Schoolondersteuningsprofiel
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Inleiding .............................................................................................................. 3
Hoofdstuk 2
Algemene gegevens ........................................................................................... 5
2.1 Contactgegevens .................................................................................................... 5 2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept .............................................................................. 5 2.3 Kengetallen leerling-populatie van dit schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren 6 Hoofdstuk 3 Basiszorg ............................................................................................................. 9 3.1 Standaarden kwaliteit van de basiszorg ................................................................. 9 3.2 Standaarden handelingsgericht werken ................................................................. 9 3.3 Standaarden kwaliteit van de organisatie ............................................................ 10 3.4 Actiepunten n.a.v. de analyses ............................................................................. 10 3.4 Voorzieningen binnen de school .......................................................................... 13 3.5 Samenwerking met andere instanties .................................................................. 13 Hoofdstuk 4 Onderwijs(zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ................................................................................................................... 14 4.1 Competenties op de verschillende dimensies ...................................................... 14 Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs ........................................ 17 Hoofdstuk 6
Ambities ............................................................................................................ 19
6.1 Evaluatie periode 2011-2015................................................................................ 19 6.2 Ambities 2015-2019.............................................................................................. 20 Hoofdstuk 7 Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs..................................................................................................... 21 Hoofdstuk 8
Samenvattende conclusies .............................................................................. 22
Bijlage 1:
Lijst met competenties ......................................................................................... 23
Bijlage 2:
Beschrijving van vier schoolprofielen. ................................................................. 28
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Aanleiding: In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio’s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het SWV Passend Onderwijs in de regio. Binnen deze regio dient elke school een schoolondersteuningsprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het schoolondersteuningsprofiel een antwoord op de volgende vragen: Wat kunnen we realiseren met ons huidige team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen? Wat willen we op termijn kunnen bieden, waarop gaan we ons ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie? Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen? Schoolondersteuningsprofiel: Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van het Fundament uit Nieuwland. Het Fundament maakt momenteel deel uit van het SWV Driegang. In de periode september - november 2014 hebben de collega’s van het Fundament gewerkt aan het verzamelen en bespreken van gegevens met als doel zicht te krijgen op de huidige en gewenste breedte van het onderwijs en zorgaanbod van de school. Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen door de volgende acties: 1. Het invullen van de scorelijst niveau van basisondersteuning. 2. Het bespreken van het SOP 2012 3. Het vaststellen van de ambities voor het SOP 2015-2019 Doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel vanuit het referentiekader Passend Onderwijs: De doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel is het vinden van antwoorden op de volgende vragen: 1. In welke mate is de school in staat Passend Onderwijs te verzorgen? a. Voor welke kinderen is er een passend aanbod? b. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners? c. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? 2. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? a. Welke expertise hebben we in huis? b. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? De antwoorden op vraag 1 en 2 kunnen de school helpen om richting te geven aan het onderwijs- en zorgbeleid in de planperiode 2015-2019. Immers in het profiel is beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen. U vindt de beschrijving van het huidige onderwijs en zorgaanbod in de paragraaf “basiszorg” De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in paragraaf “ ambities”.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 3
Onderscheiden niveaus van zorg binnen Passend Onderwijs in het schoolondersteuningsprofiel: In het kader van Passend onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg: Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs. Netwerk, smalle of brede zorgschool, inclusieve school. De mate waarin en de wijze waarop een school in staat is om basiszorg en/of breedtezorg te kunnen realiseren verschilt uiteraard per school. Tal van factoren spelen hierbij een rol. Te denken valt aan verschillen in deskundigheden tussen schoolteams, de mate waarin er sprake is van kinderen die speciale onderwijsbehoeften hebben, de mogelijkheden van het schoolgebouw etc. Om deze verschillen tussen scholen in kaart te brengen binnen een schoolondersteuningsprofiel, maken we gebruik van het door bureau Sardes in haar notitie “Profielen en indiceren “ aangereikte kader waarmee scholen hun huidige situatie én hun ambitie in beeld kunnen krijgen. In dit kader wordt een onderscheid gemaakt tussen een netwerkschool, een smalle zorgschool, een brede zorgschool en een inclusieve school. Een bewerking van dit kader treft u aan in de bijlage. Met behulp van indicatoren kunnen scholen aangeven hoe het huidige onderwijs en zorgaanbod er uit ziet en hoe dit er over een aantal (4) jaren uit kan komen te zien. Hoe de collega’s van het Fundament de huidige en de gewenste situatie hebben aangegeven is te lezen in hoofdstuk 4 t/m 8 Standaarden voor basiszorg, breedte zorg en dieptezorg op het niveau van het SWV Basiszorg Bij het vaststellen van de basiszorg op schoolniveau is er binnen het SWV voor gekozen dat alle scholen moeten voldoen aan de standaard zoals deze is opgesteld door de PO-raad. Breedtezorg Scholen zullen ook verschillen in de mate waarin zij in staat zijn een passend onderwijsaanbod te organiseren met behulp van externe deskundigen. Scholen verschillen in hun mogelijkheden om kinderen op te vangen ondersteund door externen. Dieptezorg Hier betreft het leerlingen die niet binnen de (speciale) basisschool opgevangen kunnen worden. Er is, ook niet met behulp van externen, geen mogelijkheid om af te stemmen op de speciale onderwijsbehoeften van deze groep leerlingen.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 4
Hoofdstuk 2
Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens School
Christelijke basisschool het Fundament
BRIN
04QQ
Directeur
Mevrouw M.M. van Vugt
Intern Begeleider
Mevrouw M. Bode
Adres
Verduinstraat 8, 4243 JZ Nieuwland
Telefoon
0183 352224
E-mail
[email protected]
Bestuur
PCPO TriVia
Samenwerkingsverband
SWV Rivierengebied Midden-Nederland
2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept Er wordt gewerkt in 4 combinatiegroepen. In de groepen wordt handelingsgericht gewerkt in drie niveaugroepen, waarbij wit de basisgroep vormt, rood de kinderen omvat die meer uitdaging nodig hebben en blauw is de groep waar kinderen bij elkaar zitten die meer nodig hebben om de doelen te halen. Slogan: Samen bouwen in Vertrouwen We willen samen met de kinderen en ouders bouwen aan een goede ontwikkeling voor de kinderen. We willen een goed fundament leggen voor de toekomst. We zien ouders als partner, omdat zij hun kind goed kennen en wij als professionals graag gebruik willen maken van die kennis. We willen in de klas de volgende zaken bevorderen: Zelfstandig werken: de kinderen zijn in staat kennis en vaardigheden zinvol toe te passen. De kinderen kunnen problemen zelf of in groepsverband oplossen. Effectief instrueren: We geven korte en duidelijke uitleg, zodat de kinderen de door de methode of leerkracht gestelde doelen kunnen halen. Effectieve leertijd: De leerkracht begeleidt de leerlingen door zoveel mogelijk te letten op hulpvragen. Daarnaast worden de kinderen intensief geactiveerd en gestimuleerd. Goede klassenorganisatie: Er zijn regels over gedrag in de klas, werk van tevoren klaarzetten, duidelijke instructie geven, overzichtelijk en doelmatig gebruik van het klaslokaal en werken in groepen of kring. Inrichting klaslokaal: We letten op gelegenheid voor groepswerk, individueel werk, extra werkplekken, goed bereikbare kasten, looproutes in de klas, logische en overzichtelijke ordening van materiaal, sfeer, aankleding van het lokaal, ruimte voor werkstukken etc. We beschikken over methodes die up to date zijn. De ontwikkeling va onze leerlingen wordt gevolgd met behulp van observaties, methode gebonden toetsen, CITO-toetsen en EGGO (sociaal emotioneel meetinstrument). De zorg richt zich met name op het wegwerken of verkleinen van leerachterstanden en het verbeteren van de sociaal emotionele ontwikkeling. We gebruiken hierbij de methode “De jij en ik club”, waar we structureel 1 keer in de week mee werken. Daarnaast hebben we aandacht voor meer begaafde kinderen. Dit vindt voornamelijk plaats in overleg met onze dolfijnleerkracht. We hebben een dolfijngroep waarin deze kinderen 1 keer in de week (een ochtend) les krijgen. Deze dolfijngroep wordt op dit moment bezocht door leerlingen van groep 3 t/m 8. Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 5
We zijn ook bezig met opbrengstgericht werken, waarbij onze focus met name ligt op het stellen van doelen en deze aangeven aan het begin van je les. Er wordt gewerkt met het Directe instructiemodel.
