en overleggen met ouders, zij zijn onze educatieve partners; ons team luistert, staat open voor feedback, geeft advies en begeleidt; de ouders en school kennen elkaars verwachtingen en leggen deze vast bij aanmelding; ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie vinden we belangrijk; de tevredenheid van kinderen, ouders en teamleden voldoet aan het ambitieniveau.

Bij de afhandeling van incidenten wordt de volgende volgorde gehanteerd: Leerkracht (kan met behulp van de intern begeleider) – directie – vertrouwenspersoon (zie schoolgids) – inspectie/klachtencommissie – rechter.


6. Financiën 6.1 Begrotingcyclus De begroting bestaat uit een exploitatiebegroting op schoolniveau en op bovenschools niveau. De exploitatiebegroting dient in principe sluitend te zijn maar van dat principe kan op goede inhoudelijke gronden worden afgeweken. Voor het opstellen van de exploitatiebegroting is een rekeningschema gemaakt, dat voor alle scholen gelijk is. Jaarlijks voor 1 januari wordt de begroting van het opvolgende jaar door het bestuur vastgesteld. De GMR zal tijdig worden geïnformeerd en betrokken worden bij de beleidsvaststelling. De Directeurbestuurder controleert periodiek de gegevens van het exploitatieoverzicht aan de hand van de door het Administratiekantoor toegestuurde maandelijkse overzichten en de kwartaal managementsrapportages. Aan het eind van ieder kwartaal ontvangt de DB en de schooldirecteuren een budgetvergelijkingsoverzicht en een grootboekoverzicht. De DB en de directies controleren deze overzichten. Bij het opstellen van de jaarrekening zal onderstaand tijdpad in acht genomen worden: De DB en de directies dragen er zorg voor dat alle op het voorgaande jaar betrekking hebbende nota’s eind januari in het bezit zijn van het administratiekantoor. De financiële administratie wordt afgesloten en grootboekoverzichten worden ter beschikking gesteld aan de DB. Het administratiekantoor maakt de concept jaarrekening op en stelt deze beschikbaar aan de DB. Bespreking vindt plaats met de DB en het administratiekantoor. De besproken correcties worden door het administratiekantoor verwerkt in de jaarrekening. Het bestuur stelt de jaarrekening, na accordering door de accountant, vast in de mei-vergadering. 6.2 Huisvesting