2.3 Kengetallen leerling-populatie van dit schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren Leerlingaantallen (1 oktobertelling) Per 1 oktober Aantal leerlingen, 1-10-200……..
11/12 110
12/13 101
13/14 109
14/15 98
Bovenstaand figuur laat zien dat het leerlingenaantal daalt. De verwachting is dat dit de komende jaren stabiel blijft. Leerlinggewichten Per 1 oktober Aantal leerlingen leerlinggewicht 1.0
11/12 103
12/13 99
13/14 108
14/15 97
Bovenstaand figuur laat zien dat bijna geen leerlingen met een leerlinggewicht zijn. De verwachting is dat dit de komende jaren daalt tot 0. Voor- of vroegschool Er wordt niet met een specifiek stimuleringsprogramma gewerkt. Schoolondersteuningsteam: In het schoolondersteuningsteam zitten een orthopedagoog, een ambulant begeleider vanuit het SBO, de IB-er en de groepsleerkracht. De komende jaren gaan ouders ook deel uitmaken van dit team. Na de bijeenkomst van het schoolondersteuningsteam volgt altijd een terugkoppeling naar de ouders. In het schoolondersteuningsteam worden leerlingen besproken wanneer blijkt dat er sprake is van handelingsverlegenheid omtrent deze leerling. Bij het zetten van een volgende stap in het leerproces is het advies van (externe) deskundigen binnen het schoolondersteuningsteam nodig. De school ervaart de besprekingen met het schoolondersteuningsteam als nuttig en is hierdoor beter in staat om een volgende stap te zetten met het kind en de ouders. Wel blijkt in de praktijk dat de leerkracht regelmatig tegen gebrek aan tijd aanloopt om het handelingsplan uit te voeren. Indicaties en verwijzingen: ‘11/’12
‘12/’13
‘13/’14
‘14/’15
Aanmeldingen bij PCL
1
0
0
0
Verwijzingen SBO
1
0
0
0
Terugplaatsingen vanuit SBO Aantal LWOO/Pro beschikkingen Verwijzingen naar SO cluster 1 en 2
0
0
0
0
0
2
0
?
0
0
0
0
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 6
Verwijzingen naar SO cluster 3 Verwijzingen naar SO cluster 4 Rugzakjes cluster 1 en 2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Rugzakjes cluster 3
0
0
0
0
Rugzakjes cluster 4
0
0
0
1
Dyslexieverklaringen
7
7
4
3
Gediagnosticeerde hoogbegaafden
0
0
0
0
Leerlingen met een verwijzing of rugzakje De school werkt met vooral combinatiegroepen. Ook de doorsnee kinderen (hier bedoelen we kinderen uit de witte basisgroep mee) moeten de juiste instructie en aandacht krijgen. De school verwijst weinig naar S(B)O en biedt behoorlijk wat zorg naar beneden toe. Dit vindt met name plaats in de klas. (kinderen uit de blauwe groep) De differentiatie zit hem met name in een korte verlengde en/of andere instructie. De school vindt het belangrijk dat alle kinderen tot hun recht komen en schrikt niet terug voor speciale onderwijsbehoeften, zolang elk kind, gezien zijn/haar onderwijsbehoeften, krijgt wat hij/zij nodig heeft. Dit geldt dus ook voor de kinderen die meer aankunnen. Deze hebben in de groep een plek in de rode groep en het is mogelijk dat er kinderen geplaatst worden in de al eerder genoemde Dolfijngroep. Dyslectische leerlingen Voor dyslectische kinderen en kinderen met kenmerken van dyslexie werken we met het dyslexieprotocol. We compenseren en dispenseren en leren de kinderen gebruik maken van hulpmiddelen. De kinderen die een dyslexieverklaring hebben krijgen externe dyslexiehulp. Per 1-1 2015 wordt deze hulp niet meer vergoed door de zorgverzekering, maar moet dit geregeld worden door de gemeente. Op dit moment is nog niet bekend hoe dit geregeld wordt. Begaafde leerlingen De begaafde leerlingen vanaf groep 3 komen, op basis van hun toetsgegevens (1+ score), in de dolfijngroep. De dolfijnleerkracht is 1 dagdeel in de week op het Fundament. Kinderen in groep 1 en 2 krijgen verrijkingsstof aangeboden in de groep. Inzet formatie Het Fundament telde op 1 oktober 2014, 98 leerlingen, verdeeld over 4 combinatiegroepen. Er wordt gewerkt met een gemiddelde groepsgrootte van ongeveer 25. De groepen 1/2 en 3/4 worden af en toe gesplitst. De school heeft de beschikking over 2 onderwijsassistenten die bij bepaalde lessen in groep 1/2 en 3/4 kan worden ingezet. In de overige groepen staan er 2 leerkrachten voor de klas. De school heeft een directeur, die ook lesgevende taken heeft. Een IB’er , en OA en een bovenschool systeembeheerder (ICT) Deskundigheid binnen de school Aanwezige deskundigen in het team: 1 IB, tevens gedragsspecialist en taalspecialist Gediplomeerd: De aanwezige deskundigen zijn allen gediplomeerd. We willen graag onze specialismen binnen het team uitbreiden met een rekenspecialist
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 7
Kenmerken van het schoolgebouw Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding Er is ruimte op de gang voor 1-op-1 begeleiding Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time out De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings en leerbehoeften (fysio, schooltuin, etc.) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten Werkruimte waarover leerlingen beschikken Inrichting van de lokalen
X X X
X voldoende voldoende
Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De mogelijkheden zijn/ worden ten volle benut. Zonder extra handen in de groep zijn er niet meer begeleidingsmogelijkheden te realiseren.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 8
Hoofdstuk 3
Basiszorg
3.1 Standaarden kwaliteit van de basiszorg De school heeft zichzelf beoordeeld via de scorelijst basisondersteuning. De lijst is ingevuld door leerkrachten, directie en IB’er. Tijdens een teamvergadering is deze lijst besproken en zijn actiepunten opgesteld. De school voldoet volgens de zelfevaluatie over het algemeen aan het niveau van basisondersteuning. Er zijn nog enkele punten die actie behoeven om dit niveau te verdiepen. Deze scorelijst is als bijlage toegevoegd. In september 2014 heeft de school een beoordeling van de inspectie gekregen. Uit deze beoordeling blijkt dat de inspectie vindt dat nog gewerkt moet worden aan de leerlingzorg. 3.2 Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school op dit moment handelingsgericht werken heeft ingevoerd. We hebben op dit moment veel nieuwe jonge leerkrachten die zich het handelingsgericht werken nog eigen moeten maken. Er zijn daarom veel verschillen in het team. De kruisjes zijn een gemiddelde hiervan. zwak Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen, o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders en collega’s Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak Leerkrachten benoemen hoge SMARTI- doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor een ieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer
voldoende
goed
excellent
X
X
X X X
X
X
X X
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
X
X
pagina 9
Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
X
3.3 Standaarden kwaliteit van de organisatie Onderstaande schema geeft het oordeel van de inspectie weer. zwak De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het te verwachten niveau Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De school gebruik een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt een school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling populatie De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
vold. X
goed
excellent
X X X
X X
X X X X X X X X
3.4 Actiepunten n.a.v. de analyses De onderstaande actiepunten worden gebruikt om het schoolplan en de jaarplannen 2015-2019 mee op te stellen. Hierin zal een keuze gemaakt moeten worden. Actie n.a.v. de zelfevaluatie Het SOP is onderdeel van het schoolplan en de schoolgids De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuningsmiddelen Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning Het personeel beschikt voer een actuele set van didactische, organisatorische en pedagogische
verantwoordelijk Directeur
Aandachtspunt Opnemen vanaf 2015
IB’er
Team Directeur/IB’er Team
Volgen van de Kanjertraining Tussentijdse evaluaties structureel invoeren. Verdiepen in klassenmanagement om dit goed te leren plannen bv.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 10
competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug aan de voorschoolse voorziening of de vorige school Actie n.a.v. standaarden hgw Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten benoemen hoge SMARTI- doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven
via nascholing
IB’er
Contacten peuterspeelzaal
Verantwoordelijk allen
aandachtspunten De rol van de ouders kan verder uitgewerkt worden
allen
allen
allen
Actie n.a.v. het inspectierapport Curatieve zorg: In november en april worden de plannen van alle kinderen die een IV of V scoren tussentijds geëvalueerd. De evaluatie + vervolgstappen worden in een handelingsplan verwerkt. In een logboek of groepsmap wordt bijgehouden welke extra zorg de kinderen krijgen en wanneer dit gebeurt. De onderwijsassistent heeft nog wat tijd over om kinderen extra instructie te geven voor rekenen. Dit plant zij in overleg met de IB’er. Het groepsplan voor begrijpend lezen wordt verder uitgewerkt. Rekenen is een speerpunt voor 2015-2016. Op dat moment wordt er ook gezocht naar een rekencoördinator. Bij het bespreken van dit onderwerp wordt uitgebreid stilgestaan bij het geven van extra instructie.
De beschrijving m.b.t. de individuele leerling moet verder uitgewerkt worden
Start
Verantwoordelijk
November 2014
IB
November 2014
Leerkrachten, IB controleert
Oktober 2014
IB
November 2014
IB
Schooljaar 20152016
Directeur, IB
Januari 2015
Leerkrachten, IB stuurt
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 11
Bij de volgende Cito toetsen in januari wordt een analyse gemaakt van de problemen van de IV en V leerlingen. Hierbij zoeken we naar de oorzaak van de problemen die de kinderen hebben. De doelen die het kind moet behalen worden gekoppeld aan de analyse. Leerresultaten/opbrengsten: Alle citoresultaten (LOVS, entreetoets, eindtoets) worden tijdens een teamvergadering besproken. We nemen dit op in de jaarplanner. De toetsen worden geanalyseerd en eventuele verbeterplannen op groeps- en/of schoolniveau worden opgesteld. De opbrengstgegevens worden met een toelichting in de nieuwsbrieven en schoolgids geplaatst. Kwaliteitszorg: De directeur en intern begeleider gaan hun bevindingen van de groepsbezoeken ook gebruiken voor het evalueren van het onderwijs. Deze evaluaties worden mede gebruikt voor het opstellen van het schoolplan en het jaarplan. In het jaarplan worden concrete doelen gesteld waaraan de verantwoordelijkheden gekoppeld zijn. OPP: Bij het opstellen van een OPP worden hoge, haalbare doelen gesteld.
aan en controleert
Februari 2015
Directeur
Februari 2015
Directeur, IB
Februari 2015
Directeur
November 2015
Directeur, IB
Mei 2015
Directeur
Indien van toepassing
IB
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 12
3.4 Voorzieningen binnen de school Time out
X
Hoogbegaafdengroep – plusklas
X
Preventieve ambulante begeleiding
X
Ondersteuningsteam
X
3.5 Samenwerking met andere instanties Samenwerkingsverband PO (ib netwerken)
X
SBO
X
(V)SO Rec 1,2,3,4
X
SWV VO
X
Lokale overheid
X
Bureau jeugdzorg
X
Centrum Jeugd en Gezin
X
Maatschappelijk werk
X
GGZ
X
Leerplicht
X
Buurtregisseur, politie
X
Buurtsportcoach Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We kunnen passend onderwijs realiseren voor leerlingen met leerachterstanden, kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, kinderen met lichte gedragsproblemen en kinderen met een geringe fysieke beperking. Kinderen met een zware gedragsproblematiek en/of een zware fysieke beperking kunnen bij ons op school niet begeleid worden. Met de huidige mogelijkheden en faciliteiten kunnen wij de zorg niet uitbreiden, maar wel handhaven op het bestaande niveau.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 13
Hoofdstuk 4 Onderwijs(zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1 Competenties op de verschillende dimensies Leren en ontwikkeling Dit gaat over de kenmerken van de leerling die de ontwikkeling en het leren bemoeilijken en die niet hoofdzakelijk toe te schrijven zijn aan de andere vier domeinen. Te denken valt aan leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden c.q. stoornissen, zoals bijvoorbeeld dyslexie. Voor de categorie leren en ontwikkeling hebben we voldoende deskundigheid in huis te hebben en hier op de volgende manieren passend onderwijs voor realiseren. Ontwikkelingsperspectieven opstellen We denken en werken op een handelingsgerichte manier We hebben ervaring met dyslectische kinderen en hebben de beschikking over daisyspelers Er is RT tijd voor kinderen die dit nodig hebben We werken met een dolfijngroep voor meerbegaafde kinderen We kunnen onze onderwijsassistenten inzetten voor het geven van ondersteuning in de combi groep en voor extra begeleiding van (groepjes) kinderen. 