Sinds 1 januari 2015 is het bestuur van de stichting ICBO Uithoorn verantwoordelijk voor het gehele onderhoud van de schoolgebouwen. Omdat de Kwikstaart gehuisvest is in de Brede School Legmeer waarvoor de gemeente Uithoorn de verantwoordelijkheid draagt voor de exploitatie en het beheer, valt deze school buiten onze zorg op huisvestingsgebied. Wij maken elk jaar de MI-vergoeding over aan de gemeente en verder gaan onze zorgen niet. Het bestuur is dus op huisvestingsgebied verantwoordelijk voor twee gebouwen, t.w. de Vuurvogel en het Duet. Elke drie jaar laten wij voor deze scholen een zgn. MeerJarenOnderhoudsPlan (MJOP) opstellen, het meest recent in 2014. Daarin worden alle onderhoudswerkzaamheden beschreven op basis van bepaalde vaste termijnen en een uitgevoerde inspectie. Sinds 1 januari 2015 is het bestuur van de Stichting ICBO, naast het binnen-onderhoud, ook verantwoordelijk voor het buiten-onderhoud. Het bestuur is dus verantwoordelijk voor het gehele onderhoud (planmatig, dagelijks en incidenten) van de Vuurvogel en het Duet. In de uitvoering en planning van dit onderhoud werken we samen met twee andere schoolbesturen (SKO de Kwakel en AURO) om op die manier te kunnen profiteren van schaalvoordelen. Het onderhoud is opgedeeld in 4 hoofdgroepen, elk met één vaste uitvoerende partij. 6.3 Extra externe geldstromen Dat zijn er niet veel; de Stichting ICBO kent er feitelijk maar twee: gemeentelijke subsidies en andere subsidies. Beide vormen zijn vaak incidenteel en toekenning is afhankelijk van vele onzekere factoren. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Deze onderdelen staan uitvoerig beschreven in het Financieel Beleidsplan van Stichting ICBO Uithoorn. Daarnaast hebben de scholen van onze stichting de mogelijkheid om gebruik te maken van: Sponsoring Al enige tijd is in de praktijk gebleken dat de vergoedingen van de overheid niet altijd toereikend zijn om bepaalde activiteiten te organiseren of extra leermiddelen e.d. aan te schaffen. De minister heeft nu door het sluiten van een convenant met diverse organisaties de mogelijkheid geboden extra gelden te verwerven door middel van sponsoring. Ons schoolbestuur heeft in zijn Huishoudelijk Reglement een artikel opgenomen, waarin o.a. de voorwaarden zijn genoemd waaronder sponsoring is toegestaan. Dit artikel is tot stand gekomen met instemming van de medezeggenschapsraad. Op school bevindt zich een exemplaar van dat Huishoudelijk Reglement, alsmede een modelovereenkomst voor gevallen dat van officiële sponsoring sprake is. Het schoolbestuur heeft bepaald, dat sponsoring niet in strijd mag zijn met: 1. de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; 2. de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen; 3. de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school; 4. de onderwijsinhoud en de continuïteit van het onderwijs; 5. de kwalitatieve eisen van het onderwijsaanbod; 6. de statutaire bepalingen van de stichting, waartoe onze school behoort. Bovendien moet bij sponsoring het volgende in acht worden genomen, waarbij wij ons beperken tot de voornaamste regels:  in het lesmateriaal mag geen reclame komen;  bij de aanschaf van computerapparatuur mag geen sprake zijn van verplichte afname van software bij de sponsor;  sponsoring is alleen acceptabel wanneer er bij de ouders, leerlingen en de school een draagvlak voor is; daarom hebben ouders in de MR instemmingsrecht in zaken rond de sponsoring;  voortzetting van incidentele of structurele activiteiten mag nimmer afhankelijk zijn van sponsorbijdragen. 6.4 Interne geldstromen De enige interne geldstromen die we binnen onze ICBO-scholen kennen, zijn de diverse schoolrekeningen (kleine kas) en de bankrekeningen van de Ouderverenigingen. Het eerste type rekening (de schoolrekening) valt onder de controle van de accountant.


7. Kwaliteitsbeleid 7.1 Kwaliteitszorg Waar staan we nu? Elke leerling goed onderwijs bieden, je als school verantwoordelijk voelen dit te bewaken en een intrinsieke behoefte aan verandering en verbetering zijn voor ons aanleidingen voor het ontwikkelen van een brede kwaliteitsaanpak voor duurzame onderwijsverbetering. Elk jaar brengt de Vuurvogel haar tussen- en eindopbrengsten in kaart . Dit doen we:  met behulp van het verzamelen van gegevens (kindobservaties, toetsing, lesobservaties met behulp van kijkwijzers door directie- IB- MT en collegiale consultatie;  door het voeren van de onderwijsdialoog met elkaar (team- en bouwoverleg, verbeterplangesprekken en groepsplangesprekken tussen IB en leerkracht en functioneringsgesprekken met onderwijsprofessional door directie, passiegesprekken met het team en participeren in leernetwerken);  gesprekken met ouder (oudergesprekken, ouderkamer, MR en vanaf schooljaar 2015-2016 invoeren van een jaarlijks startgesprek met kind en ouder/ verzorger);  gesprekken met leerlingen (leerlingendenktank en starten leergesprek vanaf schooljaar 20152016);  gesprekken met overige educatieve partners zoals bijvoorbeeld onderwijsbegeleidingsdiensten en onderwijsinspectie en dergelijke);  door reflectie op ons handelen en constante professionalisering Naar aanleiding van de opbrengsten, bepalen we of we tevreden zijn, geven we elkaar feedback en onderzoeken we met elkaar hoe we ons onderwijs beter kunnen afstemmen op onze leerlingen. We stellen ons vragen als: ‘Wat hebben onze leerlingen nodig?’; ‘Wat kunnen we verbeteren/ versterken?’; ‘Wie en wat we hebben we daarvoor nodig?’; ‘Wanneer zijn we tevreden?’ en ‘Hoe kunnen we onze kwaliteit van het onderwijs borgen?’.


Onze inspirators op dit gebied zijn onder andere:  ‘Wat werkt op school en in de klas’ door Marzano;  ‘Leren zichtbaar maken’, door John Hattie;  Michael Fullan;  www.hetkind.org;  Onderwijsakkoord 2014;  ICBO Tweedaagse 2015;  Strategisch Beleidsplan ICBO 2015-2019;  School aan zet;  Rapportage Kennisnet en PO-raad .

Waar willen we naartoe: wat hebben we bereikt in 2019? Het analyseren van deze opbrengsten leidt tot kwaliteitsverbetering en tot nieuwe inzichten, op het gebied van kwaliteitszorg. Onze ambities op het gebied van kwaliteitszorg zijn: a. naast het definiëren van kwaliteit en realiseren van opbrengsten op cognitief niveau willen we ook kwaliteit omschrijven en opbrengsten realiseren op het gebied van welbevinden, motivatie, geluk en sociale vaardigheden; b. ‘werken aan kwaliteit’ meer van onderop initiëren door schoolbreed te werken met leernetwerken en passiegesprekken waarin de dialoog tussen de professionals, gezamenlijke verantwoordelijkheid en gedeeld leiderschap centraal staan; c. schoolbreed werken aan kwaliteit en verbetering met behulp van een vaste aanpak: de PDCAcirkel; d. structureel werken aan kwaliteitszorg met behulp van een jaarcyclus; e. opzetten van een leernetwerk ‘kwaliteitsaanpak’ voor het definiëren van zorg en begeleiding en condities voor schoolverbetering. Het leernetwerk heeft als doel de huidige kwaliteitsaanpak te concretiseren en te standaardiseren en daarnaast een doorontwikkeling van de aanpak in de breedte bijvoorbeeld door het toevoegen van onderwerpen als: ‘Hoe gaan we om met 21ste vaardigheden binnen de school? En ‘Op welke manier worden ouders betrokken als educatieve partners?’; f. samen leren inhoud geven en gezamenlijke doelen vaststellen m.b.t. leerlingenresultaten en onderwijsambities. Innovatie, gebruik en creëren van netwerken, een doorgaande lijn en partnerschap staan hierin centraal.