1 2 learn geeft in ons gebouw extra ondersteuning op het gebied van lezen Onze collega’s hebben ervaring met het werken met kinderen met uiteenlopen onderwijsbehoeften Van buitenaf kunnen we gebruik maken van onze schoolbegeleider vanuit het CED (orthopedagoog), de collega’s van 1 2 learn, waar we zaken mee door kunnen spreken. Fysiek/ medisch Hier hebben we het over een meer rechtstreekse relatie tussen de lichamelijke kenmerken van de leerling (en de medische consequenties) en de onderwijsbehoeften van deze leerling. Hierbij gaat het om lichamelijke of verstandelijke beperkingen. Voor de categorie fysiek en medisch hebben we de volgende mogelijkheden op school: Eens per week een logopedist op school Kinderen met motorische problemen worden verwezen naar een fysiotherapeut. Eenvoudige motorische problemen kunnen worden aangepakt in de RT. Als er constant hulp is bij een leerling met een specifiek probleem is het mogelijk dat we zo’n leerling op school hebben. We denken dan aan bijvoorbeeld een onderwijsassistent die de leerling begeleidt gedurende de dag / een gedeelte van de dag. Het bieden van passend onderwijs aan kinderen met extra onderwijsbehoeften binnen deze categorie mag niet ten koste gaan van de andere kinderen in de groep. Als dit wel het geval is, komt er een grens aan onze mogelijkheden. Sociaal-emotioneel / gedrag Dit betreft het gedrag van de leerling dat ervoor zorgt dat de leerprocessen belemmerd worden. De gedragsmoeilijkheden/ stoornissen zorgen er in meer of mindere mate voor dat de leerling niet optimaal aan de leerprocessen kan deelnemen. Voor de categorie sociaal-emotioneel/gedrag wil het team van het Fundament de Kanjertraining gaan volgen. Op dit moment zijn hebben we de volgende mogelijkheden: Een collega die het Kanjercertificaat heeft gehaald. 1 keer per week SOVA les op het rooster Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 14
-
Methode “Jij en Ik club, Tim en Flapoor en Wonderlijk gemaakt EGGO kaarten om sociaal emotionele ontwikkeling te volgen van groep 1 t/m 8 We gaan met leerlingen in gesprek over gedragsregels We maken van buiten de school gebruik van expertise van het SWV en van de orthopedagoog (CED) Indien nodig vinden er gesprekken met kinderen plaats Op het moment dat de ontwikkeling en/of het welbevinden van de groep in het geding is, komt er een grens aan onze mogelijkheden. Werkhouding Dit gaat over moeilijkheden met de vaardigheden van de leerling om aandachtig en betrokken aan de leerprocessen deel te nemen. De oorzaken hiervan zijn uiteraard divers. Voor de categorie werkhouding kunnen wij in de meeste gevallen passend onderwijs realiseren. Wij maken hierbij o.a. gebruik van de volgende zaken: Meichenbaumaanpak (beertjes methode) EGGO kaarten waarin gedrag in kaart wordt gebracht Er is een goed klassenmanagement We stellen duidelijk doelen Er heerst rust in de groepen door duidelijke regels Er zijn schoolbrede afspraken gemaakt (waaronder over de inrichting van lokalen, werken met het stoplicht) In groep 7/8 wordt gewerkt met Taakspel Thuissituatie De omschrijvingen bevatten belemmeringen in de thuissituatie. De omstandigheden belasten de leerling zodanig dat speciale onderwijsbehoeften ontstaan om de leerprocessen op gang te brengen en te houden. Voor de categorie thuissituatie kunnen wij kinderen en ouders met extra onderwijsbehoeften op dit terrein goed opvangen. We hebben hiervoor de volgende mogelijkheden: We gaan op huisbezoek. In een combinatiegroep gebeurt dit 1x per 2 jaar. Er is extra aandacht voor kinderen waarvan je weet dat zij t.o.v. wat ze thuis krijgen, iets extra’s nodig hebben. Er worden oudergesprekken/10 minutengesprekken gevoerd Er is een zeer goede samenwerking met Schoolmaatschappelijk werk Bureau jeugdzorg kan worden ingeschakeld We kunnen gesprekken voeren onder schooltijd Er zijn onderzoeksmogelijkheden door externe deskundigen Relatie De mate van betrokkenheid op en verbondenheid met de leraar en medeleerlingen. In de relatie ligt de mogelijkheid van leren met en van elkaar door samenwerken of feedback. Gerichtheid van de leerling op de ander maakt leren mogelijk door de inzet van spiegelneuronen in het brein. Voor de leraar ligt in de relatie de mogelijkheid tot pedagogische invloed. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar geen relatie met de leerling is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Leerkrachten zijn in staat een relatie met de kinderen op te bouwen die het passend onderwijs ondersteunt. Welbevinden De mate waarin de leerling zich vrij, sociaal-emotioneel veilig en plezierig voelt in de schoolomgeving. Onbehagen, van welke aard ook, zorgt voor een bedreigd gevoel in leer- en ontwikkelingstaken. De reactie hierop legt eerder een accent op "overleven", dan op ontwikkelen. Indien er structureel en Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 15
schijnbaar onomkeerbaar een gebrek aan welbevinden is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Ouders geven aan dat hun kinderen problemen hebben met emotioneel welbevinden door de vele wisselingen van leerkrachten op het Fundament. Ontwikkeling De mate waarin de leerling voortgang maakt in leer- en ontwikkelingstaken. De waargenomen ontwikkeling door de leerling zelf en de ervaren waardering hiervoor, zijn de brandstof voor betrokkenheid op de eigen ontwikkeling. De mate waarin de school haar begeleiding kan afstemmen op verschillen in ontwikkeling van haar leerlingen, bepaalt voor een groot deel de zorgbreedte van de school. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onvoldoende ontwikkeling waarneembaar is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Veiligheid De mate van fysieke veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar. Deze kan direct in het geding zijn bij bijvoorbeeld agressie, of indirect door bijvoorbeeld gebrek aan inzicht bij de leerling. De emotionele veiligheid is bij de dimensie welbevinden benoemd. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onveilige situaties ontstaan, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Uit de vragenlijst sociale veiligheid blijkt dat het gevoel van veiligheid van de kinderen op het Fundament van een dusdanig niveau is dat dit geen belemmering vormt voor het geven van passend onderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 16
Hoofdstuk 5
Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs
Hieronder staat beschreven per domein wanneer we op dit moment ervaren tegen grenzen aan te lopen. Leren en ontwikkeling: We lopen als team tegen grenzen aan wanneer we handelingsverlegen raken richting een kind in wat hij/zij van ons vraagt. We vinden het niet plezierig wanneer we het gevoel krijgen dat we niet aan alle kinderen recht kunnen doen, dus wanneer kinderen uit de basisgroep minder goed geholpen worden omdat er een of meerdere leerlingen zijn die extra tijd en aandacht vragen. Fysiek/medisch: Op dit domein lopen we tegen grenzen aan: Als de leerlingen gestoord worden in de ontwikkeling door de aanwezigheid van de specifieke leerling dan is de grens bereikt. Wanneer we merken dat we niet de specifieke deskundigheid hebben en ook niet kunnen vergaren omdat het te specialistisch is. Als we niet de aandacht en tijd kunnen bieden die het kind nodig heeft. Als we de spullen die een specifiek kind nodig heeft niet kunnen regelen / betalen. Als een specifiek kind een aparte ruimte nodig heeft om te werken en we dat niet kunnen realiseren op dat moment Als de samenwerking niet de juiste hulp voor de praktijk / dagelijkse gang van zaken is / blijk te zijn. Door de combi-groepen hebben we als leerkracht minder tijd voor een zorgleerling. Sociaal emotioneel: Wanneer we handelingsverlegen raken omdat de ontwikkeling van betreffende leerling of andere leerlingen stagneert en we met hulp van buitenaf niet verder komen, komen we aan een grens op dit domein. Werkhouding: Op dit domein komen we aan onze grenzen als we merken, nadat we al datgene wat in onze mogelijkheden ligt , geprobeerd hebbend, het kind geen vooruitgang boekt. Thuissituatie: Wanneer we niet kunnen samenwerken met ouders is de grens voor hulp aan een kind bereikt. Als zij dit niet willen, kunnen we niet veel bereiken. Balans in de groep is een grens die bij meerdere domeinen genoemd wordt. De school verstaat het volgende onder balans in de groep: De mate waarin de school ruimte heeft om leerlingen op te nemen in haar groepen of waarin zij handelingsverlegen dreigt te worden voor leerlingen die al op school zijn, wordt voor een belangrijk deel bepaal door de “balans in de groep” van dat moment. Onder balans in de groep wordt vooral verstaan de ruimte die er voor de leerkracht en de leerlingen is om voor alle leerlingen in de groep een pedagogisch klimaat en een leeromgeving te bieden waaraan de leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Het gaat bij balans in de groep dus om een combinatie van leerlingkenmerken, groepssamenstelling en de leerkracht van die groep. Dit zou per schooljaar opnieuw bekeken moeten worden.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 17
Indien (weer) perspectief kan ontstaan door ondersteuning in de groep (wellicht niet eens voor de betreffende leerling zelf), kan de school mogelijk wel passend onderwijs organiseren omdat de balans weer ontstaat.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 18
Hoofdstuk 6
Ambities
6.1 Evaluatie periode 2011-2015 Voor deze periode hebben we onszelf de volgende ambities gesteld: Leren en ontwikkeling: Opleiden van een taal-leesspecialist en een rekenspecialist Verbreden van kennis bij alle leerkrachten, o.a. door de nu al aanwezige kennis met elkaar te delen (bijvoorbeeld tijdens teambijeenkomsten) We willen graag de beschikking hebben over (extra) werkruimten waar met (groepjes) kinderen gewerkt kan worden Evaluatie: - De IB’er en de directeur hebben zich geschoold tot taal/leesspecialist. Het opleiden van een reken specialist wordt doorgeschoven naar de volgende periode - De studiemiddag worden gedeeltelijk ingevuld met het delen van kennis die opgedaan is tijdens nascholingsbijeenkomsten. - De extra werkruimte is vanzelf ontstaan door terugloop van het aantal groepen. We maken hier gebruik van voor bv. Het geven van pre-teaching. Fysiek en medisch: - Ook hier is onze ambitie/ behoefte dat we meer ruimtes tot onze beschikking hebben om de juiste begeleiding te kunnen verzorgen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften op dit domein - Ontwikkelen van goede samenwerking met de eventuele zorgbegeleider, zodat we het kind, als het op school zit, goed kunnen helpen. We willen dan de expertise in het team houden voor eventuele volgende leerlingen met hetzelfde probleem. Evaluatie: - Hier is niets mee gedaan omdat er geen kind aangemeld is op school wat deze behoeften heeft. Op het moment dat dit het geval is, zullen we dit opnieuw bekijken. Sociaal emotioneel/ gedrag: Opleiden van een gedragsspecialist, die benut kan worden voor het delen van deskundigheid Evaluatie: Door het benoemen van een nieuwe IB’er die ook gedragsspecialist is, voldoen we aan deze ambitie.
Werkhouding: -
-
Om expertise te delen met elkaar willen we klassenconsultaties gaan houden Ook willen we ons graag laten informeren door collega-scholen over hun expertise op dit domein We willen pc’s afschermen zodat kinderen taakgerichter aan de slag kunnen Muren, moeten niet onrustig worden ingericht voor kinderen
-
De expertise wordt tijdens teambijeenkomsten gedeeld. Er worden enkele
-
Evaluatie:
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 19
-
-
Thuissituatie: -
klassenconsultaties uitgevoerd, maar dit kan nog verder uitgewerkt worden. Er wordt nog weinig gebruik gemaakt van expertise van collega scholen. Op het moment dat daar behoefte aan is, hebben we wel de mogelijkheid om dit te doen. Het afschermen van de pc’s is niet gebeurd. We komen terug op deze ambitie, omdat we vinden dat we door het afschermen minder overzicht hebben op de groep kinderen. De muren zijn minder druk/vol ingericht.
We hebben behoefte aan de curus “Communiceren kun je leren” , waardoor we nog constructiever kunnen samenwerken met ouders. Het zou fijn zijnals in de toekomst instanties als RIAGG en Eleos beschikbaar zijn binnen de school Inrichten van een spreekuur voor ouders
Evaluatie: -
-
De gevolgde cursus op het gebied van communicatie is geworden ‘De kracht van de klacht’. Leerkrachten hebben hier handvatten gekregen om moeilijke gesprekken met ouders te voeren en geven aan dat dit goed werkt en dat zij geleerd hebben om anders op ouders te reageren. Het is niet mogelijk om externe instanties als RIAGG en Eleos binnen de school te krijgen. Deze instanties zijn wel bereid tot overleg. Er is bij ouders geen behoefte aan een spreekuur.
6.2 Ambities 2015-2019 Voor de komende periode hebben we de onderstaande ambities opgesteld. Deze ambities worden verwerkt in het schoolplan en het daarbij behorende jaarplan. Bevorderen van de sociaal-emotionele veiligheid en reguleren van het gedrag van kinderen door het volgen van de Kanjertraining. Het opleiden van een rekenspecialist. De sportcoach inzetten voor motorische remedial teaching. Uitvoeren van de in hoofdstuk 3.3 genoemde actie- en verbeterpunten.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 20
Hoofdstuk 7
Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs.