7.2 Terugblik Schoolplan 2011-2015 De focus van ons vorige schoolplan lag met name op het versterken van de kernvakken zowel wat betreft vakinhoud, leerresultaten als instructie. Er is dan ook veel geïnvesteerd in vaardigheden en begeleiding van leerkrachten, het vervangen van methodes en het in kaart brengen van wat onze leerlingen nodig hebben. De school had in 2010 te kampen met een dalend leerlingenaantal en dreigde ook zwak te worden door tegenvallende leerprestaties van leerlingen. Ervoor zorgen dat de school weer een bestaansrecht kreeg, de leerresultaten progressie maakten en ook weer ouders voor onze school gingen kiezen was onze tweede grote uitdaging. Waar we in 2011 nog ongeveer 130 leerlingen telden we er begin dit schooljaar al ruim 181 leerlingen. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Ook zijn onze resultaten m.b.t. de kernvakken gegroeid en scoren we ook op de eindtoets in groep 8 op het niveau van de leerling. Daarnaast hebben we een stevige basis gelegd voor onze leerlingenzorg en het meer op maat begeleiden van onze leerlingen. In elke groep wordt momenteel opbrengst gericht gewerkt en hanteren we het BHV-model (basis- herhaling- verrijking): de kinderen werken in elke groep dus op ten minste drie niveaus en ook het lesaanbod en de opdrachten zijn afgestemd op deze niveaus. 7.3 Analyse inspectierapport(en) Ons laatste inspectierapport, de datum 8 maart 2012, kunt u lezen op: Inspectierapport ICB de Vuurvogel_8 maart 2012 De onderwijsinspectie heeft onze school destijds met een voldoende beoordeeld en sindsdien is het toezicht op afstand steeds met één jaar verlengd. Eind 2015 of begin 2016 komen we in aanmerking voor het verplichte vierjaarlijkse toezicht. 7.4 Kwaliteitszorginstrumenten en Analyse Om onze kwaliteit te meten, te verbeteren en te bewaken hanteren wij de volgende instrumenten of volgen we volgende procedures: a. Afnemen van methodegebonden toetsen, niet-methodegebonden toetsen (CITO, ZIEN!, Leerlijnen van Parnassys) en de Centrale Eindtoets groep 8 Hier gaan we verder op in het subhoofdstuk Kwaliteitszorgsysteem. Voor overzicht van de methode- en niet-methode gebonden toetsen die wij hanteren verwijzen we u naar hoofdstuk 3 Onderwijskundig Beleid; b. Opbrengst Gericht Werken We werken op de Vuurvogel volgens de principes van Opbrengst Gericht Werken (OGW). Hierin is ook het Handelings Gericht Werken (HGW) geïntegreerd. In elke groep wordt op drie niveaus les gegeven: basis- herhaling- verrijking. Vanaf schooljaar 2015-2016 staat in de groepsplannen beschreven wat onder de drie niveaus verstaan wordt, welke aanpak erbij hoort en welke middelen worden ingezet. Daarnaast worden ook, indien nodig, individuele onderwijsbehoeften genoteerd. c. Faciliteren van scholing en studiedagen De teamscholing en ook individuele scholing hangt nauw samen met onze missie, visie en ambities. Jaarlijks roosteren we vier teamscholingsdagen in. Daarnaast zullen we vanaf schooljaar 2015-2016 ook over een ICBO-academy beschikken. Hierin worden ook allerlei scholingsmogelijkheden geboden, passende bij onze onderwijsambities. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden om met behulp van een lerarenbeurs, een Masterstudie/ WO te volgen. Dergelijke scholing is in overleg met de directie. d. Klassenbezoeken, coaching en collegiale consultatie De directie legt minimaal een keer per schooljaar bij alle leerkrachten een klassenbezoek af. Dit kan gekoppeld zijn aan een onderwijsinhoudelijke ontwikkeling of vindt plaats vanuit de gesprekkencyclus. Een klassenbezoek wordt vooraf, met behulp van een kijkwijzer, aangekondigd. Na het bezoek is er altijd ruimte voor een nagesprek ingepland. Zowel van het bezoek als van het nagesprek wordt een verslag gemaakt door de leerkracht/ gesprekspartner, beiden worden na ondertekening opgenomen in de leerkrachtdossiers. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

Wij vinden het ook van belang dat leerkrachten regelmatig bij elkaar in de klas gaan kijken. Dit leren van elkaar is belangrijk voor de onderlinge afstemming, voor de samenwerking van het team en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor ons onderwijs. Het doel van het klassenbezoek is afhankelijk van de ontwikkeling op schoolniveau gekoppeld aan de behoeften van de leerkrachten. Coaching/ begeleiding worden ook ingezet. De coördinatoren (bouwcoördinator, taalcoördinator en woordenschatcoördinatoren) begeleiden de leerkracht in geval van veranderingen en vernieuwing en helpen de nieuwe afspraken te meten en borgen. Wanneer er een intensiever begeleiding nodig is, wordt er een externe coach ingeschakeld. Naar aanleiding van de nieuwe CAO is ook ons beleid ten aanzien van het begeleiden van startende leerkrachten vernieuwd. Vanaf volgend schooljaar zijn er twee coaches beschikbaar die de startende leerkrachten met behulp van individuele begeleidingsgesprekken en intervisie in hun functie laten groeien. e. Plenaire teamvergaderingen Gemiddeld 1 keer per 4 weken wordt er tijdens inhoudelijke teamvergaderingen verder gewerkt aan de gestelde doelen uit ons schoolplan/ verbeterplan. Deze vergadering kent verschillende vormen zoals een werkvergadering, een inspiratiesessie of een onderwijspassiegesprek; f. Bouwvergaderingen Vergaderingen waarin praktische uitwisseling van tips en materiaal, didactische adviezen, onderwijskundige keuzes en feedback centraal staan. g. Gesprekkencyclus/bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier (straks Lerarenregister). Deze dossiers worden bijgehouden door en zijn in het bezit van de leerkrachten. De niet privacygevoelige gegevens worden centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich:  afschriften van diploma’s en certificaten;  missie en visie(s) van de school;  competenties SBL/ ICBO;  de gescoorde competentielijstjes;  de persoonlijke ontwikkelplannen;  de gespreksverslagen. In de toekomst is ook een inschrijving bij het landelijk lerarenregister verplicht. De inzet van persoonlijke ontwikkelingsplannen is een goed instrument om de afstemming tussen de schoolontwikkeling en de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers tot stand te brengen. Werken aan persoonlijke ontwikkeling kan diverse positieve effecten voor de schoolorganisatie en de daarin werkende mensen opleveren zoals:  verhoogde prestatie- motivatie;  vergroot gevoel van eigen verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling;  verbetering van de werkprestatie.