Scholen uit het samenwerkingsverband kunnen ons altijd benaderen over: vragen rondom kinderen met dyslexie en het werken met een daisyspeler Vragen over onze Dolfijngroep Verdere informatie of expertise Handelings- en opbrengstgericht werken/praten/kijken Voor vragen over het werken met de EGGO kaarten (sociaal emotioneel domein)
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 21
Hoofdstuk 8
Samenvattende conclusies
Onze school voldoet aan de basiszorg volgens de normen van de PO-raad, maar heeft nog wel enkele actiepunten opgesteld om deze zorg te verdiepen. De school heeft een goede basis wat betreft differentiatie, instructievaardigheden en klassenmanagement. Veel kinderen worden door de school op een adequate wijze opgevangen. Er is behoorlijk wat expertise aanwezig met name door ervaringen uit het verleden met leerlingen die specifieke zorg nodig hadden en door de begeleiding van buitenaf die we op dat moment kregen. Wanneer de school vastloopt in haar aanpak zoekt ze ondersteuning van externe deskundigen. Dit is onder andere georganiseerd in het Zorgteam op school, waarbij ook externe deskundigen aansluiten (breedtezorg). In het inspectierapport wordt een aantal verbeterpunten aangegeven. Deze verbeterpunten zijn verwerkt in een actieplan. Op het gebied van handelingsgericht werken, is al veel bereikt. De teamleden beperken zich in de groepsplannen nog wel tot het werken in drie niveaus (rood, wit en blauw) en geven aan door de groepsgrootte en het werken in combinatiegroepen hier tegen een grens aan te lopen. Er kan nog gewerkt worden aan het geven van extra instructie aan zorgleerlingen en het tussentijds evalueren van de handelingsplannen. De grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs worden binnen de vijf omschreven domeinen vooral bereikt wanneer de balans in de groep verstoord dreigt te raken. Andere grenzen zijn het stagneren van de ontwikkeling van kinderen, het ontbreken van veiligheid en wanneer het welbevinden van het kind in het gedrang komt. De school wil in ieder geval blijven kunnen wat ze nu kan. De ambitie van de school is voor de komende jaren te werken aan het vergroten van de deskundigheid op het domeinen rekenen door een rekenspecialist op te leiden. Het team gaat zich d.m.v. de Kanjertraining ook scholen op het omgaan met gedrag van kinderen.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 22
Bijlage 1:
Lijst met competenties
Deze lijst met competenties ligt definieert de competenties die leerkrachten nodig hebben om passend onderwijs te kunnen geven binnen categorieën relatie (R), ontwikkeling (O), welbevinden (W)en veiligheid (V) op de diverse gebieden. Leren en ontwikkeling R 1. Met kinderen op een coachende wijze gesprekken voeren, gericht op het zelf bedenken van oplossingen in het omgaan met een beperking. 2. Voorkomen dat kinderen met leerachterstand te geïsoleerd raken in de klas, bijvoorbeeld door hen bij samenwerkingsopdrachten een zinvolle (alternatieve) bijdrage te laten leveren. 3. Een appèl kunnen doen op talenten die in het gebruikelijke basisaanbod te weinig benut worden. 4. Kinderen leren om oog te hebben voor elkaars kwaliteiten en dit bespreekbaar maken. 5. Moeilijkheden benaderen vanuit mogelijkheden en kansen, door uit te gaan van wat een kind al wel kan en nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken. 6. Waarderen waar kinderen sterk in zijn en hen daarin uitdagen. 7. Positieve verwachtingen uitspreken en positieve aspecten kunnen benoemen en benutten. O 8. Kennis op het gebied van (ernstige) leerproblematiek, zodat effectieve instructie en begeleiding geboden kan worden. 9. Het reguliere onderwijsaanbod indikken, aanpassen en aanvullen met verdiepende en uitdagende leerinhouden en andere leerstrategieën. 10. Een ontwikkelperspectief (eigen leerlijn met tussendoelen) kunnen opstellen in overleg met kind, ouders en begeleiders. 11. De ontwikkeling van de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid nauwkeurig volgen en begeleiden. 12. Klassenmanagement zo organiseren dat bepaalde kinderen een instructie op eigen niveau krijgen en kunnen werken met eigen opdrachten passend bij hun leerlijn. 13. In relatie tot de tussendoelen effectieve werkvormen organiseren die passen bij het thema. 14. Formuleren van inhoudelijke doelen in de zone van naaste ontwikkeling voor kinderen die iets extra’s of anders nodig hebben. 15. Voor kinderen die iets extra’s of anders nodig hebben, passende activiteiten en werkvormen inbedden in het groepsaanbod. 16. Vertrouwd zijn met de opbouw en inhoud van de leerlijnen. Op basis daarvan een passend onderwijsaanbod kunnen organiseren, zodat kinderen aan onderliggende vaardigheden kunnen werken. 17. Haalbare uitdagingen kunnen bieden om succeservaringen te laten opdoen. Daarbij ook toewerken naar toerusting voor het groepsaanbod. W 18. Ook voor kinderen die moeite hebben met leren, succeservaringen organiseren en deze met hen zichtbaar maken. 19. Samenwerkingsopdrachten en sociale interactie regisseren waarbij kinderen een eigen inbreng kunnen hebben, elkaar waarderen en van en met elkaar leren. 20. Stimuleren, waarderen en ontwikkelen van eigen keuzes, initiatief en eigen verantwoordelijkheid van kinderen. 21. Op een geduldige, positieve manier kinderen benaderen, vanuit hoge maar ook reële verwachtingen afgestemd op het ontwikkelingsperspectief van het kind. 22. Met de ouders op een open manier bespreken van hun zorgen en ideeën, op zoek Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 23
naar mogelijkheden om samen te werken in de begeleiding van het kind. 23. Eigen keuzes, initiatief en verantwoordelijkheid stimuleren, benoemen, waarderen en belonen. 24. Kinderen leren te reflecteren op hun gevoelens en ondersteunen bij het opbouwen van een reëel positief zelfbeeld. Fysiek en medisch R 1. Activiteiten en spelletjes organiseren waarin alle kinderen, ook kinderen met een beperking, mee kunnen doen. 2. Kinderen coachen in de interactie met een doof groepsgenootje, o.a. door het introduceren en samen leren van gebarentaal en picto’s. 3. Een groepsklimaat kunnen creëren waarin kinderen met een (beperking of) medisch probleem gestimuleerd worden zelf uit te leggen wat het probleem inhoudt en hoe je daar het beste mee kunt omgaan. 4. Een groepsklimaat kunnen creëren, waarin kinderen leren elkaar te accepteren en waarderen om hoe iemand is in plaats van hoe iemand eruit ziet en wat iemand heeft. 5. Vanuit deze basis kinderen leren elkaar op ongewenst gedrag aan te spreken, zonder daarbij elkaar als persoon af te wijzen. O 6. Klassenmanagement zo organiseren dat bepaalde kinderen een instructie op eigen niveau krijgen en rustig kunnen werken met eigen opdrachten passend bij hun leerlijn. 7. Aangepaste materialen en technieken zo normaal mogelijk in het leerprogramma plaatsen. 8. Daarbij in samenwerking met een gespecialiseerde ambulant begeleider reflecteren op de effectiviteit van de eigen aanpak. 9. Een overzichtelijk, gestructureerd onderwijsleerklimaat kunnen realiseren met een goede balans tussen inspanning en ontspanning. 10. Vanuit een goed zicht op leerlijnen, activiteiten op maat kunnen aanbieden, zodat ook kinderen met een verstandelijke handicap zich optimaal kunnen ontwikkelen. W 11. Creëren van een positief groepsklimaat door het bespreken van de sfeer in de groep en de omgang met elkaar. 12. Op een open, constructieve manier met ouders samenwerken om de aanpak en begeleiding van kinderen thuis en op school op elkaar af te stemmen. V 13. Introduceren en consequent hanteren van concrete, functionele signalen, waardoor kinderen op een zelfstandige en veilige manier kunnen spelen en werken. 14. Weten hoe te handelen wanneer kinderen een ‘aanval’ hebben en anderen mogelijk in paniek raken. 15. Op een open manier en met regelmaat met kinderen bespreken wat zij nodig hebben om zich op hun gemak te voelen op school. 16. Op een positieve, consequente manier situaties overzichtelijk en inzichtelijk voor kinderen kunnen maken.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 24
Sociaal emotioneel en gedrag 1. Op grond van observatie aansluiting kunnen maken bij de belevingswereld van R kinderen die moeite hebben met het maken van contact. 2. Samen met een kind concrete sociale vaardigheden kunnen bepalen, die het kind met steun van de leerkracht gaat oefenen. 3. Effectieve, niet (ver)oordelende feedback geven, zodat de leerling leert te reflecteren op de gewenste en ongewenste effecten van zijn gedrag op anderen. 4. Onvoorwaardelijk accepteren door in doen en laten te laten blijken dat de leerling gezien is, gewaardeerd wordt en welkom is. O 5. Het inrichten en organiseren van een onderwijsleeromgeving met veel voorspelbaarheid en routines, ondersteund door picto’s . 6. Realiseren van een prikkelarme omgeving met veel structuur voor bepaalde kinderen. 7. Samen met een leerling leerdoelen in concrete taal formuleren en evalueren door ze zoveel mogelijk toe te schrijven aan de eigen inbreng. 8. Haalbare sociaal - emotionele vaardigheden in de zone van naaste ontwikkelingen als korte termijn doelen kunnen formuleren en concretiseren. 9. Organiseren van samenwerkingsopdrachten waarbij een ieders talenten benut en gewaardeerd worden. W 10. Initiatief nemen om tijdig hulp in te roepen van externe deskundigen om de beste aanpak voor een kind te realiseren voor zowel op school als in het gezin. 11. Met ouders samenwerken om het kind het gevoel te geven dat leerkracht en ouders op één lijn zitten als betrouwbare volwassenen. 12. Accepteren van de leerling, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de persoon en het gedrag in wat wel of niet acceptabel is. 13. Initiatief, sociale betrokkenheid en reflectie concreet benoemen en waarderen. V 14. Met een kind routine ontwikkelen voor bedreigende situaties, waarbij het kind zoveel mogelijk zelf de regie kan houden. 15. Kunnen confronteren en grenzen aangeven. 16. Situaties overzichtelijk en inzichtelijk voor kinderen kunnen maken en op een rustige, besliste wijze kunnen handelen bij onveilige en/of onverwachte situaties.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 25
Werkhouding R 1. 2. 3. 4. O
5. 6. 7. 8. 9.
W
10. 11. 12. 13. 14. 15.
Kunnen omgaan met de behoeften van (hyper)actieve kinderen en hun energie positief kunnen inzetten. Weerstand kunnen accepteren en ombuigen naar positieve energie en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hoge verwachtingen hebben ten aanzien van de werkhouding waarderen wat de leerling daarmee bereikt. Feedback geven waarbij succeservaringen benadrukt en toegeschreven worden aan eigen inzet, vaardigheden en prestaties. Structurerende, ondersteunende begeleiding gericht op het voorkómen van moeilijkheden in plaats van corrigerende begeleiding achteraf. Functionele kennis van leerprocessen om leerlingen te begeleiden, gericht op het vergroten van hun betrokkenheid en zelfsturing bij het leerproces. Leerstof voor leerlingen hanteerbaar en betekenisvol kunnen maken. De betrokkenheid en het leerrendement van de leerlingen kunnen vergroten door het gebruik van relevante motivatietheorieën. Concrete, inhoudelijke doelen met de leerling kunnen formuleren op het gebied van leren en werkhouding en deze kunnen realiseren met uitnodigende. werkvormen en materialen Succeservaringen creëren door haalbare doelen te stellen. Daarbij zorgen dat de lat geleidelijk hoger komt te liggen. Momenten van rust en stilte organiseren voor en met de leerling, zonder de leerling te isoleren van de groep. De sociale en persoonlijke talenten van de leerling kunnen inzetten bij de (samenwerkings)opdrachten. Leerprocessen kunnen organiseren waarbij willen en kiezen centraal staan i.p.v. moeten. Constructief kunnen samenwerken met de ouders met als doel een betere werkhouding en plezier in het leren. Autonomie stimuleren door selectieve reacties op zelfstandig en verantwoordelijk gedrag. Samenwerken met de ouders met als doel de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de leerling te vergroten.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 26
Thuissituatie R 1. 2. 3. 4. O
5. 6. 7. 8.
9. W
10. 11. 12. 13. 14. 15.
V
16.
Verantwoordelijkheid en vertrouwen geven in (sociale) taken in de groep, die aansprekend zijn voor de leerling en de groepsgenoten. Ouders confronteren met de ongewenste effecten van de huidige aanpak op het leergedrag van de leerling en de samenwerking opnieuw starten. Negatief aandacht vragend gedrag kunnen ombuigen naar gewenst aandacht vragend gedrag door bedoelingen en effecten te benoemen en herkaderen. Ouders ondersteunen bij het "loslaten van hun kind waar het kan" en "structureren waar het nodig is". Structureren, ondersteunen en uitbouwen van de werkplanning van de leerling op basis van hoge verwachtingen en concrete doelen Samen met de leerling een plan van aanpak maken, waarbij de verantwoordelijkheid van de leerling toeneemt. Stimuleren van initiatief en verantwoordelijkheid door positieve feedback. Betrokkenheid vergroten door het bieden van aansprekende inhouden, keuzevrijheden en mogelijkheid tot samenwerken. Dit kunnen organiseren binnen overzichtelijke leersituaties Leeromgeving creëren waarin kinderen hun zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen door positieve feedback op hun activiteiten. Constructief samenwerken met ouders vanuit het gezamenlijke belang van het kind door zowel ondersteunend als grenzen stellend te zijn. Zelfvertrouwen van kinderen ontwikkelen en verstevigen door vertrouwen te tonen in hun mogelijkheden Confronteren zonder moraliseren door te benoemen, te luisteren en inzichten te delen. Kind onvoorwaardelijk accepteren, waarderen en helpen aandacht te verwerven door positief gedrag consequent te belonen. Ouders ondersteunen bij het bieden van vaste patronen en leefregels. Laten ervaren dat alle kinderen ertoe doen en erbij horen door hun eigenaardigheden te waarderen en te benutten. Een veilig pedagogisch klimaat kunnen creëren waar kinderen leren voor zichzelf en elkaar te zorgen.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 27
Bijlage 2:
Beschrijving van vier schoolprofielen.
Bron: Sardes – Profileren en indiceren - 2010 1.
Speciale onderwijszorg op de netwerkschool
Veld
Setting binnen de klas
Setting binnen de school
Hoeveelheid aandacht en tijd
Er is één paar handen in de klas. De leerkracht zorgt zelf voor bijv. pre-teaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (bijv. een uur per week) Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte ( ca. 25 leerlingen)
Er is speciale begeleiding door de RT’er en/of IB’er op tijdelijke basis. (gedurende enkele uren per week)
Onderwijsmaterialen
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie volgens de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behoren bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem)
Ruimtelijke omgeving
In de klas is er gelegenheid om één- Er is op de gang ruimte waar éénop-één begeleiding te geven. op-één begeleiding of begeleiding van een groepje leerlingen kan plaats vinden.