De ontwikkel-, functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn vastgelegd in de driejarige gesprekkencyclus. De gesprekspartner van het ontwikkelplan kan ook een bouwcoördinator zijn. Functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd door de directie; h. Enquête Om de kwaliteitszorg in beeld te hebben, wordt eens per 3 jaar een leerkrachten ouderenquête afgenomen. In mei 2011 is een ouderen leerkrachtenquête gehouden. In hoofdstuk 2 Zelfevaluatie hebben we de uitslag van de laatste enquête verwerkt. In de toekomst willen we ook input van onze leerlingen. Hiervoor willen we een systeem ontwikkelen waarin we jaarlijks, gekoppeld aan het sociaal-emotioneel rapportgesprek, de leerlingen bevragen over hun welbevinden op school en in de klas. i. Contact met het Voortgezet Onderwijs De leerkracht van groep 8 voert in het eerste jaar waarin oud-leerlingen VO scholen bezoeken, evaluatiegesprekken met de betreffende scholen. Dit kan eventueel leiden tot maatregelen ter verbetering. j. Uitstroomgegevens Ouders, waarvan hun kind(eren) van school vertrekken (aan het eind van groep 8, door verhuizing of een andere reden) vragen wij om een uitstroomformulier in te vullen met een aantal vragen gericht op de (onderwijs)kwaliteit van onze school. k. Intakegesprek (drie weken voor de eerste schooldag) Circa 3 weken voordat een leerling op de Vuurvogel gestart, voert de leerkracht een intakegesprek met de ouders. Dit geldt voor zowel groep 1 leerlingen als voor zij-instromers. In dit gesprek wordt gevraagd naar de 1e ervaringen van zowel de ouders als het kind m.b.t. de groep, de leerkracht en de school in zijn algemeen. 7.5 Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven naar zo hoog mogelijke opbrengsten m.b.t. met name taal, technisch en begrijpend lezen, woordenschat, rekenen en de sociaalemotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden. En dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. Elk schooljaar brengen we de leeropbrengsten van onze leerlingen in kaart. Zowel vooraf als na de toetsing bespreken we met onze leerkrachten hun aanpak tijdens de lessen en ook de resultaten. We maken een verbeterplan in de vorm van een groepsplan en indien nodig stellen we een individueel leerplan voor een kind op. Onze opbrengsten worden ook gepresenteerd aan het bestuur en de directie schrijft, na het gesprek met het team, met de intern begeleider een verantwoording en een verbeterplan. Dit wordt dan de daarop volgende periode op school- en klassenniveau uitgevoerd. De focus voor de komende jaren is scholing volgen, ten minste op directieen intern begeleider niveau, om de resultaten schoolbreed nog nauwkeuriger te kunnen analyseren en ook onderzoeken wat nog nodig is om onze leerlingen excellenter te kunnen laten presteren.


7.5.1 Ambities met betrekking tot de eindopbrengsten  Score CITO Eindtoets op of boven het landelijk gemiddelde;  Streefscore taal van 80 % op de CITO Eindtoets;  Voor rekenen minimale streefscore 75% op CITO Eindtoets;  Hoge scores CITO Eindtoets wereldoriëntatie behouden;  Er wordt gebruik gemaakt van de principes van OGW en HGW om resultaten en acties gerichter in kaart te brengen .