Expertise
De leerkracht heeft enige kennis van De RT’er en/of IB’er hebben enige en competenties op het gebied van kennis van en competenties op speciale onderwijsbehoeften het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften.
Samenwerking met andere instanties
De leerkracht onderhoudt contacten Er is op basis van behoefte met de IB’er om op de hoogte te samenwerking en afstemming met blijven. professionals uit S(B)O en zorginstellingen.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 28
2.
Speciale onderwijszorg op de smalle zorgschool
Veld
Setting binnen de klas
Hoeveelheid aandacht en tijd
Er is één paar handen in de klas, Er is speciale begeleiding door de lkr zorgt eventueel met extra RT’er en/of IB’er op tijdelijke basis ondersteuning van oa/ou/mll (een dagdeel of dag per week). Er voor bijv. preteaching, extra is speciale onderwijszorg door leestijd, op tijdelijke basis AB’er (gedurende enkele uren per (enkele uren per week). week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll. De lkr kan dan individuele zorgleerling of groepje zorgleerlingen helpen. Er wordt gebruik gemaakt van Er zijn onderwijsniveau- en tempodifferentiatie in materialen beschikbaar die de lesmethoden. Er is aanvullend tegemoetkomen aan specifieke remediërend materiaal, didactische kenmerken (bijv. behorend bij de gebruikte pictogrammen) en speciale lesmethoden. pedagogische/psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
Onderwijsmaterialen
Setting binnen de school
Ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. Er is op de gang ruimte waar éénprikkelarm hoekje) waar één-op- op-één begeleiding of begeleiding één begeleiding of begeleiding van een groepje leerlingen met van een groepje leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden. plaatsvinden.
Expertise
De lkr heeft enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften en aanpakken.
De RT’er en/of IB’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften. Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 29
Samenwerking met andere instanties
De lk onderhoudt contacten met Er is geregeld samenwerking en de IB’er om op de hoogte te afstemming met professionals uit blijven. s(b)o en zorginstellingen.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 30
3. Speciale onderwijszorg op de brede zorgschool Veld
Setting binnen de klas
Setting binnen de school
Hoeveelheid aandacht en tijd
Er zijn meer handen in de klas mogelijke, door oa, voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende) enkele dagdelen per week). De groepen zijn kleiner.
Er is speciale begeleiding door RT’er en/of IB’er, op semipermanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale ondersteuning door AB’er (gedurende enkele dagdelen per week).
Onderwijsmaterialen
Er wordt niveau- en Er is een orthotheek met tempodifferentiatie toegepast onderwijsmaterialen, die binnen de lesmethoden. Voor tegemoetkomen aan specifieke leerlingen met speciale didactische kenmerken, speciale onderwijsbehoeften zijn er ook pedagogische/psychologische andere materialen en methoden kenmerken en fysieke/lichamelijke beschikbaar. Er is aanvullend kenmerken. remediërend materiaal, Er wordt door de hele school behorend bij de gebruikte gewerkt met een speciaal lesmethoden. Er wordt lesstof programma of methodiek voor de aangeboden vanuit leerlijnen die sociaal-emotionele ontwikkeling zijn gebaseerd op de kerndoelen. (bijv. Leefstijl). Er zijn aparte plekken waar één- Er is en aparte ruimte voor andere op-één begeleiding en functies (bijvoorbeeld voor begeleiding van groepjes verzorging of voor een time-out). leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden. Meerdere lkr hebben veel kennis Een groot deel van het team heeft en competenties op het gebied kennis van en competenties op van wat leerlingen met speciale het gebied van de speciale onderwijsbehoeften nodig onderwijsbehoeften van hebben. leerlingen Via collegiale consultatie en intervisie blijven lkr scherp.
Ruimtelijke omgeving
Expertise
Samenwerking met andere instanties
De IB’er, RT’er en lk werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maatschappelijk werk, RIAGG, GG & GD).
Er is regelmatig samenwerking en afstemming met professionals uit s(b)o en zorginstellingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van het plan van aanpak). Externe experts zijn op afroep beschikbaar als daar behoefte aan is (bijvoorbeeld faalangsttrainer).
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 31
4. Speciale onderwijszorg op de inclusieve school Veld Hoeveelheid aandacht en tijd
Onderwijsmaterialen
Ruimtelijke omgeving
Setting binnen de klas Er zijn meerdere handen in de klas, door lkr/oa voor intensieve (één-op-één) begeleiding, op permanente basis (gedurende de gehele week). Er wordt gewerkt in kleinere groepen. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische kenmerken, speciale pedagogische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kind specifieke behoeften (bijv. verpleegmateriaal voor langdurig zieke kinderen). De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik). De lokalen zijn ruim en er zijn deelruimtes voor diverse activiteiten.
Setting binnen de school Er is speciale onderwijszorg door vlkr, RT’er en/of IB’er op permanente basis (gedurende alle dagen). Er is speciale onderwijszorg door AB’er (gedurende enkele dagen per week). Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen die tegemoetkomen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/ lichamelijke kenmerken. Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma of methodiek voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat). De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale behoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor time-out).
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 32
Expertise
Samenwerking met andere instanties
De lk zijn experts op het gebied Het gehele team heeft kennis van van speciale onderwijsbehoeften. en competenties op het gebied Zij hebben daartoe scholings- en van de speciale certificeringstrajecten gevolgd onderwijsbehoeften van (bijv. akte so en master SEN). De leerlingen. Experts op het gebied lk laten zich voortdurend van de verschillende domeinen, bijscholen, m.b.v. coaching en zoals gedrag, fysiek-medisch, ‘training on the spot’(videothuissituatie, leren en interactie-begeleiding). Via ontwikkelen, zijn direct externe audits/inspectiebezoeken beschikbaar (bijv. logopedist, blijven lk scherp. schoolmaatschappelijk werker, orthopedagogisch specialist, kinderfysiotherapeut, schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders en hen wegwijs maakt in de ‘wereld die zorg heet’ (bijv. bij aanvragen financiële ondersteuning). De IB’er, RT’er en lk werken Er is op structurele basis intensief samen met intensieve samenwerking en professionals van externe afstemming met s(b)o en andere instanties (hogescholen en zorginstellingen (ook met Bureau universiteiten), benutten nieuwe Jeugdzorg) voor alle leerlingen wetenschappelijke inzichten en met speciale onderwijs- en evidence based opvoedingsbehoeften (bv. behandelingsmethoden (na gezamenlijke bijdrage aan raadpleging databank Effectieve uitvoering van het plan van jeugdinterventies). aanpak). Externe experts zijn op Daarnaast worden op een afroep beschikbaar (bv. verantwoorde wijze ook nieuwe speltherapeut, faalangsttrainer, aanpakken uitgeprobeerd. maar ook wijkagent, wijkverpleegkundige/ schoolarts, leerplichtambtenaar). De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders.
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 33
Schoolondersteuningsprofiel 2015-2019
pagina 34