7.5.2 Eindtoets Cito 2011-2015 (CITO) Jaar Aantal leerlingen

Onze gemiddelde score

Landelijk gemiddelde

2011

29

536,9

535,3

2012

15

538,1

535,3

2013

19

536,5

534,8

2014

15

534,7

534,6

2015

19

534,5

534,9

Om op landelijk gemiddeld te functioneren is een minimale score van ‘75% goed’ nodig en een positieve, voldoende vaardigheidsgroei (Inspectiekaart Vaardigheidsscore) van de individuele leerling. Om ons te kunnen profileren als taalexpertiseschool, streven we naar een gemiddelde taalscore van 80% (leerling afhankelijk). Dit willen we graag in 2018-2019 bereikt hebben. Om de leeropbrengsten voor taal te verhogen dienen we aandacht te besteden aan spelling, woordenschat en begrijpend lezen. Dit blijven dan ook aandachtspunten voor komende schooljaren. We zouden graag zien dat onze nieuwe taalmethode Staal, onze kennis met betrekking tot ‘leerlingen motiveren’ , leerlingen medeverantwoordelijk maken en ouders nog actiever betrekken bij het leerproces van hun kind, daar een bijdrage aan kan leveren. Wat betreft wereldoriëntatie en studievaardigheden zien we een duidelijk waarneembare stijgende lijn. Dat is heel positief en moeten we dus ook zeker vasthouden en liefst versterken. Dit proberen door in de groepen 7 en 8 extra aandacht te besteden aan de studievaardigheden. Rekenen blijft ook een aandachtspunt. De score is sterk wisselend van bovengemiddeld tot benedengemiddeld. Teamleden geven aan dat de scores nadelig beïnvloed worden door het talige karakter van de toetsafname. Een investering en toenemende rendement op taalgebied, zal dan waarschijnlijk ook een (lichte) toename op rekengebied laten zien. De focus op onze kernvakken is teven s een ambitiepunt en terug te vinden in ambitie ‘Excellent in rekenen, taal en lezen’. Ons streven moet zijn om een constante lijn te laten zien en minimaal rond het landelijk gemiddelde te scoren. Dit betekent dat we in de komende jaren moeten bekijken of er ook specifiek aandacht besteed moet worden aan de leerkrachtvaardigheden op rekengebied. Sinds vorig schooljaar stelt dient elke school een Basis Eindtoets af te nemen. Momenteel zijn er drie aanbieders. Dit schooljaar kiezen wij voor de Basiseindtoets van Cito. Komend schooljaar verdiepen we ons ook in de andere toetsen en nemen we met de werkgroep een besluit met betrekking tot welke toets het best aansluit bij onze leerlingenpopulatie. Schoolplan ICB de Vuurvogel 2015-2019

7.6

Schematisch overzicht methodevervanging

Vak

Methodes

1011

Taal/Lezen

Ko Totaal Veilig leren lezen STAALtaal (2015)

X X

Begrijpend lezen Technisch lezen Schrijven

Nieuwsbegrip XL (2014) Lekker lezen Schrijven in de basisschool / Pennenstreken 9vanaf 2015 elke jaar vervangen) Wereld in Getallen

Rekenen / Wiskunde Soc.-emot. Ontwikkeling Rots & water Actief Burgerschap Levensbeschouwelijke vorming Geschiedenis Aardrijkskunde Biologie / Natuuronderwijs Engels Gymnastiek Muziek Verkeer (actueel) Creatieve vakken RT materiaal

11 12

12 13

13 14

14 15

15 16

16 17

17 18

18 19

19 20

X x

X X

x x

X

De Vreedzame School

X

7.7 Plan van Aanpak (2015/2016) Zie ambities hoofdstuk 3.5

7.7 Plan van Aanpak (2016/2017) Zie ambities hoofdstuk 3.5

7.8 Plan van Aanpak (2017-2018) Zie ambities hoofdstuk 3.5

7.9 Plan van Aanpak (2018-2019) Zie ambities hoofdstuk 3.5


X

x x

De Vreedzame School Trefwoord (actueel) Bij de Tijd Hier en daar Gr. 3/4 Natuniek Gr. 5-8 Naut Let’s do it Basislessen 1 en 2 bewegingsonderwijs Idee in muziek Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant Handvaardig Tekenvaardig Maatwerk Met sprongen vooruit

x

X X X X

X

X X

SCHOOLPLAN ICB DE VUURVOGEL

Recommend Documents